You are on page 1of 19

Verhagen 2.

0
De rol van Twitter in het contact met Maxime Verhagen en zijn
achterban

Research Workshop Media en Journalistiek 3: Burgers, Journalisten en Politici op Web


2.0
Vakcode: CH4408
Docent: Dr. C.E. Aalberts

Naam: Daphne Jacobson


Studentnummer: 279492
Datum: 19-01-2009

0
Inhoud

Inleiding 2

Methodologie 5

Productie 6

Inhoud 7

Receptie 7

Resultaten 8

Productie 8

Inhoud 10

Receptie 12

Conclusie en discussie 14

Literatuur 17

1
Inleiding
Politici hebben web 2.0 ontdekt. Zij zien blijkbaar nut in het delen van hun (persoonlijke)
informatie en content met de 'gewone' burger. Wellicht is de achterliggende gedachte hierbij om
via interactieve toepassingen de kloof met de burger te verkleinen. Inmiddels kunnen veel politici
gevolgd en benaderd worden via Hyves, Facebook en LinkedIn. Maxime Verhagen was de
eerste Nederlandse minister die te volgen is via Twitter.
Laatstgenoemde, Maxime Verhagen, staat centraal in dit onderzoek. Aanleiding hiervoor
is dat het mij intrigeerde dat deze minister van Buitenlandse Zaken, als eerste minister, de
burger meerdere malen per dag op de hoogte stelt van de gebeurtenissen en activiteiten in zijn
leven via Twitter. Verhagen doet dit via zijn Iphone (Rotjong, 2008).
Maar wat is web 2.0 nu exact? Een afgebakende definitie van het begrip is er niet,
maar samenvattend komt het neer op een verandering van een verzameling websites naar een
platform voor interactieve webapplicaties voor gebruikers op het net (O'Reilly, 2005). Het begrip
verwijst naar een duidelijk waarneembare trend. Web 2.0 biedt de mogelijkheid om via allerlei
toepassingen en applicaties content, zoals foto's, filmpjes, blogs, etc. toe te voegen en te
reageren op andermans content. Sinds deze tweede fase in de ontwikkeling op het internet zijn
er voor gebruikers dus talloze mogelijkheden ontstaan. Waren zij - als consumenten - voorheen
nog voornamelijk passief op het net, tegenwoordig zijn zij - als producenten - actief en bepalen
grotendeels wat er voor content op het net verschijnt. Op deze manier kan men eenvoudig met
elkaar in contact komen en netwerken worden met een klik op de knop vergroot. Voorbeelden
van deze applicaties zijn Hyves, Youtube, Wikipedia, LinkedIn, Myspace en Twitter.
Het Twitter-project ging in 2006 van start en het simplistische gehalte van de website
maakt het project volgens de producers populair (Twitter, 2008). Twitter is een vorm van micro-
blogging en stelt slechts de vraag: "What are you doing?" Antwoorden, 'tweets' genaamd,
kunnen maximaal 140 karakters lang zijn en verzonden worden via de mobiele telefoon of via
internet, mits men geregistreerd is. Twitter heeft een vluchtig karakter: te allen tijde kan
geantwoord worden. Gebruikers van Twitter worden ‘twitterazzi’ genoemd en zullen daarom als
zodanig worden aangeduid in dit paper. Er kunnen zoveel berichten gestuurd worden als
wenselijk is, welke iedereen kan zien, en vormen vaak aanleiding tot snelle reacties. Op een
Twitterprofiel kan enkel informatie wat betreft naam van de gebruiker, locatie, website en
biografie worden geplaatst. Men kan andere gebruikers 'volgen', wat inhoudt dat je ze in je
'followers_me' lijst hebt staan. Bovendien is er beschikking over een 'following_me' lijst waarin
gebruikers staan die jou volgen (Twitter, 2008). De hoofdpagina van Twitter geeft een overzicht
weer van de 20 laatst geplaatste tweets van de twitterazzi die jij volgt. Door op een bepaalde

2
gebruiker te klikken kan er bekeken worden wat diegene zoal heeft geplaatst en heeft
ontvangen. Behalve een algemene tweet die antwoord geeft op de vraag ‘what are you doing’,
kan men ook tweets in de vorm van ‘@Replies’ of ‘Direct Message’ sturen. Bij een @reply wordt
er een tweet gericht aan een specifieke gebruiker. Dit bericht kan door iedereen worden gelezen
en hierbij is het niet perse nodig om de gebruiker in kwestie te volgen. Bij een Direct Message
wordt er een privébericht naar een gebruiker gestuurd. Deze Direct Messages kunnen echter
alleen naar gebruikers verzonden worden die jij volgt en die jou op hun beurt ook volgen.
Wat zijn de beweegredenen van Maxime Verhagen om zichzelf te laten volgen en tevens
anderen te volgen op Twitter? Gaat hij via dit platform ook echt de conversatie aan met de
burger en zijn deze conversaties tweezijdig? Worden burgers via Verhagen's Twitter beter
betrokken bij de politiek?
Een centraal begrip wat aan web 2.0 kan worden gelinkt is 'interactiviteit'. Volgens
Singer (2006: 266) verwijst ‘interactiviteit’ naar het volgende: 'the ability to participate in
modifying the form and content of a mediated environment in real time'. Een andere -veel
geciteerde- definitie van interactiviteit is die van Rafaeli (1988: 11). Hij definieert interactiviteit als
‘an expression of the extend that, in a given series of communication exchanges, any third (or
later) transmission (or message) is related to the degree to which previous exchanges referred
to even earlier transmissions’. McMillan heeft aan de hand van de dimensies
communicatierichting en controle over het communicatieproces een vierdelig model van
cyberinteractiviteit gecreëerd (McMillan, 2002: 275). De twee bovenstaande dimensies vormen
volgens McMillan de basis voor interactiviteit. Het hierop gebaseerde model bestaat uit vier
onderdelen. Ten eerste ‘monologue’, waar eenzijdige communicatie onder wordt verstaan. Het
tweede onderdeel is ‘feedback’: dit is eenzijdige communicatie waarbij de ontvanger gelimiteerd
kan participeren, zoals bij email, maar er is geen garantie dat de zender zal terug reageren. Het
derde onderdeel is ‘responsive dialogue’: dit is tweezijdige communicatie maar de zender heeft
hoofdzakelijk de controle, zoals bij online shopping, waarbij de zender producten aanbiedt, de
ontvanger selecteert en bestelt en de zender de bestelling in orde maakt. Het laatste onderdeel,
‘Mutual discourse’, verwijst naar tweezijdige communicatie waarbij de ontvanger een groot
aandeel heeft in het communicatieproces. Als voorbeeld kan hier gedacht worden aan
chatrooms (McMillan, 2002: 276-277). Anno 2009 zijn er voor deze laatste vorm van
interactiviteit talloze mogelijkheden. De vraag is echter in hoeverre deze mogelijkheden in de
politiek worden benut.
Wanneer gekeken wordt naar het onderzoek van Domingo (2008), waarbij een studie
gedaan is naar de interactiviteit tussen journalisten en burgers, dan kan er geconcludeerd

