Professional Documents
Culture Documents
te Eindhoven
Gemeente Eindhoven
Eindhoven, februari 2006
Woord vooraf
Voor u ligt het ‘Masterplan De Hurk’. In dit plan heeft het georganiseerde bedrijfsleven
van De Hurk - Ondernemerskontakt De Hurk (ODH) - tezamen met de gemeente
Eindhoven een gezamenlijk ambitieniveau neergelegd ten aanzien van het terugdringen
van het proces van veroudering van het bedrijventerrein De Hurk. In één woord wordt dit
aangeduid met ‘revitalisering’. Dit masterplan hoort bij de Koepelvisie Topproject
Eindhoven. Hierin is op basis van een analyse van de overeenkomsten tussen de
bedrijventerreinen Ekkersrijt, De Hurk en De Kade een aantal speerpunten gedefinieerd
die voor alle drie de terreinen geldt en die zoveel mogelijk gezamenlijk worden opgepakt.
Dit masterplan is het eerste gezamenlijke concrete product van beide partijen. In dit plan
zijn de ‘boodschappenlijstjes’ vertaald in gezamenlijk beoogde projectresultaten.
Gewezen wordt op het revitaliseren van een drietal deelgebieden op De Hurk en op één
overkoepelend revitaliseringsproject, waardoor de kwaliteit van het totale gebied sterk
wordt verbeterd. Verder hebben het ODH en de gemeente besloten de komende jaren
parkmanagement verder uit te bouwen. Ten slotte staat verbetering van de veiligheid en
terugdringing van criminaliteit hoog op de agenda van beide partijen.
Revitalisering is een moeilijke materie. Het kost veel energie, doorlooptijd en vooral geld.
Wij zijn daarom verheugd dat De Hurk op de zogeheten TOP-lijst van het ministerie van
Economische Zaken prijkt, op basis waarvan initiatieven in aanmerking komen voor een
subsidiebijdrage. Door een ministeriële bijdrage kunnen projecten zoals het project
Hastelweg e.o. nu toch tot ontwikkeling komen. Voorts heeft het project de belangstelling
van de provinciale overheid. Onder regie van de Brabantse
Herstructureringsmaatschappij voor Bedrijventerreinen (BHB) zal verder worden gewerkt
aan de realisatie van het eerste deelproject.
Wij zijn ervan overtuigd dat de revitalisering van De Hurk een gezamenlijk succes moet
worden. Dat is van het grootste belang voor de economie en de werkgelegenheid van
Eindhoven, en van Zuidoost-Brabant.
Wij besluiten met de constatering dat herstructurering geen statische bezigheid is. Indien
daartoe aanleiding bestaat zullen wij het masterplan zonodig aanpassen.
Woord vooraf
1 Situatieschets De Hurk 4
1.1 Doelstelling masterplan 4
1.2 Kengetallen Eindhoven 4
1.3 Geschiedenis De Hurk 7
1.4 Type terrein en bedrijvigheid 7
2 Probleemschets 9
2.1 Publiek gebied 9
2.1.1 Externe ontsluiting 9
2.1.2 Interne ontsluiting en entree 10
2.1.3 Openbaar groen 12
2.1.4 Parkeren 13
2.1.5 Bewegwijzering 14
2.1.6 Milieu 14
2.1.7 Functieverandering sportpark 15
2.1.8 Multifunctionele zaken 16
2.2 Privaat gebied 16
2.2.1 Presentatie van bedrijven 16
2.2.2 Leegstand 17
2.2.3 Parkmanagementactiviteiten 17
2.2.4 Veiligheid 18
2.3 SWOT-analyse 20
3 Partijen 21
4 Herstructureringsstrategie 23
4.1 Ambitie en visie 23
4.1.1 Gemeentelijke ambitie en visie 23
4.1.2 Ambitie en visie bedrijfsleven 26
4.1.3 Gezamenlijk ambitieniveau 26
4.2 Beoogde resultaten 27
4.2.1 Revitalisering en transformatie 28
4.2.2 Parkmanagement 28
4.2.3 Criminaliteitspreventie 30
5 Deelprojecten 31
5.1 Flankerende herstructureringsactiviteiten 31
5.2 Revitalisering 31
5.2.1 Hastelweg e.o. 33
5.2.2 Sportlaan e.o. 34
5.2.3 Inrichting, infrastructuur en uitstraling 34
5.2.4 Meerenakkerweg e.o. 35
5.3 Parkmanagement 36
5.4 Criminaliteitspreventie 36
5.5 Actiepuntenprogramma 37
6 Begroting 42
Dit masterplan begint met een situatieschets van Eindhoven en bedrijventerrein De Hurk.
Daarna beschrijft het de problemen die op De Hurk ervaren worden. Hierna worden de
rollen en belangen van de partijen beschreven, zodat vervolgens ingegaan kan worden
op de ambitie, doelstellingen en beoogde resultaten. Vervolgens komen de verschillende
deelprojecten aan bod en wordt dit masterplan afgesloten met een begroting.
Dit eerste hoofdstuk begint met de doelstelling van dit masterplan. Hierna volgt een
algemeen deel over Eindhoven. Daarna wordt ingezoomd op het bedrijventerrein De
Hurk. In paragraaf 1.3 wordt de geschiedenis van het bedrijventerrein besproken.
Vervolgens wordt in paragraaf 1.4 ingegaan op het type terrein en de bedrijvigheid.
Om het bedrijventerrein De Hurk beter in zijn omgeving te kunnen plaatsen, wordt eerst
gekeken naar de gemeente Eindhoven. Hierbij komen de ligging, de bereikbaarheid, de
diverse (bedrijven)terreinen in de gemeente en de werkgelegenheid aan de orde.
