Professional Documents
Culture Documents
Navo.
Westerse militaire planners zullen momenteel aan noodscenario's werken voor het
geval IS haar invloed uitbreidt. Sicili, Kreta, Malta en toeristenresorts in
Tunesi liggen op vaarafstand van de Libische kust.
De landen die IS het meest vrezen zijn weinig geschikt als troepenleverancier
Militaire actie lijkt onvermijdelijk als Islamitische Staat haar invloed in Libi verder
uitbreidt. Egypte voerde vorige week al bombardementen uit, en wil dat de
internationale coalitie die nu in Irak en Syri vecht haar missie uitbreidt naar NoordAfrika. Maar uiteindelijk zullen de belangrijkste beslissingen vallen in Washington en
de hoofdsteden van Europese Navo-partners. Alleen hun krijgsmachten beschikken
over de expertise en middelen voor een substantile operatie.
Veel regeringen zien in Libi een urgent probleem. Bert Koenders waarschuwde kort
na zijn aantreden als minister van buitenlandse zaken in oktober al voor de chaos in
het land. Dichtbij Europa zou een broeinest van ongecontroleerde mensenhandel,
drugssmokkel en terrorisme kunnen ontstaan. Maar vooral Rome maakt zich zorgen. In
een deze maand opgedoken document schrijft IS dat strijders met bootjes Italiaanse
kustplaatsen kunnen bereiken. Ook Malta, Kreta en toeristenresorts in Tunesi liggen
binnen bereik. Dit horrorscenario lijkt op hoe zwaarbewapende Pakistaanse
extremisten in 2008 de Indiase kuststad Mumbai aanvielen en in vier dagen 164
mensen doodden. Welke opties hebben westerse militaire planners om zo'n aanslag te
voorkomen?
1. Actieve interventie
Net als bij de strijd tegen IS in Irak en Syri zal vroeger of later de roep om
grondtroepen klinken. Dat is de eenvoudigste manier om IS in ieder geval uit de
steden te verdrijven en hoofdkwartieren en trainingskampen uit te schakelen. Tegen
goed getrainde militairen met luchtsteun zullen de extremisten niet in staat zijn
gebied in handen te houden. Mochten ze dit toch proberen, dan riskeren ze zware
verliezen, net als bij het Koerdische stadje Kobani.
Ook westerse mogendheden kunnen bij gevechten in steden veel mensen verliezen, zo
wordt vaak gewaarschuwd. Maar in de praktijk zullen de aantallen niet astronomisch
zijn. Bij de meest intensieve Amerikaanse stadsoorlog sinds Vietnam, de verovering
van de Iraakse stad Fallujah op Al-Qaida in 2004, kwamen honderd westerse
militairen om. Professionele gewondenverzorging, zorgvuldige planning van het
offensief, en vuursteun van artillerie en helikopters gaven de aanvallers een groot
voordeel. De echte verliezers waren de inwoners van Fallujah. Hun huizen lagen na de
'bevrijding' in puin.
Itali
Een groter obstakel voor een interventie is dat de landen met de meest capabele
krijgsmachten niet staan te springen. De Verenigde Staten zien graag dat Europa het
initiatief neemt in de eigen achtertuin, terwijl het Franse leger al met een grote
missie in Mali zit.
De landen die IS het meest vrezen zijn weinig geschikt als troepenleverancier. Het
Italiaanse defensiebudget is sinds 2010 met een kwart gekrompen. In Afghanistan
werd Rome er bovendien van beschuldigd stiekem de Taliban te betalen om Italiaanse
militairen met rust te laten. Het Egyptische leger slaagt er al niet in binnenlandse
extremisten op het gesoleerde Sinai-schiereiland uit te schakelen, dus zal het in een
uitgestrekt buitenlands strijdtoneel nog moeilijker krijgen.