3
worden dat er tussen deze twee groepen weinig interactie plaatsvindt. De journalisten in kwestie
gaven wel aan interactie als belangrijk te zien, maar desalniettemin vond het merendeel dat er in
de traditionele rol van journalist geen plaats is voor interactie met de burger. Interactie werd als
probleem beschouwd en in werkelijkheid komt er vrij weinig van terecht (Domingo, 2008: 698).
Dit gegeven kan hypothetisch gesteld doorgetrokken worden naar de Nederlandse politiek.
Verwacht wordt dan ook dat er weinig interactiviteit in de vorm van ‘mutual discourse’ zal
plaatsvinden tussen Maxime Verhagen en de burger.
Jackson en Lilleker (2007) hebben onderzoek verricht naar het gebruik van websites
door politici en partijen. Om stemmen te winnen kunnen e-newsletters ingezet worden waar
mensen zich voor kunnen aanmelden en zodoende het laatste politieke nieuws kunnen
ontvangen. Bovendien kan de informatie in e-newsletters toegespitst worden op de interesses
van de ontvanger. De belangen en effecten van deze e-newsletters lijken steeds groter te
worden (Jackson & Lilleker, 2007: 243). E-newsletters zijn zowel een push- als pulltechnologie:
de zender bepaalt wat voor informatie er verstrekt wordt maar de ontvanger bepaalt deels welke
informatie er daadwerkelijk wordt ontvangen (Jackson & Lilleker, 2007: 244). Jackson (2004)
suggereert dat e-newsletters vooral gebruikt worden om een band te creëren en onderhouden
met leden en aanhangers van een bepaalde partij. Tevens zijn ze geschikt om een extern
publiek, zoals zwevende kiezers, te bereiken. Desalniettemin laat het onderzoek van Jackson &
Lilleker zien dat e-newsletters vooral bereik vinden bij aanhangers of leden van een
partij/politicus. Dit zijn mensen die een zekere associatie met de partij/politicus hebben en geen
zwevende kiezer zijn (Jackson & Lilleker, 2007: 261). Op basis van deze gegevens wordt er
verwacht dat het merendeel van de volgers van Verhagen affiniteit heeft met politiek en met
minister Verhagen in het bijzonder. Bovendien komt uit meerdere studies naar de rol die het
internet speelde in de Amerikaanse verkiezingen naar voren dat het internet meestal
functioneerde om Amerikanen die toch al politiek betrokken waren verder te activeren en
informeren. Beargumenteert werd dat het internet ‘politics as usual’ zou reflecteren.
(Norris,2003:24). Hieruit rijst de verwachting dat Maxime Verhagen zijn Twitter vooral gebruikt
om politieke standpunten en ideeën kenbaar te maken.
Kaye en Johnson (2004) beargumenteren aan de hand van door hen gedaan onderzoek
dat deze politiek geïnteresseerde mensen internet vooral raadplegen voor begeleiding en
nieuwsgierigheid naar politieke kwesties. Ook hier komt naar voren dat vooral de mensen die al
vertrouwd zijn in het web en de politiek gebruik zullen maken van bijvoorbeeld Twitter om meer
te weten te komen over politieke kwesties. De verwachting die hieruit voortvloeit is dat de Twitter

4
van Verhagen door de volgers veelal wordt gebruikt om informatie over politieke kwesties in te
winnen.
Het onderzoek naar de rol van Twitter in het contact tussen Verhagen en de burger is
maatschappelijk relevant aangezien er geanalyseerd kan worden in hoeverre Twitter een
toepassing is die gebruikt kan worden om de kloof tussen politici en burger te verkleinen.
Bovendien kan bekeken worden in hoeverre een toepassing als Twitter van belang is in de
Nederlandse democratie. Verder is het web 2.0 fenomeen een trend en het feit dat politici er
plots 'massaal' gebruik van maken kan gezien worden als een hype in de maatschappij. In dat
opzicht is het interessant om te analyseren of het web 2.0 gebruik van politici, en in dit geval van
Maxime Verhagen op Twitter, daadwerkelijk een toegevoegde waarde voor de maatschappij
heeft. Wetenschappelijk is het onderzoek waardevol aangezien de wetenschappelijke kennis
over politici op web 2.0 verder geholpen zal worden. Er is immers nog weinig gepubliceerd web
2.0 toepassingen zoals Twitter.

