You are on page 1of 8

Project: fantasie bij peuters.

“Toen een kleuterleidster onlangs met kniehoge laarzen en een fluwelen rok tot op de knieën
op school arriveerde, vroeg Sofie spontaan : Juf, ben jij met een paard gekomen ?”

Fantasie is een rijke kracht die bij elk kind tot bloei kan komen dat de ruimte krijgt om echt
kind te mogen zijn en naar harte lust te spelen. Als het je als volwassenen lukt om iets van die
fantasie uit je eigen kindertijd te behouden dan ben je een rijk mens. Fantasie is een kracht die
op veel momenten een hulp kan zijn bv bij het opvoeden van kinderen. Het maakt dat je
creatief kan zijn in moeilijke situaties. Het is een kracht die de originaliteit die in elk mens
aanwezig is tot zijn recht laat komen en daarmee kleur kan brengen aan het leven. Fantasie is
dus één van de rijkste krachten van de kindertijd en belangrijk voor de creativiteit in het latere
leven.

Wanneer een peuter aan het spelen is kan dat met bijzonder veel fantasie gepaard gaan. Ook
wanneer twee peuters samen bezig zijn kunnen er hele verhalen gespeeld worden. Het
uitleven van die gezamenlijke fantasie is wel sterk afhankelijk van de taalontwikkeling van
kinderen. Hoe beter je peuter kan praten des te beter kan hij vertellen waar hij mee bezig is in
zijn fantasie. En zo kan hij dit ook beter delen met zijn vriendjes. Soms gaat de fantasie van
een peuter zo ver dat hij er bang van word. Dat komt doordat fantasie en werkelijkheid door
elkaar lopen. Dan word een pluisje een klein beestje, dat hem of zijn vriendje komt opeten.
Dit zogenaamde magische denken loopt door tot de kinderen ongeveer zes jaar zijn. De
fantasie kan kleine kinderen heel bang maken wanneer ze enge dingen gaan fantaseren die
daarna voor hun werkelijkheid zijn. Dat betekent dat zij zich een rol geven in nare
gebeurtenissen waar zij niks aan kunnen doen. Wanneer papa heel ziek word kan de peuter
denken dat dit komt omdat hij stout was tegen papa. En als de hond is doodgegaan komt dat
omdat de peuter hem laatst aan zijn staart trok. Leg daarom altijd goed uit aan je peuter
waarom iets gebeurd is. Vertel hem dus waarom papa ziek is geworden. Of leg hem uit
waarom de hond niet verder kon leven. Een goede uitleg verkleint de kans dat de peuter de
schuld bij zichzelf zoekt. Voor een peuter is de fantasie op bepaalde momenten helaas veel
bedreigender dan de werkelijkheid ooit kan zijn.

Peuters hebben veel fantasie en die is het duidelijkst te merken als ze spelen. Een peuter vindt
het nog moeilijk om fantasie en werkelijkheid uit elkaar te houden. Ze begrijpen niet dat het
enge monster uit een verhaal maar een fictie figuur is, iets wat op papier is geschreven en niet
echt bestaat. Kinderen zijn dan ook vaak bang voor fantasiefiguren zoals het bekende monster
onder het bed.

Wat een peuter verzint, op tv ziet of uit een boek voorgelezen krijgt, is net zo echt als wat hij
of zij om zich heen ziet. Het is ook duidelijk dat kinderen door tv te kijken minder tijd krijgen
om hun eigen fantasieën te verkennen, ze worden gedwongen tot passiviteit die hem als het
ware overweldigt. Te veel tv kijken heeft een tegengesteld effect, daardoor wordt de fantasie
van een kind lam gelegd. Het denkvermogen van de peuter is namelijk nog niet zover
ontwikkeld dat hij of zij fantasie en werkelijkheid kan scheiden. Ook kan het kind nog niet
precies begrijpen wat er om zich heen allemaal gebeurd en hoe dingen werken. Al fantaserend
zoeken ze naar alternatieve oplossingen voor de wonderlijke en onverwachte problemen die
ze op hun pad tegen komen. Fantaseren is dus van essentieel belang bij het leren zoeken van
oplossingen. Het is een schakel in de ontwikkeling van hun identiteit.
1
Fantasie stimuleren