Ligging
Eindhoven behoort tot de vijf grootste steden van Nederland. Eindhoven ligt in de regio
Zuidoost-Nederland, een gebied dat een aandeel van 19% in de nationale stuwende
werkgelegenheid heeft. Het gebied is tevens onderdeel van een grensoverschrijdende
economische regio, waartoe ook Belgisch Limburg (Hasselt-Genk), Leuven en de regio’s
rond Aken en Luik behoren.
De regio Zuidoost-Brabant met Eindhoven als centrum, ligt in het hart van de driehoek
Randstad, Ruhrgebied en de zone Brussel/Antwerpen. Zuidoost-Brabant met de A2-zone
is in de Nota Ruimte aangemerkt als economisch kerngebied.
Brainport is niet alleen het trekpaard van de Nederlandse economie, maar scoort ook
hoog in de top van Europa. De kerncijfers:
• 50% van de high tech en medium hightech bedrijven van Nederland;
• bijna 40% toegevoegde waarde Nederlandse maakindustrie;
• ruim 40% van de private bestedingen aan R&D in Nederland;
• ruim 30% industriële werkgelegenheid in Nederland;
• nummer 1 in Europa in verhouding patenten/beroepsbevolking.
Bereikbaarheid
De kwaliteit van het vestigingsklimaat wordt in grote mate bepaald door de aanwezigheid
van een goede infrastructuur. Eindhoven is bereikbaar via de weg, over water en per
spoor. Op korte afstand bevindt zich de Eindhovense luchthaven Welschap, maar ook de
luchthaven Maastricht/Aachen.
Eindhoven ligt direct aan de A2 en is zodoende gelegen aan een voor Nederland
belangrijke noord-zuidverbinding. Echter, deze verbinding is onvoldoende om al het
verkeer af te kunnen wikkelen. De laatste jaren heeft Eindhoven tijdens de spitsuren en
ook daarbuiten vrijwel dagelijks te maken met filevorming, zowel op de invalswegen naar
de stad toe als op de A2/randweg. De roep om het afronden van de “ruit rond
Eindhoven”, ten oosten van Eindhoven, wordt dan ook steeds luider. Deze “ruit” houdt in
dat het verkeer ook aan de noord- en oostzijde van Eindhoven kan passeren. Op dit
moment wordt onderzocht waar de ruit het beste kan worden gerealiseerd.
De snelwegen A58 en de A67 vormen een belangrijke oost-westverbinding naar
respectievelijk West-Nederland en Duitsland/België.
Het Beatrixkanaal, dat tijdens de recessie van de dertiger jaren als werkverschaffings-
project is gegraven, verbindt Eindhoven via het Wilhelminakanaal en de Zuid-
Willemsvaart met de Maas. Het bedrijventerrein De Hurk is als enig bedrijventerrein in
Eindhoven bereikbaar over het Beatrixkanaal.
Bedrijventerreinen
Het gebied in en rond Eindhoven kent een hoge concentratie van publieke en private
R&D, denk aan de TU Eindhoven, TNO en de High Tech Campus. Deze R&D is echter niet
alleen op deze locaties gevestigd. Op de verschillende bedrijventerreinen in Eindhoven is
een keur aan bedrijvigheid gevestigd die direct of indirect gekoppeld is aan de hightech
maakindustrie van Eindhoven.
De naam De Hurk betekent eigenlijk ‘afgelegen hoek’. Dit verwijst naar de tijd waarin het
gebied voornamelijk bestond uit uitgestrekte heidevelden met kleine vennen, kleine
natuurlijke bosjes, stuifduinen en enkele gehuchten. De gehuchten zijn rond 1920 door
Eindhoven geannexeerd.
De Hurk is een gemengd bedrijventerrein dat een belangrijke rol vervult in de stad. Het
terrein is volop in ontwikkeling. Bedrijven zoeken naar uitbreidingsmogelijkheden of
stoten gebouwen af. Nieuwe bedrijvigheid dient zich aan met een specifieke
huisvestingsvraag. Vanuit de overheid is meer aandacht voor intensief ruimtegebruik en
externe veiligheid.
Het netto oppervlak van De Hurk is 165 hectare groot, bruto is het 212 hectare groot. De
Hurk is het grootste bedrijventerrein in de regio. Het terrein wordt afgebakend door de
A2, de Noord-Brabantlaan, de Zeelsterstraat, de Limburglaan en de Beemdstraat.
Op de Hurk zijn ruim 15.000 personen werkzaam (2004) bij circa 300 bedrijven. De Hurk
draagt voor 10% bij aan de totale werkgelegenheid in Eindhoven. Tussen 1999 en 2004
is de werkgelegenheid op de Hurk gedaald met meer dan 2.000 personen. Vooral de
industriële sector en de sectoren consumenten- en zakelijke dienstverlening zijn in
werkgelegenheid gedaald. De industriële sector is met een aandeel van 31% nog wel de
grootste sector op de Hurk, gevolgd door de zakelijke dienstverlening (19%). De
quartaire sector (overheidsinstellingen) is tussen 1999 en 2004 gestegen naar een
aandeel van 9%. Enkele grote bedrijven/stichtingen zijn daarvoor verantwoordelijk. De
werkgelegenheid op de Hurksestraat is het hoogst.
De Hurk kent een aantal grote bedrijven. Op het terrein zijn twee bedrijven gevestigd die
meer dan 500 personen in dienst hebben. Het zijn de bedrijven Stichting De Plaatse en
CSU Schoonmaak. Wel is het zo dat de werkgelegenheid niet daadwerkelijk op De Hurk
zit, maar elders in de regio. Twee bedrijven hebben 300 tot 500 personen in dienst. Het
betreft hier Philips en HVL. Voor een groot deel zit deze werkgelegenheid wél op de Hurk.