Methodologie

Het onderzoek naar de rol van Twitter in het contact met Maxime Verhagen en zijn achterban is
kwalitatief van aard en bestaat uit drie delen. Te weten het productie-, inhouds- en receptiedeel.
Het productiegedeelte beslaat het onderzoek naar Maxime Verhagen en zijn motivatie om zich
te registreren op Twitter en zijn ervaring ermee. Het inhoudsgedeelte bestaat uit een analyse
van de Twitter van Maxime Verhagen. Het derde deel van het onderzoek slaat op het
receptiegedeelte. Hierbij draait het om de burgers die gebruik maken van Twitter en hierbij
Maxime Verhagen volgen.
De centrale vraag waar het in dit paper om draait luidt als volgt: welke rol speelt Twitter
in het contact met Maxime Verhagen en zijn achterban?
De deelvragen zijn op basis van de drieledigheid van het onderzoek. Deelvraag 1 heeft
betrekking op de productie en luidt: op welke manier maakt Maxime Verhagen gebruik van
Twitter en hoe komt dit tot uiting? Deze vraag zal middels bestudeerde interviews met Verhagen
beantwoord worden.
Deelvraag 2 heeft betrekking op de inhoud en luidt: hoe zien de ‘tweets’ van Verhagen
en zijn ‘volgers’ er inhoudelijk uit, oftewel, wat is de input van Maxime Verhagen en die van de
burger op Twitter? Deze vraag zal middels een inhoudsanalyse beantwoord worden. Hierbij zal
de Twitter van Verhagen (http://twitter.com/maximeverhagen) geanalyseerd worden naar inhoud
van de door hem geplaatste tweets en tevens zullen de naar hem gestuurde tweets

5
geanalyseerd worden.
Deelvraag 3 heeft betrekking op de receptie en luidt: Hoe kijken burgers tegen Twitter
aan en welke rol speelt Twitter voor hen? Deze vraag zal middels interviews met 29 ‘volgers’
van Verhagen op Twitter beantwoord worden.

Productie
Wat zijn de redenen voor Maxime Verhagen om zichzelf op Twitter te registreren? Wat denkt hij
ermee te bereiken en wat voor reacties krijgt hij? Weet hij door Twitter beter wat de burger
bezighoudt en geeft hij respons op vragen? Om antwoorden op vragen als deze te verkrijgen
zijn er zes interviewvragen opgesteld (bijlage 1). Aangezien er via Twitter alleen berichten van
maximaal 140 tekens gestuurd kunnen worden, is er voor gekozen hem via email te interviewen.
Bovendien volgt Verhagen mij niet, en daarom is het niet mogelijk om hem een privébericht
(Direct Message) te sturen. Via een ‘openbaar’ bericht op Twitter heb ik op 16 december 2008
aan Verhagen laten weten dat ik onderzoek doe naar de rol van Twitter in het contact met hem
en zijn achterban. Hierop reageerde hij dezelfde dag als volgt: ‘Niet voor je plezier denk ik maar
voor je studie? Ben benieuwd naar de resultaten’.
Op 18 december 2008 is de eerste email verstuurd naar Verhagen’s e-mailadres van
Buitenlandse Zaken. Na het uitblijven van een reactie is er naar hetzelfde adres een
herhalingsmail gestuurd op 30 december 2008. Wederom bleef antwoord uit. Op 8 januari 2009
is er gebeld naar de persvoorlichter van Verhagen. Aangeraden werd om wederom een mail te
sturen maar dan naar een ander e-mailadres. De email is op 8 januari verstuurd en op 12 januari
2009 kwam er een reactie binnen namens de persvoorlichter. Deze voorlichter raadde aan om
een interview op radio1.nl door Francisco van Jole met Verhagen te beluisteren. Dit interview is
op 17 januari 2009 om 17.15u uitgezonden en bleek erg relevant te zijn om informatie te
verkrijgen over het onderzoeksonderwerp. Tevens is er, ter beantwoording van de
interviewvragen, gebruik gemaakt van eerder gehouden interviews met Verhagen. Hierbij gaat
het om een interview dat gehouden is door medewerkers van nieuws- en opiniewebsite
Frankwatching.com (Frankwatching, 2008), een interview met Verhagen door hoofdredacteur
van Spits Bart Brouwers (Brouwers, 2008) om een interview tussen een aantal twitterazzi met
Maxime Verhagen op het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Rotjong, 2008).

Inhoud
Hoe zien de tweets van Maxime Verhagen er inhoudelijk uit? Wie plaatsen de berichten en wat
voor soort mensen zijn dit? Wordt er veelal over politiek gepraat of is dit nauwelijks het geval? In

6
hoeverre is er sprake van interactie en hoe ziet deze eruit? Via een inhoudsanalyse zullen deze
vragen beantwoord worden. De inhoudsanalyse beslaat 300 tweets van Verhagen. Dit zijn zowel
‘algemene’ berichten (antwoord op de vraag ‘what are you doing’) evenals reacties op andere
gebruikers (@Replies). Tevens wordt bij de reacties naar andere gebruikers toe gekeken welke
tweet daar door de betreffende gebruiker aan vooraf ging. De 300 inhoudelijk geanalyseerde
tweets beslaan de periode van 8 december 2008 t/m 10 januari 2009.

