You are on page 1of 9

Plaatsbepaling op aarde

1. Lokaliseren of situeren

Iedere plaats op aarde heeft een naam. Dat is ook het geval voor rivieren, zeeën,
gebergten, landen, enz. Het is belangrijk de ligging van zo’n plaats vlot te vinden.

⇒ De juiste ligging van een plaats of een gebied bepalen, heet


…………………………………………………… of ……………………………………………… .

⇒ De ligging van een plaats kunnen we op verschillende manieren geven :

o De natuurkundige ligging = de ligging van een plaats ten opzichte


van de natuurlijke elementen (zee,
rivieren, gebergten, …).
o De administratieve ligging = bvb. in welke provincie een plaats ligt.
o De staatkundige ligging = in welk land een plaats ligt.
o De politieke ligging = bvb. België is een lidstaat van de
Europese Unie (EU) of Schotland is een
deel van het Verenigd Koninkrijk.

✎ Opdracht 26 : zoek van onderstaande plaatsen de gevraagde ligging op!

Plaats, stad Administratieve of


Natuurkundige ligging Politieke ligging
of land staatkundige ligging

1. Kortrij …………………………………… …………………………………… ……………………………………


k
…………………………………… …………………………………… ……………………………………
2. België
…………………………………… …………………………………… ……………………………………
3. Wales
…………………………………… …………………………………… ……………………………………
4. Antwer

Hoofdstuk 1 Landschap en kaart 36


pen …………………………………… …………………………………… ……………………………………

5. Toronto

2. Breedteligging

2.1 Theorie over de breedteligging :

⇒ De belangrijkste breedtecirkel of ………………………………………… is de


……………………………………………… .

⇒ Deze verdeelt de aarde in twee gelijke halfronden :

 …………………………………………………………………………………………

 …………………………………………………………………………………………

⇒ Kenmerken van de breedtecirkels :

 …………………………………………………………………………………………

 …………………………………………………………………………………………

 …………………………………………………………………………………………
33

⇒ Evenwijdig met de evenaar (equator) lopen nog merkwaardige


breedtecirkels.
o De twee keerkringen :

 Ten noorden van de evenaar :

……………………………………………………………

 Ten zuiden van de evenaar :

……………………………………………………………

o De twee poolcirkels :

 Ten noorden van de evenaar :

……………………………………………………………

 Ten zuiden van de evenaar :

……………………………………………………………
Hoofdstuk 1 Landschap en kaart 37
⇒ De ligging van een plaats ten opzichte van de evenaar noemen we de
…………………………………………………………… .
o Ten noorden ervan spreken we van ………………………………………………………… .
o Ten zuiden ervan spreken we van ………………………………………………………… .

Studietip!
Onthou dat een kreeft op de bok kan… maar niet omgekeerd! De
kreeftskeerkring is dus de noordelijkste / zuidelijkste van beide keerkringen.
2.2 Oefeningen op de breedteligging :

✎ Opdracht 27 : noteer op de juiste plaats op de figuur : noordelijk / zuidelijk

34

✎ Opdracht 28 : raadpleeg een wereldkaart in de atlas. In welk halfrond liggen


de volgende plaatsen (N.H. = noordelijk halfrond, Z.H. = zuidelijk halfrond):

N.H. Z.H. N.H. Z.H.


Australië   Cuba  

Canada   Groenland  

China   Madagaskar  

✎ Opdracht 29 : zoek de breedteligging op (aantal graden NB of ZB) van de


volgende plaatsen in je atlas :

Plaats New Orleans Khartoem Noordpool

Hoofdstuk 1 Landschap en kaart 38


Breedteligging ………………………… St.-Petersburg …………………………

………………………… Plaats Kaapstad …………………………

………………………… Kinshasa Breedteligging …………………………

3. Lengteligging

3.1 Theorie over de lengteligging :

⇒ De belangrijkste lengtecirkel of ………………………………………… is de


…………………………………………………………… . Deze loopt door Greenwich, een
voorstad van Londen. Men spreekt dan ook van de …………………………………………
van Greenwich.

⇒ Deze verdeelt de aarde in twee gelijke halfronden :

 …………………………………………………………………………………………

 …………………………………………………………………………………………

⇒ Kenmerken van de lengtecirkels :

 …………………………………………………………………………………………

 …………………………………………………………………………………………

 …………………………………………………………………………………………
35

⇒ De ligging van een plaats ten opzichte van de nulmeridiaan noemen we de


…………………………………………………………… .
o Ten oosten ervan spreken we van ………………………………………………………… .

o Ten westen ervan spreken we van ………………………………………………………… .

3.2 Oefeningen op de lengteligging :

Hoofdstuk 1 Landschap en kaart 39


✎ Opdracht 30 : noteer op de juiste plaats op de figuur : oostelijk / westelijk

36
✎ Opdracht 31 : raadpleeg een wereldkaart in de atlas. In welk halfrond liggen
de volgende plaatsen (W.H. = westelijk halfrond, O.H. = oostelijk halfrond):

W.H. O.H. W.H. O.H.