Er zijn een aantal manieren waarop je de fantasie van je kindje kan stimuleren:
 Grijp niet te veel in
Probeer niet te veel in te grijpen wanneer je kindje aan het spelen is. Onderbreek zijn
spel niet steeds door hem vragen te stellen of suggesties te geven. Als je hem steeds op
zijn vingers kijkt, kan dat zijn fantasie namelijk afremmen. Bovendien weerhoudt het
je peuter om zelf na te denken, als jij zijn spel probeert te sturen.
 Hecht veel waarde aan fantasieprestaties
Het is belangrijk dat je niet alleen veel waarde hecht aan de intellectuele prestaties van
je peuter, maar ook aan zijn fantasieprestaties. Prijs hem dus niet alleen als hij de
eerste letter van zijn naam kan schrijven, maar ook als hij je laat zien dat hij van een
theedoek een mutsje kan maken.
 Stimuleer zijn fantasiespelletjes
Je peuter zal allerlei soorten fantasiespelletjes gaan spelen. Misschien laat hij zijn
poppen avonturen beleven: ze mogen in de poppentrein, dansen en vechten met elkaar
en gaan bij elkaar op visite.

Fantasiespelletjes

Je kindje vindt het waarschijnlijk prachtig om zich te verkleden.


Met behulp van wat oude kleren en een paar hoeden en petten kan
hij doen alsof hij iemand anders is. Geef hem een grote blauwe pet
en hij verandert in een politieman. Leg een groot, wit overhemd
van zijn vader over zijn schouders en hij kan de dokter naspelen.

Tenslotte kan het ook zijn dat je peuter graag met je mee wil doen in het huishouden. Hij doet
alsof hij kookt en schoonmaakt en speelt graag vadertje en moedertje. Het liefst speelt hij met
echte huishoudelijke spullen. Als die nog wat te groot voor hem zijn, kan je een
speelgoeduitvoering voor hem kopen. Probeer hierbij voor speelgoed te kiezen dat het meeste
lijkt op de spullen die jij gebruikt. Koop dus geen stofzuiger voor hem in de vorm van een
giraffe of een fornuisje waar muziek uitkomt. Ook voor het derde jaar kunnen kinderen met
inspanning, ijver en ernst “koken of stof afnemen” maar toen deed het die dingen onbewust
na, terwijl in de periode van 3 tot 5 jaar het kind zich daadwerkelijk verbeeld een ander mens
te zijn. Dat gebeurt op grond van fantasiekrachten.

Of je het nu fantasiespel, verbeeldend spel, symbolisch spel of doen-alsof spel noemt, dit
soort spel wordt veel en graag door kinderen gespeeld. Het heeft een belangrijke functie in
hun ontwikkeling, zowel op cognitief, sociaal als emotioneel gebied:

Fantasiespel is een van de belangrijkste manieren waarop het jonge kind de ingewikkelde
uiterlijke omgeving 'opbergt’ in een hoeveelheid georganiseerde herinneringen. Het helpt het
kind nieuwe informatie in zich op te nemen en te verwerken. Spelen en opnieuw spelen:
veelvuldige herhalingen zijn kenmerkend voor de spelactiviteiten van kinderen. Dit bevordert
zo de cognitieve ontwikkeling.
De thema’s in het spel van kinderen zijn emotioneel relevant, hebben emotionele betekenis.
Het spel centreert zich vaak rond onderwerpen die in de geest van het kind verbonden zijn
met heftige emoties: intense angst, vrees, droefheid, blijdschap, woede. Doen-alsof spel kan

2
het kind helpen zijn eigen gevoelens en overtuigingen te onderzoeken. Via het symbolische
spel kan het kind uiting geven aan deze heftige emoties. Het helpt het kind om (spannende)
gebeurtenissen niet alleen cognitief maar ook emotioneel te verwerken. En waar dit spel
wordt gevolgd door een ‘luisterende’ toeschouwer is het een prachtig middel om moeilijke
gevoelens, waarover niet zomaar gesproken kan worden, toch in communicatie te brengen. Zo
helpt dit spel mee aan een gezonde emotionele ontwikkeling.
De peuter speelt zijn fantasiespel nog veel in de vorm van rollenspel, waarin hijzelf een rol
neemt en de pop, de beer of een volwassenen de medespeler is. Als het kind wat ouder wordt
blijft rollenspel een belangrijke spelvorm in het samenspel met andere kinderen en draagt zo
bij tot een gezonde sociale ontwikkeling.

