You are on page 1of 14

KATHOLIEKE HOGESCHOOL MECHELEN DEPARTEMENT VERPLEEGKUNDE EN

LERARENOPLEIDING
CAMPUS ‘DE VEST’ OPLEIDING LERAAR LAGER ONDERWIJS
Zandpoortvest 60
2800 Mechelen
tel. 015/36 93 50 / fax 015/36 95 59 en 69

opgesteld door: Daelemans Veronique Naam: Daelemans Veronique

nagekeken door: LLO: 1LLOB

Stageschool: STAPS

datum nazicht:: Klas: 4de leerjaar

Stagementor: Bruno Van Praet

DIDACT ISCHE ACT IVIT EIT EN

Aard van de activiteit: Datum : 8 mei 2007 Tijdstip :14.50 uur – 15.40
uur

Vak : Muzikale Opvoeding Lesonderwerp : Wat gaan we doen met de dronken zeeman?
Bronnen
1. Cursus Muzikale Opvoeding academiejaar 2006-2007

Beginsituatie:
Het liedje zou al gekend kunnen zijn bij enkele kinderen.

Materiële situatie
1. n lln.: 14 lln.

2. klasschikking: De leerlingen zitten per 2 in drie rijen.

3. didactisch materiaal: 14 muziekinstrumenten(uit de klas), liedprenten

Bordschema (zie achteraan)

HOOFDDOELEN VAN DEZE LES


• delen van een tekst begrijpen met behulp van visuele ondersteuning.
• muziek beluisteren en ervaren, muzikale impressies opdoen uit de geluidsomgeving
• openstaan voor hedendaagse muziek, muziek uit andere tijden, andere landen en culturen.
• genieten van zingen en musiceren en dit gebruiken als impuls voor nieuwe muzikale spelideeën of andere aanverwante expressiewijzen
T IMING LEERDOELEN LEERACTIVITEITEN AANPAK
1. Instap
5 min. Na de vorige les verkleed ik me vlug als zeeman. “Wel,
wel wel, waar ben ik nu aanbeland? Allemaal kinderen.
Oei, dan ben ik precies niet meer op zee. Wat is nu toch
gebeurd? Waar ben ik? Wie zijn jullie?”
De leerlingen: “Je bent in het vierde leerjaar.”
“In het vierde leerjaar? Tja, als je zo lang op zee zit,dan
vergeet je soms toch wel eens waar je bent. Goh, die
zee, daar kan ik veel over vertellen. Ik ben zo al eens
vergaan met mijn schip. Toen ben ik aangespoeld op
een onbewoond eiland. Daar was werkelijk niemand.
Maanden en maanden heb ik daar gewoond. Ik moest
zelf mijn vis vangen, in bomen kruipen om kokosnoten
te plukken. Het was zwaar, maar je ziet ik heb het
overleefd hé. Op een dag kwam er dan toch een schip.
Toen heb ik een heel groot vuur gemaakt en zo hebben
ze me gevonden. Maar als je nu denkt dat ik nu bang
geworden van de zee, dan heb je het mis. Eens een
zeebonk, altijd een zeebonk.
Maar nu vraag ik mij toch af wat er gebeurd is en hoe ik
hier ben beland. Oei, oei, ik denk dat ik het al weet. Ik
zal weer dronken geweest zijn. Ik zie daar die lege fles
wijn staan, als ik die helemaal alleen heb op gedronken,
dan zal ik wel goed in de wind geweest zijn. Ik heb
trouwens ook zo’n hoofdpijn. Dat moet wel een kater
zijn. Oei, oei, wat zullen mijn kameraden op het schip nu
wel denken van mij. Ze zullen wel weer dat liedje aan ’t
zingen zijn dat ze eens over mij gemaakt hebben. Dat
gaat zo:”
2. Luisterfase
15 min. Ik zing het liedje voor de eerste maal. Ik zing alle strofes
achter elkaar één keer door.
”Zeg, maar zo zonder muziek is dat maar saai hé. Weten
jullie wat, als jullie al eens de maat meeklappen in jullie
handen. Misschien dat het dan al wat leuker wordt.
Willen jullie dat doen?” Ik zing de eerste twee strofes
De leerlingen kunnen de hoofdtijden van ‘Wat De leerlingen klappen in de handen op de hoofdtijden. van het lied opnieuw en klap samen met de kinderen op
gaan we doen met de dronken zeeman?’ de hoofdtijd.
meeklappen in hun handen.
De leerlingen kunnen de tijden van ‘Wat gaan De leerlingen klappen in de handen op de tel. “Dat doen jullie al heel goed. Het klinkt wel een beetje
we doen met de dronken zeeman?’ meeklappen traag. Zullen we eens op de tel in onze handen klappen,
in hun handen. dan zal het al een stukje vrolijker klinken.”Ik doe het
even voor.
Ik zing het liedje opnieuw helemaal door. Ondertussen
klappen de kinderen en ik in onze handen op de tel.

