You are on page 1of 6

Ervaringsverslag ‘Beatrijs’

Auteur: Onbekend
Titel: Beatrijs
Eerste druk: 1982
Gelezen editie: 4e druk, 1992. Uitgeverij Taal & Teken

Titelverklaring: Het boek heet ‘Beatrijs’, naar de hoofdpersoon. Beatrijs


betekent in het Latijn ‘gelukshebber’, en dat is ze ook. Na jaren in zonde
geleefd te hebben, ontdekt ze dat het echte geluk alleen bij God te
vinden is. Ze keert daarom terug naar het klooster.

Samenvatting
In een klooster werkte een deugdzame, knappe en vlijtige non als kosteres (haar naam
Beatrijs wordt later onthuld) Ze luidde de klokken, zorgde voor de kaarsen en kerkelijke
gewaden en wekte ’s morgens de kloosterlingen. Beatrijs kende echter ook liefde,
waaraan ze tenslotte geen weerstand meer kon bieden. Ze stuurde een bode met een
brief naar haar geliefde. Zodra de jongeman kon, reed hij naar het klooster, waar ze
afspraken samen het geluk in de wereld te gaan zoeken. De jongen beloofd haar trouw
en over acht dagen zal Beatrijs op hem wachten. De man kocht in de stad mooie kleren
en sieraden voor haar. Op de afgesproken dag kwam hij naar de boomgaard, met de
kleren en een grote som geld. Beatrijs deed die avond eerst nog haar ronde. Voor het
altaar bad ze tot God en Maria. Daarna legde ze haar kloosterkleed op het altaar en hing
ze de sleutels van de sacristie voor het beeld, zodat ze snel opgemerkt zouden worden.
In haar onderkleed ging ze naar buiten. De jongeman was verrukt, toen de nieuwe
gewaden Beatrijs prachtig bleken te staan. Hij zette haar voor zich op het paard en
heimelijk verlieten ze het klooster. Toen het dag werd, voelde Beatrijs zich schuldig over
haar vlucht, maar haar geliefde stelde haar gerust en beloofde haar nogmaals trouw. Hij
had geld genoeg om minstens zeven jaar onbezorgd te leven. Toen hij tijdens de tocht
door de prachtige natuur Beatrijs voorstelde de liefde te bedrijven, reageerde ze
verontwaardigd. De jongen betuigde zijn spijt en samen kwamen ze uiteindelijk in een
stad aan. Daar bleven ze zeven jaar wonen en kregen twee kinderen. Toen het geld op
was en de bezittingen waren verpand of verkocht, ontstond er verwijdering tussen hen.
Beatrijs had niet leren spinnen en bedelen wilde ze niet. De jongeman brak zijn belofte
van trouw, keerde naar zijn geboorteland terug en liet zo Beatrijs en de twee kinderen
aan hun lot over. Om geld te verdienen werd Beatrijs toen prostituee, maar ze bleef tot
Maria bidden om verlossing uit haar zondige leven. Na veertien jaar besloot niet langer te
zondigen. Bedelend trok ze met haar kinderen rond, totdat ze in de buurt van haar
klooster kwam. Ze vond onderdak bij een weduwe, die vertelde dat de kosteres die jaren
geleden het klooster ontvluchtte de beste en zuiverste non was die er bestond. ’s Nachts
bad Beatrijs tot Maria en tot God en hoorde toen in een visioen een stem, die haar
opdroeg naar het klooster terug te keren. Beatrijs besloot na drie nachten op Maria te
vertrouwen en te gaan. Ze liet haar kinderen achter en kwam ongemerkt in het klooster,
waar ze alles terug vond zoals ze het veertien jaar eerder had achter gelaten. Niemand
had haar gemist, want Maria had al die jaren haar taak waargenomen. Vanaf dat
moment deed ze haar werk weer als vroeger. Op een dag kwam de weduwe met de
kinderen naar het klooster en sprak met de abdis af, dat ze de kinderen op kosten van
het klooster voorlopig zou verzorgen. Beatrijs werd gekweld door berouw, maar durfde
niemand over haar zorgen in te lichten. Toen de abt zijn jaarlijkse bezoek aan het
klooster bracht, vroeg ze zich af of ze zou biechten of niet. Die nacht kreeg ze weer een
visioen, wat haar vertelde dat God niets merkte van haar bidden en vasten, zolang ze
haar zonden niet had opgebiecht. Beatrijs besloot toen de volgende morgen naar de abt
te gaan en alles op te biechten. Die verleende absolutie en deelde mee, dat hij overal
over het wonder zou vertellen, maar ervoor zou zorgen dat niemand te weten kwam dat
de non die in zonde leefde Beatrijs heette. Hij nam haar beide kinderen mee en ze
werden twee goede kloosterlingen. Het verhaal eindigt met een gebed.
Personen

De hoofdpersonen van het verhaal zijn Beatrijs en haar verloofde.