In totaal hebben 21 bedrijven meer dan 100 werkzame personen. Dit betreft 5.029
personen (37% van de totale werkgelegenheid). Het overgrote deel van deze bedrijven
behoort tot de industriële sector (39%), gevolgd door 16% uit de overheid en quartaire
sector. Daarna volgt zakelijke dienstverlening met 15%.
In paragraaf 2.1 wordt het publiek gebied van De Hurk nader bekeken. Paragraaf 2.2 zal
inzoomen op de private ruimte. Tot slot bevat paragraaf 2.3 een SWOT-analyse die de
sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen uit de paragrafen 2.1 en 2.2 bij elkaar brengt.
De sterke en zwakke punten in het publieke gebied van De Hurk zijn door de gemeente
en het bedrijfsleven in kaart gebracht. De punten laten zich in de volgende categorieën
schetsen.
Bedrijventerrein De Hurk heeft als voordeel direct te liggen langs de Ring, de A2 en vlak
voor het knooppunt de Hogt, waar de A2 en de A67 elkaar ontmoeten. Echter, de
filevorming op deze wegen is een groot nadeel. De laatste jaren heeft Eindhoven tijdens
de spitsuren en ook daarbuiten vrijwel dagelijks te maken met filevorming, zowel op de
invalswegen naar de stad toe als op de A2/randweg. Het woon-werkverkeer uit de
omgeving en het zakelijk verkeer van De Hurk ondervinden dagelijks hinder en
oponthoud van de files op deze wegen. De aanleg van de spitsstroken op de A2 heeft de
verkeersdruk enigszins ontlast, maar bij ieder verkeersongeval vormen zich weer lange
files. Samen met de regionale partners zet de gemeente Eindhoven zich in om de “ruit”
rond Eindhoven-Helmond te realiseren.
De Hurk heeft een helder en ruim wegenpatroon dat in alle richtingen aantakt op
belangrijke stroomwegen in de stad: de Ring, Noord-Brabantlaan en Karel de Grotelaan.
Met de ombouw van de A2 (2006-2011) krijgt De Hurk via de Meerenakkerweg een eigen
aansluiting op de parallelbanen van de landelijke ‘A2-Kennisas’. De autobereikbaarheid
van De Hurk is daarmee voor langere termijn gegarandeerd. Nadeel is dat tijdens de
werkzaamheden de bereikbaarheid in eerste instantie aanzienlijk verslechterd.
De Hurk is als enig bedrijventerrein in Eindhoven bereikbaar over het Beatrixkanaal. Vier
bedrijven op De Hurk maken gebruik van dit kanaal voor de aan- en afvoer van hun
producten. In totaal gaat het om 30.000 ton. Uit de verkenning BERZOB1, blijkt dat
vervoer over water potentie heeft. Als gevolg van slib is de diepgang van het kanaal
beperkt en daarmee de bevaarbaarheid van het kanaal. De gemeente heeft plannen om
het kanaal binnen afzienbare tijd uit te baggeren en de beschoeiing aan te passen. Dit is
niet alleen gunstig voor de bedrijven die van het kanaal gebruik van maken, maar ook
voor de gebruikers van de recreatiehaven (gelegen buiten De Hurk). Bij het uitbaggeren
van het kanaal moet er wel rekening mee gehouden moeten worden dat het slib vervuild
is.
De noordzijde van het Beatrixkanaal op De Hurk is een laad- en loszone. Veronderstelt
wordt dat bedrijventerrein De Hurk op termijn voldoende goederenstromen genereert die
in aanmerking kunnen komen voor multimodaal transport. Het kan dan gaan om
reguliere binnenvaart, maar ook om een multimodaal concept van kleinschalige schepen
in combinatie met een distributiecentrum aan het water.
Naast deze fysieke ontsluiting, staat De Hurk digitaal nog onvoldoende op de kaart. Een
modern bedrijventerrein kan niet zonder een goede digitale ontsluiting. De wens is er om
een glasvezelnetwerk in gebruik te nemen.
1
Bereikbaarheid Zuidoost-Brabant over water, een studie van o.a. SRE, KvK, gemeenten, Provincie en
Rijkswaterstaat
De bereikbaarheid van De Hurk voor fietsers is redelijk, maar kan beter. Het Sternet
(SRE) schampt het terrein (via Meerenakkerweg en Hastelweg) maar een veilige route
over het terrein ontbreekt. De mogelijkheden voor de fiets om goed over te steken bij de
entree van bedrijventerrein De Hurk is niet optimaal, met name het oversteken van de
Beemdstraat van/naar de Hurksestraat is problematisch. Ook de voorrangsituatie ten
aanzien van fietsers versus autoverkeer bij de kruising van het fietspad met de
Langendijk/Cranendonck schept veel verwarring en creëert daarmee gevaarlijke
situaties.
2.1.4 Parkeren
Op diverse plaatsen op het terrein wordt op de openbare weg geparkeerd. Dit leidt tot
onveilige verkeerssituaties op de Dillenburgstraat en de Beemdstraat. Op de
Hurksestraat staan regelmatig auto’s geparkeerd op de trottoirs of het fietspad, zodat
voetgangers en fietsers hier ernstige hinder van ondervinden.
Aan de Rijstenweg is een parkeerterrein dat is gereserveerd voor vrachtauto’s. Dit terrein
is als zodanig onvoldoende gemarkeerd en is onvoldoende bekend.
In het verleden was het parkeerbeleid dat door de gemeente gevoerd werd niet altijd
even duidelijk. Dat hield in dat in het parkeerbeleid geen kwantificering van
parkeernormen opgenomen was. Eind 2005 wordt een transparant en uniform beleid ten
aanzien van parkeren vastgesteld. Het uitgangspunt van dit beleid is dat de gemeente
2.1.5 Bewegwijzering
De bewegwijzering verkeert momenteel in een redelijke staat. Alle wegen zijn voorzien
van straatnaamborden. Er zijn geen borden die verwijzen naar de afzonderlijke
bedrijven.
