Professional Documents
Culture Documents
LERARENOPLEIDING
CAMPUS ‘DE VEST’ OPLEIDING LERAAR LAGER ONDERWIJS
Zandpoortvest 60
2800 Mechelen
tel. 015/36 93 50 / fax 015/36 95 59 en 69
Stageschool: STAPS
Aard van de activiteit: Datum : 8 mei 2007 Tijdstip :14.50 uur – 15.40
uur
Vak : Muzikale Opvoeding Lesonderwerp : Wat gaan we doen met de dronken zeeman?
Bronnen
1. Cursus Muzikale Opvoeding academiejaar 2006-2007
Beginsituatie:
Het liedje zou al gekend kunnen zijn bij enkele kinderen.
Materiële situatie
1. n lln.: 14 lln.
“Dat was echt leuk, maar het gaat nog leuker zijn als
jullie mee kunnen zingen. Ga, maar terug allemaal op
jullie plaats zitten. Ik ga een aantal prenten uitdelen. Ik
heb er wel niet genoeg voor iedereen. Straks ga ik het
liedje opnieuw zingen, en nu zou ik willen dat diegene
die dan een prent hebben, naar voor komen als ze
denken dat hun prent bij de strofe hoort. Straks gaan we
dan eens kijken of ze allemaal in de juiste volgorde
staan. Ondertussen zou ik ook graag hebben dat jullie
het liedje meeneuriën, ik denk dat jullie dat nu wel al
kunnen hé. Je hebt het al zo dikwijls gehoord. Dat moet
dus lukken. Zullen we eens proberen? En diegenen die
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met een prent hebben, komen op het juiste ogenblik op naar
de dronken zeeman?’ neuriën. voor.” Ondertussen heb ik de prenten al uitgedeeld. Ik
De leerlingen kunnen de liedprenten bij ‘Wat De leerlingen neuriën het lied mee terwijl de leerkracht zing het lied een laatste maal helemaal alleen.
gaan we doen met de dronken zeeman?’ in de zingt. De leerlingen met een liedprent komen op het
juiste volgorde plaatsen. gepaste ogenblik naar voren.
3. Zangfase
15 min. “Goed, eens kijken of jullie de prenten goed geordend
hebben. Wat denken jullie? Staan ze in de juiste
volgorde?”
De leerlingen kijken na of de volgorde klopt. Als dat niet
zo is verbeteren ze de leerlingen die vooraan staan.
Ik hang de prenten in de goede volgorde op bord.
“Laten we eens kijken of we het refrein al kunnen zingen.
Ik zing het één keer voor en dan herhalen jullie.”
De leerlingen kunnen het refrein van ‘Wat gaan Ik zing het refrein voor.
we doen met de dronken zeeman?’ nazingen. De leerlingen zingen het refrein na.
“Willen jullie het nog eens zingen? Maar dan wat luider?”
De leerlingen zingen het refrein nog eens opnieuw.
“Dat klonk al veel beter. Eerste strofe. Ik zing voor en
jullie zingen na. Daarna zingen we samen het refrein.”
Ik zing de eerste strofe voor.
De leerlingen kunnen de strofes van ‘Wat gaan De leerlingen zingen de eerste strofe na en vervolgen
we doen met de dronken zeeman?” nazingen. daarna met het refrein. “Tweede strofe, we gaan verder zoals daarnet. Ik zing
voor, jullie zingen na en dan zingen we samen het
refrein. Zo gaan we dan verder tot we alle strofes gehad
hebben.
De leerlingen zingen elke strofe na, en zingen tussen
de verschillende strofes het refrein.
“Dat klonk al heel goed. Jullie krijgen nu van mij elk de
tekst van het liedje.” Ik deel de teksten uit.
”Laten we nog eens het liedje volledig zingen. Samen.”
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met De leerlingen zingen het volledige liedje mee.
de dronken zeeman?’ volledig zingen. “Dat klonk fantastisch. Ik ga nu klas in twee verdelen.
We gaan een wisselzang doen. De eerste groep zingt de
strofes, de tweede groep zingt het refrein. Zo gaan we
het liedje volledig doorzingen.” Ik verdeel de klas in twee
ongeveer gelijke groepen.
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met De leerlingen zingen in wisselzang het liedje volledig
de dronken zeeman?’ in wisselzang zingen. door.
