You are on page 1of 18

CONTRACTWERK

Van: ………………………………….

Dit is het contractwerk tegen 07/12/2007


Wat vond ik er
Vak Taken Verbetering Materiaal van?
☺ 

juf ik

WO Familierelaties en de familie- Kleurpotloden


stamboom opstellen.  ☺ 
Taal - Tegenstellingen Kleurpotloden
- Verkleinwoorden
 ☺ 
Lezen De boot van sinterklaas. Kleurpotloden
 ☺ 
Wiskunde - Optellen Kleurpotloden
- Aftrekken
 ☺ 
- Verhoudingen

Beeldopvoeding Kleurprent Kleurpotloden


☺ 

WO Troetelnamen voor je familie. Kleurpotloden


 ☺ 
Taal - Tegenstellingen Kleurpotloden
- Rebus
 ☺ 
Wiskunde - Cijfers verbinden Kleurpotloden
- Optellen en aftrekken
 ☺ 
Beeldopvoeding Kleurprent Kleurpotloden
☺ 
WERELDORIËNTATIE
1. Lees het tekstje aandachtig.

Hendrik de Wit en Marie Vandam zijn al 40 jaar met elkaar getrouwd. Zij hebben samen een
zoon, Pieter de Wit. Pieter is zelf ook al enkele jaren getrouwd. Zijn vrouw noemt Greet
Schrijvers. Haar ouders zijn Karel Schrijvers en Stefanie Thijs. Greet is zelf ook enig kind.
Pieter en Greet hebben samen twee zonen en een dochter. Dit zijn Dirk, Paul en Fien de Wit.

2. Vul onder de prenten de juiste namen in.

…………………….. ……………………… ………………………….. …………………...

…….……………………….. ………………………………..

………………………………… ……………………………… …………………….............


3. Bekijk de stamboom en vul dan de juiste woorden in. Kies uit: kinderen – ouders (2x) –
vader (2x) – zoon – dochter – moeder (2x) – kleinkinderen – grootouders.

- Hendrik de Wit is de …………….………….. van Pieter de Wit.


- Stefanie Thijs is de ………………………….. van Greet Schrijvers.
- Dirk, Paul en Fien de Wit zijn de …………………………………… van Hendrik de Wit
en Marie Vandam.
- Hendrik de Wit en Marie Vandam zijn de ….…………………….. van Pieter de Wit.
- Greet Schrijvers is de ………………..………… van Karel Schrijvers en Stefanie Thijs.
- Dirk, Paul en Fien de Wit zijn de ………..………………… van Pieter de Wit en Greet
Schrijvers.
- Marie Vandam is de ………………..………. van Pieter de Wit.
- Karel Schrijvers en Stefanie Thijs zijn de ……………………………. van Dirk, Paul en
Fien de Wit.
- Karel Schrijvers is de …………………………….. van Greet Schrijvers.
- Pieter de Wit is de …………………………. van Hendrik de Wit en Marie Vandam.
- Karel Schrijvers en Stefanie Thijs zijn de ………………………… van Greet Schrijvers.

4. Zoek de juiste namen. (Er zijn soms meerdere juiste antwoorden.)

…………………………………………. is de zus van ………...………………………………


…………………………………………. is de oma van ………………………………………..
…………………………………………. is de man van ……………………………………..…

5. Wie zegt het … tegen wie? (Er is weer meer dan één goede oplossing.)

…………….…………………...zegt ‘Jij bent mijn kleindochter’ tegen ………………..……..


………………………………... zegt ‘Jij bent mijn grootvader’ tegen ………………………...
…………………………………zegt ‘Jij bent mijn moeder’ tegen ……………………………

6. Zoek de fout en verbeter ze.

Dirk de Wit is de kleinzoon van Greet Schrijvers.


…………………………………………………………………………………………………

Marie Vandam is de moeder van Greet Schrijvers.


…………………………………………………………………………………………………
TAAL
1. Vervang in elke zin het vetgedrukte woord door een tegenstelling. Kies uit: traag –avond –
duur – kleinste – koud – gewonnen – kort – afwezig – spannend – moeilijk.

- Wanneer we gaan skiën heeft mijn zusje het altijd warm.


……………………………………………………………………………………………….

- De cadeautjes die ik krijg voor Nieuwjaar zijn altijd goedkoop.