Door de gemeente zijn plannen geopperd om van De Hurk een zogenaamde nummerwijk
te maken. Het bedrijfsleven staat hier in beginsel positief tegenover, maar wil wel de
straatnamen en straatnaamborden behouden. Het bedrijventerrein is namelijk niet
rechtlijnig ingericht, maar met slingerende wegen waardoor de nummers niet
vanzelfsprekend kunnen oplopen.
2.1.6 Milieu
Op het moment bevinden zich op De Hurk 18 bedrijven die risicovol zijn. De risicocontour
van een aantal bedrijven ‘raakt’ beperkt kwetsbare of kwetsbare objecten (woonboten en
bedrijfswoningen) in de buurt. Het terrein is bovendien een gezoneerd industrieterrein in
het kader van de Wet geluidhinder. Op het terrein is een zone van toepassing die
consequenties heeft voor ruimtelijke ontwikkelingen. Sommige bedrijven veroorzaken
overlast voor andere: ze belemmeren groei en ontwikkeling en daarmee het intensief
ruimtegebruik in hun directe omgeving. Bovendien maken ze het voor nieuwe bedrijven
onmogelijk om zich te vestigen.
Het gemeentelijk beleid ten aanzien van Externe veiligheid is erop gericht risico’s door
het gebruik van gevaarlijke stoffen te verminderen, de effecten van eventuele
calamiteiten te beheersen en de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten
(bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen te bevorderen. Dat gebeurt door:
a. de risicobron zo klein mogelijk te maken/houden;
b. te voorkomen dat te dicht bij gevoelige bestemmingen, activiteiten met gevaarlijke
stoffen plaatsvinden;
c. uitbreiding van gevoelige bestemmingen in de buurt van risicovolle bedrijven te
beperken dan wel te voorkomen;
d. de zelfredzaamheid te bevorderen;
e. en de beheersbaarheid te optimaliseren.
Het gemeentelijk beleid ten aanzien van Geluid is erop gericht de geluidruimte ten
gevolge van het industrieterrein De Hurk binnen de vigerende zone te houden: bedrijven
mogen geen hinder opleveren voor de omliggende woonwijken. Daarnaast geldt, net als
voor Externe veiligheid, dat bedrijven elkaar niet mogen hinderen bij de uitvoering van
hun functie. Wat dit betreft zullen nieuwe geluidsproducenten actief worden verwezen
naar de meest geschikte plek op het terrein, tussen de Hurksestraat en de
Meerenakkerweg. Voor bestaande bedrijven worden overschrijdingen gecontroleerd via
het reguliere vergunningentraject.
Het gemeentelijk beleid ten aanzien van Lucht is erop gericht te voldoen aan de normen
van het Besluit Luchtkwaliteit (EU-Richtlijn Luchtkwaliteit). Voor zowel bestaande als
nieuwe bedrijven wordt hieraan via het reguliere vergunningentraject invulling gegeven.
Op De Hurk ontbreken als gevolg van de zonering die de ruimtelijke ontwikkeling beperkt
(zie paragraaf 2.1.6) multifunctionele zaken die van toegevoegde waarde worden geacht
voor een modern bedrijventerrein, zoals kinderopvang, vergaderfaciliteiten, horeca-
faciliteiten e.d. In de praktijk blijkt vooral behoefte aan dit soort multifunctionele zaken
op kantoorparken en in veel mindere mate op een industrieel bedrijventerrein. Zo geldt
dit ook voor De Hurk, hetgeen is uitgesproken door de ondernemers.
Er is wel een TPG business point dat hoog gewaardeerd wordt door de ondernemers.
Tevens worden onder de noemer parkmanagement activiteiten uitgevoerd die van doen
hebben met het creëren van werkgelegenheid en reïntegratiemogelijkheden. Zie hiervoor
paragraaf 2.2.3.
Door het bedrijfsleven en de gemeente zijn ook de sterkten en zwakten in het private
gebied in kaart gebracht. Deze zijn in de volgende categorieën onder te brengen.
Op een aantal plaatsen op het terrein, met name de oudste delen van het terrein, is
sprake van zichtbare veroudering van panden, bijvoorbeeld aan de Hastelweg en de
Speelheuvelweg. Panden worden hier niet of niet voldoende onderhouden en
verpaupering treedt in. Tevens vindt er bij een aantal bedrijven open opslag van
buitenmaterialen plaats, zoals pallets, autobanden, losliggende stenen, papier en karton.
De beeldkwaliteit en economische bruikbaarheid van De Hurk wordt hiermee sterk
verminderd.
2.2.2 Leegstand
Op De Hurk staan verschillende panden langdurig en structureel leeg. Vaak is dit het
gevolg van de specifieke inrichting van een gebouw, dat voor andere bedrijven niet
geschikt is. Daarnaast zijn er in het verleden door beleggers panden gebouwd die nog
altijd leegstaan. Zo zijn er diverse structureel leegstaande panden aan de Hastelweg, de
Hurksestraat en de Langendijk. Er is onvoldoende zicht op wie de eigenaren zijn van de
structureel leegstaande panden.
2.2.3 Parkmanagementactiviteiten
Ruimtelijke kwaliteit schuilt ook in het zorgvuldig inrichten en doelmatig beheer van de
openbare ruimte op het terrein en de doorwerking die daar vanuit kan gaan voor de
(her)inrichting van het privé-domeinen.
Op De Hurk werken gemeente en bedrijven samen aan de continue vernieuwing van het
terrein. De partijen hebben in 1999 het convenant “Duurzaam De Hurk” afgesloten. De
doelstelling van het project bestond uit een integrale aanpak die het proces van
revitalisering en verduurzaming van het bedrijventerrein De Hurk invulling geeft. Deze
doelstelling kreeg concreet vorm door uitvoering van vijf deelprojecten op het gebied van
werkgelegenheid, kwaliteit (beveiliging en beheer) en duurzaamheid (milieu, energie en
bereikbaarheid). Het project liep van 1999 tot medio 2002. De projecten werden deels
gefinancierd door Stimulus. Sommige deelprojecten hebben bij succes een vervolg
gekregen, andere zijn afgesloten.
