You are on page 1of 26

Leestas: informatie voor de leerkracht

In deze tas zitten verschillende opdrachten om het lezen te


motiveren en te bevorderen. De meeste werkbladen zijn te gebruiken
in meerdere groepen. De boeken in de tas kun je zelf aanpassen aan
interesse en leesniveau van de kinderen. Je zou er ook voor kunnen
kiezen om verschillende tassen te maken (al deze dingen in n tas is
wel erg veel). Zo kun je vaker een tas meegeven. Wanneer de
kinderen de tas weer inleveren geef ik ze een mooie kaart.
Ik heb de werkbladen voornamelijk van pinterest, maar alles bij
elkaar gezet in n document, zodat het voor iedereen makkelijk uit
te printen is.

Veel succes en plezier er mee!
Linda Koerhuis









Inhoud Leestas
Leestas kaarten gelamineerd:
Dobbelspel lezen
Spelbord rijtjes lezen
Opdracht kaartje zelf een verhaal schrijven
Opdrachtkaartje 3 geheime boeken
Opdrachtkaartje knuffellezen
Opdrachtkaartje 1-minuut lezen
Theaterlezen: Michiel de Ruyter
Theaterlezen: Meester Jaap gaat nooit verloren
Theaterlezen: Meester Jaap en het wc-rollen gevecht
Theaterlezen: Meester Jaap wordt een nachtegaal
Dobbelspel theaterlezen
Boekenlegger monster
Voor ouders: waarom is lezen belangrijk?
Woordkaart met rijtjes voor 1 minuut lezen

Leestas mapje met werkbladen:
Leesbingo kaart
Tekening maken en in een paar korte zinnen vertellen waar het boek over gaat
Verwerkingsopdracht boeken
leesmeter
Boekenlegger maken
Leesdiploma
Wat zit er nog meer in de leestas:
Pet
Zaklamp
Bakje met kaartjes om zelf een verhaal te schrijven
Stripboeken
Gedichtenboek
Moppenboek
Informatief boek over dieren
3 geheime boeken
Boek + film
Knuffel
Dobbelstenen + pionnetjes
Stickers voor de leesbingo
Boekenlegger met oogje
Whiteboard stift
Zandloper
































































































Opdracht kaart: zelf een verhaal
schrijven
In het bakje zitten verschillende fotokaarten. Kies er
eentje die jij leuk vindt. Schrijf of typ op de computer
er een mooi, leuk of spannend verhaal over. Lees het
daarna voor aan een vriend/vriendin, papa of mama,
oom, tante of juf. Succes!
Opdracht kaart: Geheime boeken
In de leestas zitten 3 geheime boeken. Kies er maar
ntje uit! Dit boek kun je dan ook gelijk voor de
andere opdrachten gebruiken!
Opdracht kaart: Knuffellezen
Kies een boek/strip en lees het voor aan de knuffel!
Opdracht kaart: 1-minuut lezen
Pak de woordkaarten met de rijtjes en een zandloper.
Hoeveel woorden kun jij lezen in een minuut? Heb je
de lijst helemaal gelezen? Dan begin je overnieuw!
Zet met de whiteboard stift een streepje bij het
woord waar je gekomen bent. Kijk de volgende dag of
je je eigen record kunt verbreken!
Kaartjes bij zelf een verhaal schrijven










Kauwgum, kauwgum, kauwgum










Het was een hele warme dag..



Hoe heeft deze vogel
de kat in de kooi
gelokt?









Waarom is dit
omaatje boos?








Wat hebben deze
kinderen gedaan?









Je teddybeer is ineens
levensgroot
geworden.






Zou jij van deze
achtbaan durven
met je fiets?










Super eekhoorn!
Wie gaat hij redden?








Kikkers in de
klas. Welke
lessen volgen
ze? Welk
beroep gaan ze
later doen?







Wat is hier
gebeurd?








Op een dag zet je de
kraan open, en komt er
alleen maar snoep uit
de kraan.







Wat vertelt deze
kangoeroe aan de
ander?









Wat staat er in
deze flessenpost?