Receptie
Waarom volgen twitterazzi Maxime Verhagen? Gaan ze vraaggesprekken met hem aan en
krijgen zij hierop respons? Wat verwachtten zij van tevoren, en is het volgen van Verhagen een
middel om status uit te drukken of is men gewoon nieuwsgierig naar het leven van een politicus?
Antwoorden op vragen als deze zullen door middel van interviews verkregen worden. Er zijn 28
Twitterazzi benaderd. Aangezien er op Twitter maximaal 140 tekens gestuurd kunnen zou het
lastig worden om het interview via Twitter te laten plaatsvinden. Bovendien kon er niet van elke
gebruiker een privé e-mailadres worden achterhaald. Daarom is er voor gekozen om het
interview online te plaatsen, via ‘Google Docs’. Zodoende hoefde er slechts een link te worden
gestuurd naar de potentiële respondenten. De antwoorden, die in een spreadsheet worden
geplaatst, zijn alleen voor mij zichtbaar. Via de volgende link krijgt men toegang tot het
vragenformulier: http://spreadsheets.google.com/viewform?key=pXD_iYyiKpjajIM-J4WLuCA .
De vragen zijn om 12 december 2008 online gezet en de link is diezelfde dag doorgestuurd.
Doordat de link een aantal keer openbaar geplaatst is, is er meer respons gekomen dan dat er
daadwerkelijk mensen benaderd zijn, namelijk 29 reacties. De reacties zijn echter alleen
afkomstig van actieve gebruikers die Maxime Verhagen volgen. Via Twitter wordt er namelijk
geen notificatie in de vorm van een e-mailbericht naar de gebruiker gestuurd als ze een bericht
hebben ontvangen. Gebruikers zien pas dat ze een bericht hebben als ze ingelogd zijn op
Twitter. Zodoende is het vrijwel niet mogelijk om inactieve Twitterazzi te benaderen. Deze zullen
de interviewvragen nooit lezen. Vandaar dat de respons enkel afkomstig is van actieve
Twitterazzi. Zij zijn geselecteerd om het feit dat zij Maxime Verhagen volgen. Ongeveer de helft
van de respondenten gaat regelmatig een conversatie met Verhagen aan. De reacties van de
respondenten waren positief en vlot. Binnen 8 dagen waren er al 26 ingevulde formulieren
binnen. Van het merendeel van de respondenten is naderhand de leeftijd en tevens het huidige
beroep/educatie gevraagd ofwel achterhaald. Zodoende kan er een profiel geschetst worden
van de respondenten.

7
Resultaten

De resultaten die voortvloeien uit de interviewvragen en de inhoudsanalyse worden hieronder


gerapporteerd. Tevens worden de vooraf opgestelde verwachtingen nader bekeken.

Productie
Zoals eerder vermeld kunnen de interviewvragen met Verhagen beantwoord worden aan de
hand van eerder gehouden interviews. Maxime Verhagen is met Twitter begonnen op aanraden
van collega’s. Hij vroeg zich af of er, naast de gebruikelijke informatie op bijvoorbeeld websites
of via kranteninterviews, geen andere manier zou zijn om directer met de burger te kunnen
communiceren. Hyves vond hij echter een te gebruikelijke applicatie, waarbij naar eigen zeggen
iedereen wedstrijdje doet om hoeveel vriendjes hij heeft. Een weblog heeft Verhagen bovendien
al een keer gehad. Hij was echter op zoek naar meer interactie en serieusheid: geen gescheld
en getier zoals vaak het geval is in reacties op weblogs. Zodoende werd hem Twitter
geadviseerd (Van Jole, 2009). Zijn eerste tweep werd verstuurd op 5 september 2008 waarbij hij
meldde op Rotterdam Airport te staan op weg naar een informeel weekend met 26 EU-collega’s
(Verhagen, 2008
De belangrijkste reden voor Verhagen om te Twitteren is om burgers te laten zien hoe
belangrijk het buitenlands beleid is en hoe dit in de praktijk vorm krijgt. Zo beargumenteert hij: ‘Ik
wil laten zien hoe dat tot stand komt, wat er in de praktijk op ons afkomt over de grenzen heen,
wat de dillema’s zijn waar we als Nederland mee geconfronteerd worden, waarmee we ook
soms worstelen’. Bovendien zegt hij de burger te willen informeren over hoe afwisselend het
werk van een minister is (Van Jole, 2009). Dit informerende karakter spitst Verhagen bewust toe
op de Nederlandse burgers. Hij twittert om die reden niet in het Engels (Van Jole, 2009). Op de
vraag waarom Verhagen Twitter gebruikt legt de minister het volgende uit aan Spartz: ‘@Spartz
laten zien dat er geen kloof hoeft te zijn tussen burger en politiek. 6:19 PM Dec 14th, 2008 from
twitterrific in reply to Spartz’.
Verhagen legt uit dat hij niet wil twitteren op de manier van bijvoorbeeld Barack Obama.
Volgens Verhagen twittert de nieuwe Amerikaanse President niet zelf en wordt het medium
slechts gebruikt om de burger te laten weten waar een speech of iets dergelijks wordt gehouden.
Op deze manier wilde Verhagen niet van de toepassing gebruik maken. Hij geeft aan
merendeels zelf te twitteren via zijn Iphone, iets waar hem regelmatig naar gevraagd wordt. Zo
legt hij uit: ‘Je hebt toch ook tijdens een debat of als je op de achterbank van de auto of de trein