……………………………………………………………………………………………….

- Mijn broer heeft lang haar.


……………………………………………………………………………………………….

- De trein rijdt zeer snel het station binnen.


……………………………………………………………………………………………….

- Ik heb zonet een heel saai boek uitgelezen.


……………………………………………………………………………………………….

- Elke ochtend ga ik slapen om 21 uur.


……………………………………………………………………………………………….

- Mijn broer en zijn ploeg hebben de voetbalmatch verloren.


……………………………………………………………………………………………….

- Jan is vandaag aanwezig in de klas omdat hij ziek is.


……………………………………………………………………………………………….

- Deze toets was zeer gemakkelijk.


……………………………………………………………………………………………….

- An is de grootste van de klas.


……………………………………………………………………………………………….

2. Maak van de volgende woorden een verkleinwoord.

Sinterklaas  ………………….…………… bloem  ………………….………………..


raam  ……………….…………………… zak  ………………….…………………..
kabouter  ……………….………………… bel  ………………….…………………..
bal  ………………….……………………. boom  ………………….………………….
cadeau  ………………….………………... snoep  …………….…………………..
paard  ………………….…………………. man  ………………….…………………..
boot  ………………….………………….. tafel  ………………….…………………..
Piet  ………………………….…………… stoel  ………………….………………….

3. Schrijf de woorden uit oefening 2 in de juiste kolom.

-je -tje -pje -etje


…………………….. …………………….. …………………….. ……………………..
…………………….. …………………….. …………………….. ……………………..
…………………….. …………………….. …………………….. ……………………..
…………………….. …………………….. …………………….. ……………………..
…………………….. …………………….. …………………….. ……………………..
…………………….. …………………….. …………………….. ……………………..
…………………….. …………………….. …………………….. ……………………..

4. Lees de tekst. Onderstreep alle woorden met –je of –pje achteraan.

Sinterklaasje, Sinterklaasje
o, wat ben ik blij
met de pakjes, erg bedankt hoor
ook voor het zakje lekkernij.

Sinterklaasje, Sinterklaasje
wil je nu eens wat van mij
ik heb op school een lief wit paardje
zelf gemaakt, het is van klei!

Sinterklaasje, Sinterklaasje
heb je dan nog even tijd
om vanavond langs te komen
als je op de daken rijdt?

Sinterklaasje, Sinterklaasje
ik zet het bij mijn schoentje neer
met wat hooi voor het echte paardje
en kom het volgende jaartje maar weer!
LEZEN
1. Lees de tekst aandachtig.

De boot van Sinterklaas

Katinka en Boris trekken hun jas aan. Ze gaan kijken naar de boot van Sinterklaas. Daarmee
is hij helemaal uit Spanje gevaren. Bij het water staan al kinderen te wachten. Zien jullie de
boot al? vraagt papa. Ja! roept Katinka. Er vaart een kleine boot onder de brug door. Er zitten
vier zwarte pieten in. Ze zwaaien. En ze doen een beetje gek. Waar is Sinterklaas nou? vraagt
Katinka. Misschien is hij zeeziek, zegt papa. Katinka kijkt papa geschrokken aan. Ik maak
maar een grapje, zegt papa. Dit is nog niet de échte boot van Sinterklaas. Het bootje vaart naar
de kant. Twee pieten klimmen op de rand van de boot om snoep uit te delen. Katinka krijgt
een handvol pepernoten van zwarte piet. Boris mag ook. Maar hij is een beetje bang. Daarom
geeft zwarte piet de pepernoten aan papa. Mmmm, lekker! Van papa lust Boris ze wel.
Tuuuut! Tuuuut! horen ze plotseling. De brug gaat open. Er komt een grote boot aan. Hij is
versierd met gekleurde vlaggetjes. Dat is wél de boot van Sinterklaas, zegt papa. Ik zie hem
al! roept Katinka. Dag kinderen! wuift Sinterklaas. Katinka en Boris zwaaien. Op het dek
lopen een heleboel zwarte pieten. Ze dansen. En ze maken muziek. Bovenin de mast zitten
twee zwarte pieten. Is dat niet gevaarlijk? vraagt Katinka. Jawel! zegt papa. Maar pieten
kunnen goed klimmen! Ze klimmen ook op het dak om cadeautjes door de schoorsteen te
gooien. Ook bij ons? vraagt Katinka. Vanavond mogen jullie je schoen zetten, zegt papa. En
misschien doet zwarte piet er wel wat in.