Wat zou jij doen met een miljoen euro?




Op een dag belt er
iemand aan. Je doet
de deur open en.








Waar hebben deze
omaatjes ruzie over?







Woordkaart 1 minuut lezen


Theaterlezen: Michiel de Ruyter

Rollen:
Verteller
Meester
Koster
Michiel
Vader
De regering in den Haag

Verteller:
Lang geleden werd er in Vlissingen een kind geboren dat van zijn ouders de naam
Michiel kreeg. Michiel was geen gemakkelijk kind. Hij mocht naar school, maar daar
luisterde hij zo slecht dat de meester hem op een dag naar huis stuurde.

Meester:
Wegwezen, je hoeft niet meer terug te komen.

Verteller:
Dat vond Michiel niet erg. Er waren in de stad genoeg avonturen te beleven. In plaats
van naar huis te gaan, liep Michiel naar de kerk en begon hij de toren te beklimmen.
Niet via de trap, maar langs de buitenkant. Hij klom tot boven op de spits van de
toeren. De koster van de kerk zag het.

Koster:
H, jij daar, kom als de wiedeweerga naar beneden!

Michiel:
Maar hiervandaan heb ik juist zon mooi uitzicht! Zo kan ik de schepen op zee zien.

Verteller:
Michiels vader moest eraan te pas komen om hem naar beneden te halen.

Vader:
Kom, ik breng je weer naar school.

Michiel:
Dat kan niet, de meester heeft me er vanaf gestuurd.

Vader:
Wat wil je dan?

Michiel:
Ik wil naar zee.

Vader:
Dat is veel te gevaarlijk voor een kind. Je bent pas tien. Als je niet wilt leren, moet je
naar de fabriek. Kom maar mee.


Verteller:
Michiels vader bracht zijn zoon naar een touwfabriek. Michiel werd meteen aan het
werk gezet. Net als alle andere kinderen die in de fabriek werkten, moest hij aan een
houten wiel draaien. Aan dat wiel waren dunne touwtjes vastgebonden. Door aan het
wiel te draaien, draaiden al die dunne touwtjes in elkaar, tot ze n dik touw werden.
Zulke dikke touwen werden op schepen gebruikt. Al snel kreeg Michiel schoon
genoeg van het harde werken. Elke dag moest hij vroeg opstaan om naar de
touwfabriek te gaan. In zijn kiel, een bloes met blauwe ruitjes, draaide hij aan zijn
wiel. De hele dag.

Uiteindelijk kreeg Michiel zijn zin. Zijn vader liet hem naar zee gaan. Als jongste
matroos mocht Michiel meevaren op een groot zeilschip. Later werd hij stuurman.
Nog later kapitein. En nog later de admiraal van alle Hollandse oorlogsschepen. Met
die schepen kwam Michiel ook in een echte oorlog terecht. Er waren drie landen die
ons land wilden bezetten: Duitsland, Frankrijk en Engeland stuurden schepen, vol
met soldaten en kanonnen.

De regering in Den Haag:
Er is maar n man die ons land kan redden. Dat is Michiel de Ruyter. Weten jullie
nog dat hij op een dag de piraten te slim af was? Toen zijn schip werd aangevallen,
liet hij de matrozen het dek insmeren met boter. Alle piraten gleden uit en werden
gevangengenomen. Michiel kreeg het aller mooiste schip van het land: De Zeven
Provincin. Voor het vechten begon riep hij alle mannen bij elkaar.

Michiel:
Luister, we moeten een plan bedenken. We gaan niet in het wilde weg schieten met
onze kanonnen. Dan gaat het meestal mis. Voor je het weet schiet je per ongeluk
n van je eigen schepen naar de bodem van de zee. Ik wil dat jullie morgen netjes
in een rij achter elkaar gaan varen. Als ik een signaal geef, begin je pas met
schieten.

Verteller:
Het plan van Michiel werkte. De vijand werd op de vlucht gejaagd, maar de oorlog
was nog niet afgelopen. Michiel riep zijn mannen weer bij elkaar.