Het deelproject Clusters had tot doelstelling het creëren van duurzame win-win
oplossingen door samenwerking tussen bedrijven onderling, met de gemeente en
instellingen, gericht op het behalen van bedrijfseconomisch voordeel, het verminderen
van milieubelasting en efficiënt gebruik van ruimte. In dit kader is gewerkt aan
gezamenlijke inkoop van energie en een afvalinzamelingsproject. Dit project is
gecontinueerd in een gezamenlijk inkoopproject. Hierbij wordt zorgvuldigheid betracht
om te voorkomen dat diensten die de ondernemers op De Hurk zelf als core business
hebben, niet worden beconcurreerd.
2.2.4 Veiligheid
2
Industrieterrein De Hurk bezien vanuit een ander perspectief, Onderzoek naar criminaliteitsbeleving
Industrieterrein De Hurk, Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Zuidoost-Brabant, maart 2005
Op basis van deze analyse van het gebied hebben gemeente en bedrijfsleven de
problematiek onderstreept. Beide partijen realiseren zich dat zij ieder voor zich niet in
staat zijn een oplossing voor de problemen te realiseren. Daarom is besloten dat
gemeente en bedrijfsleven de problemen samen moeten aanpakken. Hoofdstuk 4 gaat in
op wat beide partijen wenselijk vinden voor De Hurk. Allereerst zal hoofdstuk 3 de
betrokken partijen nader introduceren.
De partijen die bij de totstandkoming van dit masterplan zijn betrokken, zijn:
• Ondernemerskontakt De Hurk (ODH);
• de gemeente Eindhoven, zowel ambtelijk als bestuurlijk;
• de Brabantse Herstructureringsmaatschappij voor Bedrijventerreinen (BHB).
Hieronder zullen de partijen, hun rol en hun belangen verder worden geïntroduceerd.
Hierna wordt nog ingegaan op de wijze van samenwerking, met name in de beoogde
deelprojecten.
Ondernemerskontakt De Hurk
Het Ondernemerskontakt De Hurk bestaat sinds 1977, toen werd ‘Belangenvereniging De
Hurk’ opgericht. Dit was de eerste officiële ondernemersvereniging in de regio. Bij
aanvang waren er 33 leden, inmiddels zijn ruim 200 bedrijven lid van
Ondernemerskontakt De Hurk. Dit is circa 60 à 65% van de bedrijven. En het ledental
neemt nog altijd gestaag toe.
Het motto van het Ondernemerskontakt is “samen sterker”. De basis van de vereniging is
dat er een balans moet zijn tussen belangenbehartiging en ‘netwerken’. Vijf maal per
jaar organiseert de vereniging een informeel samenzijn zodat men elkaar beter kan leren
kennen. Kort samengevat staat het Ondernemerskontakt voor:
• bundeling van krachten;
• gemeenschappelijke belangenbehartiging;
• gezonde uitstraling;
• gezellige sfeer;
• duurzaam ondernemen.
Sinds medio 2005 is door het Ondernemerskontakt een parkmanager aangesteld. Die
vervult de rol om alles op het terrein te organiseren en regelen. De parkmanager is
onder meer voortgekomen uit de wens om de specifieke deskundigheid van de bedrijven
op het eigen terrein ook aan te wenden voor De Hurk en de economische activiteiten
hier.
Eens per twee jaar reikt het Ondernemerskontakt een prijs uit aan de ondernemer die
door nieuwbouw of verbouwing van zijn pand, bijdraagt aan de positieve uitstraling van
het bedrijventerrein. Ondernemerskontakt De Hurk looft de prijs uit omdat ze het
belangrijk vindt dat de uitstraling van De Hurk een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.
Gemeente Eindhoven
Eindhoven is een grote stad, die stedelijke allure nastreeft in combinatie met vitale,
leefbare wijken. De bestuurlijke visie “Samen Stad” van de gemeenteraad stelt ten
aanzien van economische activiteiten dat ze moeten passen binnen het streven naar een
duurzame ontwikkeling. Hieronder wordt verstaan dat de stad nu en op lange termijn
perspectief heeft op een goede economie en behoud van een goede woon- en
leefomgeving. Dit komt tot uitdrukking in de economische visie en het
bedrijventerreinenbeleid, welke gestalte krijgt in de nota’s Masterplan De Hurk,
Masterplan De Kade, Nota Binnenwijkse bedrijventerreinen [medio 2006] en de SWOT-
analyse alle overige bedrijventerreinen.
Samenwerking
Tussen de gemeente en het Ondernemerskontakt vindt regelmatig overleg plaats over de
zaken die spelen op De Hurk en het gemeentelijk beleid hieromtrent. Dat overleg vindt
plaats met zowel de burgemeester en wethouders als met de ambtenaren van de afdeling
Economische Zaken.
De partijen realiseren zich dat zij naast het ontwikkelen en uitvoeren van eigen beleid
ook haar initiatieven dienen af te stemmen op die van andere partijen. Die afstemming is
ook met dit masterplan bereikt.
Door de gemeente zijn in de economische pijler van de bestuurlijke visie “Samen Stad”
twee kernopgaven geformuleerd: technologische specialisatie (‘voorop in technologie’) en
diversificatie naar andere sectoren. Voor beide kernopgaven geldt als randvoorwaarde
dat de economische activiteiten moeten passen binnen het streven naar een duurzame
ontwikkeling. Hieronder wordt verstaan dat de stad nu en op lange termijn perspectief
heeft op een goede economie en behoud van een goede woon- en leefomgeving. Deze
randvoorwaarde komt, onder meer, tot uitdrukking in het beleid ten aanzien van
bedrijvenlocaties en mobiliteit. In het beleid ten aanzien van bedrijvenlocaties is
uitgesproken dat herontwikkeling en intensivering van bestaande locaties verre is te
prefereren boven de uitbreiding met nieuwe locaties. Een belangrijk aspect daarbij is
veiligheid.