Beatrijs
De Hoofdpersoon uit het verhaal is Beatrijs. Ze is een knap, liefdevol en vroom meisje
van aristocratische afkomst. Ze is kosteres in een klooster en ze doet haar wek met veel
toewijding.
Ze offert haar eer (als prostituee) slecht op ter wille van haar kinderen. Voortdurend
wordt ze gekweld door angst en schande, maar ze is en blijft een sympathiek figuur.
Ze is ook erg betrouwbaar, en ijverig, want al snel nadat ze in het klooster treedt
promoveert ze tot kosteres.
Beatrijs denkt overal goed over na. Ze wil bijvoorbeeld eerst 8 dagen de tijd voordat ze
met de jongen meegaat. Dan laat ze zich niet door hem inpakken, bijvoorbeeld toen hij
voorstelde met haar in het gras de liefde te bedrijven.
Ook wil ze dat Maria haar eerst 3 keer een teken geeft dat ze terug kan naar het
klooster. Ze overweegt alles wat ze doet dus goed en is zeker niet impulsief.

Blz. 10:

Die nonne daer ic af began, De non die ik net noemde,


Was hoovesche ende subtijl van zeden; was zeer beschaafd en welgemanierd;
Men vint ghene noch heden er is tegenwoordig niemand meer te vinden
Die haer ghelijct, ic wane, die haar gelijke is, naar mijn mening,
Van zeden ende van ghedane. wat karakter en uiterlijk betreft,
Dat ic prisede hare lede, Dat ik haar lichaam zou loven,
Sonderlinghe haer scoenhede, en in het bijzonder de schoonheid ervan,
Dats een dinc dat niet en dochte. dat zou zeer ongepast zijn.

Verandering
Beatrijs verandert zeker. Eerst was ze alleen maar een verliefde non die met haar
geliefde mee ging. Maar als ze in geldnood zit dan wordt ze hoer. Dat is toch wel een
grote verandering. Deze verandering werd teweeggebracht door een verslechterde
financiële situatie.
Na een tijdje gaat ze dan weer terug naar het klooster. En pakt ze haar oude leventje
weer op ze veranderd dus weer terug. Deze verandering wordt veroorzaakt door een
verschijning van Maria. Zij verteld Beatrijs dat ze weer terug kan gaan naar het klooster.

Blz. 26:

Dus ghinc si in een sondech leven, Dus ging ze een zondig leven leiden,
Want men seit ons over waer, want men verzekert ons
Dat si langhe seven jaer Dat ze zeven jaar lang
Ghemene wijf ter werelt ghinc als publieke vrouw leefde
Ende meneghe sonde ontfinc, En, tot haar afkeer,
Dat haer was wel onbequame, en zonder enig genot,
Die si dede metten lichame, menige zonde met
Daer si cleine ghenuechte hadde in. haar lichaam bedreef.
Al dede sijt om een cranc ghewin, Ze deed het allemaal voor een schamel loon,
Daer si haer kinder met onthelt. waarmee ze haar kinderen in leven hield.
De verloofde van Beatrijs
De jongen op wie Beatrijs verliefd was, wordt niet bij zijn naam genoemd. Hij is
waarschijnlijk, net als zij, van hoge afkomst; hij koopt immers dure kleren voor haar en
hij heeft een grote som geld.
De jongen is eigenlijk het tegenovergestelde van Beatrijs. Zo nadenkend en verstandig
als zij is, zo impulsief en ondoordacht is hij. Hij breekt zijn belofte van trouw en gaat er
vandaar, zijn vrouw en kinderen achterlatend.
Na zijn vertrek komt de jongen verder niet meer in het verhaal voor.

Blz. 20:

‘Ay, wat segdi, suverlike. ‘Ach, wat zegt u, schoonheid!


Ocht ic u emmermeer beswike, als ik u ooit in de steek laat,
Soe moete mi god scinden. moge God mij dan straffen.
Waer dat wi ons bewinden, Waar we ook naar toe gaan,
In scede van u te ghere noet, wat ons ook overkomt,
Ons en scede die bitter doet. alleen de dood zal ons kunnen scheiden.
Hoe mach u aen mi twien? Hoe kunt u aan mij twijfelen?
Gi en hebt aen mi niet versien U kunt onmogelijk iets slechts of
Dat ic u fel was ofte loes. onbetrouwbaars in mij ontdekt hebben.

