You are on page 1of 2

Infinitif Indicatif prsent = Tegenwoordige tijd je parle = ik praat Je pars = ik vertrek

Infinitif pass Pass Compos = Toekomende tijd Jai parl = ik heb gepraat je suis parti(e)= ik ben vertrokken voltooide actie actie VT met aanduiding tijd actie op bepaald moment in het verleden actie van korte duur opeenvolgende acties Plus-que-parfait Javais parl = ik had gepraat Jtais parti(e) = ik was vertrokken

Imparfait Je parlais = ik praatte Je partais = ik vertrok beschrijving gewoonte Nousvorm ONS + ais,ais,ait,ions,iez,aient Futur simple = toekomstige tijd Je parlerai = ik zal spreken Je partirai = ik zal vertrekken duidt een toekomstige gebeurtenis aan Infinitief + ai,as,a,ons,ez,ont ZAL/ZULLEN Conditionnel prsent = voorwaardelijke wijs Je parlerais = ik zou spreken Je partirais = ik zou vertrekken Infinitif + ais,ais,ait,ions,iez,aient Subjonctif prsent = aanvoegende wijs Que je parle = dat ik praat Que je parte = dat ik vertrek Que Je,tu,il,ils = ilsvorm ENT + uitgangen Nous,vous= nousvorm ONS + ions/iez

Avoir /tre van imparfait + PP Futur antrieur = volooid toekomende tijd Jaurai parl = ik zal gepraat hebben Je serai parti(e) = ik zal vertrokken zijn

Avoir /tre van FS + PP Conditionnel pass = voorw. wijs in het verleden Jaurais parl = ik zou gepraat hebben Je serais parti(e) = ik zou vertrokken zijn Avoir/tre van CP + PP Subjonctif pass Que jaie parl = dat ik gepraat heb Que je sois parti(e) = dat ik vertrokken ben Avoir/tre Sub.Pr. + PP

La forme en ANT

Le participe prsent = het tegenwoordig deelwoord = INVARIABLE nousvorm indicatif ONS + ANT Bv nous parlant = sprekend Bv nous buvant = drinkend Exeptions: AYANT(avons) ETANT(sommes) SACHANT(savons) Ladjectif verbal = VARIABLE Bv. Cest une femme charmante Bv. Nous sommes alls une soire dansante Le grondif = INVARIABLE EN + Participe Prsent En mentant = door te liegen Mangeant = al etend

Limpratif = gebiedende wijs Restez-ici! Lave-toi Fermez-la fentre drukt een bevel uit geeft raad TU, NOUS, VOUS Le pass rcent = een recent verleden An vient de tlphoner = an heeft zopas gebeld Indicatif prsent van VENIR + d/d + infinitif Viens,viens,vient,venons,venez,viennent Futur proche : gebeurtenis in nabije toekomst Il va venir = Hij gaat dadelijk komen ALLER + infinitif Vais, vas, va, allons, allez, vont

You might also like