8
zit naar een vergadering, dan heb je best tijd om even een smsje te sturen, dus het is heel
makkelijk’ (Van Jole, 2009). Tegen Beez81 zegt hij: ‘ik ben het toch echt zelf. Soms stem ik ze af
met een assistent die ze voor mij post vaak doe ik het zelf. http://twitpic.com/eeky 11:45 PM Oct
3rd, 2008 from twitterrific in reply to Beez81’. Ter ondersteuning stuurt Verhagen een foto van
zichzelf mee. Foto’s sturen doet de minister wel vaker. Soms om een bepaalde sfeer in
bijvoorbeeld een Kamerzitting te laten zien en af en toe zomaar, van de kerstboom bijvoorbeeld.
Het twitteren bevalt Verhagen erg goed, mede doordat de gebruikers volgens hem zo
positief met elkaar communiceren: ‘Iedereen is in wezen vriendelijk voor elkaar’ (Van Jole,
2009). Hij probeert met meer mensen te praten dan dat hij zelf volgt en tevens een antwoord op
ieders vraag te formuleren. Degenen die hij zelf volgt, 58 personen, zijn volgens Verhagen
gespreid gekozen. Zo vertegenwoordigt de groep zowel mensen uit de Randstad als uit Limburg
en hebben ze volgens Verhagen niet allemaal dezelfde achtergrond (Van Jole, 2009). Verhagen
legt aan Van Jole uit rond de kerst bewust minder te hebben getwittert, aangezien hij gemiddeld
al 90 uur per week werkt. Het mooie van het systeem vindt hij ondermeer dat er links kunnen
worden gestuurd in de 140 tekens. Hierbij kan bijvoorbeeld verwezen worden naar een speech
of debat in de Tweede Kamer. Hij merkt hierop volgend op dat twitterazzi debatten gingen
volgen zodra er een link op Twitter werd geplaatst. Bovendien zegt Verhagen het
Twittersysteem mooi te vinden omdat het ‘menselijk’ is. Hij twittert soms tijdens het
kabinetsberaad. Als gewone burger is het dus in principe mogelijk om een mening te geven
tijdens zulk beraad. Verhagen zegt Twitter aan collega ministers aan te willen raden. Verhagen
probeert bij te houden wat gebruikers voor tweets plaatsen: ‘Je bent natuurlijk nieuwsgierig wie
de mensen zijn die je tweets lezen en je @replies sturen. Soms kijk ik daar even naar. Er zijn in
ieder geval meer jongeren bij dan ouderen. Veel mensen die werken met internet of in de media.
Behoorlijk wat mensen die in het buitenland wonen of werken. Als ik eerlijk ben, zie ik ook veel
onzin en onbegrijpelijke computertaal op twitter voorbij komen. Ik denk dat de kloof tussen geeks
en andere mensen een stuk groter is dan die tussen de politiek en de burger’
(Frankwatching.com, 2008). Verhagen probeert zoveel mogelijk tweets te beantwoorden. Soms
heeft hij geen tijd om iedereen te beantwoorden: ‘@Slijterijmeisje ja hoor ik. Lees je wel maar ik
heb niet altijd tijd’ Verhagen hoopt dat het geven van reacties enigszins bij te houden valt: ‘Ik
doe mijn best antwoord te geven op vragen of opmerkingen, maar ik ben wel een beetje bang
dat dat niet meer lukt als het er veel meer worden, en dat zou ontzettend jammer zijn’
(Brouwers, 2008; Frankwatching,2008).

Inhoud

9
Maxime Verhagen is vrijwel dagelijks actief op Twitter. Hij laat gemiddeld >10 berichten per dag
achter, waarvan ongeveer een derde algemene boodschappen zijn (antwoord op de vraag ‘what
are you doing’. Tweederde van de tweets betreffen reacties naar twitterazzi toe, die hem een
vraag gesteld hebben. Deze vragen hebben voor het overgrote deel direct of indirect betrekking
op het werk van Verhagen.
Het twitterprofiel van Maxime Verhagen geeft bij locatie Den Haag aan, bij website wordt
gelinkt naar de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en dit Ministerie wordt
eveneens genoemd bij bio. Op de website van Verhagen, http://www.hierisministerverhagen.nl/,
wordt gelinkt naar twitter. Op 12 januari volgt Verhagen 58 mensen. Hij wordt op die datum zelf
echter gevolgd door 1653 personen, hetgeen per dag toeneemt. Er zijn grofweg 50 vaste
mensen die frequent een conversatie met Verhagen aangaan. De rest van de gebruikers die
Verhagen benaderen doen dit over het algemeen slechts een enkele keer, veelal om een politiek
getinte vraag te stellen. Op 12 januari heeft Verhagen 1,599 berichten gestuurd op Twitter.
Sinds het gebruik van Twitter is de persoonlijke website van Verhagen aangepast. Deze is nu
http://www.hierisministerverhagen.nl/
Het getwitter begint al ’s ochtends vroeg, bijvoorbeeld met: Een roereitje, koffie en een
telefonisch interview met Bussiness News Radio. 8:50 AM Dec 3rd, 2008 from twitterrific. Verder
zijn de tweets inhoudelijk voor het gros direct gericht op Verhagen’s werkzaamheden,
bijvoorbeeld: ‘Eerst nu nog vergadering van Navo voortzetting discussie afghanistan en daar na
bijeenkomst met georgie en oekraine. Dan vertrek naar oslo 9:16 AM Dec 3rd, 2008 from
twitterrific’ (Verhagen, 2008). Bovendien worden er veel tweets geplaatst die indirect betrekking
hebben op zijn werk, zoals: ‘Koffer kwijt en ik moet er toch netjes uitzien voor de
nieuwjaarsontvangst dus improviseren. 18 minuten ago from twitterrific’. Opvallend is dat
Verhagen vaak onderweg twittert: hij laat frequent weten waar hij naartoe gaat. De tweets laten
zien dat Verhagen een erg druk bestaan heeft. Hij reist van hot naar her en valt van de ene
vergadering in de andere. Twitter blijft hij echter trouw, hetzij vanuit eigen land, hetzij vanuit het
buitenland. De door Verhagen geplaatste tweets geven in een oogopslag weer wat hij op dat
moment aan het doen is, bijvoorbeeld: ‘Interviews doen over Israël en Gaza. 4:41 PM Jan 7th
from twitterrific’, of ‘Naar ministerraad 10:13 AM Jan 9th from twitterrific’. Zelfs in het vliegtuig
weet Verhagen de burger nog te informeren over zijn bezigheden op dat moment: ‘Stoelriemen
vast en exit twitter. ongeveer 15 uur ago from twitterrific’. Bovendien houdt Verhagen de burger
op de hoogte van alledaagse beslommeringen, welke niet altijd betrekking hebben op het
werkveld: ‘De eerste keer sinds augustus dat ik echt zin krijg in een sigaret. Snel een
kauwgompje. 7:19 PM Jan 7th from twitterrific’ (Verhagen, 2008). Naast algemene informatie