Trouw. Deze
kaart over de dreiging van terreuraanvallen van IS vanuit Libi, betreft niet de
Nederlandse trainers zeggen dat zij eerst met ochtendgymnastiek de fitheid van
Koerdische peshmerga moeten verbeteren, die nooit aan sport deden
Een zo mogelijk nog groter probleem is de fase van bezetting en wederopbouw die op
een interventie volgt. Buitenlandse troepen maken in een verdeelde mislukte staat
onvermijdelijk zowel bondgenoten als vijanden. Die ontevreden groepen kunnen samen
met IS een bloedige guerrillastrijd voeren. Tien jaar ervaring in Irak en Afghanistan
leert hoe moeilijk het is tijdens zo'n conflict een functionerende staat op te bouwen.
Het is bijna ondenkbaar dat door bezuinigingen ingekrompen Europese krijgsmachten
nog eens zo'n grootschalige campagne ondernemen.
2. Proxy-oorlog
Bij de strijd tegen IS in Irak en Syri kiezen de Verenigde Staten en haar
bondgenoten vooralsnog voor een combinatie van bombardementen en training aan
lokale troepen die het vuile werk moeten opknappen. Deze methode wint sinds enkele
jaren aan populariteit in westers militair denken onder de eufemistische term
'hervorming van de veiligheidssector'. Het is een betaalbaar alternatief voor de
langdurige en kostbare opbouwmissies die in Irak en Afghanistan niet de gehoopte
functionerende staat opleverden. Ook in Libi zal de proxy-oorlog een aantrekkelijk
alternatief voor een grootschalige interventie lijken.
De effectiviteit van zo'n aanpak is sterk afhankelijk van de capaciteiten van lokale
troepen. Nederlandse trainers zeggen dat zij eerst met ochtendgymnastiek de
fitheid van Koerdische peshmerga moeten verbeteren, die nooit aan sport deden. Het
Iraakse leger is praktisch een sjiitische militie en drijft soennieten in de armen van
IS. De ongeletterde Afghanen kunnen niet met moderne wapens omgaan of hun eigen
bevoorrading organiseren. De proxy-methode levert dan ook geen stabiele
samenleving op, maar dwingt IS wel om haar ambities te richten op een lokale
overlevingsstrijd in plaats van gebiedsuitbreiding en grootschalige aanslagen in het
Westen.
Probleem is voorlopig dat de keuze voor bondgenoten in Libi lastiger is dan in Irak.
In Irak staan de westers gezinde Koerden onder een centrale regering in Erbil, die
een modus vivendi met Bagdad heeft bereikt. In Libi bevecht een oostelijke coalitie
de milities in het westen. Voordat deze strijdgroepen hun krachten vol tegen IS
richten, is een onderling vredesakkoord noodzakelijk. Dat lijkt nog ver weg. Maar de
perverse kracht van de proxy-aanpak is dat als de macht van IS groeit, en bloedige
slachtingen angst zaaien, de rivaliserende Libische kampen weinig anders kunnen dan
Private bedrijfjes
Maar zelfs als een bloedige aanslag tot een grote publieke roep om actie zou leiden,
dan kunnen Europese landen pas na forse investeringen tot gericht contraterrorisme
overgaan. Momenteel heeft alleen Groot-Brittanni gewapende drones, al heeft
president Obama deze maand wel de exportregels voor deze wapens versoepeld.
Een grotere barrire is wellicht de omvangrijke inlichtingenoperatie die nodig is om
terroristen op te sporen. Marc Mazzetti, journalist van The New York Times,
beschrijft in een boek hoe de Verenigde Staten beschikken over een kostbaar
clandestien programma. Private bedrijfjes voeren in bijvoorbeeld Pakistan
deradicaliseringsprogramma's uit en verzamelen daarbij ook inlichtingen voor droneaanvallen.
Het is in Nederland moeilijk voorstelbaar dat defensieminister Jeanine Hennis hier
geld voor uittrekt, als vervanging van de nu gebruikelijke programma's voor
vrouwenrechten in oorlogsgebied.
Navo.