“Nu draaien we de rollen om. Groep twee zingt de
strofes en groep 1 zingt telkens het refrein.”
De leerlingen zingen in wisselzang het liedje volledig
door.
4. Verwerkingsfase
“We gaan nu het liedje allemaal terug samen zingen,
maar nu gaan we de tweede zin van elke strofe heel stil
zingen. De andere zinnen zingen gewoon. Gaan we dat
eens proberen?”
De leerlingen kunnen verschil in geluidssterkte De leerlingen zingen het lied volledig en zingen telkens
leggen in ‘Wat gaan we doen met de dronken de twee zin van elke strofe heel zachtjes.
zeeman?’. “We gaan nog eens hetzelfde doen, maar nu gaan we de
‘hola’ van het refrein heel luid zingen en de rest ook weer
normaal. Dus de tweede zin van de strofe heel stil, de
‘hola’ heel luid en de rest normaal. Eens kijken of dat
lukt.”
De leerlingen zingen het lied volledig en zingen telkens
de twee zin van elke strofe heel zachtjes en de ‘hola’ in
het refrein heel luid.
“ Reuzegoed. We gaan het nog wat moeilijker maken.
We zingen het liedje zoals we net gedaan hebben, maar
ondertussen klappen we in onze handen op de maat.
Laat maar eens horen dat jullie dat kunnen.”
De leerlingen zingen het lied volledig en zingen telkens
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met de twee zin van elke strofe heel zachtjes en de ‘hola’ in
de dronken zeeman?’ volledig zingen en het refrein heel luid. Ondertussen klappen ze met hun
tegelijkertijd met hun handen in de maat handen in de maat.
klappen. “We blijven het lied zingen zoals we daarnet gedaan
hebben, maar nu gaan we proberen om in de maat
afwisselend in onze handen te klappen en met onze voet
te stampen. Ik doe het even voor. (Ik doe het voor) Nu
jullie.”
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met De leerlingen zingen het lied volledig en zingen telkens
de dronken zeeman?’ volledig zingen en de twee zin van elke strofe heel zachtjes en de ‘hola’ in
tegelijkertijd afwisselend met hun handen in de het refrein heel luid. Ondertussen bewegen ze in de
maat klappen en met hun voet op de grond maat door afwisselend in de handen de klappen en met
stampen. hun voet te stampen.”
“Nu mogen jullie allemaal een potlood nemen. Nu gaan
we op elke zin iets anders doen. Op de eerst zin van de
strofe klappen we in onze handen op de maat, dus daar
schrijf je een ‘h’ van handen. Op de tweede zin gaan we
op onze billen slaan, maar wel niet te hard! Daar mag je
dus een ‘b’ van billen zetten. Op de derde zin stampen
we met onze voet op de grond. Daar mag je dan een ‘v’
van voet bijschrijven. En op de laatste zin van de strofe
klappen we terug in onze handen. Daar mag je dus
opnieuw een ‘h’ zetten. Tijdens het refrein proberen we
met onze vingers te knippen.
Ik zal het even voordoen.”
Ik doe het voor met de eerste strofe.
De leerlingen kunnen ‘Wat gaan we doen met “Nu mogen jullie proberen. Ik zal ook meedoen.”
de dronken zeeman?’ volledig zingen en De leerlingen klappen op de eerste zin in de maat. Op
ondertussen gebruik maken van de de tweede zin slaan ze op hun billen. Op de derde zin
verschillende slagvlakken. stampen ze met hun voet op de grond. Op de vierde zin
klappen ze terug in hun handen. En tijdens het refrein
knippen ze met hun vingers. Terwijl ze dit doen, zingen
ze het lied uit volle borst mee.
4. Afsluiting
“Amai, dat klonk goed. Mijn kameraden zouden het
moeten horen. Maar zeg, hoe laat is dat eigenlijk? (Kijkt
naar de klok) Oei, is het al zo laat. Ik moet dringend
terug naar mijn schip. Straks vertrekken ze nog zonder
mij. Allée, dag hé! (Verlaat de klas)
B O R D PLAN
B IJ L AG E N
Liedprenten
Tekst: “Wat gaan we doen met de dronken zeeman.”
Wat gaan we doen met de dronken zeeman?
refrein
refrein
refrein