10
over wat de minister op een bepaald moment aan het doen is, kunnen er ook links gestuurd
worden in een bericht. Hier maakt Verhagen dan ook regelmatig gebruik van. Dikwijls stuurt hij
in een tweet een link die leidt naar een geuploade foto. Deze foto’s worden vertoond in
www.twitpic.com, een programma waar twitterazzi foto’s kunnen uploaden. Verhagen stuurt in
zijn geval vaak foto’s van lokaties waar hij op dat moment aan het werk is. Af en toe worden er
ook foto’s gestuurd die niets met de politiek te maken hebben, zoals een foto van Verhagen’s
kerstboom.
Samengevat kan gesteld worden dat driekwart van de door Verhagen geplaatste tweets
direct dan wel indirect betrekking hebben op het werk (de politiek). Deze uitkomst is slechts voor
een klein gedeelte in lijn met de vooropgestelde verwachting dat Maxime Verhagen zijn Twitter
vooral gebruikt om politieke standpunten en ideeën kenbaar te maken. Verhagen informeert de
burger namelijk meer over zijn werkzaamheden en wil niet zozeer standpunten duidelijk maken.
Ongeveer een kwart van de tweets heeft betrekking op bijzaken. De tweets van
Verhagen zijn echter vrijwel allemaal serieus van toon.
Tweets van volgers van Verhagen naar Verhagen toe hebben veelal betrekking op het
werk. Deze uitkomst ligt in lijn met de verwachting dat de Twitter van Verhagen veelal gebruikt
wordt om informatie over politieke kwesties in te winnen. Twitterazzi zijn nieuwsgierig naar de
bezigheden van Maxime en vragen hier ook regelmatig naar, bijvoorbeeld:
‘Tjakkahhh@MaximeVerhagen wat staat er op de agenda? ongeveer 18 uur ago from Twinkle in
reply to MaximeVerhagen’ en ‘michielb@MaximeVerhagen waarin verschilt het tegeninitiatief, en
uit welke hoek komt het? 7:34 PM Dec 18th, 2008 from Twitstat Mobile in reply to
MaximeVerhagen. Antwoorden op vragen van ‘volgers’ van Verhagen zien er bijvoorbeeld als
volgt uit: ‘@rvanderweele we zaten vanaf begin bij de onderhandelingen, discussie ging over
vraag of defensie kon afstoten en zo ja hoe. 3:39 PM Dec 3rd, 2008 from twitterrific in reply to
rvanderweele’. Opmerkelijk is de positieve en beleefde houding van de respondenten naar
elkaar en naar minister Verhagen toe. Bovendien komen er bijna geen spelfouten voor in de
tweets.
Verhagen reageert over het algemeen erg vlot en accuraat op de tweets van andere
twitterazzi. De meeste twitterazzi in de geanalyseerde periode nemen genoegen met het
antwoord van Verhagen en vragen niet verder door. Gebeurt dit toch, dan reageert Verhagen
vrijwel altijd weer. De verwachting dat er vrijwel geen interactiviteit plaatsvindt op de Twitter van
Verhagen moet daarom worden verworpen. Er is zelfs sprake van McMillan’s (2004) ‘mutual
discourse’. Er is namelijk sprake van tweezijdige communicatie. De opvatting van Domingo
(2008) over interactiviteit als mythe gaat niet op voor Verhagen en zijn gebruik van Twitter.

11
Receptie
De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 35 jaar oud. Hierbij is de jongste respondent 20
jaar en de oudste 60. De volledige antwoorden op de interviewvragen zijn te lezen in bijlage 3.
Opvallend is dat het overgrote merendeel van de respondenten werkzaam is in de
marketingcommunicatie- of mediabranche. De respondenten die niet werkzaam zijn in deze
branche zijn op één hand te tellen. Zij zijn in hun vrije tijd echter wel veel actief op bijvoorbeeld
blogs en andere web 2.0 toepassingen. Onder de respondenten zijn twee studenten en ook zij
studeren een mediagerichte studie. De respondenten zijn over het algemeen niet of nauwelijks
betrokken bij de politiek. Een aantal van hen geeft wel aan altijd te gaan stemmen maar verder
is er vrijwel geen betrokkenheid met politiek. Deze uitkomst is in strijd met verwachting 2, welke
nu verworpen kan worden. Bijna alle respondenten geven aan dat Twitter door hen gebruikt
wordt voor sociale contacten en gezelligheid. Daarnaast geeft meer dan de helft van de
respondenten aan het medium te gebruiken voor het vakgebied. Men wil bijblijven en op de
hoogte zijn van de laatste trends. Wat dat betreft is het handig dat er veel mensen uit een
specifieke branche met elkaar twitteren. Men is dan ook altijd geïnteresseerd in nieuwe
informatie op het gebied van media en communicatie. Zo noemt respondent 3 Twitter een
‘geniale manier van bloggen’ en geeft hij aan dat hij in verband met zijn vakgebied graag wil
bijblijven. Respondent 14 geeft aan dat hij Twitter gebruikt om direct contact te hebben met
mensen die er voor hem toe doen (bijlage 3). Bijna een derde van de respondenten geeft tevens
aan dat ze graag hun mening willen geven en kennis willen delen op Twitter. Uit de antwoorden
op de interviewvragen komt sterk naar voren dat Twitter een handig medium is in de
beroepsbranche van de respondenten.
Aangezien het grootste deel van de respondenten actief is in de marketingcommunicatie-
en mediabranche, is het interessant om te achterhalen wat de beweegredenen zijn om Maxime
Verhagen te volgen op Twitter. De minister van Buitenlandse Zaken voegt immers weinig
informatie toe op het gebied van de beroepsbranche van de respondenten. Meer dan driekwart
van de respondenten geeft aan Verhagen te volgen uit interesse en nieuwsgierigheid. Een
twitterende politicus wordt als fascinerend fenomeen beschouwd. Respondent 10 geeft
bijvoorbeeld aan hem te volgen door zijn interessante functie en omdat het leuk is om te volgen
wat hij van dag tot dag doet. Respondent 24 zegt het volgende: ‘Ik vind het interessant om te
lezen wat zo’n man allemaal doet. En ook wel een beetje omdat het een ‘celebrity’ is’ (bijlage 3).
Opvallend is ook dat een aantal respondenten aangaf Verhagen te volgen om te kijken of het
hem echt was.