Australië   Cuba  

Canada   Groenland  

China   Madagaskar  

✎ Opdracht 32 : zoek de lengteligging op (aantal graden OL of WL) van de


volgende plaatsen in je atlas :

Plaats Lengteligging Plaats Lengteligging

New Orleans ………………………… Kinshasa …………………………

Khartoem ………………………… St.-Petersburg …………………………

Noordpool ………………………… Kaapstad …………………………

4. Sterrenkundige ligging

Hoofdstuk 1 Landschap en kaart 40


37 38

Op de twee figuren hierboven merk je dat zowel de wereldbol als de wereldkaart


verdeeld is door rechte of gebogen lijnen die op geregelde afstand van elkaar
lopen, de breedte- en lengtecirkels. Omdat de voorstelling van een bolvormig
oppervlak op een vlakke kaart vervormingen veroorzaakt, zijn bvb de
breedtecirkels op de kaart geen evenwijdigen met de evenaar meer. De noord-
en zuidpool vallen buiten de wereldkaart. Hierdoor snijden de lengtecirkels
elkaar niet binnen het kaartbeeld, maar neigen ze wel naar elkaar toe.
Om de juiste ligging van een plaats te bepalen zoeken we :
1. De breedteligging van die plaats.
2. Dan de lengteligging van die plaats.

⇒ Breedteligging + lengteligging = de sterrenkundige ligging.

Bvb. de sterrenkundige ligging van Johannesburg is 30° ZB en 30° OL. We


noteren altijd EERST de breedteligging, dan pas de lengteligging!

Door aan te geven welke breedte- en welke lengtecirkel door een plaats lopen,
ligt een plaats eenduidig vast.
Je merkt dat links van de kaart (zie figuur …?...) breedtegraden worden
aangegeven: van 0° (evenaar) tot 90° NB (noordpool) en van 0° (evenaar) tot
90° ZB (zuidpool).
De lengtegraden staan boven- of onderaan op de kaart: van 0° (nulmeridiaan)
tot 180° WL en van 0° (nulmeridiaan) tot 180° OL. Omdat een punt dikwijls
niet precies op de getekende parallel of meridiaan ligt, moet je afronden.

Oefeningen op de sterrenkundige ligging – Reeks 1 :

 Berlijn : p56 E2, 52°NB 14° OL

 Washington : p114 K4, 39° NB 77° WL

 Bogota : p120 E6, 5°NB, 74° WL

Hoofdstuk 1 Landschap en kaart 41


 Rome : p66 D4, 42°NB, 12° OL

 Algiers : p102 D1, 35° NB, 3° OL

 Bangkok : p 90 C3, 14° NB, 101°OL

 Detroit : p 115 J3, 43° NB, 83° WL

 Quito : p 123 C3, O° 78° WL

 Wellington : p 131 H6, 41° ZB, 175° OL

 Seoul : p 95 L4, 37° NB, 127° OL


Oefeningen op de sterrenkundige ligging – Reeks 2 :

 Moskou : p 74 E4, 55° NB, 38° OL

 Parijs : p 52 E2, 49° NB, 2 ° OL

 Sydney : p 130 F5, 33° ZB, 151° OL

 L.A. (VS) : p 114 C5, 34° NB, 118° WL

 Lima : 123 C4, 12° ZB, 77° WL

 Madrid : p64 D2, 40° NB, 4° WL

 Bagdad : p 86 D3, 33° NB, 45° OL

 Dhaka :p 94 E7, 24° NB, 90° OL

 Jakarta : p 90 D7, 6° ZB, 106° OL

 Havana : p 115 J7, 23° NB, 83° WL

Oefeningen op de sterrenkundige ligging – Reeks 3 : welke stad vind je


terug op :

 33° N.B. en 13° O.L. : Tripoli

 10° N.B. en 67° W.L. : Caracas

 37° Z.B. en 145° O.L. : Melbourne

Hoofdstuk 1 Landschap en kaart 42


 3° Z.B. en 60° W.L. : Manaus

Oefeningen op de sterrenkundige ligging – Reeks 4 : in welk land ligt :

 Een plaats op 40° N.B. en 100° W.L. : VS

 Een plaats op 20° Z.B. en 140° O.L. : Australië

 Een plaats op 30° N.B. en 80° O.L. : India

 Een plaats op 50° Z.B. en 70° W.L. : Argentinië

Samenvatting: plaatsbepaling op aarde

Kun jij deze samenvatting


invullen zonder te spieken
op de vorige blaadjes!?
Veel succes!

1. Lokaliseren of situeren = de ……………………………… ……………………………………………


van een plaats aangeven.

2. De breedteligging

⇒ Breedtecirkels of ………………………………………………… :
o Lopen wel / niet evenwijdig met de evenaar.
o Snijden elkaar wel / niet.
o Zijn wel / niet allemaal even lang.

⇒ Bijzondere breedtecirkels:
o De evenaar.
o De keerkringen (kreefts- & steenbokskeerkring).
o De poolcirkels (noord- & zuidpoolcirkel).

⇒ Breedteligging = de ligging van een plaats t.o.v. …………………


……………………………………………………… .

3. De lengteligging

Hoofdstuk 1 Landschap en kaart 43


⇒ Lengtecirkels of ………………………………………………… :
o Lopen wel / niet evenwijdig met de nulmeridiaan.
o Snijden elkaar wel / niet ………………………………………………………… .
o Zijn wel / niet allemaal even lang.

⇒ Bijzondere lengtecirkels :
o De nulmeridiaan of de meridiaan van
………………………………………………… .

⇒ Lengteligging = de ligging van een plaats t.o.v. ………………………


…………………………………………………… .

4. De sterrenkundige ligging = Breedteligging + lengteligging.

Hoofdstuk 1 Landschap en kaart 44

You might also like