Professional Documents
Culture Documents
Verbonden vaten
Massadichtheid van vloeistoffen
Toveren met poeders en vloeistoffen
Verdamping
Drijven en zinken
WERKBUNDEL:
WATER
NAAM:____________________________
NAAM:_____________________________
_
NR:________________________________
NUMMER:
10 & 11-12-2007
__________________________
10 & 11-12-2007
Werkblad: verbonden vaten.
Probleem:
Op een feestje gisteravond werd er een spelletje gespeeld. Iemand vulde zijn glas
met water en de rest moest proberen het net even hoog te krijgen. Iedereen
probeerde maar het was heel moeilijk om precies hetzelfde niveau te krijgen. De
daarbij komende moeilijkheid was dat bijna iedereen een ander glas had.
Zou er geen manier zijn om dit te laten lukken?
Voor je start!
- Kijk of je dit materiaal voor je hebt!
Bakje met water.
Doorzichtige darm van +/- 1 m.
Set verbonden vaten.
Maatbekers.
Dweil.
Crêpepapier.
- Zorg dat de dweil goed open ligt op de tafel.
- Leg het rode crêpepapier in het bakje dat gevuld is met water en roer tot ook het
water rood kleurt.
2
- Doe dit opnieuw maar sluit nu één opening af met de hand.
Wat zie je?
2
- Voor jou staan 2 maatbekers. De ene is lang en smal en de andere korter en
breder.
Giet in beiden 200 ml water.
Wat zie je?
Giet 2 l in de buisjes.
Is er een verschil met de maatbekers?
Besluit:
Nadat je deze proefjes hebt gedaan, hoe zou ik het water in de glazen nu op
gelijke hoogte kunnen brengen?
2. Probleemvraag
Kruis aan op welke vloeistof je denkt dat het voorwerp blijft drijven.
4. De proef!
1. Giet het bekertje stroop in het glas.
2. Giet het bekertje water er voorzichtig bij.
3. Als laatste giet je de olie er voorzichtig bij.
4. Leg er een voorwerp in, kijk op welke vloeistof(fen) het blijft drijven.
5. Wat zie je? Duid dit aan in de kolom.
5. Resultaat
1. 2. 3.
BESLUIT:
Extra :
Wat gebeurt er met de vloeistoffen als je met een klein stokje roert in je bekertje?
Olie : ______________________________________________
Zou er iets
veranderen als ik
__________________________________________________
eens roer in mijn
bekertje??
Afwasmiddel : _______________________________
___________________________________________
Melk : ______________________________________
___________________________________________
Materialenlijst:
• 1 maatbeker
• 2 waterkokers
• 1 haardroger
• 1 klein glas
• 2 normale glazen
Proefje 1
Giet het water van de maatbeker in de waterkoker en laat het water koken.
Nadat het water gekookt heeft, giet je het water terug in de maatbeker.
Proefje 2
1) Maak 2 natte vlekken op het bord.
Proefje 3
Wat stel je vast? Het water uit het grootste glas verdampt sneller/trager dan
het water uit het kleinste glas.
Proefje 4
Doe een heel klein beetje ether in het eerste glas, in het andere doe je
dezelfde hoeveelheid water.
Wat merk je op? De ether verdampt sneller/ trager dan het water. Misschien
kan de geur die je waarneemt na een aantal minuten je een handje helpen.
__________________________________________________________
___
• _______________________________________________________
____
__________________________________________________________
___
• _______________________________________________________
____
__________________________________________________________
___
• _______________________________________________________
____
__________________________________________________________
___
Drijven en zinken
Opdracht 1:
Bekijk de voorwerpen goed. Welke denk je dat er gaan drijven/zinken? Zet een
kruisje in de juiste kolom.
Materiaal:
- stuk baksteen
- stukje hout
- puimsteen
- kiezelsteen
- spijker
- piepschuim
- flesje met water
- flesje zonder water
- kurk
- munt
- kom met water
- pen
- werkblad
stukje hout
puimsteen
kiezelsteen
spijker
piepschuim
Kurk
munt
Opdracht 2:
Verklaring:
Het water duwt terug (opwaartse druk). Wanneer een voorwerp een groot
drijfoppervlak heeft zal het water meer opwaartse kracht tonen en blijven drijven.
Wanneer een voorwerp dan kleiner is maar wel net zo zwaar blijft, heeft het
water minder plaats om goed terug te duwen. De kans is groter dat het voorwerp
zal zinken.