Michiel:
Bij de volgende zeeslag moeten alle schepen vlaggen gebruiken om mee te seinen.
Zo kunnen we elkaar beter op de hoogte houden.

Verteller:
Het was een goede afspraak. Ook de volgende slag werd gewonnen. De schepen
van de vijand werden aan flarden geschoten. De Fransen en de Engelsen gaven de
strijd op.1672 was een belangrijk jaar in de geschiedenis van ons land. Sommige
mensen zeiden: Het was een rampjaar, maar door de hulp van Michiel is het toch
nog goed afgelopen.


Theaterlezen: Meester Jaap gaat nooit verloren

Rollen:
Verteller
Meester Jaap
Johan
Steffie

Verteller:
Er is groot feest, want de school bestaat vijfentwintig jaar. Elke groep heeft iets leuks
mogen bedenken. Het moest wel iets zijn waar alle kinderen plezier aan konden
beleven. Er is een picknick, een toneelstuk en een kermis.

De klas van meester Jaap gaat voetballen tegen alle meesters en juffen. Toen ze het
plan bedachten, vond meester Jaap het maar niks.

Meester Jaap:
Ik kan niet voetballen. Ik ben een hark, dat weten jullie toch? Jullie krijgen allemaal
een spekkie als ik niet hoef.

Verteller:
Maar daar trapten ze niet in.

Meester Jaap:
Goed, onder n voorwaarde. Het moet een gekke wedstrijd worden. Iedereen moet
verkleed komen.

Verteller:
En nu is het zover. Langs het trapveldje naast de school staan alle kinderen met hun
ouders, want iedereen wil het zien. Dan klinkt er gejuich. De spelers komen het veld
op. Eerst komt de groep van meester Jaap. Clowns, woeste en hippe figuren,
discomeisjes en kinderen die zomaar wat geks hebben aangetrokken. Dan rennen
de leerkrachten het veld op. De juffen hebben zich allemaal verkleed als mannen,
met een grote snor en een deftig pak. De meesters zien eruit als vrouwen. Ze dragen
een rare jurk of een blouse met een rokje. Meester Jaap heeft een gek mantelpakje
aan, een grote hoed op en hij draagt een klein tasje in zijn hand.

De scheidsrechter blaast op zijn fluit en de wedstrijd begint. Johan krijgt de bal
aangespeeld van Mirjam en draaft naar voren. Dan stormt meester Jaap op hem af
en zwaait met zijn tasje.

Meester Jaap:
Blijf van die bal af!







Verteller:
Johan moet vreselijk lachen en meester Jaap neemt de bal van hem over. Niet voor
lang, want hij wil uithalen en schopt naast de bal. Gelukkig staat juffrouw Franka in
de buurt en geeft een flinke voorzet. Maar Steffie houdt de bal tegen en trapt hem
naar Teun die hem doorspeelt naar Ibrahim. Een echte serieuze wedstrijd wordt het
niet. Er wordt meer gelachen dan gespeeld. Maar de kinderen weten toch nog vijf
doelpunten te maken.

Meester Jaap:
Dit laten wij niet op ons zitten!

Verteller:
Roept meester Jaa als het 6-0 wordt. En voor de zoveelste keer schopt hij naast de
bal. Meester Jaap staat even later vlak voor het doel van de tegenpartij. Halil staat in
de goal. Er rolt een verdwaalde bal voor meesters voeten. Hij wil schieten maar
struikelt over zijn eigen benen. Halil krijgt de slappe laccht maar dan rolt de bal tegen
een voet van de meester en hij schiet onverwacht het doel in. De stand is 6-1.

Meester Jaap springt op en roept:

Meester Jaap:
Ik heb gescoord. Ik heb de eer gered!

Verteller:
Alle ouders en kinderen juichen en klappen en dan is de wedstrijd afgelopen. De
kinderen van meester Jaap hollen naar hem toe.

Johan:
Hartstikke goed meester!

Steffie:
Meester Jaap gaat nooit verloren!