2. Los de vragen op.

- Over welke twee kinderen gaat het verhaal?


……………………………………………………………………………………………….

- Waar gaan zij naar kijken?


……………………………………………………………………………………………….

- Wie zitten er in het kleine bootje en wat doen ze?


……………………………………………………………………………………………….

- Welke snoepjes delen de zwarte pieten uit?


……………………………………………………………………………………………….

- Wie is er een beetje bang van de zwarte pieten?


……………………………………………………………………………………………….

- Welke boot is er versiert met gekleurde vlaggetjes?


……………………………………………………………………………………………….
- Waar bevinden de zwarte pieten zich en wat doen ze?
……………………………………………………………………………………………….

- Waarom moeten de zwarte pieten goed kunnen klimmen?


……………………………………………………………………………………………….

- Wat mogen Katinka Boris die avond doen?


……………………………………………………………………………………………….
WISKUNDE
1. Los op de aftrekkingen op.

200 – 20 = … 400 – 3 = … 300 – 14 = …


500 – 40 = … 600 – 9 = … 100 – 36 =…
300 – 80 = … 100 – 1 = … 800 – 92 = …
900 – 10 = … 300 – 5 = … 200 – 58 = …
800 – 30 = … 900 – 4 = … 900 – 79 = …
100 – 50 = … 700 – 2 = … 500 – 47 = …
600 – 70 = … 800 – 6 = … 700 – 81 = …
400 – 90 = … 200 – 8 = … 400 – 65 = …
700 – 60 = … 500 – 7 = … 600 – 23 = …

2. Los op de optellingen op.

200 + 40 = … 200 + 9 = … 400 + 25 = …


500 + 70 = … 600 + 5 = … 300 + 81 = …
700 + 80 = … 300 + 2 = … 200 + 38 = …
100 + 20 = … 700 + 8 = … 700 + 77 = …
300 + 90 = … 500 + 3 = … 800 + 13 = …
600 + 10 = … 400 + 1 = … 900 + 56 = …
400 + 50 = … 100 + 4 = … 500 + 42 = …
900 + 60 = … 900 + 6 = … 100 + 69 = …
800 + 30 = … 800 + 7 = … 600 + 94 = …

3. Los de verhoudingen op.

Voor 5 leerlingen Voor 10 leerlingen Voor 20 leerlingen

5 werkschriften
10 gedichten
3 verhalen
1 leesboek
7 strips

Voor 3 leerlingen Voor 6 leerlingen Voor 9 leerlingen

6 snoepjes
3 lekstokken
9 cakejes
1 taart
5 wafels
Voor 2 leerlingen Voor 4 leerlingen Voor 12 leerlingen

4 appels
8 bananen
6 kiwi’s
3 peren
2 sinaasappels

Voor 4 leerlingen Voor 8 leerlingen Voor 20 leerlingen

8 mandarijntjes
16 letterkoekjes
4 poppen
2 kleurboeken
6 racebanen
BEELDOPVOEDING
Wereldoriëntatie
1. Bedenk troetelnamen voor je mama, je papa en elk van je grootouders. Ze moeten echt
uitdrukken wat je voor hen voelt. Schrijf ze in je mooiste kleurtjes in de kadertjes.

2. Hoe noemen mensen jou? Heb jij ook verschillende namen? Schrijf ze op. Kleur de namen
die jij voor jezelf het liefste hoort.

vader van papa moeder van papa vader van mama moeder van mama

papa mama

Ik
TAAL
1. Kleur de speelgoedzakken met de bij elkaar horende tegenstellingen in dezelfde kleur.

licht dichtbij trekken vertrekken

omhoog negatief donker omlaag

dicht aankomen smal veraf

positief breed duwen open


2. Los de rebus op.

Oplossing van de rebus: ………………………………………………………………………...


WISKUNDE
1. Verbind de cijfers met elkaar en kleur daarna de prent in.

2. Kleur de schoenen die bij elkaar horen.

200 + 50 837 800 – 70 52 500 + 8 598

900 – 63 320 400 – 80 730 600 – 2 734

300 – 9 250 700 + 34 508 100 – 48 291


BEELDOPVOEDING

You might also like