Twee meisjes spelen in de poppen hoek. Dan hoor je vaak zeggen ‘nu
ben jij de vader en ik de moeder, maar jij moet nu eerst gaan werken.’
Met een beetje fantasie kan een simpele pop deel worden van een
kompleet gezin of een bed een geheim donker hol.

De fantasie van kinderen werkt vaak ook als uitlaatklep. In het spel
wat ze spelen komen dingen voor uit hun dagelijks leven. Zouden de
twee meisjes die vadertje en moedertje spelen beide ouders hebben
die fulltime werken zullen ze ook spelen dat de pop naar de
peuterspeelzaal gaat. Werkt alleen de moeder en is de vader thuis
zullen ze dat ook zo spelen

Dé leeftijd voor de fantasiespelletjes is tussen 18 maanden en 3 jaar. Je peuter zal “doen


alsof”. Hij speelt met beelden die losstaan van de realiteit: de pop krijgt eten, een kartonnen
doos wordt een auto of de zetel is een boot. Je kind speelt na wat het heeft leren kennen. In dit
spel beeldt een kind verschillende rollen uit en bootst het allerlei gebeurtenissen na die het
zelf heeft gezien of heeft meegemaakt.

Hoe minder “af” het speelgoed het in de eerste paar jaar is, des te meer het kind in zijn eigen
scheppingsproces met fantasieën kan “bouwen”. Een blokje hout kan voor het kind een auto
zijn, even later is het een deel van een toren en dan weer is het een tafeltje voor een kabouter,
afhankelijk van waar het kind op dat moment mee bezig is.

Fantasiespelletjes kan een kind alleen spelen, maar ook samen. Dan worden de rollen verdeeld
en noemt men dit “rollenspel”.

Denkbeeldige vriendjes

Heel veel driejarige hebben een denkbeeldig vriendje. Dit wijst erop dat hun fantasie zich
ontwikkelt. In het begin is deze fantasie te kwetsbaar om er met ouders over te praten. Vaak
krijgen oudere broertjes of zusjes eerder dan de ouders lucht van deze denkbeeldige wezens.
Ze maken er grapjes over zodat het kind niet meer vrij is in zijn fantasie.

Ook ouders hebben het vaak niet zo op denkbeeldige vriendjes begrepen. Waarom? Hoe meer
hun kind zijn eigen wereld beschermt, hoe meer buitengesloten en jaloers de ouders worden.
Ouders zijn ook wel bang van wat hun kind bedenkt. Ze vragen zich af of het kind het verschil
wel kent tussen de realiteit en zijn fantasie. Denkbeeldige vriendjes zijn echter iets om blij
mee te zijn vanuit het oogpunt van de cognitieve ontwikkeling is fantasie een belangrijk teken

3
van de ingewikkelde manier waarop een kind van deze leeftijd denkt. Door met een
denkbeeldig vriendje te spelen, verwerkt het kind alle negatieve gevoelens die in hem leven:
haat, jaloezie, neiging tot liegen,…
Al dat soort zaken kunnen nu worden afgeschoven op iemand anders nl. op dat denkbeeldig
vriendje. Ook vanuit het oogpunt van emotionele ontwikkeling kunnen denkbeeldig vriendjes
heel belangrijk zijn. Ze bieden het kind een veilige manier om er achter te komen wie het wil
zijn.
Hoe moet je je nu als ouder actief betrekken in de fantasie wereld van je kind? Moet je bv. de
tafel dekken van die denkbeeldige vriendjes of moet u hun bestaan ontkennen? Veel kinderen
willen niet dat hun ouders deel uitmaken van de wereld van hun denkbeeldige vriendjes. Het
is het best te luisteren naar waar je kind om vraagt. Maak je zoon of dochter echter niet
belachelijk en toon respect.