12
Het merendeel van de respondenten verwachtte vooraf weinig tot niets van de
twitterende minister. Zo zegt respondent 17: ‘Eigenlijk helemaal niets, ik hoopte dat hij echt zou
twitteren en niet een van zijn vertegenwoordigers’. Dit laatstgenoemde, het wellicht niet zelf
twitteren, werd tevens door veel respondenten verwacht. Ook verwachtten een aantal
respondenten dat Verhagen Twitter zou gebruiken als promotiekanaal. Het gros van de
respondenten is uiteindelijk in de verwachtingen overtroffen. Men is verbaasd over zijn frequente
gebruik van Twitter en over zijn openheid van zaken. Respondent 2 zegt bijvoorbeeld: (..) ‘Ik
ben nu van mening dat hij op dezelfde manier Twitter gebruikt als de anderen’. Respondent 7
vindt de manier waarop Verhagen blogt over de politiek goed. ‘Zo wordt het stukken
toegankelijker en blijf je het sneller volgen. En hij reageert altijd snel, vooral op politieke vragen’
(bijlage 3).
De helft van de respondenten gaat weleens een conversatie aan op Twitter met
Verhagen. Op één respondent na werd er door de minister altijd gereageerd. De andere helft
van de respondenten is nog nooit een conversatie met Verhagen aangegaan. Een aantal
respondenten geeft aan door de Twitter van Verhagen een beter inzicht in de werkzaamheden
van het ministerie van Buitenlandse Zaken te hebben gekregen. Dit is tevens het doel van
Verhagen zelf. Het merendeel van de respondenten zegt door de Twitter van Verhagen te
beseffen dat het werk van een minister erg zwaar is. Hierbij wordt niets gezegd over verkregen
kennis over het buitenlandse beleid.
In de reacties van de respondenten zit veel sympathie verweven voor Maxime Verhagen.
Het wordt erg gewaardeerd dat de minister zo frequent twittert en reacties geeft op vragen. De
meerderheid van de respondenten is niet anders tegen de politiek gaan aankijken. Toch geven
een aantal aan nu toch anders tegen de politiek aan te kijken dan voorheen. Zo zegt respondent
7: ‘ja het is toegankelijker geworden. Meer iets voor ons allemaal en minder van de hoge heren’.
Respondent 9 geeft aan dat zij niet anders tegen de politiek is aan gaan kijken maar wel tegen
Maxime Verhagen. Respondent 18 zegt zelfs dat ze zo maar eens op hem zou kunnen gaan
stemmen.

Conclusie en discussie

Maxime Verhagen is een fervent Twitteraar. Hij beschouwt het medium als serieus en belangrijk.
Dit blijkt alleen al uit het feit dat op de homepage van de website van Maxime Verhagen
verwezen wordt naar Twitter. Verhagen geeft in de interviews aan dat hij het belangrijk vindt dat
de Nederlandse burger op de hoogte is van het buitenlandse beleid. Dagelijks kunnen

13
Twitterazzi zijn werkzaamheden en belevenissen volgen. Verhagen twittert vanaf zijn Iphone en
doet dit gemiddeld meer dan 10 keer per dag. Hij reageert vlot op gebruikers en geeft
merendeels informatie over de werkzaamheden van het ministerie van Buitenlandse zaken.
Vrijwel elke vraag die aan Verhagen gesteld wordt, wordt door hem beantwoord. Deze
resultaten komen niet overeen met die uit het onderzoek van Domingo (2008), waaruit blijkt dat
interactiviteit tussen burgers en journalisten vrijwel niet voorkomt omdat dit niet in de traditionele
rol van journalist zou passen. Uit dit onderzoek blijkt echter dat er, ondanks het hebben van een
hectische baan, tijd overblijft om contact met de burger te onderhouden.
De geanalyseerde twitterazzi zijn allemaal actief op Twitter. De helft van de
respondenten start weleens conversaties met Maxime Verhagen. Gebruikers reageren allemaal
positief op elkaar en dit kan mede komen doordat het gebruik niet anoniem is. In het
gebruikersprofiel wordt immers vaak verwezen naar persoonlijke websites of andere
netwerksites waar een grotere hoeveelheid informatie van de betreffende persoon te vinden is.
Naast de beleefdheid van de gebruikers valt bovendien het correcte taalgebruik op. Deze
gegevens liggen in lijn met de beroepsgroep van de respondenten: over het algemeen zijn zij
hoogopgeleide mensen met een communicatieachtergrond. Volgens Verhagen zijn twitterazzi
debatten gaan volgen als er links op zijn Twitter werden geplaatst. Dit geeft weer dat burgers
betrokken kunnen worden bij de politiek. Respondenten geven aan Twitter vooral te gebruiken
voor de sociale contacten en gezelligheid. Dit gegeven is opvallend aangezien de berichten over
het algemeen niet heel sociaal en gezellig van aard zijn, gelet op het aantal tekens van de
berichten. De beperkte ruimte die Twitter biedt om een tweet samen te stellen zorgt er wel voor
dat er slechts enkele seconden nodig zijn om een tweet online te zetten. Om interactiviteit te
generen is er dus niet veel moeite nodig.
Uit de empirische waarnemingen blijkt dat de vragen die twitterazzi stellen aan
Verhagen politiek gericht zijn. Uit de interviews blijkt echter dat de respondenten niet veel van
het buitenlands beleid hebben opgestoken maar nu beseffen dat het werk van een minister erg
zwaar is (bijlage 3).
Centraal in dit onderzoekspaper staat de vraag welke rol Twitter speelt in het contact met
Maxime Verhagen en zijn achterban. Aan de hand van de onderzoeksresultaten kan
geconcludeerd worden dat sprake is van veel interactiviteit tussen Maxime Verhagen en de
twitterazzi. Bij de onderzoeken van Norris (2003) en Jackson & Lilleker (2007) komt naar voren
dat politici internettoepassingen gebruiken om volgers, die sowieso affiniteit hebben met politiek,
verder te activeren en te doordringen van hun ideeën. Het doel van Verhagen is echter om de
burger te informeren over het buitenlandse beleid. Hierbij komen soms zijn ideeën naar voren