“Waw, dat klinkt fantastisch. Willen we er nu nog iets


bijdoen? Laten we nu niet alleen in onze handen klappen
maar ook tegelijk in de maat door de klas stappen. Dus
terwijl ik zing stappen jullie allemaal in de maat en
klappen jullie in je handen. Sta maar allemaal recht. “X,
jij mag vertrekken van zodra ik begin te zingen en de
anderen volgen jou. Zorg er wel voor dat je in de maat
stapt. Daar gaan we:”
Ik zing het liedje nogmaals volledig. Als ik merk dat de
De leerlingen kunnen in de maat van ‘Wat gaan De leerlingen klappen in de handen en stappen kinderen niet in de maat stappen, hou ik hen tegen en
we doen met de dronken zeeman?” en ondertussen in de maat. begin met hen opnieuw in de maat te stappen. Ik stop
tegelijkertijd ook in de maat klappen met hun echter niet met zingen.
handen.
“Dat zag er al heel leuk uit, maar nu wil het nog wat
plezanter maken. Ik heb hier een doos met
muziekinstrumenten. Jullie mogen er elk één uit kiezen.
Daarna doen we net hetzelfde als daarjuist, maar in
plaats van met jullie handen de klappen, maken jullie
De leerlingen kiezen een muziekinstrument uit. muziek in de maat. Kom nu rustig een muziekinstrument
halen.”

“Goed, ik zing het liedje nog een keer en nu stappen


De leerlingen kunnen muziek maken met hun De leerlingen stappen in de maat en maken jullie terug in de maat en maken muziek in de maat met
muziekinstrument in de maat van ‘Wat gaan we ondertussen muziek in de maat met hun muziek jullie instrumenten. Y, jij mag beginnen en de rest volgt.”
doen met de dronken zeeman?’. instrument. Als ik merk dat dit in het honderd loopt, stop ik en maak
met de leerlingen eerst even muziek in de maat.