Constructie van een fantasieverhaal

Hoe kan een fantasieverhaal opgebouwd worden?


Als een kind in de tuin de blaadjes hoort ritselen, begrijpt hij nog niet dat dat geluid door de
wind wordt veroorzaakt. Bij het begrip ‘wind’ kan hij zich nog niets voorstellen. Hij kan wel
bedenken : dat geluid hoort bij Balou de Beer uit mijn voorleesboek. Een beer kan hij zich
namelijk wel voorstellen in combinatie met het geritsel van bladeren.
DUS zit er een beer in de tuin verscholen !!!!

Angst door magische fantasie

Het magische denken van dreumes is vaak vertederend, maar soms ook knap frustrerend. Als
je kind er van overtuigd is dat er spoken onder zijn bed vandaan komen zodra jij de kamer uit
bent, zie hem dan maar eens in slaap te krijgen...

Spoken, heksen, griezels, monsters, ruimtewezens en andere vage begrippen - zelfs


Sinterklaas en de Kerstman - gaan de bevatting van je dreumes te boven. De magische
fantasie van je dreumes maakt overuren en deze kan overweldigend zijn. Dreumessen kunnen
geen onderscheid maken tussen werkelijkheid en fantasie en dit maakt dat ze gek zijn op
sprookjes en fantasieverhalen: alles kan! Maar gebruik deze verhalen niet voor het slapen
gaan, want ze maken de onrust in je dreumes' hoofd alleen maar groter. Een opbollend gordijn
is ineens een spook, de kleren op een stoel veranderen in een gemene heks en als je niet zoet
bent neemt Sinterklaas je mee naar Spanje... en wat is in godsnaam Spanje...?!
Voor jouw kind zijn deze fantasiewezens allemaal even werkelijk als opa of de buurvrouw;
zeggen dat ze niet bestaan werkt niet. Wat moet je wel doen?

Volg je dreumes in zijn fantasie. Bevestig zijn angst: ‘Mama weet dat je bang bent voor
spoken.' Zoek samen naar het spook, jaag hem denkbeeldig weg met een grote bezem en laat
een lampje branden: ‘Want spoken hebben een hekel aan licht.'
Een heks wordt met een wip uit het open raam gezet: ‘Laat ik jou hier nooit meer zien, lelijke
heks!'En griezels worden resoluut naar beneden gestuurd: ‘Papa heeft melk en koekjes voor
jullie, maar jullie mogen niet meer bij Tijn op de kamer komen! Vort, jullie griezels, naar
beneden!'Ook kunnen er hulptroepen worden ingezet: ‘Tijn is lekker niet bang voor jullie
stomme monsters, want zijn sterke Beer Bas hier beschermt hem.'

4
Herhaal dit ritueel een paar dagen en laat dan je kind zélf de boosdoener(s) wegjagen. Zo leert
hij dat hij macht en controle heeft over zijn eigen fantasie.

Misschien lijkt dit een ongewone aanpak maar wanneer je je kind volgt in zijn fantasie bereik
je drie dingen: hij krijgt het gevoel dat je hem gelooft, hij voelt zich gesterkt én hij wordt
gerustgesteld.

“Er was een periode dat mijn zoontje Jef niet graag ging slapen. Hij had dan vaak af te
rekenen met diverse angsten. Dan maakte ik me echter soms boos en zei hem dat hij zijn
oogjes gewoon dicht moest doen. Hierop antwoordde hij dat zijn oogjes kapot waren en dat
hij ze daarom dus ook niet meer dicht kon doen.”