In het ruimtelijk-economisch beleid van de gemeente wordt uitgegaan van een selectief
bedrijfslocatiebeleid. Er wordt in beginsel geen ruimte meer geboden aan nieuwe
grootschalige zware industriële bedrijven of grote bovenregionale logistieke bedrijven.
Nieuwe terreinen worden uitsluitend ingezet voor bedrijven die passen binnen het
gewenste profiel. Om de slag naar een kenniseconomie te maken wordt bovendien
continu gewerkt aan kwaliteitsverbetering van de bestaande bedrijventerreinen. Hiermee
wordt nadrukkelijk aangesloten bij de uitgangspunten van de Nota Pieken in de Delta.
Samen met het SRE wordt onderzocht hoe actief kan worden bewerkstelligd dat
bestaande leegstaande panden worden hergebruikt. Onderzoek naar verhuisbewegingen
van bedrijven vormt daartoe de basis. Dat onderzoek naar de verhuisbewegingen is
inmiddels afgerond. Momenteel wordt onderzocht op welke wijze het SRE en haar leden
invulling kunnen geven aan de hen voor ogen staande ‘makelaarsrol’ en hoe dat zij
aanvullend en onderscheidend kunnen optreden ten opzichte van bestaande makelaars.
Ambitie:
Bedrijventerrein De Hurk moet voldoen aan de vestigingsvoorwaarden van de
industrie, in het bijzonder de milieucategorieën 3, 4 en 5. Bedrijven die zich nieuw
willen vestigen, passen binnen het stedelijk profiel en de ambitie van Eindhoven.
De toekomst van bedrijventerrein De Hurk kan niet los worden gezien van Brainport
Eindhoven/Zuidoost Brabant. De regio wil doorontwikkelen naar een internationale
toptechnologieregio. De Economische Visie Eindhoven beschrijft de transformatie van een
dominante maakindustrie naar een kenniseconomie. De transformatie van de economie
vraagt om ruimte voor nieuwe sectoren. De ruimtevraag is niet eenduidig en richt zich
steeds vaker op niet gestandaardiseerde productie en op de kop en staart van
productieprocessen. Deze bedrijvigheid zoekt een wervend, evenwichtig en concurrerend
vestigingsmilieu. Met nieuwe ruimte voor de segmenten ‘grootschalig en zwaar’ en
‘distributie/logistiek’ wordt selectief omgesprongen voor zover deze bedrijven weinig
toevoegen op het gebied van werkgelegenheid of innovatie. De mogelijkheden op
bestaande terreinen moeten optimaal worden benut om daarmee de bedrijven en
werkgelegenheid voor de stad te behouden. Ook bedrijventerrein De Hurk moet voldoen
aan de veranderende eisen.
De gemeentelijke ambitie voor De Hurk richt zich op het handhaven en versterken van
deze bedrijvigheid. Veel van de bedrijven zitten in de hogere milieucategorieën. Sterker:
3
De milieucategorieën die in deze visie worden gehanteerd zijn afkomstig uit de publicatie Bedrijven en milieuzonering
van de VNG (2001)
4
Perifere DetailhandelsVestiging, naast de zgn. traditionele branches (tuincentra, woninginrichting, doe-het-zelf, keukens
en sanitair) worden hiertoe ook de branches Auto’s / Boten / Caravans, brand- en explosiegevaarlijke stoffen en grove
bouwmaterialen gerekend.
Ambitie:
Bedrijventerrein De Hurk moet voor 2010 weer een modern, dynamisch, ‘levensloopbestendig’
bedrijventerrein zijn. Waarbij het aantal arbeidsplaatsen door efficiënter en beter ruimtegebruik
ten opzichte van het huidige aantal stijgt en waarbij de gemeente en het bedrijfsleven op een
professionele en innovatieve manier met elkaar samenwerken, teneinde de lokale, regionale en
landelijke economie een belangrijke impuls te geven.
Door middel van revitalisering wordt een aantal belangrijke knelpunten, zoals benoemd
in de SWOT-analyse (paragraaf 2.3), aangepakt: verouderde infrastructuur en
problematische ontsluitingen, onvoldoende profilering van de entrees, structurele
leegstand en parkeerproblemen.
Door revitalisering van slechts een aantal delen van De Hurk, die delen waar de
problemen het meest nijpend zijn, wordt het gehele bedrijventerrein gekanteld naar een
modern en eigentijds bedrijventerrein. Revitalisering draagt direct bij aan het
verwezenlijken van hedendaagse en toekomstige kwaliteitseisen die gesteld worden aan
een bovenregionaal bedrijventerrein.
Door gemeente en bedrijfsleven zijn drie locaties benoemd waar het noodzakelijk is om
te revitaliseren (zie kaart 5.1) en één overkoepelend project waarbij het gaat om het
imago en de uitstraling van het gehele bedrijventerrein. Revitalisering van de drie
locaties is nodig omdat hier sprake is van ernstige veroudering. Het gaat om de volgende
revitaliseringsprojecten:
1. Hastelweg e.o. (revitalisering en structuurverbetering)
2. Sportlaan e.o. (transformatie van recreatie en wonen naar bedrijventerrein)
3. Inrichting, infrastructuur en uitstraling (revitalisering)
4. Meerenakkerweg (revitalisering en structuurverbetering)
De vier projecten kennen elk een andere dynamiek. Ook het niveau van de haalbaarheid
van de projecten is wisselend. De volgorde van de projecten zal mede afhankelijk zijn
van de dynamiek en de haalbaarheid. Duidelijk mag zijn dat dit in de loop der jaren kan
veranderen. Ten eerste zal met het project Hastelweg e.o. gestart worden.