14
maar de tweets zijn inhoudelijk meer gericht op objectieve informatie over zijn werkzaamheden.
De respondenten zijn hier, net als uit de onderzoeksresultaten van Kaye en Johnson (2004)
blijkt, ook erg nieuwsgierig naar maar steken er al met al weinig van op. Dit zou kunnen komen
doordat het merendeel van de respondenten veel bekender is in de marketingcommunicatie- en
mediabranche, dan in de politiek. Dit gegeven komt niet overeen met de resultaten van Norris
(2003), Jackson & Lilleker (2007) en Kaye en Johnson (2004) waarbij er onder de respondenten
sowieso affiniteit met politiek is. Klaarblijkelijk is het hebben van affiniteit met de politiek niet
altíjd een voorwaarde om contact te hebben met een politicus. Maxime Verhagen’s Twitter is
hier het voorbeeld van. Zowel Maxime Verhagen als de twitterazzi dragen bij aan de
interactiviteit. Samengevat komt naar voren dat de resultaten uit de geraadpleegde literatuur
welke betrekking hebben op dit onderwerp vrijwel niet overeen komen met de uitkomsten van dit
onderzoek: de interactie tussen burgers en Verhagen via Twitter kan daarom uitzonderlijk
genoemd worden.
Er is echter wel een beperking die naar voren komt bij het analyseren van de rol van
Twitter in het contact met Maxime Verhagen en zijn achterban. De achterban die actief is op
Twitter bestaat veelal uit mensen uit één bepaald segment, namelijk de marketingcommunicatie-
en mediabranche. Deze branche representeert de Nederlandse bevolking niet. Allochtonen en
lager opgeleiden worden bijvoorbeeld niet of amper vertegenwoordigd op Twitter. Opvallend is
ook dat de minister zeer snel reageert op Twitter. Op e-mailberichten wordt echter niet, of niet
snel, gereageerd. Zodoende zouden burgers die met hem in contact willen treden maar geen
gebruik maken van Twitter, benadeeld kunnen worden.
Gelet op de hierboven genoemde beperking, kan er gesteld worden dat Twitter een grote
rol zóu kunnen spelen in het contact met Maxime Verhagen en zijn achterban. De achterban van
Verhagen wordt op Twitter echter alleen maar gerepresenteerd door hoger opgeleide mensen
uit de marketingcommunicatiebranche. Twitter speelt om die reden een rol in het contact bij een
klein gedeelte van de achterban van Verhagen.
Vervolgonderzoek zou gedaan kunnen worden naar de manier waarop een groter
gedeelte van de bevolking interactie met een politicus kan hebben. Bij volgend onderzoek is het
ook aan te bevelen om de onderzoeksperiode te verschuiven. De onderzoeksperiode van dit
onderzoek lag in december waarin het normaal gesproken op politiek gebied rustig is rond de
feestdagen. Verhagen gaf zelf achteraf al aan in die periode minder te hebben getwittert. Het
getwitter van Verhagen werd daarentegen niet aanzienlijk minder. Desondanks zou het bij
volgend onderzoek aanbevolen worden om safer te zitten op de onderzoeksperiode. De kans is
immers groot dat politici in mindere mate participeren. Een andere aanbeveling die gedaan kan

15
worden is het interviewen van de respondenten middels diepte-interviews. Op deze manier kan
er meer informatie uit de antwoorden gehaald worden dan in dit paper het geval is.

16
Literatuur

Brouwers, B. 2008. Minister dicht kloof met de burger via Twitter. De Nieuwe Reporter. URL:
http://www.denieuwereporter.nl/?p=1919
Geraadpleegd 3-12-2008

Domingo, D. 2008. Interactivity in the daily routines of online newsrooms: dealing with an
uncomfortable myth. Journal of Computer-Mediated Communication 13: 680-704.

Jackson, N. & Lilleker, D.G. 2007. Seeking unmediated political information in a mediated
environment: the uses and gratifications of political parties’ e-newsletters. Information,
Communication and Society 10 (2): 242-264

Jole, F. van. 2009. Voorlopig ga ik door met twitteren. Frankwatching.


URL: http://www.frankwatching.com/archive/2008/11/24/minister-verhagen-
%E2%80%9Cvoorlopig-ga-ik-door-met-twitteren%E2%80%9D/
Geraadpleegd 1-12-2008

Kaye, B.K. & Johnson, T.J. 2004. A Web for all reasons: uses and gratifications of Internet
components for political information. Telematics and Informatics 21: 197-223

O'Reilly, T. 2005. What Is Web 2.0. Design Patterns and Business Models for the Next
Generation of Software.
URL: http://www.oreillynet.com/pub/a/oreilly/tim/news/2005/09/30/what-is-web-20.html
Geraadpleegd 1-12-2008

McMillan, S. 2002. A four-part model of cyber-interactivity. New media & Society. London:
Thousand Oaks, CA and New Delhi. Vol4 (2):271–291

Norris, P. 2003. Preaching to the Converted?: Pluralism, Participation and Party Websites. Party
Politics 9(21): 21-45

17
Rafaeli, S. (1988) ‘Interactivity: From New Media to Communication’, in R.P.
Hawkins, J.M. Wiemann and S. Pingree (eds) Advancing Communication Science: Merging
Mass and Interpersonal Process, pp. 110–34. Newbury Park, CA: Sage.

Rotjong. 2008. Tweep Verhagen. Vimeo.


URL: http://vimeo.com/2404796
Geraadpleegd 11-01-2009

Twitter. 2008
URL: www.twitter.com
Geraadpleegd 3-12-2008

Verhagen, M. 2008. Maxime Verhagen (Twitteraccount).


URL: http://twitter.com/MaximeVerhagen
Geraadpleegd in periode van 1-12-2008 t/m 18-01-2009

18

You might also like