Het beste is om de angst serieus te nemen en de krokodil (of de heks of het monster) samen
weg te jagen. Verzin bv. een trucje waar spoken, heksen of krokodillen heel bang voor zijn
zoals in je handen klappen of met een plantenspuit sproeien. Je kind kan je hierbij zelfs helpen
en krijgt zo ook wat meer grip op de gecreëerde situatie. Hij of zij is dan niet langer
overgeleverd aan die enge fantasieën maar kan er dan daadwerkelijk ook zelf iets aan doen.
Het is ook niet verstandig als ouder of als opvoeder om al te ver mee te gaan in de fantasie
van het kind. Opmerkingen als “Wat een griezelige monsters zijn dat, ik kan me goed
voorstellen dat je daar bang voor bent” versterken bij het kind alleen maar de angst. Het kind
zal dan denken : “Zie je wel, zelfs mama is bang voor die monsters.” De meeste angsten
komen ook naar boven van zodra het licht uitgaat. Rare schaduwen kunnen met een beetje
fantasie in een levensecht monster veranderen. En fantasie, dat heeft een kind. Een dergelijke
benadering kan ook voor de ouders veel goeds opleveren. Hun eigen fantasie wordt namelijk
nieuw leven ingeblazen. Is het dan ook niet bijzonder om als volwassene te ontdekken
hoeveel fantasie je eigenlijk nog hebt ? Het is toch geweldig om met een kind mee te
wandelen door een bos vol monsters, kabouters, elfjes en boze feeën! Een nachtlampje of het
licht op de gang aanlaten doet dan al vaak wonderen. Iets oudere peuters kun je ook leren dat
ze zelf het licht aan mogen doen als ze bang zijn.

BELANGRIJKE TIP :

Dingen die het kind zelf bedenkt om monsters


weg te jagen, zijn vaak nog effectiever dan de
oplossingen die je als ouder of als begeleider
bedenkt. Deze zelfbedachte oplossingen sluiten
namelijk perfect aan bij zijn of haar
belevingswereld, terwijl jij er nog wel eens naast
kunt zitten.

Fantasie door de ogen van Einstein

“Fantasie is belangrijker dan kennis.” Deze uitspraak werd gedaan door Albert Einstein
(Duits-Amerikaans fysicus en winnaar Nobelprijs natuurkunde).
“Fantasie is de grond van ons leven. Het is door de fantasie dat wij verliefd worden, door de
fantasie dat grote verhalen tot leven komen (in films, boeken, …) en het is door de fantasie
dat gedanst wordt, muziek gemaakt wordt, …”

5
Het is volgens Einstein dus ook zo dat door de fantasie zelfs wetenschap ontstaat. Ook de
uitspraak “Fantasie is belangrijker dan het weten want het weten is begrensd” zou van hem
zijn.

Hoe de fantasie van een volwassene tot een succesverhaal kan uitgroeien

Het imperium van Barbie begon met één vrouw : Ruth Handler, één van de oprichters van
speelgoed- fabrikant Mattel. Zij kwam op het idee toen ze haar dochter Barbara met papieren
poppen zag spelen, die ze dan ook een rol als kind of als volwassene toebedeelde. Ruth zag
meteen in dat dit rollenspel belangrijk was voor het opgroeien van haar dochter én de
voorbereiding op het echte leven. Omdat er echter geen poppen bestonden waarmee Barbara
die verhalen kon naspelen, besloot Ruth om een driedimensionale
pop te maken. En op 9 maart 1959 werd Barbie geboren : het begin van een wereldwijd
succesverhaal !