Gezien het feit dat de projecten ieder een aanzienlijke investering eisen, is de
verwachting dat de huidige, in dit Masterplan geconstateerde, problematiek op De Hurk
in 2010 opgelost is. Mits er in de tussentijd geen andere knelpunten naar voren komen,
voldoet De Hurk in 2010 weer geheel aan de geldende kwaliteitseisen voor vestiging door
bedrijven. Dit betekent wel dat na 2010 het beheer wordt gecontinueerd en dat fysieke
ingrepen om veroudering te voorkomen uitgevoerd worden. Met name door
parkmanagement wordt beoogd dat De Hurk aantrekkelijk blijft en niet verouderd. In
hoofdstuk 5.2 wordt verder ingegaan op de aanpak van de vier revitaliseringsprojecten.
4.2.2 Parkmanagement
Voor partijen staat vast dat niet alleen op korte termijn gewerkt moet worden om (via
revitalisering) aan de huidige kwaliteitseisen te voldoen, maar dat ook geïnvesteerd moet
worden om op lange termijn aan toekomstige kwaliteitseisen te (blijven) voldoen.
Kwaliteit wordt gezien als de mate waarin de prestaties van De Hurk op functioneel en
maatschappelijk gebied aansluiten bij de wensen van de betrokken partijen. Dit maakt
dat kwaliteit een relatief, subjectief en dynamisch begrip is. Dat betekent dat het
afhankelijk is van de beleving van de gebruiker of dat wel of niet aan de kwaliteitseisen
voldaan wordt en dat deze beleving weer beïnvloed wordt door de tijdgeest.
Naast deze zaken, zijn door gemeente en bedrijfsleven nog een aantal onderwerpen
benoemd, die op de lange termijn gewenst zijn:
• beheer karakter De Hurk, door een gericht acquisitiebeleid te voeren;
• segmentering en clustering van soortgelijke bedrijven, mede gericht op het behalen
van synergievoordelen.
De ervaringen die met betrekking tot deze onderwerpen zijn en worden opgedaan op
Ekkersrijt, worden meegenomen bij de maatregelen die op De Hurk zullen worden
getroffen.
In hoofdstuk 5.3 wordt verder ingegaan door middel van welke activiteiten aan
parkmanagement op korte termijn vorm wordt gegeven en op welke wijze de uitbouw op
De Hurk is voorzien.
De ervaringen die met betrekking tot deze onderwerpen zijn en worden opgedaan op
Ekkersrijt, worden meegenomen bij de maatregelen die op De Hurk zullen worden
getroffen.
Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) biedt een werkwijze voor gezamenlijke
veiligheidsmaatregelen in de openbare ruimte en is daarom een gewenst instrument.
Doel is een veilig bedrijventerrein. Dit is een doel dat de gemeente Eindhoven en de
ondernemers op De Hurk erg aanspreekt en waar zij graag aan werken. Het keurmerk
wordt toegekend als voor de veiligheid op een bedrijventerrein:
• structurele samenwerking is georganiseerd tussen ondernemers en lokale overheid
(gemeente, politie, brandweer);
• de veiligheidsproblematiek op het bedrijventerrein in kaart is gebracht en
geanalyseerd;
• een activiteitenplan is gemaakt waarin doelstellingen, verbeteracties en maatregelen
zijn opgenomen;
• periodiek evaluatie plaatsvindt of de doelstellingen worden gehaald en de afspraken
over acties en maatregelen worden nagekomen.
Het voornemen is om omstreeks maart 2006 te certificeren voor het KVO. In hoofdstuk
5.4 wordt ingegaan op welke activiteiten op korte termijn worden ondernomen in
verband met criminaliteitspreventie.
De drie beoogde resultaten worden door gebrek aan financiële en personele middelen
niet tegelijkertijd aangepakt. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de verschillende
deelprojecten. Allereerst zal paragraaf 5.1 ingaan op de flankerende herstructurerings-
activiteiten.
5.2 Revitalisering
De volgorde van de projecten is bepaald aan de hand van de ernst van de problematiek.
In dit deelproject gaat het om de Hastelweg en de Beatrixkade. Beide wegen liggen ten
noorden van het Beatrixkanaal. De Hastelweg is de belangrijkste ontsluitende weg in het
noordelijk deel van De Hurk. De Beatrixkade loopt evenwijdig aan de Hastelweg en
ontsluit de bedrijven die aan het Beatrixkanaal gevestigd zijn, maar scheidt hen ook van
de kademuren. Als gevolg van de overslagactiviteiten en het passantenverkeer ontstaan
veel onveilige situaties.
Het deelproject Sportlaan e.o. is eveneens in het noordelijk deel van De Hurk gelegen.
Het betreft de herontwikkeling van het voormalige gemeentelijk sportpark Botenlaan tot
bedrijventerrein. Tussen het voormalige sportpark en de Hastelweg staat een flink aantal
woningen die in bezit zijn van een woningcorporatie. Het zou de ontwikkeling van De
Hurk zeer gunstig beïnvloeden als dit woongebied ook getransformeerd kan worden naar
bedrijventerrein.
Door middel van dit deelproject worden deze problemen aangepakt. De volgende
activiteiten zijn daarvoor voorzien: vervangen bestrating openbare weg/asfalteren,
vervangen riolering, verkeerslichten Noord-Brabantlaan afstellen ten gunste van
autoverkeer, de verkeerssituatie voor fietsers verbeteren, onderzoek naar uitbreiding en
gebruik HOV en openbaar vervoer, onderzoek naar aanleg collectieve parkeer-
gelegenheden, stimuleren aanbrengen van groenelementen in private buitenruimte,
stimuleren verbetering onderhoud en uitstraling gebouwen, handhaving op open opslag
en buitenopslag, contacten met ANWB onderhouden over handhaving ‘De Hurk’ op
snelwegbewegwijzering, onderzoek naar opwaarderen entrees, uitbaggeren en
stimuleren gebruik Beatrixkanaal (t.b.v. meerdere doelgroepen).