“Dat was echt leuk, maar het gaat nog leuker zijn als
jullie mee kunnen zingen. Ga, maar terug allemaal op
jullie plaats zitten. Ik ga een aantal prenten uitdelen. Ik
heb er wel niet genoeg voor iedereen. Straks ga ik het
liedje opnieuw zingen, en nu zou ik willen dat diegene
die dan een prent hebben, naar voor komen als ze
denken dat hun prent bij de strofe hoort. Straks gaan we
dan eens kijken of ze allemaal in de juiste volgorde
staan. Ondertussen zou ik ook graag hebben dat jullie
het liedje meeneuriën, ik denk dat jullie dat nu wel al
kunnen hé. Je hebt het al zo dikwijls gehoord. Dat moet
dus lukken. Zullen we eens proberen? En diegenen die
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met een prent hebben, komen op het juiste ogenblik op naar
de dronken zeeman?’ neuriën. voor.” Ondertussen heb ik de prenten al uitgedeeld. Ik
De leerlingen kunnen de liedprenten bij ‘Wat De leerlingen neuriën het lied mee terwijl de leerkracht zing het lied een laatste maal helemaal alleen.
gaan we doen met de dronken zeeman?’ in de zingt. De leerlingen met een liedprent komen op het
juiste volgorde plaatsen. gepaste ogenblik naar voren.
3. Zangfase
15 min. “Goed, eens kijken of jullie de prenten goed geordend
hebben. Wat denken jullie? Staan ze in de juiste
volgorde?”
De leerlingen kijken na of de volgorde klopt. Als dat niet
zo is verbeteren ze de leerlingen die vooraan staan.
Ik hang de prenten in de goede volgorde op bord.
“Laten we eens kijken of we het refrein al kunnen zingen.
Ik zing het één keer voor en dan herhalen jullie.”
De leerlingen kunnen het refrein van ‘Wat gaan Ik zing het refrein voor.
we doen met de dronken zeeman?’ nazingen. De leerlingen zingen het refrein na.
“Willen jullie het nog eens zingen? Maar dan wat luider?”
De leerlingen zingen het refrein nog eens opnieuw.
“Dat klonk al veel beter. Eerste strofe. Ik zing voor en
jullie zingen na. Daarna zingen we samen het refrein.”
Ik zing de eerste strofe voor.
De leerlingen kunnen de strofes van ‘Wat gaan De leerlingen zingen de eerste strofe na en vervolgen
we doen met de dronken zeeman?” nazingen. daarna met het refrein. “Tweede strofe, we gaan verder zoals daarnet. Ik zing
voor, jullie zingen na en dan zingen we samen het
refrein. Zo gaan we dan verder tot we alle strofes gehad
hebben.
De leerlingen zingen elke strofe na, en zingen tussen
de verschillende strofes het refrein.
“Dat klonk al heel goed. Jullie krijgen nu van mij elk de
tekst van het liedje.” Ik deel de teksten uit.
”Laten we nog eens het liedje volledig zingen. Samen.”
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met De leerlingen zingen het volledige liedje mee.
de dronken zeeman?’ volledig zingen. “Dat klonk fantastisch. Ik ga nu klas in twee verdelen.
We gaan een wisselzang doen. De eerste groep zingt de
strofes, de tweede groep zingt het refrein. Zo gaan we
het liedje volledig doorzingen.” Ik verdeel de klas in twee
ongeveer gelijke groepen.
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met De leerlingen zingen in wisselzang het liedje volledig
de dronken zeeman?’ in wisselzang zingen. door.
“Nu draaien we de rollen om. Groep twee zingt de
strofes en groep 1 zingt telkens het refrein.”
De leerlingen zingen in wisselzang het liedje volledig
door.
4. Verwerkingsfase
“We gaan nu het liedje allemaal terug samen zingen,
maar nu gaan we de tweede zin van elke strofe heel stil
zingen. De andere zinnen zingen gewoon. Gaan we dat
eens proberen?”
De leerlingen kunnen verschil in geluidssterkte De leerlingen zingen het lied volledig en zingen telkens
leggen in ‘Wat gaan we doen met de dronken de twee zin van elke strofe heel zachtjes.
zeeman?’. “We gaan nog eens hetzelfde doen, maar nu gaan we de
‘hola’ van het refrein heel luid zingen en de rest ook weer
normaal. Dus de tweede zin van de strofe heel stil, de
‘hola’ heel luid en de rest normaal. Eens kijken of dat
lukt.”
De leerlingen zingen het lied volledig en zingen telkens
de twee zin van elke strofe heel zachtjes en de ‘hola’ in
het refrein heel luid.
“ Reuzegoed. We gaan het nog wat moeilijker maken.
We zingen het liedje zoals we net gedaan hebben, maar
ondertussen klappen we in onze handen op de maat.
Laat maar eens horen dat jullie dat kunnen.”
De leerlingen zingen het lied volledig en zingen telkens
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met de twee zin van elke strofe heel zachtjes en de ‘hola’ in
de dronken zeeman?’ volledig zingen en het refrein heel luid. Ondertussen klappen ze met hun
tegelijkertijd met hun handen in de maat handen in de maat.
klappen. “We blijven het lied zingen zoals we daarnet gedaan
hebben, maar nu gaan we proberen om in de maat
afwisselend in onze handen te klappen en met onze voet
te stampen. Ik doe het even voor. (Ik doe het voor) Nu
jullie.”
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met De leerlingen zingen het lied volledig en zingen telkens
de dronken zeeman?’ volledig zingen en de twee zin van elke strofe heel zachtjes en de ‘hola’ in
tegelijkertijd afwisselend met hun handen in de het refrein heel luid. Ondertussen bewegen ze in de
maat klappen en met hun voet op de grond maat door afwisselend in de handen de klappen en met
stampen. hun voet te stampen.”
“Nu mogen jullie allemaal een potlood nemen. Nu gaan
we op elke zin iets anders doen. Op de eerst zin van de
strofe klappen we in onze handen op de maat, dus daar
schrijf je een ‘h’ van handen. Op de tweede zin gaan we
op onze billen slaan, maar wel niet te hard! Daar mag je
dus een ‘b’ van billen zetten. Op de derde zin stampen
we met onze voet op de grond. Daar mag je dan een ‘v’
van voet bijschrijven. En op de laatste zin van de strofe
klappen we terug in onze handen. Daar mag je dus
opnieuw een ‘h’ zetten. Tijdens het refrein proberen we
met onze vingers te knippen.
Ik zal het even voordoen.”
Ik doe het voor met de eerste strofe.
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met “Nu mogen jullie proberen. Ik zal ook meedoen.”
de dronken zeeman?’ volledig zingen en De leerlingen klappen op de eerste zin in de maat. Op
ondertussen gebruik maken van de de tweede zin slaan ze op hun billen. Op de derde zin
verschillende slagvlakken. stampen ze met hun voet op de grond. Op de vierde zin
klappen ze terug in hun handen. En tijdens het refrein
knippen ze met hun vingers. Terwijl ze dit doen, zingen
ze het lied uit volle borst mee.
4. Afsluiting
“Amai, dat klonk goed. Mijn kameraden zouden het
moeten horen. Maar zeg, hoe laat is dat eigenlijk? (Kijkt
naar de klok) Oei, is het al zo laat. Ik moet dringend
terug naar mijn schip. Straks vertrekken ze nog zonder
mij. Allée, dag hé! (Verlaat de klas)
B O R D PLAN