Verteller:
En samen met zijn kinderen loopt de meester terug naar school terwijl ze met zijn
allen zingen:

Allemaal:
Meester Jaap gaat nooit verloren, knoop dat in je oren, van achteren en van voren.
Meester Jaap gaat nooit verloren!




Theaterlezen: Meester Jaap en het wc-rollengevecht

Rollen:
Verteller
Meester Jaap
Lieke

Meester Jaap:
Vanmiddag maken we allemaal een stukje voor de nieuwe schookrant.

Lieke:
Waarover schrijven we?

Meester Jaap:
Deze keer nemen we iets gewoons. Je vertelt bijvoorbeeld over hoe je vanmorgen bent
opgestaan of de club waar je bij bent.

Verteller:
De meeste kinderen vinden dat leuk. Rolf vertelt over zijn kleine broertje en Lieke schrijft iets
over haar handbalclub. Maar Daan en Benjamin kunnen niks verzinnen.

Daan:
Meester Jaap, Benjamin en ik weten niks.

Verteller:
Meester Jaap pakt een blocnootje.

Meester Jaap:
Hier. Jullie lopen door de school en schrijven alles op wat je ziet.

Benjamin:
Saai!

Daan:
Kom op!

Verteller:
Daan heeft duidelijk wel zin om even rond te sjouwen.

In de gang is niemand. Ze gluren bij een paar klassen naar binnen, maar ze zien weinig dat
de moeite waard is. Het enige dat Daan opschrijft, is: De juf van groep 3 peutert in haar
neus.

Ineens zien ze Lieke in de gang. Ze gaat net naar de wc.

Benjamin:
Ik weet iets (fluisterend)

Verteller:
Zachtjes opent hij de deur van de jongens-wc. Hij klimt op de bril en kijkt over het muurtje in
de meisjes-wc. Lieke zit net en geeft een vreselijke gil. Woedend rukt ze een wc-rol van de
muur en smijt die recht in het gezicht van Benjamin. Die wankel even, schiet dan met een
voet van de bril af, in de pot en roept

Benjamin
Chips.

Lieke:
Vuile viezerik!!(krijsend)

Verteller:
Benjamin trekt zijn voet uit de wc en springt op de grond. Daan staat te gieren van het
lachen. Dan vliegt de deur open en stormt Lieke naar buiten. Onder haar arm heeft ze nog
een paar rollen en ze begint de jongens te bekogelen. Die rennen weg, terwijl het wc-papier
hen om de oren vliegt.

Daan:
Het is voor de schoolkrant.

Benjamin:
Dat moet met meester Jaap!

Verteller:
Behendig vangt hij een rol op en dan begint er een echt wc-rollengevecht. Lieke maakt de
meeste voltreffers, maar dat komt omdat ze op handballen zit. Plotseling staat meester Jaap
in de gang en overziet het slagveld: meters wc-papier en zelfs een fraaie slinger in de lamp.

Meester Jaap:
Einde gevecht! (brult meester)

Daan, Benjamin en Lieke:
Ja, maar . meester! (in koor)

Meester Jaap:
Niks daarvan. Opruimen en naar de klas komen.

Verteller:
Even later vertellen ze alle drie hun verhaal.

Meester Jaap:
Dat wordt strafwerk Daan en Benjamin. Een stukje maken voor de schoolkrant.

Daan:
Waarover?

Verteller:
Vraagt Daan onschuldig, maar Benjamin snapt wat de meester bedoelt en heeft er ineens
heel veel zin in.

Benjamin:
Kom op!

Verteller:
Een week later verschijnt de nieuwe schoolkrant. Het verhaal van Daan en Benjamin is een
groot succes.



Theaterlezen: Meester Jaap wordt een nachtegaal

Rollen:
Verteller
Meester Jaap
Joris
Vertegenwoordiger van Unieboek
Tijs

Verteller:
Het is carnaval op school. Iedereen mag vandaag verkleed komen. Tijs ziet eruit als
een deftige meneer, Steffie is een konijn en Ibrahim heeft een lange witte jurk aan en
een fez op zijn hoofd, als een echte Arabier. Als Marjolijn binnenkomt, moet de klas
vreselijk lachten. Ze is verkleed als een echte punker met een leren jasje aan,
allemaal kettingen om haar lijf en haar haren staan recht overeind. Zelfs Bert heeft
iets geks aan. Hij ziet eruit al een echte clown.