5.3 Parkmanagement
In hoofdstuk 4.2.2 is een aantal andere onderwerpen benoemd die door middel van
parkmanagement vorm gaan krijgen. Uit deze opsomming van onderwerpen zijn de
volgende activiteiten geselecteerd waarmee in de periode tot en met 2008 wordt gestart:
gezamenlijke inkoop van diensten, onderzoek naar en realisatie van een
glasvezelnetwerk, gladheidbestrijding, continuering van Factor Arbeid waaronder een
mobiliteitscentrum, verbeteren van de samenwerking tussen gemeente en ODH en
onderzoek naar overdracht van groenonderhoud en –beheer naar parkmanagement.
Een belangrijke andere taak van de parkmanager is het verbeteren van de veiligheid. De
activiteiten die in dit kader plaatsvinden, worden in paragraaf 5.4 beschreven.
In paragraaf 5.5 zijn ook de parkmanagementactiviteiten voor de middellange en lange
termijn weergegeven.
5.4 Criminaliteitspreventie
Het KVO gaat uit van een cyclus van acht stappen op basis waarvan de problematiek
wordt aangepakt. De eerste stap is het vormgeven van samenwerking. Hier worden door
de betrokken partijen de doelstellingen geformuleerd. De samenwerking is georganiseerd
door de inrichting van de werkgroep Keurmerk Veilig Ondernemen bedrijventerrein De
Hurk. Hierin zitten de gemeente, ODH, de politie, de brandweer en het Regionaal
Platform Criminaliteitsbeheersing.
Eind 2005 wordt de veiligheid geanalyseerd, de zogenaamde 0-meting. Deze meting
vormt de basis voor het plan van aanpak. Dit is een activiteitenplan waarin de
organisatorische en fysieke maatregelen staan die getroffen moeten worden. Vervolgens
kan het certificaat KVO worden aangevraagd. De planning is dat dit omstreeks maart
2006 zal plaatsvinden.
Hierna wordt gestart met de daadwerkelijke uitvoering van het plan van aanpak. Dit
wordt geëvalueerd, geanalyseerd en aangepast waarna tweejaarlijks hercertificering
plaatsvindt.
5.5 Actiepuntenprogramma
Het realiseren van forse ingrepen op een bedrijventerrein gaat gepaard met aanzienlijke
financiële offers. Herstructurering, waarbij de bedrijfsfunctie van het terrein behouden
blijft, brengt te allen tijde een onrendabele top met zich mede. De gemeente is zich hier
van bewust.
De in dit plan beschreven beoogde resultaten verschillen per project naar aard en
aanpak. De kosten en eventuele opbrengsten hangen nauw samen met het risicoprofiel
van elk project. Daarnaast zal elk project zijn eigen dynamiek kennen en zullen de
projectdeelnemers, zowel in omvang als in samenstelling, sterk fluctueren. Kortom, de
opstellers van dit masterplan hebben besloten dat het om die redenen geen zin heeft een
detaillistische meerjarenbegroting op terreinniveau uit te werken. Wel hebben de
gemeente en het georganiseerd bedrijfsleven afgesproken dat:
• er samenhang moet zijn tussen de projectplannen; niet alleen in organisatorisch
opzicht, maar ook voor wat betreft financiële verevening. Onder dit laatste wordt
verstaan dat (financiële) oplossingen niet alleen binnen de plangebieden dienen te
worden beoordeeld, maar dat ruimte moet blijven bestaan voor een coherente
aanpak gericht op creatieve financiële constructies (benefit sharing, value capturing,
nieuw-voor-oud etc.);
• de gemeente de bereidheid heeft om eventuele (over-)winsten uit deelprojecten in te
zetten als cofinanciering voor kostentrajecten in komende deelprojecten;
• partijen zich ten volle inspannen om zoveel mogelijk (non-cumulatieve) doelbijdragen
te verzilveren voor de realisatie van de beoogde resultaten. Hierbij wordt gedacht
aan provinciale bijdragen, stimuleringsregeling criminaliteitspreventie etc.
Ten aanzien van de totale kosten van de vier revitaliseringsprojecten is op dit moment
slechts een indicatie te geven. De deelprojecten verschillen niet alleen in aard en aanpak,
maar ook in omvang. In zijn algemeenheid is er vanuit te gaan dat een ingrijpende
revitalisering gemiddeld genomen ongeveer € 500.000,- per hectare kost, exclusief
kosten voor bodemsanering e.d. [bron: ETIN Adviseurs]. De diverse plangebieden
omvatten ruim 20 hectare, hieruit kan worden afgeleid dat het totale tekort ruim € 10
miljoen bedraagt. In de planvorming van de verschillende deelprojecten worden de
kosten en opbrengsten nader uitgewerkt. Uiteraard worden opbrengsten die in een
deelproject worden gegenereerd direct in mindering gebracht op het tekort van dat
deelproject. Eventuele overwinsten worden verevend met verliezen uit andere
deelprojecten.
Voor het geven van versnelling aan het herstructureringsproces, heeft de BHB – daartoe
gefaciliteerd door de Provincie – aan de gemeente toegezegd haar kennis ter beschikking
te stellen. De gemeente en de BHB hanteren het masterplan als een strategisch
document, dat de basis is voor de aanpak op deelplanniveau. De synergie tussen de
deelplannen wordt hiermee eveneens inzichtelijker. Daarbij moet worden gedacht aan