Verandering
Hij is in het begin van het verhaal een hele romantische jongen die zijn geliefde eeuwige
trouw beloofd, maar uiteindelijk komt zijn ware karakter boven en verlaat hij haar en zijn
twee kinderen. Deze verandering heeft er ook mee te maken dat zijn geld op is en dat hij
geen beroep uitoefent.

Blz. 24:

Aenden man ghebrac dierste trouw; De man brak zijn vroegere belofte;
Hi lietse daer in groten rouwe Hij liet haar wanhopig achter
Ende voer te sinen lande weder. en ging terug naar zijn geboortestreek.
Si en sachen met oghen nye zeder. Ze zag hem nooit meer terug.
Daer bleven met hare ghinder Ze bleef daar achter met haar
Twee uter maten scone kinder. twee buitengewoon mooie kinderen.

Andere personen in het verhaal:

Maria

Maria speelt een grote rol in het verhaal.


God staat als opperste rechter ver boven de mensen en is daardoor moeilijk
aanspreekbaar. Maria daarentegen is als vrouw en moeder voor iedereen bereikbaar.
Haar rol wordt die van bemiddelaar tussen God en de mensen.
Wie zou meer begrip hebben voor menselijk leed dan een moeder en wie zou meer van
God gedaan kunnen krijgen dan zijn moeder?
Maria wordt het toevluchtsoord voor de mens in nood. Ze is het symbool van de
barmhartigheid; al het goede wordt op haar geprojecteerd.
Relaties

Beatrijs – de jongeman
In het begin van het verhaal zijn deze twee mensen ontzettend verliefd op elkaar. Ze zijn
allebei best wel verschillend, maar dat blijkt pas later. Ze zijn in het begin van het
verhaal heel lief voor elkaar en beloven elkaar eeuwige trouw. Helaas blijkt dit niet zo te
zijn.

Beatrijs - Maria
Beatrijs’ relatie tot Maria is heel belangrijk in het verhaal. Beatrijs laat het klooster en
God in de steek, maar tijdens haar verblijf buiten het klooster blijft ze iedere dag tot
Maria bidden. Als de wanhoop nabij is, smeekt ze Maria om hulp. Deze band met Maria
blijkt aan het eind haar redding te zijn.

Perspectief

Het verhaal wordt verteld vanuit een auctoriale verteller. Deze persoon weet het hele
verhaal en levert er af en toe commentaar op. Zelf komt deze persoon niet in het verhaal
voor, maar verteld het wel helemaal op zijn eigen manier. De verteller overziet alle
gebeurtenissen, kent de gedachten en gevoelens van Beatrijs. Soms richt hij zich
rechtstreeks tot de lezer..

Tijd

Het verhaal speelt zich af in de 14e eeuw. Dit aspect is wel van belang voor het verhaal,
omdat het verklaart waarom het verhaal zo religieus getint is. In die tijd werd er namelijk
veel meer aan religie gedaan.
De vertelde tijd is iets meer dan 14 jaar (want ze bleef twee keer zeven jaar weg van het
klooster)
Het verhaal wordt chronologisch verteld. Er is wel sprake van tijdverdichting, omdat de
zeven jaren die ze doorbrengt met haar geliefde slechts een aantal regels worden
samengevat.

Plaats

In dit verhaal wordt geen specifieke naam van een stad of land genoemd, maar dit is ook
niet van belang voor het verhaal. De maatschappelijke situatie speelt wel een rol in dit
verhaal; de armoede van Beatrijs en haar geliefde zorgt er voor dat hij haar verlaat en
dat zij nog meer problemen krijgt.
De plaatsen waar 'Beatrijs' zich afspeelt, zijn het klooster, de stad en de omgeving van
het klooster (de tuin, het huis van de weduwe)
Het verhaal speelt zich af in verschillende milieus (hoog en laag): in het nonnenklooster
(en de omgeving), in de stad en als prostituee.

Thema

Hoe iemand achter de vergankelijkheid van de aardse liefde komt en door het geloof in
de blijvende hemelse liefde en het tonen van berouw toch vergeven wordt voor alle
begane zonden.
Motieven

Mariaverering
Maria speelt in het verhaal de rol als 'plaatsvervangster' van Beatrijs als zij weg is. Ze is
het symbool van barmhartigheid. Zij speelt als middelares tussen God en de mensen een
cruciale rol. Dankzij haar kan zelfs de grootste zondaar, mits hij berouw toont, gered
worden. Dit gebeurt dus bij Beatrijs, die ondanks al haar zonden vergeven wordt.