B IJ L AG E N

Liedprenten
Tekst: “Wat gaan we doen met de dronken zeeman.”
Wat gaan we doen met de dronken zeeman?

Wat gaan we doen met de dronken zeeman?


Wat gaan we doen met de dronken zeeman?
Wat gaan we doen met de dronken zeeman?
’s Morgens in de vroegte.

Hola, en hop daar gaat ie.


Hola, en hop daar gaat ie.
Hola, en hop daar gaat ie.
’s Morgens in de vroegte.

Stop hem in zijn bed, hij zal wel slapen.


Stop hem in zijn bed, hij zal wel slapen.
Stop hem in zijn bed, hij zal wel slapen.
’s Morgens in de vroegte

refrein

Hang hem in de mast om uit te waaien.


Hang hem in de mast om uit te waaien.
Hang hem in de mast om uit te waaien.
’s Morgens in de vroegte

refrein

Roep de kapitein, hij zal hem leren.


Roep de kapitein, hij zal hem leren.
Roep de kapitein, hij zal hem leren.
’s Morgens in de vroegte.
refrein

Dat gaan we doen met de dronken zeeman.


Dat gaan we doen met de dronken zeeman.
Dat gaan we doen met de dronken zeeman.
’s Morgens in de vroegte

refrein

You might also like