Joris, Johan en Halil zijn slodaten en Souhaila draagt een prachtige Marokkaanse
jurk met wel honderd kleine spiegeltjes erop. Ellen is als Roodkapje en Vera en
Mirjam zijn twee zeerovers. Maar als meester Jaap binnenkomt, rolt iedereen van zijn
stoel van het lachen.

Meester Jaap:
Hallo schatjes van me, ik ben Nina Nachtegaal, de beroemde operazangeres.

Verteller:
Hij heeft een deftige lange rode jurk aan en een rare pruik op zijn hoofd. Zijn ogen
zijn opgemaakt, zijn wangen zijn rood en op zijn mond zit paarse lippenstift. Aan zijn
arm draagt hij een klein tasje.

De kinderen stormen op hem af, maar de meester begint meteen met zijn tasje te
slaan.

Meester Jaap:
Weg jullie. Laat me erdoor. Ik moet zingen.

Verteller:
Nu komen ze helemaal niet meer bij, want meester Jaap kan helemaal niet zingen.
Hij heeft n keer zangles gegeven, maar dat was niet om aan te horen. Hij heeft de
stem van een oude kraai. En nu wil hij weer zingen!

Meester Jaap gaat het voor het bord staan.

Meester Jaap:
Ik ga voor jullie zingen de beroemde aria uit de opera De Verliefde Kraai. Let op,
want zoiets heb je nog nooit gehoord.

Verteller:
Hij haalt even die adem en zingt met krakende stem:

Meester Jaap:
Ik ben zo verliefd op Evelien maar ze wil met niet zien! En vooral niet horen, want
dan stopt ze haar vingers in haar oren!

Verteller:
De meester maakt een diepe buiging en de hele groep begint te klappen.

Joris:
Wij willen u ook niet meer horen! (Hij stopt zijn vingers in zijn oren)

Verteller:
Het wordt een dolle dag. Ze bedenken in groepjes allerlei toneelstukjes en meester
Jaap doet ook mee. Zijn groepje speelt het verhaal van Het Tasje van Nina
Nachtegaal. Dat wordt gestolen door Roodkapje en de zeerovers, maar de soldaten
en de Arabier bezorgen het weer terug.

Als meester Jaap net jammerend op de grond ligt omdat zijn tasje gestolen is gaat de
deur van de klas open. Er komt een meneer binnen in een net pak.

Vertegenwoordiger van Unieboek:
Zeg jongeman, weet jij misschien waar ik een leerkracht van vinden? Ik ben
vertegenwoordiger van Unieboek en ik kom vragen of er nog boeken nodig zijn voor
de schoolbibliotheek.

Verteller:
Tij wijst naar meester Jaap.

Tijs:
Die moet u hebben. Dat is onze juf.

Verteller:
Meester Jaap krabbelt overeind.

Vertegenwoordiger van Unieboek:
Dag mevrouw.

Verteller:
Meester Jaap zet gauw zijn pruik af.

Vertegenwoordiger van Unieboek:
O pardon, ik geloof dat ik maar een ander keertje terug kom. (Zegt hij hard lachend)

Verteller:
Alle kinderen beginnen ook heel hard te lachten en meester Jaap zingt nog n keer
zijn aria.



Boekenlegger maken






























Monsterlijke boekenlegger



























Zie werkblad in het mapje
































Leesmeter
Hoeveel bladzijdes heb je gelezen? Na elke 10 bladzijden mag je
weer een stukje kleuren!


Dat is een goed begin! 10
20
110
90
100
80
120
70
60
50
40
30
Je bent goed op weg!
Wat knap zeg!
Jij bent een echte
leeskampioen!
Je doet het super!
Je bent al over de helft!
.
Leesdiploma













sticker

You might also like