Blz. 34:
Maria es soe wel u vrient; Maria is u zo goed gezind dat zij
Sie heeft altoes voer u ghedient al die tijd als uw precieze evenbeeld
Min no meer na dijn ghelike. uw taak heeft vervuld.
Dat heeft de vrouwe van hemelrike, Zondares, dat heeft de
Sonderse, doer u ghedaen. hemelse koningin voor u gedaan.
Si heet u inden cloester gaen. Ze beveelt u naar het klooster te gaan.
Ghi en vint nyeman op u bedde. U zult niemand op uw bed vinden.
Hets van gode dat ic u quedde. Ik zeg u dit uit naam van God.

Liefde
Er komen in het boek verschillende vormen van liefde naar voren: de zinnelijke liefde, de
liefde tot God en Maria (de hemelse liefde) en de moederliefde.
De eerste is volgens het boek de meest verraderlijke, want daardoor stortte Beatrijs zich
in alle ellende. Het verhaal liet weten dat Beatrijs alleen gelukkig kon zijn als ze zich in
het klooster tot God en Maria wijdde, dus als ze zich met de hemelse liefde bezighield.
Deze liefde heeft haar ook geholpen, want door te blijven bidden en geloven in Maria en
God is ze uiteindelijk weer op het rechte pad gekomen.

Blz. 28:
Vrouwe, al benic een besondech wijf Vrouwe, al ben ik een ellendige
Ende een onghetroest keytijf, zondares, bedenk toch dat ik
In wat leven ic noyt was, onder alle omstandigheden
Vrouwe, ghedinct dat ic las een gebed ter ere van u zei.
Tuwer eren een ghebede. Toon mij uw goedheid,
Toent aen mi u oetmoedechede. ik ben radeloos en
Ic ben ene die es bedroevet. heb dringend hulp nodig.
Ende uwer hulpen wel behoevet. Ik durf u dit te vragen omdat
Dies maghic mi verbouden: iemand die u iedere dag met
En bleef hem nye onvergouden, een Ave Maria begroette immers
Die u gruete, maget vrië, nog nooit onbeloond is gebleven.
Alle daghe met ere ave marië. Degenen die uw gebed
Die u ghebet gherne lesen, dikwijls zeggen, mogen
Si moeghen wel seker wesen erop vertrouwen dat hen dat
Dat hen daer af sal comen vrame tot voordeel zal strekken.

Zonde
In het boek komt de angst voor schande door het begaan van zonden sterk naar voren.
Door te blijven bidden aan Maria en door te vragen naar het krijgen van vergiffenis,
konden die zonden kwijtgescholden worden. Beatrijs biecht haar zonden op en wordt zo
vergeven door God en Maria.

Blz. 46:
Doen si ghebiecht hadde algader, Toen ze alles gebiecht had,
Sprac dabt, die heyleghe vader: zei de abt:
‘Dochter ic sal u absolveren ‘Dochter, ik zal u absolutie geven
vanden sonden die u deren, van de kwellende zonden
die ghi mi nu hebt ghelijt. die u aan mij hebt beleden.
Stijl

De vertaling is in modern Nederlands geschreven, maar het originele verhaal is in het


Middeleeuws Nederlands (Middelnederlands) geschreven. Omdat het verhaal vroeger
mondeling overgebracht werd, is het op rijm geschreven, dan kon het makkelijker
worden onthouden. (Zie het citaat hieronder)

Blz. 10:
Van dichten comt mi cleine bate Schrijven levert me slechts weinig op
Die liede raden mi dat ict late. De mensen raden me aan het te laten.

Stroming

De Beatrijs wordt algemeen beschouwd als het hoogtepunt van onze middeleeuwse
geestelijke vertelkunst. In vergelijking met de meeste andere teksten uit deze tijd valt
het verhaal op door het zuiver, vaak poëtische taalgebruik en de bekwame
verteltechniek. Ook internationaal gezien behoort deze Marialegende tot het beste dat in
de middeleeuwen in dit genre is geschreven.
De middeleeuwse Maria-literatuur is bijzonder uitgebreid. Maria-mirakelen werden in
kloosters voorgelezen, priesters gebruikten ze in de kerk als stichtelijke voorbeelden
(exempelen) bij de preek.

You might also like