Tips uit onze artikels

 Een kind denkt zeer ‘magisch’ : hij denkt dat zijn gedrag bepaalde dingen kan
veroorzaken of juist niet. Dit kan naast grappige momenten ook leiden tot angst en
onrealistische schuldgevoelens (bv. zus is ziek geworden omdat de kleuter haar pop
heeft stukgemaakt). Leg dus goed uit dat er tussen die gebeurtenissen GEEN verband
bestaat.
 Een kind begrijpt ook alles letterlijk en weet nog niet dat woorden ook meer
betekenissen kunnen hebben (elk woord heeft voor een kleuter maar 1 concrete
betekenis). Leg dus bij twijfel deze woorden aan je kleuter uit.
 Kinderen kunnen ook oprecht bang worden van hun eigen verzinsels of de verzinsels
van anderen (bv. als papa doodstil blijft liggen nadat hij is ‘doodgeschoten’ OF als
papa gromt als een boze wolf IS hij voor het kind ook echt die boze wolf). Dus als je
verhaaltjes vertelt laat ze dan niet té echt lijken (want kinderen spelen dingen zelf
zelden ZO ECHT als papa of mama dat kan). Hou dus telkens de REACTIE van de
kleuter goed in het oog als je ‘toneel’ gaat spelen en hou er meteen mee op als het
voor de kleuter te echt gaat lijken.
 Ze vullen alles wat voor hen vaag, onduidelijk of onvolledig is in met fantasie. Leg
dus alle moeilijke thema’s (geboorte, sterven, begrafenis) aan hen zo goed mogelijk
uit zodat alles voor hen wat duidelijker wordt en ze hierbij zelf niet teveel gaan
fantaseren (praat dus vooral EERLIJK over deze onderwerpen) want voor een kind is
zijn/haar fantasie vaak veel GRUWELIJKER dan de werkelijkheid is.
 Durf jezelf ook eens te verplaatsen in de belevingswereld van een tweejarige. Peuters
vinden het enorm fijn als de ouders of begeleiders meedoen in hun spel. Het is best
wel even wennen om in zo’n spel bv. bij een peuterdans, rond te huppelen als
druppelende regen of te dansen als een eendje in de waterplas.
 Soms kan het wel zijn dat een kind te erg opgaat in het spel en bang wordt. Bv. als de
sneeuwpop in het verhaaltje begint te smelten, kan een kind hiervan heel droevig
worden en het eng vinden. Voor haar is het verhaaltje op dat moment de werkelijkheid
geworden. Het is dan heel belangrijk dat je als ouder of begeleider het kind op schoot
neemt en het troost.

6
 Het kind de dag opnieuw laten beleven: Dat het kind de tijd en ruimte krijgt om even
in zijn eigen wereldje alles op een rijtje te zetten wat het de dag heeft meegemaakt.
Om zo de belevenissen te verwerken
 Angsten opnieuw laten beleven: Kinderen spelen nare gebeurtenissen zoals het
doktersbezoek of tandarts na, om er mee te kunnen omgaan en dat deze zo een plekje
geven in de grote mensen wereld
 Concrete vragen stellen aan het kind om de fantasie terug op te wekken: We zijn
allemaal geneigd om te vragen “Heb je goed geslapen?” aan de kinderen. Zij zullen
hierop weinig tot geen antwoord op geven. Maar vraag je: “Ben je naar prinsessenland
geweest” dan vertellen de kinderen meer.
 Rollenspel met kinderen doen: Als ouder en begeleidster is het belangrijk om te
stappen in het spel en samen met het kind te spelen. Bv: samen koken in het keukentje

Met je fantasie kun je dus een werkelijkheid maken


die voor je zintuigen nog niet bestaat.
Fantaseren is iets geweldigs.
Jij bent de baas over alles en je kan de wereld naar je hand zetten.
Niets of niemand houdt je tegen.
Je kan dingen verzinnen die nog nooit bedacht zijn.
In je fantasie kun je anders zijn dan je in de alledaagse werkelijkheid bent.
Zo kun je moediger, slimmer, mooier, beter of zelfs slechter zijn.

7
Bronnen:

Websites
www.kinderinfo.nl
www.peuteren.nl
www.spel-en-beeld.nl
http://www.kindengezin.be/Themas/Opvoeding/Spel_en_speelgoed/fantasiespelletjes.jsp
http://www.peuteren.nl/peuters/geestelijk_stimuleer_tips.php
http://9maand.be/index.php

Boeken en tijdschriften
Tijdschrift Kiddo
‘Stap voor stap groter worden (van baby tot kleuter, de gedragsontwikkeling van uw kind)’
door Dr. T. Berry Brazelton
‘Groeiwijzer van 1 tot 4 jaar’ door Bom en Huber
‘Beter omgaan met de emoties van kleuters’ door Jeannin Adriaenssens & Mertens
‘Fantasie & Werkelijkheid’ Informatie boekjes Junior-De Ruiter’s Documentatiecentrum
‘Het peuter-opvoedboek over slapen, eten en luisteren’ uit Kinderen – maandblad voor
(aanstaande) moeders
‘De logica van een kleuter’ uit Brieven aan Jonge Ouders – Gezinsbond 2005 – editie : ik ben
kleuter
‘Hoe het begon: het Barbie-verhaal’ uit Het Laatste Nieuws

You might also like