Professional Documents
Culture Documents
'Begin bij het begin,’ zei de koning plechtig, 'en ga door tot je bij het
einde komt - stop dan.'
Uit: Lewis Carroll, Alice's Adventures in Wonderland
8
INHOUDSOPGAVE
1 Analyseer de opdracht 3
2 Verzamel informatie 3
3 Selecteer de informatie 4
4 Orden de informatie 4
5 Schrijf de tekst 5
8
1 ANALYSEER DE OPDRACHT- stel jezelf de volgende vragen:
c. Wat is de probleemstelling?
Zoekmogelijkheden:
Observeren in de instelling, deskundigen raadplegen,
onderzoek verrichten, met medewerkers praten, instellingen
bezoeken, literatuur raadplegen (o.a. vaktijdschriften,
handboeken, internet, dossiers).
3 SELECTEER DE INFORMATIE
8
Fase 1
• Lees de titels die over het onderwerp gaan.
• Lees de inhoud van het artikel/hoofdstuk. Als er een
samenvatting is, lees die dan.
• Wat je denkt te kunnen gebruiken, noteer je.
Fase 2
• Je leest je notities en je noteert - in trefwoorden - wat je
ervan kunt gebruiken.
• Wat je niet kunt gebruiken, streep je door op de notities
(je bewaart wel alles!).
Fase 3
• Je leest de literatuur die je overhoudt goed. Tijdens het
lezen noteer je direct wat je belangrijk vindt.
4 ORDEN DE INFORMATIE
8
5 SCHRIJF DE TEKST
Controleer de tekst
Lees het klad door, en stel jezelf daarbij de volgende vragen:
8
Is mijn tekst logisch te begrijpen, ook door een niet-
ingewijde? Controleer ook spelling en stijl!
A. Titelpagina
Naam/namen van de schrijver(s); de klas, groep of code; het vak
en eventuele vermelding van onderdeel, project of speciale
opdracht; de studierichting; de naam van de onderwijsinstelling;
de naam/namen van de betrokken docent(en); de inleverdatum.
B. Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE
1 Inleiding 2
4 De organisatie 3
2.1 Personeel 4
2.1.1Ondersteunend personeel 5
2.1.2Onderwijzend personeel 6
2.1.3Management 7
5 De doelgroep 8
4 Slot 10
Bronvermelding 11
Bijlagen
Bijlage 1 Organigram 13
Bijlage 2 Overzicht leeftijdsopbouw doelgroep 14
8
C. Voorwoord en inleiding
Sommige verslagen bevatten een ‘voorwoord’. Dit is echter geen
verplicht onderdeel.
Een voorwoord heeft een sterk persoonlijk karakter en schrijf je
meestal in de ik- of wij-vorm.
8
• hoe het verslag is opgebouwd. Bijvoorbeeld: hoofdstuk 1
bevat de geschiedenis van het welzijnswerk, hoofdstuk 2
gaat in op de groeperingen die bij het welzijnswerk
betrokken zijn et cetera.
D. Kern
De kern bevat de hoofdstukken en paragrafen waarin je de
(deel)onderwerpen uitwerkt.
E. Slot
Het slot bevat (een combinatie van) de volgende onderdelen:
F. Bronvermelding
Wanneer je een verslag maakt, maak je gebruik van zogenoemde
bronnen. Dat kunnen o.a. teksten uit boeken of tijdschriften of
internetteksten zijn.
8
Het is van groot belang om in alle gevallen goed aan te geven
waar de teksten vandaan komen. Dit kun je als volgt doen:
G. Bijlage(n)
Nummer de bijlage(n) en geef ze een naam. Op deze wijze
vermeld je ze ook in de inhoudsopgave.
Voorbeeld:
Bijlage 1 Organigram
8
7 DE VORMGEVING VAN HET VERSLAG
Marges
• Links: 5 cm
• Rechts: 2 cm
• Boven en onder: 3 cm
Paginanummering
Bij voorkeur rechtsboven of rechtsonder. Het is mooi om de
paginanummering te verwerken in een voet- of koptekst.
Regelafstand
Houd 1,5 cm aan.
Papier
Gebruik A4-papier; print het enkelzijdig.
8
AANBEVOLEN LITERATUUR EN HULPMIDDELEN
Websites
www.onzetaal.nl
De Taaladviesdienst van het genootschap Onze Taal. Veel
algemene informatie, nuttige links en taaladvies.
www.vandale.nl
Via de openingspagina verwijzingen naar vele mogelijkheden.
Mogelijkheid om per e-mail vragen te stellen.
8
www.kramerswoordenboek.nl
Mogelijkheid om vragen te stellen.
Bronnen:
1. Hogeweg, R. (2004), Een Goed Rapport. Utrecht/Zutphen:
Thieme-Meulenhoff
2. Nederhoed, P. (2004), Helder rapporteren. Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum