You are on page 1of 242

rergensi

Absurdi
Verzonnen
plaatsnamen
in het
Nederlands
Absurdistan, Allochtonië, Boerenkoolstronkeradeel, Juinen, Moffriko,
Schubbekutteveen, Takki-Takkiland, Verweggistan - onze taal we-
melt van de namen van landen, dorpen en steden die op geen en-
kele landkaart te vinden zijn. Ze worden onder meer gebruikt in
dooddoeners ('Waar ga je naartoe?' 'Naar Scheetjeboe!') en om
exotische vakantiebestemmingen te suggereren (Arrondissement-
sur-Mer in plaats van Wijk aan Zee). O m te zeggen 'wij blijven
thuis' ('Nee, wij gaan dit jaar naar Balkonië, Rundhausen, Bad
Meingarten, Tuinesië') of om aan te geven dat iets een gehucht of
een achterlijk land is. Dat laatste gebeurt niet alleen met namen
als Herejezusveen en Afgelegerije, maar ook met namen van plaat-
sen die wel degelijk bestaan, zoals Lutjebroek, Stampersgat, Jip-
singboermussel, Timboektoe en Kuttekoven. Ook die overdrachtelijk
gebruikte plaatsnamen komen in dit boekje aan bod, samen met
zo'n negenhonderd thematisch ingedeelde fictieve plaatsnamen.

Van Nergenshuizen tot Absurdistan is deels gebaseerd op een serie


artikelen in NRC Handelsblad.

Ewoud Sanders (1958) is taalhistoricus en journalist. Hij is vaste


medewerker van onder andere NRC Handelsblad, de Staatscourant
en Onze Taal en heeft verschillende taalboeken op zijn naam
staan, waaronder Jemig de pemig! De invloed 1/an Van Kooten en De
Bie op het Nederlands, het Eponiemenwoordenboek, het Ceonie-
menwoordenboek, het Borrelwoordenboek en Voor een dubbeltje op
de eerste rang. looi spreekwoorden en zegswijzen over Nederlands
geld.

?<ovETH IUsS
www.pbo.nl
www.nrc.nl
Van Nergenshuizen tot Absurdistan
Ewoud Sanders

Van Nergenshuizen tot Absurdistan


Verzonnen plaatsnamen in het Nederlands

2003
Prometheus/NRC Handelsblad
Amsterdam / Rotterdam
© 2003 Ewoud Sanders
Eindredactie Jaap Engelsman
Register Theo Veenhof
Omslagontwerp Marry van Baar
Omslagillustratie Getty Images
www.pbo.nl
www.nrc.nl
ISBN 9 0 4 4 6 0 1 9 5 4
Als iemand nieuws van buitenlandse zenders had gehoord (en dat kwam
elke dag voor), dan kwam dat bij ons uit Kötzschenbroda. Kötzschenbroda
betekende in onze taal in één woord Londen, Moskou, Beromünster en
vrijheidszenders. Als een bepaald bericht in twijfel werd getrokken, dan
was het afkomstig van de Mundfunk (mondradio) of de JMA, wat Jixdische
Marchenagentur (Joods Sprookjesagentschap) betekende.

Victor Klemperer LTI (2000) p. 241


Inhoud

Woord vooraf 9

1 Arm: heer Zondervan uit Nergenshuizen in Geenland 15


2 Gierig, betalen, sparen: volk van Kaap de Grijp 25
3 Slim, dom, bot of gek: gedoopt te Botterdam 29
4 Liegen, praten, zwijgen: rijden over Tongeren 35
5 Zuipen en knokken: een brave Brandenburger in Kloppen-
burg 39
6 Slechte karakters: madam van Hoogenhuizen, Hein uit
Huftershoek 42
7 Uiterlijk: afgevaren uit Schoonhoven, aangekomen te
Lelijkendam 48
8 Slapen: naar Betje Veren in Pluimendijk 51
9 Dood: naar het feest van Mollengijs in Pierenland 57
10 Landen waar je niet moet zijn: van Afgelegerije tot Zwam-
merzoeloe 63
11 Nog meer slechte bestemmingen: van Absurdistan tot
Verweggistan 77
12 Waar je wél moet zijn: landen van melk, honing en meer 84
13 Plaatsnamen in dooddoeners: van Affekaffe tot Zuzaaten 107
14 Exotische vakantiebestemmingen in eigen land: van
Montagne-au-Mer naar Mont Mare 130
A. Frans 135
B. Engels 141
C. Duits 145
D. Spaans, Italiaans, Grieks en Latijn 148
15 Exotische vakantiebestemmingen rond het huis: van
Achtertuinië tot Villa Waranda 151
16 Lutjebroeken in Nederland 158
17 Lutjebroeken in België 162
18 Brave gehuchten: van Baalderdam tot Zwijnsdorp 170
19 Minder brave gehuchten: van Apekutteveen over
Herejezusveen naar Verneukschoten 188
20 Tot slot: enkele uitdrukkingen met een woordspeling
op een échte plaatsnaam 212

Geraadpleegde literatuur 216


Register 219
Woord vooraf

Dit boek gaat over verzonnen plaatsnamen in het Nederlands. En over uit-
drukkingen met een woordspeling op een échte plaatsnaam. In totaal ko-
men zo'n negenhonderd fictieve plaatsnamen aan bod, en ruim honderd
bestaande.
Negenhonderd fictieve plaatsnamen - toen ik materiaal voor dit boekje
begon te verzamelen, had ik nooit gedacht dat er zoveel zouden bestaan. Ik
kende Absurdistan, Nergenshuizen en Verweggistan, en daar hield het wel
zo'n beetje mee op. Of nee, ik kende natuurlijk ook Allochtonië, Bommels-
kont, Juinen, Luilekkerland en Takki-Takkiland - allemaal bestemmingen
die je vergeefs op een landkaart zult zoeken. En hoe zat het met Limbabwe
en Brabostan, waren dat bijnamen of ook fictieve plaatsnamen? En Moffii-
ka dan? En hoe zat het met het tropische Bounty-eiland, met z'n hagelwitte
stranden? En hoe met Rundumhausen, Bad Meingarten en Tuinesië, plaat-
sen die een exotische vakantiebestemming in eigen land suggereren?
Ja, ook die horen erbij, en zo werden het er uiteindelijk ruim duizend.
Het konden er zoveel worden door de medewerking van lezers van NRC
Handelsblad en Onze Taal De afgelopen twee jaar heb ik in die krant en in
dat tijdschrift geregeld over de denkbeeldige aardrijkskunde in de Neder-
landse spreektaal geschreven. Steeds riep ik de lezers op om aanvullingen
en correcties te sturen. Uiteindelijk ontving ik ruim honderd brieven en
kaarten en meer dan dertienhonderd e-mailtjes, uit Nederland en Vlaan-
deren, maar ook van ver overzee, met name van lezers die mijn stukken
hierover op de website van de NRC hadden gelezen. Zonder de medewer-

9
king van al die informanten, die hier geregeld worden aangehaald, was dit
boekje nooit verschenen.

Poepjanknor
Door de overstelpende hoeveelheid reacties was het mogelijk een goed
beeld te krijgen van de verbreiding van fictieve plaatsnamen. Er zullen er
een paar zijn ingeslopen die slechts in kleine kring bekend zijn (als ik dat
vermoedde, staat het erbij). Maar op een enkele uitzondering na zijn alleen
plaatsnamen opgenomen die door minstens twee informanten zijn ge-
noemd. Vaak waren er overigens véél meer informanten: zelfs plaatsen als
Poepjanknor en Herejezusveen werden door tientallen lezers ingestuurd, in
vele varianten.
Fictieve plaatsnamen worden op verschillende manieren gebruikt. Ze
komen los voor, en in uitdrukkingen (waaronder veel dooddoeners). Ze
zijn hier op verschillende gronden bij elkaar gezet: meestal thematisch (in
rubrieken als armoede, dood, karakter en uiterlijk), maar er is ook een
hoofdstukje waarin alle nepplaatsen zijn samengebracht die zijn gevormd
met het achtervoegsel -stan. De fictieve vakantiebestemmingen staan bij
elkaar, de denkbeeldige bananenrepublieken, en bij gefingeerde plaatsna-
men met als hoofdbetekenis 'gehucht, negorij, gat, plaats waar nooit iets
gebeurt' is onderscheid gemaakt tussen de 'brave' en de 'minder brave' be-
namingen (namelijk die met fecale, seksuele en blasfemische elementen).
Er is, kortom, gekeken naar de vorm, de betekenis en de functie van de
plaatsnamen.

Heel oud
Gefingeerde plaatsnamen blijken al heel lang te bestaan: de oudste voor-
beelden dateren uit de Middeleeuwen. Tientallen plaatsnamen in dit boek-
je komen uit de zestiende, zeventiende, achttiende en negentiende eeuw,
maar de meeste komen uit 'onze tijd'. Dat geldt onder meer voor vrijwel
alle poep- en piesnamen. Waarschijnlijk waren die er vroeger ook wel,
maar ze zijn nauwelijks overgeleverd.
Er is tot nu toe maar heel weinig over fictieve plaatsnamen in het Neder-
lands geschreven. De belangrijkste schriftelijke bronnen worden achter in
dit boekje genoemd. Twee wil ik hier vast noemen. In 1892 schreef de Vla-

io
ming Aug. Gittée, leraar in Luik, een belangrijk stuk over 'schertsender-
wijs aangewende eigennamen' in het tijdschrift Taal en Letteren. Een jaar
later verscheen een uitgebreide versie van dit artikel in Volkskunde. Tijd-
schrift voor Nederlandsche folklore. Gittée geeft een indrukwekkend over-
zicht van het spottend gebruik van plaatsnamen en persoonsnamen in de
Nederlandse literatuur vanaf de Middeleeuwen. Voor dit boekje heb ik
dankbaar van zijn materiaal gebruikgemaakt.
Dat geldt ook voor het standaardwerk over plaatsnamen in de volkstaal,
de zesdelige studie van de Vlaamse volkskundige Jozef Cornelissen geti-
teld Nederlandsche volkshumor op stad en dorp, land en volk: spot- en bijna-
men, spotrijmen, spotvertellingen, volksetymologische sagen, spreekwoorden en
zegswijzen, enz., naar hun oorsprong en heteekenis verklaard (1929-1938).
Cornelissen wijdde een apart hoofdstuk aan denkbeeldige plaatsnamen en
aan uitdrukkingen met een woordspeling op een échte plaatsnaam. Mede
dankzij hem bevat dit boekje ook veel Vlaamse gegevens.

Nichtenstein
Waarom zijn in dit boekje over verzonnen plaatsnamen nu ook ruim
honderd uitdrukkingen met een bestaande plaatsnaam opgenomen? Dat
kan ik het best laten zien met een voorbeeld. Van een homoseksueel zegt
men soms: 'Hij komt uit Nigtevecht.' Maar ook: 'Hij komt uit Nichten-
stein.'
Nigtevecht is een bestaande plaats, Nichtenstein niet, maar taalkundig
gezien zijn de uitdrukkingen op dezelfde leest geschoeid: ze bevatten een
woordspel met nicht, een van de vele benamingen voor 'mannelijke ho-
moseksueel'. Om die - taalkundige - reden zijn ook uitdrukkingen met
een woordspeling op een echte plaatsnaam opgenomen. Om vergelijkbare
redenen zijn in het hoofdstuk over dooddoeners bestaande en gefingeerde
plaatsnamen door elkaar gezet. Voor de duidelijkheid zijn bestaande
plaatsnamen in het hele boekje voorzien van een asterisk.
De grootste groep verzonnen plaatsnamen heeft als betekenis 'gehucht,
gat, verafgelegen, onbelangrijke plaats'. Er zijn meer dan honderd gefin-
geerde plaatsnamen die op deze manier worden gebruikt, maar in Neder-
land hebben ook bestaande plaatsen als Lutjebroek, Vlagtwedde en
Tietjerksteradeel deze overdrachtelijke betekenis gekregen. En in Vlaan-
deren plaatsen als Erps-Kwerps, Kuttekove, Lapscheure, Zichen-Zussen-

n
Bolder, Zoerle-Parwijs en Zoutenaaie. Aan dit overdrachtelijke gebruik
van bestaande plaatsnamen zijn twee aparte hoofdstukken gewijd.

Compleet?
Staan alle denkbeeldige plaatsnamen in het Nederlandse taalgebied hier
nu bij elkaar? Nee. Er is weinig aandacht besteed aan denkbeeldige plaat-
sen in literaire werken, aan imaginaire reisverhalen, aan Oeteldonkachti-
ge carnavalsbijnamen voor dorpen en steden, aan gefingeerde plaatsen in
illegale uitgaven, aan nepplaatsen in hedendaags overheidsdrukwerk, of
aan namen uit de geofictie (waarbij men fictieve landen, steden, werelden
en planeten bedenkt en 'uitwerkt'). Door deze keuze zijn plaatsnamen als
Andervoorts, Batrachia, Bolderburen, Brikkekiks, Drogland, Doolenberg, Eleu-
tharia, Ertholm, Gluiponië, Kipdorp, Krinke Kesmus, Loowoude, Mijnland,
Nooitgedachtland, Rommeldam, Spokanië, Stuipendrecht, Sweinstein, Vrij-
burg en Xokum komen te vervallen. Ook over deze namen valt van alles te
vertellen, maar je moet ergens een grens trekken, en het ging mij in de eer-
ste plaats om verzonnen plaatsnamen die in de volkstaal leven of hebben
geleefd. Bovendien zijn bijvoorbeeld alle spottende bijnamen voor steden
en dorpen in het Nederlandse taalgebied al twee keer bij elkaar gebracht,
aan het begin van de 20ste eeuw door de hierboven al genoemde Cornelis-
sen, en in 1998 nogmaals door Dirk van der Heide (in het Groot schimpna-
menboek van Nederland).1

Jerkwater
Is dat nou typisch Nederlands, die enorme hoeveelheid fictieve plaatsna-
men? Dat is moeilijk te zeggen want bij mijn weten zijn ze voor het Frans,
Duits, Engels, Italiaans of Spaans nooit systematisch bij elkaar gezet. Maar
in al die talen, en zonder twijfel in nog veel meer talen, komen ze voor. Ik
vermoed dat fictieve plaatsnamen die als betekenis hebben 'gehucht, gat in
de grond, het einde van de wereld, plaats waar nooit iets gebeurt', voorko-

i Voor het Engelse taalgebied bestaat een indrukwekkende inventarisatie van


ruim twaalfhonderd fictieve plaatsnamen in literaire werken. Het gaat om The
Dictionary oflmaginary Places (1999^) van Alberto Manguel en Gianni Guadalu-
pi. Over gefingeerde 'plaatsen van uitgave' zie het driedelige werk van Emil Wel-
ler, Diefalschen undfingierten Druckorte (1864, herdrukt in 1970).

12
men in alle landen met grote steden - en daar zijn er nogal wat van. Van
oudsher kijken stadjers neer op mensen van het platteland, en dat heeft veel
fictieve gehuchtnamen opgeleverd.
De meeste Duitse, Franse en Spaanse fictieve plaatsnamen komen in de
loop van dit boek ter sprake, bij Nederlandse namen die op een vergelijk-
bare manier zijn gevormd. Het zijn er bij elkaar misschien dertig of veer-
tig. Het Engels telt er véél meer. Lester v. Berrey en Meivin Van den Bark
noemen er in The American Thesaurus of Slang (1952) al 78, en hun lijst is
verre van compleet, want opmerkelijk genoeg hebben ze min of meer aan-
stootgevende namen als Bumfuck, East Jesusen Jerkwater weggelaten. Kort-
om, er blijft genoeg te doen, zeker als je ook nog zou willen kijken naar fic-
tieve plaatsnamen in het Engels van Nieuw-Zeeland (waar men onder
meer spreekt over Waikickamoocow) en dat van Australië (waar Nergens-
huizen is gelieerd met onder meer Bullamanka en Bullamakanka, met
Woop Woopsen Whoop Whoop).

Tot slot nog dit: dialectwoorden zijn doorgaans omgezet in standaard-Ne-


derlands. Aanhalingen uit brieven zijn stilistisch soms enigszins aange-
past, evidente taalfouten en dergelijke zijn er stilzwijgend uit gehaald. Re-
dactionele toevoegingen binnen citaten staan tussen vierkante haken.
Aanvullingen, correcties en commentaar zijn zeer welkom.

Ik kan hier onmogelijk alle mensen noemen die op mijn oproepen hebben
gereageerd. Toch zijn er een paar die ik, om verschillende redenen, extra
dank ben verschuldigd. Het gaat om Peter Altena, Mare De Coster, Mare
De Proft, Anne Dykstra, Jaap Engelsman, Marcel Grauls, Jacques Klöters,
Joep Kruijsen, Ludo Permentier, Harrie Scholtmeijer, Nicoline van der
Sijs en Rob Tempelaars. Zeer veel dank voor jullie hulp!

Gebruikte afkorting
WNT = Woordenboek der Nederlandsche Taal

Een asterisk (*) geeft aan dat het om een bestaande plaats gaat.

13
1
Arm: heer Zondervan uit Nergenshuizen
in Geenland

Het schertsend gebruik van plaatsnamen is altijd een volkssport geweest.


Dat was in de Middeleeuwen al zo, en het is nog steeds zo. Als we de
Vlaamse volkskundige Aug. Gittée mogen geloven, nam het gebruik van
dergelijke namen zelfs toe naarmate men armer was. Althans, in 1893
schreef hij: 'Zulke schertsend aangewende eigennamen zijn vooral gang-
baar onder de laagste standen, meer en meer naar mate men de ladder-
sporten der maatschappij afdaalt.'
In dat opzicht is het opmerkelijk dat er relatief veel uitdrukkingen met
plaatsnamen zijn die op armoede betrekking hebben. De arme man mocht
kennelijk graag spotten met de nóg armere man. Voorzover bekend had
hij daar ten minste 23 plaatsnaamuitdrukkingen voor tot zijn beschikking:
dertien fictieve en tien met een bestaande plaatsnaam. Ze bevatten opval-
lend vaak neptitels en chique aanspreekvormen, zoals (mijn)heer van, ba-
ron van, burgemeester van, drost van, jonker van, sint van, en dan volgde een
plaatsnaam die in schril contrast stond met de vermeende status van de
aanspreekvorm.
Zoals te verwachten was, bevatten de plaatsnamen een spel met woorden
als hard, scherp, honger, kommer, mager en zorg - woorden waar de ar-
moedzaaier de mond vol van moet hebben gehad. Relatief veel van onder-
staande uitdrukkingen dateren al uit de 16de en 17de eeuw.

15
Bijsterveld
De oorspronkelijke betekenis van bijsterveld is 'schraal en onvruchtbaar
stuk land'. Maar in de uitdrukking heer van Bijsterveld, voor 'vagebond,
landloper', moet Bijsterveld worden beschouwd 'als een denkbeeldige
plaatsnaam', aldus het WNT. De uitdrukking heer van Bijsterveld is al aan het
begin van de 16de eeuw aangetroffen. Er zijn verschillende variaties op ge-
vonden, zoals Sint van Bijsterveld en Baron van Bijsterveld. Bredero vraagt in
Moortje (1615): 'Waer is de Baroen Kalis Jan van Bystervelt met sijn Kom-
pangie?' En uit een Zandvoorts straatliedje komen de regels:

Hoe slegt is 't nu met my gesteld,


Ik leef als heer van Bystervelt
Ik heb gheen geld nog eenig pand.

Overigens kende Noord-Brabant tot in de 20ste eeuw drie gehuchten Bijs-


terveld, maar die zijn inmiddels opgegaan in grotere gemeenten.

Geendorpen
Hij is burgemeester van Geendorpen = hij doet zich rijker en voornamer voor
dan hij is. De uitdrukking is in 1931 opgetekend door de Vlaamse volks-
kundige Jozef Cornelissen. Volgens Cornelissen zei men dit ook 'van ie-
mand die niet zeggen wil wie hij is'.
Op internet maakt een wiskundig genootschap melding van een 'tijdelij-
ke hoogleraarsbaan aan de universiteit van Geendorp'. Vooral kandidaten
met ervaring in 'tegennatuurlijke logica' blijken voor de baan in aanmer-
king te komen.

Geenhuizen
In de uitdrukkingen mijnheer van Geenhuizen; jonker van Geenhuizen of
kortweg een Geenhuizen. Mijnheer van Geenhuizen werd gebruikt voor 'ar-
moedzaaier, schraalhans'. Jonker van Geenhuizen en een Geenhuizen werd
volgens het WNT vooral gezegd van kinderen die alles kapotmaken. Het
Woordenboek geeft als voorbeeldzinnen: 'Die jongen is een echte jonker
van Geenhuizen. Is al je speelgoed weer kapot? Je bent toch een rechte
Geenhuizen.'

16
Als fictieve plaatsnaam is Geenhuizen voor het eerst aangetroffen in
1644, in de titel van een luizenlofzang' van Pieter van Godewijck. Hij
heeft het hierin over 'vooghden van Geenen-Huyse, Nergens-Rijck en
Sonder-Lant'. Overigens komt (Van) Geenhuizen ook voor als familie-
naam.

Geenland
Aan het begin van de 17de eeuw aangetroffen in de uitdrukking heer van
Geenland. Men zei dit schertsend tegen een armoedzaaier. Omstreeks
1701 verscheen in Amsterdam een fictieve reisbeschrijving getiteld De
Vrije Staat van Geen-Land. Het ging om een vertaling uit het Engels. Geen-
land komt ook voor in combinatie met Nergenshuizen. Zo schreef J.J. Star-
ter omstreeks 1621: 'Nou hoor hier, mijn heer van Geenland, drost tot Ner-
gens-huyse!' En in 1726 had de Middelburgse predikant Carolus Tuinman
het over 'Heeren van Nergenshuizen in Geenland'.

"Halen
Hij is van Halen (1870) = hij is een bedelaar, een schooier. Naar Halen in
(Belgisch) Limburg, met een woordspeling op halen, 'pakken'.

*Hardenberg
Zij zijn van Hardenberg (1896) = het zijn slechte betalers. Naar Harden-
berg in Overijssel, met de gedachte aan hard, 'onvermurwbaar'. Men zei
ook hij is zo hard als een spijker voor 'hij bezit niets, hij betaalt niet'.

"Harderwijk
Hij is van Harderwijk (1879) = hij is arm. Naar Harderwijk in Gelderland,
zinspelend op een hard leven. Van iemand die buitengewoon gierig is, kan
men zeggen: hij is in Harderwijk geboren en in Spaarndam grootgebracht.
Vergelijk Spaarndam.

17
^Hongarije
Het is daar in Hongarije (1561) = het is daar armoe troef. Naar het land
Hongarije, met een woordspeling op honger. Men schreef soms ook Hon-
gerijen. Tevens aangetroffen in de uitdrukkingen iemand naar Hongarije
zenden ('iemand honger laten lijden') en Sint-Reinuit heeft het bewind over
Hongerijen (Sint-Reinuit is de fictieve schutspatroon van de berooiden).
Ook de uitdrukking eten als een Hongaar zinspeelt op honger. In het Duits
wordt de landnaam Hongarije (Ungarn of Hungarn) eveneens met honger
geassocieerd. Gulzig eten, jressen, wordt daarentegen verbonden met Fries-
land, dus: aus Friesland geht der gerade Weg nach Ungarn, 'van Friesland
leidt de weg rechtstreeks naar Hongarije'. Het Frans kende vroeger een an-
dere woordspeling op de landnaam Hongarije, namelijk prince de Hongrie
('Hongaarse prins'), 'gecastreerde, impotente man', van hongre, 'ruin' (ge-
castreerd paard), een woord dat etymologisch overigens ook met Hongrie
samenhangt.

-Kalis
Over Kalis thuiskomen (1636) = berooid van een reis terugkomen. Naar de
Franse havenplaats Calais, met een woordspeling op kaal in de betekenis
van 'berooid' (zo zei men ook kaal van een reis komen). Varianten zijn naar
Kalis moeten voor 'de welvaart vaarwel moeten zeggen', naar Kalis gaan
voor 'te veel uitgeven, bezig zijn een arm man te worden' en zij kruisen de
straat tussen Kalis en Sint-Reinuit, 'het is armoedig met hen gesteld'. Sint-
Reinuit, de naam van de fictieve schutspatroon van de berooiden, wordt
hier als plaatsnaam gebruikt.
In het Duits werd van armoedzaaiers wel gezegd dat zij nach Cas(s)ablan-
ca gehen, 'naar Casablanca gaan' (een stad in Marokko), om aan te geven
dat hun Kasse ('kas') blank ('leeg, blut') was.

Kalisbeemd
Een beemd is (onder meer) een vlakke landstreek. Kalis is een inmiddels
verouderd woord voor 'berooid persoon, arme drommel'. Zo'n armoed-
zaaier werd ook wel schertsend heer van Kalisbeemd genoemd. Het WNT
schrijft ter toelichting bij Kalisbeemd: 'Een verzonnen plaatsnaam, als
grappige benaming voor het denkbeeldig grondbezit van iemand zonder

18
vermogen.' Vergelijkbare vormingen zijn Kalishoek en Kalisdijk voor een
'denkbeeldig oord waar personen die geen middelen hebben, thuishoren
of vandaan komen'. Vondel dichtte in 1630: 'Swijght, ghy quaemt [kwam]
van kalis-dijck,/ Ghy waert kael en ick was rijck.'
Calishoek bestaat overigens écht. Het is de naam van een plaatsje in
Noord-Brabant. Zuid-Holland kent bovendien het dorpje Kalishuurt.

Kommerkerke
Aangetroffen in een Vlaams handschrift uit de 16de eeuw: 'Wanneer een
haveloos gheselle Aan een Mos [een verouderd woord voor "meid, arme
griet"] een kindeken krijght, Te Commer-kercke luyt hy de Belle.' Ge-
vormd van kommer, 'gebrek'. In de 19de eeuw telde Nederland nog vijf
plaatsen die begonnen met Kommer-. Daar zijn er nu nog twee van over:
Kommerdijk in Gelderland en Kommerzijl in Groningen.

*Kortenaken
Te Kortenaken uitkomen (1890) = tekortkomen. Naar Kortenaken in
Vlaams-Brabant, met een woordspeling op (te)kort. Van iemand met wie
het bergafwaarts ging, werd in het Engels vroeger wel gezegd he is on the
high-way to Needham, 'hij is op weg naar Needham', met een toespeling op
need, 'nood, gebrek'.

*Kortrijk
Het zijn heren van Kortrijk (1642) = het zijn rijken van korte duur. Naar
Kortrijk in West-Vlaanderen. Woordspelingen met Kortrijk duiken vanaf
het midden van de 17de eeuw in de literatuur op. Carolus Tuinman
schreef in 1727: 'Overdaad en verquisting maakt heeren van Kortryk, en
doet ras met de noorder zon verhuizen: maar spaarzaamheid is een
groote rente.'
Kortrijk wordt soms in één adem genoemd met Duren, naar Düren in
Noordrijn-Westfalen, met een woordspeling op duren, 'het verlopen van ze-
kere tijd'. Zo schreven Wolff en Deken in 1793: 'Duuren is een schoone stad,
doch Kortrijk ligt er digte bij, plagt mijn moeder te zeggen.' Van een rijk man
die aan de bedelstaf was geraakt, heette het in Duitsland wel dat hij van Rei-
chenau naar Bettelheim gekomen was.

19
*Landuit
Heer van Landuit (1894) = arme drommel, iemand zonder land. Naar
Landuit in Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op land + uit.

Magerhal
'Schertsende benaming,' aldus het Idioticon van het Antwerpsch dialect
(1901), 'voor het dorp Halle bij Zandhoven. De grond is er zoo mager, ver-
telt men spotsgewij ze, dat men er maar een enkelen pier gevonden heeft,
die met eene ijzeren ketting gebonden ligt in den hof van den pastoor.' Dat
dit volksverhaal nog steeds voorleeft, bleek uit een bericht van een Vlaam-
se informant: 'Het volgende rijmpje heb ik in de jaren zestig van mijn
moeder geleerd: "Lomp Zoersel, mager Hal, zot Sint-Teunis, rijk West-
mal." [...] Halle is niet het stadje ten zuiden van Brussel, maar een klein
dorp dat afgelegen lag en destijds berucht was om de slechte zandgrond.
Een volksverhaal wil dat een Halse boer bij het ploegen een dier vond dat
hij nooit eerder gezien had. De Hallenaren richtten een paal op en legden
het dier er met een ketting aan vast. Toen er dan toch eens iemand van
"buitendorps" in Halle kwam en het dier zag, schoot hij in de lach: het ging
om een doodgewone pier. Er is in Halle een straat die De Pier heet. De
grond in Halle was zo slecht, dat zelfs een pier er amper in kon leven.'
Magerhal komt ook voor in de uitdrukking het is een heer van Magerhal
voor 'een arm iemand die toch als voornaam wil doorgaan'. Men noemde
zo iemand vroeger ook wel een kaalaard of een kale jonker.

Nergenshuizen
'Een komieke uitdrukking is de denkbeeldige plaatsnaam Nergenshuizen,
die nog heden wel gebruikt wordt,' aldus het WNT in 1907. Welnu, Ner-
genshuizen wordt nog steeds volop gebruikt. Niet alleen in kranten en tijd-
schriften, ook in boektitels. Zo publiceerde Jan Bonsen in 1991 Nergens-
huizen: verhalen en utopieën voor de gemeente. Paul de Wispelaere was hem
in 1986 voorgegaan met de roman Brieven uit Nergenshuizen, en Michel
van der Plas bundelde in 1962 enkele reisreportages onder de titel Ner-
genshuizen: verhalen over elf Europese dorpen. En toen bestond er al lang een
blijspel getiteld Eene zitting van den militieraad te Nergenshuizen, want dat
was al in 1886 verschenen.

20
Nergenshuizen behoort tot de bekendste en meest gebruikte fictieve
plaatsnamen. Het dankt zijn populariteit aan z'n duidelijkheid en neutra-
liteit. Er komt geen schuttingwoord in voor (zoals in Schubbekutteveen, dat
daardoor minder geschikt is voor kranten), en iedereen zal direct begrijpen
dat het een denkbeeldige plaats is. Nergenshuizen is het zinnebeeld van
tientallen, zo niet honderden plaatsen: klein, onopvallend, ruraal, boring,
een gat in de grond, het einde van de wereld. Dan wel: een stadje van der-
tien in een dozijn, met z'n eigen Blokker, Hema, Zeeman enzovoorts. Ner-
genshuizen is, kortom, een plaatsje waar je nog niet dood gevonden zou wil-
len worden.
Althans, dat is hoe wij Nergenshuizen nu gebruiken, maar in de 17de
eeuw - toen deze plaatsnaam ontstond - werd Nergenshuizen vooral ge-
bruikt in de verbinding heer van Nergenshuizen (met als uitbreiding heer
Zondervan uit Nergenshuizen in Geenland). Het gaat hier om een quasi-
adellijke titel voor een 'armoedzaaier' of voor 'iemand die zich rijker en
voornamer voordoet dan hij is'. Zo voerde J J . Starter in 1618 in een kome-
die een moeder op die tegen haar kritische zoon (die zij aan een rijke vrij-
ster wil helpen) roept: 'Nou hoor hier, mijn Heer van Geen-land, Drost tot
Nergens-huyse!'
Maar Nergenshuizen werd ook indertijd al alleen als plaatsnaam gebruikt,
dus zonder dat heer van. Zo had Johannes Erasmius (1605-1658), conrector
van de Latijnse school van Alkmaar, het bijvoorbeeld over het 'Kasteel te
Nergenhuysen, sigh streckende van Aecken tot Paesschen'.
Nergenshuizen heeft als inspiratiebron gediend voor verschillende verge-
lijkbare benamingen, zoals Ergernishuizen en Nergensviïle (dat voorkomt in
een gedicht van G. van der Graft uit 1997: 'Ik noem die stad, die capitale/
de la douleur, dat Nergensviïle...'). Ook de variant Ergenshuizen is een paar
maal aangetroffen. Zo schreef Michel van der Plas in 1953 een boek geti-
teld Ergenshuizen: een mythe. C.W. Mönnich volgde hem in 1984 met 'Er-
genshuizen' of'nergens meer'?: utopie en anti-utopie rond Orwellsjaar 1984.
Sommige mensen zeggen nu van Niks naar Nergenshuizen. Daarnaast is
de uitbreiding Nergenshuizen boven Rikketik aangetroffen. Bovendien figu-
reert Nergenshuizen in een verwensing, te weten: val onder de tram naar
Nergenshuizen (kennelijk een variant van val onder de Haagse tram of val on-
der de Rotterdamse tram).
Nergenshuizen heeft in verschillende talen broertjes en zusjes. In het En-
gels komt Noplaceville er het dichtst bij en in het Duits Nirgendwo (in de ver-

21
binding Irgendwo am Nirgendwo). De dichter De Genestet (1829-1861)
heeft eens d'Aucunville gebruikt, maar echt Frans is dat niet. De Fransen
gebruiken fictieve plaatsnamen als Pétaouchnock, Fouilly-les-Oies, Trifouil-
lis-les-Oies en Perpète-les-oies (die oies, 'ganzen', duiden ongetwijfeld op de
ook in het Frans spreekwoordelijke domheid van ganzen, en dus op de
achterlijkheid van die dorpjes).
Tot slot nog dit: weliswaar kent de wereld geen echte plaats die Nergens-
huizen heet, maar plaatsnamen die uitdrukking geven aan hun onvind-
baarheid of afgelegenheid komen in Nederland wel degelijk voor. Zo kent
Gelderland een plaatsje dat Nergena heet, en Noord-Holland heeft een
Nauerna. Beide namen moeten volgens plaatsnaamkundigen worden be-
grepen als 'volstrekt niet in de nabijheid'. En Alteveer (de naam van vier Ne-
derlandse dorpen) betekent simpelweg 'al te ver' - dus nog voorbij Ner-
genshuizen.

Poverland
'Denkbeeldig land waar men zich voorstelt dat alleen arme menschen wo-
nen,' aldus het WNT. De plaatsnaam is aangetroffen in een dichtbundel uit
1608: 'Men heeft int gheheele pover landt,/ Noyt ghevonden so grooten
Sant.' Een vergelijkbare naam is Poverendijke, die aan het eind van de 19de
eeuw in Vlaanderen is opgetekend. Men zei soms ook: te Poverendijke, in
het huis Plattebeurs.

Scherperije
'Grappig gevormde eigennaam,' aldus het WNT, 'voor een land of streek
waar schaarschte heerscht.' De naam, waarin wordt gespeeld met scherp in
de inmiddels verouderde betekenis 'weinig geld bezittend of opleverend,
kaal, schraal, krap, schaars', is in 1561 voor het eerst opgetekend. Men zei
onder meer het is daar in Scherperije.

* Spaarndam
Men is daar in Spaarndam (1657) = men leeft daar zuinig. Naar Spaarndam
(Sparendam) in Noord-Holland, met de suggestie dat de mensen daar veel
sparen. Van iemand die buitengewoon gierig is, kan men zeggen: hij is in

22
Harderwijk geboren en in Spaarndam grootgebracht.
Vergelijk Harderwijk.

Uitkerken
In de uitdrukking tot Uitkerken komen voor 'aan lager wal raken'. Het
gaat hier om de morele armoede van mensen die geen goede christenen
zijn, die als het ware de kerk hebben verlaten. De uitdrukking komt al in
Tijl Uilenspiegel voor. In de oudste Nederlandse versie van deze schel-
menroman, die van omstreeks 1519 dateert, is sprake van tuyterkerken ko-
men. Varianten zijn Uitkerk, Uitkerke, Uitjeskerk en (H)uutkercke. De uit-
drukking is in diverse spreekwoordenboeken uit de 16de en 17de eeuw
opgenomen.
Nederland telt op dit moment nog dertien plaatsen die beginnen met
Uit-, met als mooiste Uitweg in Utrecht.

* Utrecht
De plaatsnaam Utrecht werd in de volkstaal uitgesproken als Uitert. Dit gaf
aanleiding tot uitdrukkingen als een Uitertse reis, 'een verre en moeilijke
tocht', en hij is bij de poort van Uitert aangekomen, 'hij is nagenoeg arm'. Het
gaat hier om woordspelingen met uiterst, 'het meest verwijderd, het verst
afgelegen' en/of uitwaarts. Een en ander verklaart ook de in 1854 in Fries-
land opgetekende uitdrukking van Utrecht naar Vollenhove gaat niet gemak-
kelijk, maar van Vollenhove naar Utrecht heejt men het voor de wind voor 'het
is moeilijker om van arm rijk te worden, dan andersom'.

*Vollenhove
Het is daar Vollenhove (1893) = men leeft daar op grote voet. De uitdrukking
werd ook gebruikt in de betekenis 'er woont daar een groot gezin'. Naar
Vollenhove in Overijssel, met een woordspeling op vol + hof. In 1861 is de
uitdrukking men vaart door het Sparen (Spaarne) naar Vollenhove opgete-
kend, voor 'door te sparen word je bemiddeld'.

23
Zorghoek
Hij woont in Zorghoek = hij leeft in zorg, hij heeft het moeilijk. Voor het
eerst opgetekend aan het begin van de 17de eeuw, in de vorm te Zorghoek
geraken. Men zei ook hij leejt in Zorghoek. Zorghoek is nooit als naam van
een bestaande plaats gesignaleerd; wel Zorgvlied en Zorgvliet. De beteke-
nis van deze plaatsnamen is 'geweken zorgen'.

24
1

Gierig, betalen, sparen: volk van


Kaap de Grijp

Bever
Hij komt uit het land van Bever (1925) = hij is gierig. Meestal met als (rij-
mende) uitbreiding: ...en is liever houder als gever. Er bestaat een plaats Be-
ver in Vlaams-Brabant, maar die plaatsnaam is hier waarschijnlijk alleen
maar opgevoerd vanwege het rijm.

"Boxmeer
Hij gaat naar Boxmeer (1916) = hij trekt zijn beurs. Naar Boxmeer in
Noord-Brabant, met een woordspeling op boks, een in het algemeen Ne-
derlands verouderd woord voor 'broek'. Het idee was dus: hij tast in zijn
boks, naar zijn buidel. In het Limburgs is boks overigens nog altijd een
gangbaar woord voor broek in het algemeen.

"Duren
Duren is een schone stad (1627) = volhouden is een goede zaak. Naar de
naam van de plaats Düren in Noordrijn-Westfalen, opgevat als het werk-
woord duren, 'het verlopen van zekere tijd'. Komt ook voor in de uitgebrei-
de vorm Duren is een schone stad, die aan het Sparen ligt, naar de rivier het
Spaarne, met een woordspeling op sparen, 'bewaren'. Men zei tevens Du-
ren is een schone stad en blijven duren een nog schonere en Duren is een schone
stad, maar Kortrijk ligt er zo dicht bij.

25
*Houthem
Hij komt van Houthem (1893) = hij is gierig. Naar Hout(h)em in West-
Vlaanderen of Houthem in (Nederlands) Limburg. Het WNT kiest voor Ne-
derland, maar de uitdrukking is in Vlaanderen voor het eerst opgetekend.
De plaatsnaam wordt ontleed als houd + hem. In het Duits wordt van zo ie-
mand wel gezegd dat hij komt uit (het voormalige vorstendom) Anhalt, of
dat hij zeker stamt uit het huis Anhalt, dat je hier kunt vertalen met 'hou-
vast'.

*Jousumburen
Hij is niet van Jousumhuren (1896) = hij is niet goedgeefs. Naar Jousumbu-
ren (Jousenbuorren) in Friesland, met een woordspeling op het Friese
jou(st) 'geef(t)\ Jousumburen wordt hier dus geïnterpreteerd als 'geef-
buurt, geversbuurt'. Vergelijkbare uitdrukkingen zijn gevormd met de
plaatsen Jousterbuorren en Jousmaburen. Het Woordenboek der Friese Taal
vermeldt als uitbreidingen de boerin is niet van Jousumburen maar van
Knijphuisterburen en hij is niet van Jousumburen, maar echt van De Knipe.

Kaap de Grijp
In de uitdrukking naar of op Kaap de Grijp varen. Aanvankelijk werd hier-
mee bedoeld 'de kaapvaart uitoefenen', later werd het ook gebruikt voor
'gierig zijn, roven, stelen, woekeren'. Men zei ook Kaap de Grijp spelen voor
'roven, stelen, gappen', en op zijn Kaap de Grijps te koop voor 'door diefstal
te verkrijgen'. Met volk van Kaap de Grijp werden 'hebzuchtige, roofzuch-
tige lieden', 'uitzuigers' of'woekeraars' aangeduid. Al deze uitdrukkingen
dateren uit het begin van de 17de eeuw.

*Kleef
Hij komt van Kleef (1561) = hij is gierig, zuinig, niet scheutig. Naar Kleef in
Noordrijn-Westfalen, met een woordspeling op kleven, 'plakken'. Men zei
ook hij komt uit het land van Kleef(of: van Kleven) en hij is van Kleef hij houdt
meer van de heb, dan van de geef. In 1726 schreef de Middelburgse predikant
Carolus Tuinman in zijn beroemde spreekwoordenboek: 'Hy is van Kleef.
Dit kan gezegt worden van een gierigaard, en van een dief, welke beide als

26
pek aan de vingeren hebben, zo dat'er het geld, of iets diergelyks, aan vast
blyft hangen.'
In de uitdrukking hij is van de familie Van Kleef ('hij is gierig') wordt ge-
speeld met de familienaam Van Kleef, maar die gaat natuurlijk ook terug
op de Duitse stad Kleef.

*Knijphuizen
Hij is van Knijphuizen = hij is gierig. De uitdrukking is in 1880 opgetekend
in Groningen, in de vorm hij is van Kniephuuzen. Men zegt ook: hij is van
Knijphuisterburen. Er wordt hier een spel gespeeld met knijpen, knijperig
zijn voor 'niet royaal zijn met geld', en de Oost-Friese heerlijkheid Knip-
hausen. Een uitgebreide Friese variant is: de boerin is niet van Jousumburen
maar van Knijphuisterburen voor 'de boerin is niet goedgeefs maar zeer zui-
nig'. Geheel overeenkomstig is de Duitse zegswijze sie stammt nicht aus
Schenkendorf, sondern aus Greifswald: 'zij komt niet uit "Schenkdorp" maar
uit "Grijpswoude"'. Beide Duitse plaatsen bestaan werkelijk. In plaats van
Schenkendorf zegt men soms Nimwegen, 'Nijmegen', met een toespeling
op nimm, 'neem'.

*Knipe, De
Van De Knipe zijn (1903) = gierig zijn. Naar De Knipe (De Knijp) in Fries-
land, met een woordspeling op knijperig, een dialectwoord voor 'krenterig,
karig, gierig'. Men zei ook hij is niet van Jousumburen, maar echt van De
Knipe.

Vergelijk Jousumburen.

^Oudenaarde
Hij is van Oudenaarde (1865) = hij is gierig. Naar Oudenaarde in Oost-
Vlaanderen, met een toespeling op houden, dat in verschillende Vlaamse
dialecten wordt uitgesproken als ouden. De inwoners van Oudegem in
Oost-Vlaanderen dragen, eveneens vanwege de associatie ouden-houden,
de bijnaam gierigaards. Van een gierigaard zei men ook: hij is van Agem.
Agem is de volksnaam voor Oudegem. Hier wordt een spel gespeeld met
het dialectwoord ave, 'houden'. Deze uitdrukking is in 1929 opgetekend in
het tijdschrift
27 Oostvlaamsche Zanten.
* S cherpenheuvel
Hij komt van Scherpenheuvel (1865) = hij is gierig, hij let scherp op zijn cen-
ten. Naar Scherpenheuvel in Vlaams-Brabant, zinspelend op scherp, 'in
sterke, hevige mate'. Men zei ook hij is scherp op een halve cent.

* Spaarndam
Men is daar in Spaarndam (1657) = men leeft daar zuinig. Naar Spaarndam
(Sparendam) in Noord-Holland. Van iemand die buitengewoon gierig is,
kan men zeggen: hij is in Harderwijk geboren en in Spaarndam grootgebracht.
De uitdrukking hij is van Harderwijk werd gebruikt voor 'hij is arm'.

*Vrekhem
Van Vrekhem komen (1893) = gierig zijn. Naar Vrekhem in Oost-Vlaande-
ren, met een woordspeling op vrek. Ook aangetroffen als hij komt uit het
land van Vrekhem.

28
1

Slim, dom, bot of gek: gedoopt


te Botterdam

*Bottelare
Hij komt van Bottelare (1893) = hij is een botterik. Naar Bottelare in Oost-
Vlaander en, met een woordspeling op bot, 'ongemanierd'. Werd ook ge-
bruikt in de betekenis 'hij weet van niets'. 'Wanneer de Vlaamsche boeren-
knechts 's middags aan tafel zitten,' schreef Aug. Gittée in 1893 ter
toelichting, 'drinken zij allen uit één glas; wie laatst drinkt, moet voor den
volgende inschenken. Doet hij dit niet, zoo zondigt hij tegen alle regelen
der goede manieren en van hem wordt in dit geval gezegd dat hij van Botte-
lare is.'

Botterdam
Te Botterdam gedoopt zijn = bot, dom zijn. Volgens sommige bronnen werd
deze uitdrukking vooral voor vrouwen gebruikt. Zo schreef de Vlaamse
volkskundige Jozef Cornelissen in 1931: 'Volgens het Noordnederlandsch
taalgebruik is een vrouw, die te pas en te onpas lacht, die hare lachspieren
niet weet te bedwingen als dit zijn moet, wellicht te Botterdam, de stad der
botteriken, gedoopt.' De uitdrukking is in het midden van de 19de eeuw
voor het eerst gesignaleerd. Een verwante uitdrukking is: hij komt van Bot-
tegem. Die plaatsnaam is overigens aanzienlijk ouder, want al uit 1511 da-
teert het is niet gezogen uit Bottegems tuiter [speen] voor 'het is niet iets
doms'.
Volgens het WNT is Botterdam gevormd naar het voorbeeld van Rotter-
dam.

29
* Domburg
Hij is ofkomt van Domburg (17de eeuw) = hij is dom. Naar Domburg in Zee-
land. Toespelingen op de domheid van de Domburgers zijn al oud. Zo
dichtte J. de Brune in 1657:

Wat recht is er van zulcke Domburghers te verwachten?


Die wijsheid van een dwaes begheert
Die is oock zelfs die name weerdt.

De Duitsers kennen vergelijkbare uitdrukkingen met Domnau in Oost-


Pruisen (nu Domnovo in Rusland), Dummsdorf in Saksen en het fictieve
Dummbach, 'Dombeek'. Van dit laatste bestaat nog de versterkte vorm
Hinterdummsbach, 'Achterdombeek' of 'Dombeek-Buiten'. De Fransen
zeggen tu a fait ton cours à Asnières, 'je hebt je opleiding genoten in Asniè-
res', naar Asnières bij Parijs, met een toespeling op âne, 'ezel'. In het En-
gels werd een onschuldig, naïef persoon, een 'groentje', wel een Greenlan-
der, 'Groenlander', genoemd. Overigens heeft dom in Domburg niets met
'stom' te maken; het gaat waarschijnlijk terug op een Germaans woord
voor 'half in de bodem verzonken versterking'.

Gekhuizen
Aangetroffen in een gedicht van omstreeks 1600 waarin sprake is van een
'sinte Magher van Gecxhuysen' (samen met onder meer een 'prior van
Bijstervelt'). In deze satire op de kloosterorden richt Sint-Mager uit Gek-
huizen een nieuwe orde op. Centrale regel voor deze nieuwe groep: nooit
meer werken. Het gedicht werd in 1647 opgenomen in Veelderhande ge-
neuchlijcke dichten, tafelspelen ende refereinen.

Gekkem
Hij is van Gekkem (1879) = hij 8ek> dom, dwaas. Gekkem is gevormd naar
het voorbeeld van Maldegem en Zottegem.

30
*Goudriaan
Hij is van Goudriaan (1561) = hij is langzaam van begrip. Naar Goudriaan
in Zuid-Holland, met een (ironische) woordspeling op gauw, 'snel (van be-
grip)'. Aangetroffen in de verbasterde vorm Gauweriaan.

Keiberg
In verschillende uitdrukkingen wordt de kei in verband gebracht met gekte.
De Grote Van Dale vermeldt onder meer de kei leutert of reutelt hem; het leu-
tert of reutelt hem de kei; hij heejt een kei in 't hoofd en hij is met de kei gekweld,
allemaal met als betekenis 'hij is niet goed bij zijn hoofd, begaat allerlei
dwaasheden'. Tegenwoordig hoor je nog wel eens hij heejt een kei inz'n kop.
Keiberg is een bestaande plaatsnaam - België telt vier plaatsen met die
naam, vroeger nog meer - maar vanwege die verschillende uitdrukkingen
met kei voor 'gekte' twijfelen taalkundigen er niet aan dat Keiberg in de uit-
drukking hij is van Keiberg, 'hij is gek', fictief bedoeld is. Bovendien zijn er
allerlei varianten gevonden, zoals Keienberg, Keienburg, Keiendaal, Keyberg-
sche Driesch en Keiendijk. De vroegste vindplaatsen dateren uit het midden
van de 16 de eeuw.

Kinkeldam
'Gefingeerde plaatsnaam voor een woonplaats van botteriken en stomme-
riken,' aldus het WNT. De uitdrukking kwam aan het begin van de 17de
eeuw in omloop. In een tekst uit die tijd staat: 'By kinckel-dam, te Plom-
pen-dorp Ontrent, [...] Daer quam een spel van Boeren voort.'

-Leermens
Hij is om Leermens gekomen (1887) = (schertsend) hij weet wat er in de we-
reld te koop is. Naar Leermens in Groningen, opgevat als een samenstel-
ling van leren + mens. Rondom Leermens loopt een weg. Wie die afloopt,
ziet heel wat van de wereld - dat is het idee. K. ter Laan vermeldde in 1929
een uitgebreide variant: hij is om Leermens gekomen, met het ene been in het
asgat en met het andere aan het hek vast voor 'hij heeft door schade en schan-
de geleerd'. Met asgat wordt hier waarschijnlijk 'vuur' of'haard' bedoeld.

3i
Mafkezersluis
Het zal duidelijk zijn dat de bevolking van dit denkbeeldige plaatsje, waar-
van de naam werd ingezonden door iemand uit Zeeland, uitsluitend be-
staat uit mafkezen. Mafkees is overigens van oorsprong een Bargoens
woord. Het is pas in de tweede helft van de 20ste eeuw voor het eerst aan-
getroffen.

*Maldegem
Van Maldegem zijn of komen (1561) = mal, gek zijn. Naar Maldegem in
Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op mal, 'zot'. In de literatuur treft
men de plaatsnaam ook vaak aan in de vorm Malleghem. Maldegem wordt
geregeld in één adem genoemd met Zottegem (zie aldaar). Zo staat in een
gedicht uit de eerste helft van de 16de eeuw: 'Te Malleghem ben ick ghe-
broet, Ende die van Sotteghem hebben my ghevoet.'

Ommelegom
Hij komt van Ommelegom = hij weet van niets. 'Als men iets vertelt in 't bij-
zijn van eenen persoon die niet geluisterd heeft en dus niet weet wat ge-
zeid is,' aldus het Idioticon van het Antwerpsch dialect (1906), 'antwoordt
men hem, op zijne vraag om te weten waarvan er spraak is: Daar, hij weet
van niks, hij komt van Ommelegom.' Waarschijnlijk is Ommelegom beïn-
vloed door Wommelgem, een gemeente tien kilometer van Antwerpen.

Plompardije
Denkbeeldige streek waar de plomperds, lomperiken en dommeriken van-
daan komen. Het woord is gevormd naar het voorbeeld van Lombardije,
een landstreek in Italië. Men zei onder meer hij komt van Plompardije, niet
van Scherpenisse voor 'hij is dom, bot van verstand'. Scherpenisse is een be-
staande plaats in Zeeland, die in deze uitdrukking - die al in 1561 is opge-
tekend - is opgevoerd vanwege het woordspel met scherp, 'slim, spits'. Ver-
wante uitdrukkingen zijn van Plomphuizen zijn (1561) en van Plompendorp
komen (1623).
Overigens komt het element plomp niet in bestaande plaatsnamen
voor. Wel kent Zeeland een 'duikplek' genaamd Plompetoren. De plek

32
heet zo naar de nog overgebleven toren van het in zee verdwenen dorp
Koudekerke.

Schalkeroord
In zegswijze van Schalkeroord zijn voor 'geslepen, sluw, bedrieglijk zijn'.
Van schalk in de betekenis 'gewetenloos persoon; deugniet, schelm, scha-
vuit'. De uitdrukking dateert uit de 17de eeuw. In een boek uit die tijd heet
het: 'Die met and'ren nu wil voort zijn, moet van Vos-meer of Schalcker-
oort zijn. De werelt overvloeyd nu doch Van linkernyen en bedrog.'
Vergelijk Vosmeer.

^Scherpenisse
Van Scherpenisse komen (1561) = slim, scherp van verstand zijn. Naar Scher-
penisse in Zeeland, met een toespeling op scherp, 'spits'. Een uitgebreide
variant is hij komt van Plompardije (of Plomphuizen), niet van Scherpenisse.

Slimbroek
Aan het begin van de 20 ste eeuw in Vlaanderen opgetekend in de (ironi-
sche) uitdrukking hij is van Slimbroek voor 'hij is dom' en 'hij waant zich
heel verstandig'. Slimbroek komt overigens ook voor als familienaam.

Teutereweuteren
Hij is of komt van Teutereweuteren = hij is achterlijk, of: hij komt uit een ach-
terlijk dorp. De uitdrukking is gehoord in Antwerpen. Volgens een infor-
mant moet Teutereweuteren hier worden begrepen als 'over 't weutere', dus
'hij is van over het water'. Lees: van de andere kant van de Schelde, waar al-
les minder is. Met de uitspraak Weutere wordt door de Antwerpenaars een
Oost-Vlaams dialect nagebootst.

*Tuil
Hij is van Tuil (1552) = hij is gek, van lotje getikt. Mogelijk naar Tuil in Gelder-
land (hoewel het WNT dit betwijfelt), met een woordspeling op tuil, een inmid-
dels verouderd woord voor 'grap, scherts'.

33
*Vosmeer
Van Vosmeer zijn (1657) = slim zijn. Naar Vosmeer, inmiddels Oud-Vosse-
meer genoemd, in Zeeland, met een toespeling op de vos, een dier dat in
volksverhalen bekendstaat om z'n intelligentie. Vosmeer wordt vaak sa-
men met Schalkeroord genoemd. Zo schreef J. de Brune in 1657: 'Men
moet van Schalckeroort of Vosmeer zijn, zal men in de werelt leeven.'

* Wijshagen
Hij is van Wijshagen (1893) = hij is niet erg slim. Naar Wijshagen in (Bel-
gisch) Limburg, met een (ironische) woordspeling op wijs.

Wijzegem
In de uitdrukking niet van Zottegem, maar van Wijzegem komen (1922). Zie
verder hieronder.

*Zottegem
Van Zottegem zijn of komen (1500) = (een beetje) gek zijn. Naar Zottegem
in Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op zot, 'dwaas, gek'. Vooral in
de i6de-eeuwse rederijkersliteratuur draven heel wat heren en graven van
Zottegem op. Zottegem wordt nogal eens in één adem genoemd met Mal-
degem (zie aldaar). Zo staat in een gedicht uit de eerste helft van de 16de
eeuw: 'Te Malleghem ben ick ghebroet, Ende die van Sotteghem hebben
my ghevoet'. En in 1657 schreef J. de Brune: 'De tijdt isser geweest, dat de
menschen de landen benoemden; maar nu benamen de landen de men-
schen. Men placht eertijds te zegghen, Haymans-land, Coppen Meeus-
block; maer nu is 't al Heer van Maldeghem, of van Malleghem, Heer van
Zotteghem, of van Bottegem, en zulcke titulen meer.'
Tegen een drinkebroer zei men aan het eind van de 19de eeuw in Ant-
werpen: van Zottegem naar Put gaan (zie bij Putte in hoofdstuk 7).
De plaatsnaam Zottegem heeft overigens niets met zot te maken; hij
moet waarschijnlijk worden verklaard als 'heem (woonplaats) der Sottin-
gen'. Een gevleugeld woord onder de inwoners van Zottegem was, volgens
een dialectstudie uit 1922: Wij zijn niet van Zottegem, maar van Wijzegem,
oftewel: 'Wij zijn niet dom, maar wijs.'

34
1

Liegen, praten, zwijgen: rijden


over Tongeren

Bazerabel
Hij is van Bazerabel gekomen (1722) = hij bazelt, hij vertelt onzin. De
Zeeuwse predikant Carolus Tuinman, die de uitdrukking voor het eerst
heeft opgetekend, omschrijft Bazerabel als een 'onbekent dweepgewest'.

*Bellegem
Spreken als de klokken van Bellegem (1893) = (te) luid praten. Naar Bellegem
in West-Vlaanderen, met een woordspeling op bellen, 'luiden'.

*Helmond
Hij komt van Helmond (1877) = hij maakt veel lawaai, hij praat veel en luid.
Naar Helmond in Noord-Brabant, zinspelend op hel + mond.

Klappenburg
Hij is van Klappenburg (1561) = hij is praatziek. Woordspel met klappen in
de betekenis van 'praten'. Men zei ook: hij is van Snapland en gaat naar
Klappenburg. Klappenburg moet niet worden verward met Kloppenburg,
dat ook al in 1561 is opgetekend (in de uitdrukking te Kloppenburg komen).
Het gaat hier om een bestaande plaats in Duitsland, waar men zich zou be-
zighouden met kloppen, 'vechten'. De betekenis is: 'klappen krijgen'.
Vergelijk Snapland.

35
Kletsenstein
Moderne variant van de voorgaande. Kletsenstein is aangetroffen in een
liedje uit 1902, getiteld In den Slapenden Os of de gefopte Raad van Kletsen-
stein. Een andere variant is Wauweldam, dat voorkomt in een lied uit 1907:
Gemeenteraad in Wauweldam. In de avonturen van Harry Potter komt
Klein-Zanikem voor, dit is de woonplaats van de familie Duffeling.

Kwikkelberghe
Aan het eind van de 19de eeuw zei men in Vlaanderen over een praatzieke
vrouw: zij is een madam van Kwikkelberghe. Kwikkelen is een Vlaams woord
voor 'pruttelen, veel praten'.

Leugegem
Hij komt van Leugegem = hij is een leugenaar. Er bestaan van deze uitdruk-
king, die aan het eind van de 19de eeuw in Vlaanderen is opgetekend, ver-
schillende uitgebreide varianten, zoals het is te Waregem gebeurd en te Leuge-
gem verteld; en dat komt van Waregem, maar is te Leugegem gebeurd. Waregem
is een bestaande plaats in West-Vlaanderen, Leugegem (ook wel Leugenghem
gespeld) is fictief. Er wordt hier - vanzelfsprekend - gespeeld met leugen en
waar(heid). Je komt Waregem en Leugegem soms ook in hedendaagse
Nederlandse bronnen tegen. Zo schreef De Dortenaar op 16 maart 2002:
'"Politiek is lang niet altijd mooi hoor," zei mijn oud-oom vroeger al. "Soms
stinkt het en in de periode kort vóór en na de verkiezingen kun je niemand
vertrouwen, zelfs je eigen partijgenoten niet." Hij kon het weten en voegde
er steevast aan toe: "Het is te Waregem gebeurd en te Leugegem verteld."'

*Loenen
Hij komt uit Loenen (omstreeks 1950) = hij is vals, gemeen, onwaarachtig,
leugenachtig. Naar Loenen in Utrecht of Gelderland, met een woordspe-
ling op het (Bargoense) loenen, 'te veel praten, doorslaan, verraderlijk pra-
ten'. Een loenenaar is in het Bargoens een 'valsaard, verrader, leugenaar'.
In 1861 vermeldde P.J. Harrebomée hij komt van Loenen in de betekenis
'hij is niet zo onnozel als hij zich voordoet'. Volgens de Gorkumse spreek-
woordenverzamelaar was deze uitdrukking te verklaren uit een woordspe-
ling met loensch, 'links, niet rechtuit'.

36
*Montfort
Een mond opzetten zo wijd als Montfort (1916) = een grote mond opzetten.
Naar Montfort in (Nederlands) Limburg, zinspelend op mond + (wellicht)
het Franse fort, 'sterk'.

*Roermond
Van Roermond komen (1925) = praatziek zijn. Naar Roermond in (Neder-
lands) Limburg, in de zin dat zo iemand zijn mond weet te roeren.

Snapland
Je zou denken dat de uitdrukking hij is van Snapland betekent 'hij is slim'.
Of, als de zegswijze ironisch was bedoeld, 'hij is dom'. Maar het gaat hier
om een oude uitdrukking - al uit het begin van de 16de eeuw - toen snap-
pen nog algemeen werd begrepen als 'babbelen'. Iemand uit Snapland
kletste je dus de oren van je kop. Een uitgebreide variant is: hij komt van
Snapland en gaat naar Klappenburg.
Vergelijk Klappenburg.

''Tongeren
Over Tongeren rijden (1931) = over de tong gaan, besproken worden. Naar
Tongeren in (Belgisch) Limburg, zinspelend op tong.

*Waregem
Hij is van Waregem (1893) = hij is een leugenaar. Naar Waregem in West-
Vlaanderen, met een ironische woordspeling op waar(heid). Waregem
komt in verschillende vergelijkbare uitdrukkingen voor, zoals het is te Wa-
regem gebeurd en te Leugegem verteld; dat komt van Waregem, maar is te Leu-
gegem gebeurd; het is te Waregem gebeurd en te Zottegem bekendgemaakt; het is
Waregems waar ('het is zeker waar') en een Waregemse waarheid (voor 'een
leugen'). In het Frans wordt, zinspelend op craque, 'leugen', wel gesproken
van aller a Cracovie, 'naar Kraków (in Polen) gaan', dus 'liegen'.

37
*Zevergem
Hij komt van Zevergem (1893) = hij kletst uit zijn nek. Naar Zevergem in
Oost»Vlaanderen, zinspelend op zeveren, 'kletsen'.

Zwijgland
Van Zwijgland komen (1866) = stil zijn, een zwijger zijn. De Duitse tegen-
hanger is: aus Stumsdorfkommen. Overigens bestaat Stumsdorf echt, het is
een plaats in Saksen.

38
1

Zuipen en knokken: een brave


Brandenburger in Kloppenburg

-Bierbeek
Hij is van Bierbeek (1929) = hij is dronken. Naar Bierbeek in Vlaams-Bra-
bant.

Bilderdam
Een Bilderdamse kermis houden (1858) = een pak voor de billen geven. Naar
Bilderdam in Zuid-Holland. Zie verder bij Bilderdam in hoofdstuk 19.

-Brandenburg
Het is een brave Brandenburger (1861) = het is een dronkaard. Naar Bran-
denburg in Duitsland, dat wordt geassocieerd met brandewijn. Net als an-
dere populaire volksdranken werd brandewijn - een samentrekking van
(ge)brande wijn - op allerlei min of meer grappige wijzen verbasterd, bij-
voorbeeld tot brandemoris, brandoelje en brander. Wanneer in het Duits
werd gezegd die Suppe ist in Brandenburg gewesen, betekende dat iets heel
anders, namelijk 'de soep is aangebrand'.

-Drogenbos
'Mensen waarover men zegt die komt zeker uit Drogenbos,' aldus een
Vlaamse informant, 'zijn mensen die "geen dorst hebben, die lang droog

39
kunnen staan". Het is een halfzacht verwijt voor mensen die hun gasten
niet (veel) te drinken geven, of op het café niet snel de geldbeugel boven ha-
len.' Naar de gemeente Drogenbos in (Vlaams) Brabant. Het gaat om een
zogenoemde 'faciliteitengemeente' aan de rand van Brussel.

''Kloppenburg
Te Kloppenburg komen (1561) = klappen krijgen. Volgens het WNT naar
Cloppenburg in het Duitse Neder-Saksen, met een woordspeling op klop-
pen, 'vechten'. Al in 1561 vermeldde spreekwoordenverzamelaar J. Sarto-
rius: 'Siet dat ghy niet te cloppenborch coemt.' En in 1657 schreef J. de
Brune: 'Hy is tot kloppenborgh gheraeckt.' Een Engelse tegenhanger is he
kas been at Hammersmith = hij heeft een flink pak slaag gehad. Ham-
mersmith is een buurt in Londen, waarvan de naam associaties wekt met
to hammer, 'hameren, meppen'. Kloppenburg moet overigens niet wor-
den verward met Klappenburg, dat ook al in 1561 is opgetekend (in de uit-
drukking hij is van Klappenburg). Het gaat hier om een fictieve plaats-
naam, met een woordspeling op klappen, 'praten'. De betekenis is: 'hij is
praatziek'.

'''Kranenburg
Op Kranenburg zetten (1877) = opdrinken. Door de Vlaamse volkskundige
Jozef Cornelissen in verband gebracht met Kranenburg in Noordrijn-
Westfalen, maar ook in Neder-Saksen en in Gelderland bestaan plaatsen
met die naam. Er wordt in ieder geval gezinspeeld op kraan.

*Munsterbilzen
Een Munsterbilzer kermis houden (1890) = een pak voor de billen geven.
Naar Munsterbilzen in (Belgisch) Limburg. In het Italiaans sprak men wel
van andare a Legnano, waarin de plaatsnaam Legnano werd geassocieerd
met legnate, 'een pak slaag'.

40
*Uitgeest
Het is een Uitgeester (1861) = het is een lege fles. Naar Uitgeest in Noord-
Holland, met een woordspeling op uitgeesten, 'uitdampen, uitwasemen'.
'Men zinspeelt in deze spreekwijze op de wijnflesch, waaruit de geest ge-
weken is, als het vocht de flesch heeft verlaten,' aldus P J . Harrebomée.

*Volendam
Het is een Vollendammer (1861) = het is een volle fles. Naar Volendam in
Noord-Holland (dat lang met dubbel-i werd geschreven). J.H. van Dale ver-
meldde in 1872 de (later geschrapte) uitdrukking: hij is een Vollendammer
voor 'hij houdt veel van volle flesschen (met wijn of sterken drank)'.

*Zwijndrecht
Van Zwijndrecht hebben of komen (1898) = dronken zijn. Naar Zwijndrecht
in de provincie Antwerpen, met een woordspeling op zwijn, 'dronkaard', of
op zwijmelen, 'waggelend lopen door overmatig drankgebruik'. Er ligt ook
een Zwijndrecht in Zuid-Holland, maar, schrijft het WNT, 'de geographi-
sche spreiding van de zegswijze sluit wel uit dat ook het Zuidhollandsche
Zwijndrecht bedoeld kan zijn.' Van lammeren die door een ziekte een
zwaaiende gang hebben, zei men in Antwerpen: zij zijn van Zwijndrecht.

41
1

Slechte karakters: madam van


Hoogenhuizen, Hein uit Huftershoek

In uitdrukkingen met plaatsnamen wordt vrijwel altijd met mensen ge-


spot, maar er zijn uitzonderingen. Er zijn - zegge en schrijve - drie plaats-
naamuitdrukkingen gevonden die positief zijn bedoeld, twee met een be-
staande en één met een denkbeeldige plaatsnaam. Het gaat om de Friese
uitdrukking hij is uit Birdaard (1901), wat gezegd wordt van iemand met
een kalm, bedaard karakter. Dit naar Birdaard in Friesland, met een
woordspeling op bedaard, dat in het Fries net zo wordt uitgesproken als de
plaatsnaam. Van een opvallend evenwichtig iemand zei men zijn vader
komt van Kollum en zijn moeder van Birdaard, verwijzend naar Kollum in
Friesland, dat in het Fries hetzelfde klinkt als kalm (men zegt dus: 'hij is
kalm en bedaard'). Ter compensatie: men zei ook hij is van Kollum en Bir-
daard voor 'hij is een langzame werker', wat weer negatief bedoeld was.
De denkbeeldige plaatsnaam in een positief bedoelde uitdrukking is Leute-
gem. Omstreeks 1900 zei men in Oost-Vlaanderen hij is van Leutegem voor
'hij is een vrolijk iemand'.
Bij de overige uitdrukkingen in dit hoofdstuk is het business as usual: ze
bespotten de vele slechte eigenschappen van mens. De meeste uitdruk-
kingen komen uit de 19de en 20ste eeuw.

*Blaasveld
Hij komt van Blaasveld (1931) = hij is een bluffer, een blaaskaak. Naar Blaas-
veld in. de provincie Antwerpen, zinspelend op (op)blazen.

42
*Boeregem
Hij is van Boeregem (omstreeks 1980) = hij is boers (lomp, grof, plat, onge-
manierd). Naar Boeregem in Oost-Vlaanderen (nabij Wortegem), met de
gedachte aan boers, 'lomp'.

*Bokhoven
Hij doet als de Maas bij Bokhoven (1899) = hij gaat voorbij zonder te groe-
ten. Naar Bokhoven in Noord-Brabant, dat aan de Maas ligt, en zinspelend
op bokkig, 'ongemanierd'. De uitdrukking werd ook gebruikt in de beteke-
nis 'voorbijgaan zonder notitie van iets of iemand te nemen'. De Zuid-Ne-
derlandse tegenhanger is voorbijgaan ofpasseren gelijk de Schelde voor Ant-
werpen. Een verouderde Engelse uitdrukking voor 'manieren leren' is to
learn manners in Seville (Sevilla in Spanje), met een woordspeling op civil,
'beleefd, netjes'.

*Buitenland
'Over iemand die een hoge dunk van zichzelf heeft,' aldus een informant
uit Berchem (Vlaanderen), 'zeggen wij: hij is bekend in Buitenland. Het lid-
woord "het" wordt met opzet weggelaten, want Buitenland is een dorp in
Oost-Vlaanderen.'

*Drouwen
Hij is van Drouwen (1870) = hij is een draler, een talmer, hij stelt altijd alles
uit. Naar Drouwen in Drente, waarvan de naam wordt opgevat als het in-
middels verouderde werkwoord drouwen, 'van plan zijn, voornemens zijn'.
Het Engels had voor zo iemand vroeger de omschrijving he is none of the
Hastings sort, 'hij is niet van het Hastings-type', zinspelend op to haste,
'zich haasten, reppen'.

Grimberg
Van Grimberg(en) komen = humeurig zijn. Nederland kende twee plaatsjes
met de naam Grimberg, maar die zijn inmiddels opgegaan in andere ge-
meenten. Het ene Grimberg lag in Overijssel, het andere in Gelderland.

43
De uitdrukking van Grimberg(en) komen is al in 1561 opgetekend ('Grimt
niet, soo ghy van Grimbergen niet zijt'), maar eigenlijk, schrijft het WNT, is
Grimbergen hier 'gelijk te stellen met geheel of gedeeltelijk verzonnen
plaatsnamen als Botterdam, Kalishoek, Leugenghem, Nergenshuizen en
dergelijke. Grimberg is dan schertsenderwijze voorgesteld als de plaats
waar men grimt, gromt, zuur kijkt [...] en waar dus de knorrepotten thuis
hooren of vandaan komen.'
In Duitsland bestaat nog wel een plaats die Grimberg heet (bij Keulen),
en bi] Brussel ligt Grimbergen. De oorspronkelijke betekenis is 'grind-
berg'.

*Grootebroek
Hij komt van Grootebroek (1925) = hij is een opschepper. Naar Grootebroek
in Noord-Holland, met een woordspeling op groot + broek. Een uitgebreide
variant is hij komt van Grootebroek, maar Lutjebroek (kleine broek) komt
eerst. Zie voor het overdrachtelijke gebruik van Lutjebroek hoofdstuk 16.

Hoogenhuizen
Zij is een madam van Hoogenhuizen = zij heeft het hoog in de bol, zij is ar-
rogant. De uitdrukking is aan het begin van de 20ste eeuw gesignaleerd.
Nederland telt ruim 120 plaatsnamen die eindigen op -huizen, maar geen
Hoogenhuizen.
Vergelijk Hupscheuten.

Huftershoek
'In de jaren vijftig,' aldus een informant, 'hoorde ik eens tijdens een ver-
keersruzie: "Je kan wel zien dat jij uit Huftershoek komt!'" Hujter is een ta-
melijk jong woord. Het is pas in 1927 voor het eerst opgetekend. Het is een
afleiding van hujt ('struikgewas, paal, galg'). 'De grondbetekenis,' aldus
een woordenboek, 'zal dus wel "iemand die aan de galg hoort" geweest
zijn.'

44
Hupscheuten
In de uitdrukking de freule van Hupscheuten. Ingezonden door iemand uit
Enkhuizen. 'Ik ken die uitdrukking uit mijn jeugd: de jaren vijftig in Am-
sterdam, van mijn moeder, oma en tante. De uitdrukking werd gebezigd
als grapje. Bijvoorbeeld wanneer je een hoedje opzette of bij een verkleed-
partij, was de reactie: "Je lijkt wel de freule van Hupscheuten." Of als er
over iemand gesproken werd: "Wie is dat?... O, dat is de freule van Hup-
scheuten."' Ook aangetroffen als {freule of madame) Van Epscheuten, als
denigrerende aanduiding voor een vrouw die zich voornamer voordoet
dan zij is.

*Keiem
Van Keiem zijn (1931) = koppig zijn. Naar Keiem in West-Vlaanderen, dat
wordt geassocieerd met keikop, Vlaams voor 'iemand die zeer koppig is, die
van geen toegeven wil weten'.

Kijfhoek
Hij is een heer van Kijfhoek = hij is een kijfachtig, twistziek persoon. De uit-
drukking dateert uit de 16de eeuw. Er is hier niet één bepaalde plaats be-
doeld, maar de naam Kijfhoek komt wel voor. Er zijn er verschillende ge-
weest, nu is het nog een dorp in Zuid-Holland. De naam betekent
oorspronkelijk hoek, 'stuk land', waarover kijf, 'gekrakeel, ruzie', is geweest.

Kneutebeke
Van een lastig, dreinend kind zei men omstreeks 1900 in Zuidoost-Vlaan-
deren: het is van Kneutebeke. Kneuten betekent in het Zuidoost-Vlaamse
dialect 'morren, knorren, lastig en onaangenaam zijn, kniezen'.

^Langdorp, Langeberg, Lankom


Er zijn veel manieren om te zeggen dat iets maar niet vordert of dat de vol-
tooiing van een werkje of de betaling van een rekening te lang op zich laat
wachten. In drie van die uitdrukkingen komt een plaatsnaam voor. Het
gaat om van Langdorp komen (1937), naar Langdorp in Vlaams-Brabant,

45
van Langeberg komen (1899), naar Langeberg in (Nederlands) Limburg, en
van Lankom komen (1937), naar Lankom in de provincie Antwerpen. Lang-
wordt hier steeds geassocieerd met lang(zaam) oflang(durig).

*Latem
Van Latem zijn (1929) = altijd te laat zijn. Naar Sinte-Maria-Latem of het
nabijgelegen Sint-Martens-Latem, beide in Oost-Vlaanderen, met een
woordspeling op laat.

* Lekkerkerk
Van Lekkerkerk zijn (1916) = kieskeurig zijn. Naar Lekkerkerk in Zuid-Hol-
land. De Grote Van Dale vermeldt als eerste betekenis van lekker, '(verou-
derd, gewestelijk) op goed eten gesteld. Synoniem: kieskeurig.'

-Lippelo
Van Lippelo komen (1929) = ontevreden zijn. Naar Lippelo in de provincie
Antwerpen, dat de gedachte oproept aan de lip, die bij ontevredenheid gaat
hangen.

Loopegem
' Van Loopegem hebben wordt in Vlaanderen gezegd van iemand die zeer
veel haast heeft,' aldus de volkskundige Jozef Cornelissen in 1931. In het
Duitse taalgebied zegt men wel - met een woordspeling op eilen, 'ijlen,
snellen, met grote spoed voortgaan' - dat zo iemand thuishoort in Eilen-
burg of Eilau, naar respectievelijk Eilenburg bij Leipzig en Eylau in Oost-
Pruisen (later Bagrationovsk in Rusland).

Plurkenkerke
Ingezonden door iemand uit Veere in Zeeland. 'Iemand die zich als plurk
gedraagt (en dat gebeurt hier helaas ook nog regelmatig) komt in ons
spraakgebruik uit Plurkenkerke.' Plurk is een samentrekking van proleet en
schurk; kerke komt vrijwel alleen bij Zeeuwse plaatsen als uitgang voor (van
Aagtekerke tot Wissenkerke).

46
Teudderen, Teutteren
Van een 'beteuterd iemand' zei men aan het eind van de 19de eeuw in Ant-
werpen, hij komt van Teudderen of Teutteren. Dit werd ook spottend gezegd,
aldus Jozef Cornelissen in 1931, 'van iemand die niet op de hoogte van een
besproken toestand is'.

Trillehei
Van Trillehei komen = wispelturig zijn. 'Trillehei,' aldus de spreekwoor-
denverzamelaar P.J. Harrebomée in 1870, 'is slechts een gefingeerde
naam, hier als afkomstplaats van den wispelturige voorgesteld; omdat tril-
len, evenals drillen, waarmede het verwant is, te kennen geeft: bij de minste
aanraking in beweging gebracht worden.'

^Uithoorn
Zij is van Uithoorn (omstreeks 1935) = zij is erg nieuwsgierig. Naar Uit-
hoorn in Noord-Holland, opgevat als uithoren ('zij wil je uithoren'). Als ie-
mand maar door bleef vragen, zei men ook wel: ik kom niet uit Uithoorn
maar uit de Zwijgerstraat. Onder andere gehoord in Leiden en Zaandam.

47
1

Uiterlijk: afgevaren uit Schoonhoven,


aangekomen te Lelijkendam

*Blankenberge
Hij geraakt te Blankenberge (1898) = hij wordt kaal. Naar Blankenberge in
West-Vlaanderen, met een woordspeling op blank, 'kaal'. Men zegt ook wel
een Blankenbergse afwas of een Blankenbergse vaat, als de vaat een berg
vormt. In Nederland zegt men van een kaal iemand onder meer hij heeft de
ziekte van Hedel (gevolgd door: meer haar op z'n zak dan op z'n schedel),
maar dit is niet naar Hedel in Noord-Brabant of Gelderland, maar naar een
fictieve persoon Hedel.
In het Duits wordt iemand met een kaal hoofd wel een Plattenberger ge-
noemd; zo iemand zou dan afkomstig zijn uit het niet-bestaande Platten-
berg, 'Kalenberg'.

Blazeruskapelle
Hij is van Blazeruskapelle. Dit werd in de 19de en begin 20ste eeuw in Ant-
werpen gezegd van iemand die door drankmisbruik een dik, opgeblazen ge-
zicht heeft. Blazeruskapelle is een verbastering van (het eveneens denkbeel-
dige) Blasiuskapelle. De heilige Blasius werd door het volk Blazerus genoemd
en aangeroepen tegen blazen, 'blaren'.

48
-Deerlijk
Hij komt van Deerlijk (1893) = hij ziet er ziekelijk, bleek en mager uit. Naar
Deerlijk in West-Vlaanderen, met een woordspeling op deerlijk, 'jammer-
lijk, bedroevend, pijnlijk'.

*Hilversummer
Hij is een Hilversummer (omstreeks 1950) = hij is een niet-jood. Naar Hil-
versum, dat in het Gooi ligt. Dit wordt geassocieerd met het Jiddische goj,
'niet-jood'. De uitdrukking is opgetekend in joodse kring.

-Kinrooi
Hij is van Kinrooi (omstreeks 1990) = hij heeft een grote kin. Naar Kinrooi
in (Belgisch) Limburg, met een woordspeling op kin.

Lelijkendam
Van Lelijkendam zijn = lelijk zijn. Voor het eerst opgetekend in 1657, door
J. de Brune. Zie verder bij Schoonhoven.

Neuzegem
Hij komt van Neuzegem (1931) = hij heeft een grote neus. Vergelijk Terneu-
zen.

-Putte
Het is een lang eind van Put (1929) = gezegd van iemand die heel lang is.
Naar Putte in de provincie Antwerpen, in de buurt van Mechelen. 'Iemand
die lang is, torent hoog boven een put in de grond uit,' luidt een toelich-
ting. Men zei ook van Zottegem naar Put gaan. 'Gezegd van iemand die
zich aan den drank overgeeft, eerst zot wordt en daarna naar zijn put gaat
(sterft en begraven wordt),' aldus een dialectwoordenboek uit 1938.

49
* Schoonhoven
Zij is van Schoonhoven afgevaren en te Lelijkendam aangekomen (1657) = zij
heeft haar vroegere schoonheid verloren. Naar Schoonhoven in Zuid-Hol-
land. Schoonhoven komt in verschillende toespelingen op de vrouwelijke
schoonheid voor. De oudste voorbeelden komen uit het werk van J. de Bru-
ne. In 1657 schreef deze Zeeuwse raadpensionaris: 'Liever noch mevrou
van Leelickendam, die wat in de melck te broeken heeft, als madame van
Schoonhoven, daer de kasse schoon en ledigh is.' Elders schreef hij, over
een man die veel geld over de balk had gesmeten om een rijke maar lelijke
vrouw voor zich te winnen: 'Hy [moest] somtijds hoor en, dat hy Schoon-
hoven ghemist, en te Leelickendam gherocht [geraakt] was.'

*Ternat
Hij komt van Ternat (1893) = hij is natgeregend. Naar Ternat in Vlaams-
Brabant, zinspelend op nat, 'niet droog'.

*Terneuzen
Hij komt van Terneuzen (1925) = hij heeft een grote neus. Naar Terneuzen
in Zeeland, met een woordspeling op neus. De uitdrukking wordt nog
steeds gebruikt - zowel in Nederland als in Vlaanderen.
Vergelijk Neuzegem.

50
8
Slapen: naar Betje Veren in Pluimendijk

*Bethlehem
Naar Bethlehem gaan (1899) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Bethle-
hem in Palestina, met een woordspeling op bed. Men zei ook naar Bethle-
hem gaan, want Jeruzalem is te ver. De Duitsers zeggen al sedert de 16de
eeuw nach Bethlehem gehen. Dezelfde 'grap' komt voor in de verwensing
sterf in Bethlehem. Sommigen zeggen dit met een kleine pauze, sterf in
Beth...lehem, waardoor het woordspel nog duidelijker tot z'n recht komt.

Boppeta
Naar Boppeta gaan = gaan slapen, naar bed gaan. Opgetekend in het noor-
den van Nederland. Het gaat hier zonder twijfel om een verbastering van
het Friese nei boppe ta 'naar boven (toe)'.

*Bornholm
Achter Bornholm liggen = gaan slapen, lepeltje-lepeltje liggen. 'Vooral tijdens
de zeilvaart diende het eiland Bornholm,' aldus de Maritieme encyclopedie
(1970), 'voor de schepen vaak als "opper" (bovenwinds gelegen beschut-
ting) bij slecht weer. Hieruit is de zeemansuitdrukking ontstaan achter
Bornholm liggen, in de betekenis van 'rustig thuis in bed achter de posterio-
res [het achterwerk] van de vrouw'. Bornholm is een Deens eiland in de
Oostzee.

5i
* Bovekerke
Naar Bovekerke gaan (1929) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Bovekerke
in West-Vlaanderen, met een woordspeling op boven (waar het bed stond).
Het Engels kende vroeger de uitdrukking to go up the wooden hills to Bed-
ford(shire), 'de houten heuvels [de trap] naar Bedford(shire) op gaan', waar-
in de plaatsnaam Bedford werd geassocieerd met bed. Men zegt ook I'm
going to the land ofNod. Dit zinspeelt op de bijbeltekst (Genesis 4:16) over
Kaïn die in het land Nod ging wonen. To nod betekent in het Engels 'knik-
kebollen, indutten'.

Coma City
Naar Coma City gaan = gaan slapen, naar bed gaan.' Coma City wordt óók
gebruikt,' aldus een informant uit Amsterdam, 'voor "slaapsteden" als
Naar den-Vesting en andere gehuchten.'

Kaap Kont
Vooral bekend in de uitdrukking voor Kaap Kont liggen, dat volgens de Gro-
te Van Dale twee betekenissen heeft: '(met zijn tweeën) in bed liggen, sla-
pen' en 'met iemand naar bed gaan, gemeenschap hebben'. Een voormali-
ge zeeman uit Haarlem schreef:' Voor Kaap Kont liggen is zeemanstaal. Ik
heb de uitdrukking voor het eerst gehoord op de Willem Ruys (omstreeks
1960) en later ook in Katwijk. Het was iets dat je vooral getrouwde man-
nen hoorde zeggen.'
Als varianten zijn aangetroffen ankeren achter Kaap Kont; bij Kaap Kont
voor anker gaan; achter of voor Kaap Kont gaan en achter Kaap Kont verdwij-
nen.

*Laken
Naar Laken gaan (1929) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Laken, inmid-
dels een deel van Brussel, met een woordspeling op (beddenjlaken. Men
zei ook naar Laken-kermis gaan.

52
Lakenstad
Lakenstad is geen bestaande plaatsnaam, maar onder meer Haarlem, Lei-
den en Mechelen staan bekend als lakenstad' omdat er ooit een bloeiende
lakenindustrie was gevestigd. In de uitdrukking naar Betje Veren in Laken-
stad gaan wordt Lakenstad overdrachtelijk gebruikt voor 'bed' (vanwege de
beddenlakens). Er zijn veel vergelijkbare uitdrukkingen met (Lange of Wit-
te) Lakenstraat (je) en met Wolstraat. Soms zei men naar Kaatje in de Wol-
straat gaan, maar vanwege het woordspel met bed gaat het meestal om een
zekere Betje (of Bedje). Aangetroffen zijn onder andere: tante Betje, Betje
Bultzak, Betje de Veeren, Betje van Veeren, Betje Verenburg, Betje Veringa, Bet-
je Deken (waarbij misschien ook de gedachte aan het bekende schrijvers-
duo Betje Wolff en Aagje Deken meespeelt) en Betje Pluims. Betje Pluims
heeft de oudste papieren, zij is al te vinden in een gedicht uit de 17de eeuw
van Mattheus Vossius:

Laestmael was ick moe van blocken,


En ick had' myn peyl ghedaen:
Doen wierd' ick door vaeck getrocken
Om naer Betje-pluyms te gaen.

Vrij vertaald:
Laatst was ik moe van het studeren
En ik had mijn taak [portie] gedaan;
Toen werd ik door slaperigheid gelokt
Om naar Betje-pluims te gaan.

Een recenter voorbeeld is te vinden in het boek 't Veulen (1903) van Top
Naeff: '"We willen nog niet naar bed", schreeuwde Jelly al bij voorbaat,
door Tante Jo's verschijning onaangenaam herinnerd aan Bedje de Veeren
in de Lakenstraat.' In het Zeeuws is nog een Liesje Tiek gesignaleerd. Tiek
zal hier bedoeld zijn als 'beddentijk'.
Een aparte variant, tot slot, is naar koesje de mieren in het Lakenstraatje
gaan. Koesje de mieren (dat ook is aangetroffen als koesie doremi en koesjede-
miere) is een verbastering van '(se) coucher et dormir', Frans voor 'naar bed
gaan, gaan slapen'.
Het Duits kent vergelijkbare uitdrukkingen met nepplaatsen als Betten-
hausen, Bettingen, Bettli-Alp, Federhausen en Ruhland.

53
*Ledegem
Naar Ledegem gaan (1893) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Ledegem in
West:-Vlaanderen, dat in de plaatselijke dialecten werd uitgesproken als
Leêgem of Liggem, dus bijna als liggen. Guido Gezelle gebruikte de plaats-
naam in een gedicht met een woordspeling op leeg, 'niets doend':

Ze wierd tot Leêghem, ja


tot Ledeghem geboren,
maar leêg zijn dat en kwam
heur herte nooit bekoren.

In de buurt van Ledegem ligt Rollegem. Vandaar dat men ook zei: ik ga
naar Liggem en trek Rollegem (hier: 'mijn deken') over mij heen. Ook zijn op-
getekend naar Leêgem, onder Rollegem en tussen Leêgem en Rollegem, beide
voor 'in bed'.

Pluimendijk
Naar Pluimendijk gaan = gaan slapen, naar bed gaan. Omstreeks 1930 ge-
hoord in Purmerend. De uitdrukking is ook gesignaleerd op Schouwen-
Duiveland. Met pluim wordt hier bedoeld 'lichtste soort van veer, dons-
veer'. Van deze veren werden kussens gemaakt. In vergelijkbare Duitse
uitdrukkingen gaat men naar (Bad) Kissingen of naar Grofékissendorf
(beide in Beieren), met een toespeling op Kissen, '(hoofd)kussen'.

Pulau kapok
In Nederlands-Indië zei men, aan het begin van de 20ste eeuw: naar Pulau
kapok gaan. Dit betekent naar het eiland kapok gaan, dus 'naar het matras'.
Een informant schreef: 'Vroeger sliep men in Indonesië veel op de grond
omdat het als laagste punt het koelste was. De matras vormde als het ware
een eiland van kapok.' In het hedendaags Bahasa Indonesia is de uitdruk-
king gesignaleerd als berlayarke Pulau Kapok, 'naar Kapokeiland varen/zei-
len'. Men zegt soms ook: Pulau Kasur, 'matras eiland'.

54
*Rollegem
Naar Rollegemgaan (1893) = g a a n slapen, naar bed gaan. Naar Rollegem in
West-Vlaander en, met een woordspeling op (je bed in) rollen. Zie verder bij
Ledegem.

* Rusland
Naar Rusland gaan (1931) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Rusland, met
een woordspeling op rust + land. Men zei ook, als woordspelige variant op
slapen als een roos: slapen als een Rus, 'diep slapen'.

^Rustenburg
Naar Rustenburg gaan (omstreeks 1950) = gaan slapen, naar bed gaan.
Naar Rustenburg in Noord-Holland, met een toespeling op rust. De uit-
drukking is gehoord in West-Friesland.

Snurkenstein
Van Snurkenstein gaan = gaan slapen, naar bed gaan. De uitdrukking, die
is gesignaleerd in Amsterdam, zal zijn beïnvloed door van Wippenstein
gaan (zie hoofdstuk 19).

*Stroobos
Naar Stroobosgaan (1931) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Stroobos in
Friesland, doelend op stro als matrasvulling.

Verenburg
Naar het Lakenstraatje in Verenburg gaan = gaan slapen, naar bed gaan. Om-
streeks 1935 gehoord in Bergambacht. Zie verder bij Lakenstad.

Witbaai
Bij de Koninklijke Marine was het tot in de jaren zeventig van de vorige
eeuw gebruikelijk dat korporaals en manschappen sliepen op een matras

55
dat was omspannen met een blauw-wit geblokt overtrek (lakens behoor-
den niet tot de uitrusting). Daarom sprak men van naar blauwbaai of naar
witbaaigaan voor 'gaan slapen, naar bed gaan'. Een informant hoorde deze
uitdrukking voor het eerst omstreeks 1950. Witbaai is geen bestaande
geografische naam, Blauwbaai is een baai op Curagao, maar die is hier niet
bedoeld.

Witte Doelen
'Toen ik nog een klein kind was,' aldus een informant uit Rotterdam, 'zei
mijn vader als het bedtijd was: en nu gaan we naar de Witte Doelen. Mijn
vader was van 1914.' De uitdrukking werd ook aangedragen door een an-
dere Rotterdammer: 'Mijn moeder kreeg als kind te horen als zij vroeg of
zij 's avonds met haar veel oudere zusters mee mocht naar De Doelen [het
concertgebouw in Rotterdam]: "Jij mag naar de Witte Doelen", oftewel
naar bed.'
Rotterdam kent helemaal geen straat of plek genaamd Witte Doelen; wel
is er een Doelstraat en vóór het bombardement van 1940 kende de haven-
stad nog een Doelsloot, een Doelsteeg en een Doelweg. Deze straten dank-
ten hun naam aan de Sint-Jorisdoelen, een oude schietbaan voor boog-
schutters. De fictieve Witte Doelen zal zijn ontstaan door de associatie met
(witte) lakens. Eenzelfde associatie zien we terug in naar de witte bergen
gaan voor 'naar bed gaan', een uitdrukking die is gehoord in het oosten van
Nederland. Er zijn meer uitdrukkingen voor 'slapen gaan' met een gefin-
geerde straatnaam. Zo zei men omstreeks 1925 in Amsterdam: naar Vier-
hoeksteeggaan. En omstreeks 1940 is in Gelderland naar het vierkante kam-
pie gaan gehoord.

56
1

Dood: naar het feest van Mollengijs


in Pierenland

Onderstaande plaatsnaamuitdrukkingen gaan over dood, sterven en be-


graven. Ze berusten op een spel met woorden als aarde, kuil, put en zand,
met pieren, wormen en rotten. Alleen dat doet al vermoeden dat ze dateren
uit een tijd dat er in Nederland nog niet op grote schaal werd gecremeerd.
Dat blijkt ook het geval. De zegswijzen komen grotendeels uit de 19de en
het begin van de 20ste eeuw, terwijl crematie in Nederland pas sinds 1955
wettelijk is toegestaan. Was dit eerder gebeurd, dan hadden we waar-
schijnlijk ook uitdrukkingen gekend als hij is van Asch, hij is naar Assen of
Assendeljt, dan wel hij is naar Vuurland geëmigreerd.
Toch is de komst van het crematorium niet helemaal onopgemerkt ge-
bleven. Een informant schreef: 'Het Friese dorp Goutum, dat bijna deel
uitmaakt van de stad Leeuwarden, kan zich erop beroemen het enige cre-
matorium van Friesland te huisvesten. Dit heeft het dorp de bijnaam Stoke
City opgeleverd. Het crematorium ligt overigens aan de Lykwei, de weg
waarlangs men lijken naar het kerkhof vervoert.' Elders blijkt Stoke City al
te worden gebruikt voor 'hiernamaals'. Of beter, voor 'de plaats waar ie-
mand na een crematie belandt'.

-Aardenburg
Hij is naar Aardenburg (1892) = hij is dood en begraven. Naar Aardenburg
in Zeeland, met een woordspeling op aarde.

57
Blijberg
Iemand op Blijberg begraven (1849) = iemand die niet geliefd was, opgewekt
begraven. 'Doelt op de vreugd der erfgenamen, die een rijke erfenis ver-
wachten en droefheid veinzen op de begrafenis,' aldus de Vlaamse volks-
kundige Jozef Cornelissen in 1931. De uitdrukking is ook aangetroffen
met Blijdegem, Blijdenberghe, Blijegem, Blijenberg en Bleijenbeek. Zie het vol-
gende lemma.

-Bleijenbeek
Bleijenbeek gaat voorop (1892). Gezegd tijdens de begrafenis van iemand
wiens dood welkom was. Naar Bleijenbeek in (Nederlands) Limburg, met
een woordspeling op blij.

Dabbegat
In het Dabbegat zijn = dood zijn. Dabbegat betekent 'hel, onderwereld, ko-
ninkrijk'. De herkomst van dit woord, dat uit de 16de eeuw dateert, is om-
streden. We komen het ook tegen in de verwensing ik wou dat hij in 't Dab-
begat stak. Die verwensing is nog aan het begin van 20ste eeuw gehoord in
Antwerpen. Een vormvariant is Nabbegat. Dat is overigens ook de naam
van een bestaand plaatsje in Noord-Brabant.

Gychem
Van Gychem gaan = te gronde, om zeep gaan, doodgaan. De Friese uit-
drukking van Gychem gaan dateert van het begin van de 19de eeuw.
Gychem is een 'denkbeeldig land in den vreemde', aldus het Woordenboek
der Friese Taal. Over de mogelijke bron van herkomst schrijft het woor-
denboek: 'Er is een Guichembaai aan de Zuidkant van Australië.' Een 'stijf
persoon' wordt in het Fries wel een mijnheer van Gychem genoemd. En op
de vraag 'Waar ga je naartoe?' kun je in Friesland als antwoord krijgen:
Naar Gychem, om nieuwe noten.

58
* Kuilenburg
Hij is naar Kuilenburg (1925) = hij is dood en begraven. Naar Culemborg in
Gelderland, vroeger Kuilenburg geheten. Met een toespeling op kuil. Tij-
dens de Republiek was Kuilenburg een vrijplaats voor onder anderen
bankroetiers. Vandaar dat de plaats ook voorkomt in de uitdrukking Kui-
lenburg is zijn voorland voor 'hij gaat achteruit in zaken'.

*Lovendegem
Iemand op Lovendegem begraven (1892). 'Wordt gezegd van iemand wiens
afsterven weinig betreurd wordt, bijvoorbeeld een suikeroom, van wien
men erven moet,' aldus Jozef Cornelissen in 1929. Naar Lovendegem in
Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op loven, 'lof schenken aan' (men
loofde God omdat hij de suikeroom had gehaald). Een vergelijkbare Itali-
aanse zegswijze is andare a Lodi ('naar Lodi gaan', naar Lodi in Lombardije,
met een toespeling op lodare, 'prijzen').

Mollengijs
Te Mollengijs gaan wandelen = doodgaan, sterven. Deze uitdrukking is al in
de 15de eeuw opgetekend. Mollengijs is uitgelegd als 'mollenkoninkrijk'.
Een variant was naar heffeest in Mollengijs gaan of trekken. Aan het begin
van de 20ste eeuw zei men in Vlaanderen naar Mollegem zijn of naar het
Mollenland zijn voor 'dood en begraven zijn'. De Fransen kennen een ver-
gelijkbare uitdrukking. Daar ga je naar le pays of le royaume des taupes.

Nobiskroeg
Hij is naar de Nobiskroeg = hij is dood. Nobiskroeg is een Middelnederlands
woord voor 'hel' of'dodenrijk'. Nobis is een van de vele namen voor 'dui-
vel'. De herkomst is onzeker. In de Middeleeuwen werd de hel dikwijls af-
geschilderd als een herberg, waar de duivel de waard was. Vandaar dat Cor-
nelissen in 1931 schreef: 'Nobiskroeg beteekent in 't volksgeloof een kroeg,
op den weg naar de eeuwigheid gelegen, waar men, na zijn dood, nog een
pint of een borrel kan gaan drinken, vooraleer men zijn reis naar den he-
mel of de hel voortzet.'

59
Piepenbroek
Naar Piepenbroek zijn = dood en begraven zijn. In 1916 door de volkskun-
dige Jos. Schrijnen opgetekend op de Veluwe.

Pierenland
Naar het Pierenland gaan = sterven. Ook wel: naar het Pierenland verhuizen
of vertrekken. De uitdrukking is aan het einde van de 19de eeuw gehoord in
enkele Vlaamse dialecten. Men gebruikte Pierenland ook wel voor 'be-
graafplaats' en in het Pierenland zijn voor 'dood en begraven zijn'. Pieren
(aardwormen) worden van oudsher geassocieerd met de dood. Vandaar
ook zo dood als een pier ('alle leven is eruit'), een dooie pier ('een slome, ver-
velende vent') en hij is voor de pieren ('hij is dood'). In de 19de eeuw dacht
men dat pieren (ingewandswormen) de maag van streek maakten en dat je
ze kon doden of verschrikken door voor het ontbijt een glaasje jenever ach-
terover te slaan. Die borrel werd het pierenverschrikkertje genoemd (dan wel
pierendoder, pierenkul, pierenverlakker of pierenverschietertje).

*Pittem
Hij is naar Pittem (1892) = hij is dood en begraven. Naar Pittem in West-
Vlaanderen, dat wordt uitgesproken als Puttem, dat wordt geassocieerd
met put, 'gat in de grond'. In het Deens zei men in zo'n geval dat de man
in Mulderup woonde, van mulde, 'aarde, stof.
Men zegt overigens ook hij zit in Pittem voor 'hij is gek, gestoord, zenuw-
ziek'., Hierbij is echter geen sprake van een woordspeling, in Pittem is een
psychiatrische instelling gevestigd.

-Putte
Van Zottegem naar Put gaan. 'Gezegd van iemand die zich aan den drank
overgeeft, eerst zot wordt en daarna naar zijn put gaat (sterft en begraven
wordt),' aldus een dialectwoordenboek uit 1938. Naar Zottegem in Oost-
Vlaanderen, met een woordspeling op zot, 'dwaas, gek', en naar Putte in de
provincie Antwerpen.

60
-Rotterdam
Hij is naar Rotterdam (1861) = hij is dood en begraven. Naar Rotterdam in
Zuid-Holland, met de gedachte aan rotten, 'vergaan'. Een Engelse variant
in de i8de-i9de eeuw was he is gone to Rot-his-bone, 'hij is vertrokken naar
rot-zijn-bot', met een woordspeling op Ratisbon (zoals de Engelsen de stad
Regensburg in Duitsland noemen).

*Treurenberg
Op de Treurenberg begraven worden = na zijn overlijden beweend en be-
treurd worden. Naar Treurenberg (ook Treuren burg), de naam van een
weg bij Brussel waaraan in de 16de eeuw een beruchte staatsgevangenis
was gevestigd, met een woordspeling op treuren, 'verdriet hebben'. In de
16de eeuw zei men de treurenberg op moeten. Oorspronkelijk betekende dit
waarschijnlijk 'gevangengezet worden', maar later werd het overdrachte-
lijk gebruikt voor 'een zwaar lot moeten ondergaan'. De uitdrukking op de
Treurenberg begraven worden is aan het begin van de 20ste eeuw gehoord in
Gent. Cornelissen vermeldde in 1931 de ontkennende vorm hij zal op Treu-
renberg niet begraven worden, met als toelichting: 'gezegd van iemand wiens
afsterven niet zal betreurd worden'. Hier heeft Treurenberg dus dezelfde
functie als Bleijenbeek.

Uilendonk
Hij is naar Uilendonk = hij is dood (1931). Gehoord in Evergem in Oost-
Vlaanderen. Donk is een gewestelijk woord voor 'ineengerold of gedraaid
bundeltje stro' en voor 'zandige opduiking in moerassig terrein'. Het dof-
fe, min of meer klagende geluid van de uil werd vroeger beschouwd als een
kwaad voorteken. Vandaar dat de uil vaak in verband is gebracht met dood,
rampen en onheil.

*Worms
Naar Worms varen (1660) = dood zijn. Naar Worms in Duitsland, alsof die
plaatsnaam iets met wormen te maken had. Wie dood is, is voer voor de
wormen. Het Engels kende hierop vroeger een dubbele woordspeling: to
be gone to the Diet of Worms, wat niet alleen betekent dat iemand 'naar de

61
Rijksdag in Worms is vertrokken', maar ook dat hij Voedsel voor de wor-
men is geworden'. Een lijkkoets werd vroeger in Engeland wel Gravesend
bus, 'bus naar Gravesend', genoemd, zinspelend op grave, 'graf, en end,
'einde'.

*Zandwerven
Hij is naar Zandwerven = hij is dood (1861). Naar Zandwerven in Noord-
Holland, met een woordspeling op zand + (wellicht) (ver)werven.

Zielenland
'Wanneer het lichaam is vergaan,' aldus een spiritistische website, 'begint
de reis van de ziel naar het zielenland; maar ook van daaruit blijven de
geesten van de overledenen belangstellen in de samenleving, van welke zij
op aarde deel uitmaakten.' Volgens het WNT is Zielenland 'een denkbeeldig
land waar de zielen der overledenen wonen'.

62
10
Landen waar je niet moet zijn: van
Afgelegerije tot Zwammerzoeloe

Oorspronkelijk is bananenrepubliek - aldus de Grote Van Dale - een 'naam


voor de Midden-Amerikaanse staten Nicaragua, El Salvador en Guatema-
la'. De tweede betekenis, die nu het meest wordt gebruikt, is 'land met in-
stabiele politieke toestand'. De betekenisovergang blijft in het woorden-
boek onverklaard, maar dat komt wellicht omdat-ie zo voor de hand ligt: in
Nicaragua, El Salvador en Guatemala worden veel bananen gekweekt en
van oudsher zijn het politiek instabiele landen.
Minder voor de hand liggend is dat er tussen die twee zaken een direct
verband bestaat. In heel Midden-Amerika was de bananenindustrie na-
melijk ruim een eeuw lang in handen van een oppermachtig Amerikaans
bedrijf, dat eerst United Fruit Company heette, toen United Brands en ver-
volgens Chiquita Brands International. Het bedrijf had eigen plantages,
treinen en schepen en een eigen telefoonnetwerk. Het kocht op grote
schaal politici om en het financierde en ondersteunde coups. Zo leverde
United Fruit in 1954 schepen aan de CIA om de regering van de Guatemal-
teekse president Jacobo Arbenz Guzman omver te werpen. Die wilde de
Amerikaanse plantages nationaliseren. Het bedrijf stelde ook schepen ter
beschikking voor de mislukte invasie in de Cubaanse Varkensbaai in 1961.
In een recent stuk over de geschiedenis van United Fruit noemde de Volks-
krant het bedrijf dan ook 'de enig werkelijke machthebber in Midden-
Amerika, waar het ook een nieuwe staatsvorm in het leven riep: de bana-
nenrepubliek'.
Maar goed, inmiddels heeft de bananenrepubliek in de volkstaal voluit

-63
concurrentie gekregen van landen die men vreest vanwege (onder meer)
barbaren, schurken, een overdaad aan allochtonen, moffen, katholieken,
limbo's of maniakken.

Absentië
'Binnen het legioen gemeenteambtenaren,' aldus een beleidsmedewerker
van de gemeente Amsterdam, 'circuleren tijdens vergaderingen diverse
fictieve plaatsnamen. Zoals Absentië, Verweggistan en Subsidié.' Het zal dui-
delijk zijn dat de bewoners van Absentië uitblinken door afwezigheid, ter-
wijl die van Subsidié graag aanspraak maken op financiële ondersteuning.

Afgelegerije
'Met mijn baas is het soms problematisch om mobiel te bellen,' aldus een
informant. 'Hij neemt op met: hallo, met Afgelegerije.' Afgelegerije is een
vondst van de Nederlandse vertalers van de Donald Duck. De landnaam
komt geregeld in dit 'vrolijke weekblad' voor. Door verschillende infor-
manten wordt de naam gebruikt voor 'verafgelegen, achterlijk land'. Er
zijn meer fictieve plaatsnamen gevormd met behulp van de uitgang -rije.
Voorbeelden - die verspreid door dit boek worden behandeld - zijn Bar-
barije, Kulgarije, Kutkammerije, Scherperije en Schurkerije.

Allochtonië
Schertsende benaming voor het land waar 'de allochtonen' vandaan ko-
men. 'Tijdens een vergadering van onze deelraad werd eens vertwijfeld ge-
vraagd waar in hemelsnaam Allochtonië lag nu er zoveel mensen vandaan
kwamen de laatste tijd,' aldus een correspondent. De afgelopen jaren duikt
Allochtonië ook geregeld op in de dagbladen. Zo schreef Jan Kuitenbrouwer
in 1997 in Het Parool: 'Behalve misschien via zijn werkster of automonteur
heeft de gemiddelde Nederlandse auteur nu eenmaal weinig contacten in
Allochtonië.' En in 2000 schreef de Volkskrant: 'Na een ontdekkingsreis van
twee maanden door Allochtonië, houdt Paul Scheffer het even voor gezien.'
De bewoners van Allochtonië worden soms Allochtoniërs genoemd, hun
taal Allochtoons. De echte allochtonen zijn doorgaans niet zo blij met deze
benamingen. In september 2002 besloot de Allochtonenkrant het woord al-

64
lochtoon niet langer te gebruiken (en de titel van het weekblad te wijzigen)
omdat het 'besmet' zou zijn geraakt.

Atapoeponesië
'Op de middelbare school,' aldus een informant uit Voorschoten, 'kreeg ik
economieles van een docent die de naam Atapoeponesië gebruikte. "Je
moet je antwoorden zo opschrijven dat iemand in Atapoeponesië ook
snapt wat je bedoelt," zei hij voor ieder proefwerk.'
Atapoeponesië zal zijn beïnvloed door Attapoepoe (zie hoofdstuk 13) en In-
donesië.

Barbarije
Eigenlijk is Barbarije de oude naam voor Noordwest-Afrika. Het is een ver-
bastering - aldus het WNT - van Berberije ('het land der berbers'), die is ont-
staan door associatie met barbaren (de Grieken noemden iedereen die
geen Grieks sprak barbaros, dit is 'vreemdeling, niet-Grieks, onbe-
schaafd'). Je komt Barbarije al in Middelnederlandse teksten tegen. In het
hedendaagse taalgebruik wordt Barbarije echter gebruikt als synoniem
voor Absurdistan, voor een land waar absurde, barbaarse toestanden heer-
sen. Eén voorbeeld hiervan, uit de Volkskrant 30 juli 1999: 'Ik haast me te
verklaren dat Frankrijk niet het Barbarije is waarvoor sommige Nederlan-
ders het graag verslijten.'

Blunderland
Een land waar alles misgaat. Blunderland wordt vooral veel gebruikt in het
Engels, maar je komt het soms ook in Nederlandse teksten tegen. In 1939
publiceerden James Dyrenforth en Max Kester het boekje Adolf in Blun-
derland. Het gaat hier om een politieke parodie op Alice in Wonderland van
Lewis Carroll. Hoofdpersonage is een zwakbegaafde Adolf Hitier, die zijn
avonturen in Blunderland beleeft met onder meer een rups, waarin de
Britse politicus Chamberlain herkend kan worden, en met 'the White von
Ribbit' (de Duitse politicus Joachim von Ribbentrop).
Sinds het boekje van Dyrenforth en Kester zijn er verschillende boeken en
pamfletten verschenen met blunderland in de titel, zoals Police, community

65
problems: essays on Malice in Blunderland (1975) door Sylvan H. Cohen en
Malice in Blunderland: an anti-nuclear primer (1985) door Erich Geiringer.
Sinds 2002 presenteren de Vlamingen Martin Dejonghe en Peter Bulc-
kaen een radioprogramma dat Blunderland heet. De hoofdfiguren in dit
programma zijn Zors en Zibert. In een toelichting zei Dejonghe: 'Ze ope-
reren vanuit Blunderland, dat is elk land ter wereld waar iets gebeurt wat
Zors en Zibert kunnen hekelen.'

Bongo Bongo (land)


Bongo Bongo wordt niet alleen gebruikt als aanduiding voor 'schurken-
staat' of 'bananenrepubliek in het algemeen', maar ook als bijnaam voor
Afrika. De naam komt uit het Engels maar wordt soms ook in Nederland-
se dagbladen gebruikt. Hoewel de bongo, een slaginstrument bestaande uit
twee aan elkaar gemonteerde trommeltjes, wordt geassocieerd met Afrika,
komt dit instrument oorspronkelijk uit Cuba.

Bonnie-Bokkie
'"Uit de binnenlanden van Bonnie-Bokkie" hoor ik mijn schoonmoeder
soms zeggen,' aldus een informant. 'Deze uitdrukking werd in Utrecht en
omstreken vroeger regelmatig gebruikt.' Als varianten zijn aangetroffen
Bonne-Bokki en Zuid-Bonne-Bokki.
Vergelijk Bornambokkio.

Bordurië
De naam Bordurië is een vondst van Hergé, de maker van Kuifje. Het land
[Bordurië in het Frans) debuteerde in De scepter van Ottokar, een album dat
Hergé in 1939 uitbracht. Daarnaast speelt De zaak Zonnebloem zich voor
een deel in dit land af. Bordurië staat in deze albums, samen met het buur-
land Syldavië, model voor een totalitaire Balkanstaat. Anders dan Syldavië
zien we dat Bordurië ook overdrachtelijk wordt gebruikt, onder meer voor
'totalitair Oostblok-land'. Zo schreef het dagblad Trouw in 1997: 'Niemand
voelt er nog iets voor om urenlang in Bordurië in een postkantoor of gara-
ge te staan waar ze nog nooit van travellers cheques of Reis- en kredietbrief
hebben gehoord.' En het Haarlems Dagblad schreef in 1998: 'Hij komt dan

66
ook uit Wit-Rusland, buurland van Bordurië.'
De ogenschijnlijke overeenkomst tussen het Franse Bordurie en het Ne-
derlandse Bordurië verhult dat de namen in hun respectieve talen heel ver-
schillende associaties wekken: Bordurië, dat lijkt te zijn afgeleid van bordu-
ren, klinkt grappig maar bizar, terwijl het Franse Bordurie - afgeleid van
bordure, 'rand, zoom' - de suggestie wekt van een afgelegen streek.

Bornambokkio
'Bornambokkio is een land of streek,' aldus een correspondent, 'waar vrou-
wen mooi en gewillig zijn en waar vrije liefde de norm is. Alcoholische
versnaperingen worden gratis verstrekt. Niemand hoeft te werken, terwijl
privé-bezit en vermogen onuitputtelijk lijken. Geen inwoner heeft er zor-
gen en ziekte bestaat er niet. De aanduiding werd veelvuldig gebruikt bin-
nen de jaarclub tijdens mijn studententijd. Geen goed zonder kwaad: we
spraken ook over West-Bornambokkio. Daar woonden alle "misse pikken"
en "knorren". Ook gewone proleten wonen daar opvallend vaak.'
Waarschijnlijk slechts in kleine kring bekend. Mogelijk is de naam geïn-
spireerd op Bornebokki(e), dat door verschillende informanten werd inge-
zonden ('in de binnenlanden van Bornebokki'). Tot dezelfde groep, qua
klank, hoort Borrie-Borrie ('in de binnenlanden van Bonie-Bonie'), die door
iemand uit Amsterdam werd ingezonden.
Vergelijk Bonnie-Bokkie.

Destabilonië
Ingezonden door iemand uit Leiden als aanduiding voor een 'instabiel
land'.

Ginderland
Land hier ver vandaan. Onder meer aangetroffen in een gedicht op inter-
net (van Gaby Desmyter): 'Mezelf vergetend in een Ginderland,/Leefd'ik
met alle schaamte-beesten mee,/die vretend aan mijn eigenheid, / bert bib-
ber toverden aan mijn schrikkedraad.' Overigens telt Noord-Brabant twee
plaatsjes met de naam Ginderdoor, plus één Ginderover.

67
Gwakkiemakkieland
Aangedragen door iemand uit Nijmegen. Mogelijk alleen in kleine kring
bekend.

Hoog-Polië
Deze naam, die speelt met de landnaam Polen en met hoogpolig (gezegd
van langharige tapijten), suggereert een bergachtig gebied.

Itralië
Schertsende aanduiding voor 'gevangenis', met een woordspeling op Italië
en tralies. Een vergelijkbare schertsnaam is Norwegen (van nor, 'gevange-
nis', en Noorwegen). Beide namen zouden voorkomen in het boek De dief
stelen van Olaf J. de Landell (1966). Nog een schertsnaam voor 'gevange-
nis' is Bajès - bajes (Bargoens voor 'gevangenis') op z'n Frans uitgespro-
ken. Over deze naam schreef een informant: 'Halverwege de jaren zestig
moest een goede kennis van mijn ouders in Rotterdam enige tijd in het ge-
vang doorbrengen. Zijn eega verklaarde zijn afwezigheid door te melden
dat hij vakantie vierde in Bajès.'

Kakkeboebieland
Aan het begin van de 20ste eeuw lag in de gemeente Raalte in Overijssel
een gehucht genaamd Kakkenberg. Inmiddels bestaan er geen Neder-
landse plaatsen meer die beginnen met kak-. Het fictieve Kakkeboebieland
werd aangedragen door iemand uit Leiden. Een vergelijkbare imaginaire
plaatsnaam in het Afrikaans is Kakhuiskloof

Kalbassen, Het land van


In de (rijmende) zegswijze dat is gebeurd in het Land van Kalebassen, waar
de leugens op de bomen wassen ('groeien'). Een variant is: in het land van Kal-
bassen, waar de honden met hun gat bassen. Men zegt dit van onmogelijke
beweringen. Deze uitdrukkingen zijn aan het eind van de 19de eeuw in
Vlaanderen opgetekend, onder meer in Antwerpen. Het WNT noemt het
Land van Kalbassen 'een denkbeeldig, ver weg gelegen land'.

68
Een kalebas is een soort grote, ronde pompoen. Men zal dit als een 'opge-
blazen' vrucht hebben beschouwd. Een 'opschepper' wordt wel een Jan
Kalebas genoemd. Kalbassen is ook aangetroffen in de vorm Kartassen. De
uitdrukking het is gebeurd in het land van Kalebassen komt ook voor als eind-
regel bij sprookjes.

Katholië
Al te katholiek land of katholieke streek. Een informant schreef: 'Katholië
heb ik jaren geleden gehoord uit de mond van een Amsterdamse die een
dagje in Lisse rondliep. "Een leuk dorp, maar je zit hier wel in Katholië.'"

Koeterwalië
Land waar je de taal niet kunt verstaan, waar ze koeterwaals spreken. Koe-
terwaals komt van het Duitse Kauderwelsch, van Kauer, naam voor de stad
Chur, waar Reto-Romaans werd gesproken, een taal die de Duitsers bar-
baars in de oren klonk, plus Waal, 'iemand die Romaans spreekt'.

Kulgarije
Kulgarije is een vondst van Kees van Kooten en Wim de Bie. In 1976 maak-
ten zij een serie van drie bioscoopfilmpjes voor de Postbank. In een van die
filmpjes demonstreerden zij bij een postkantoor in Kulgarije hoe je giro-
betaalkaarten kunt gebruiken om in het buitenland geld op te nemen -
toen een noviteit.
Zo nu en dan wordt Kulgarije, dat is gevormd naar het voorbeeld van
Bulgarije, nog gebruikt. Zo schreef Max Pam op 15 september 2000 in
HP/De Tijd: 'In haar verantwoording aan het slot van het boek schrijft Mo-
nika van Paemel dat zij het lot van al die Bosnische vluchtelingen heeft ver-
bonden aan het verhaal van haar eigen jeugd, aan haar grootouders, hun
taal en haar kinderjaren in Kongarije. Verdomd interessant, maar is me-
vrouw Van Paemel niet in de war met Kulgarije?'

69
Limboland
Denigrerende bijnaam voor (Nederlands) Limburg. Een andere bijnaam
voor Limburg is Limbabwe, gevormd onder invloed van Zimbabwe. Beide
namen komen zeer frequent voor - zowel op internet als in de dagbladen.
Minder frequent zijn Limbourgondië, vanwege de vermeende Bourgondi-
sche levensstijl van de Limburgers, Limboektoe (gevormd onder invloed
van T'imboektoe) en Limland (een verkorting van Limboland). De inwoners
van Limburg worden vaak Limbo's genoemd en minder vaak Limbabwia-
nen. Onder studenten is Limbabwe-express geliefd voor de sneltrein naar
Maastricht. Tilburg wordt soms neerbuigend Tilbabwe genoemd, Brabant
soms Brababwe. Volgens een Vlaamse informant zegt men daar hij is zeker
een Limburger voor 'hij is traag van begrip, lomp'. 'Want de Limburgers
hebben in België de reputatie dom en lomp te zijn.'
In het Engels betekent limbo onder meer 'voorgeborchte van de hel'.
Sinds ongeveer 1990 wordt Limboland (dan wel Limbo land of Limbo-land)
ook geregeld in het Engels gebruikt, onder andere voor 'oord of bureau-
cratisch terrein waarin iets wordt verwaarloosd of vergeten, of waarvoor
nog geen regels of wetten bestaan; niemandsland, grijze zone'.

Loernboembia
In 1992 door Wim Daniels opgenomen in Thuistaal. Het andere Neder-
lands, voor 'een land dat ver weg ligt'. De verklaring luidt: 'De benaming
Loernboembia is ontstaan toen iemand niet zo gauw op de naam kon ko-
men van het Afrikaanse land waarheen een neef vertrokken was. [...] Mo-
gelijk werd die naam gekozen met de gedachte aan Loemoemba, de in
1961 vermoorde Kongolese politicus, die een grote rol speelde in het onaf-
hankelijkheidsstreven van Kongo.' Waarschijnlijk slechts in kleine kring
bekend.

Maniakka
Land waar een hoop gekken en maniakken rondlopen. Ingestuurd door ie-
mand uit Muiderberg. Maniak is een Frans leenwoord. Het gaat terug op
het Latijnse maniacus, 'demonisch, een bezetene'.

70
Moffrika
Denigrerende bijnaam voor Duitsland, gevormd naar het voorbeeld van
Afrika. Het woord mofals scheldnaam voor 'Duitser' dateert al van de 16de
eeuw; waarschijnlijk is het afgeleid van het Duitse mujf, dat 'knorrepot,
niet spraakzaam, bars iemand' betekent, fe leest geregeld dat Moffrika uit
de Tweede Wereldoorlog dateert, maar Willem Bilderdijk gebruikte het al
in 1820: 'Ik zal in Moffrika nog wel een Vetter vinden.' Mojfrikaans voor
'Duits' komt al voor in het werk van Beets ('het brommend Moffri-
kaansch') en Potgieter, en ook Moffrikaan voor 'Duitser' dateert uit de 19de
eeuw. Opmerkelijk is dat Koenen Moffrika en Mojfrikaans - samen met on-
der meer mof - in 1942 uit het woordenboek schrapte, uit angst voor de
Duitse bezetter. Moffrika keerde pas in 1952 in het woordenboek terug, en
Mojfrikaans pas in 1960.
De woordenboeken schrijven Moffrika en Mojfrikaans met dubbel-f,
maar in kranten en op internet kom je ze ook geregeld met één f tegen.
Een andere, inmiddels verouderde scheldnaam voor Duitser (of West-
faal) is poep. Vandaar dat Duitsland (en Westfalen) ook wel Poepenland zijn
genoemd. Een informant meldde Schweinhundië als bijnaam voor Duits-
land, maar die naam is elders niet aangetroffen.

Oegwabibië
'Ik stuur je hier de naam,' aldus een informant uit Gouda, 'van een fictief
apenland dat in de vriendenkring wordt gebruikt wanneer een vriendin
van ons weer naar een ver buitenland vertrekt waarvan ze pas relatief kort
van tevoren de naam weet. Ze werkt via Artsen Zonder Grenzen. De term
die we (al lang) gebruiken is: Oegwabibië.' Een andere informant kwam
met een vergelijkbare vorming, namelijk Okwambibië ('voor een blotevoe-
tenland').

Oost-Begonië
Ingestuurd door iemand uit Den Haag. Naar de plant begonia, die overi-
gens is genoemd naar de Franse plantkundige Michel Bégon (1638-1710).
De begonia heeft, net als de geranium, de naam een suffe plant te zijn.
Bij diverse fictieve plaatsnamen die als betekenis 'afgelegen oord, ge-
hucht, negorij' hebben, wordt het provinciale karakter nog eens onder-

71
streept door er Oost- voor te zetten. Andere voorbeelden zijn: Oostschubbe-
kutteveen, Ooststronkeradeel en Oostwapperzand-Buiten. Uitbreidingen met
Noord- zijn niet aangetroffen, met Zuid- en West- wel, maar Oost- komt het
vaakst voor.

Schurkije

Voor een schurkenstaat, gevormd naar het voorbeeld van Turkije.

Sjekkamakka
In 2001 opgenomen in het Vlaams dialectenwoordenboek van Herman J.
Claeys. De spelling is onzeker, men schrijft soms ook Sjakamaka en Sha-
kamaka. Volgens Claeys komt het woord in Antwerpen voor in de uitdruk-
king naar Sjekkamakka vertrokken zijn voor 'met de noorderzon vertrokken
zijn'. Volgens een Vlaamse informant wordt het echter nog op een andere
manier gebruikt. 'Al geruime tijd hoor ik in Vlaanderen het woord Sjaka-
maka in de betekenis "Nergensland". Ik ga niet naar 'm toe, al was het de ko-
ning van Sjakamaka. Ik hoor het de laatste tijd geregeld op tv en radio.' Een
oproep in de Vlaamse krant Het Belang van Limburg om de herkomst en de
ouderdom van deze fictieve plaatsnaam te achterhalen, leverde onder
meer een reactie op van een vrouw uit Rotem: 'Het woord Shakamaka ken
ik al van in mijn kindertijd lang geleden. Iemand die ver weg was gegaan
of als men niet wist waar hij was, die was naar Shakamaka.' Vooralsnog is
de herkomst niet achterhaald.
Vergelijk Verraplus.
Surimaribo
Denigrerende bijnaam voor Suriname. Het gaat om een samentrekking
van Suriname en Paramaribo. Een voorbeeld van het gebruik (van een
website): 'Geachte leden, hier in het vochtige Surimaribo heb ik de wed-
strijd cle Graafschap tegen Robin Hood gezien.'

72
Takki-Takkiland
Door verschillende informanten ingezonden als aanduiding voor 'achter-
lijk land'. Waarschijnlijk is deze naam, die ook is aangetroffen in de vorm
Tjakiewakkieland, door verschillende andere namen beïnvloed. In de eerste
plaats door Takki-Takkioerwoud, een vondst van Gerard Reve. Op 7 juli
1971 schreef Reve in een (later gepubliceerde) brief aan Simon Carmiggelt
over Surinamers, Cura^aoërs en Antillianen: 'Ik ben er erg voor, dat die
prachtvolken zo gauw mogelijk geheel onafhankelijk worden, en ons niks
meer kosten, zodat we ze allemaal met een zak vol spiegeltjes en kralen op
de Tjoeki Tjoeki stoomboot kunnen zetten enkele reis Takki Takki oer-
woud.'
Een andere bron van inspiratie - waarschijnlijk ook voor Reve - is de
neerbuigende aanduiding Taki-taki voor het Sranantongo, de belangrijk-
ste creooltaal en de lingua franca van Suriname. Men schrijft Taki-taki
maar dit wordt uitgesproken als 'Takki-takki' (taki betekent in het Sranan
'praten, spreken', het is afgeleid van het Engelse talk).
Daarnaast kan het bekende kinderboek Pippi Langkous in Taka-Tuka-
land nog van invloed zijn geweest. Astrid Lindgren schreef dit boek in
1946. De Zweedse titel luidt overigens Pippi Laangstrump i Soederhavet. De
Nederlandse vertaling, door Saskia Ferwerda, verscheen in 1959.

*Timboektoe
Veel mensen denken dat Timboektoe de naam is van een fictief land, maar
dat is niet het geval. Timboektoe is een plaats in Mali, aan de zuidrand van
de Sahara, bij de Niger. Het is de hoofdplaats van de gelijknamige regio,
telt tegenwoordig ruim 15.000 inwoners en is een agrarisch centrum. We
kennen Timboektoe omdat het ooit een van de belangrijkste handelscen-
tra tussen Noord- en West-Afrika was. Er werden slaven, ivoor, goud en
zout verhandeld, en de fabelachtige rijkdom lokte verschillende Europese
avonturiers naar de stad. In 1824 slaagde de Fransman René Caillié er als
eerste ontdekkingsreiziger in om, vermomd als Arabier, Timboektoe te be-
zoeken. Hij schreef er een reisverslag over dat vele herdrukken beleefde:
Journal d'un voyage a Temboctou et a Jenne dans VAfrique centrale.
In de volkstaal wordt Timboektoe gebruikt voor 'het einde van de wereld',
een betekenis die overigens nog niet door de woordenboeken is vastge-
legd. Volgens sommigen is deze overdrachtelijke betekenis populair ge-

73
worden door Donald Duck. 'Als Donald en de neefjes weer eens wat fout
hadden gedaan en Duckstad moesten ontvluchten,' aldus een informant,
'liepen zij vaak met een knapzak op de schouder over een spoorlijn naar de
einder. Steevast stond er dan een bordje met als opschrift: Timboektoe
3256 km.' Maar ook vóór Donald Duck lijkt Timboektoe al overdrachtelijk te
zijn gebruikt. Zo was reeds in 1934 in een cabaret een verslag te horen van
een fictieve voetbalwedstrijd tussen het Nederlands elftal en het 'negerelf-
tal uit Timboektoe'.
Enkele recente voorbeelden van gebruik: 'Arabisch voetbal, een wedstrijd-
je in Timboektoe of Verweggistan, het maakt Willem niets uit' (Algemeen
Dagblad 17 augustus 2002); 'Al had ze naar Timboektoe gemoeten, luite-
nant Anne Stastra van het Leger des Heils was gegaan; naar eigen zeggen
"ten dienste van het werken in Gods Koninkrijk'" (Rijn en Gouwe 6 augus-
tus 2002); en de Volkskrant schreef op 7 mei 2002: 'Fortuyn is vermoord op
het mediapark in Hilversum, onder het oog van talloze omroepmedewer-
kers, journalisten en cameralieden. Toch duurde het bijna een uur voor er
op een van de zenders bewegend beeld te zien was; verslaggever Abspoel
moest het meer dan drie kwartier met een fotootje doen, alsof de man in
Timboektoe stond in plaats van om de hoek van de televisiestudio.'
Als variant op van hier tot Tokio lees je soms: van hier tot Timboektoe.

Transandijvië
Ingestuurd door iemand uit Haarlem. De naam zou voorkomen in een
stripverhaal van Peter de Smet. Niet duidelijk is of De Smet ook de beden-
ker is van Transandijvië. Zeker is wel dat diverse fictieve plaatsnamen zijn
gevormd met de naam van een groente. Zo werd Andijviegarijp al in 1948
gebruikt in een boek van Piet Bakker, samen met Boerenkoolstronkeradeel.
Andere geografische groentenamen zijn Knoldijsradeel, Koolstronkerablad-
stad (opgetekend in 1953), Selderieknollerveen (dat voorkomt in de Neder-
landse vertaling, door Jacques van Tol, van het liedje 'It looks like rain in
Cherry Blossom Lane'), Spruitjessluis en Witlofferveen.

Verraplus
In de Vlaamse uitdrukking: naar Verraplus (vertrokken) zijn voor 'met on-
bekende bestemming, met de noorderzon vertrokken zijn'. Het gaat hier

74
om een verbastering van het Franse on ne le(s) verra plus, 'die zien we niet
meer terug'. Een variant is naar Verrepas zijn, van on ne le(s) verra pas, 'die
zullen we niet zien; die krijgen we niet te zien'. Volgens Herman J. Claeys,
die beide varianten vermeldt in het Vlaams dialectenwoordenboek (2001), is
bij Verrapas sprake van een woordspeling met de obscure Latijns-Ameri-
kaanse plaatsnaam Verapaz. Dit is echter - letterlijk - zeer vergezocht.
Vergelijk Sjekkamakka.

Wingwangwokkieland
Ingezonden door iemand uit Dongen (Noord-Brabant). Het element wok-
kie komt in verschillende fictieve plaatsnamen voor, te weten Bokkiewokkie,
Bokkiewokkiestan en Bokkiewokkieland. Het gedeelte Wingwang lijkt een va-
riant van Winjewanje (zie hieronder).

Winjewanje
'Benaming voor een denkbeeldig, ver land, waar wonderlijke dingen hee-
ten te geschieden,' aldus het WNT. Winjewanje werd ook gebruikt voor 'ver
en onbekend oord' en daarnaast, zij het minder vaak, voor 'luilekkerland'.
Winjewanje is aan het eind van de 16de eeuw voor het eerst opgetekend, als
Wynewaenge (1596). In latere teksten is sprake van onder meer het 'Lant
van Winjewanje' (1685) en het 'Koningryk van Winjewan' (omstreeks
1700). De vormvariant Wingiewangie is onder meer aangetroffen in het
werk van Potgieter (1808-1875): 'In het land van Wingie-wangie heb ik de
mensenkennis, die mij al mijn dubbeltjes had gekost, op woeker uitgezet.'
Elders schreef Potgieter trouwens 'gewoon' Winjewanje.
De meeste woordenboeken geven aan dat Winjewanje inmiddels is ver-
ouderd, maar Jan Pannekeet tekende het nog in 1971 op in West-Friesland,
in de uitdrukking hij komt uit Winjewanje, voor 'hij is afkomstig uit een of
andere plaats of streek waarvan ik de naam niet (meer) weet of niet wil noe-
men'.

Woppenokkio
Omstreeks 1970 gehoord in Amsterdam. 'Woppenokkio wordt door ons
gebruikt,' aldus een informant, 'om aan te duiden dat een bepaalde plaats

75
in een onbekend of onbeduidend land ligt of om aan te geven dat iets uit
een onbekend land afkomstig is. Bijvoorbeeld: "Dat ligt zeker in Woppe-
nokkio" of "Made in Woppenokkio". Het kan zijn dat het met name voor
de herkomst van enigszins obscure houtproducten wordt gebruikt, van-
wege de overduidelijke referentie aan Pinokkio. Ik vermoed dat ik het
woord heb opgepikt tijdens mijn tijd op zee.' Een uitspraakvariant is Wo-
pinokkio.

Zwammerzoeloe
'Tussen Bodegraven en Alphen aan de Rijn,' aldus een informant, 'ligt het
dorpje Zwammerdam. Op zich al een naam die fictief aandoet, maar in de
jaren die ik tussen Utrecht en Leiden treinde, heb ik Zwammerdam regel-
matig Zwammerzoeloe horen noemen.' Zonder twijfel gevormd naar het
voorbeeld van Zoeloeland, een voormalig thuisland binnen de Republiek
van Zuid-Afrika.

76
10

Nog meer slechte bestemmingen: van


Absurdistan tot Verweggistan

Het Groene Boekje, de officiële spellinglijst van het Nederlands, kent zeg-
ge en schrijve één woord dat eindigt op het achtervoegsel -stan en dat is
Verweggistan. Nu klopt het dat dit achtervoegsel, dat in het Perzisch land'
betekent, relatief weinig in het Nederlands voorkomt, maar slechts één
vermelding is wel erg karig. De Grote Van Dale vermeldt gelukkig nog Ab-
surdistan, plus diverse aardrijkskundige namen die eindigen op -stan, zoals
Afghanistan, Kazachstan, Oezbekistan, Pakistan, Tadzjikistan en Turk-
menistan.
Die landen hebben met elkaar gemeen dat ze - vanuit ons perspectief -
erg ver weg liggen, en ze zijn meer dan eens negatief in het nieuws ge-
weest. Dat zal ertoe hebben bijgedragen dat -stan in de spreektaal een ge-
liefd achtervoegsel is geworden bij het vormen van fictieve plaatsnamen
met als betekenis 'land waar allerlei dwaze toestanden heersen'. Althans,
dat is de definitie die de Grote Van Dale van Absurdistan geeft. Verweggistan
wordt in de Van Dale omschreven als 'een onbelangrijk, oninteressant
land', en dat is - grofweg - de tweede betekenis die aan dit soort plaatsna-
men wordt toegekend. Daarnaast komen we -stan tegen in bijnamen voor
plaatsen, provincies en landen.
Hoe productief het achtervoegsel -stan is geworden, bleek ook na de aan-
slagen in de Verenigde Staten op n september 2001. Een paar weken later
circuleerde op internet een kaart waarin Nederland was omgedoopt tot 01-
landistan. Op de kaart waren enkele tientallen Nederlandse plaatsen 'geïs-
lamiseerd'. Zo was Amsterdam veranderd in Imamsterdam, Rotterdam in

-77
Rottersadam, Eindhoven in Husseindhoven, Appingedam in Kapingedam,
Nijmegen in Besnijmegen enzovoorts.
Ollandistan is waarschijnlijk een van de jongste vormingen met het Per-
zische achtervoegsel -stan, maar het begon hoogstwaarschijnlijk allemaal
met Absurdistan.

Absurdistan
Absurdistan behoort momenteel tot de populairste fictieve plaatsnamen,
samen met Verweggistan. Het woord is toegeschreven aan Gerrit Komrij,
maar dat berust op een vergissing. Ja, Komrij heeft het verschillende keren
gebruikt en de Grote Van Dale haalt bij Absurdistan een citaat van hem aan,
te weten 'dit Absurdistan tussen de Wadden en Vaals', maar er is geen en-
kele reden om aan te nemen dat de Dichter des Vaderlands deze plaats-
naam heeft bedacht.
Max Pam schreef op 23 maart 2001 in NRC Handelsblad dat zijn vader al
in de jaren vijftig in het tijdschriftje De Uitkijk anonieme stukjes schreef
onder de titel 'Berichten uit Absurdistan', maar volgens publicist Igor Cor-
nelissen berust ook dit op een vergissing. Niet vader Pam maar Joop Zwart
schreef een nieuwsbrief getiteld Nieuwsbrief uit Absurdistan, die werd uit-
gegeven door uitgeverij De Uitkijk. Cornelissen zette een en ander recht in
een ingezonden brief in de NRC, maar in zijn memoires is hij duidelijker.
In Raamgracht 4. Mooie jaren bij het weekblad (1998) schrijft hij: 'Als leer-
gierig jong broekje was Zwart bij het communistische dagblad De Tribune
leerling-zetter geweest. Een opleiding aan de Leninschool bij Moskou in
1930 was bedoeld als aanloop tot een glanzende carrière als geheim agent
binnen de Communistische Internationale. [...] Joop Zwart was en bleef
echter een eigenwijze dwarsligger. Hij maakte zijn opleiding niet af. Het
beviel hem in Moskou maar matig. De gesprekken die hij er voerde met
leermeesters als Karl Radek en Nikolaj Boecharin, vroegere medewerkers
van Lenin, en medeleerlingen als de latere Tsjechoslowaakse partijleider
Rudolf Slansk, haalde hij later op in zijn curieuze en door weinigen gele-
zen gestencilde Nieuwsbrief uit Absurdistan, een onregelmatig verschij-
nend eenmanstijdschrift waarop ik [Cornelissen] mij had geabonneerd.
De naam was bedacht door de cynische Radek die - toen al - de spot dreef
met de ronkende succesverhalen in de sovjetpers over de vooruitgang in
Oezbekistan, Kazachstan, Turkmenistan en elders. Ooit zou er een Absur-

78
distan-bulletin moeten verschijnen en dat kon het beste gebeuren in Hol-
land waar, fantaseerde Radek, ruimdenkende kapitalisten het blad zouden
willen financieren. Naar Zwarts productie te oordelen had hij die finan-
ciers nooit gevonden. Het blaadje bekostigde hij uit zijn pensioen van de
Stichting '4o-'45.'
In welke jaren het blaadje precies verscheen, is niet duidelijk, maar waar-
schijnlijk van 1978 tot 1981. Zeker is dat een soort Absurdistan al in 1946
voorkomt in de titel van een Franstalig boek, namelijk Voyage en Absurdie
(Reis naar Absurdië). Opvolgers waren Révolte en Absurdie (1951) en Retour
en Absurdie (1959).
In een taalkundige nieuwsgroep op internet is gediscussieerd over de
vraag waarom het achtervoegsel -stan nu juist aan het eind van de jaren
veertig opgang maakte. Jaap Engelsman schreef hierover: Toevallig stuit-
te ik op een feit dat zou kunnen verklaren waarom sinds 1947 internatio-
naal bekend werd dat -stan in het Perzisch "land" betekent. In 1947 werd
Pakistan namelijk onafhankelijk, en bij die gelegenheid kreeg het zijn
naam, die niet was ontleend aan een bestaande geografische naam uit dat
gebied. De naam was al gevormd in 1932 of 1933, tijdens het streven naar
onafhankelijkheid, waarschijnlijk door Chaudri Rahmat Ali, uit de letters
P van Punjab, A van Afghania (een landstreek in Pakistan) en K van Kasj-
mir, aangevuld met het achtervoegsel -stan en een i voor de uitspraak. Een
bijkomend voordeel, en een reden om niet bijvoorbeeld Kapistan te schrij-
ven, was dat pffik in het Urdu "rein" of "zuiver" betekent. Pakistan was dus
ook het "Land van de reinen". De onafhankelijkheid van India en Pakistan
trok wereldwijd veel aandacht, en dit kan mensen op het idee hebben ge-
bracht dat je oosters klinkende landnamen kunt creëren door simpelweg
ergens -stan achter te plakken.'
Hoe het ook zij, Absurdistan wordt tegenwoordig volop gebruikt voor een
land of plaats waar allerlei dwaze toestanden heersen of waar men het niet
zo nauw neemt met de wet. Het komt voor in boek- en filmtitels, maar het
wordt vooral vaak gebruikt in kranten en tijdschriften. Niet alleen in het
Nederlands trouwens, ook in het Engels en Duits. Zo gebruikte de Natio-
nal review het in 1990 in de kop 'King of Absurdistan'. Newsweek schreef
datzelfde jaar over 'Travels in Absurdistan', en in een Duits juridisch tijd-
schrift verscheen in 1998 een artikel getiteld 'Grundrecht auf Wider-
spruchsfreiheit der Rechtsordnung - eine Reise nach Absurdistan'.

79
Achteraffiestan
Zou volgens een informant in het begin van de jaren tachtig in de Donald
Duck hebben gestaan, samen met Achteraffië. Achterafis een buurtschap in
de gemeente Maartensdijk. In 1910 woonden er negen mensen.
Het Duits kent verscheidene fictieve dorpsnamen die, om de afgelegen-
heid en achterlijkheid te benadrukken, beginnen met Hinter-, 'achter':
Hinterdummsbach ('Achterdombeek'), Hinterhuglhapfing (onduidelijk van
betekenis, maar Beiers aandoend), Hinterkuhdreckshausen ('Achterkoeien-
vlaaienhuizen'), Hintertupfingen ('Achtervlekkingen'), Hinterniedertupfen-
hausen ('Achternedervlekkenhuizen') en Hintertannenzapfenhausen ('Ach-
terdennenappelhuizen'). Zie ook Domburg in hoofdstuk 3.

Bokkiewokkiestan
'Wie vakantie heeft,' aldus een informant uit Heelsum, 'maar niet op va-
kantie wil gaan kan altijd nog naar El Balconia. Is dat te ver, dan kun je naar
Rundumhausen. En wie daar dan schamper over doet, die vertrekt maar
naar Bokkiewokkie.' Een andere variant, naast Bokkiewokkiestan, is Bokkie-
wokkieland.

Brabostan
'Ik durf het bijna niet te schrijven,' aldus een correspondent, 'maar in
huiselijke kring spreek ik geregeld over Brabostan.' Voor 'Brabant' na-
tuurlijk. Op internet is onder meer de variant Oost-Brabostan aangetrof-
fen.

Fukkistan

Denigrerende bijnaam voor Pakistan (zie verder in hoofdstuk 19).

Groezbekistan
Bijnaam voor Groesbeek in Gelderland.

80
Hagistan

Bijnaam voor Den Haag.

Lijpiestan
In de uitdrukking: hij komt van Lijpiestan voor 'hij is gek, dom'. Lijp is een
nevenvorm van leep. In de 16de eeuw betekende het 'scheef. In de beteke-
nis 'gek' is het pas in de 20ste eeuw opgetekend.
New Yorkistan
Bijnaam voor New York (in de Verenigde Staten). Op het omslag van het
tijdschrift The New Yorker stond op 10 december 2001 een tekening van
New Yorkistan (door Maira Kalman en Rick Meyerowitz). De inwoners
van de stad werden voor deze gelegenheid New Yorkistanis genoemd. Ook
in het Nederlands aangetroffen.

Oehoeboeristan
Oehoeboeristan zal zijn geïnspireerd op Oehoeboeroe, de naam van de wij-
ze maar pedante uil in Paulus de Boskabouter, een serie die tussen 1955 en
1964 werd uitgezonden door de vARA-radio en die in 1967-1968 op de te-
levisie te zien was. De serie werd gemaakt door Jean Dulieu (pseudoniem
voor Jan van Oort). Als fictieve plaatsnaam was Oehoeboeristan aan het eind
van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig populair in Delft en
omgeving. 'De omstandigheden waaronder deze kreet in gebruik was, kan
ik niet precies meer weergeven,' aldus een informant. 'Het was zo'n alge-
meen in zwang zijnde term; hij werd denk ik veelvuldig toegepast onder
studenten die voor praktisch werk of bijzondere reisbestemmingen ergens
in goh-hoe-heet-dat-gat of in onbekende of niet helemaal bekende of even-
de-naam-vergeten oorden toefden.'

Oirsbekistan
Bijnaam voor Oirsbeek in (Nederlands) Limburg. 'Ik zou graag naar Oez-
bekistan gaan,' schreef een informant, 'maar helaas ook dit jaar kom ik, als
bewoner van Oirsbeek, niet verder dan Oirsbekistan.'

81
Takatoekistan
Waarschijnlijk een variant op Taka-Tuka-land, een bestemming die voor-
komt in Pippi Langkous in Taka-Tuka-land (1946), een boek van Astrid
Lindgren.

Tzatzikistan
Bijnaam voor Griekenland. Naar tzatziki, een traditioneel Grieks bijge-
recht met yoghurt en komkommer.

Verweggistan
Verweggistan is afkomstig uit de avonturen van Donald Duck. Donald vliegt
geregeld met zijn neefjes naar dit afgelegen land. Wanneer die naam voor
het eerst in de beeldverhalen opduikt, is niet bekend. Sommigen houden
het op eind jaren vijftig, anderen op de jaren zestig. De vroegste voorbeel-
den in de dagbladpers dateren van eind jaren tachtig. Zo schreef de Volks-
krant op 30 april 1988: 'Allemaal ten bate van de vertrapten in Verweggi-
stan.'
Verweggistan is waarschijnlijk een vertaling van het Engelse Faroffistan.
In de Duitse Donald Duck spreekt men van Weitfortistan (dat ook over-
drachtelijk wordt gebruikt). Over de spelling van Verweggistan is men lang
onzeker geweest. De Grote Van Dale vermeldde het in 1992 nog als Ver-
wegistan, dus met één g. De spelling met dubbel-g werd in 1995 gedicteerd
door het Groene Boekje, de officiële spellinglijst van het Nederlands, maar
op internet zie je dat beide schrijfwijzen nog door elkaar worden gebruikt,
hoewel die met dubbel-g aan de winnende hand is. Beide spellingen ko-
men overigens honderden keren op internet voor; samen met Absurdistan
is Verweggistan duidelijk een van de populairste fictieve plaatsnamen.
Zoals gezegd is niet precies bekend sinds wanneer Verweggistan in
Donald Duck voorkomt, of welke vertaler deze naam heeft geïntroduceerd.
Het tijdschrift Donald Duck verschijnt sinds 1952 in het Nederlands. De
huidige hoofdredacteur, Tom Roep, trad aan in 1973. Toen werd Verweggi-
stan al gebruikt. Van de vertalers die vóór Roep bij Donald Duck werkten,
zijn maar enkele namen bekend. Sommigen zijn al overleden, maar de
paar die nog in leven zijn, bleken niet te weten wanneer en door wie Ver-
weggistan is verzonnen.

82
Het tijdschrift Donald Duck heeft overigens een lange traditie in het ver-
zinnen van fictieve plaatsnamen. Zeer geregeld duiken er nepplaatsnamen
in op. Voorbeelden zijn: Brutopio (een land dat Dagobert Duck vijandig ge-
zind is), Eendhoven, Eimuiden, Gansdorp, Klondijksteradeel, Vandaalusië, Ver-
deropdam, Zwaandam en natuurlijk Duckburg en Duckstad. Carl Barks, de
beroemdste tekenaar van Donald-Duckverhalen, situeerde de stripeend in
Calisota, een samentrekking van Californië en Minnesota. Barks model-
leerde Duckstad naar het voorbeeld van Burbank in Californië, waar de Dis-
ney-studio's zijn gevestigd. Maar hij was daar niet al te strikt in: als hij voor
een verhaal een haven of bergen nodig had dan tekende hij die, ook al ko-
men die in Burbank niet voor.
De meeste fictieve plaatsnamen in de Donald Duck zijn eendagsvliegen,
aldus Roep. Maar naast Verweggistan wordt ook Afgelegerije geregeld ge-
bruikt. Een belegen grapje over Verweggistan luidt: 'Wat is de hoofdstad
van Verweggistan?' Het antwoord luidt:' Verweggistad' (wat je moet uitspre-
ken als 'ver weg is dat').

83
10
Waar je wél moet zijn: landen van melk,
honing en meer

De meeste gefingeerde dorpen, steden en landen - de fictieve vakantiebe-


stemmingen uitgezonderd - zijn plaatsen waar je maar beter niet heen
kunt gaan of vandaan kunt komen. Ze worden geassocieerd met negatieve
eigenschappen, ze liggen ergens ver in het achterland, er gebeurt nooit
wat, of er heersen juist gevaarlijke of absurde toestanden. Fictieve plaatsen
waar het goed toeven is, waar je bij voorkeur wel heen zou moeten gaan,
zijn er niet veel, maar er zijn er wel een paar, en die volgen hieronder.
Compleet is deze verzameling overigens niet.

Bounty-eiland
In theorie is het mogelijk om de Bounty-eilanden te bezoeken, maar in de
praktijk doet niemand dat, want het is een groepje van dertien onbewoon-
de rotseilanden voor de oostkust van Nieuw-Zeeland. Ze zijn door William
Bligh, die ze in 1788 ontdekte, genoemd naar zijn schip de Bounty, een
schip dat later grote bekendheid kreeg door de meermalen verfilmde trilo-
gie Muiterij op de Bounty (1932) van Charles Nordhoff.
Des te meer mensen boeken een reisje naar een Bounty-eiland of naar
een land met een Bounty-strand. Het is voor iedereen meteen duidelijk wat
hiermee wordt bedoeld: een zonovergoten tropisch eiland, of een dito
strand, met hagelwit zand, kristalhelder water, een koel briesje, wapperen-
de palmbomen en zo weinig mogelijk westerse toeristen.
Het zal de meeste mensen ook wel bekend zijn waarom een dergelijk pa-

-84
radijselijk oord een Bounty-eiland wordt genoemd. Naar de reclamefilm-
pjes voor de Bounty-reep natuurlijk, een chocoladereep gevuld met kokos.
De Bounty-reep werd in 1962 door de Amerikaanse snoepgigant Mars in
Nederland op de markt gebracht. Op televisie en in de bioscoop werden
verschillende filmpjes vertoond, waarin aanvankelijk steeds een idyllisch
tropisch eiland te zien was, plus een kokosnoot die - op het moment dat
hij werd opengehakt - transformeerde in een Bounty-reep. Tussen 1979
en 1986 werd die veranderlijke noot gevonden door een groepje mannen
en vrouwen in duikuitrusting, terwijl een zwoele vrouwenstem zong: 'The
Bounty hunters are here. They are searching for paradise.' Van 1987 tot
1991 ging het om een verliefd stelletje op een tropisch strand, op de mu-
ziek van 'Try a little tenderness'. En tussen 1996 en 2001 vertoonden de
filmpjes een vrouw in een museum of in een boekwinkel (saai!), die - als
ze een hap van een Bounty-reep neemt - wegdroomt naar een tropisch ei-
land. (Terzijde: in een van die filmpjes ontmoet ze een stoere bink met een
bijzondere tatoeage, die sindsdien vaak bij de fabrikant is opgevraagd.)
Kort samengevat: Mars heeft altijd een stevige relatie gelegd tussen de
kokos in de Bounty-reep en het tropische eiland. Dat is niet zonder gevol-
gen gebleven, want hoewel het nog niet door de woordenboeken is opge-
pikt, zijn Bounty-eiland en Bounty-strand gevleugelde begrippen geworden.
Een vroeg voorbeeld is te vinden in Meer Modermismen uit 1987 van Kees
van Kooten: 'We zouden drie weken op Bonaire blijven. Wanneer we niet
in het water dreven, lagen we op een van de verlaten Bounty-strandjes of in
ons Airco-bed.' Maar het is niet moeilijk om meer voorbeelden te vinden.
Zo schreef de Volkskrant op 1 juli 2002: 'Behalve bounty-eilanden, uitbun-
dige natuur of exotische schoonheden zoeken veel reizigers in het Oosten
wat zij menen dat in het Westen is zoekgeraakt: het spirituele, het religi-
euze, het mystieke.' En een website vermeldt (over een strand in Belize):
'Dit mooie bounty-strand is een paar weken later door een orkaan totaal
verwoest. Lang leve moeder natuur.'
Maar er is meer. De Bounty-repen werden tevens aan de man gebracht
met een slogan die z'n sporen in de Nederlandse taal heeft nagelaten. Het
gaat hier niet om 'Bounty. Een stukje paradijs op aarde', maar om 'Boun-
ty: een tropische verrassing in Hollandse melkchocolade' (mogelijk be-
dacht door Ton van Well, indertijd werkzaam bij Makrotest te Amster-
dam). Hoewel die slogan al lang niet meer wordt gebruikt, komt hij in
kranten en op internet nog volop voor, in verschillende variaties. Enkele

85
voorbeelden: 'Kalev Tallinn heet de tropische verrassing in Afrikaanse
melkchocolade', Aruba is een tropische verrassing met Nederlandse trek-
jes' en 'Een project voor het Jazz-sextet o.l.v. saxofonist Rolf Delfos dat, als
een tropische verrassing in Hollandse melkchocolade, vrolijke en subtiele
Zuid-Afrikaanse muziek bracht'. En dan heb je nog dingen als 'een eroti-
sche verrassing in tropische melkchocolade' - waarmee ergens een Antil-
liaans animeermeisje wordt getypeerd.
Mars had natuurlijk graag gezien dat de associatie met de Bounty-reep
beperkt was gebleven tot tropische eilanden en paradijselijke stranden.
Maar zo is het niet gelopen. Want Bounty wordt ook gebruikt als minach-
tende benaming voor 'zwarte man of vrouw die met blanken samenwerkt
of sympathiseert'. Hier speelt een heel andere associatie een rol, die van de
bruine buitenkant (de chocolade) met de witte binnenkant (de kokosvul-
ling). Wij hebben deze betekenis uit het Engelse slang overgenomen, waar
Bounty bar op deze manier wordt gebruikt (de klassieke betekenissen van
bounty in het Engels zijn onder meer '(gulle) gift, gulheid' en 'premie, bo-
nus').
Zoals gezegd zijn het Bounty-eiland en het Bounty-strand nog niet door de
woordenboeken ontdekt, maar Bounty als scheldnaam voor 'witte neger'
staat sinds 1999 in de Grote Van Dale. Hoewel Mars hier niet echt blij mee
zal zijn, is dit toch een begin van de verdiende erkenning voor een - in taal-
kundig opzicht - uitzonderlijk succesvolle reclamecampagne.

Droomland
Wie slaapt kan in droomland terechtkomen, hoewel we in dit verband
meestal spreken van dromenland. Maar je kunt ook in gedachten een
droomland maken en dat is dan een 'land der verbeelding', zoals de Grote
Van Dale het omschrijft. Daarnaast wordt droomland - soms mét maar
doorgaans zonder hoofdletter - gebruikt voor 'paradijselijk oord, land van
je dromen, plaats waar alles goed is'. Enkele voorbeelden, te beginnen met
een uit 1875 v a n de socialist H.P.G. Quack: 'Hun auteurs (die der Huma-
nisten) construeeren, veelal in hun studeer-cel zittend, een min of meer
fantastisch droom-land, waarheen hun gedachten vluchten kunnen, wan-
neer de woelige en wisselvallige werkelijkheid hen verveelt.' Het Parool
schreef op 13 maart 2001: 'Als we hem moeten geloven, is het een droom-
land/dat oosten van Duitsland'; het Laatste Nieuws meldde op 14 juli van

86
dat jaar: 'Voor het gezin is Oostenrijk een droomland'; en een paar maan-
den later schreef De Standaard: 'Natuurlijk is Vlaanderen geen droomland
om een film te maken'.
Er zijn tientallen kinderboeken die droomland in de titel voeren (zoals Per
vliegmachine naar droomland uit 1930 van Servatius van Enschedé), er zijn
winkels en musicals die zo heten, en droomland komt voor in een vertaling
die Johnny Ditch in 1934 maakte van 'Beautiful isle of somewhere', een
liedje dat in 1993, met een aangepaste tekst, nog is uitgevoerd door Paul de
Leeuw en André Hazes:

Heerlijk land van mijn dromen


Ergens hier ver vandaan
Waar elk zo graag wil komen
Daar waar geen leed kan bestaan
Droomland, Droomland
O ik verlang steeds naar Droomland
Daar heerst steeds vree
Dus ga met mij mee
Samen naar 't heerlijke Droomland

Eden
In de verbinding tuin of Hof van Eden. De uitdrukking is afkomstig uit de
bijbel. Daarin is overigens sprake van een Hof in Eden. In Genesis (2:8)
staat: 'Voorts plantte de Here God een Hof in Eden, in het Oosten, en Hij
plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had.' Het gaat om het eerste
mensenpaar, Adam en Eva.
Men heeft Eden wel in Mesopotamië of Armenië gesitueerd, want vol-
gens het bijbelverhaal stroomde er een rivier die zich onder meer splitste
in de Eufraat en de Tigris. 'Maar,' schrijven Madeleine S. Miller en J. Lane
Miller in hun Algemene bijbelse encyclopaedie (1954): 'Eden behoort meer in
de ziel van de mens thuis dan in de aardrijkskunde. Het vertegenwoordigt
in de boeken na Genesis een land met bomen, die uitmuntten door heer-
lijkheid en grootheid, in tegenstelling tot de blakende woestijn van Juda.'
De naam Eden wordt door sommigen in verband gebracht met het Soe-
merische e-din voor 'vlakte'. Anderen herleiden het tot het Hebreeuwse
eden, dat 'genot, lust' betekent. Zeker is dat de Hebreeuwse benaming voor

87
Hof van Eden in het Grieks en Latijn werd vertaald als respectievelijk pa-
radeisos en paradisus (ons paradijs).
Overdrachtelijk heeft Hof van Eden verschillende betekenissen. Het
wordt gebruikt voor 'weelderige tuin, lustoord', maar ook voor 'volmaakte,
idyllische plaats', alsmede voor 'volmaakte, zorgeloze periode'.
Zoals bekend werden Adam en Eva na de zondeval uit de Hof van Eden
verdreven. 'Dit vormt de basis,' aldus Karina van Dalen-Oskam en Marijke
Mooijaart in hun Bijbels Lexicon (2000), 'van de beeldspraak van de Hof
van Eden als de kindertijd, waar idylle en onschuld heersen maar waar on-
herroepelijk een einde aan komt, waardoor zij tot een verloren paradijs
wordt.'
Zowel tuin van Eden als de (of het) Hofvan Eden wordt nog volop gebruikt.
Twee voorbeelden: 'De literatuur is een tuin van Eden, op zichzelf sterk ge-
noeg om ook zonder tuiniers alle malloten te overleven die dwars door de
bloemperkjes struinen' (De Morgen, 24 oktober 2001), en: 'Het is te ge-
makkelijk te beweren dat Nederland een Hof van Eden in de Polder is'
(Rotterdams Dagblad, 22 december 2001).
Overigens zijn er inmiddels heel wat plaatsen in de wereld die Eden he-
ten. Alleen in het Verenigd Koninkrijk en in de Verenigde Staten zijn er al
elf. De meeste heten naar de bijbelse lusthof, hoewel bijvoorbeeld Eden in
Texas zo is genoemd naar Fred Eden, de eigenaar van de eerste winkel in
dit dorp.

Eeuwige jachtvelden
Eeuwige jachtvelden wordt op twee manieren gebruikt, voor 'hiernamaals'
en in cle uitdrukking iemand naar de eeuwigejachtvelden sturen voor 'doden'.
Vooral de betekenis 'hiernamaals' is opmerkelijk frequent, opmerkelijk
omdat sommigen deze verbinding nogal oubollig vinden. Desalniettemin
schreef De Gazet van Antwerpen op 18 oktober 2002: 'De weduwe van Nir-
vana-boegbeeld Kurt Cobain zou in zak en as zitten nu haar trouwe vier-
voeter naar de eeuwige jachtvelden is.' En Trouw meldde op 15 augustus
2002 over Elvis Presley: ' The King doet zijn bijnaam 25 jaar na zijn dood
alle eer aan; ook op de Eeuwige Jachtvelden blijft hij onbetwist koning, met
een verdienste van 37 miljoen dollar, goed voor een nummer 1 op de
Forbes-lijst.'
Eeuwige jachtvelden is een vrije vertaling van het Engelse happy hunting

88
grounds. Men zegt ook wel eternal hunting grounds, maar de happy-variant
komt veel vaker voor. In de Engelstalige literatuur is happy hunting grounds
voor het eerst aangetroffen in 1823, in het boek The pioneers van J.F.
Cooper: 'Hawk-eye! my fathers call me to the happy hunting-grounds.'
Cooper zal hier mogelijk een indiaans begrip hebben vertaald - maar welk
begrip is niet duidelijk.
Niet alle Noord-Amerikaanse indianen hadden dezelfde voorstelling van
het hiernamaals, tussen de honderden stammen bestonden aanzienlijke
verschillen. Maar in z'n algemeenheid kun je zeggen dat het leven na de
dood voor veel indianen sterk leek op het leven op aarde, met dit verschil
dat alles er in enorme overvloed aanwezig was: veel eten, veel drinken, veel
van het goede dat de aarde te bieden heeft. Het lag er voor het opscheppen,
net als bijvoorbeeld in Luilekkerland.

Eldorado
Dat er wereldwijd honderden campings, bordelen, hotels, jachthavens,
stranden en vakantieparken El Dorado, Gran Dorado, Costa Dorado of sim-
pelweg Ons Dorado heten, komt door een verhaal dat aan het begin van de
16de eeuw voor het eerst is verteld en dat sindsdien in tientallen varianten
is overgeleverd. De oudste variant is in 1526 door de Spaans geschied-
schrijver Gonzalo Fernández de Oviedo vastgelegd in zijn La historia ge-
neral de las Indias. De Oviedo vertelt over Spaanse soldaten die indertijd in
de buurt van Quito, de hoofdstad van Ecuador, van indianen hoorden over
een voormalige Colombiaanse priesterhoofdman 'die altijd bedekt ging
onder een laag goudpoeder, als zoutkorrels zo fijn; want hij vond geen ver-
siering mooi genoeg, en het dragen van voorwerpen of schilden die met de
hamer of met een stempel of anderszins waren bewerkt vond hij vulgair en
ordinair'.
'De andere hoofden en rijke prinsen,' vervolgt De Oviedo, 'mochten daar
zoveel van dragen als hun beliefde, maar zich inpoederen met goud was
iets uitzonderlijks, iets ongebruikelijks, iets nieuws en het kostbaarste wat
er is; want wat hij 's morgens op zichzelf aanbracht, waste hij er 's avonds
weer af; dat goud was dan weg en verdween in de grond, en dit deed hij
elke dag opnieuw.'
Aldus De Oviedo, zoals aangehaald door Guy en Jean Testas in hun boek
Conquistadores en Indianen. De verovering van Amerika 1492-1566.

89
Men moet weten dat de Spaanse conquistadores indertijd al enorme
goudschatten op de indianen hadden buitgemaakt. Ze leden aan hevige
goudkoorts en lieten geen middel onbeproefd om Midden-Amerika en La-
tijns-Amerika leeg te roven. Het verhaal over El Dorado, Spaans voor 'de
vergulde (man)', viel dus in vruchtbare aarde. Immers, wie zich dagelijks
kon wentelen in goudstof, moest bijna wel in dit edelmetaal zwemmen.
Zodra het kon, werd de eerste expeditie uitgerust om het rijk van de man
van goud te vinden. Expedities vertrokken onder meer in 1531,1533,1536,
1538,1541,1559 en 1569. Men zocht vooral in Colombia (rond Bogotá) en
Venezuela, later ook in het Amazonegebied en in het zuidelijke deel van de
Guyana's (hier werd onder meer gezocht door de Zeeuwse commandeur
Cabeliau).
Met: elke mislukte expeditie werden de verhalen mooier. De Britse
schout-bij-nacht Sir Walter Raleigh, die in Venezuela de Orinoco op voer
op zoek naar El Dorado, vertelde in 1596 in zijn reisverslag The Discoverie
ofthe large, rich and bewtijul Empyre of Guiana, with a relation ofthe great and
Golden Citie ofManoa (which the Spanyards call El Dorado) over het Pari-
mameer, een meer waarvan de bodem met goud bedekt zou zijn. Spoedig
raakten de verhalen over El Dorado en het Parimameer met elkaar verwe-
ven: het legendarische stamhoofd dat zich met goudpoeder bedekte, zou
vanaf een vlot midden op het Parimameer gouden voorwerpen in het wa-
ter hebben gegooid, als offer voor de goden. De bodem van dat meer moest
dus plempvol goud liggen.
Hoewel ook dit Parimameer nooit is gevonden, is het tot in de 18de eeuw
op menige landkaart van Zuid-Amerika aangegeven, doorgaans in het
zuidoosten van Colombia, aan de grens met Venezuela en Brazilië. Ook El
Dorado is indertijd op heel wat landkaarten ingetekend, hoewel het nooit
is gevonden en het - hoogstwaarschijnlijk - slechts een legende is. Wel is
men blijven zoeken, tot in de 20ste eeuw aan toe, net zoals men altijd is
blijven zoeken naar het monster van Loch Ness en de Verschrikkelijke
Sneeuwman.
Overigens is het inmiddels niet meer zo moeilijk om ergens in de wereld
een Eldorado te vinden. In alle moderne talen heeft eldorado de figuurlijke
betekenis 'paradijs op aarde, heerlijk en gelukkig verblijf gekregen. In het
Nederlands is die betekenis in 1855 voor het eerst opgetekend. Aangezien
iedereen wel wil leven in 'een land waar ieder in overvloed en weelde leeft'
- zoals de oudste definitie luidt - zijn er inmiddels wereldwijd heel wat

90
plaatsen die zich Eldorado noemen. Zo is er één Eldorado in Australië, zijn
er drie in Afrika (in Zimbabwe en Zuid-Afrika), vijf in Zuid-Amerika (in
Argentinië en Brazilië) en zeven in de Verenigde Staten (inclusief Eldora-
do Hills in Californië en Eldorado Peak in Washington).
Taalpuristen mogen er graag op wijzen dat 'het eldorado' eigenlijk fout
is, omdat het Spaanse woord reeds het lidwoord el bevat. Correcter zou
zijn: het dorado. Hoewel dit purisme al herhaaldelijk is afgedaan als 'bui-
tenspaanse verschoolmeestering', kom je die verkorte vorm ook nu nog
geregeld in kranten en tijdschriften tegen - zonder twijfel met dank aan
overijverige eindredacteuren. Twee voorbeelden: 'Het Lac des Settons in
het Morvan-park is een dorado voor mensen die van een actieve vakantie
houden' (Rotterdams Dagblad 17 november 2001). En: 'Deze polder is een
groen stuk veen-op-kleigebied, een dorado voor weidevogels en een kraam-
kamer voor jonge vissen in tientallen slootjes' (de Volkskrant 11 mei 2001).
Ook in diverse woordenboeken is dorado opgenomen, meestal met een
verwijzing naar eldorado.
Eldorado wordt ook wel Goudland genoemd, volgens het WNT 'eene fa-
belachtige landstreek in het binnenland van Zuid-Amerika, waar goud en
edelgesteenten in overvloed zouden te vinden zijn'. Maar Eldorado is de
gangbaarste aanduiding. Je komt het ook in allerlei gelegenheidssamen-
stellingen tegen, zoals olie-eldorado, sekseldorado en auto-eldorado. Een
woordspelige variant is Scheldorado.
Tot slot een fraai gebruiksvoorbeeld uit het dagboek van Anne Frank. Op
24 april 1944 schreef zij: 'Ik ben nog steeds verkouden en heb zowel Mar-
got als vader en moeder aangestoken. Als Peter het maar niet krijgt, hij
moest een zoen hebben en noemde mij zijn "Eldorado". Kan niet eens,
gekke jongen! Maar lief is hij toch.'

Elysium
In de uitdrukking naar Elysium of naar de Elyzeese (Elyseïsche) velden zijn.
Bij Homerus was het Elysium een idyllische vlakte of een lieflijk eiland aan
'de grenzen der aarde', waar de uitverkorenen van de goden (helden, dich-
ters en denkers) nog voor hun dood naartoe werden gebracht om er in eeu-
wige zaligheid te blijven leven. Homerus omschreef het (in Odyssee iv, 563-
469, in de vertaling van H.J. de Roy van Zuydewijn uit 1992) als een plek
'waar het leven geen enkele moeite of zorg kent, waar geen sneeuw is, geen

9i
bittere kou of striemende regen, en waar Okeanos steeds, op de suizende
adem van Zefier, wind uit het westen zendt die de mensen verkoeling
komt brengen'. Later is men het Elysium gaan beschouwen als een deel
van de onderwereld waar de vrome mens na zijn dood verblijft. De her-
komst van de naam is onzeker; men bedoelde er oorspronkelijk Vlakte van
de aankomst' mee of land van hen die zijn heengegaan'.
Men heeft de Elyseïsche velden op diverse plaatsen gesitueerd: onder
meer in de Atlantische Oceaan ten westen van Afrika en ten noorden van
de Britse eilanden. Vanaf de vierde eeuw werden de Elyseïsche velden vaak
onder de aarde gesitueerd, en later weer erboven: op de maan, zon en ster-
ren.
De uitdrukking naar Elysium of naar de Elyzeese velden zijn betekent 'naar
een aangename plek verhuisd zijn' of'dood zijn'. Je komt Elysium en de
Elyzeese velden vooral in de dichterlijke taal tegen. Zo dichtte Willem Bil-
derdijk in 1802: 'En 't wonderbaar kontrast vertoont een goochelspel/ Van
't blijd Elyzium in 't midden van de Hel.' J.J.L. ten Kate (1819-1889) had het
over Elyzeesch gebloemt voor 'bloemen die nooit verrimpelen of verkleu-
ren'. Het Elysium komt ook in verschillende straatnamen voor. De be-
kendste is de Avenue des Champs-Élysées in Parijs.

Gewesten der Gelukzaligheid


Nog een plek waar het goed toeven is: de gewesten der gelukzaligheid. Hier-
mee wordt de 'hemel' bedoeld. Men sprak ook wel van de gewesten des vre-
des of gewesten des lichts. Of kortweg van betere of zalige gewesten. Niet te ver-
warren met hogere gewesten, dat volgens het WNT ironisch wordt gebruikt
voor 'het gebied der verbeelding, der bespiegeling, en niet zelden ter aan-
duiding van de plaats, waar iemand die soest, met zijne gedachten ver-
keert'.

Land van Cocagne, Luilekkerland


In ons taalgebied behoren het Land van Cocagne en Luilekkerland tot de
oudste en bekendste fantasielanden. De geschiedenis van deze landen en
van hun symbolische betekenis is in 1997 grondig in kaart gebracht door
de Amsterdamse mediëvist Herman Pleij in diens Dromen van Cocagne.
Middeleeuwse fantasieën over het volmaakte leven.

92
Het 'lant van Cockaengen' duikt voor het eerst op in een handschrift dat
omstreeks 1458 moet zijn gemaakt. De tekst bezingt een wonderbaarlijk
land, waar je niet hoeft te werken en waar alles in overvloed is. 'Wie daar
het langst slaapt, verdient het meest. Niemand hoeft daar iets uit te voeren,
of hij nu oud is, jong, zwak of sterk. En niemand hoeft het daar aan iets te
ontbreken.' De muren van de huizen zijn er van worsten, de vensters en
deuren van zalm, het regent er vlaaien, pasteien en pannenkoeken, de ri-
vier is er vol wijn en bier. Waar dit heerlijke oord ligt, vermeldt de tekst
niet. De enige geografische toelichting luidt:

Heeft iemand ooit een beter land gezien


dan het land van Cocagne?
De ene helft is beter dan heel Spanje,
En de andere niet minder dan de Betuwe.

In dat opzicht is de eerste tekst waarin Luilekkerland voorkomt, een hand-


schrift uit 1546, explicieter. Dit Luy(e)leckerlant - zoals men toen schreef -
'is midden in Noord-Hommeien gelegen, haaks op deze landstreek en vlak
bij de galg, drie mijlen reizen door lange nachten'. Je moest dapper en
vooral erg hongerig zijn om er te komen, want je moest je eerst door een
drie mijl dikke berg van rijstebrij of boekweitbrij heen eten.
Ook Luilekkerland - dat een variant is van het Land van Cocagne - is 'vol
van elk plezier en genot', inclusief seksueel genot. Zo heet het in de versie
van 1546 (in de hertaling van Pleij): 'Vrouwtjes die graag op hun rug lig-
gen, staan in dit land in zeer hoog aanzien. Hoe lichtzinniger en hoe sma-
kelijker ze zijn, hoe meer ze geliefd worden. Want al is het zo dat het ge-
zegde luidt dat geile hoeren duur om te onderhouden zijn, dan gaat deze
waarheid in dit land zeker niet op. Elk zinnelijk genot is er namelijk in
overvloed te krijgen, zonder dat er enige kosten aan verbonden zijn. Men
hoeft maar te zeggen of zelfs te denken: mondje wat wil je? Hartje wat be-
geer je?'
Het zal duidelijk zijn dat deze voorstelling van zaken in schril contrast
stond met de middeleeuwse werkelijkheid. Het Land van Cocagne en Lui-
lekkerland waren er dan ook vooral om troost te bieden voor de bitterheid
van het dagelijks bestaan. Daarnaast hadden de verhalen volgens Pleij een
pedagogische functie: ze waarschuwden op een komische manier tegen
bandeloos en zedeloos gedrag en dienden daarmee vooral voor jongeren
als leerschool.

93
Er zijn verschillende pogingen gedaan om de herkomst van de naam Co-
cagne (later ook Kokanje gespeld) te achterhalen, zonder echt overtuigend
resultaat. Een veelgelezen verklaring is dat het moet worden begrepen als
koekenland, van cocagnes, een soort kegelvormige koeken. Zeker is dat het
dorp Kockengen in Utrecht naar Cocagne is genoemd. Hetzelfde geldt
hoogstwaarschijnlijk voor Koekange in Drente. Nieuw-Lekkerland in Zuid-
Holland heeft niets met Luilekkerland te maken, Lekker verwijst hier naar
de rivier de Lek.
Luilekkerland en het land van Cocagne komen in tientallen (jeugd)boe-
ken, gedichten, liedjes, stripverhalen en spellen voor. Tegenwoordig wordt
vooral luilekkerland - vrijwel altijd zonder beginkapitaal - nog volop ge-
bruikt. De Grote Van Dale geeft als definitie: 'Denkbeeldig land waar alles
in overvloed te krijgen is, zonder dat men ervoor hoeft te werken, waar bij-
voorbeeld iemand de gebraden duiven in de mond vliegen.' Het woord is
in diverse samenstellingen en afleidingen aangetroffen, zoals luilekker-
landje, luilekkerlanden, luilekkerlands en luilekkerlander. Je komt het ook te-
gen als tweede lid in samenstellingen, bijvoorbeeld in lijfrente-luilekkerland
en pseudo-luilekkerland. De Duitsers spreken van Schlaraffenland, de Fran-
sen van le pays de Cocagne.
Vergelijk Winjewanje in hoofdstuk 10.

Land van de Lotuseters


Het Land van de Lotuseters of Lotoseters, ook wel het Land der Lotophagen ge-
naamd, is meer dan 2500 jaar geleden door de Oudgriekse dichter Home-
rus beschreven in de Odyssee (boek ix, 82-104). In dit boek vertelt Odys-
seus hoe hij op zijn omzwervingen terechtkomt in een land waar mensen
'bloemen als voedsel gebruiken'. 'Daar nu gingen wij allen aan wal,' aldus
de vertaling van H.J. de Roy van Zuydewijn uit 1992, 'om water te halen en
bij vaarsnelle schepen namen wij aanstonds een maaltijd. Toen wij ten-
slotte van eten en drinken waren verzadigd, koos ik twee man en gaf hun
een derde man als heraut mee en zond hen drieën op weg met de opdracht
te gaan onderzoeken, welk soort mensen daar woonden en wat voor voed-
sel zij aten. Snel nu gingen [zij] op pad en verkeerden ze daar met de men-
sen. Dezen, de Lotoseters, dachten er niet aan, mijn vrienden kwaad aan te
doen, maar lieten hen wel van de lotosvrucht eten. Wie van die honingzoet
smakende vrucht der lotosbloem proefde, taalde niet meer naar zijn bood-

94
schap, laat staan zoiets als terugkeer; wat zij begeerden was slechts bij de
Lotoseters te blijven en van de lotos te eten en niet meer aan terugkeer te
denken.' Uiteindelijk sleept Odysseus de mannen terug naar het schip,
waar hij ze laat vastbinden aan de banken.
Het is niet precies bekend welke vrucht Homerus voor ogen had. Waar-
schijnlijk gaat het om een kleine, Noord-Afrikaanse pruim, maar het kan
ook een dadel zijn geweest. Zeker is dat niet de Egyptische waterleliesoort
lotus wordt bedoeld. In de Oudheid lokaliseerde men het Land van de Lo-
tuseters vaak op het Noord-Afrikaanse vasteland, maar men heeft ook aan
het eiland Djerba voor de kust van Tunesië gedacht.
Ida Gerhardt vereeuwigde het Land der Lotophagen in 1983 in het ge-
dicht 'Vergetelheid':

Zo mij werd toegestaan een wens te wagen:


mochten de snoeren in mijn late dagen
mij vallen in het land der Lotophagen.
Alles vergeet die van de lotos eet:
zijn herkomst zelfs en hoe de liefste heet.

Voorgoed te toeven bij de Lotophagen,


zalig en van mij zelve zonder weet,
- alles vergeet die van de lotos eet -
om lachende mijn lasten af te staan.
Ik liep langs zee en zag de wolken gaan.

In kranten en tijdschriften wordt Land van de Lotuseters soms gebruikt voor


'paradijselijk oord'. Daarnaast zie je dat lotuseter overdrachtelijk wordt ge-
bruikt voor 'gebiologeerd iemand'. Zo schreef De Morgen op 13 juli 1998
over het eiland Gomera: 'Dit is een eiland voor wandelaars. Belgen is het
niet gegeven, maar de Duitsers haal je er in de stikhete ontbijtzaal zo uit.
Ze dragen geribde kousen en stoere schoenen. Aan de schuimwijn lopen
ze op dit vroege uur voorbij, die laten ze voor de lotuseters die dromerig
over de viooltjesblauwe wateren staren.' En NRC Handelsblad schreef op 30
maart 2001, over icr'ers: 'De blik in hun ogen is die van lotuseters, we-
zenloos en tegelijkertijd in vervoering.'

95
Land van melk en honing
De uitdrukking een land van melk en honing voor 'een land waar het goed le-
ven is' of'een streek waar van alles overvloed is', gaat terug op de bijbel. De
eerste vindplaats in de bijbel is die waar God spreekt: 'Daarom ben Ik ne-
dergedaald om hen [de "kinderen Israëls"] uit de macht der Egyptenaren te
redden en uit dit land te voeren naar een goed en wijd land, een land vloei-
ende van melk en honing, naar de woonplaats van de Kanaanieten, He-
thieten, Amorieten, Ferezieten, Hevieten en Jebusieten' (Exodus 3:8). In
de bijbel wordt dus Kanaan bedoeld, het latere Israël, maar de uitdrukking
wordt alweer eeuwen in overdrachtelijke zin gebruikt. Zo is in een reisbe-
schrijving uit 1623 al te lezen: 'Yucatan vloeyt van Honigh'. En in een ge-
dicht uit 1728 is sprake van 'een lant, dat overvloeit van most en melk en
honing'.
Er wordt veel op de uitdrukking gevarieerd. Daarbij wordt óf land, óf melk
óf honing door een ander woord vervangen, óf er wordt iets aan de uit-
drukking toegevoegd. Zo zijn onder meer aangetroffen een land van brood
en honing; een land van melk en boter en het dorp van melk en honing (voor het
Friese Mantgum, waar een asielzoekerscentrum is gevestigd). Nederland
is wel eens een land overlopend van melk, honing en beloften genoemd, en De
Standaard schreef op 27 juli 2002: 'Voeren is het sensationeelste land-
schap van Vlaanderen, puur berg en dal. Het aangrenzende Plateau van
Herve, land van melk, honing en cider, is minder bekend.'

Nieuw Jeruzalem
Zoals iedereen weet is Jeruzalem de hoofdstad van Israël. Maar waar ligt
het Nieuwe Jeruzalem? Is deze plaatsnaam ontstaan zoals New York, dat is
genoemd naar York in Engeland, of zoals Nieuw-Zeeland, dat zo heet naar
de provincie Zeeland in Nederland? Nee, want het Nieuwe Jeruzalem is
geen bestaande plaats, maar een metafoor. Het wordt gebruikt voor 'he-
mel', maar gangbaarder is de betekenis '(geestelijke) heilstaat'. Een en an-
der gaat terug op Openbaringen 3:12, waar wordt geciteerd uit een brief
van een engel: 'Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel
mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven
de naam mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt
van mijn God.'
In 1534 probeerden de wederdopers in Münster onder leiding van hun

96
'koning' Jan van Leiden (die zijn naam zou lenen aan de uitdrukking je er-
gens met een Jantje van Leiden van afmaken) een Nieuw Jeruzalem te stich-
ten. We komen de plaats tegen in een flink aantal boektitels, zoals Het
nieuwe Jeruzalem, vertoond in eene samenspraak, tusschen Christus en Maria,
zittende aan Zijne voeten (1652). Isaac da Costa dichtte in de 19de eeuw:
'Een nieuw Jerusalem gaat van den Hemel dalen,/Van waar op al wat leeft
de Heerlijkheid zal stralen', en de socialist H.P.G. Quack noteerde in 1875:
'Er gebeurde niets: geen teeken des hemels: geen wonder, waardoor
Straatsburg het nieuwe Jeruzalem zou worden.'
Gezien de huidige ontkerkelijking zou je denken dat deze beeldspraak
z'n langste tijd heeft gehad, maar dat blijkt niet het geval te zijn, want je
komt 'm nog geregeld in kranten, tijdschriften en op internet tegen. Zo
schreef De Standaard op 18 juli 2002: 'Amerika zou het nieuwe Jeruzalem
zijn, de kosmische climax van de geschiedenis', en op 16 november 2001
schreef Bas Heijne in NRC Handelsblad: 'De metafysische en Messiaanse
trekjes in zowel het communisme als het nazisme zijn vaak genoeg bena-
drukt; de hemel op aarde, zoals die door deze ideologieën werd voorge-
steld, was even onwerkelijk als het Nieuwe Jeruzalem.'
Tot slot een citaat uit het gedicht 'Het Nieuwe Jeruzalem' van de website
van de stichtelijke dichter Gerrit Kloos:

Een stad van goud en paar'len schijn,


Jaspis als blinkend kristallijn.
En nergens groeit er groener gras,
dan aan de zee van zuiver glas.

[...] Al eeuwenlang wordt zij verwacht,


een stad van: Sardius, Smaragd,
Saffier, Beryl en Chalcédon,
en God is daar de levensbron.

Nirwana
Volgens de Grote Van Dale heeft nirwana twee betekenissen. Het kan
worden gebruikt voor 'toestand van volkomen rust doordat het vuur van
de hartstochten geheel gedoofd is'. Daarnaast wordt het in het boeddhis-
me gebruikt voor 'het opgaan in de oneindigheid, het hoogste doel van

97
's mensen streven'. Er is echter nog een derde betekenis, die in het he-
dendaagse Nederlands eigenlijk veel gebruikelijker is, namelijk 'hemel,
paradijselijk oord'. Hoewel die betekenis ook niet in de woordenboeken
van Koenen, Kramers en Verschueren staat, wordt Nirwana (soms met
een hoofdletter, soms zonder) zeer geregeld op die manier in kranten en
tijdschriften gebruikt.
Een kleine greep: 'Een kritische blik werpen op onze maatschappij?
Geen locatie is daarvoor beter geschikt dan de Gentse Veldstraat, het nir-
wana van vitrinelikkers en enig votum van koopgrage vrouwen' (De Mor-
gen 27 juli 2002); 'Jaren geleden probeerde ik mijn lijden te verlichten
met een zogeheten Pinguino, een handzame luchtkoeler die de gebruiker
een arctisch Nirwana belooft, maar na urenlang motorgeraas, twee ver-
koudheden en een hardnekkige kriebelhoest heb ik de voorkeur gegeven
aan een bovenmodel ventilator' (Algemeen Dagblad 13 juli 2002). En Het
Parool schreef op 28 mei 2001: 'Een adviesbureau waar je bij het afsluiten
van een hypotheek of levensverzekering nog geld toe krijgt ook. Het
klinkt als een onweerstaanbaar aanbod. Een financieel Nirwana voor elke
consument.'
Een enkele keer kom je Nirwana ook in samenstellingen tegen. Zo is Si-
licon Valley wel eens 'het softwarenirwana nabij San Francisco' ge-
noemd, en Andorra een belastingnirwana. Ook de meervoudsvorm komt
voor. Zo schreef NRC Handelsblad eens over 'organisaties waar employés
hun managers echt vertrouwen': 'Helaas blijken zulke nirwana's dun ge-
zaaid.'
Wij leenden Nirwana aan het eind van de 19de eeuw uit het Sanskriet,
wellicht onder invloed van eerder gebruik van de term in de moderne ta-
len. Zo schonk de bekende Duitse filosoof Arthur Schopenhauer er nog-
al wat aandacht aan in het tweede deel van zijn belangrijke werk Die Welt
als Wille und Vorstellung (1844). De oorspronkelijke betekenis is 'het uit-
gewaaid, uitgeblust zijn'. De boeddhisten beschouwden dit als de staat
van verlossing die de mens kan bereiken door het volgen van 'het acht-
voudige pad van Boeddha', dat voorziet in een onthechting van de be-
geerten. Men schrijft soms ook nirvana (met een v), wat tevens de naam
was van de bekende Amerikaanse punkrockgroep van Kurt Cobain.

98
Paradijs op aarde
Een goede plaats om je permanent te vestigen is het paradijs op aarde. Waar
dat ligt en hoe het eruitziet, hangt af van degene die zich er wil vestigen.
Een zoekopdracht op internet levert ruim 1400 paradijzen op aarde op, on-
der meer als benaming voor een literair café en een bordeel, voor de eilan-
dengroep de Maladiven, voor de Braziliaanse stad Fortaleza en voor de
Whitsundays-eilanden in Australië.
In de Griekse en Latijnse vertaling van het Oude Testament werd paradijs
(paradeisos respectievelijk paradisus) gebruikt voor de Hof van Eden (zie
hierboven). 'Paradijs, letterlijk "lusthof',' aldus Karina van Dalen-Oskam
en Marijke Mooijaart in hun Bijbels lexicon (2000), 'kwam in gebruik voor
de Hof van Eden op grond van de natuurlijke gesteldheid; de hof was weel-
derig beplant en voorzien van alles waaraan de mens behoefte kon hebben,
kortom: een lieflijke plek, en tegelijk een perfecte, ideale omgeving. In het
hedendaags taalgebruik noemen we een idyllische of ideale plaats of om-
geving een paradijs.'
Onder theologen is het nodige te doen geweest over het waarheidsgehal-
te van de paradijsgeschiedenis. In 1937 schreef de Katholieke encyclopaedie
over deze kwestie: 'Er zijn talrijke pogingen aangewend om de ligging van
het aardse paradijs te bepalen. Zij stranden alle op de onzekerheid omtrent
de Gichon en de Pisjon [twee van de vier rivieren die hier volgens de bijbel
zouden stromen]. De vraag wordt dan ook terecht gesteld of het geografi-
sche beeld van de schrijver wel strookt met de werkelijkheid en of hij zelfs
wel een geografische beschrijving heeft willen geven. Misschien gebruikte
hij alleen maar oude, bij de Semieten in omloop zijnde voorstellingen om
de oorspronkelijke staat van geluk te schilderen.'
De protestanten keken daar indertijd - en waarschijnlijk nog steeds -
heel anders tegen aan. In 1926 schreef de Christelijke encyclopaedie voor het
Nederlandsche volk: 'Door velen wordt de realiteit van het Paradijs en dies
ook van de Paradijsgeschiedenis in twijfel getrokken. Sommigen houden
het geheele Paradij sverhaal voor niets anders dan een mythe of sage, waar-
in de tot nadenken gekomen mensch een antwoord heeft zoeken te geven
op de vraag hoe dood en ellende in de wereld gekomen zijn.' Maar zo
moest men hier niet over denken. 'Tegenover deze en dergelijke voorstel-
lingen dient evenwel de volle werkelijkheid van het Paradijs en van de Pa-
radijsgeschiedenis te worden gehandhaafd. De Heilige Schrift biedt ons in
Gen. 2 en 3 een historisch bericht omtrent het Paradijs en hetgeen in dat
Paradijs voorgevallen is.'

99
De aanduiding aards paradijs of paradijs op aarde is al in het Middelne-
derlands opgetekend. In een tekst uit 1540 werd een bepaald klooster een
'eertsch paradys' genoemd.

Shangri-La
Shangri-La is een vondst van de Britse schrijver James Hilton (1900-1954).
Hij introduceerde het in 1933 in zijn boek Lost Horizon. In dit boek schrijft
hij over vier Britten die een vliegtuigongeluk in Tibet overleven en die te-
rechtkomen in een lamaklooster in het dal van de Blauwe Maan. Dit kloos-
ter, dat aan de voet van de berg Karakal ligt, heet Shangri-La ('La is Tibe-
taans voor bergpas,' luidt Hiltons toelichting op deze naam).
Bij Hilton is Shangri-La een paradijs op aarde. Het boek is verschillende
keren in het Nederlands vertaald, en in de vertaling van Jean A. Schale-
kamp uit 1960 wordt het klooster aldus beschreven: 'Voor hen, op maar
korte afstand, lag het lamaklooster van Sjangri-La. [...] Een groep gekleur-
de paviljoens hing aan de berghelling gekleefd zonder ook maar iets van de
grimmige weloverwogenheid van een kasteel in het Rijnland, maar meer
met de achteloze teerheid van bloemblaadjes die op een rotspunt zijn ge-
prikt. Het was groots en gracieus tegelijk. Een verwarde emotie trok het
oog van de melkblauwe daken naar het grijze rotsbastion daarboven, ko-
lossaal als de Wetterhorn boven Grindelwald.'
Het klooster bevat een wonderlijke combinatie van oosterse architectuur
en westerse luxe. Hilton beschrijft het als 'ruim, goed verwarmd, en heel
schoon'. Het is enorm groot, er is centrale verwarming, men speelt er Mo-
zart op piano en klavecimbel, en het klooster bevat 'een werkelijk verruk-
kelijke bibliotheek, ruim en voornaam, die een grote hoeveelheid boeken
bevatte die op zo'n discrete wijze waren ondergebracht in inhammen en
nissen, dat de hele sfeer er meer een was van wijsheid dan van geleerdheid,
meer van goede manieren dan van ernst'.
Bovendien zijn er in het klooster honderden landkaarten aanwezig. Maar
als de Britten daarnaar vragen, zegt een lama: 'Ze liggen allemaal voor u
ter inzage, maar misschien kan ik u in één opzicht vergeefse moeite be-
sparen. Op geen enkele ervan zult u Sjangri-La vermeld vinden.'
Lost Horizon werd een enorme bestseller, mede dankzij de verfilming
door Frank Capra in 1937 (in 1973 werd het boek nogmaals verfilmd). Wat
vooral erg tot de verbeelding sprak, was dat de lama's - door het eten van

lOO
een bepaalde rode bes - heel lang jong bleven. Zo wordt de hoofdpersoon
van het boek verliefd op een Chinese vrouw in het klooster die eruitziet als
achttien, maar die in werkelijkheid 68 blijkt te zijn.
Sinds wanneer Shangri-La in het Nederlands overdrachtelijk wordt ge-
bruikt voor 'paradijselijk oord' of'verborgen paradijs', is niet vast te stellen,
omdat dit gebruik nog altijd niet door de woordenboeken is vastgelegd.
Toch wordt het in die zin volop gebezigd. Net als in het Engels trouwens,
waar de overdrachtelijke betekenis al in 1938 is opgetekend, dus slechts vijf
jaar na het verschijnen van Hiltons boek. Enkele Nederlandse voorbeelden.
De Volkskrant schreef op 18 december 2000: 'Dit is de plek. Het shangri-la
van wijk 27: Cafetaria Coret.' En in De Morgen stond op 12 juli 1997: 'Partij-
voorzitter en federale vice-premier Guy Verhofstadt vond in de sanering
van de publieke financiën zijn Shangri-La.' Daarnaast is onder meer
shangrila-achtig aangetroffen, net als de meervoudsvorm shangrila's.
Wereldwijd zijn er honderden hotels, lodges en berghutten die Shangri-
La heten, met name in Azië en in berggebieden. Er is een muziekgroep die
zo heet, Gerard Joling had in 1988 een hit met 'Shangri-La' ('Leven, liefde,
ben op zoek naar Shangri-Laaaaa'), en de naam duikt op in titels van boe-
ken, films en documentaires. Sinds kort is er zelfs een echte stad die zich
officieel Shangri-La mag noemen, namelijk het voormalige Zhongdian in
de Chinese provincie Yunnan, vlak bij de grens met Tibet. In een poging
meer toeristen naar deze streek te lokken, streden aanvankelijk twee Chi-
nese steden om deze nieuwe naam, maar uiteindelijk koos een officiële
commissie van het Chinese ministerie van Burgerzaken voor Zhongdian
(volgens een krantenbericht omdat de commissieleden daar meer relatie-
geschenken hadden gekregen).
Waar haalde Hilton zijn ideeën voor Shangri-La vandaan? Volgens som-
migen baseerde hij zich voornamelijk op enkele artikelen van de Ameri-
kaanse etnoloog Joseph Rock in de National Geographic. Volgens anderen
maakte Hilton daarnaast gebruik van elementen uit een oude boeddhisti-
sche legende over de utopie Shambhala.
Zeker is dat Hilton noch Tibet noch het Himalaya-gebergte uit eigen er-
varing kende, toen hij Lost Horizon schreef. Maar zeker is ook dat hij des-
alniettemin met zijn 'eenvoudige roman zonder al te diepgaande wereld-
wijsheid', zoals zijn boek ergens wordt getypeerd, een paradijselijk oord
aan de taal toevoegde dat buitengewoon succesvol is gebleken.

ïoi
Utopia
Je kunt niet zeggen dat Sir Thomas Mores beroemde beschrijving van het
gelukzalige eiland Utopia de moeder van alle utopieën is. More publiceer-
de zijn boek in 1516 (overigens bij een Vlaamse uitgever), maar al in 414
v.Chr.. had de Griekse toneelschrijver Aristophanes het in zijn blijspel Vo-
gels over Nephelokokkygia (Wolkenkoekoekstad in het Nederlands, Cloud-
cuckoo-land in het Engels en Wolkenkuckucksheim in het Duits), een stad in
de wolken waar de vogels het voor het zeggen hebben en waar - anders dan
in Griekenland op dat moment - geen oorlog heerst.
Maar je kunt wel zeggen dat Thomas More veel invloed op het genre
heeft gehad, dat hij het zeer populair heeft gemaakt en dat hij het van een
naam heeft voorzien, want sinds Mores Utopia worden droomlanden of
droomstaten utopieën genoemd. Daarnaast wordt utopie - zoals bekend -
onder meer gebruikt voor 'niet te verwezenlijken ideaal' en 'ontwerp voor
een ideale toestand'.
Hoe zag Mores Utopia er nu uit? Waarom heette het eiland zo en waar
lag het volgens de grote Engelse humanist?
Om met dit laatste te beginnen: More, die rechter in Londen was toen hij
dit boek schreef, doet het voorkomen alsof hij het verhaal over Utopia heeft
opgetekend uit de mond van een Portugese wereldreiziger, Raphaël Hyth-
lodaeus, die er vijf jaar heeft gewoond. In het voorwoord schrijft hij over
Utopia, dat ergens ten zuiden van de evenaar zou liggen: 'Het is niet bij mij
opgekomen om te vragen en evenmin bij hem [Raphaël] om te zeggen, in
welk deel van de nieuwe wereld Utopia ligt. Ik zou er stellig een aardig
sommetje voor over hebben om dit verzuim weer goed te maken, omdat ik
mij aan de ene kant een beetje schaam niet te weten in welke zee het eiland
ligt waarover ik zoveel te vertellen heb, en aan de andere kant omdat er hier
bij ons enkelen zijn [...] die branden van verlangen om Utopia te bezoe-
ken.'
Over de naam van het eiland schrijft More dat het eerst Abraxa heette
(Abraxa is een soort toverwoord uit de Oudheid waarvan de betekenis niet
bekend is), maar nadat het eiland door een zekere Utopus was veroverd,
werd het naar hem Utopia genoemd. In feite is Utopia gevormd van het
Griekse ou, 'niet', plus topos, 'plaats', dus het betekent 'Nergensland'.
Door socialisten en vooral communisten is More later uitgeroepen tot
een profeet, omdat hij in zijn boek een soort socialistisch-communistische
heilstaat beschrijft. In het Utopia van More bestond geen particulier ei-

102
gendom: men werkte er slechts zes uur per dag, er was voldoende eten
voor iedereen, er waren crèches voor de kinderen, goede ziekenhuizen
voor de zwakken, gemeenschappelijke eetruimten in de 54 volledig gelijk-
vormige steden, en ga zo maar door.
Maar als je Utopia vergelijkt met bijvoorbeeld Luilekkerland, was het er
ook knap saai. De Utopiërs luisterden voortdurend naar stichtelijke lezin-
gen, zij gingen iedere dag om acht uur 's avonds naar bed en volgens More
- die te boek staat als een 'voorbeeldig huisvader'- waren er op het eiland
'geen wijn- en bierhuizen, nergens bordelen, geen gelegenheid tot verlei-
ding, geen plaatsen om onder te duiken, geen rendez-voushuizen'.
Toch kenden de Utopiërs wel lichamelijk genot. Een goede gezondheid,
in combinatie met een 'rustige, evenwichtige lichaamstoestand', be-
schouwden zij als de hoogste vorm van lichamelijk genot, gevolgd door
'zinnelijk genot'. 'Dit genot ontstaat,' vertelt Raphaël Hythlodaeus aan
More, 'wanneer wij door stoelgang onze ingewanden reinigen, of bezig
zijn kinderen te verwekken, of wanneer het jeuken van een of ander li-
chaamsdeel door wrijven of krabben wordt verzacht.'
De Utopiërs waren strikt monogaam. Vrouwen mochten vanaf hun acht-
tiende trouwen, mannen vanaf hun tweeëntwintigste. Maar: 'Wanneer
van een man of vrouw bewezen wordt, dat zij voor hun huwelijk reeds in
het geheim omgang hebben gehad, dan wordt hem of haar een strenge
straf opgelegd en dan wordt hun het trouwen helemaal verboden.'
Kortom, geen bordelen of cafés, geen seks voor of buiten het huwelijk,
maar wel vrij genieten van poepen, jeuken en krabben.
Overigens heet Mores boek niet kortweg Utopia. De (verkorte) Latijnse ti-
tel luidt De optimo reipublicae statu deque nova insula Utopia (De beste
staatsinrichting en het nieuwe eiland Utopia). De eerste Nederlandse ver-
taling, uit 1630, bevat een prikkelende politieke vingerwijzing in de onder-
titel: De Utopia van Thomas Morus [...] seer profijtelijck ende vermakelijck om
lesen, bysonder den genen, die hedensdaeghs een stadt ende gemeynte hebben te
regeren.
Vanzelfsprekend is zo'n beroemd boek als dit vele malen vertaald. De ci-
taten hierboven zijn ontleend aan de vertaling van A.H. Kan uit 1950.

103
Walhalla
Walhalla is een plaats uit de Germaanse mythologie. Het woord is aan het
eind van de 18de eeuw, tijdens de Romantiek, in het Duits gevormd. Het
gaat terug op het Oudnoor se Valh0Ü, dat 'hal der gevallenen' betekent. Hoe
die hal er in de verbeelding van de oude Germanen heeft uitgezien, is niet
precies bekend. De meeste bronnen houden het erop dat het 'een somber
dodenrijk' moet zijn geweest. Maar de Duitse romantici maakten er een
schitterende zaal van, met muren van glanzende speren, een dak van gou-
den schilden, en banken versierd met prachtige wapens. De oude Germa-
nen meenden reeds dat het Walhalla 540 deuren telde, die uitkeken op de
woningen van de goden. Door iedere ingang konden achthonderd krijgers
tegelijk naar binnen.
Slechts de dapperste Germanen die op het slagveld waren gevallen, kwa-
men in het Walhalla terecht. Zij werden er op snelle paarden, begeleid
door mooie vrouwen, naartoe gevoerd. Dagelijks bekwaamden zij zich,
onder leiding van de god Odin, in de strijd. Wonden die zij opliepen gena-
zen vanzelf. Iedere avond werd er flink gegeten, zij het nogal eentonig,
want men at steeds het vlees van het everzwijn Sahrimnir, dat iedere avond
weer levend werd. De mannen dronken honingwijn uit de onuitputtelijke
uiers van de geit Heidrun terwijl zij luisterden naar liederen van de zoge-
noemde skalden (Oudnoorse hofdichters).
Omdat alleen mannen die op het slagveld waren gesneuveld, tot het Wal-
halla werden toegelaten, beroofden Germanen die alle gevechten hadden
overleefd zich op oudere leeftijd soms met het zwaard van het leven, om
niet de strodood (de dood in bed) te hoeven sterven. Ook lieten zij zich wel
ophangen en met een speer doorboren in naam van Odin, om toch in het
Walhalla te komen.
In het Nederlands is het woord Walhalla omstreeks 1800 voor het eerst
aangetroffen, in een gedicht van J.F. Helmers: "t Is een voorgaan,/Naar
der Goden heiligdom!/En wij vinden Onze vrinden/In 't Walhalla weder-
om.' En Jacob van Lennep dichtte in 1849:

Als, bij 't eeuwig feestbanket


In Walhallaas zalen,
Godendrank wordt voorgezet
Uit eens vijands schalen.

104
Walhalla wordt nog altijd volop overdrachtelijk gebruikt, voor 'het hoogst
bereikbare' dan wel voor 'heerlijk oord, paradijs'. Een recent voorbeeld, uit
Het Parool van 25 september 2002, kan volstaan: 'Het vliegveld van Bonai-
re is het walhalla van de drugssmokkelaar.' Walhalla komt ook veel voor in
zogenoemde gelegenheidssamenstellingen. Voorbeelden zijn: drugswal-
halla, voetbalwalhalla en zakenwalhalla.
Overigens bestaat er wel degelijk een Walhalla op aarde: aan het begin
van de 19de eeuw liet Lodewijk 1 van Beieren vlak bij Regensburg een na-
tionaal heiligdom neerzetten dat Walhalla heet. In deze 'Tempel deutscher
Ehren' (tempel van Duitse eerbewijzen) bevindt zich een uitgebreide ver-
zameling borstbeelden van beroemde Duitsers. Er is geen poging gedaan
om het gebouw in Germaanse stijl op te trekken: het heeft de vorm van een
klassiek-Griekse tempel.

Zevende hemel
De uitdrukking in de zevende hemel zijn gaat terug op de oude joodse voor-
stelling, die later door de christenen is overgenomen, dat er meer dan één
hemel is. Het aantal hemelen dat in de rabbijnse literatuur en in de apo-
criefe boeken wordt genoemd, varieert: men spreekt van drie, vijf, zeven,
negen of tien hemelen. In de koran is sprake van zeven hemelen (Süra
65:12, 'God is het die geschapen heeft zeven hemelen en een gelijk aantal
aarden'), en Marnix van Sint-Aldegonde had het in De Byencorf der H.
Roomsche Kercke (1569) zelfs over de dertiende hemel.
Het idee dat er meer dan één hemel was, is overigens door de joden over-
genomen van de Babyloniërs. Zij gingen uit van drie of zeven hemelen, die
als halve koepels boven elkaar waren gelegen. Je moest ze allemaal door
om bij de hoogste te komen.
In de bijbel komt geen zevende maar wel een derde hemel voor. In 2 Cor.
12:2 staat: 'Ik weet van een mens in Christus, veertien jaar geleden is het
- of het in het lichaam was, weet ik niet, of dat het buiten het lichaam was,
weet ik niet, God weet het - dat die persoon weggevoerd werd tot in de der-
de hemel.'
In de 18de en 19de eeuw gebruikte men in de derde hemel zijn en in de ze-
vende hemel zijn nog door elkaar, in dezelfde betekenis. Inmiddels is in de
derde hemel zijn in onbruik geraakt. Aan het eind van de 19de eeuw is die
uitdrukking overigens in Vlaanderen in een heel andere betekenis opgete-

105
kend, namelijk voor 'zeer dronken zijn' (naast onder meer zalig zijn).
Zoals bekend betekent in de zevende hemel zijn 'opgetogen, in verrukking,
op het toppunt van gelukzaligheid zijn'. De uitdrukking komt ook in het
Frans, Duits en Engels voor. De Grote Van Dale vermeldt nog hij viel uit de
zevende hemel voor 'hij werd in zijn hooggespannen verwachtingen teleur-
gesteld'.
Doorgaans gaat men ervan uit dat de zevende hemel de woning van God
is. Zo beschouwden de middeleeuwse mystici de zevende hemel als 'de
staat der contemplatie, waarin zij God zelf aanschouwden en met God één
werden'. Maar sommige islamieten geloven juist dat Allah hoven de zeven-
de hemel woont. De koran geeft verder geen details over de inrichting van
de zevende hemel, maar in de islamitische folklore is er van alles over te
vinden. Zo zou die hemel van diamant of van een onbeschrijfelijk mooi
licht zijn gemaakt. Volgens een i9de-eeuwse bron was iedere inwoner van
de zevende hemel groter dan de hele aarde. Hij had 70.000 hoofden, met
evenveel monden en evenveel tongen, die allemaal Gods lof bezongen.

106
10
Plaatsnamen in dooddoeners:
van Affekaffe tot Zuzaaten

Ook in dooddoeners worden plaatsnamen gebruikt. Je hebt dooddoeners


met fictieve en met bestaande plaatsnamen. Ze zijn hier samengebracht,
omdat ze dezelfde functie vervullen.
Verreweg de meeste dooddoeners met een plaatsnaam worden of wer-
den gebruikt als antwoord op vragen als 'wáár ga je / gaan we naartoe?' of
'waar ga je / gaan we heen?' Het zijn vragen die kinderen vaak aan hun ou-
ders stellen, en lang was het heel gewoon o m een kind af te schepen met
een ajjacht, zoals dat vroeger heette. Geregeld rijmde de gebruikte plaats-
naam op de vraag. Vroeg een kind 'waar ga je heen?', dan kon het antwoord
kortweg luiden: naar Nederveen, Schuitjesveen of Staartjesveen. Vanzelfspre-
kend kom je die rijmende plaatsnaamdooddoeners ook in dialecten tegen.
Zo luidt de vraag 'waar ga je heen?' in het Limburgs 'wo geis-te haer?' Het
antwoord kon luiden: noa Bokesmaer. De Friesen plachten te vragen 'wêr
giest/silst hinne', en wie geen zin had om daar écht antwoord op te geven,
kon volstaan met: nei Futsjefinne.
Zo zijn er ook verschillende geografische dooddoeners die rijmen op de
vraag 'waar ga je naartoe?' Mogelijke antwoorden zijn: naar Attapoepoe,
Boskehoe, Koetjeboe, Oetjepoe, Pietjepatjepoe of Scheetjeboe.
Zoals gezegd werden plaatsnaamdooddoeners vooral gebruikt als ant-
woord op vragen van kinderen (dat is inmiddels veranderd; het is niet
meer gewoon om kindervragen met een nonsensantwoord af te doen). Nu
is de topografische kennis van kinderen over het algemeen klein. Niet alle
kinderen zullen dus meteen hebben doorgehad dat ze in de maling wer-

-107
den genomen als hun moeder bijvoorbeeld zei: 'Waar we heen gaan? Naar
Broeksebremen!' Vandaar dat veel geografische dooddoeners zijn voorzien
van een uitbreiding, een toevoeging die ook voor het minst ontvankelijke
kind duidelijk moet hebben gemaakt dat het voor de gek werd gehouden. Je
hebt uitbreidingen met een nadere plaatsbepaling (al dan niet gevolgd door
een absurditeit), uitbreidingen die een nonsenshandeling beschrijven, en
een combinatie van die twee.
Voorbeelden van plaatsnaamdooddoeners met een nadere plaatsbepa-
ling zijn:

naar Prijs-Pettelaar, drie uur boven Den Helder;


naar Leocvodsen en over Potterbolli weerom en
naar Urk, naar Murk, naar Marken toe.

Absurditeiten zijn toegevoegd in:

naar Bommelskont, drie uren boven de hel, waar de honden met hun gat blaf-
fen;
naar Boxtehoeze, het hietepiete-gangetje, waar het netje met gekookt water
buiten hangt;
naar Nipperwegen, waar de hanen met hun gat kraaien en in
naar Noeneuzen, waar ze vraagschotten verkopen.

Onzinhandelingen komen we onder meer tegen in geografische dooddoe-


ners als naar Bemmel, de kerk witten; naar (de) Breesaap, lelijkerds vangen;
naar Hoboken om een vaantje en naar Pruis-Pommeren, vliegen vangen met
een mussenklem.
Er zijn ook rijmende uitbreidingen, zoals naar het land van Affekaffe, waar
de hondjes met hun kontjes blaffen; naar Likfotse, waar de boeren de kippen jot-
sen, en het fraaie:

Naar Scheetjeboe, drolletje begraven,


mag jij het kistje dragen
jij met je tanden
ik met m'n handen

io8
Veel van deze dooddoeners werden uitgeserveerd als een tweetrapsraket.
Het begon met de kindervraag: 'Waar gaan we naartoe?' Antwoord van de
ouder: 'Naar Pampus?' Óf het kind vroeg: 'Waar ligt dat?' of'wat gaan we
daar doen?' Nu kon het tweede deel van de raket worden gelanceerd: 'Wat
we daar gaan doen? Een aap drillen; als je mee wil mag je z'n staartje optil-
len.'

In theorie is het natuurlijk ook mogelijk om met deze plaatsnaamdooddoe-


ners nieuwsgierige volwassenen af te poeieren, maar vrijwel alle informan-
ten herinnerden zich de onderstaande uitdrukkingen uit hun kindertijd.
Dat geldt in mindere mate voor de geografische dooddoeners waarmee een
taalfout of onbehoorlijk gedrag werd gecorrigeerd. Te denken valt aan uit-
drukkingen als Asse ligt bij Brussel; Gauw ligt dicht bij Sneek; drie keer Lauwe
is nog niet warm; Mare ligt bij Leiden; Menen ligt in Vlaanderen; Wier ligt dicht
bij Berlikum; Wouw ligt (een uur) achter Roosendaal; achter Kontich of Maars-
sen wonen ook mensen. Voor het goede begrip van deze uitdrukkingen is
meer topografische kennis nodig, én enig gevoel voor woordspelingen.

In het onderstaande overzicht staat tussen haakjes wanneer een dooddoe-


ner voor het eerst is aangetroffen. Als er bij een jaartal 'omstreeks' staat, is
dit gebaseerd op mededelingen van informanten; in de overige gevallen is
het jaartal ontleend aan een schriftelijke bron.

Affekaffe
Naar het land van Affekaffe, waar de hondjes met hun kontjes blaffen (om-
streeks 1960).
Vergelijk Mukkebummele.

*Asse, Assen
Asse ligt bij Brussel (1908). Gezegd tegen iemand die (plat) as zegt in plaats
van als. Naar Asse in Vlaams-Brabant. Elders zei men: Assen ligt in Drente
(1858). Er bestaan tientallen uitdrukkingen om iemand er schertsend op te
wijzen dat hij als uitspreekt als as, zoals as is verbrande turfen as de as breekt,
dan valt de kar.

109
*Attapoepoe
Naar Attapoepoe, soms met de uitbreiding vlak bij Urk. Hoewel Attapoepoe
- men schrijft soms ook Attepoepoe - door de meeste inzenders als een fic-
tieve plaatsnaam werd ervaren, is het dit niet. Atapupu is een dorp in het
noordoosten van het Indonesische eiland Timor, vlak bij de grens met het
voormalig Portugese deel van het eiland (Oost-Timor). Het is een uitvoer-
haven, er is een oud fort, en het was de standplaats van een bestuursamb-
tenaar. 'In bepaalde kringen van het Nederlands-Indisch bestuur en het
KNIL,' aldus een informant, 'gold Atapupu als synoniem voor het einde
van de wereld of the middle of nowhere. Overplaatsing of een dienstreis naar
die plaats werd beschouwd als een soort straf; collega's die het niet goed
met elkaar konden vinden wensten elkaar detachering in Atapupu toe.'
Iemand anders schreef: 'De naam Atapupu was vooral gangbaar bij het
Binnenlands Bestuur en bij de Marine in de Groote Oost, en minder gang-
baar in Batavia. In Kupang (de hoofdstad van West-Timor) en in Atapupu
zelf ben ik oude mensen (oud-ambtenaren) tegengekomen, die zich nog
konden herinneren dat Atapupu zo'n negatieve betekenis had in kringen
van het koloniale bestuur.'
Maar het gebruik van de naam is niet beperkt gebleven tot oud-Indisch-
gasten. Zo schreef iemand uit Amsterdam: 'Wij (bij de Vrachtdivisie van
KLM) gebruiken Attapoepoe regelmatig als fictieve plaatsnaam in voor-
beelden van wat er mis kan gaan. Als je echte plaatsnamen gaat gebruiken
heeft men nogal eens de neiging een en ander te wijten aan specifieke om-
standigheden aldaar.'
In verbasterde vorm komen we Attapoepoe tegen in Atapoeponesië (zie
hoofdstuk io).

*Bemmel
Naar Bemmel, de kerk witten. Bemmel, een plaats in Gelderland, komt in
nog twee andere dooddoeners voor, te weten naar de zuidkust van Bemmel
en zeep halen voor d'r moeder in Bemmel. Deze dooddoeners zijn opgeno-
men in Als mijn tante een snor had... Meer dan 8000 gelijkhebbers, afhouders,
dijenkletsers en andere uitdrukkingen met de Nederlandse taal (1995) van Inez
van Eijk.

110
Bommelskont
Naar Bommelskont, drie uren boven de hel, waar de honden met hun gat blaffen
(17de eeuw). Dooddoeners met de plaatsnaam Bommelskont worden nog
volop gebruikt. De naam komt in veel verschillende vormen voor. Er zijn
twee hoofdvarianten: Bommelskont en Bobbelskont, dus met een ra of een b in
het midden. De eerste vorm lijkt iets vaker voor te komen, maar het verschil
is niet groot. Daarnaast zijn er kleine vormvarianten. Voor de m-vorm zijn
dit: Boemerskonten, Bommeleskonte(n), Bommelskonte(n), Bommeltjeskonte(n)
en Bommerskont(en). Voor de b-vorm: Bobbeleskont(e), Bobbels(e)kont, Bob-
beltjeskonte(n), Bobberskonten, Bobbeskonte(n) en Bobskonten. Bovendien zijn
er twee uitbreidingen gesignaleerd (Hondsbommelerkont en Strontbobbeles-
konten), één sterke verhaspeling (Bokselebonte) en één omdraaiing, namelijk
Kommersbonten (een plaats die een prominente rol speelt in het Suske-en-
Wiskeverhaal De Tuf-Tuf-Club uit 1952).
Bommelskont wordt in het Nederlands al ruim drie eeuwen gebruikt. De
vroegste vindplaats dateert uit de 17de eeuw en is afkomstig van Salomon
van Rusting, een arts die naam maakte met toneelstukken en gedichten
die zo vol stonden met platheden dat ze hem de scheldnaam 'drekpoëet'
opleverden. In 1687 dichtte Van Rusting:

Wie weet of jy 't misschien noch vont,


Je bent doch vaardig om te ryzen,
Trek metter haast na bommelskont.

Trek metter haast na bommelskont betekent 'vertrek onmiddellijk naar Bom-


melskont'. Het is een verwensing die zoveel wil zeggen als 'donder op'.
Ook later is Bommelskont in verwensingen gebruikt, zoals in loop naar
Bommelskont, een uitdrukking die in 1892 voor het eerst is opgetekend. De
bekende spreekwoordenverzamelaar P.J. Harrebomée vermeldde in 1859
nog een andere vorm, namelijk hij gaat naar Bommelskonten, drie uren bo-
ven de hel, daar [lees: waar] de honden met het [hun] gat blaffen.
Doordat dooddoeners met Bommelskont zo wijdverbreid zijn, zijn er
veel verschillende uitbreidingen ontstaan. In antwoord op de vraag 'waar
ga je naartoe?' zijn dit onder meer: naar Bommelskont...
- driemaal in de rondte van je piemela, piemela hopsasa;
- drie uren boven (of achter) de hel;
- drie uur achter Futfutselen;

in
- drie uur voor de leeuwenbekberghelling;
- pies boven de Weteringe;
- zes uur achter Den Haag en dan een beetje verder;
- zeven meter onder de kippenhemel.

En als antwoord op de vraag 'wat ga je doen?': naar Bommelskont...


- een aap vlooien, dan mag jij z'n staart vasthouden;
- fietsen stelen op de lange brug;
- paar denhollen witten;
- pap eten drie uur boven de hel;
- water halen drie uur boven de kippenhemel.

De herkomst van Bommelskont is lang onduidelijk geweest. Harrebomée


bracht de naam in verband met hommer, 'bluffer, opschepper'. De letter-
kundigen De Beer en Laurillard dachten met een verbasterde vorm van
een bestaande plaatsnaam te doen te hebben, namelijk Bommelskous of
Den Bommel, beide in Zuid-Holland. 'Met Hel,' schreven zij in 1899 over
de toevoeging drie uur boven de hel, 'zal wel Hellevoet(sluis) bedoeld zijn'.
Een paar jaar later bracht het WNT uitkomst. Waarschijnlijk betekent het
precies wat er staat, schreef dit woordenboek, namelijk 'kont van de bom-
mel', waarbij bommel moet worden opgevat als een van de talloze volksna-
men voor 'drommel' of 'duivel'. Bommelskont is dus 'duivelsgat' of 'dui-
velsaars'. Het gaat, met andere woorden, om 'de ingang der onderwereld,
later in 't algemeen: eene plaats waar 't niet pluis is, en waarheen men ie-
mand verwenscht'.
Latere onderzoekingen van - vooral - WNT-redacteur J.W. Muller hebben
deze theorie bevestigd: Bommelskont = Duivelsaars = ingang van de on-
derwereld.
Overigens wordt Bommelskont met name in Vlaanderen soms ook ge-
bruikt voor 'gehucht, gat dat niemand weet liggen'.

Boskehoe
Naar Boskehoe (omstreeks 1950). Dooddoener die rijmt op een vraag als
'waar gaan we naartoe?' Wellicht is de naam Boskehoe gevormd onder in-
vloed van Boxtehoeze.

112
Boskontelawaaiberguut
Naar Boskontelawaaiberguut (1980). Er bestaan in Nederland een kleine
dertig plaatsnamen die beginnen met Bosch of Bos.

-Boxmeer
Omstreeks 1945 gehoord in Midden-Limburg: Wogeis-te haer? Antwoord:
Noa Bokesmaer! 'Bokesmaer,' aldus een Limburgse dialectoloog, 'zal zeker
een fantasievorming of verbastering van de plaatsnaam Boxmeer in
Noord-Brabant zijn, maar er speelt vast ook een associatie in mee; maer is
een merrie; naar de bokken-merrie of naar de geit is alledaags voor "om het
even waarheen"; denk maar aan vort met de geit voor "opschieten, doorlo-
pen".'

Boxtehoeze
Naar Boxtehoeze, het hietepiete-gangetje, waar het netje met gekookt water bui-
ten hangt (omstreeks 1950). De naam Boxtehoeze zal zijn beïnvloed door
de bestaande Duitse plaats Buxtehude bij Hamburg, die in het Duits figu-
reert als afgelegen oord bij uitstek. Zo zeggen de Duitsers: Geh doch nach
Buxtehude, wo die Hunde mit dem Schwanz bellen ('ga toch naar Buxtehude,
waar de honden met hun staart blaffen'). Wat er met hietepiete-gangetje
wordt bedoeld is niet duidelijk, maar dat is bij dooddoeners wel vaker het
geval.

*Breesaap
Naar (de) Breesaap, lelijkerds vangen (omstreeks 1920, gehoord in Haar-
lem). Breesaap was een gehucht onder Wijk aan Zee. De uitbreiding lelij-
kerds vangen komt ook voor bij de dooddoener met Haagse Bos.

*Breskens
Naar Breskens om schijtkersekens (1930). Naar Breskens in Zeeland, met een
rijmende uitbreiding. Schijtkersen zijn kleine kersen met weinig vlees.
Men zei ook naar Breskens om vlothouten oïflokhouten ('kurken'). Breskens
komt tevens voor in de uitdrukking een goed geloof en eene kurken ziel, dan

113
kan men te Breskens overvaren (1861). Dit werd spottend gezegd met betrek-
king tot iets ongelooflijks. Van Eijk (1995) vermeldt als dooddoener op de
vraag 'Waarom?'Ja, met een kurk in je gat kun je ook naar Breskens.
Vergelijk Zierikzee.

Broeksebremen
Naar Broeksebremen (1891). De naam zal geënt zijn op Bremen in Duits-
land.

Futsjefïnne
Naar Futsjefinne (1900). Deze fictieve plaatsnaam komt voor in een rij-
mende Friese dooddoener. Als antwoord op de vraag wër giest/silst hinne
('waar ga je heen?') kregen Friese kinderen vaak te horen: nei Futsjefinne.
Als uitbreiding is gehoord krij (of: pak) de keallen (of baarch) by de sturt en lit
se dan wer rinne ('pak de kalveren/het varken bij hun staart en laat ze/het
dan weer lopen'). In plaats van Futsjefinne, dat in veel spellingvarianten is
opgetekend (zoals Foetsjefinne, Fuotsjefinne, Fotsjefinne, Fetsjefinne en Fut-
sjeveen), zei men ook naar de Boerefinne of naar Kütsjefinne (dit laatste met
name in het noordwesten van Friesland).
Finne betekent 'ven, (stuk) weiland dat zelden of nooit voor hooiwinning
gebruikt wordt'. De herkomst van jutsje is niet met zekerheid bekend.
'Voorzover een dergelijk inhoudsloos woord een etymologie heeft,' aldus
het Woordenboek der Friese taal, 'lijktJurt [veest, wind] nog het meest in aan-
merking te komen.' Men zei ook nei Futsjefinne wêze, voor Verdwenen zijn,
naar de barbiesjes zijn', een betekenis die mogelijk is beïnvloed door foet-
sie, 'weg, verdwenen, zoek'.

-Gauw
Gauw ligt dicht bij Sneek (1831). 'Een boertend [schertsend] antwoord aan
hen, die door hun gaauw, gaauw! tot voortvarendheid aansporen,' aldus
P.J. Harrebomée in 1858. Naar Gauw in Friesland, met een woordspeling
op ga uw, 'snel'.

114
*Gesloten steen, de
Naar de gesloten steen (omstreeks 1925, Utrecht). 'Als ik vroeger aan mijn
vader vroeg: "Waar gaan wij heen?",' aldus een informant, 'dan antwoord-
de hij soms: "Naar de gesloten steen." Mijn vader kwam uit Utrecht. Toen
ik eens met hem in die stad liep, hield hij stil bij een huis waarvoor een
steen aan een ketting lag. Het huis heette "De gesloten steen".'
Het gaat hier dus niet om een stad of dorp, maar om een plek ín een stad.
Een vergelijkbare dooddoener - met een fictieve plek - is omstreeks 1935
gehoord in Utrecht, als antwoord op de vraag: waar gaan we naartoe?:
'Naar de berg van Eivanhoe, met een kletterparaploe.' Eivanhoe is natuur-
lijk een verbastering van Ivanhoe, de hoofdpersoon uit de gelijknamige rid-
derroman van Sir Walter Scott uit 1819.

Gychem
Naar Gychem om nieuwe noten (1900). Het gaat hier om een Friese dood-
doener. Gychem is een 'denkbeeldig land in den vreemde,' aldus het Woor-
denboek der Friese Taal. Over de mogelijke bron van herkomst van deze
naam schrijft het woordenboek: 'Er is een Guichembaai aan de Zuidkant
van Australië' - een verklaring die overigens vooral vragen oproept. Een
'stijf persoon' wordt in het Fries wel een mijnheer van Gychem genoemd.
Men zegt ook van Gychem gaan voor 'te gronde, om zeep gaan, doodgaan'.

*Haagse Bos
Naar het Haagse Bos, lelijkerds vangen. Bekende dooddoener in Den Haag
en omstreken. Elders ook zonder nadere plaatsaanduiding, dus: naar het
bos, lelijkerds vangen. Het Haagse Bos, dat al eeuwen bekendstaat als ont-
moetingsplaats voor homoseksuele mannen, komt ook in verschillende
verwensingen voor, zoals ga naar het Haagse Bos, dan kun je lelijkerds zoe-
ken, en: krijg een rolberoerte in (ook: door) het Haagse Bos, iedere boom raak.
Omstreeks 1930 zei men in Scheveningen ga naar het Haagse bos, met je
matje. Men zegt ook loop het Haagse bos in en kom er nooit meer uit. Die laat-
ste uitdrukking bevat geen toespeling op homoseksualiteit, maar betekent
simpelweg 'verdwijn'.

115
Haviogum
Naar Haviogum (omstreeks 1950). Nederland telt op dit moment dertien
plaatsnamen die eindigen op -gum: van Beetgum tot Tjeintgum. Er zijn ech-
ter geen plaatsen bekend die beginnen met Havio-.

*Holboken
Naar Hoboken om een vaantje (1900). Hoboken is een randgemeente van
Antwerpen. Men zei ook: naar Hoboken om keien. De inwoners van Hobo-
ken haalden vroeger de 'secreetputten' in Antwerpen leeg om de uitwerp-
selen als mest te gebruiken. Vandaar het rijmpje: Hoboken, waar de boeren
stront koken.

Kamp Chinees
Naar kamp Chinees, drinken water Europees (omstreeks 1935, Nederlands-In-
dië). Deze dooddoener was in de eerste helft van de 20ste eeuw - en moge-
lijk al eerder - populair in het toenmalige Nederlands-Indië. De woorden
werden met een Maleis accent uitgesproken; het Nederlands is opzettelijk
gebrekkig, om een humoristisch effect te bereiken. Er bestaat ook een uit-
gebreide versie:

Waar (ga) jij naartoe?


Naar kamp Chinees.
Wat jij daar doen?
Kopen water Europees, prik prik in jouw nees.

Water Europees betekent 'spuitwater'.


Op de vraag 'wie' konden kinderen in Nederlands-Indië overigens te ho-
ren krijgen: 'Yan Kiwikiwi, geboren in de kendie'. Een kendie is een kruik.

* Katwijk
Naar Katwijk om turf (omstreeks 1930, Noordwijk). In het plaatselijke dia-
lect werd Katwijk uitgesproken als Kattik.

116
Knebber-de-bebber
Naar het land van Knebher-de-hehher waar de mensen vleugeltjes hebben (om-
streeks 1960, Apeldoorn).

Koetjeboe
Naar Koetjeboe (omstreeks 1955). Rijmende dooddoener op een vraag als
'waar gaan we naartoe?' Het gaat hier hoogstwaarschijnlijk om een eufe-
mistische variant van Scheetjeboe, aldus een informant: 'Thuis was Scheet-
jeboe waarschijnlijk te ordinair en was het antwoord: naar Koetjeboe. Het
kon overal op slaan, naar de winkel, naar de buren, naar het zwembad of
naar familie. Het gaf aan dat je geen zin had om het te vertellen of dat de
ander niet mocht weten waar je naartoe ging.'
Koetjeboe komt ook in verschillende kinderliedjes voor, maar dan als een
soort koosnaam voor 'koe'. Het Duits kent het niet-bestaande dorp Kuh-
blake, 'Koegeloei', als landelijk gat bij uitstek.

*Kontich
Achter Kontich wonen ook mensen (omstreeks 1960) = je beneemt me het
zicht. Kontich, een gemeente in de provincie Antwerpen, wordt gebruikt
als een toespeling op kont. 'Dit wordt bijvoorbeeld gezegd als in een gezel-
schap iemand met zijn rug naar een ander staat, zodat de tweede zich wat
uit de kring gesloten voelt,' aldus een informant. Het gaat hier om de
Vlaamse variant van achter Maarssen (of Maarsbergen) wonen ook mensen.
Volgens diverse Vlaamse informanten wordt de uitdrukking nog op een
andere manier gebruikt. Eén van hen schreef: 'In Antwerpen wordt de uit-
drukking achter Kontich wonen ook mensen tevens gebruikt als het over ge-
huchten gaat. Het betekent: let op, je zou het niet verwachten, maar zelfs
het erg afgelegen dorp Kontich is nog niet het einde van de wereld, er be-
staan nog meer afgelegen plaatsen.'
Overigens is Kontich niet echt een gehucht: de gemeente telt 20.000 in-
woners. Een informant uit Kontich schreef: 'Vlakbij Kontich liggen de ge-
meentes Reet en Aartselaar. De laatste jaren kom je wel eens de omschrij-
ving "de anale driehoek" tegen.' Op veel deuren van flats in Antwerpen
staat: Doe de deur achter uw Kontichtl
Vergelijk Maarssen.

7
* Lauwe
Drie keer Lauwe is nog niet warm (1929). Naar Lauwe in West-Vlaanderen,
met een toespeling op lauw, 'tussen heet en koud'. 'Woordspeling op den
naam. der Gemeente, waardoor men den aard der Lauwenaars wil ken-
merken,' aldus Jozef Cornelissen.

Leuteren
Een dooddoener volgt doorgaans op een vraag, maar ook ongevraagd kun-
nen kinderen een dooddoener naar het hoofd krijgen, bijvoorbeeld als ze
verveeld op de bank hangen of als ze bij hun ouders komen zeuren dat ze
niet wreten wat ze moeten doen. Kinderen in Eindhoven werden omstreeks
1970 afgescheept met een rijmpje dat drie plaatsnamen bevat, waaronder
het fictieve Leuteren:

Weet je wat? Steek je vinger in je gat.


Maar steek hem niet te wijd, want dan raak je hem kwijt.
Dan moet je ermee naar Leuteren o m h e m eruit te laten peuteren.
Dan moet je ermee naar Assen om hem te laten wassen.
Dan moet je ermee naar Vlijmen om hem eraan te laten lijmen.

Leuteren is ook aangetroffen in een liedje uit 1900 getiteld 'De bakker van
Leuteren'. De meest gangbare betekenis van het werkwoord leuteren is
'kletsen, zeuren, zaniken'.

*Leuth
Naar Leuth, sokken stoppen. De keuze voor Leuth, een plaats in Gelderland,
zal zijn beïnvloed door leut in de betekenis van 'lol, plezier'.

Lexvodsen, Likfotse
Naar Lexvodsen en over Potterbolli weerom (omstreeks 1940). Naar Likfot-
se, waarde boeren de kippenjotsen (omstreeks 1965). Zowel Lexvodsen als
Likfotse zal zijn beïnvloed door het Duitse Fotze, 'kut'. Likfotse betekent
dus eigenlijk 'likkut'. Het woord jotsen in de uitbreiding 'waar de boeren
de kippen jotsen' is niet opgehelderd, maar de context voorspelt niet veel

n8
goeds. De vorm Lexvodsen kan zijn beïnvloed door Lexmond, de enige
Nederlandse plaatsnaam die begint met Lex-. Potterbolli is een fantasie-
vorming.

-Lombok
Naar Lombok (omstreeks 1940, Vlaardingen). Aan het eind van de 19de
eeuw had het Nederlandse leger de grootste moeite om de opstandige in-
woners van het eiland Lombok in Nederlands-Indië aan zich te onderwer-
pen. In die periode werden straten en wijken in verschillende steden naar
Lombok vernoemd. Ook Rotterdam kent een Lombokstraat. Het is niet
duidelijk of in deze dooddoener de Lombokstraat in Rotterdam wordt be-
doeld of het eiland Lombok.

-Maarssen
Achter Maarssen wonen ook mensen (omstreeks 1950) = je beneemt me het
zicht. Naar Maarssen in Utrecht, met een woordspeling op m'aars, 'mijn
kont'. Bijvoorbeeld gebruikt als iemand in de bioscoop voor je langs-
schuift. Men zegt ook gezicht (lees: uitzicht) op Maarssen! In het werk van
Nescio is een vergelijkbaar woordspel gevonden met de plaatsnaam
M aarsbergen in Utrecht. Denk ook aan de verwensing je kan me de maas
(of maarsj) likken.
Vergelijk Kontich.

-Mare
Mare ligt bij Leiden (omstreeks 1920 in Leiden). Gezegd tegen iemand die
telkens maar of (plat) maarre zegt. De Mare was een waterloop van Leiden
naar Warmond. Een informant schreef: 'Ik kreeg dat te horen als reactie op
een antwoord dat met "maar" begon, als je iets niet wilde doen, bijvoor-
beeld: "Je moet naar bed", "Maar het is pas zeven uur!" "Mare ligt bij Lei-
den, hup, opschieten!'" Een variant is: Mare ligt over de berg.

119
*Menen
Menen ligt in Vlaanderen (omstreeks 1830). Als reactie op iemand die
steeds ik meen zegt. Naar Menen in Wallonië, met een woordspeling op
menen, 'het voornemen hebben iets te doen'. Menen komt in ettelijke ver-
gelijkbare uitdrukkingen voor, die in de 19de en het begin van de 20ste
eeuw in heel Nederland en Vlaanderen zijn opgetekend. Het gaat onder
meer om aan Menen bindt niemand zijn paard; hij is (burgemeester) van Me-
nen; Menen en Missen begint met dezelfde letter; Menen ligt dicht bij Allewinde
en verre van Wareghem; Menen ligt dicht bij Kortrijk (ook Menen ligt verre van
Komen en dicht bij Kortrijk); Menen ligt verre van hier, en Menen vergaat dik-
wijls in Missen. In Groningen zei men bovendien Menen ligt in Brabant, drie
uur achter Bommelstad, vier uur achter het schaapshok, en Menen ligt in Poe-
penland, twintig uur van Bremen (Poepenland is Duitsland, waar op zo'n 65
km voorbij Bremen een dorp Meinern ligt). En in Winterswijk is de vol-
gende variant aangetroffen: Menen ligt dichtbij geloven achter Lichtenvoorde
bij het Hörgerbörger bosje waar de heksen met vleesspijlen dansen. Vleesspijlen
waren spijlen aan het plafond van een boerderij om bijvoorbeeld spek of
worst aan te drogen.

-Moskou
Naar Moskou, stenen kuisen (1931). Kuisen betekent hier 'schoonmaken'. De
uitdrukking is opgetekend in Tongerlo in de provincie Antwerpen.

Mukkebummele
Naar Mukkebummele (omstreeks 1920). Soms met als uitbreiding: waarde
honden met hun konten blaffen. Deze dooddoener is vooral bekend in (Ne-
derlands) Limburg. Mukkebummele is onder meer opgetekend in het dia-
lect van Kerkrade en Heerlen, met als verklaring 'Nergenshuizen'. Er be-
staan verschillende varianten, zoals: Bukkebummelen, Lukkebummel(en),
Mukkelebummelen, Nukjebummelen en Ukkelebeumele. De naam komt ook
voor in het dialect van Aken in Duitsland. Daar is het opgetekend als Möc-
kebömmele en Löckebömmele.
Vergelijk Affekaffe en Boxtehoeze.

120
Nederveen
Naar Nederveen (omstreeks 1960). Rijmende dooddoener op een vraag als
'waar gaan we heen?' Hoewel Nederveen zeer 'echt' klinkt, bestaat er geen
plaats met die naam. Wel telt Nederland op dit moment dertien plaatsen
die beginnen met Neder- (van Neder-Hardinxveld tot Nederwoud) en ruim
honderd plaatsnamen die eindigen op -veen (van Aarlanderveen tot Zwa-
gerveen). Nederveen komt wel voor als familienaam.

*Neede
Nee is hier twee uren vandaan (1861). Als reactie op iemand die steeds nee
zegt. Naar Neede in Gelderland, een plaatsnaam die in Groenlo - waar
deze uitdrukking is opgetekend - wordt uitgesproken als 'Nee'.

Neukemazijl
Van Neukemazijl naar Fietermeklap. Het gaat hier om een dooddoener op
de vraag: 'Hoe moet ik daar komen?' De uitdrukking is opgetekend in Gro-
ningen, in de vorm over Neukemazieltje noar Fiedermeklapke. Fietern is Gro-
nings voor 'neuken', klap is een ophaalbrug.

Nipperwegen
Naar Nipperwegen, waar de hanen met hun gat kraaien (omstreeks 1930).

Noeneuzen
Naar Noeneuzen, waar ze vraagschotten verkopen (omstreeks 1965, Noord-
Brabant). Wellicht beïnvloed door Terneuzen, de enige Nederlandse
plaatsnaam die eindigt op -neuzen. Vraagschot is een nonsenswoord. Mo-
gelijk is het een verbastering van vraagschotel, een verouderd woord voor
'nieuwsgierig, vraagziek iemand'. De dooddoener moet dan worden gele-
zen als 'naar Noeneuzen, waar ze nieuwsgierige kinderen verkopen'.

121
*Ochtrup
Naar Ochtrup om pispotten te bakken (omstreeks 1940, Winterswijk). Och-
trup ligt in Noordrijn-Westfalen, ten oosten van Enschede en niet ver van
Winterswijk, waar deze dooddoener is gehoord. Ochtrup kende voorheen
een aardewerkindustrie waar men nachtspiegels maakte. In het Winter-
wijkse dialect luidt de dooddoener: noar Opstrop hen, pispotte bakken.

Oetjepoe
Naar Oetjepoe (omstreeks 1960). Rijmende dooddoener op een vraag als
'waar gaan we naartoe?'

Ooloken

Naar Ooloken, mollen vangen (1888, opgetekend in Limburg).

*Ootmarsum
Naar Ootmarsum, pispotjes wassen (omstreeks 1960). Deze dooddoener is
gehoord in Losser in Twente. Dat ligt niet ver van Ootmarsum.
*Overschie
Drolletje drie van Overschie, kenje die? (waarschijnlijk omstreeks 1900, Rot-
terdam en omgeving). Het meest gebruikt als rijmende dooddoener op de
vraag 'wie?', maar de uitdrukking werd ook gebruikt als antwoord op vra-
gen als 'Waar ga je naartoe?' of'Waar gaan we heen?' Hierop volgde een
vraag- en antwoordspelletje.

Waar gaan we heen?


Naar drolletje drie.
Naar wie?
Naar drolletje drie van Overschie. Ken je die?

Er zijn verschillende varianten in omloop. De Grote Van Dale (1999)


noemt drolletje drie van Krommenie. Omstreeks 1960 zei men in Eindho-
ven drolleke drie van Brussel. Eufemistische vormen, waarin het woord drol

122
wordt vermeden, zijn: druldrie van Overschie; bolletje drie uit Overschie (ge-
hoord in Hoek van Holland) en Polleke Pie van Over-de-Schie.
Er komen ook varianten zonder plaatsnaam voor, zoals drolleke drie en als
je hem opdraait dan jankt-ie; droldrie en zijn zeven zonen; droldrie, met die
hoge zij op, ken je die? (omstreeks 1950 gehoord in Amsterdam; hoge zij
staat hier waarschijnlijk voor 'hoge zijden hoed'); en drolletje drie met een
lappie omzijn knie (omstreeks 1955 gesignaleerd in Hilversum).
Drolletje drie komt eveneens in een liedje voor. Het gaat om een persifla-
ge op een Sinterklaasliedje:

Kinderen, heb je het al vernomen?


Kwi-drolletj e-drie, kwi-drolletj e-dra.
Sinterklaas is aangekomen,
Kwi-drolletje-drie, kwi-drolletje-dra.
Sinterklaas is weer in het land,
't Stond vanmorgen in de krant.
Kwi-drolletje-drie, kwi-drolletje-dra (2x).

Volgens de Grote Van Dale (1999) wordt drolletje drie van Overschie 'min-
achtend' gebruikt voor 'iemand die kort en dik is'. Het woordenboek kent
droldrie a l s ' s c h e l d w o o r d ' v o o r ' d r e u m e s ' o f ' o n d e r k r u i p s e l ' .
De meeste informanten blijken droldrie en drolletje drie van Overschie ech-
ter als koosnaam te gebruiken. Sommigen kennen het wel als scheldwoord,
maar dan met een andere betekenis, namelijk 'stommeling, stuntel, dom-
oor'. Hoe oud de uitdrukking is, is door het ontbreken van schriftelijke vind-
plaatsen moeilijk te zeggen. Verschillende oudere informanten schreven
dat zij de uitdrukking van hun moeder of grootmoeder hadden geleerd, en
dat brengt ons terug tot het laatste kwart van de 19de eeuw.
Drolletje drie is waarschijnlijk een al dan niet opzettelijke verbastering
van het Franse drôlerie. Aan het eind van de 19de eeuw had dit nog twee
verschillende betekenissen: het werd gebruikt voor 'koddigheid, grap,
klucht' en voor 'nietigheid, beuzeling, wissewasje'. De stap van 'nietig-
heid' naar 'dreumes, kleintje' is goed te volgen, evenals de stap van 'kod-
digheid, grap' naar 'stommeling, stuntel, domoor' (immers: van een stom-
meling kun je de nodige koddigheid verwachten).

123
*Pampus
Naar Pampus, lollepotten bakken (omstreeks 1930, maar waarschijnlijk ou-
der). Naar Pampus, de naam van een zandbank in de Zuiderzee (nu het
IJsselmeer), ten oosten van Amsterdam. De oorspronkelijke betekenis van
lollepot - een woord dat al dateert uit de 16de eeuw - is 'stenen pot met ga-
ten in het deksel, waarin vuur wordt gedaan, en die als verwarmingsmid-
del wordt gebruikt'. Door de associatie met lollen, 'zeuren, zaniken, dren-
zen, kletsen', heeft lollepot later de betekenis 'zeurkous' gekregen. Deze
dooddoener, die in Amsterdam en omgeving algemeen bekend is geweest,
zinspeelt waarschijnlijk op beide betekenissen (en niet op een derde bete-
kenis, namelijk 'lesbienne').
Varianten zijn naar Pampus, pap eten en naar Pampus, om een aap te dril-
len; als je mee wil magje z'n staartje optillen.
Pampus komt in verschillende uitdrukkingen voor, met als bekendste
voor Pampus liggen, 'in zwijm liggen, volledig uitgeteld zijn'. Minder be-
kend zijn op Pampus liggen, 'in ernstige moeilijkheden verkeren', en boven
Pampus zijn, 'de moeilijkheden te boven zijn'. De betekenissen zijn te ver-
klaren doordat schepen vroeger slechts met moeite langs en over de on-
diepte konden komen - ze lagen dus vaak lang 'voor Pampus' voordat ze
Amsterdam konden bereiken.

*Philippine
Naar Philippine om mosselen (1930, Vlaanderen). Naar Philippine in Zee-
land (onder Terneuzen). Philippine is in de 16de eeuw genoemd naar Fi-
lips d.e Schone.

*Pielkwierum
Naar Pielkwierum om kantkoek (omstreeks 1920, Friesland). Pielkwierum is
hoogstwaarschijnlijk een verbastering van Pylkwier, een gehucht ten zuid-
oosten van Leeuwarden. Kantkoek is een bepaald soort ongerezen koek.
Nederland heeft inmiddels geen plaatsen meer die beginnen met Piel-,
maar in de 19de eeuw kende Drente nog een Pielbrugge.

124
Pietjepatjepoe

Naar Pietjepatjepoe, klapstaarten plukken (omstreeks 1950, Tielerwaard).

Pokomoko
Tussen 1952 en 1962,' aldus een informant, 'woonde ik als jong meisje in
de oude jodenbuurt (Oude Schans) in hartje Amsterdam. Onze buurman,
ome Jopie, had een kistenfabriek en ging vaak met een volgepakte vracht-
auto op weg. Vaak stond ik te kijken bij het laden en ik vroeg dan natuur-
lijk waar hij heen zou gaan. Zijn antwoord was steevast: naar Pokomoko.'
Mogelijk houdt de naam Pokomoko verband met een sketch van het Ame-
rikaanse duo Abbott en Costello in de komische film Lost in a harem
(1944), waarin iemand vertelt over belevenissen 'aan de oever van de Po-
komoko'. Maryland in de Verenigde Staten kent overigens een rivier Po-
comoke.
Potterbolli
Zie bij Lexvodsen.

Prijs-Pettelaar
Naar Prijs-Pettelaar, drie uur boven Den Helder (omstreeks 1920). In de
19de eeuw was Pettelaar een buurtschap in de gemeente St. Michielsge-
stel.

*Pruis-Pommeren
Naar Pruis-Pommeren, vliegen vangen met een mussenklem (omstreeks 1930,
opgetekend in Den Haag). Waarschijnlijk was deze dooddoener al in de
19de eeuw bekend. Zeker is dat in 1891 de volgende verwensing is opgete-
kend: loop naar Pruis-Pommeren, klitsen bakken. Pommeren was indertijd
een hertogdom dat geheel in Pruisen lag. Een klits is een knikker. Bedoeld
werd dus 'ga ergens ver weg knikkers bakken, donder op'.

125
Pruttentuin
Naar Pruttentuin, om een aap te vlooien (omstreeks 1895). Deze dooddoener
is voor het eerst opgetekend in een verzameling 'Amsterdamsche uitdruk-
kingen' die wordt toegeschreven aan een zekere A.C. de Graaf. De uit-
drukking is later ook gesignaleerd in Nederlands-Indië. Prut betekent on-
der meer 'vagina', maar het is onwaarschijnlijk dat deze dooddoener een
seksuele betekenis heeft. Tuin- komt in Nederlandse plaatsnamen wel ge-
regeld als voorvoegsel voor (denk aan Tuindorp, Tuinhoek en Tuinstad),
maar slechts één keer als achtervoegsel, en dan ook nog in het meervoud,
namelijk bij Oostertuinen, een plaats in Noord-Holland.

Scheetjeboe
Naar Scheetjeboe, drolletje begraven, mag jij het kistje dragen (omstreeks
1955)., Wijdverbreide rijmende dooddoener op de vraag 'Waar ga je naar-
toe?' Als antwoord op de vraag 'Waar ga je heen?' werd soms Scheetjebeen
gebruikt, eveneens gevolgd door drolletje begraven, mag jij het kistje dragen
(deze dooddoener is onder meer gehoord in Gouda). Beide varianten ken-
nen als verdere uitbreiding: jij met je tanden, ik met m'n handen.
Vergelijk Koetjeboe.

Schixitjesveen
Naar Schuitjesveen (omstreeks 1950). 'Toen ik als jengelend kind, wonen-
de te Drachten, aan mijn ouders in het Fries vroeg waar zij naartoe gingen,
wërgeanjim hinne?, luidde het antwoord steevast: nei Skütsjefinnel (Schuit-
jesveen),' aldus een informant.
Vergelijk Futsifinne.

'''Sebaldeburen
Naar Sebaldeburen, apen drillen (1929). Naar Sebaldeburen in Groningen.
Met drillen wordt bedoeld 'africhten'. Apendriller was indertijd in het Gro-
nings een spotnaam 'voor een klein ventje met veel poeha'; de inwoners
van Sebaldeburen werden spottend Apendrillers genoemd. De plaatsnaam
komt ook voor in de verwensing ga naar Sebaldeburen en leer het apendrillen
(wat zoveel betekent als 'loop naar de maan'). Daarnaast zei men hij gaat

126
naar Sehaldeburen en om. Dit kan zowel 'hij maakt een grote omweg' als 'hij
is zeer breedsprakig' betekenen. In Groningen zei men tegen kinderen die
zeuren: ga maar klontjes haol'n in Seballeburen.

* Sinaai
Naar Sinaai om een zwarte kraai (1900). Naar Sinaai in Oost-Vlaanderen,
dat in het plaatselijke dialect wordt uitgesproken als Snaai. In Sinaai woon-
den vroeger veel handelaars in kalveren. Vandaar de dooddoener, op de
vraag 'hoe gaat het?': mager en taai als de kalveren van Snaai.

Staartjesveen
Naar Staartjesveen (omstreeks 1955, Friesland). Deze rijmende dooddoe-
ner luidt in het Fries: Wèrgiest do hinne? nei Sturtsjefinnel

*Tiel

Naar Tiel, daar kunje leren toveren (1978).

*Urk
Naar Urk, naar Murk, naar Marken toe (omstreeks 1935). Deze dooddoener
komt uit een kinderliedje:
Schippertje waar ga jij naartoe?
Naar Urk, naar Murk, naar Marken toe.
Wat ga jij daar halen?
Zeven pondjes kralen
Tien pond drop in een zilveren trom
Overmorgen ben 'k weerom.
Urk en Marken lagen in de Zuiderzee; Murk is de naam van de oude wa-
terloop van Dokkum naar de vaart Leeuwarden-Bergum, maar het is goed
mogelijk dat het hier een fictieve plaatsnaam is, gevormd vanwege het
rijm.

127
Wielewalen
Naar het land van de Wielewalen waar de apen dansen (omstreeks 1930, ge-
hoord in Leiden). Een wielewaal is een inlandse trekvogel die ook bekend-
staat als goudmerel of goudlijster.

-Wier
Wier ligt dicht bij Berlikum (1896). In Friesland gezegd tegen iemand die
steeds wier ('waar') zegt. Wier en Berlikum liggen ook in werkelijkheid
dicht bij elkaar. Omdat Berlikum (Beltsum in het Fries) een langgerekt
dorp is, zei men ook zo lang als Beltsum, 'zeer lang'.

*Wouw
Wouw ligt (een uur) achter Roosendaal (1861). Gezegd tegen iemand die tel-
kens 'ik wou' zegt. Naar Wouw in Noord-Brabant. Varianten zijn: Wouw
ligt een eindje achter Bergen, en als je Wouw aan je gat (of: rug) had hangen,
dan zou je niet naar Roosendaal verlangen. In verschillende vergelijkbare
dooddoeners komt wouw voor in de betekenis van 'vrij grote dagroofvogel'.
Te denken valt aan wouwen vliegen hoog in de lucht; wouwen vliegen hoog bo-
ven de duinen en wouwen zijn kiekendieven. Al deze uitdrukkingen zijn in de
tweede helft van de 19de eeuw opgetekend.

*Zierikzee
Naar Zierikzee om vlothouten (1900). Naar Zierikzee in Zeeland. Opgete-
kend in Oost-Vlaanderen. Vlothout is een Zuid-Nederlands woord voor
'kurk'. De inwoners van Zierikzee hadden de naam lui te zijn. Vandaar de
uitdrukkingen een Zierikzeeënaar op zijn rug hebben en een Zierikzeeënaar
gezien hebben voor 'erg lui uitgevallen zijn'.
Vergelijk Breskens.

Zuzaaten
Naar Zuzaaten. Hoewel de fictieve plaatsnaam Zuzaaten - men schrijft
ook Suzaote, Susaote of Zuzaoten - nu alleen in (Nederlands) Limburg
wordt gebruikt, is hij voor het eerst opgetekend (in 1843) i n Den Opregten

128
Antwerpschen Almanak. Iemand zegt daar ig bin van Susaute gebortig, en dat
betekent dat hij dom is, want Zuzaaten wordt voorgesteld als een achterlijk
dorp. Volgens H.J.E. Endepols, samensteller van het Woordenboek of dïk-
sjenaer van 't Mestreechs (1955) wordt Zuzaaten alleen gebruikt in de uit-
drukking heer (= hij) kump vaan Zuzaote voor 'hij weet nergens van, is
dom'. Maar kennelijk is dat gebruik inmiddels uitgebreid, want men zegt
nu ook ga maar naar Zuzaaten voor 'loop naar de pomp'. Daarnaast komt
de plaatsnaam voor in de dooddoener: naar Zuzaaten. Zo schreef een in-
formant: 'Als men z'n bedoelingen wat duister wil houden, dan kun je zeg-
gen: ik ben vanmiddag naar Zuzaaten.' Volgens Endepols is Zuzaaten 'een
niet bestaand dorp in de Belgische Kempen'. Ook tegenwoordig zijn er
nog Maastrichtenaren die Zuzaaten in de buurt van Antwerpen situeren.
Overigens komt de naam ook voor in een carnavalslied, namelijk 'Zjuulke
zeuthout' van Ziesjoem Zang. Het refrein luidt, in het Limburgs:

Meh s'zaoterdigs nao 't werrek geit Zjuulke nog neet nao bed.
Daan veult heer ziech zoe sterrek, es zenger aon 't beffet.
Daan zingk heer de bovenste toene, dan is heer de lolligste vent.
Ut is unne boetegewoene, dat Zuuzaotse zangtalent.
Zoe geit nog lang met diech doore, de caffe kump daan neet mie stop,
en tot in de laate ore steit Zuuzaote op ziene kop.

129
14
Exotische vakantiebestemmingen in
eigen land: van Montagne-au-Mer
naar Mont Mare

In 1915 schreef Louis Davids voor de revue 'Loop naar de duivel' een lied
getiteld 'Zandvoort bij de zee!' Het gaat over Amsterdammers die naar
Zandvoort gaan. In de laatste twee coupletten worden 'snobs uit Amster-
dam' opgevoerd. Zij zingen:

Zandvoort prés de la mer!


We gaan naar Zandvoort prés de la mer!
Met papa met mama met broertje en met zusje
Oncle Pierre tante Claire en enfin 't gehele husje
Gaat naar Zandvoort prés de la mer!
C'est trés chique la, ce n'est pas cher,
O het is zo'n zaligheid
Wanneer je van de duinen glijdt
In Zandvoort prés de la mer.

De correcte Franse vertaling van Zandvoort aan Zee zou Zandvoort-sur-


Mer zijn geweest, maar het was Davids vanzelfsprekend niet om een goe-
de vertaling te doen. Hij wilde de snobistische Amsterdammers op de hak
nemen.
Het kan zijn dat Davids Zandvoort prés de la mer achter zijn schrijftafel
heeft bedacht, maar het is ook goed mogelijk dat hij de Franse 'vertaling'
van een Nederlandse plaatsnaam in de praktijk had horen gebruiken. Ze-
ker is dat dergelijke plaatsnamen omstreeks 1920 - dus niet lang daarna -

130
geregeld werden gebruikt. Zo kon je indertijd in Enschede horen dat men
naar San-de Luté met vakantie ging, waar het Lutter zand werd bedoeld.
Waarom zou je San-de Luté zeggen in plaats van 'Lutter zand'? Onder an-
dere om de toehoorder op het verkeerde been te zetten - een functie die we
bij alle fictieve plaatsnamen zien. Maar bij de plaatsnamen die in dit hoofd-
stuk zijn samengebracht, is nog iets anders aan de hand. Het zijn allemaal
namen die een exotische vakantiebestemming suggereren. Na de jaren
twintig vinden we steeds meer van dit soort namen, met een enorme ex-
plosie in de jaren zestig van de 20ste eeuw.
Een en ander viel samen met een toename van de welvaart. Men ver-
diende meer en ging dus meer uitgeven, onder andere aan vakanties naar
Frankrijk, Engeland, Spanje, Italië en - in mindere mate - Duitsland. De
écht exotische vakantiebestemmingen - een lang weekend naar Bangkok
of Manilla of een weekje naar Vuurland - lagen nog in het verschiet, maar
massaal trok men naar de Costa del Sol, de Cöte d'Azur, de lagos in Italië
en de playas in Spanje.
Dit alles leidde tot een apart soort volkshumor onder de Nederlanders en
Vlamingen die niet voldoende geld hadden om hun vakantie buitengaats
door te brengen; onder de mensen die hun vakantie in eigen land vierden
of die simpelweg thuisbleven. Om in gesprekken over vakantieplannen
niet met de bek vol tanden te staan, of om de bezoekers van verre oorden
een beetje belachelijk te maken, verzonnen zij honderden 'omzettingen'
van Nederlandse en Vlaamse plaatsnamen in het Frans, Engels, Duits,
Spaans, Italiaans en zelfs Latijn. Het zal duidelijk zijn dat het vaak geen
correcte vertalingen zijn, maar het ging dan ook louter om het effect.
Tientallen informanten meldden hoe zij dit spel met fictieve plaatsna-
men speelden, hoe zij ze als kind of volwassene gebruikten of hoe zij ze
van hun ouders hadden gehoord. Zo schreef iemand:

Van 1962 tot 1995 maakte ik als officier deel uit van de Koninklijke
Luchtmacht. Op luchtmachtonderdelen is het gebruikelijk dat één maal
per week een social evening wordt gehouden in de officiersmess, waarbij
alle officieren een drankje drinken en een maaltijd (meestal rijsttafel)
gebruiken. Op zo'n social evening op de vliegbasis Volkel, in september
1966, was een gezelschap stafofficieren op bezoek. Een hoge ome voel-
de zich geroepen om een praatje te maken met een aantal jonge luite-
nants aan de bar. Nadat hij uitvoerig had verteld over zijn vakantie aan

131
de Rivièra vroeg hij een van de jonge officieren, allen met zeer beschei-
den luitenantssalarissen, waar deze dan wel met vakantie was geweest.
'Renessee Beach (Renesse op Schouwen Duiveland), kolonel,' was het
antwoord. Daar had de kolonel wel van gehoord, dat moest erg mooi zijn
aan de Amerikaanse westkust, nietwaar? Gegniffel van de zijde van de
luitenants. 'En, jij, waar ben jij geweest,' was de vraag aan de volgende
luitenant.'Gémèrt-sur-Pêl, kolonel,' verklaarde de luitenant. Ja, daar was
de kolonel ook wel geweest, dat lag immers niet ver van Montpellier in
Zuid-Frankrijk. 'Nou, nee kolonel,' was het antwoord, 'dat ligt 500 km
Noord-Oost van Parijs' (namelijk: Gemert in de Peel, zo'n 15 km zuid
van Volkel). Kolonel beschaamd af, onder luid gelach van de luitenants.

Voor de goede orde: lang niet al die 'vertalingen' van Nederlandse plaats-
namen zijn even leuk. Sommige zijn zelfs uitgesproken melig. Maar wie
de fictieve aardrijkskunde in de Nederlandse spreektaal in kaart wil bren-
gen, kan onmogelijk om deze categorie heen, al was het maar omdat ooit
zo veel van dit soort plaatsnamen door zo veel mensen zijn gebruikt. Bo-
vendien zijn ze nooit eerder bij elkaar gezet en is er nooit eerder gekeken
naar hun taalkundige structuur.
Niet dat ze taalkundig nou zo heel erg ingewikkeld zijn. Het is helemaal
niet moeilijk om in een melige bui een flinke portie Nederlandse plaats-
namen op een creatieve manier te vertalen. Het is dan ook niet uitgesloten
dat een paar van dergelijke gelegenheidsvondsten in deze verzameling te-
recht zijn gekomen (dat risico loop je altijd als je je materiaal deels betrekt
van informanten). Over het algemeen zijn echter alleen die plaatsnamen
opgenomen die door meerdere informanten zijn aangeleverd; van enige
verbreiding moet dus sprake zijn geweest.

Uitspraakverandering
Hoe zitten de vertalingen nu in elkaar? In de eerste plaats is de grootste
groep omgezet in het Frans, wat zal samenhangen met de populariteit van
Frankrijk als vakantieland. Er zijn ruim zeventig 'vertalingen' in het Frans
gevonden, ruim vijftig in het Engels, krap veertig in het Duits en ruim der-
tig in het Spaans en Italiaans.
De subtielste vorm van 'vertaling' bestaat uit een verandering van de uit-
spraak. Soms is de spelling helemaal niet aangepast, soms een klein beet-

132
je (het is bij dit soort namen moeilijk om de schrijfwijze te bepalen, we
hebben hier bij uitstek met spreektaal te maken, niet met geschreven taal).
Het gaat bijna steeds om plaatsnamen die qua uitspraak zijn verfranst.
Voorbeelden zijn: Abbénes (Abbenes), Aduaar (Aduard), Ameronges (Ame-
rongen), Bern (Baarn), Biekbèrjean (Beekbergen), Bjest-Oetakker (Biest
Houtakker), Bourtangé (Bourtange), Briëlle (Brielle), Delièr (De Lier),
Diman(d) of Dieman voor Diemen (veel genoemd door informanten uit
Amsterdam en omgeving), Dievèr (Diever), Egmonde (Egmond), Elvwaar-
et-Kromvwaar (Helvoirt en Cromvoirt), Gassèlte (Gasselte), Gémert (Ge-
mert), Gennep (Gennep), 's-Gravezandé ('s-Gravezande), Groet (Groet),
Koekangé (Koekange), Krommenie (Krommenie), Lanzjeliel (Langelille),
Loètte (De Loet, een watertje en natuurgebied in de Krimpenerwaard), Ris-
bergé (Rijsbergen), (La) Rochelle (Roggel, onder invloed van La Rochelle in
Frankrijk), Schiebroèck (Schiebroek), Tièl (Tiel), Uberzjain (Huijbergen),
Uchelain (Ugchelen), Ulicotain (Ulicoten), V'¿geiles (Veghel), Wageningue
(Wageningen), Warmonde (Warmond), Zjeemèr (Gemert) en Zjoere (Joure).
Voor het Duits zijn wat dit betreft slechts drie voorbeelden gevonden.
Bussum, Doetinchem en Stroe (in Noord-Holland) veranderden in vakantie-
bestemmingen buiten de landsgrenzen door ze zo Duits mogelijk uit te
spreken. Voor het Engels zijn helemaal geen voorbeelden gevonden, voor
het Spaans alleen Go-ès voor 'Goes'.

Buitenlands geografisch element


Er zijn ook Nederlandse plaatsnamen die in hun geheel of gedeeltelijk zijn
vertaald. Geregeld wordt er alleen een buitenlands geografisch element
aan toegevoegd. Ook hierbij heeft het Frans de overhand, met toevoegin-
gen als Bois, Cöte, Lac, au-Mer, près-de-la-Mer, sur-Mer en village. Lochem
kon Frans worden door er simpelweg La Lochem van te maken. Bij ver-
talingen in het Duits zien we nadere plaatsbepalingen als am Issel, am
Rhein, am See en am Vliet (er zijn slechts drie voorbeelden gevonden met
Bad, namelijk Bad Neuschanz, Bad Scheveningen en Bad Meingarten). Bij
Spaanse en Italiaanse vertalingen gaat het om toevoegingen als di Rino,
costa, playa, lago en santa.
Opmerkelijk genoeg is bij Engelse vertalingen nauwelijks van dit soort
elementen gebruikgemaakt. Soms zijn er aanduidingen toegevoegd als on
the beach of city, maar meestal is de Nederlandse plaatsnaam zo letterlijk

133
mogelijk in het Engels vertaald (bijvoorbeeld Payhim voor 'Dokkum'). Ik
heb de indruk dat die Engelse benamingen jonger zijn dan de Franse en
Duitse. Waarschijnlijk komen de meeste uit de jaren zeventig en tachtig.
Er lijkt hier meer kaf onder het koren te zitten. Dat wil zeggen: meer mid-
delbare-schoolmeligheid en minder vertalingen die tot doel hadden een
exotische vakantiebestemming te suggereren.
Het is natuurlijk alleen maar leuk om een fictieve plaatsnaam te gebrui-
ken als de ander dat, al dan niet met een kleine vertraging, doorheeft. Bij
namen die gebruikmaken van seksuele, fecale of blasfemische elementen
is dat niet zo moeilijk: de meeste mensen voelen aan hun water dat Ape-
kutteveen, Bokkeneukeradeel of Costa del Platje niet echt bestaat. Maar hoe
goed is de topografische kennis van Frankrijk? Of Spanje? Hoeveel men-
sen hebben meteen door dat met Chat Sable-sur-Mer Cadzand in Zeeuws-
Vlaanderen wordt bedoeld? Om misverstanden te voorkomen worden zo-
genaamd exotische vakantiebestemmingen daarom vaak voorzien van een
nadere plaatsbepaling. 'Wij gaan naar Lac de Brielle, zo'n achthonderd kilo-
meter van Parijs.' 'Wij naar Appleshire (Appelscha), zo'n duizend kilometer
van LondenBij vertalingen in het Spaans zijn Madrid of Barcelona meest-
al het ijkpunt, bij Italiaanse vertalingen doet Rome dienst als vingerwij-
zing dat men in het ootje wordt genomen. Bij Duitse vertalingen is slechts
één nadere plaatsbepaling aangetroffen, namelijk 'naar Sankt Ockem
(Stokkum in Gelderland), zo'n 8jo kilometer ten noordwesten van Innsbruck',
maar ongetwijfeld hebben ook andere Duitse plaatsen (zoals München en
Berlijn) die functie vervuld. Omdat de meeste plaatsnamen in het Frans
zijn vertaald, komt Parijs duidelijk het meest als ijkpunt voor, met formu-
leringen als: x km boven, ten noorden van of voorbij Parijs.
De plaatsnamen die worden vertaald zijn doorgaans geliefde vakantiebe-
stemmingen in eigen land: dorpen, meren en plassen. Maar ook vertalin-
gen van stedennamen komen voor, evenals vertalingen van de namen van
stadswijken (zoals Bois-du-Nord voor 'Benoordenhout' en Charleroi voor
'Charlois').
Overigens zijn de vertaalde plaatsnamen opmerkelijk ongelijkmatig over
Nederland verspreid. Van de plaatsnamen die hieronder zijn samenge-
bracht met omzettingen in het Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans en
Latijn, liggen er 38 in Noord-Holland, 29 in Zuid-Holland, 23 in Noord-
Brabant en 20 in Gelderland. Groningen, Friesland, Utrecht en (Neder-
lands) Limburg herbergen er gemiddeld 10, de overige provincies nog
minder.

134
Het is moeilijk aan deze getallen conclusies te verbinden. Je zou kunnen
denken dat de welvaart in de Randstad eerder toenam dan elders in Ne-
derland en dat daardoor in die regio eerder en meer namen voor exotische
vakantiebestemmingen zijn ontstaan. Maar die ongelijkmatige spreiding
van namen kan ook een heel andere oorzaak hebben. Zoals gezegd is veel
materiaal aangeleverd na enkele oproepen in NRC Handelsblad. Dat de
meeste vertaalde plaatsnamen in Noord- en Zuid-Holland liggen, kan ook
komen doordat deze krant juist in die provincies de meeste lezers heeft.
Hieronder zijn alleen vertalingen opgenomen van bestaande Nederlandse
plaatsen. Er zijn echter ook een paar zogenaamd exotische vakantiebestem-
mingen die alleen een buitenlandse klank hebben, zoals Misère-en-Salmiac,
Wein am Rhein, Irgendwo am Nirgendwo en Neuhinterobersauerkrauthausen
am Rhein. Die laatste naam is een vondst van striptekenaar Dick Bruyne-
steyn. Hij gebruikte hem in een strip getiteld 'Appie H appie' die jarenlang
in Het Vrije Volk stond.

A. Frans
Abcoude-les-deux-Églises = Abcoude (Utrecht), dat van verre herkenbaar
is aan zijn twee torenspitsen. Een Engelse 'vertaling' van Abcoude is Ab-
cold.

Aiguemont-sur-Mer = Egmond aan Zee (Noord-Holland).

Andèl-sur-Meuse = Andel ('aan de Maas') (Noord-Brabant). 'De thuisblij-


vers in Andel beantwoorden de vraag "Waar gaan jullie dit jaar met vakan-
tie naartoe?" wel met "Naar Andèl sur Meuse" of "Naar de Andeletische
kust" dan wel "Naar de Costa Andeletica",' aldus een informant.

A quoi a Linge = Acquoy ('aan de Linge') (Gelderland). A quoi betekent


'Waaraan?' De populariteit van het gebied rond de rivier de Linge als va-
kantiebestemming blijkt ook uit de volgende omzettingen: Aqua del Linge,
Bois-de-Linge en Playa del Linge.

Arrondissement-sur-Mer = Wijk aan Zee (Noord-Holland). Een andere


Franse vertaling van Wijk aan Zee is Quartier-sur-Mer.

135
Auvergé = Overschie (Zuid-Holland). 'Bij mijn ouders thuis, in Rotter-
dam,' aldus een correspondent, 'was en Auvergé, "naar Overschie" dus, een
bekende fictieve vakantiebestemming.' Auvergé komt ook voor in Kethél-
sur-VAuvergé voor 'Kethel bij Overschie'. Zie ook Kethel-et-Spalande.

Bas-Nid-Montagne = Nederhorst den Berg (Noord-Holland).

Bergé-au-Somme = Bergen op Zoom (Noord-Brabant).

Biche-en-Marchant = Hindeloopen (Friesland). Biche betekent 'hinde',


marchant(e) 'lopend'.

Bois-du-Gymnastic = Turnhout (Antwerpen). Een andere fictieve plaats-


naam met Bois- is: Bois-du-Nord = Benoordenhout (wijk in Den Haag).

Briël-sur-Mer = Brielle ('aan Zee') (Zuid-Holland). Een variant is: Brielle-


sur-la-Meuse ('aan de Maas'). Het Brielse Meer is wel Lac-de-Brielle ge-
noemd.

Callantoeuil = Callantsoog (Noord-Holland). Ook aangetroffen als Cal-


lentas Eye.

Champs-le-sel-sur-Mer = Zoutkamp (Groningen).

Chapeaux-sur-Mer = Petten (Noord-Holland). Chapeau betekent overigens


'hoed', niet 'pet'.

Charleroi = Charlois (wijk in Rotterdam). Charleroi is een belangrijke in-


dustriestad in België. Rotterdammers spreken Charlois uit als Sjaar-loos,
maar om een 'exotische' vakantiebestemming te suggereren wordt de
naam van de wijk soms gekscherend uitgesproken als Charleroi.

Cháteau-du-Nord = Noordkasteel (Antwerpen).

Chat Sable-sur-Mer = Cadzand (Zeeuws-Vlaanderen).

136
Col-de-Lemele = Lemelerberg in Salland (Overijssel). De gedachte aan de
befaamde cols, 'bergpassen', uit de Tour de France zal hierbij hebben mee-
gespeeld.

Cóte-de-Brasem = Braassemermeer (Zuid-Holland). Andere fictieve


plaatsnamen met cöte zijn: Cöte-du-Lent = ('de kust van') Lent in Gelder-
land, Cöte-du-St. An voor Sint Anneke in Antwerpen en het - woordspeli-
ge - Cöte-de-lès-Mers voor 'de kust van Lemmer' (Friesland).

Cru-de-la-Mer = Urk (Flevoland). Urk is hier omgedraaid tot Cru ('wijn,


wijnsoort'). Dergelijke omdraaiingen en letterverplaatsingen komen bij fic-
tieve plaatsnamen slechts zelden voor. Andere voorbeelden zijn Hadboeve-
dorp (Badhoevedorp), Musreed (Deersum), Sankt Odenrude (Sint-Oedenro-
de), Sappezand-Hoogemeer (Hoogezand-Sappemeer), Toolsreka (Akersloot),
Vlep (Velp) en Weeps (Weesp).

l'Écluse-au-pied-d'enfers = Hellevoetsluis (Zuid-Holland). Écluse betekent


'sluis', enfer is 'hel'.

Faubourg-la-Haye = Voorburg ('bij Den Haag'), van het Franse faubourg,


dat 'buitenwijk, voorstad' betekent. Vergelijk Vorbourg-sur-Vlièt.

Forest-et-Montagne = Woudenberg (Utrecht).

Gémèrt-sur-Pêl = Gemert ('in De Peel') (Noord-Brabant).

Gennep-au-bain-sur-Meuse = Gennep ('aan de Maas') (Limburg). Ook


wel: Zjunnep sur la Meuse.

ile-de-Kampè = Kampereiland (Overijssel).

Juliaville-sur-Mer = Julianadorp (Noord-Holland).

Katwijk-sur-Mer = Katwijk aan Zee (Zuid-Holland). Ook wel Quartier-du-


Chat-sur-Mer.

137
Kethel-et-Spalande = Kethel en Spaland, bij Schiedam (Zuid-Holland).
Men zei ook wel, vooral in Rotterdam en omgeving: wij gaan naar de kus-
ten van Kethèl. Vergelijk Auvergé.

La Bande-langue = zwembad de Tongelreep in Eindhoven (Noord-Brabant).

Lac-de-Box-sur-Meuse = Boxmeer (Noord-Brabant). Vergelijkbare vormin-


gen zijn: Lac-de-Brielle (Brielse Meer), Lac-Uddèl (Uddelermeer), Le Lac-de-
Loèt (De Loet, een watertje en natuurgebied in de Krimpenerwaard) en Lac
d'lssel of Lac d'Yssel (het IJsselmeer).

Langerac-sur-Issel = Langerak ('aan de IJssel') (Zuid-Holland). Gehoord


met als toevoeging: zo'n 1000 km ten noorden van Bergerac. Dat niet Parijs
maar Bergerac hier als ijkpunt dient, komt natuurlijk doordat Langerac en
Bergerac zo op elkaar lijken.

Le Clair = Den Helder (Noord-Holland).

Lithoyen-sur-la-Meuse = Lithoijen (Noord-Brabant).

Maisons-d'Ela = Elahuizen (Friesland).

Misère-en-Salmiac. 'Ik vroeg laatst aan een kennis,' aldus een informant,
'waar hij op vakantie naartoe ging. Antwoord: "Naar Frankrijk, ergens tus-
sen Misère en Salmiac.'"

Montagne-au-Mer = Bergen aan Zee (Noord-Holland). De 'Italiaanse'


naam voor deze strandplaats is Mont Mare.

Noyon-au-bord-d'Whale = Nijmegen ('aan de Waal') (Gelderland).

Pantalon-du-Sud = Zuidbroek (Groningen). De Duitse 'omzetting' is Süd-


hose.

Peu-Chemise = Wijnegem (Antwerpen). Deze opgave komt voor in Het


Antwerps dialekt nu (1985) van Jack De Graef. De Franse naam is de ver-
taling van 'weinig hemd', dat in uitspraak 'Wijnegem' benadert.

138
Pic-le-Bain = Waspik (Noord-Brabant).

Piere deux. Een informant schreef: 'Wij gingen vroeger op vakantie naar:
Piere deux = Pier 2 in de Waalhaven (in Rotterdam).' Bij die pier kon je
vroeger zwemmen.

Pont-au-Dimen. 'Op de eerste Franse les na de zomervakantie van 1955/


aldus een correspondent, 'antwoordde een klasgenoot: "J'ai été à la pêche
tous les jours de la vacance, c'étais très joli, c'étais près de Pont au Dimen."
"A la Côte d'Azur?" vroeg de juffrouw. Waarop mijn klasgenoot: "Non ma-
dame, eindpunt lijn 9, voorbij het Ajax-stadion: Diemerbrug!'"

Port-du-Sable = Santpoort (Noord-Holland). Deze benaming is vooral be-


kend in Haarlem en omgeving. Men zegt daar ook wel Santa Porto. Alme-
re is wel Port d'Almère genoemd.

Quartier-Castor = Beverwijk (Noord-Holland). Een vergelijkbare vorming


is Quartier-sur-Mer voor Wijk aan Zee. Beverwijk wordt soms ook Beverwyk
Hills genoemd, naar analogie van Beverly Hills.

Quartier-du-Nord-sur-Mer = Noordwijk aan Zee (Zuid-Holland).

Ravensbrück-les-bains
Bijnaam voor het vrouwenkamp Ravensbrück bij Fürstenberg in nazi-
Duitsland, gelegen aan de rivier de Havel. De naam komt voor in een lied-
je waarin Ravensbrück wordt voorgesteld als een heerlijk vakantieoord.
'We hadden in het kamp vaak nachtdienst,' schreef een voormalige gevan-
gene. 'Wat er overbleef van de dag zaten/lagen we in maart-april 1945 in de
zon. Daar gaat het liedje Ravensbrück-les-bains over.' Het liedje, dat werd
gezongen op de wijs van 'Sterrenhemel van Hawaï', is geschreven door
Hetty Voûte en Gisela Söhnlein. De eerste regels luiden: 'Als ik bij mijn
machine zit te denken/Aan Ravensbrück-les-bains dat zalig oord/Die
plaats bekend om al zijn mooie vrouwen/Zie 'k weer wat mijn oog daar
heeft bekoord./Nooit zal ik vergeten die stralende dag/Aan het Ravens-
brücker strand/Al wat het Lager aan schoonheid bezat/ Lag uitgestald in 't
witte zand.'

139
Renesse-sur-Mer = Renesse (Zeeland).

Rockangé-sur-Mer = Rockanje (Zuid-Holland).

Saint-Ekene = Stekene (Antwerpen). Een vergelijkbare vorming is Sankt


Ockem voor Stokkum in Gelderland.

Saint Martin-sur-Mer = Sint Maartenszee (Noord-Holland).

Saint Pierre-sur-Mèr = Nieuwvliet (Zeeland). In de volksmond wordt deze


plaats ook wel Sinte Pier genoemd.

Saint Troë = Stroe (Gelderland). Naar het voorbeeld van het Zuid-Franse
Saint-Tropez.

San-de-Luté = het Lutter zand (Overijssel). San is geen Frans woord, maar
wekt wel associaties met het San waarmee vele Spaanse plaatsnamen be-
ginnen.

Soif = Dorst (Noord-Brabant). Soif betekent 'dorst, lichamelijke behoefte


aan drinken'.

Soleil-et-Breugèl = Son en Breugel (Noord-Brabant).

Spachembourg = Spakenburg (Utrecht). Ook in het nep-Duits, als Spa-


chenburg.

Tïèl-aux-Bains = Tiel (Gelderland).

Troismontagnes = Driebergen (Utrecht). Varianten zijn: Tres Montes


(Spaans) en Tre Montane, dat Italiaans lijkt maar het net niet is (het is wel-
licht beïnvloed door tramontane, 'noordenwind'). Troismontagnes komt ook
voor met een nadere plaatsbepaling: Troismontagnes, in de buurt van Ame-
ronges.

Uchelin-les-Bains = Ugchelen (Gelderland). Ook wel (kortweg) Uchelain.


In een sketch van Wim Sonneveld komt een Broekelo-les-Bains voor. Dit is

140
een verfranste vorm van een denkbeeldig dorp, want Broekelo bestaat niet
echt.

Village-de-la-Tête = Hoofddorp (Noord-Holland). De Wouwse Plantage in


Noord-Brabant, bijgenaamd De Wouwse Pin, Pindorp en De Pin, werd of
wordt wel Village-du-Pin genoemd.

Vorbourg-sur-Vliét = Voorburg ('aan de Vliet') (Zuid-Holland). Vergelijk


Fauhourg-la-Haye.

B. Engels
Almore = Almere (Flevoland). In het nep-Frans ook wel Port d'Almère ge-
noemd.

Appleshire = Appelscha (Friesland). Hoewel in het Engelse taalgebied veel


plaatsnamen beginnen met Apple-, bestaat er nergens een graafschap Ap-
pleshire.

Blackberry Forest = Braambosch (Noord-Brabant).

Black Pantalonië = Swartbroek (Limburg). Gehoord in Weert en omstre-


ken.

Blackpool = Zwartewaal (Zuid-Holland). Blackpool is een bekende Engel-


se badplaats ten noorden van Liverpool.

Brooklyn = Breukelen (Utrecht). Zoals bekend is Brooklyn, de naam van


een stadsdistrict van New York, een 'omzetting' van Breukelen. De Neder-
landers vestigden daar in 1625 een nederzetting, die in 1664 in Engelse
handen overging. Volgens Amerikaanse etymologen veranderde Breuke-
len in Brooklyn onder invloed van plaatsnamen als Brookland, Brookline en
Lynn.

Carmountain = Wagenberg (Noord-Brabant).

141
Dutch Corner = Hoek van Holland (Zuid-Holland). Een variant is: Hooker
of Holland. Zoals bekend betekent hooker 'hoer'. De Engelsen noemen
deze plaats Hook of Holland.

Easterwood = Oosterhout (Noord-Brabant). 'In Oosterhout/ aldus een in-


formant, 'vindt jaarlijks een scootertreffen plaats. Dit treffen heet Easter-
wood, de letterlijke vertaling van de plaats waar het evenement wordt gehou-
den. Met de uitdrukking "We gaan naar Easterwood" bedoelen scooteraars
intussen niet alleen dat ze naar dat treffen gaan, maar ook naar de plaats
Oosterhout, ook als ze daar buiten het evenement naartoe gaan.'

Flower(y) Dale = Bloemendaal (Noord-Holland). Men sprak ook wel van


Flowerdale-on-the-Beach.

Halfway = Halfweg (Noord-Holland). Halfweg bevindt zich halverwege


Haarlem en Amsterdam, vandaar de naam.

Hard Labour's Valley = Nijverdal (Overijssel).

Highmade = Hoogmade (Zuid-Holland). Het made in de Nederlandse


plaatsnaam gaat terug op een oud woord voor 'hooiland' en heeft niets te
maken met het Engelse made, 'gemaakt'.

High Moor = Hoogeveen (Drente).

Highsand Saplake = Hoogezand-Sappemeer (Groningen). Varianten zijn


Highsand-Sappelzke en Juicerlake. Hoogezand-Sappemeer komt ook voor
in de omgedraaide vorm Sappezand-Hoogemeer.

Hillywood = Hilversum (Noord-Holland). Vanzelfsprekend ontstaan on-


der invloed van Hollywood, een stadsdeel van Los Angeles en het cen-
trum van de Amerikaanse filmindustrie. Hilversum zal deze bijnaam
danken aan de aanwezigheid van de nationale omroepen. Vergelijk
Zwollywood.

Kingswood = Koningsbosch (Limburg).

142
Landslake = Landsmeer (Noord-Holland).

Lillyville = Lelystad (Flevoland).

Longfïeld on the Beach = Langevelderslag (Noord-Holland). Een variant is


Longfielderbattle.

Longshort = Langbroek (Utrecht).

Long Tree City = Langenboom (Noord-Brabant). Soms worden Nederland-


se plaatsnamen alleen verengelst door er city aan toe te voegen. Voorbeel-
den zijn: Alverna City, Stompwijk-City en Wijchen City. Overigens werden
deze namen niet alleen gevormd als nepvakantiebestemming. Een infor-
mant schreef hierover: 'In Deventer, waar ik ben opgegroeid (ik heb er van
1978 tot 1992 gewoond), had het toevoegen van city altijd een bijbetekenis.
Het suggereerde dat de genoemde plaats een grote wereldstad was. We ge-
bruikten het natuurlijk vooral ironisch bij kleine dorpjes. Het meest ge-
bruikt was Schalkcity voor Schalkhaar, maar ook Twello City en bijvoor-
beeld Lettele City waren niet ongebruikelijk. Het was vooral een manier
voor ons "grootsteedse" Deventernaren om onze klasgenoten uit de om-
liggende dorpen te laten weten uit wat voor gat ze wel niet kwamen.'

Look Hill Beach = Kijkduin (Zuid-Holland). Wordt ook Lookdune ge-


noemd, en Costa del Haya ('de kust bij Den Haag').

Lord's Moor = Heerenveen (Friesland).

Millhill = Molenberg (Limburg). Ook: Millmountain. Mill Hill is een plaats


in Engeland, waaraan een bekende missiebeweging haar naam heeft ont-
leend.

Needlewick = Naaldwijk (Zuid-Holland).

New Fun = Nieuwegein (Utrecht). Ook: New Joke.

Payhim = Dokkum (Friesland). Waarschijnlijk bedacht door de cabaretier


Fons Jansen (1925-1991). Jansen gebruikte deze naam in een conference
over een Amerikaanse toerist in Friesland.

3
Poet China = Puth Schinnen (Limburg).

Renessee Beach = Renesse (Zeeland). Zie de inleiding van dit hoofdstuk.

Ridderquerque = Ridderkerk (Zuid-Holland). Waarschijnlijk gevormd


naar het voorbeeld van Dunkerque, de Franse naam voor Duinkerken.

Rocky Mountains = Steenbergen (Noord-Brabant). Natuurlijk met een


knipoog naar de Rocky Mountains in de Verenigde Staten. Zevenbergen
wordt wel Seven Mountains genoemd.

Rose Valley = Roosendaal (Noord-Brabant).

South Lake City = Zuidermeer (Noord-Holland).

Spike City = Spijkenisse (Zuid-Holland). Ook: Spijkcity. Vooral bekend in


Rotterdam en omgeving.

Square Mountains = Haaksbergen (Overijssel).

Stonecity = Steenwijk (Overijssel).

Sunny mountains = Sonse bergen (Noord-Brabant).

Sweet Lake City = Zoetermeer (Zuid-Holland), vrij naar Salt Lake City in
de Verenigde Staten. In het nep-Duits bekend als Süss am See am Reichs-
bahn.

Tripscity = Tripscompagnie (Groningen). Tripscompagnie wordt in Gro-


ningen vaak verkort tot Trips. Tripscity is daarvan een uitbreiding.

Water Counts Lake = Watergraafsmeer (Noord-Holland).

Winshots = Winschoten (Groningen).

Woobridge = Woubrugge (Zuid-Holland). Het element wou- in Woubrug-


ge komt van woud, maar het Engelse to woo betekent (iemand) 'het hof ma-
ken'.

144
Zwollywood = Zwolle (Overijssel). Deze bijnaam, die vanzelfsprekend is
ontstaan onder invloed van Hollywood, is vrij wijd verbreid. 'Door ons,' al-
dus een informant, 'wordt vaak aan Zwolle gerefereerd als Zwollywood,
vooral om de grootsteedse kwaliteiten te benadrukken.' Vergelijk Hilly-
wood.

C. Duits
Ausserhorn am Seidelsee = Uithoorn ('bij het Zijdelmeer') (Noord-Hol-
land).

Bad Neuschanz = Nieuweschans (Groningen). 'De naam ontstond,' aldus


een informant, 'toen de grensplaats Nieuweschans zichzelf tot kuuroord
uitriep. Overigens noemen de Duitse buren Nieuweschans werkelijk Neu-
schanz.' Men zegt ook wel Bad Neueschwanz. Hierbij zal schwanz in de be-
tekenis 'pik' een rol hebben gespeeld.

Batzenburg = Batenburg (Gelderland).

Blödewiesen = Simpelveld (Limburg). Een andere omzetting is Einfachs-


wiese. Beide namen zijn wijdverbreid in (Nederlands) Limburg.

Bunnich am Rhein = Bunnik (Utrecht). Ook simpelweg Bunnich. Vooral


in Utrecht een wijdverbreide naam. 'De naam,' aldus een informant,
'stamt mogelijk uit de bezettingstijd. Zoals in veel andere villadorpen
- wat Bunnik toen nog was - woonden in Bunnik relatief veel NSB'ers.
Bunnich kan dus als scheldnaam zijn ontstaan.' Als vakantiebestemming
wordt Bunnik ook wel Bunnik aan Zee genoemd. Vergelijkbare vormingen
zijn Harpel aan Zee en Hopel aan Zee.

Dreihausen am Lei = Driehuizen (Noord-Holland). Een informant


schreef: 'Mijn vader, die tot de jaren tachtig nooit op vakantie ging, ant-
woordde op de vraag waar hij deze vakantie naar toe zou gaan steevast met
de uitdrukking: "Naar Dreihausen am Lei." Driehuizen ligt vijf kilometer
ten westen van De Rijp aan het meertje de Lei. Hoewel de naam gemakke-
lijk te verduitsen is, wist iedereen in de omgeving natuurlijk wat mijn va-
der bedoelde.'

145
Driël am Rhein = Driel (Gelderland).

Fürholz = Voorhout (Zuid-Holland).

Fürschossen am Vliet = Voorschoten (Zuid-Holland).

Geisbach am Issel = Giesbeek (Gelderland).

Grösbach = Groesbeek (Gelderland).

Heiligenwald = Heiloo (Noord-Holland).

Hemstetten = Heemstede (Noord-Holland).

Krälingerwald, Krelingerwald = het Kralingse Bos in Rotterdam. De nep-


Spaanse variant is Costa del Kralingen.

Loo am Rhein = Loo (Gelderland). Het Loo bij Westervoorde en Duiven in


Gelderland ligt aan de Rijn.

Neu-Kauf = Nieuwkoop (Zuid-Holland). De Nieuwkoopse Plassen worden


wel de Neu-Kaufer Seen genoemd.

Niederbach = Neerbeek (Limburg).

Nimwegen am Waal = Nijmegen (Gelderland).

Oberkirche am See = Bovenkerk (Noord-Holland).

Oisterbach am Rhein = Oosterbeek (Gelderland). Men spreekt ook wel van


Osterbach am Niederrhein.

Platzenbourg am Rhein = Plattenburg, een deel van Arnhem, dat aan de


Rijn ligt. 'Voor Arnhemse vakantiethuisblijvers/ aldus een informant,
'was Platzenbourg am Rhein een vaakgebruikte vakantiebestemming.'

Riesberge = Rijsbergen (Noord-Brabant). Ook wel, met een Franse uit-


spraak, Risbergé genoemd.

146
Sachsenheim = Sassenheim (Zuid-Holland).

Sankt Ockern = Stokkum (Gelderland). Met als nadere plaatsbepaling: zo'n


8jo kilometer ten noordwesten van Innsbruck.

Schinkenhosesee = Hambroekpias (een recreatiepias in de buurt van Bor-


culo in Gelderland).

Siebenhausen = Zevenhuizen. Nederland telt maar liefst tien plaatsen die


Zevenhuizen heten (plus nog een Zevenhuis en een Zevenhuizen-Moer-
kapelle). Welke plaats bedoeld is, is niet duidelijk.

Spachenburg = Spakenburg (Utrecht). Ook in het nep-Frans, als Spachem-


bourg.

Steindorf in der Nähe von Basel = Steendorp en Bazel (Oost-Vlaanderen).


Een informant schreef ter toelichting: 'In de jaren vijftig en zestig in Waas-
land - de regio tussen de rivieren de Durme en de Schelde - gebruikt als
fictief reisdoel. Naar de dicht bij elkaar liggende plaatsen Steendorp en Ba-
zel.'

Südhose = Zuidbroek (Groningen). De Franse 'omzetting' is Pantalon du


Sud.

Süss am See am Reichsbahn = Zoetermeer (Zuid-Holland). In het nep-En-


gels bekend als Sweet Lake City.

Thull am See = Thull (Limburg).

Uddel am See = Uddel (Gelderland). De See is uiteraard het Uddelermeer,


ook wel Lac- Uddèl genaamd.

Waldhausen = Bosschenhuizen (Limburg).

147
D. Spaans, Italiaans, Grieks en Latijn
Alcmaria del Norte = Alkmaar (Noord-Holland).

Alfïno di Rino = Alphen aan den Rijn (Zuid-Holland).

Amelando del Sol = Ameland, het waddeneiland voor de kust van Fries-
land.

Borgerocco = (denigrerende) bijnaam voor de wijk Borgerhout in Antwer-


pen, waar veel migranten wonen. Hugo Claus gebruikte de naam in 1995
in een libretto voor een opera getiteld Borgerocco of De dood in Borgerhout.
Een informant schreef: 'Het Vlaams Blok is de partij die garen spint uit
deze benaming. Zij gebruiken Borgerocco te pas en te onpas om het multi-
culturele evenwicht, dat altijd erg moeilijk te verwezenlijken is in deze
buurt, te kleineren. Voorzover ik weet komt de benaming Borgerocco oor-
spronkelijk uit 't Pallieterke, een rechts gazetje met enige sympathie voor
het Vlaams Blok.' Borgerocco is een samentrekking van Borgerhout en Mar-
roco.

Cornus = Hoorn (Noord-Holland). Cornus is Latijn voor 'hoorn'.

Costa Bakka = Bakkum (Noord-Holland). In Bakkum is een grote camping


waar veel Amsterdammers hun zomervakantie doorbrengen. Met Bakka
zal ook worden gezinspeeld op (in de zon) bakken. Andere 'vertalingen'
met Costa (Spaans voor 'kust') zijn: Costa Andeletica (Andel in Noord-Bra-
bant, met strandjes aan de Maas), Costa Braba of Brabo (voor Brabant, naar
het voorbeeld van Costa Brava), Costa di Breka of Breko (De Breek bij
Landsmeer in Noord-Holland), Costa da Cama (Chaam in Noord-Brabant),
Costa del Ganza (het Ganzendiep), Costa del Haya (Kijkduin in Zuid-Hol-
land), Costa del Kralingen (het Kralingse Bos in Rotterdam), Costa de Lem-
mer (Lemmer in Friesland), Costa Marcelo (Markelo in Overijssel), Costa de
Nol (het Nollenstrand bij Vlissingen in Zeeland), Costa del Pierre of Costa
del Piet (recreatiegebied 'De Piet' aan het Veerse Meer), Costa del Scharos
(Scharendijke in Zeeland) en Costa del Slota (Slotermeer in Friesland of de
Sloterplas in Amsterdam). De oevers van de Maas zijn wel aangeduid als
Costa della Mosa en thuisblijvers hebben wel als bestemmingen opgegeven
Costa Balcon(\)a, Costa del Jardin, Costa del Tuyn, Costa Gene Sol, Costa

148
Nixa, Costa del Pladac, Costa Veranda en Costa Del Zolder. Duitsers die naar
de Duitse Noord- of Oostzeekust gaan, brengen hun vakantie door aan de
Costa Germanica.

Cromenia = Krommenie (Noord-Holland). Men zegt ook wel Krommenie.

Lago di Spartèl = Spartelmeer (Noord-Holland). Andere omzettingen met


Lago (Italiaans en Spaans voor 'meer', maar vooral de Italiaanse meren zijn
in Nederland een begrip) zijn: Lago di Bergumo (Bergumermeer in Fries-
land), Lago di Breka (De Breek bij Landsmeer in Noord-Holland), Lago de
Brielle (Brielse meer), Lago di Kago (de Kagerplassen in Zuid-Holland),
Lago di Otèrlo (het meer van Otterlo in Gelderland), Lago di Piko (het Pik-
meer in Friesland), Lago Patowoldo (het Paterswoldse Meer), Lago di Sne-
ko(s) (het Sneekermeer in Friesland) en Lago Mièrda (een meer bij Lage
Mierde in Noord-Brabant), dat in het Spaans zoiets betekent als 'Stront-
meer'. Overigens sprak men in plaats van lago ook vaak van lagos.

La Tropica = Lattrop (Overijssel).

Mierlo de Janeiro = Mierlo (Noord-Brabant).

Monte Craailo. 'In Hilversum gaven de thuisblijvers vroeger als reisdoel


Monte Craailo op,' aldus een informant. 'Met Craailo werd dan een fraai
openluchtzwembad aan de rand van het dorp bedoeld, dat er helaas niet
meer is.' Iemand anders schreef: 'In Muiden had Jan Kroket, die een
snackbar dreef, het over Monte Crailo en Dieman. Daar ging hij op vakan-
tie. Buitenstaanders vonden het heel chic, maar wij wisten wel dat hij
Craailo en Diemen bedoelde.'

Monte Forte = Montfoort (Utrecht).

Mont Mare = Bergen aan Zee (Noord-Holland). De 'Franse' omzetting


voor deze strandplaats is Montagne-au-Mer.

Playa del Zanddijk = Zanddijk (Zeeland of Zuid-Holland). De populariteit


van de Spaanse playas in aanmerking genomen, komt playa in fictieve
plaatsnamen opmerkelijk weinig voor. De enige andere voorbeelden zijn:

149
Playa del Linge (de Linge in Gelderland), Playa de l'homme defer (het strand
van de IJzeren Man, een recreatiepias in de bossen van Vught), Playa del
Balcona en Playa (soms met de of del) Hiero (om te zeggen: wij blijven
thuis).

Puccini = Puth-Schinnen (Limburg).

San Pietro del Poro = Sint Pieter (Limburg). Een informant schreef ter toe-
lichting: 'Ik ben opgegroeid in Maastricht aan de voet van de Sint Pieters-
berg, een buurt met een landelijk karakter. Als ons armere kinderen ge-
vraagd werd waar we op vakantie gingen, dan antwoordden we: naar San
Pietro del Poro oftewel naar "Sint Pieter tussen de Poor". Poor is het dia-
lectwoord voor "prei"/

Santa Forta al Mare = Zandvoort aan Zee. Andere vormingen met Santa
('Sint') zijn Santa Porto (Santpoort) en Santa Vorda (Zandvoort), beide in
Noord-Holland.

Tesselini = Texel. De uitgang -ini zal zijn toegevoegd om het waddeneiland


een Griekse klank te geven.

Tre Montane = Driebergen (Utrecht). Varianten zijn: Tres Montes en Trois-


montagnes.

Vechelles a larivièra= Veghel ('aan de rivier de Aa') (Noord-Brabant).

150
14
Exotische vakantiebestemmingen rond
het huis: van Achtertuinië tot
Villa Waranda

Zoals gezegd zijn veel fictieve plaatsnamen ontstaan als grappig bedoeld
antwoord op de vraag 'waar gaan jullie dit jaar naartoe met vakantie?' Dit
heeft geleid tot een grote stroom 'vertalingen' van Nederlandse plaatsna-
men in het Frans, Duits, Engels, Spaans, Italiaans, Grieks en Latijn. Maar
er waren natuurlijk ook nog de thuisblijvers, de mensen die helemaal niet
met vakantie gingen, zelfs niet in eigen land. Die hebben weer een andere
groep fictieve plaatsnamen opgeleverd, namelijk plaatsnamen die zeggen:
wij blijven thuis. Thuis betekent in dit geval: in de tuin (een element dat in
verschillende talen in vijftien fictieve plaatsnamen voorkomt), op het bal-
kon of het terras (samen goed voor zestien plaatsnamen) of simpelweg rond
het huis - met ruim twintig plaatsen de grootste groep. De thuisblijvers
maakten wel uitstapjes in de omgeving, en om ook dat exotisch te laten
klinken, werd een spel gespeeld met namen als Cuba, Deo, Reo en Thai-
land.

Achtertuinië
Komt ook voor in de vorm Achtertunia. Thematisch verwant zijn: Badim-
garten, Bad Meingarten of kortweg Meingarten (met de nadruk op Mein),
Costa del Jardin, Costa del Tuyn, Gardenia, Gran Tuinaria (geïnspireerd op
Gran Canaria, het gaat hier om een variant van het in Den Haag veel ge-
bruikte Canarische Weilanden), Grazonië, (Bad) Hintergarten, Saalbach-
Hintergarten en Tuinesië (dat natuurlijk is geënt op Tunesië). Een infor-

151
mant uit Diessen in Midden-Brabant schreef: 'Ik heb eens iemand horen
zeggen: "We zitten de hele zomer in de Keukenhof" Na een verbaasde re-
actie volgde dan de clou: "Ons vrouw in de keuken en ik in d'n hof." Hof is
een regionale aanduiding voor "tuin".' In West-Brabant gaat men soms op
vakantie naar de viva la plets, 'waarbij plets dialect is voor "achtertuin" of
"erf", aldus een informant. In Sint-Niklaas in Oost-Vlaander en zegt men
wel naar Bankenhof, dus 'naar de bank in de tuin'.

Baggaragatti
'In Limburg rond Roermond,' aldus een informant, 'was Baggaragatti een
vakantiebestemming voor de thuisblijvers. Dat is zo rond 1975 begonnen.
Er kwamen steeds meer baggergaten die voor recreatie werden benut. Het
was gratis en het water was redelijk. Ook waren er vaak strandjes.'

Balkonië
Wij hebben het woord halkon aan het eind van de 17de eeuw overgenomen
uit het Frans. De oorspronkelijke betekenis is 'kroonlijst'. Als vakantiebe-
stemming voor thuisblijvers is Balkonië lange tijd zeer populair geweest.
Het is één keer met een uitbreiding aangetroffen, in Den Haag. Daar zei of
zegt men: naar Balkonië, bereikbaar met de haringkoets vanaf het Nas-
sauplein. Varianten zijn Balconiënburg, (La) Balkonia, Balkoniohoven, Costa
Balcon(i)a of Balkonica, Gran Balconia, Eigonos Balconos en Playa del Bal-
cona.

Blekeveld
'Mijn ouders gingen en gaan altijd met vakantie naar Blekeveld,' aldus een
informant. 'Hiermee geven zij aan niet op vakantie te gaan, zij bedoelen
het grasveld achter hun huis. Het veld waar de was lag te drogen/bleken
(bleekveld). Ik heb gemerkt dat deze term in Oost-Groningen (Winschoten
en omgeving) algemeen bekend is en ik heb het in de stad Groningen ook
al enkele keren gehoord. Ook mijn oma sprak van Blekeveld als vakantie-
bestemming.'
In de 19de eeuw telde Nederland nog dertien plaatsnamen met Bleek-, in-
middels is daar niet één meer van over.

152
Corniche
'Naar Corniche,' aldus een Vlaamse informant, 'wordt gebruikt als men
zijn vakantie gaat besteden aan thuiskarweitjes, vooral schilderwerk. Een
corniche is in ons dialect een dakgoot.' De informant is afkomstig uit Aar-
schot in (Belgisch) Oost-Brabant. In de buurt van Mechelen spreekt men
wel van Saint-Corniche. En iemand uit Berchem schreef: 'Iemand zonder
geld gaat op vakantie naar Corniche tout pres de la Panne (of: Corniche,
dichtbij De Panne). Eigenlijk wil dat zeggen dat hij "in de dakgoot vlak on-
der de pannen" gaat hangen, maar het klinkt alsof het een dorpje in de
buurt van La Panne betreft, wat dan weer een bestaand kustplaats je is.'
Waarschijnlijk speelt hierbij nog de gedachte mee aan de vroeger zeer ex-
clusieve Cöte d'Azur, waarop je een fraai uitzicht had vanaf de route de la
Corniche, die langs de berghellingen in het achterland kronkelde.

Costa Nixa, Costa Gene Sol, Costa del Pladac


Volgens een informant is Costa Nixa tamelijk bekend in Vlaanderen. Deze
uitdrukking komt ook in het Duits voor. Een andere Vlaamse variant is Cos-
ta Gene Sol, ofwel 'Costa Zonder Zon'. En iemand uit Nijmegen schreef:
'Op mijn oude adres had ik tuin noch balkon, maar wel een groot plat dak.
Mijn vakantiebestemming was dan ook vaak Costa del Pladac dan wel Costa
del Pladaque.'

Cuba
In Breda en omstreken geregeld gehoord als zogenaamd exotische vakan-
tiebestemming (het eiland Cuba), terwijl Cuba hier een acroniem is voor
de in de nabijheid gelegen dorpen Chaam, Ulvenhout, Bavel en Alphen
(volgens anderen gaat het om Chaam, Ulicoten, Baarle-Nassau en Alphen).
Overigens bestaan er ook echte plaatsnamen die op een vergelijkbare ma-
nier zijn gevormd. Zo is Laarbeek in Noord-Brabant een 'samentrekking'
van Lieshout, Aarle-Rixtel, Beek en Donk.
Vergelijk Thailand.

153
Deo
Gevormd naar het voorbeeld van Reo (zie aldaar). Toen ik nog studeerde,'
aldus een informant, 'had ik geen cent te makken. Wanneer iemand naar
mijn vakantiebestemming informeerde, antwoordde ik altijd: ik ga naar
Deo (wat betekent: Delft en Omstreken).' Een Limburgse variant is Borneo,
voor 'Born en omgeving'. Borneo (tegenwoordig Kalimantan) is het groot-
ste eiland van Zuidoost-Azië.

Deusanvent
'Een vriend van ons,' aldus een correspondent, 'was lekker bruin na een va-
kantie, althans dat dachten wij. Op de vraag waar hij geweest was, kregen
we als antwoord: in Deusanvent. Hij was bruin geworden onder de hoogte-
zon: 220 volt.'

Domicilia
De Latijnse variant op dit thema. Domicilium betekent 'woning, woon-
plaats, paleis'. Domicilia is het meervoud, maar zal hier vooral vanwege de
Italiaans aandoende klank zijn gekozen.

Environs-la-maison
Waar gaan jullie dit jaar naartoe? Naar Environs-la-maison. Oftewel: wij blij-
ven rond het huis. De Duitsklinkende variant is Umkebum, lees: Umge-
bung.

Gaat-nie-meer
'Een actuele fictieve bestemming voor de thuisblijvers,' aldus een infor-
mant, 'is Gaat-nie-meer- omdat de lastminutes ook al weg zijn. Dit zal zijn
geïnspireerd op het Gardameer.' Een variant is 't Kanniemeer.

Gallerije
Dat wil zeggen: wij blijven op de galerij van onze flat.

154
Meer van Hiernève
Oftewel: het meer van hiernaast. Hiermee werd in Noord-Limburg het
meer de Grote Siep (nu Mookerplas geheten) aangeduid. Bron van inspi-
ratie is natuurlijk het Meer van Genève. De Grote Siep werd ook De Mid-
delaarse Zee genoemd.

Mongazon
Oftewel: mijn gazon. Deze tuinvariant werd ingezonden door iemand uit
Vlaanderen.

Nieveranche
'Als je in Deinze, in Oost-Vlaanderen, waar ik in de jaren vijftig en zestig
opgroeide, aan iemand vroeg waar hij dat jaar naar op reis ging, kreeg je
wel eens als antwoord: "naar Nieveranche". "Nergens" was in ons dialect
nieverans. De schertsende "verfransing" van het woord gaf het een uit-
heemse, chique klank, gaf aan dat de spreker zich van de ironie bewust
was, of kon de naïeve vrager om de tuin leiden.' Ook aangetroffen als
Nievéranc, niverance en als Nieverans-les-Bains. Soms voegde men eraan toe
dat men in Nieveranche had gelogeerd in hotel Chez Nous.

Nirgendshausen
De 'Duitse' variant van Nergenshuizen.

Parijswijk
Gehoord in Den Haag en Delft en omstreken. De eerste signalementen da-
teren uit het begin van de jaren zestig, maar deze samentrekking van Pa-
rijs en Rijswijk kan al ouder zijn. Vanuit Delft en Den Haag was Rijswijk
heel dichtbij - zo goed als thuisblijven.

Playa de(l) Hiero


Nep-Spaans voor 'het dichtstbijzijnde strand'.

155
Reo
In Rotterdam een geliefde nepvakantiebestemming voor de thuisblijvers.
Reo is een afkorting van 'Rotterdam en omgeving'. De afkorting is ook ge-
bruikt voor 'Rijswijk en omgeving' en 'Roosendaal en omgeving', maar de
Rotterdamse toepassing lijkt ouder en is veel wijder verbreid. Het idee is
om Reo een beetje te laten klinken als Rio, dus als het exotische Rio de Ja-
neiro in Brazilië. De vroegste voorbeelden dateren uit de jaren zestig.

Rundhausen
Een van de meest genoemde vakantiebestemmingen van thuisblijvers is
Rundhausen. Deze plaatsnaam werd door tientallen informanten ingezon-
den, uit alle delen van het land. Er zijn twee uitgebreide varianten, Rund-
hausen am Thür en Rundumhausen, er is een Nederlandse 'vertaling',
Rondhuizen (met de klemtoon op huizen), en er zijn vele varianten, zoals
Bleib im Hausen, Hinterhausen, Nachbarhausen en Umhausen. De 'Engelse'
variant is Round-the-house. En dan zijn er diverse variaties op hetzelfde the-
ma, zoals: wij gaan naar Achterroma, naar Saint-Souterrain ('Sint-Kelder'),
naar Costa Del Zolder, of naar Hal, net achter de voordeur.

Stoepe
'Als vakantieadres gaven kennissen van mijn ouders ooit eens Stoepe op
(waarbij zij er een enigszins Duitse uitspraak op nahielden). Als antwoord
op de gestelde vraag: "waar ligt dat nou in godsnaam" kwam dan het ant-
woord: "gewoon, bij ons voor de deur..." Het was in de jaren zeventig, toen
al die reisverhalen toch een beetje als "kouwe kak" opgevat werden,' aldus
een correspondent uit Utrecht. Elders is Stuphause gesignaleerd.

Terrassië
In de jaren zestig gehoord in Twente. Varianten zijn Dakterrasia, Terrazza-
di-plaza-om-di-hoek-ja, El Terrassa en Terrasso.

156
Thailand
Het is Groningen een geliefd grapje, dat door tientallen informanten is in-
gezonden. 'Waar gaan jullie dit jaar naartoe?' 'Naar Thailand'. 'Wat, hele-
maal naar Thailand?' 'Nee joh, naar 't ailand (het eiland).' Dat wil zeggen:
naar Schiermonnikoog. Dit alles natuurlijk in Gronings dialect, waarin
't ailand bijna hetzelfde klinkt als Thailand, zeker als het lidwoord wordt af-
gekapt. Het grapje is ook in Rotterdam gesignaleerd, op z'n plat-Rotter-
dams, maar verreweg de meeste meldingen komen uit het noorden van
Nederland. Net als bij Reo dateren de vroegste voorbeelden uit de jaren zes-
tig. Overigens bestaat er enige discussie of met 't ailand nu alleen Schier-
monnikoog kan worden aangeduid, of ook Ameland. De meesten noemen
Schier, dat het dichtst bij Groningen ligt.
Vergelijk Cuba.

Thushavn
'Wilt u suggereren dat u naar Denemarken gaat,' aldus De Telegraafoip 20
juli 2002, 'geef dan Thushavn op als vakantieplaats. Gewoon thuis dus.'
Thushavn is een van de weinige fictieve plaatsnamen die met een Scandi-
navisch accent moeten worden uitgesproken. Een andere is K0ked0r ('keu-
kendeur'). 'Wij strijken neer vlak achter Kjzfkedor,' hoorde een informant
uit Hengelo ooit iemand zeggen.

Trapportalia

Oftewel: in het trapportaal, maar dan met een Italiaans tintje.

Villa Waranda
'Bij ons in de familie gaan we, als we thuis blijven,' aldus een informant,
'tot op de dag van vandaag naar Villa Waranda. Ik kan die uitdrukking te-
rugvoeren tot mijn oma (geboren 1898 in Amstelveen). Ze had een witge-
schilderd, houten balkon, met uitzicht op binnentuinen. Zij en m'n opa
zaten daar op warmere dagen graag. Toen mijn oma me ten slotte uitlegde
hoe het zat, benadrukte ze dat het Villa Waranda was en nadrukkelijk niet
Villa Veranda. Veranda was te gewoontjes.' Veranda komt weer wel voor in
Costa (del) Veranda - nog een manier om te zeggen 'wij blijven thuis'.
1
57
16
Lutjebroeken in Nederland

Toen Hans Breukhoven eind 2001 bekendmaakte dat hij de muziekketen


Free Record Shop van de beurs zou halen, zei hij dat te doen omdat hij
geen zin meer had om aandeelhouders in Vlagtwedde te bezoeken. In
theorie is het mogelijk dat de Vlagtwedders relatief veel muziekaandelen
hadden gekocht, maar we mogen gevoeglijk aannemen dat Breukhoven
het overdrachtelijk bedoelde. Hij had geen zin om zijn beleid tot in de
kleinste uithoeken van de provincie te gaan uitleggen.
Breukhoven zei Vlagtwedde, maar hij had ook Appelscha, Gasselternijveen-
schemond, Jipsingboertange, Jipsingboermussel, Oostdongeradeel, Schinop Geul
of Tietjerksteradeel kunnen zeggen, want ook die namen duiken met enige
regelmaat op in de betekenis van 'negorij, gehucht, plaats diep in het ach-
terland'. Het is niet toevallig dat het om plaatsen in Drente, Groningen,
Friesland en Limburg gaat, want vooral in de Randstad worden deze pro-
vincies als het achterland beschouwd. Dat ook Stampersgat en Knollendam
wel eens worden gebruikt voor 'gehucht, plaats waar nooit iets gebeurt',
heeft minder met hun ligging te maken dan met hun klank. Stampersgat ligt
in Noord-Brabant (voor de seksuele bijbetekenis van deze plaatsnaam zie
hoofdstuk 19), en (West-)Knollendam in Noord-Holland, maar ze klinken
way back yonder, zoals de Amerikanen zeggen.
Overigens is het opmerkelijk dat je dit overdrachtelijke gebruik van Ap-
pelscha, Gasselternijveenschemond, Jipsingboermussel, Knollendam,
Oostdongeradeel, Schin op Geul, Stampersgat, Tietjerksteradeel en Vlagt-

158
wedde nauwelijks in kranten tegenkomt. Mogelijk vinden journalisten
een en ander te makkelijk of te flauw (en inderdaad, grapjes met Tietjerk-
steradeel zijn inmiddels wel erg oubollig). Bovendien levert zoiets al snel
boze brieven op van gepikeerde gemeentevoor lichters.
Hoe het ook zij, die terughoudendheid is beduidend minder bij Lutje-
broek, de moeder van alle negorijen in Nederland. Zo verklaarde Francien
Biesheuvel op 9 februari 2002 in het Rotterdams Dagblad: 'Ik heb er abso-
luut geen zin in om nu nog burgemeester van één of ander Lutjebroek of
een ander gat te worden.' En CNV-Voorzitter Doekle Terpstra verklaarde op
14 april 2002 in NRC Handelsblad: 'We worden in toenemende mate een
provincie van Europa. Als je daar invloed op wilt houden, dan lukt je dat
niet via de CAO-tafel van Lutjebroek.' Nog een laatste voorbeeld: LTO-voor-
zitter Doornbos zei op 9 oktober 2001 in de Staatscourant: 'Als er behoefte
is aan natuurbeheer ergens in lutjebroek kan Platteland BV de boeren re-
gelen die dit gaan uitvoeren.'
Let wel: in dat laatste voorbeeld wordt lutjebroek zelfs zonder hoofdletter
geschreven, alsof het een soortnaam is in plaats van een bestaande plaats.
De vraag is sinds wanneer Lutjebroek deze dubieuze reputatie heeft, en
hoe het eraan gekomen is. De ligging heeft er in ieder geval niet veel mee
te maken, want Lutjebroek ligt tussen Hoorn en Enkhuizen, nog geen
halfuur van Amsterdam. Lutjegast, Lutjelollum, Lutjeloo of Lutjewij twerd
waren meer in aanmerking gekomen, want die liggen in Groningen en
Friesland.
Nee, ook bij Lutjebroek gaat die reputatie in de eerste plaats terug op de
klank. Lutjebroek klinkt als een klein gehucht, en dat is het ook. Sterker
nog: lutje betekent 'klein'. De plaatsnaam is voor het eerst aangetroffen op
een kaart uit 1288, als Luttekebroec. Men wilde het dorp hiermee onder-
scheiden van het nabijgelegen Grootebroek. Broek betekent hier overigens
'broekland, drassig land'. Lutjegast is op dezelfde manier gevormd, vanwe-
ge het naburige Grootegast. Inmiddels is lutje niet meer zo'n bekend
woord, maar de Grote Van Dale vermeldt het nog met als betekenissen
'een weinig', 'poosje', 'pinkring' en 'klein persoon'. Het is verwant met lut-
tel, dat nog wel volop wordt gebruikt en dat 'klein, gering, weinig' betekent.
Sinds wanneer gaan de Lutjebroekers nu gebukt onder het negatieve
imago van hun dorpsnaam? Bij het gemeentehuis blijken ze hier geen
stukken over te hebben, maar ze vermoeden sinds de jaren zestig van de
20ste eeuw. Dat zou wel eens een goede schatting kunnen zijn, want in

159
1968 had Trea Dobbs een hitje met een nummer dat de reputatie van Lut-
jebroek geen goed zal hebben gedaan. Het gaat om het lied 'Was jij maar
in Lutjebroek gebleven' (een bewerking van 'Wärst du doch in Düsseldorf
geblieben' van G. Buschor en Chr. Bruhn). Het refrein luidt:

Was jij maar in Lutjebroek gebleven


met je hengel en je wurremen erbij
Was jij maar in Lutjebroek gebleven
dat was beter voor jou
en voor mij en voor Lutjebroek erbij!

Het is niet duidelijk of Trea Dobbs met dit liedje de rurale reputatie van
Lutjebroek heeft gevestigd of alleen maar bevestigd. Oudere sporen van
deze reputatie zijn niet gevonden. Weliswaar bestaat er een bruiloftsvoor-
dracht uit omstreeks 1926 getiteld Janus en Manus Kinkel uit Luttewinkel,
maar daarin gaat het om Lutjewinkel (ook in Noord-Holland), niet om Lut-
jebroek. Bovendien is Lutjewinkel hier waarschijnlijk alleen gekozen van-
wege het rijm. Daarnaast is in 1925 de uitdrukking hij komt van Groote-
broek, maar Lutjebroek komt eerst opgetekend. Het gaat om een uitbreiding
van hij komt van Grootebroek voor 'hij is een opschepper'. Dit kan Lutje-
broek weinig kwaad hebben gedaan, want de naam wordt hier juist positief
gebruikt.
Kortom, het lijkt er inderdaad op dat Lutjebroek het in de volkstaal pas
sinds de jaren zestig moet ontgelden. Zeker is dat er sinds die tijd varian-
ten op de plaatsnaam zijn ontstaan die het provinciale karakter nog moe-
ten versterken, zoals Lutjebroek aan de greppel, Lutjebroek achter Baslevanje
en Lutjeberenbroek. Daarnaast zijn er varianten aangetroffen als Lutjeputje
en Flutjebroek.
Curieus is dat deze ontwikkeling aan onze belangrijkste verklarende
woordenboeken is voorbijgegaan. Weliswaar vermeldde de Grote Koenen
Lutjebroek in 1986 met als betekenis 'spottende benaming voor een kleine,
onbelangrijke plaats', maar in de daaropvolgende, kleine Koenens is dit
niet terug te vinden. En in Kramers en de Grote Van Dale heeft Lutjebroek
nooit gestaan. Terwijl het overdrachtelijke gebruik van deze plaatsnaam
toch met gemak met tientallen vindplaatsen valt aan te tonen.
Gelukkig wordt een en ander enigszins goedgemaakt door Marc De Cos-
ter, die Lutjebroek in 1998 opnam in zijn Woordenboek van populaire uit-

160
drukkingen, clichés, kreten en slogans. Hij definieert Lutjebroek als 'spottende
benaming voor een afgelegen gehucht, een onbelangrijke plaats waar niets
te beleven valt'. Als een van de vindplaatsen vermeldt De Coster een citaat
uit Morgen zal ik mijn mannetje staan (1990) van Wim de Bie. De zin luidt:
'Of je nou uit de bush van Afrika komt of uit de slums van Lutjebroek, als
iemand in een bak met water dondert, blijft 't gewoon lachen geblazen.'
En zo is het.

161
14
Lutjebroeken in België

Kent België zijn eigen Lutjebroeken? Zeker. In de ogen van sommige Ne-
derlanders is België zelfs één groot Lutjebroek, wat vergelijkbaar is met de
mening van sommige Belgen dat alle Nederlanders uit Hoogenhuizen ko-
men, lees: dat alle Hollanders het hoog in de bol hebben. In september
2002 vroeg ik aan de lezers van NRC Handelsblad en van Taalpost, een digi-
tale taalbrief van uitgeverij Van Dale en van het genootschap Onze Taal
met veel lezers in Vlaanderen, naar de Belgische Lutjebroeken. Naar de na-
men dus van bestaande plaatsen in Vlaanderen en Wallonië die overdrach-
telijk worden gebruikt voor 'kleine, onbelangrijke plaats' of voor 'gehucht
waar nooit iets gebeurt, einde van de wereld'.
Ruim honderdvijftig lezers reageerden. Plaatsnamen die slechts door
één of twee mensen werden genoemd, zijn niet opgenomen. Mogelijk
worden die slechts in kleine kring of zeer plaatselijk gebruikt. Daarmee
zijn - al dan niet terecht - namen afgevallen als Achterbroek, Beert, Bis-
segem, Dikkebus, Dikkelvenne, Godveerdegem, Haren-Buda, Heppen,
Jezus-Eik, Melle, Olen, Oostrozebeke, Pamel, Piringen, Poelkapelle,
Schellebelle, Smeerebbe-Vloerzegem, Westvleteren, Wippelgem, Wortel,
Woubrechtegem, Zamelen, Zevekote en Zondereigen. Ook Genoelselde-
ren is afgevallen, hoewel dit enige bekendheid geniet door het beroemde
lied 'Je veux de 1'amour' van Raymond van het Groenewoud:

162
Da's al tien jaar da'k in 't vak zit
'k Heb gezongen in Aalst, Peutie, Zwevezele en Genoelselderen
'k Heb zalen doen vollopen, 'k heb ook zalen doen leeglopen
'k Heb succes gekend, 'k heb ellende gekend

De overige plaatsnamen, die hieronder aan bod komen, werden door min-
stens drie informanten genoemd, maar doorgaans door veel meer.

*Bachten de Kupe
Bachten de Kupe is geen dorp, maar een streek. Het is het gebied in West-
Vlaanderen tussen de rivier de Ijzer, de Noordzee en de Franse grens. De
naam wordt in Vlaanderen algemeen gebruikt voor 'achterlijk gebied',
'plaats waar nooit iets gebeurt'. 'Als streek omvat Bachten de Kupe,' aldus
een informant, 'enkele verre van achterlijke plaatsen, zoals de badplaatsen
De Panne, Koksijde, Oostduinkerke, Nieuwpoort en de historisch belang-
rijke stad Veurne. Het is het kleine stukje Vlaanderen dat aan Frankrijk
grenst en dat door de Ijzer van de rest van het land wordt afgescheiden.
Bachten de Kupe is West-Vlaams voor "achter de kuip", een kuip die door
die allerlaatste kromming van de Ijzer wordt gevormd.' Tijdens de Eerste
Wereldoorlog werd die 'kuip' om strategische redenen onder water gezet.
In plaats van Kupe schrijft men ook Kuppe. Een gebruiksvoorbeeld, uit een
discussiegroep op internet: 'Of ze nu pools is of deens of van bachten-de-
kupe, ze hadden een dom exhibitionistisch blondje nodig bij VTM voor het
totaalbeeld van de groep.'

*Erps-Kwerps
Dat Erps-Kwerps wordt gebruikt voor 'gehucht, plaats waar nooit iets ge-
beurt' zal komen door het binnenrijm en de exotische klank van deze
plaats in Vlaams-Brabant. Echt klein is Erps-Kwerps niet; in 1977 - toen
het deel werd van de gemeente Kortenberg - woonden er 4552 mensen.
Erps-Kwerps is ooit ontstaan als fusie tussen de dorpen Erps en Kwerps.
De naam Kwerps wordt door sommigen afgeleid van het Latijnse quadrivi-
um, 'viersprong', en door anderen van Quaderebbe, dit is kwaad, 'slecht',
plus rib, 'reep, smalle strook grond'. Erps komt waarschijnlijk van de ri-
viernaam Arpia.

163
*Hout-s'i-ploüt
Hoewel je zowel op de meeste landkaarten, als in de meeste atlassen en
aardrijkskundige woordenboeken vergeefs zult zoeken naar Hout-s'i-
ploüt, bestaat dit gehucht wel degelijk. Het ligt in Wallonië in de provincie
Luik, tussen Plainevaux, Neupré en Esneux. 'Van mijn schoonvader, die
voor zijn pensionering in de Belgische provincie Luik bij de Waterleiding
werkzaam was,' aldus een correspondent, 'ken ik het Waalse Hout-s'i-
ploüt, een plaatsnaam die in het Franstalige landsgedeelte nogal wat hila-
riteit vermag te verwekken. Mijn schoonvader gebruikte de uitdrukking in
of naar Hout-s 'i-ploüt in twee betekenissen: voor "aan of naar het einde van
de wereld" (waar de wereld met planken is dichtgespijkerd), of als ant-
woord op de vraag "waar ga je heen?", dus in de betekenis "dat gaat je niets
aan, dat ga ik niet aan je neus hangen".'
Net als veel van de overige plaatsnamen in dit boekje, wordt Hout-s'i-
ploüt vooral in de spreektaal gebruikt. Omdat het zo'n obscure plaats is (di-
verse informanten hielden het voor een fictieve plaatsnaam), werd hij in
diverse spellingvarianten aangeleverd, zoals Yout si plou, Outsiplou en
Houtsiplout. Er was ook een uitgebreide, fictieve variant, namelijk Hout-s'i-
ploüt-et-les-hains-de-pied ('...en de voetbaden').
Over de herkomst en bekendheid van dit gehucht, schrijft een website:
'Een plaatselijke overlevering geeft de verklaring van de naam houtsiploü.
Omdat de molensloot ter plaatse een wisselende hoeveelheid water aan-
voerde en dikwijls droog stond, maakte de ongeruste molenaar uit het
dorp af en toe midden in de nacht zijn zoon wakker en zei tegen hem:
Hoüte s'iploütƒ ("luister of het regent"). De speelse geest van het volk heeft
hiervan gemaakt houte s'i ploüt, wat wil zeggen "beschut tegen de regen",
met een kort uitgesproken eerste lettergreep. Deze naam is de Luikenaren
goed bekend, die hem gebruiken als ontwijkend, gekscherend antwoord
op alle mogelijke vrijpostige vragen: "Waar ga je heen?" "Naar Hout s'i
ploü." Dat is al een oud gebruik, getuige de Waalse opera Lifièsse di Hoüte-
s'i ploüt ("Het feest van ..."), uit 1757, van Hamal en Vivario, die zich af-
speelt in het gehucht bij de molen waaraan het plaatsje zijn naam heeft
ontleend.'
Omstreeks 1968 nam de bekendheid van het gehucht nog toe door een
protestactie van Franstalige studenten van de Katholieke Universiteit van
Louvain-la-Neuve tegen hun Vlaamse collega-studenten (die de Walen wil-
den buitensluiten). Daarin was - gekscherend - sprake van de Université
de Hoüte-s'i ploüt.

164
*Kanegem
'Het Lutjebroek van West-Vlaander en,' aldus een informant, 'heet Kane-
gem, een dorp 6,5 km ten noordoosten van Tielt gelegen. In deze land-
bouwgemeente (in 1956 telde Kanegem 1284 inwoners) is werkelijk niets
bezienswaardigs, zelfs de non-descripte kerk dateert er uit circa 1910. Tij-
dens mijn jeugd in West-Vlaanderen was de staande uitdrukking gebrui-
kelijk (meestal in vragende vorm): Ge komt uit Kanegem zeker? Betekenis:
"Je weet zeker van niets?'" Men zegt ook hij komt van Lillo voor 'hij weet
van niets', maar Lillo, een plaats in de provincie Antwerpen, wordt niet
overdrachtelijk gebruikt voor 'gat, gehucht'.

*Kuttekoven
'In Vlaanderen,' aldus een informant uit Tienen, 'gebruiken we regelma-
tig Kuttekoven om een achterlijk gat of een afgelegen gehucht mee aan te
duiden. Deze plaats is natuurlijk geliefd onder grappenmakers vanwege
de grappige naam. Niemand lijkt overigens exact te weten waar het ligt.'
Welnu, Kuttekoven ligt in de provincie Limburg, op de grens van Noord-
en Droog-Haspengouw. Tot 1977 was het een zelfstandige gemeente met
i n inwoners, nu maakt het deel uit van de gemeente Borgloon. Overigens
heeft die 'grappige naam' niks met kut in de betekenis van 'vagina' te ma-
ken. De oorspronkelijke naam, die al uit 1213 dateert, was Cutinchoven, wat
'hof van (de lieden van) Kutto' betekent.

*Lapscheure
Lapscheure is een klein dorp in West-Vlaanderen. Sinds het eind van de
19de eeuw loopt het bevolkingsaantal stelselmatig terug. Telde het dorp in
1890 nog 814 bewoners, in 1970 - toen het fuseerde met Moerkerken -
waren dat er nog maar 455. Lapscheure wordt niet alleen overdrachtelijk
gebruikt voor 'gehucht, gat van niks', maar volgens een informant uit
Oostende ook voor 'onbenullig, lachwekkend, waardeloos'.

*Lotenhulle
Lotenhulle is een plaats in Oost-Vlaanderen. Sinds 1976 maakt het deel uit
van de gemeente Aalter. Volgens een informant wordt Lotenhulle gebruikt

165
in de uitdrukking ge zijt toch nie van Lotenhulle voor 'je bent toch niet gek'.
Zeker is dat Lotenhulle ook voor 'gat, gehucht, plaats waar niets gebeurt'
wordt gebruikt. Zo is het in 1990 snerend gebruikt in een politiek pamflet
getiteld To the intellectuals of Zoetenaaie and Lootenhulle [sic]: een oud debat
heropend: taalgebruik in het onderwijs. Nog een ander voorbeeld, uit een dis-
cussiegroep: 'Als Brugge tegen die ploeg zich niet kan kwalificeren zijn ze
beter dat ze in het vervolg forfait geven om europees te spelen. Tegen wie
wil Brugge dan nog uitkomen? Tegen F.C. Lotenhulle?'

''Mannekens vere
Mannekensvere is een dorp in de gemeente Middelkerk in West-Vlaande-
ren. Behalve in de betekenis 'gehucht' wordt het geregeld gebruikt in li-
mericks. Drie voorbeelden:

Een deerne uit Mannekensvere


die ging immer uit met mijnheren.
Hoe groot of hoe klein,
hoe dik of hoe fijn,
het eindigde steeds zonder kleren.

Een deerne uit Mannekensvere


Die kon het vrijen niet leren
Toen kwam er een non
die deed wat ze kon
maar op gebedjes kon zij niet teren.

Een deerne uit Mannekensvere


die had veel bekijks van de heren
het deed haar geen fuck
ze hield voet bij stuk
geen man zag haar ooit zonder kleren.

*Poupehan
'In Wallonië,' aldus een informant, 'ligt het "gat" Poupehan. Dat is inder-
daad een gat! Buiten een restaurant, een bakker en drieënveertig boerde-

166
rij en-met-mesthoop-voor-de-deur, is er weinig te zien. Poupehan was zo'n
vijftien jaar geleden in het nieuws omdat daar enkele politiekers wat ob-
scure zaken hebben besproken, die nadien zijn uitgelekt en die een schan-
daal hebben veroorzaakt. Nadien is Poupehan weer terug ingedommeld
en geen mens spreekt er nog over; tenzij dan om een echt "gat" aan te ge-
ven.' In Poupehan werd in de jaren tachtig 'in het diepste geheim' besloten
om de Belgische frank te devalueren. Dit gebeurde tijdens enkele infor-
mele bijeenkomsten op het buitenverblijf van Fons Verplaetse, 'ere-gou-
verneur' van de Nationale Bank, te Poupehan.
Men zegt ook hij komt van Poupehan voor 'hij is geil, hij heeft een grote
seksuele drift'. De uitdrukking bevat een woordspel met poepen, dat in
Vlaanderen algemeen wordt gebruikt in de betekenis 'neuken'.

*Semmerzake
'Semmerzake,' aldus een informant, 'heeft de reputatie een "boerengat" te
zijn, een dorpje in het onbekende met simpele inwoners. In diverse
Vlaamse dialecten betekent ne semmen 'een dom, achterlijk persoon'. Sem-
melen betekent 'zeuren, brommen' en een semmelaar is een 'zemelaar,
zeurkous, droogkloot'. Wellicht spelen deze woorden mee in het over-
drachtelijk gebruik van de dorpsnaam Semmerzake.' Semmerzake ligt in
Oost-Vlaanderen, halfweg tussen Gent en Oudenaarde.

*Zichen-Zussen-Bolder
Een van de meest genoemde Lutjebroeken in Vlaanderen is Zichen-Zus-
sen-Bolder in (Belgisch) Limburg. Net als bij Erps-Kwerps zal de over-
drachtelijke betekenis van 'gehucht waar nooit iets gebeurt, einde van de
wereld' zijn bepaald door de klank van de naam, plus de ongewone struc-
tuur: een trits van drie namen. Zichen-Zussen-Bolder is ontstaan uit een
fusie. Zichen en Zussen vormden al in de 12de eeuw één heerlijkheid, in
de 18de eeuw kwam Bolder daar nog bij. Sinds 1977 maakt Zichen-Zus-
sen-Bolder deel uit van de gemeente Riemst.
Naast de ongewoonheid van de plaatsnaam kan een rol hebben gespeeld
dat Zichen-Zussen-Bolder in het verleden diverse keren negatief in het
nieuws is geweest. Ooit kende de plaats een bloeiende champignonteelt in
ondergrondse mergelgroeven. De aanwezigheid van die groeven veroor-

167
zaakte echter diverse malen ernstige grondverzakkingen, onder meer in
1958, in 1967 en in 1982. Bij de grondverzakking in 1958 vielen maar liefst
18 doelen.
De overige plaatsnamen in dit hoofdstuk worden vrijwel alleen in de
spreektaal gebruikt. Net als de Nederlandse Lutjebroeken worden deze na-
men dus nauwelijks aangetroffen in kranten en tijdschriften. Maar met
Zichen-Zussen-Bolder is men minder terughoudend. Zo schreef Het Be-
lang van Limburg op 18 juli 2002: 'Waarom een uitzondering maken voor
Formule 1 in Francorchamps en niet voor bijvoorbeeld een groot popcon-
cert in Werchter of het wereldkampioenschap vogelpik in Zichen-Zussen-
Bolder?' En De Gazet van Antwerpen schreef op 27 juli 2002: 'De jongste
tijd bestoken telefonistes van een bedrijfje uit Geel mensen die thuis zijn
én tijd hebben met een handvol vraagjes. "Hoe vaak u op reis gaat. Hoeveel
geld u er spendeert. Hoe oud de kinderen zijn", willen ze weten. Tenzij ie-
mand antwoordt dat zijn verste vakantie eentje in Zichen-Zussen-Bolder
was, heeft hij altijd gewonnen.'
Tot slot nog een voorbeeld uit een digitale discussiegroep: 'Kom, gaan we
drinken.' 'We?' 'Ja. In "de vergulde flamoes" te zichen-zussen-bolder, om
precies te zijn.' 'Dat komt goed uit; de weg naar "de vergulde flamoes" te
zichen-zussen-bolder ken ik met m'n ogen dicht.'

*Zoerle-Parwijs
Zoerle-Parwijs ligt in de provincie Antwerpen, schuin onder Tongerlo.
Hoewel dit niet het einde van de wereld is, wordt de naam Zoerle-Parwijs
wel als zodanig gebruikt. Eén voorbeeld uit een discussiegroep: 'Dan moet
je dringend eens een oogarts raadplegen. Of eens een krant lezen (rellen
met Turken in, god betere het, Laakdal.) Volgende rel in Zoerle-Parwijs of
Zichen-zussen-bolder).'

* Zoutenaaie
Samen met Zichen-Zussen-Bolder is Zoutenaaie het bekendste Lutjebroek
van Vlaanderen. Zoutenaaie dankt deze reputatie aan zijn kleine inwoner-
tal: toen het in 1971 deel werd van de Belgische gemeente en stad Veurne,
telde het - zegge en schrijve - 31 inwoners. Zoutenaaie is altijd klein ge-
weest. In 1688 telde het 23 inwoners, in 1759 14 en in 1910 24.

168
'In West-Vlaanderen,' aldus een informant, 'is het achterlijkste van het
achterlijkste gat Zoutenaaie. Je spreekt dit uit als Zoetenaaie. Dit dorp be-
staat uit twee of drie hoeven, een baancafé en enkele tientallen inwoners.
Vertel je een stommiteit, dan vraagt men of je soms van Zoutenaaie bent.
En valt ergens geen bal te beleven, dan zitten we in Zoutenaaie.'
Net als Zichen-Zussen-Bolder wordt Zoutenaaie niet alleen in de spreek-
taal, maar ook in de geschreven media gebruikt. Zo tekende De Gazet van
Antwerpen in 2001 uit de mond van een burgemeester op: 'Fouten kunnen
overal gebeuren, maar dit scenario verwacht je veeleer in Zoutenaaie, niet
in Gent.' (Een dag later meldde de krant over deze 'belediging': 'De inwo-
ners van Zoutenaaie hebben nog niet gereageerd.')
Doordat Zoutenaaie zo lang de kleinste gemeente van België is geweest,
heeft het dorp een zekere folkloristische waarde. Dat zal de reden zijn ge-
weest waarom het Laatste Nieuws op 19 juli 2002, zonder duidelijke aan-
leiding, een kort bericht aan Zoutenaaie wijdde. De tekst luidt:

In Zoutenaaie hebben nooit meer dan 45 mensen gewoond. Nu zijn er


maar vijftien meer. Pas net voor de Tweede Wereldoorlog kreeg dit dorp
stadswater en elektriciteit en ook op openbare verlichting was het lang
wachten: in 1950 kwamen er eindelijk twee (!) lampen. Maar zelfs ko-
ning Leopold i kon niet over het dorpje heen kijken: in 1848 moest hij
er persoonlijk de electorale impasse komen oplossen. De vijf mannelij-
ke stemgerechtigden waren immers allemaal kandidaat voor het burge-
meesterschap en stemden dus elk voor zichzelf.

Overigens heeft Zoutenaaie zelf flink z'n best gedaan om de aandacht op


zich te vestigen. Hervé Hasquin schrijft hierover in Gemeenten van België
(1980): 'Tussen 1960 en 1970 wist het gemeentebestuur van Zoutenaaie
door een intense propaganda de kleinste gemeente van het land in de kij-
ker te plaatsen.'

169
14
Brave gehuchten: van Baalderdam
tot Zwijnsdorp

In 1901 publiceerde dr. Eliza Laurillard de tweede, verbeterde en vermeer-


derde druk van Op uw' stoel door uw land. Laurillard was indertijd een Be-
kende Nederlander. Hij was predikant in de Oude Kerk in Amsterdam, hij
had een flink aantal dichtbundels op zijn naam staan, én hij publiceerde
geregeld over taalkundige en folkloristische onderwerpen. Zo schreef hij
in Op uw' stoel door uw land over 'bijzonderheden van vaderlandsche plaat-
sen en plaatsnamen'.
In een van de bijvoegsels bij dit boek geeft Laurillard een opsomming
van 'zonderlinge namen'. Het gaat om namen van gehuchten, buurt-
schappen en polders in Nederland. Op twee pagina's geeft hij een korte
toelichting bij namen als Alteklein, Apenhuizen, Boerenverdriet, Doodstil,
Draaierij, Gortebrij hoek, Happenhennip, Kibbelgaren, Krakeelpolder,
Lamoor, Muggebeet (een gehucht bij Giethoorn), Naaikussen, Razernij-
polder, Verbrandemanspolder en De Zeezuiper (indertijd een polder bij
Bergen op Zoom).
Het is een aardig lijstje, maar had Laurillard hiermee nou werkelijk alle
zonderlinge aardrijkskundige namen in Nederland te pakken? Nee, en dat
wist hij zelf ook maar al te goed, want in een noot schreef hij onder het lijst-
je: 'Namen, waarvan het zonderlinge verloopt in het al te platte, liet ik on-
vermeld.'
Ha! Zonderling ja, plat nee. Ook hier, in dit hoofdstuk, zijn de 'al te plat-
te' namen weggelaten. Waarom? Door de brave en minder brave 'gehuch-
ten' te scheiden, kun je duidelijker zien welke 'betekenisdragende ele-

170
menten' mensen gebruiken als ze een naam voor een denkbeeldig ge-
hucht bedenken. Bovendien horen de brave en de minder brave namen tot
verschillende 'registers', zoals taalkundigen dat noemen. Met 'gaten' als
Baalderdam, Hiksliksloterveer en Juinen kun je overal voor de dag komen,
en dat gebeurt ook. Juinen is bijvoorbeeld verschillende keren gebruikt in
de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zo vroeg een Kamerlid in oktober
1996, tijdens een debat over de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en
Parijs, aan minister Jorritsma van Verkeer en Waterstaat of zij berichten in
de pers kon bevestigen dat Juinen wel een aansluiting op de HSL ZOU krij-
gen en Den Haag niet. 'Wat heeft Juinen dat Den Haag niet heeft?' Jor-
ritsma antwoordde dat zij burgemeester Van der Vaart en wethouder Hek-
king die aansluiting niet had kunnen weigeren.
Als het Kamerlid in plaats van Juinen had gekozen voor Boerenstrontera-
deel, Dikkelulterp, Herejezusveen of Kutjeneukemerhei, dan had de Kamer-
voorzitter waarschijnlijk voorgesteld die naam uit de Handelingen te
schrappen. Laurillard nam geen enkele onwelvoeglijke naam op, hij
meende waarschijnlijk dat hij dat aan zijn stand verplicht was. Hier staan
ze bij elkaar in het volgende hoofdstuk.

Abbestad
In 1971 door Jan Pannekeet opgenomen in Mooi zoid, een verzameling van
West-Friese uitdrukkingen en gezegden. 'Abbestad,' aldus Pannekeet, is
een 'spottende benaming voor een gehucht in het algemeen'. Als toelich-
ting schrijft hij: 'Waarschijnlijk werd met Abbestad oorspronkelijk de bij
Callantsoog gelegen buurtschap Abbestede bedoeld.' Ook aangetroffen
met een rijmende uitbreiding: Abbestad, zeuven huizen en een varkensgat.

Baalderdam
Door Ed van Thijn gebruikt in zijn Dagboek van een onderhandelaar (1977):
'De eerste uitslagen druppelen binnen. Plumpumperaveen: winst voor de
PvdA. Baalderdam idem dito. Kijk aan, de trend is er.'
Vergelijk Rompslomperadeel.

171
Beekhuizerzandzappestrand
'Eind 1993/ aldus een informant, 'maakte ik als dienstplichtig militair on-
derdeel uit van een van de laatste lichtingen van de School voor Reserve-
Officieren en Kader Infanterie, het SROKI, in Ermelo. Een beroepssergeant
die ons opleidde noemde met enige regelmaat Beekhuizerzandzappestrand
als plaats ver weg ("Als het moet marcheren we zo door tot het Beekhuizer-
zandzappestrand") of als plaats zonder veel oriëntatiepunten ("Let op je
kompas en hou de kaart erbij. Voor je het weet beland je midden op het
Beekhuizerzandzappestrand"). De sergeant deed het imago van zijn be-
roepsgroep alle eer aan en wij wensten meer dan eens dat hij daar zelf be-
landde. Maar dan zonder kompas en kaart.'
Een voorloper is te vinden in een liedje, uit 1907, getiteld 'Militair onder-
richt in de Buffelpolder'.

Bobbersdorp
Aan het begin van de 20ste eeuw door het komische duo Solser & Hesse
(Lion Solser en Piet Hesse) gebruikt in een populaire bruiloftsvoordracht
getiteld Het Kamerlid van Bobbersdorp. Deze voordracht heeft model ge-
staan voor talloze andere bruiloftsvoordrachten.

Bokwerd
Bokwerd is een vondst van de Friese schrijver en journalist Rink van der Vel-
de (1932-2001). Onder het pseudoniem Wabbe Wisses schreef hij in de
Leeuwarder Courant over klein nieuws uit Bokwerd, een niet-bestaand dorp,
in de rubriek 'Weekblad Bokwerder Belang'. Hij deed dit in een mengeling
van Fries en Nederlands, dat bij de lezers bekend werd onder de naam Bok-
werters. Een en ander leverde verschillende boekpublicaties op. Zo ver-
scheen in 1973 Bokwerd vooruit: een bloemlezing artikelen uit het Weekblad
Bokwerder Belang, in 1977 gevolgd door Bokwerd omhoog. In 1979 publiceer-
de Van der Velde Bokwerd for ever en in 1988 Bloemlezen in Bokwerd.
In Friesland wordt Bokwerd soms nog overdrachtelijk gebruikt voor
'klein dorp, gehucht'. Dat is al lang zo. Zo stelde Sicko Heidoorn in 1983
een rapport samen, getiteld Bouwen in Bokwerd: een onderzoek naar de knel-
punten in de woningbouw in kleine kernen in Friesland.

172
Flutjebroek
Aangedragen door iemand uit Hillegom. Je komt deze plaatsnaam, die uit-
gaat van jiut in de betekenis 'prul, lor', soms ook in de media tegen. Zo ver-
klaarden Bolland & Bolland op i september 2000 in Quote: 'Al dat ama-
teuristische gefröbel in Flutjebroek was een drama, we konden het niet
meer aan. Zeker niet twee perfectionistische geluidsfreaks als wij.' Flutje-
broek is een variant op Lutjebroek; zie over deze plaatsnaam hoofdstuk 16.

Friemeltjesdijk

Aangetroffen in een lied uit 1905, getiteld 'Kermis te Friemeltjesdijk'.

Garewenerdijk
'In mijn omgeving,' aldus een informant uit De Lier (Zuid-Holland), 'ge-
bruikten wij zo'n veertig jaar geleden Garewenerdijk voor een onbestemde,
niet te definiëren plaats.' Als nadere plaatsaanduiding werd er drie uren bo-
ven Dort aan toegevoegd. Elders niet aangetroffen.
Gaskachelternijveen
Ingezonden door iemand uit Geusebroek. Het woorddeel kachel komt ver-
der alleen voor in Aarlanderkutkachelveen.

Gasseltenijerhoenderdoos
In 1969 door Jacob Zwaan gebruikt in Soldaat in Indië: 'Bewaar jij je gein-
tjes maar voor onder de kerstboom in de gereformeerde pastorie van Gas-
seltenijerhoenderdoos of hoe dat gat waar jij vandaan komt ook mag he-
ten.' Het uitgangspunt voor deze denkbeeldige naam zal Gasselternijveen
of Gasselternijveenschemond zijn geweest, beide in Drente.

Gattegem
'Gattegem,' aldus een Vlaamse informant, 'werd in het begin van de jaren
zeventig onder meer gebezigd in het Belgische leger als men het had over
de woonplaats van dienstplichtigen van "den boerenbuiten" (het platte-

173
land). Daarnaast had men het onder meer over Plattegem en Pimperzele -
eveneens plaatsen die men vergeefs zal zoeken op de landkaart van België.'
Gem is een veelvoorkomend achtervoegsel bij Vlaamse plaatsnamen; het
komt in ruim honderd plaatsnamen voor en betekent 'heem'.

Gribbelhuizen
Aangetroffen in een liedje uit 1899: 'De brandweer van Gribbelhuizen'.

's-Heer Johannes van Kastijgebroederskapelle


Aangedragen door iemand uit Delft. 'In mijn familie wordt de fictieve
plaatsnaam 's-Heer Johannes van Kastijgebroederskapelle gebruikt voor een
spreekwoordelijk Zeeuws gehucht.' Mogelijk alleen in kleine kring be-
kend.

Vergelijk Sint Ranselriemenparochie.

Hiksliksloterveer
'Toen ik nog opgaven moest maken voor gemeente- en bestuursrecht,' al-
dus een informant uit Hendrik-I do-Ambacht, 'gebruikte ik geregeld de fic-
tieve plaatsnaam Hiksliksloterveer.' Bron van inspiratie zal Slikkerveer
zijn geweest. Elders niet aangetroffen.
Hobbeldebobbeldepade
'Een afgelegen plaats,' aldus een correspondent uit Amsterdam, 'noem-
den wij in de jaren tachtig al snel Hobbeldebobbeldepade. Het was gevormd
naar Oldeholtpade, in de Stellingwerven, in Friesland.'

Hupfalderadeel
'Hupfalderadeel heb ik ooit gehoord,' aldus iemand uit Rotterdam, 'uit de
mond van het hoofd stadsontwikkeling in Amsterdam. Het was denigre-
rend bedoeld: "Hij is hoofd Verkeer geweest in Hupfalderadeel.'" De
naam zal zijn gevormd uit het hup(sakee) en faldera. Faldera is een non-
sens woord dat voorkomt in verschillende kinderliedjes, zoals in deze va-
riant op 'In Holland staat een huis':

174
In Holland staat een huis, ja huis,
en in Holland staat een lindelaan;
Falderie, faldera, Falderopsasa,
En in Holland staat een huis.

Vergelijkbare vormingen zijn Hutjeprut en Hutsefluts. Laatstgenoemde is


waarschijnlijk een vondst van Rob Stenders, een radio-dj.

Juinen
Naast Verweggistan en Absurdistan is Juinen de meest succesvolle fictieve
plaatsnaam uit de afgelopen decennia. Je komt 'm tientallen malen in
kranten en tijdschriften tegen, en honderden malen op internet. Er zijn in
cyberspace gegevens te vinden over het dorpswapen van Juinen, over de
stoomlocomotieven aldaar, er is een 'digitaal dorp' Juinen, en je kunt op
internet het verkiezingsprogramma van Leefbaar Juinen lezen. Frank van
den Hoven nam Juinen in 1997 zelfs op in zijn Topografische gids van Ne-
derland. Terecht, want er zijn ook bumperstickers met de tekst 'Ik kom ge-
lukkig uit Juinen', er bestaat een rolstoelbasketbalvereniging genaamd Jui-
nen Vooruit en ga zo maar door.
Zoals bekend is Juinen een vondst van Kees van Kooten en Wim de Bie.
Het plaatsje speelde een belangrijke rol in hun televisieprogramma's.
Op de avond van 20 oktober 1982 was Juinen voor het eerst op televisie
te zien, maar die ochtend besteedde Het Vrije Volk er al vrij uitgebreid aan-
dacht aan. De krant wist te melden dat het plaatsje meer dan vijfhonderd
jaar oud is en dat Van Kooten en De Bie vanuit de St.-Jodocuskerk in Jui-
nen zeven uitzendingen gingen verzorgen. Zij hadden een willekeurige
provincieplaats gekozen door met een pijltje naar een kaart van Nederland
te gooien. 'Het werd Juinen,' aldus Het Vrije Volk, 'waarvan nu nog nauwe-
lijks bekend is waar het ligt - de Bos-atlas kent het niet, Van Dale's woor-
denboek meldt dat juinen "zeer dwaas en onnozel" betekent - maar dat via
de zeven televisie-uitzendingen zeker een meer dan regionale bekendheid
zal verwerven.'
De mediaredactie van Het Vrije Volk kreeg gelijk: vooral door het kordate
optreden van burgemeester drs. H. van der Vaart en wethouder Tjolk Hek-
king kreeg Juinen al spoedig nationale bekendheid. Het reliduo De Positi-
vo's debuteerde voor de molen van Juinen en veroorzaakte ogenblikkelijk

175
een flinke rel. Koos Koets was er voorzitter van de Gereformeerde Junkie-
bond. Er was zoveel te beleven dat al snel de eerste editie van De Juinensche
Courant verscheen.
Het stond er niet bij, maar die krant werd door bekende schrijvers en
journalisten gevuld. Behalve door Van Kooten en De Bie werd er aan mee-
gewerkt door onder meer Martin van Amerongen, Hugo Brandt Corstius,
Simon Carmiggelt, Remco Campert, Henk Hofland en Gerrit Komrij. In
een van de eerste nummers besteedde een zekere Ch. de Egelbakker aan-
dacht aan de herkomst van de plaatsnaam Juinen. Na allerlei onnodige uit-
weidingen schreef De Egelbakker: 'Hoe, zo vraag ik u in gemoede, zou
men in hemelsnaam deze plaats anders kunnen noemen dan: Juinen?
Wie zou zo gek zijn om Juinen Geertruiderbraak of Saint Paul de Minne-
sote te noemen? Ziedaar de enige verklaring van de plaatsnaam Juinen.'
Juinen was natuurlijk een persiflage op het gemiddelde Nederlandse pro-
vinciestadje, maar De Gooi- en Eemlander meende dat Van Kooten en De Bie
Bussum als voorbeeld hadden genomen. Immers, ook in Bussum stond
een kerk leeg en ook dit Gooise provinciestadje miste een sociaal-cultureel
centrum. Bovendien liep zowel de Bussumse burgemeester J. Aantjes als
zijn Juinense confrère Van der Vaart opmerkelijk graag met de ambtsketen
om door het dorp. De Bie gaf desgevraagd toe dat zij om praktische redenen
veel in Bussum en omgeving hadden opgenomen, maar hij ontkende stel-
lig dat Bussum voor Juinen model had gestaan. 'Elke overeenkomst berust
louter op toevalligheden.'
Overigens luidde de ondertitel van De Juinensche Courant: Nieuwsblad
voor Groot-Juinen (waaronder Zeulen, Deil, Ter Weksel, Juinerbroek, Den Eng,
Remmerden, Slaepstede, Trichterhuizen en De Mars). Van deze nepplaatsen
zie je alleen Ter Weksel af en toe nog in de media opduiken, doorgaans met
een verwijzing naar Juinen, maar soms ook zonder. Zo schreef Trouw op
24 januari 1998, over een spelsimulatie van het Instituut voor Toegepaste
Sociale wetenschappen: 'Op de crisisstaf komt het bericht binnen dat uit
het door hoogwater bedreigde Ter Weksel nog mensen met hun bagage
moeten worden geëvacueerd.'

Kerkdorp
Een willekeurige plaats wordt in Vlaanderen wel Kerkdorp genoemd.'Kerk-
dorp wordt gebruikt,' aldus een informant, 'als een plaats die eender waar

176
kan liggen omdat in België elk dorp nu eenmaal een kerk heeft.' In Duits-
land gebruikt men in dit verband Dingskirchen, 'Dingeskerk'. Overigens
kent Gelderland een gehucht dat Kerkdorp heet.

Kikkerbilscha
Ingezonden door iemand uit Rijswijk. 'Kikkerbilscha is bij ons het toppunt
van Nergenshuizen.' De naam zal zijn beïnvloed door Appelscha (dat bre-
dere bekendheid kreeg doordat een minister sprak over 'tante Truus uit
Appelscha') en Oud-Appelscha, beide in Friesland. Dit zijn de enige twee
Nederlandse plaatsnamen die eindigen op -scha, een achtervoegsel dat
plaatsnaamkundigen in verband brengen met het Oudnederlandse scaga,
'bosje'. Er zijn diverse andere fictieve plaatsnamen die gebruikmaken van
een diernaam. Het gaat om Apekut(te)veen, Bokkeneukeradeel, Bokkeneuke-
veen, Hondsbommelerkont, Hondstronteradeel, Koeboerebiggesloot, Koebruine-
biggensloot, Koepoeperadeel, Koetjeboe, Leeuwenbekberghelling, Mollengijs, Pie-
renland, Sint-Biggenklooster, Uilendonk en Zwijnsdorp.

Kleidorp
In Zuid-Holland ligt een dorp dat De Klei heet, Groningen kent een ge-
hucht genaamd Klei, maar verder telt Nederland tegenwoordig geen Klei-
plaatsen meer. In de 19de eeuw was dat anders, toen had je nog twee
buurtschappen Kleiberg, één Kleibroek en één Kleiburg.
Kleidorp heeft nooit in het echt bestaan, maar de naam heeft verschil-
lende keren dienstgedaan als aanduiding voor 'gehucht'. Zo verscheen
omstreeks 1890 het blijspel Kukeleku! het vergelijkend examen te Kleidorp:
groote lyrische, epische, dramatische, romantische, pedagogische comedie-ope-
rette in vier bedrijven. En in 1904 verscheen een bruiloftsvoordracht geti-
teld Gouwe Bruiloft in Kleidorp. Duitsland kent wel een Kleidorf. Het ligt in
Beieren.

Knuppel aan de Greppel


Door verschillende informanten ingezonden. De naam duikt ook wel eens
op in de media. Zo schreef De Dortenaar op 23 februari 1999: 'Bij een so-
ciale dienst in een grote stad is daar nog wel personeel voor, maar niet in

177
Knuppel aan de Greppel.' De toevoeging aan de Greppel wordt ook gebruikt
in combinatie met (delen van) bestaande plaatsnamen. Zo zijn onder meer
aangetroffen Alphen aan de Greppel (naar Alphen aan den Rijn), Koog aan
de Greppel (naar Koog aan de Zaan), Krimpen aan de Greppel (naar Krimpen
aan den IJssel of Krimpen aan de Lek) en Lutjebroek aan de Greppel. Volle-
dig fictief zijn Kukel aan de Greppel en het fraaie, rijmende Peppel aan de
Greppel.
Krimpen aan de Greppel is het vaakst aangetroffen. Varianten zijn Krim-
pen aan de Horizon en Krimpen in de Kou.
Een andere vorming met knuppel (dat hier 'lomperd, pummel' betekent)
is Knuppelerveen. Alles wat van buiten Amsterdam kwam, kwam voor
mijn vader uit Knuppelerveen,' aldus een informant. Overigens kent Duits-
land een plaats genaamd Knüppeldamm.

Koeboerebiggesloot
'In de jaren tachtig,' aldus een informant, 'maakte ik in de stad Groningen
kennis met de fictieve plaatsnaam Koeboerebiggesloot. De accenten liggen
op Koe en big, met het sterkste accent op big.' Een variant - eveneens in
Groningen gehoord - is Koebruinebigge(n) sloot.
Zo'n tien plaatsen in Nederland beginnen met Koe-, met als opvallendste
Koedood en Koewacht. Iemand uit Loon op Zand schreef'van jongs af aan'
de fictieve plaatsnaam Koepoeperadeel te kennen.
Duitse verzonnen plaatsnamen waarin de koe een rol speelt zijn Kuhdorf
('Koedorp'), Kuhblake ('Koegeloei') en het wel zeer agrarische Hinterkuh-
dreckshausen ('Achterkoeienvlaaienhuizen').

Kollumerpompsterzwaagsterveensterhoutsterheide
'Mijn vader,' aldus een informant uit Friesland, 'sprak altijd van Kollumer-
pompsterzwaagsterveensterhoutsterheide voor "gehucht". Kollumerpomp is
een bestaand dorp in Friesland, niet ver van Kollum. Achtervoegsels als
-zwaag, -veen en -heide komen in deze streek (de Friese Wouden) ook veel-
vuldig voor. Blijft de vraag waar dat -hout vandaan komt; geen enkele plaats
in deze provincie heeft die uitgang. Wellicht is dit deel van -woud (wat wel
voorkomt!) door mijn vader in -hout verbasterd omdat het zo mooi allite-
reert.'

178
Kraai-Elzen
'Iemand, die ver achteraf woont, heeft zijn domicilie in Nergenshuizen, in
Oost-Noord-Brabant is dit Kraai-Elzen,' aldus J.A. Huisman in 1959 in De
Nieuwe Taalgids. Kraai-Elzen is wel als veldnaam gebruikt, maar is er geen
bestaand dorp dat zo heet.
Een zeer bekend fictief provincienest in het Duitse taalgebied is Krah-
winkel, 'Kraaihoek', dat in 1801 door de schrijver Jean Paul is bedacht.

Loeren aan de Hor


Door Alexander Pola (pseudoniem van Abraham Polak, 1914-1992) be-
dacht voor het hoorspel 'Trammelant in Loeren aan de Hor'. Dit hoorspel,
met rollen van onder meer Tonny Huurdeman en Peter Aryans, was tus-
sen 1965 en 1968 op zaterdagavond te horen op de vARA-radio. Het was
een van de laatste comedyseries op de radio. Loeren is geen bestaande
plaatsnaam, Loerbeek wel. Hor is in de bijbel de plaats waar Aaron stierf
(Numeri 20:22-28). De ligging is onbekend. Aan het begin van het hoor-
spel riep een stationschef: 'Loeren, Loeren aan de Hor.'

Nederoveropperonder
In Vlaanderen gebruikt voor 'gehucht'. De naam zal zijn gevormd naar het
voorbeeld van Neder-over-Heembeek, een plaats in de gemeente Brussel.
Een enkele keer wordt Neder-Over-Heembeek zelf overigens ook gebruikt
voor 'gat, gehucht'. (Eén voorbeeld, uit een discussiegroep op internet: 'So,
WHEN can we expect our updates to arrivé in Kleine Spouwen, Neder-Over-
Heembeek or Zichen-Zussen-Bolder?')

Niemandsdorp
Gemunt door Gerrit Komrij. In 1991 zei Komrij, in een lezing getiteld 'Het
leven van de Dingen': 'Over de Intrinsieke Aard van het Individuele Ding
en Onding, en over hun beider magie en dierbare geheimen, zwijg ik ver-
der. Daarvoor gelieve u de volledige tekst van De paleizen van het geheugen
te raadplegen [een boek van Komrij uit 1983]. Zichzelf citeren is niet pret-
tig, maar zichzelf herkauwen nog troostelozer. Genoemd onontbeerlijk
werk is te verkrijgen bij Antiquariaat De Lege Plank, Videosteeg, Nie-
mandsdorp.'

179
In de dagbladen is Niemandsdorp alleen aangetroffen in verband met
Komrij. Zo schreef Trouw op 8 maart 2001: 'Waar woont de Dichter des
Vaderlands? In een hagelwit palazzo in Vila Pouca, Niemandsdorp, diep in
de Portugese binnenlanden.'
In 1999 nam de Grote Van Dale Niemandsdorp op als nieuw woord, met
als betekenis 'fictieve plaatsnaam'. Eveneens met een citaat van Komrij:
'Ergens tussen Nergenshuizen en Niemandsdorp.'
In Nederland komen vandaag de dag geen plaatsnamen beginnend met
Niemand- meer voor; in de 19de eeuw was er nog een Niemandsverdriet in
Zuid-Holland. Wel is er een Numansdorp in de Hoekse Waard (Zuid-Hol-
land). Bij Antwerpen ligt Niemandshoek en Duitsland kent een Niemands-
freund.

Oelewapperadeel
Ingezonden door iemand uit Den Haag: 'Van een collega gehoord, plus-
minus tien jaar geleden voor het eerst: Oelewapperadeel, daar waar het niet
gebeurt in de wereld.' De herkomst van het woord oelewapper, hier ge-
bruikt in de betekenis 'waardeloze vent, kerel', is omstreden. Mogelijk
komt het uit het Fries. Een Fries woordenboek uit 1950 kent het als üle-
wapper met als betekenissen 'grote nachtvlinder, sul, sufferd'.

Ollewievenkoekangen
Oftewel: Oudewijvenkoekangen. Het gaat hier om een dialectaanduiding
voor 'gehucht'. Ollewieven komt onder meer voor in het dialect van Steen-
wijk. De herkomst van de naam Koekange, een plaatsje in Drente, is om-
streden, maar men denkt dat het, evenals de Utrechtse plaatsnaam Koc-
kengen, teruggaat op Cocagne, een andere benaming voor Luilekkerland
(zie hoofdstuk 12).

Oostwapperzand-Buiten
Aangedragen door iemand uit Drente. Het eerste deel van de naam zal zijn
geïnspireerd door Wapserveen, dat ook in Drente ligt. Aan verschillende
denkbeeldige plaatsnamen is Oost- toegevoegd om het provinciale karakter
van de naam nog te versterken. Voorbeelden zijn: Oost-Begonië, Oostkutte-
ren en Oostschuhbekutteveen.

180
Pappelendam
Aangetroffen in een lied uit 1915 getiteld 'De Burgemeester van Pappelen-
dam'. De Nederlandse familienaam Van Pappelendam doet vermoeden
dat er ooit ergens een plaats Pappelendam moet hebben bestaan, maar die
bleek niet in de naslagwerken terug te vinden.

Plumpumperaveen
Zie bij Baalderdam.

Pluto
Alleen in Vlaanderen bekend en dan meestal in de verbinding hol of gat
van Pluto of Pluto voor 'gat van niks'. De oorspronkelijke betekenis is 'on-
derwereld, hel'. Pluto is een van de bijnamen voor Hades, de god van de
onderwereld. Hol van Pluto is al aan het begin van de 16de eeuw opgete-
kend. Het is veel gebruikt in gedichten, in allerlei variaties. Aangetroffen
zijn onder meer Pluto's hemel, Pluto's hof, Pluto's kamer, Pluto'spoel en Plu-
to's rijk, allemaal voor 'hel, onderwereld'. In de 19de eeuw zei men in Kort-
rijk en Brugge hij is naar 't hol van Pluto voor 'hij is overleden'. Daarnaast
zei men het is daar zo donker als in 't hol van Pluto voor 'het is daar aarde-
donker'.
In Vlaanderen wordt hol of gat van Pluto of Pluto nog volop gebruikt, nu
dus voor 'gat van niks; in the middle of nowhere'. Zo schrijft een middel-
bare scholier uit Roeselare op zijn website: 'We werden door een busje in
het hol van Fluto gedropt en we konden te voet terugkeren.' En een ande-
re website meldt: 'Als je striphandel niet toeschietelijk is, en je woont als ik
in het hol van pluto, probeer dan eens een mailtje naar de redactie van
Zone 5300.'

Poerpetjinkie
'Mijn moeder,' aldus een informant, 'die gedurende haar jeugd en jonge
jaren in Bergen op Zoom woonde en later in Breda, zei vaak: Die woont in
Poerpetjinkie, dat wilde zeggen: die woont erg ver weg.' Elders niet aange-
troffen.

181
Purmereutel
Denigrerende bijnaam voor Purmerend. De naam wordt ook gebruikt
voor 'gehucht' in het algemeen. Er zijn veel van dit soort denigrerende bij-
namen. Denk aan Bollegom voor Hillegom (centrum van de bollenteelt),
Naargeest voor Uitgeest, Roelofarendsknurjjesveen voor Roelofarendsveen,
Snutphen voor Zutphen en Verdwaaldwijk voor Waalwijk. Tijdens de Eerste
Wereldoorlog werd Amsterdam, waar toen veel werd gehamsterd, schert-
send Hamsterdam genoemd.
Vergelijk Rotjeknor.

Rompslomperadeel
'Op de breedbeeldtelevisie komen meer uitslagen binnen. De prognose is
dat de LPF 26 zetels haalt. "Welnee," zegt Wiersma, "dit zijn cijfers na het
tellen van Rompslomperadeel. Straks komen onze gebieden.'" Aldus
HP/De Tijd op 24 mei 2002 over dammer en LPF-lid Harm Wiersma.
Rompslomperadeel doet het kennelijk goed onder LPF'ers, want Martin Kie-
vits, lid van die partij in Mijdrecht, schreef op zijn website: 'De afgelopen
weken ben ik landelijk neergesabeld door vrijwel iedere "journalist" van
Nederland. Van het plaatselijke suffertje van Lutjebroek en Rompslompe-
radeel tot de landelijke zogenaamde gerenommeerde kranten.'
Vergelijk Baalderdam.

Rotjeknor
Enigszins neerbuigende bijnaam voor Rotterdam. Rotterdammers heb-
ben het zelden over Rotjeknor, maar als zij dit doen is het doorgaans gek-
scherend bedoeld, of als geuzennaam. Rotjeknor is dus vooral een bijnaam
die door niet-Rotterdammers wordt gebruikt. Waarschijnlijk sprak men
aanvankelijk van Rotjeknar. De oudste vindplaats is een dagboek uit 1928,
waarin een meisje dat toen twaalf jaar oud was, op 30 november schreef:
'Het is den laatsten tijd dan al verbazend winderig. Er zijn veel schepen
vergaan. Maar nu moet ik toch ook eens wat schrijven over onze club.
"Dahlia" bestaat niet meer. We hebben nog een paar plantjes naar Rotje-
knar genomen, maar die zijn gauw doodgegaan.'
Hoewel Enno Endt Rotjeknor in 1974 opnam in zijn Bargoens woorden-
boek, behoort deze bijnaam niet echt tot de dieventaal. In het boevenjargon

182
werd de havenstad Klein Mokum of Mokum Reis genoemd, namen die aan
het begin van de 19de eeuw zijn opgetekend.
Rotjeknor wordt vooral in de spreektaal gebruikt, maar je komt het ook ge-
regeld in kranten en tijdschriften tegen. En in boektitels. Zo publiceerde
Martin Lusse in 1973 een dichtbundel getiteld Groeten uit Rotjeknor, en in
1999 maakte Karei Eykman het jeugdboek Rondje Rotjeknor. Het Rotter-
damse jeugdcircus heet Rotjeknor, en Lee Towers is wel 'de zingende
kraandrijver uit Rotjeknor' genoemd. Het dialect van Rotterdam wordt
soms Rotjeknors genoemd, en als iets doortastend gebeurt, zegt men wel
dat het op z'n Rotjeknors (of Rotterdams) is aangepakt.
Vergelijk Purmereutel.

Rotpokke(n)weer
'Een berucht dorp in Nederland, vooral bij semi-professionele bandjes,' al-
dus een informant, 'is Oostkutteren. Door weer en wind in een oude Ford
Transit kom je dan uiteindelijk aan bij etablissement "Het wagenwiel".
Nog verder weg, waar de zon zelden schijnt, ligt Rotpokkeweer. Optreden
doe je daar in zaal Strontzicht.' Rotpokke(n)weer werd in 1986 opgenomen
in de Grote Koenen. De omschrijving luidde: 'geringschattende, verzon-
nen naam voor een onbelangrijke plaats, gat'. In latere Koenens werd dit
woord niet overgenomen. Overigens telt Nederland momenteel tien
plaatsnamen die beginnen met Rot- (van Rothem tot Rottumeroog) en ze-
ventien plaatsen die eindigen op -weer (van Amsweer tot Zandeweer).

Scheurterp aan de IJssel


De Friese plaatsen Greonterp, Lekkerterp, Slappeterp en Wijnjeterp heb-
ben al een weinig kosmopolitische uitstraling, maar bij Scheurterp aan de
IJssel - ingezonden door iemand uit Bloemendaal - is dit nog minder het
geval. Overigens komt het element scheur in geen enkele Nederlandse
plaatsnaam voor.

S chevekerktorenpolder
Gehoord in Schiedam. Mogelijk beïnvloed door Stompetoren in Noord-
Holland.

183
Sint-Biggenklooster
Waarschijnlijk aan het eind van de jaren zeventig voor het eerst gebruikt
door André van Duin in diens Dikvoormekaar Show. Sinds 1973 was deze
buitengewoon populaire show op de radio te horen. Vanaf 1978 werd het
programma, waarin Van Duin samenwerkte met Ferry de Groot, twee sei-
zoenen lang voor de televisie geproduceerd. Sint-Biggenklooster zal zijn ge-
vormd naar het voorbeeld van Biggekerke, een plaatsje in Zeeland. Het is
nog altijd een geliefde fictieve plaatsnaam; in de eerste plaats onder Van
Duin-fans, maar hij is ook aangeleverd door informanten die de voorge-
schiedenis niet kenden.

Sint-Ranselriemenparochie
Nederland telt op dit moment nog vijf plaatsnamen die eindigen op -pa-
rochie: Maria Parochie, Sint-Annaparochie, Sint-Jacobiparochie, Sint-Jo-
sefparochie en Vrouwenparochie. Onder de fictieve plaatsnamen komen
er drie voor: Annaprutparochie (een uitbreiding van Sint-Annaparochie),
Wladimirparochie en Sint-Ranselriemenparochie. Laatstgenoemde werd in-
gestuurd door iemand uit Gorinchem. Inhoudelijk is deze naam verwant
met 's- Heer Johannes van Kastijgebroederskapelle.

Sint-Stuifzand
In 1923 opgetekend in de verwensing loop voor Sint-Stuifzand, 'loop naar
de maan'. Deze verwensing zal zijn gevormd naar het voorbeeld van (on-
der meer) loop voor Sint-Truiden. Sint-Truiden is een plaats in (Belgisch)
Limburg. De betekenis is 'donder (een heel eind) op'.

Sint-Suïcidega
'Het zal eind jaren zeventig zijn geweest,' aldus een informant uit Korten-
hoef, 'dat ik de plaatsnaam Sint-Suïcidega opving. Met deze "lekker bek-
kende" (spreek het maar eens uit) verbastering van Friese plaatsnamen als
Sint-Nicolaasga of Sint-Johannesga werd een plattelandsnest bedoeld
waarin voor de wanhopige lokale jeugd absoluut niets te beleven viel.'

184
Sint-Tintelingen
'In de streek waar ik vandaan kom,' aldus een informant uit Lebbeke in
Oost-Vlaanderen, 'zegt men Sint-Tintelingen als men een onbeduidende
plaats bedoelt. Vermoedelijk is dat een verbastering van Sint-Antelingen,
dat echt bestaat (het ligt bij Zottegem in de buurt). Men zegt bijvoorbeeld:
"Ik weet niet waar hij is, naar Sint-Tintelingen, zeker?'"

Stillenburg
Aangetroffen in een lied uit 1901 getiteld 'De snijder van Stillenburg'. Je
zou verwachten dat stil een veelvoorkomend element is in Nederlandse
plaatsnamen, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Het is wel veel gebruikt
in namen van huizen, zoals Stilgenoegen, Stillerust, Stillewald en Stilvliet.
Daarnaast komt het voor in waternamen, zoals het Stille Diep en de Stille
Wetering.

Strompelhorst
Nederland telt zo'n dertig plaatsen die eindigen op het woord -horst. Vol-
gens plaatsnaamkundigen betekent dit meestal 'met kreupelhout begroei-
de verheffing'. Strompelhorst is aangetroffen in een lied uit 1905: 'De Kies-
vereniging van Strompelhorst'.

Sukkeldam
'Zolang ik mij kan herinneren,' aldus een informant uit Muiderberg, 'ver-
wijst mijn vader naar Bommelskonten voor onwaarschijnlijke gebeurtenis-
sen. Ook in gebruik is Sukkeldam, voor gaten waar niets gebeurt.' Sukkel is
van oorsprong een Fries woord.

Trollendonk
'In mijn omgeving gebruiken we Trollendonk,' aldus iemand uit Schie-
dam, 'als algemene aanduiding van vergelegen oorden in de rurale achter-
landen van Nederland. Je komt er door voorbij Zwolle de onverharde weg
op te draaien...' Trollen waren van oorsprong afzichtelijke en boosaardige
wezens uit de noordse mythologie. Later werden ze gelijkgesteld met an-

185
dere grote en lelijke bovennatuurlijke wezens, zoals reuzen, maar ook met
kleinere, zoals elven. Ze konden tegen mensen zowel vriendelijk als vijan-
dig zijn.

Ukkepukkel
Een ukkepuk is een 'klein kind', Ukkepukkel wordt door sommige mensen
gebruikt voor 'klein gehucht'. De herkomst van Ukkepukkel is onbekend,
het woord is pas aan het eind van de 19de eeuw opgetekend. Overigens ligt
vlak bij Brussel een plaats die in het Vlaams Ukkel heet, en in het Frans
Uccle.

Verveluwe
Aangedragen door een informant uit Hippolytushoef. Verveluwe is - van-
zelfsprekend - een samentrekking van vervelen en Veluwe. De Veluwe
heeft bij sommigen de naam saai (en erg gristelijk!) te zijn.

Zevenhutten
Denigrerende bijnaam voor Zevenhuizen in Zuid-Holland. Ook gebruikt
voor 'gehucht in het algemeen'. Nederland kent momenteel tien plaatsen
die Zevenhuizen heten, in Gelderland, Groningen, Noord-Holland, Noord-
Brabant, Utrecht en Zuid-Holland. Zoals te verwachten heten ze zo naar
het oorspronkelijke aantal huizen ter plekke.

Zuurstokkeradeel
Aangedragen voor iemand uit Rotterdam. Er zijn ruim twintig fictieve
plaatsnamen die eindigen op -radeel, van Boerenkoolstronkeradeel, via Nuts-
kutteradeel tot Zuurstokkeradeel Dit zijn er meer dan in het echt, want Ne-
derland telt tien plaatsnamen die zo eindigen, van Baarderadeel tot West-
dongeradeel. Ze liggen allemaal in Friesland. Taalkundig gezien is het
achtervoegsel overigens niet -radeel, maar deel (diel in het Fries). De beteke-
nis is 'gemeente, grietenij'.

186
Zwijnsdorp
In 1708 door Lukas Rotgans gebruikt in zijn klucht Boerekermis. Rotgans
schreef over de kermisgast Hans Poespas, die in Zwynsdorp door 'Hans
Vlegel' was grootgebracht, maar buiten zijn geboortestreek de grote heer
uithing.

Hier is Hans Poespas, met zyn toestel en voyagie.


Hy speelde waar hy quam den snorker sans couragie [opschepper]
Hy was te Zwynsdorp van Hans Vlegel voortgebragt;
Maar buiten 's landts baron, een heer van groot geslacht.

L. Strengholt, die de tekst van Rotgans in 1968 bezorgde, schreef in een


voetnoot bij Zwijnsdorp: 'Fantasienaam voor een dorp zonder beschaving.'

187
14
Minder brave gehuchten: van
Apekutteveen over Herejezusveen
naar Verneukschoten

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van fictieve plaatsnamen die gebruik-
maken van seksuele, fecale en godslasterlijke elementen. Kortom, van
plaatsnamen die zijn gevormd rond een taboe. Het aantal taboes waaruit is
geput, is opmerkelijk beperkt. Sterker nog, het taboe dat in het Algemeen
Informeel Nederlands het sterkst aanwezig is, namelijk (ongeneeslijke)
ziektes, ontbreekt bij de fictieve plaatsnamen nagenoeg volkomen. Er be-
staan duizenden scheldwoorden en verwensingen met kanker, tering, tyfus,
pleuris en pokken, maar er is zegge en schrijve één fictieve plaatsnaam ge-
vonden die uit dit vaatje tapt, namelijk Hendrik-Ido-Godverlaten-Jezus-Te-
ring-Ambacht. Het zou voor de hand hebben gelegen als we Teteringen in
Noord-Brabant waren tegengekomen met de uitspraak Te-Teringen, of dat
Rustenburg in Noord-Holland was uitgebreid tot Pleurustenburg, maar der-
gelijke vormingen zijn niet aangetroffen.
Er wordt zelfs nauwelijks gespot met God. We komen Hem alleen tegen
in HeerJanJezusGodverdommedam en in het bovengenoemde Hendrik-Ido-
Godverlaten-Jezus-Tering-Ambacht - verder is het rond de Schepper opval-
lend stil.
Welke taboe-elementen spelen in fictieve plaatsnamen dan wél een rol?
In de eerste plaats: seksualiteit, een onuitputtelijke bron van inspiratie
voor informeel taalgebruik. We vonden negentien plaatsnamen met woor-
den voor lichaamsdelen die aan de man toebehoren, zoals kloot, lui, piel,
pik, pummel, snikkel en zwans. Zestien plaatsnamen bevatten woorden voor
het seksueel verkeer, zoals neuken, palen, stoten, hompiekurken en wippen.

190
Maar de meeste plaatsnamen in deze groep bevatten woorden voor vrou-
welijke lichaamsdelen, en dat geeft te denken. Betekent dit dat vooral man-
nen ze bedenken en gebruiken? Hoe het ook zij, er zijn maar liefst 37 fic-
tieve plaatsnamen waarin woorden voorkomen als flamoes, kut, prut,
schaamlip of vagina. Kut staat met 29 namen op de eerste plaats.
Onder de 25 namen die gebruikmaken van fecale elementen staat stront
met tien vormingen op de eerste plaats, gevolgd door aars, hol, kak, pies,
poep en reet. Gezien de grote populariteit van schijt in de informele taal,
speelt dit woord bij fictieve plaatsnamen een frappant kleine rol. Het is
maar één keer gebruikt, in Emmererfschijterveen, een variant op Emmer-
Erfscheidenveen in Drente. Alleen in Kutjepoep, Lulbroekerstront en Reet-
ketelpikkumerschans zien we de combinatie van een seksueel met een fe-
caal element, de overige namen blijven keurig op hun eigen terrein.
Alle namen in deze taboegroep hebben dezelfde betekenis: gehucht, af-
gelegen oord, negorij, gat in de grond. Ze zijn bovendien allemaal tame-
lijk jong: de vroegste dateren uit de jaren zestig van de 20ste eeuw. Het is
goed mogelijk dat sommige al ouder zijn, of dat er vroeger vergelijkbare
plaatsnamen zijn gevormd, maar dat is niet vastgelegd.
Voor het Frans ligt dat anders. Erotische werken uit de late 18de eeuw
hadden vaak een gefingeerde plaatsnaam op de titelpagina. Dat kon sim-
pelweg Amsterdam zijn (omdat daar indertijd veel verboden Franse boe-
ken werden gedrukt, stond 'Amsterdam' zo'n beetje voor 'Sodom en Go-
morra'), of'De Vaticaanse pers te Rome' (om de Kerk te pesten). Maar op
de titelpagina's bij dit soort boeken staan ook namen als Branlinos (een
woordspel met branler, 'aftrekken'), Couillopolis (een woordspel met corni-
les, 'kloten, ballen', en polis, 'stad'), Enculons (van enculer, 'kontneuken'),
Foutropolis (van foutre, 'neuken'), Gamahuchons (van gamahucher, 'kont-
neuken') en Paillardesiropolis (vanpaillard, 'wellustig mens', en désir, 'ver-
langen').
De Nederlandse pornografische lectuur is helaas nooit overzichtelijk bij
elkaar gezet. Een steekproef leert echter dat in dergelijke werken bijna
geen gefingeerde namen opduiken. Of ze vermelden helemaal geen
plaats van uitgave, of Amsterdam, Rotterdam of Franeker. Een uitzonde-
ring is Het reukwerk van Venus, zynde een verzameling van koddige snake-
rytjes, zeldzame voorvallen, en uitmuntende puntdichten, een tweedelig werk
dat verscheen tussen 1750 en 1752. Als plaats van uitgave wordt vermeld:
Het Eiland der Verliefden.

189
Nee, dan is er ondeugender spul te vinden onder de echte Nederlandse
plaatsnamen. Zo publiceerde Gerrit Komrij op 15 juni 1983 in NRC Han-
delsblad het volgende lijstje dubbelzinnige plaatsnamen, onder het kopje
'Uitstapjes voor smeerkezen':

Achterambacht, Bruiningspolder, Buiksloot, Cockdorp, Eikellust, Fluit-


polder, Fockemastate, Galamadammen, Griethuizen, Grijpskerk, Gul-
pen, Hardenbroek, Hobbelerheide, Houthem, Juffersweert, Kezenhoek,
Kraantjelek, Krimpen aan de Lek, Leerbroek, Lieve Vrouwen-Parochie,
Loosduinen, Mijdrecht, Nigtevecht, Onderlangs, Pijpersdijk, Pikveld,
Rucphen, Ruigoord, Sexbierum, Slikkerveer, Stavoren, Tussenweg, Vrij-
hoeve, Vuilhuizen, Warmenhuizen, Waspik, Wippolder, Zaadwaard en
Zestienroeden.

Zestienroeden (een gehucht in Friesland), daar kan eigenlijk geen Dikkelul-


terp tegen op, maar ja, taal is nu eenmaal een wedstrijd waarbij de sterkste
lang niet altijd wint.

Aarlanderkutkachelveen
Uitbreiding van Aarlanderveen in Zuid-Holland, dat ook wel schertsend
Aanranderveen wordt genoemd. De verkorte vorm, Kutkachelveen, werd on-
langs nog gebruikt door Rosalie van Breemen, de Nederlandse echtgenote
van de Franse filmster Alain Delon. Op 12 juli 2002 zei zij in HP/De Tijd,
na kritiek op Nederland: 'Je zult wel denken: Rosalie go home! En tja, waar-
om zitten wij eigenlijk in Kutkachelveen terwijl we net zo goed in Cannes
of op Capri hadden kunnen zitten? Nou, we kunnen hier anoniemer zijn.'

Aarslocherveen
Aangedragen door iemand uit Assendelft. Gevormd met het Duitse Arsch-
loch, dat zowel 'reet, gat' als - overdrachtelijk - 'klootzak' betekent. Neder-
land telt ruim honderd plaatsnamen die eindigen op -veen. Het geeft aan
dat het dorp of de stad is gebouwd op veengrond.

190
Abbekutjesveen
Uitbreiding van Abbekerk, een plaats in Noord-Holland. Varianten zijn
Abbekuttekerkeveen en Abbekutjesveen. Er bestaan in Nederland verschillen-
de plaatsen die beginnen met Abbe-. Men brengt ze in verband met de
mansnaam Abbe, een verkleinvorm van onder meer Adelbert en Adubert.
Zo was Abbekinderen, een dorpje in Zeeland, in de 16de eeuw bezit van de
kinderen van een zekere Abbe.

Annaprutparochie
Een van de vele aanduidingen voor het vrouwelijk geslachtsdeel is prut.
Sinds het begin van de 17de eeuw wordt prut gebruikt voor 'weke massa';
de betekenis 'vagina' is in de 19de eeuw voor het eerst gesignaleerd, maar
kan veel ouder zijn, want woordenboekmakers waren lang erg terughou-
dend in het opnemen van 'vieze woorden'. Annaprutparochie is - vanzelf-
sprekend - geënt op Sint-Annaparochie, een plaats in Friesland. Een an-
dere benaming voor 'gehucht' is Hutjeprut.

Apekutteveen
Soms met als uitbreiding: in Apekutteveen, aan het neukersdijkje. Als va-
rianten zijn aangetroffen: Apekutveen en Apekutterveen. Laatstgenoemde
werd onlangs nog gebruikt door Marcel Buissink, een zoon van Herman
Brood uit een kortstondige relatie met de voormalige Miss Groningen Te-
kie Buissink. Op 6 april 2002 zei hij in Het Volkskrant Magazine: 'We gin-
gen naar Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk. Tot de concerten zachtjesaan
minder werden. Hermans gezondheid ging achteruit en hij had er ook niet
meer zo'n zin in. Op het laatste nippertje blies hij optredens af. Dan zei hij:
Ach, ik heb er écht geen trek in om naar Apekutterveen of Jipsingsboer-
tange te gaan.'

Bad Neueschwanz
Duitse 'vertaling' van Nieuweschans in Groningen. Schwanz wordt in het
Duits onder meer gebruikt voor 'pik, lui'. In verbasterde vorm hebben wij
dit woord overgenomen in lapzwans.

191
Befteling

Zie Pornopark Schaamharen.

*Bilderdam
Een pakje hestellen bij de bode van Bilderdam (1644) = naar de wc gaan. Naar
Bilderdam in Zuid-Holland, met een woordspeling op bil. De uitdrukking
is onder meer aangetroffen in Klucht-hoofdige Snorre-Pypen, Quacken, en
Quinck-slagen, Springende van den Os op den Esel (1644) van I. Burghoorn:
'Men buyk swelt soo as een oly-koeck. Oy, oy, doet los de veter, ick moet
een packje gaen bestellen tot de Boo van Billerdam.' Men zei ook een Bil-
derdamse kermis houden (1858) voor 'een pak voor de billen geven'. De Frie-
se uitdrukking oproer of donder in de bilddorpen bevat eveneens een woord-
speling op bil, naast een verwijzing naar dorpen in de gemeente Het Bildt.
Men zegt dit als iemand hoorbaar een wind laat.
Boerenstronteradeel
Fecale variant op Boerenkoolstronkeradeel, een van de weinige fictieve
plaatsnamen die in de Grote Van Dale zijn opgenomen (met als betekenis
'benaming voor een gehucht dat ergens veraf ligt en zogenaamd onbereik-
baar voor de "moderne beschaving" is'). Andere varianten zijn: Boeren-
koolstronkerabladstad, Boerenkoolstronkeradeelsterkarspel en Boomstronkera-
deel.

Bokkeneukeradeel
Van oudsher wordt de bok afgeschilderd als een geil dier. Vandaar uit-
drukkingen als oude of geile bok en een oude bok lust nog wel een groen blaad-
je. Bokkeneukeradeel is aangedragen door iemand uit Assendelft, samen
met Bokkeneukeveen. Nederland telt slechts vier plaatsen die beginnen met
Bok-; het gaat hier overigens om een verbastering van beuk.
Een Duitse fictieve plaatsnaam met het 'neuk'-element is het dorps aan-
doende Oberniederbumsbach, 'Oppernederneukbeek'.

192
Boutenburg, Boutenburcht
In Amsterdam worden Boutenburg en Boutenburcht wel gebruikt voor
'plee' ('Ik ben effe naar Boutenburg'). Dit natuurlijk vanwege bouten en een
bout draaien voor 'poepen'. De plaatsnamen werden omstreeks 1970 ge-
hoord in de Jordaan. Inmiddels bestaat er nog maar één Nederlandse
plaats met het woordelement bout, namelijk Op den Bout in de gemeente
Maarbree in Limburg. In de 19de eeuw waren er verschillende gehuchten
genaamd Bout of De(n) Bout, en in Zuid-Holland lag een plaatsje Boutweg.
Bij Sloten in Noord-Holland stond ooit een huis genaamd Boutenburg,
maar het is niet duidelijk of dit van invloed is geweest op het Amsterdam-
se schertswoord voor 'plee'.

*Buiksloot
Naar Buiksloot varen (1719) = geslachtsgemeenschap hebben. Naar Buik-
sloot, indertijd een zelfstandig dorp in Waterland (Noord-Holland), in-
middels een deel van Amsterdam, zinspelend op buik, 'onderbuik'. Ko
Cassandra (1802-1868) gebruikte de plaatsnaam in een gedicht getiteld
'Onschuldig tijdverdrijf:

'Wel, man! wat deedt gij toch op 't Water bij Kato?'
'Gij bleeft zolang bij haar; - ge weet, ik kén je, Koo!'
'Mijn goede griet,' sprak Koo, 'uw kommer zij niet groot;
We keken naar een' mast, die heenvoer naar Buiksloot!'

Een vergelijkbare woordspeling is te vinden in buiksloterhammetje voor


'vagina', met daarin de naam Buiksloterham, oorspronkelijk een dorpje
ten noorden van Amsterdam dat inmiddels door de stad is opgeslokt. Men
zei ook naar Stootwijk rijden voor 'geslachtsgemeenschap hebben'. Stoot-
wijk is een fictieve plaatsnaam. In het Duitse taalgebied spreekt men in dit
verband wel van nach Küssnacht gehen, dus naar een kussenrijke nacht.
Küssnacht is een plaats in Zwitserland.

Costa del Platje


Ruim twintig fictieve plaatsnamen beginnen met Costa, Spaans voor
'kust'. Drie daarvan hebben een seksuele strekking: Costa del Platje, Costa

193
del Snol en Costa Sletta. Aanvankelijk was platje een volkswoord voor plat-
luis of schaamluis; later werd het gebruikt voor 'geslachtsziekte'. Als toe-
lichting bij Costa del Snol schreef een informant: 'Tijdens mijn vakantie
twee jaar geleden in Italië kwam ik Nederlanders tegen die op mijn vraag
waar ze nog heen gingen meldden: "Naar Spanje naar de Costa del Snol",
vanwege de in hun ogen losse-zedenmentaliteit daar van de Nederlandse
meiden in Spanje.' En over Costa Sletta schreef iemand: 'Toen ik in Maas-
tricht studeerde (vanaf 1983) hadden we het over "geblondeerde zonne-
bank- en haarlakmonsters" die naar de Costa Sletta (Benidorm, Salou etc.)
gaan om daar de nacht door te brengen in discotheken en overdag op het
strand te sletten en te bakken.'

*Darmstadt
Een (ijl)telegram uit Darmstadt (omstreeks 1930) = een 'scheet' of'diarree'.
Soms ook voor 'luide boer'. Er zijn verschillende uitbreidingen en varianten
aangetroffen, zoals een bericht uit Darmstadt, dat er een worst op komst is; tele-
gram uit Darmstadt: lading verse worst in aantocht; een telegram uit Darmstadt,
er is een spoedbericht onderweg; telegram uit Darmstadt, stront voor de lading;
oproer in Darmstadt (voor een rommelende maag) en er komt een pakketje
van Maagdenburg naar Darmstadt. De uitgebreidste variant werd omstreeks
1938 i.n Malang (toen Nederlands-Indië) gehoord, en heeft het karakter van
een mop. Een informant meldde dat hem indertijd door een medescholier
werd gevraagd of hij wist wat een scheet precies was. Toen hij ontkennend
antwoordde, kreeg hij als antwoord: 'Dat is een bericht uit Maagdenburg
langs Darmstadt via Terbillen naar Terneuzen dat er een lading stront in
aantocht is.' Dit alles naar Darmstadt in Duitsland, opgevat als de stad van
de darmen.

Dedemshemel
De meerderheid van de bevolking van Dedemsvaart in Overijssel is streng
orthodox protestant. Vandaar de spottende bijnaam: Dedemshemel. Ove-
rigens is Dedemsvaart genoemd naar J.W. van Dedem, een baron die om
de veenontginning te bevorderen in 1809 begon met de aanleg van een ka-
naal, dat in 1854 werd voltooid.

194
Dikkelulterp
Omstreeks 1965 gehoord in Amsterdam. Nederland telt momenteel acht
plaatsnamen die eindigen op -terp, van Greonterp tot Wijnjeterp. Ze liggen
allemaal in Friesland. Een andere fictieve plaatsnaam met -lui is Hanglul-
lerbroek (gehoord in Rotterdam).

Emmererfschijterveen
'In militaire dienst,' aldus een informant, 'was er een mede-dienstplichti-
ge die zich naar de mening van zijn kamergenoten nogal lomp en boers
gedroeg. Deze man kwam uit Emmer-Erfscheidenveen, dat door zijn lot-
genoten als Emmererfschijterveen werd aangeduid, om het vermeende ka-
rakter van de bevolking van het dorp aan te geven.' Emmer-Erfscheiden-
veen is ook de inspiratiebron voor Strontemmerveen, een plaatsnaam die in
Rotterdam is gehoord.

Flamoesdijk
Uitbreiding van Moesdijk, de naam van een dorp in (Nederlands) Lim-
burg. De herkomst van flamoes, dat 'kut' betekent, is onbekend. Het woord
is in 1914 voor het eerst opgetekend. Mogelijk gaat het terug op flamboeës,
een dialectvorm vanframboos. Het vrouwelijk geslachtsdeel is vaker als een
vrucht voorgesteld: denk bijvoorbeeld aan pruim. In het Frans wordt fram-
boise gebruikt voor 'clitoris'.

Fukkistan
'Ik heb een paar jaar in Noordwest-Pakistan gewoond,' aldus een infor-
mant, 'waar veel mensen vanwege hun Pathaanse taal de P en de F ver-
warren. Die verwarring lag ten grondslag aan het wijdverbreide Fukkistan
als spot- of koosnaam voor Pakistan.'

Gatsemergat
Dit gat der gaten werd aangedragen door iemand uit Groningen. Neder-
land telt momenteel nog zeven plaatsen die eindigen op -gat (vroeger wa-
ren dat er meer). De opmerkelijkste zijn Boerengat (Zeeland), Moddergat

195
(Friesland) en Stampersgat (Noord-Brabant). Gat betekent in deze namen
overigens niet 'plaats van niks', maar 'monding van een kreek'. De Grote
Van Dale vermeldt boerengat (zonder hoofdletter) in de betekenis 'afgele-
gen, oninteressante plaats'.

Happekutterveen
'Als wij in onze familie the back ofbeyond willen omschrijven,' aldus een
dame uit Den Haag, 'dan spreken wij over Happekutterveen.' Inmiddels
bestaan er geen Nederlandse plaatsnamen meer die beginnen met
Happe- maar tot aan het begin van de 20ste eeuw kende Noord-Brabant
een buurtschap met de naam Happenhennip. Of die naam van invloed is
geweest is niet bekend; het is ook goed mogelijk dat Happekutterveen is
ontstaan als variant op Apekutteveen.

HeerJanJezusGodverdommedam
Uitbreiding van Heerjansdam in Zuid-Holland. Ook Herejezusdam, Here-
jezusjansdam en Jezusjansdam zijn geënt op Heerjansdam (dat in de vijf-
tiende eeuw is genoemd naar Heer ('Ambachtsheer') Jan van Roozendaal).
Zie verder bij Herejezusveen.

Henclrik-Ido-Godverlaten-Jezus-Tering- Ambacht
Omstreeks 1978 gehoord in Delft. Een informant schreef als toelichting:
'Ik werkte indertijd na schooltijd op de markt in Delft. Mijn toenmalige
baas vroeg of ik een keer een complete dag op de markt in Hendrik-Ido-
Godverlaten-Jezus-Tering-Ambacht kon komen helpen. En natuurlijk ben ik
die dag in Hendrik-I do-Ambacht geweest. Sinds die dag gebruik ik in con-
versaties de uitgebreide naam, soms tot verbazing van toehoorders.'

Herejezusveen
Herejezusveen behoort tot de bekendste en populairste godslasterlijke
plaatsnamen. Hij is vooral geliefd onder popmuzikanten, die een achter-
afzaaltje in een achterafplaats graag mogen aanduiden als zaal Strontzicht
in Herejezusveen. Mogelijk is deze populariteit in een bepaalde beroeps-

196
groep te verklaren uit een slagzin van de popgroep Normaal: 'Van Hereje-
zusveen tot Stampersgat: Normaal speult alles plat.'
De populariteit van Herejezusveen onder popmuzikanten is met veel cita-
ten aan te tonen, maar één voorbeeld kan volstaan. Henny Vrienten zei op
16 december 1998 in De Groene Amsterdammer. 'Het is ook zo onnatuur-
lijk, zo'n bandje. Je ziet meer van de andere bandleden dan van je vriendin
of vrouw. En het verval, de weg terug, leek mij erg pathetisch. Het moet af-
grijselijk zijn om, ouder wordend, te proberen het succes vast te houden.
Je kunt toch niet je hele leven in een busje zitten naar Herejezusveen!'
Varianten zijn: Allejezusveen, Herejezusdreef, Sint-Herejezus in 't Veen en
Sint-Herejezusveen.

Hobbeskont
'Mijn vader,' aldus een informant uit Vlaardingen, 'sprak een halve eeuw
geleden al over Hobbeskont als hij met enig dédain de herkomst van men-
sen en/of gewoonten wilde aanduiden: "Dat heeft-ie zeker in Hobbeskont
geleerd.'" Hobbes is een inmiddels verouderde variant van lobbes, 'sul'.

Homolowakije
Hij komt uit Homolowakije = hij is homoseksueel. Homolowakije is geënt op
de landnaam Slowakije.
Vergelijk Nichtenstein, Nigtevecht en Utrecht.

Hompekurkerstrekgat
Het eerste deel van deze fictieve plaatsnaam is afgeleid van hompiekurken,
dat 'neuken' betekent. De plaatsnaam is gehoord in Roelofarendsveen.

Hondsbommelerkont
Omstreeks 1960 gehoord in Middelburg. Het gaat hier om een uitgebrei-
de variant van Bommelskont. Een andere plaatsnaam met hond- is Hond-
stronteradeel.

">97
Jalullebad
Schertsende verbastering van Jalalabad, een plaatsnaam die niet alleen in
Afghanistan voorkomt - hoewel dat de bekendste is - maar ook in Bangla-
desh, I ndia, Iran en Pakistan. Wereldwijd zijn er maar liefst veertien plaat-
sen met die naam.

Kaap Kont
Vooral bekend in de uitdrukking voor Kaap Kont liggen voor '(met zijn
tweeën) in bed liggen, slapen' of 'met iemand naar bed gaan, gemeen-
schap hebben'. Als varianten zijn aangetroffen ankeren achter Kaap Kont;
bij Kaap Kont voor anker gaan; achter of voor Kaap Kont gaan en achter Kaap
Kont verdwijnen. Zie verder bij Kaap Kont in hoofdstuk 8.

Kakanië
Een vondst van de Oostenrijkse schrijver Robert Musil (1880-1942) (en niet
van zijn landgenoot Karl Kraus, zoals je soms leest). Musil voert Kakanië
(Kakanien in het Duits) op in Der Mann ohne Eigenschaften, een onvoltooi-
de roman die pas na zijn dood werd uitgegeven en die hem beroemd maak-
te. Met Kakanië wordt de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie aange-
duid. De naam is geïnspireerd op de afkorting k.u.k. (kaiserlich und könig-
lich, omdat het staatshoofd keizer van Oostenrijk en koning van Hongarije
was) en Kacke, 'poep, drek'.

Kloothommelsga
Kloothommelsga is de enige fictieve plaatsnaam die gebruikmaakt van het
woord kloot. Dat woord komt nu niet meer in Nederlandse plaatsnamen
voor, maar aan het begin van de 20ste eeuw was er nog een gehucht De
Kloot in Noord-Brabant en een Kloothoeft in Limburg. Het achtervoegsel
-ga, dat in zes Nederlandse plaatsnamen voorkomt (van Augustinusga tot
Terwisga), betekende oorspronkelijk 'dorp met omgeving'.

198
Kontebonk
Afleiding van kontbonken, '(kont)neuken'. Vergelijkbare Engelse fictieve
plaatsnamen zijn Bumfuck en Buttfuck. In het Amerikaans is het gebrui-
kelijk om achter een fictieve plaatsnaam een staat te noemen. Bij Bumfuck
en Buttfuck is dit doorgaans Idaho.

Kontenlikkersgat
Gehoord in Rotterdam. Kontlikker (en aarslikker) betekent 'slijmerd, vlei-
er'. Nederland telt momenteel negen plaatsnamen die eindigen op -gat,
van Boerengat tot Zwanegat.

*Kontich
Zie bij deze plaatsnaam in hoofdstuk 13.

Kut aan de Zaan


Denigrerende bijnaam voor Koog aan de Zaan in Noord-Holland. Ge-
hoord in Amsterdam.

Kut op Veen
Het woord kut is in 1574 voor het eerst in het Nederlands opgetekend. De
herkomst is niet helemaal zeker. Men veronderstelt dat het teruggaat op
het Gotische qithus, 'moederschoot'. Zeker is dat kut in fictieve plaatsna-
men een geliefd woorddeel is. Soms staat het in het midden, zoals bij Aar-
landerkutkachelveen, Nutskutteradeel en Schubbekutsluis, maar veel vaker be-
ginnen fictieve plaatsnamen met Kut, Kutje of Kutte(r). In slechts één
plaatsnaam duikt kut aan het einde op, en dan nog in verbogen vorm, na-
melijk bij Oostkutteren.
Bij Kutkammerveen en Kutkammerije wordt gezinspeeld op het woord kut-
kammen, dat 'zeiken, zaniken' betekent. Daarnaast zijn er vier namen
waarin het woord krabben een rol speelt: Kutkrabberveen, Kutjekrabbeveen,
Kutkrabbedijk (afgeleid van Krabbendijke in Zeeland) en Kutkrabberadeel
Kutdorp, gemeente Kotshol, aangetroffen in een album van Sjef van Oekel,
is de enige variant met een uitbreiding. Kutjepoep is gesignaleerd in het

199
werk van Jules Deelder, maar komt waarschijnlijk 'gewoon' van de straat,
net als Kutjeneukemerhei, Kutjewinkel, Kutschurkendam, Kuttemeroog (een
variant op Rottumeroog) en Kuthuizerveen.
Een veelgebruikte fictieve plaatsnaam in het Spaans is El Quinto Cono
('De Vijfde Kut'). Dit wordt gebruikt in de betekenis 'ergens ver, afgele-
gen'. Een nettere variant is El Quinto Injierno ('De vijfde hel').
Vergelijk Kuttekoven in hoofdstuk 17.

Lake Horny
Schertsende 'vertaling' van de Hoornse Plas bij Eelderwolde in Drente.
Horny betekent in het Engels 'geil, opgewonden'. Het naaktstrand bij de
Hoornse Plas was volgens een informant de aanleiding voor deze bijnaam.

Lassiemalullie
Verbastering van 'laat-ze-maar-lullen'. Aangetroffen in een publicatie geti-
teld Het eiland Lassiemalullie; kroniek van een uitgeversreis, een liber amori-
cum voor uitgever Benno van Lochem van Kluwer. Waarschijnlijk alleen
in kleine kring bekend.

Lexvodsen, Likfotse
Lexvodsen en Likfotse komen voor in dooddoeners met een plaatsnaam, na-
melijk: naar Leocvodsen en over Potterbolli weerom (gehoord omstreeks 1940);
en naar Likfotse, waar de boeren de kippen jotsen (omstreeks 1965). Beide
plaatsnamen zullen zijn beïnvloed door het Duitse Fotze, 'kut'. Likfotse be-
tekent dus eigenlijk 'likkut'.

Likmeholsteradeel
'Ik kwam met deze plaatsnaam in aanraking,' aldus een informant, 'tij-
dens het vervullen van mijn dienstplicht in de zomer van 1991. Toen mijn
pelotongenoten en ik bij het oefenen van de zogenaamde "sluipgangen bij
nacht" de aanwijzingen van de sergeant - een Brabander woonachtig in
Den Haag - niet correct opvolgden, waarschuwde hij ons dat wij aldus
zouden doorkruipen tot aan Likmeholsteradeel.' Het Nederlandse leger is

200
een rijke bron voor informeel taalgebruik. Vergelijk bijvoorbeeld Emmer-
erf schijterveen, Schaamlipperveen, Sexloos en Poepgeilstradeel.

Loopse Pik
Woordspeling op Lopik in Utrecht, dat ook voorkomt als Walking Dick. De
enige andere fictieve plaatsnaam met -pik is Reetketelpikkumerschans. Ove-
rigens moet de herkomst van de naam Lopik heel ergens anders worden
gezocht: hij betekent 'toebehorend aan de persoon Lupius'.

Lulbroekerstront
Zie bij Verneukschoten.

Lullebroekieshaven
Voor een zeevarende natie telt Nederland opmerkelijk weinig plaatsna-
men die eindigen op -haven. Het zijn er slechts zeven, van Almere-Haven
tot Simonshaven. Voorzover bekend is Lullebroekieshaven de enige verzon-
nen plaatsnaam die van deze uitgang gebruikmaakt. De naam is gehoord
in Den Haag.

*Maarssen

Zie bij deze plaatsnaam in hoofdstuk 13.

*Makkum
Naar Makkum moeten (1911) = naar de wc moeten. Naar Makkum in Fries-
land, met de gedachte aan gemak, 'toilet'.
Vergelijk Portugal.
Neukië
Volgens een informant wordt Neukië zowel voor een achteraf gelegen
plaats als voor een 'onbeduidend land' gebruikt. Die laatste betekenis
sluit beter aan bij het gebruik van het achtervoegsel -ië in fictieve plaats-

201
namen. Ruim dertig landennamen eindigen zo, van Absentie tot Trans-
andijvië.

Neukemazijl

Zie bij deze plaatsnaam in hoofdstuk 13.

Nichtenstein
Hij komt uit of van Nichtenstein = hij is homoseksueel. De naam is gevormd
naar het voorbeeld van Nigtevecht en Liechtenstein. Er wordt gespeeld met
nicht in de betekenis van 'homo'. In 1993 typeerde de Volkskrant Frank
Govers en Joop Braakhekke als de 'Knabbel & Babbel van het groothertog-
dom Nichtenstein'; een jaar later werd Albert Mol in diezelfde krant 'de tv-
vader van het Koninkrijk Nichtenstein' genoemd. Je komt Nichtenstein ook
op internet tegen, in diverse toepassingen. Zo staat op een site over homo-
seksualiteit: 'Nou, meid, had je hem moeten zien kijken. Alsof hij het in
Nichtenstein hoorde donderen.' En elders wordt iemand als volgt aange-
sproken: 'Hee van nichtenstein, kom eens achter die bar vandaan.'
*Nigtevecht
Hij komt uit of van Nigtevecht = hij is een homoseksueel. Naar Nigtevecht
in Utrecht. De uitdrukking is omstreeks 1950 gehoord in Amsterdam.
Nicht is al aan het begin van de 18de eeuw opgetekend in de betekenis van
'homo'. Het was indertijd een soort codewoord onder homoseksuelen.

Nutskutteradeel
'In de jaren zeventig was Nutskutteradeel in Leiden vrij gangbaar als type-
ring voor de ergste provincie, waar ook ter wereld,' aldus een informant.
Nederland kent geen plaatsnamen die beginnen met Nuts-, maar wel veel
nuts verenigingen.

Oostschubbekutteveen

Uitbreiding van Schubbekutteveen. Bij diverse fictieve plaatsnamen die als

2.02
betekenis hebben 'afgelegen oord, gehucht, negorij', wordt het provinciale
karakter nog eens onderstreept door er Oost- voor te zetten. Voorbeelden
zijn: Oost-Begonië, Ooststronkeradeel en Oostwapperzand-Buiten. Uitbrei-
dingen met Noord- zijn niet aangetroffen, met Zuid- en West- wel, maar
Oost- komt het meest voor.

Paalgraag
Je zou verwachten dat paal al eeuwenlang voor 'penis' wordt gebruikt. Mis-
schien is dat ook zo, maar onze historische woordenboeken maken er geen
melding van. We vinden deze betekenis pas in de 20ste eeuw, samen met
palen en palen laaien voor 'neuken', en met palenhater voor 'lesbienne'.
Paalgraag is ingezonden door een informant uit Rotterdam. Zeeland kent
twee dorpjes die Paal heten; in Overijssel ligt Rollepaal. Aan het begin van
de 20ste eeuw had je ook nog Paaldijk, Paalkuil en Paalstraat, maar die ge-
huchten zijn inmiddels opgeheven.

Pierlepon
Aangetroffen in een toneelstuk uit 1650 van M. Gramsbergen, getiteld
Kluchtige Tragcedie: Of den Hartoog van Pierlepon. Het WNT brengt de naam
in verband met het werkwoord pierlepompen, dat wordt omschreven als
'schertsende benaming voor vleeschelijke gemeenschap uitoefenen'. In het
Gronings werd pierlepomp gebruikt voor 'rare snuiter, vreemde gast, snaak'.

Pluskut
Pluskut is een fictieve plaatsnaam die voortkomt uit een raadsel. Dit luidt:
hoe kun je Enschede vertalen? Als plus-kut (synoniemen voor en + schede).
Buiten het raadsel lijkt Pluskut vooral in de studententaal te worden ge-
bruikt als bijnaam voor Enschede. Ook op internet tref je het geregeld aan.

Poepeloerekapelle
Volgens een Vlaamse informant een algemeen gebruikte fictieve plaats-
naam in Vlaanderen. Zowel in Nederland als in Vlaanderen zijn er ver-
schillende plaatsnamen die eindigen op -kapelle. Het woord Poepeloere is in

203
de Vlaamse dialectwoordenboeken niet aangetroffen; mogelijk is het een
verlenging van poep.

Poepgeilstradeel
Omstreeks 1960 gehoord in het Nederlandse leger. Inmiddels zijn er in
Nederland geen plaatsnamen meer die beginnen met poep-, maar een
aardrijkskundig woordenboek uit 1912 vermeldt onder andere Poepen-
nest, Poepenstouwe, Poepershoek en Poepsbrug.

Poepjanknor
Zie bij Verneukschoten.

*Po{o)rtuga(a)l
Naar Portugal gaan (omstreeks 1520) = naar de wc gaan. Naar het land Por-
tugal, met een woordspeling op poort in de betekenis van 'aars, achterste'.
Lange tijd schreef men Poortegael. Dit werd overdrachtelijk gebruikt voor
'heimelijk gemak' en 'achterste, aars, zitvlak'. Men zei ook een briefschrij-
ven naar Portugal voor 'naar de wc gaan'. Een wc-papiertje werd wel een
Portugalsbriefje genoemd; 'drek' en 'stront' noemde men soms Portugaalse
vijgen. In geval van diarree beschikt het Duits over de uitdrukking Über-
schwemmung der Po-Ebene, 'overstroming van de Povlakte' (van Po, 'bips').
De Fransen spraken in zo'n geval wel van aller a Clichy, 'naar Clichy gaan',
met de bijgedachte aan het argot-woord cliché, 'diarree'.
Vergelijk Makkum.

Pornopark Schaamharen
Bijnaam voor Ponypark Slagharen. Hoewel erg flauw, is deze woordspeling
vrij wijdverbreid - ze is bijvoorbeeld op verschillende websites te vinden.
Een vergelijkbare vondst is 'de Befteling bij Kutsheuvel' (de Efteling bij
Kaatsheuvel). Aan het digitale sekspark de Befteling is een aparte website
gewijd.

204
*Poupehan
Hij komt van Poupehan = hij is geil, hij heeft een grote seksuele drift. Naar
Poupehan in (Belgisch) Luxemburg, met een woordspel op poepen, dat in
Vlaanderen algemeen wordt gebruikt in de betekenis 'neuken'. De plaats-
naam Poupehan wordt ook overdrachtelijk gebruikt voor 'gat, gehucht,
plaats waar niks gebeurt'. Zie verder in hoofdstuk 17.

Prentenpielemansga
Omstreeks 1940 gehoord in Zwolle. Een informant schreef:'Prentenpiele-
mansga, daar wensten wij iedereen naartoe die maar niet ophield met het
maken van grappen die ietwat ongepast waren. Mijn Zwolse oma slaakte
vaak die verzuchting. Een grappenmaker heette in het oud-Zwolse dialect
een prentenpielenman.'

Pummeldam
Het is de vraag of bij Pummeldam is gedacht aan pummel in de betekenis
van 'mannelijk lid' of aan 'lomperd, lummel'. In ieder geval wordt het ge-
bruikt - net als de meeste fictieve plaatsnamen - voor een gehucht, een
verafgelegen, achterlijk gat.

Reetketelpikkumerschans
In 1988 door Jules Deelder gemunt in zijn boek Drukke dagen. Sindsdien
duikt het ook in de spreektaal op. Noord-Brabant kende vroeger een buurt-
schap genaamd Reetjes. In 1912 woonden er 62 mensen.

Refocity
Denigrerende bijnaam voor Geldermalsen in Gelderland, waar veel gere-
formeerden wonen.

-Roodkerk
Het is feest in Roodkerk (1972) = zij is ongesteld. Naar Roodkerk in Fries-
land, zinspelend op (menstruatie)bloed. Men zegt ook opoe van Roodeschool

205
is over (1995), naar Roodeschool in Groningen. Vergelijkbare buitenlandse
uitdrukkingen zijn to have a visitor from Redhank (een gast uit Redbank
hebben) en traverser la mer Rouge (de Rode Zee oversteken) - beide voor
'ongesteld zijn'. Hetzelfde water komt voor in een goeie schipper vaart ook
door de Rode Zee voor 'ook tijdens de menstruatie kun je seksuele gemeen-
schap hebben'. De vroegste vindplaats voor deze uitdrukking is van 1957.

*Sassenheim
'Wanneer mijn nieuwe, tamelijk oubollige collega's het toilet bezoeken,'
aldus een correspondent, 'zeggen ze dat ze even naar Sassenheim gaan.'
Sassenheim ligt in Zuid-Holland. Er wordt vanzelfsprekend gespeeld met
sassen in de betekenis van 'plassen'. Dit woord - dat dateert uit de eerste
helft van de 20ste eeuw - is óf klanknabootsend gevormd, óf het is een be-
tekenisuitbreiding van sassen, 'de sluisdeuren opendoen om te spuien'.

Schaamlipperveen
Voorzover bekend is het woord schaamlip voor het eerst aangetroffen in
een boek uit 1724 van J. Palfijn, getiteld Ontleed-kundige Beschryving, van de
Vrouwelijke Deelen, die ter voort-teeling dienen. De plaatsnaam Schaamlip-
perveen is gehoord in het Nederlandse leger. 'Mijn sergeant,' aldus een in-
formant, 'had het altijd, bij wijze van voorbeeld, over iemand "uit Schaam-
lipperveen met niet meer opleiding dan twee danslessen en een cursus
bloemschikken (of een diploma zwakstroom)".' Een variant is Schaamlip-
stradeel.

Schippekutteveen
In 1998 door Mare De Coster opgetekend in zijn Woordenboek van popu-
laire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans. Hij geeft als bewijsplaats een
citaat uit HP/De Tijd uit 1993: 'Een topscorer is hij nooit geweest. "En dat
zal ik ook nooit worden," zegt hij. "Misschien als ik bij Schippekutteveen
ga spelen.'" Mogelijk is deze naam ontstaan als variant op Schubbekut-
te(r)veen, dat ook populair was in voetbalkringen.
Vergelijk Schubbekutsluis.

206
Schnickelwasser am Ahr
Eind jaren zestig, begin jaren zeventig was Schnickelwasser am Ahr de fa-
voriete vakantiebestemming van Douwe Trant in 'Het dagboek van Douwe
Trant', een rubriek van Rinus Ferdinandusse in Vrij Nederland. De Ahr is
een bestaande rivier in de Eifel. Algemeen wordt aangenomen dat snïkkel,
'pik', van Jiddische herkomst is, maar niet duidelijk is op welk woord het
precies teruggaat. Men komt het ook tegen in de vorm sjniggel; Schnickel is
nep-Duits. Een variant van Schnickelwasser is Schnickelsville.

Schubbekutsluis
Net als Schubbekutte(r)veen suggereert Schubbekutsluis een vaginale ziekte -
in ieder geval iets onsmakelijks met schubben. De vorm Schubbekutte(r)veen
komt vaker voor; Schubbekutsluis is waarschijnlijk een variant (net als Schip-
pekutteveen). Schubbekutte(r)veen wordt toegeschreven aan voetbaltrainer
Fritz Korbach, de man die ook het woord boerenkoolvoetbal bedacht.

Sexloos
'Aan het eind van de jaren tachtig,' aldus een informant, 'had onze com-
pagnie Exloo als oefenlocatie bij alarmen. Wij verbasterden Exloo tot Sex-
loos als wij daar weer eens verplicht een paar dagen moesten verblijven.'

Slet en Sleur
Deze allitererende, seksuele variant van Etten-Leur is opgetekend onder
Amsterdamse studenten. Schin op Geul in Limburg wordt soms Slet op
Geul genoemd. De oorspronkelijke betekenis van slet, een woord dat da-
teert uit de 14de eeuw, is overigens 'afgescheurde of oude lap'. De beteke-
nis 'ontuchtige vrouw' stamt uit de 16de eeuw. De Spaanse kust wordt wel
aangeduid als Costa Sletta.

Stadskutkanaal
Uitbreiding van Stadskanaal, een plaats in Groningen. Een 'Engelse' om-
zetting van Stadskanaal is Citieschannel. Men zegt ook Stads Anaal.

207
*Stampersgat
Uitzicht op Stampersgat (omstreeks 1970). Gezegd wanneer je een wijd-
beens zittende vrouw in het kruis kunt kijken. Naar Stampersgat in Noord-
Brabant, met een woordspeling op gat, 'vulva', en stampen in de betekenis
'neuken'. Het woord stampen in de plaatsnaam heeft overigens als beteke-
nis 'een arbeider die in de meekrapindustrie werkzaam was in de zoge-
noemde meestoof.

Stootwijk
In de verbinding naar Stootwijk rijden, voor 'neuken'. Stoten wordt al sinds
de 13de eeuw gebruikt voor 'schokkende of krachtige duw geven', maar de
betekenis 'neuken' is pas aan het begin van de 19de eeuw gesignaleerd.
Waarschijnlijk is dit overdrachtelijke gebruik echter veel ouder. Goed stoots
wordt bijvoorbeeld al sinds het begin van de 17de eeuw gebruikt voor 'geil'.
Nederland telt maar één plaatsnaam met het woord stoot: Stootshorn in
Groningen.

Strontbobbeleskonten
Net als Hondsbommelerkont is Strontbobbeleskonten een uitgebreide variant
van Bommelskont (zie hoofdstuk 13). De populariteit van het woord stront
(en vooral ook schijt) in het informele Nederlands in aanmerking geno-
men, zijn er opvallend weinig fictieve plaatsnamen mee gevormd. Het
eerder genoemde Strontemmerveen is geënt op het bestaande Emmer-Erf-
scheidenveen in Drente (net als Emmererfschijterveen); Vroomshoop in
Overij ssel wordt wel schertsend Stronthoop genoemd, en Eemnes staat bij
sommigen bekend als Stronthoopcity. Tot slot is er nog Strontkluiteradeel,
een naam die omstreeks 1960 opgang maakte in Zuid-Holland. Een be-
kende Engelse fictieve plaatsnaam is Shitsville.

Terbillen
Aangetroffen in een humoristische definitie van scheet. Wat is een scheet?
'Dat is een bericht uit Maagdenburg langs Darmstadt via Terbillen naar
Terneuzen dat er een lading stront in aantocht is.' Een en ander werd om-
streeks 1938 in Nederlands-Indië gehoord. Zie verder bij Darmstadt in dit
hoofdstuk.

208
Tietjerkstrakutteveen
Gevormd naar het voorbeeld van Tietjerksteradeel in Friesland, een plaats
die - net als bijvoorbeeld Lutjebroek - overdrachtelijk wordt gebruikt voor
'afgelegen oord'. Een andere, minder bekende variant is Tietkutteradeel.
Vanzelfsprekend wordt in deze namen gespeeld met tiet in de betekenis
van 'borst'. Overigens heet Tietjerksteradeel sinds enkele jaren officieel
Tytsjerksteradiel.

-Utrecht
Van Utrecht zijn of komen (1861) = homoseksueel zijn. Waarschijnlijk te
verklaren uit hij komt van achter de Dom, waarbij de Dom(toren) staat voor
het mannelijk lid. Men zei ook een Utrechtenaar draagt zijn broek achterste-
voren, een uitdrukking die in de studententaal is opgetekend. Hij komt van
Utrecht werd in de 19de eeuw bij het biljarten gebruikt als een bal van ach-
teren werd geraakt. Men heeft deze uitdrukkingen in verband gebracht
met de grote sodomieprocessen in Utrecht in de eerste helft van de 18de
eeuw, maar woordspelige verbanden tussen Utrecht en homoseksualiteit
zijn pas veel later aangetroffen.

Vaginaveen
De Romeinen gebruikten vagina voor 'schede van het zwaard'. Sinds het
begin van de 18de eeuw wordt dit woord in het Nederlands gebruikt voor
'vrouwelijk geslachtsdeel'. Vaginaveen is onder meer gehoord in Amster-
dam. Zonder twijfel dankt het zijn naam aan de alliteratie.

Verneukschoten
Door Harry Mulisch gebruikt in het verhaal 'Wat gebeurde er met sergeant
Massuro?', dat voor het eerst werd gepubliceerd in 1955. Mulisch schreef:
'Soms ontdekken we tussen de lianen of aan een stinkend moeras Neder-
landse onderdanen van 1,40 m hoog die nooit een blanke gezien hebben.
Nieuw Emmercompascuum noemen we zo'n kraal dan, of we geven het een
naam ontleend aan de stofwisseling: Lulbroekerstront, of Verneukschoten.'
In hetzelfde verhaal noemt Mulisch nog een andere fictieve plaatsnaam:
'De dag dat het verkeerd ging, zaten we in Poepjanknor, een gehucht van
twintig hutten vol dwergen.'

209
Voor al deze namen geldt dat ze door veel informanten zijn aangedragen.
Sommigen zeggen met grote stelligheid dat ze de namen al kenden vóór
Mulisch; zeker is dat Mulisch hun populariteit sterk heeft vergroot. Daar-
door zijn ze nu tamelijk wijdverbreid.
Overigens is verneuken nog niet zo'n oud woord. Het is in 1795 voor het
eerst opgetekend.

Wipkerk aan de Kromme Veght


Wippen is in 1829 voor het eerst gevonden in de betekenis van 'neuken',
maar het zal zeker ouder zijn, want al aan het begin van de zestiende eeuw
komen we wips tegen voor 'wulps, loszinnig'. Bij de Amsterdamse toneel-
schrijver Samuel Rusting, die berucht was om zijn grove taalgebruik, vinden
we in 1712 wipperwappen, wipstaarten en wipperij voor 'neuken', en wippernap
voor 'vagina'. Wipkerk aan de Kromme Veght, een vondst van Peter van Straa-
ten, komt voor in de bundel Nieuwe brieven van de Beste Jongens (1981), die hij
schreef samen met Rijk de Gooyer en Eelke de Jong. Andere fictieve plaats-
namen in deze brievenbundel zijn Ernstdijk, Jaarwedde (beïnvloed door
Vlagtwedde), Woelderop en Gerboerderzand. Alleen Wipkerk aan de Kromme
Veght is ook elders aangetroffen.

Wippenstein
In de door Kees van Kooten en Wim de Bie verbreide uitdrukking van Wip-
penstein gaan voor 'neuken'. De uitdrukking debuteerde op de elpee Heng-
stenbal uit 1977, in de beroemde sketch waarin de Klisjeemannetjes in het
plat Haags hun seksleven bespreken.

Van Kooten: 'Als je wilt kan je mij elke nach zien palen. Elke nach.'
De Bie: 'Elke nach van wippestein zeg. Hé, nou dan zouden ze mij na
een jaartje dinsdagochend op de stoep kunnen zetten.'

Toen Van Kooten en De Bie deze uitdrukking lanceerden, waren con-


structies die eindigen op -stein al zo'n tien jaar in de mode. In hun eigen
werk zijn nog te vinden van bubbelenstein ('dik worden op de dijen'), van
spitsenstein ('met de oortjes') en van zwevenstein. Elders zijn onder andere
gevonden van beukenstein, van knullenstein, van knokkenstein, van pimpelen-

210
stein, van slappenstein, van suffenstein en van truttenstein. Vooral Dimitri
Frenkel Frank grossierde in dit soort woorden.
Je kunt erover twisten of Wippenstein hier moet worden beschouwd als
een fictieve plaatsnaam. Zeker is dat de Grote Van Dale Wippenstein met
een hoofdletter spelt, waardoor het woord fungeert als eigennaam. Zeker
is ook dat (Heer) Van Wippestein soms wordt gebruikt als schertsende be-
naming voor 'mannelijk lid'. Het mag duidelijk zijn dat die 'heer' uit het
denkbeeldige Wippestein komt.

Wobbelkonterveen
'De fictieve plaatsnaam Wobbelkonterveen,' aldus een informant uit Rotter-
dam, 'wordt regelmatig in onze kring gebruikt om draaikonterij oftewel
het vruchteloos zoeken naar uitvluchten aan te duiden. "Kom jij uit Wob-
belkonterveen of zo?'" Ook aangedragen door iemand uit Utrecht.

211
14

Tot slot: enkele uitdrukkingen met een


woordspeling op een échte plaatsnaam

Zijn in dit boekje nu alle uitdrukkingen met een plaatsnaam aan de orde
gekomen? Nee, zeker niet. Er bestaan honderden uitdrukkingen met een
plaatsnaam. Denk maar aan zegswijzen als zo oud als de weg naar Kralingen
(of Rome) en van hier tot Tokio. Maar - zoals eerder gezegd - in dit boekje
zijn slechts uitdrukkingen met een echte plaatsnaam opgenomen als ze
een woordspeling bevatten. In dit slothoofdstuk volgen er nog een paar. Het
gaat om uitdrukkingen van diverse pluimage, die niet pasten in een van de
gebruikte rubrieken.

-Den Helder
Een heldertje krijgen (omstreeks 1940) = een heldere ingeving krijgen. Op-
getekend uit de mond van een oud-marineman. Zoals bekend is Den Hel-
der de voornaamste Nederlandse marinebasis. Mogelijk alleen in marine-
kringen bekend.

*Heythuysen
Dat is van Heythuysen (omstreeks 1970) = dat is (te) heet. Dit wordt gezegd
van voedsel of drank, bijvoorbeeld: 'Die soep is van Heythuysen.' Naar
Heythuysen in (Nederlands) Limburg. Heet wordt in het Limburgs uitge-
sproken als heit. De uitdrukking is gehoord in het Noord-Limburgse kerk-
dorp Oirlo (gemeente Venray).

212
-Miskom
Het is van Miskom (1890) = het is mislukt. Naar Miskom in Vlaams-Bra-
bant, met een woordspeling op miskomen, dat in die streek onder meer 'iets
kwaads overkomen' betekent. Men zei bijvoorbeeld zijn huwelijk is van
Miskom. Opgetekend in Vlaams-Brabant.

-Noorwegen
Noorwegen zit in de lucht (1870) = het wordt slecht weer. Naar het land Noor-
wegen, doelend op noordse buien, 'hevige regenbuien'. In de uitdrukking hij
kijkt als een bok in Noorwegen ('hij kijkt boos') wordt Noorwegen geasso-
cieerd met nors. 'De bok geldt als het toonbeeld van norschheid,' verduide-
lijkte P.J. Harrebomée in 1858. 'Een bok in Noorwegen mag in dit opzicht
een dubbele bok zijn.'

-Schuiferskapelle
Naar Schuiferskapellegaan (1893) = verdwijnen, weggaan om nooit meer te-
rug te keren. Naar Schuiferskapelle in West-Vlaanderen, met een toespe-
ling op het Zuid-Nederlandse schuiven, 'stilletjes verdwijnen'.

* Spannum
Het gaat bij Spannum om (1896) = het spant erom. Naar Spannum in Fries-
land, met een woordspeling op (erom) spannen.

-Steenwijk
Men zal u naar Steenwijk zenden (1861) = u zult hard behandeld worden.
Naar Steenwijk in Overijssel, zinspelend op steen(hard).

-Volewijk
Een abonnement op de Volewijk hebben = een groot gezin hebben. Naar Vo-
lewijk, een plaats bij Amsterdam aan de overkant van het IJ, waarschijnlijk
met een woordspeling op vol. 'Volewijk is ontstaan uit vogelenwijk,' aldus
A. Huizinga in Nederlandse zegwijzen (1965), 'waar de ter dood gebrachte

213
misdadigers aan de galg bleven hangen, en waar de vogels in menigte op
de lijken aasden. Vandaar - volgens de overlevering - werden de kinderen
gehaald.' Er zijn verschillende uitdrukkingen met Volewijk, zoals de schuit
wil naar de Volewijk voor 'de bevalling is op handen' en naar (de) Volewijk
varen voor 'baren, bevallen, een kind krijgen'. Een 'vroedvrouw' werd wel
schertsend de stuurman van Volewijk genoemd. De oudste uitdrukkingen
dateren uit het begin van de 17de eeuw.
Vergelijk Vollenhove in hoofdstuk 1.

*Wachtebeke
Haar vent ofvrijer woont te Wachtebeke (1911). Gezegd van een meisje dat te-
vergeefs op een aanbidder wacht. Naar Wachtebeke in Oost-Vlaanderen,
dat in de streektaal kan worden verstaan als wacht een beetje. De uitdruk-
king wordt in Vlaanderen nog volop gebruikt. Zo schreef een informant:
'In veel Vlaamse dialecten wordt Wachtebeke gebruikt voor "wacht een
beetje", en niet zelden wordt de uitdrukking we zitten in Wachtebeke ge-
bruikt als men te lang op iets moet wachten, bijvoorbeeld in een lange file
voor een loket in het postkantoor.' Tegen een ongeduldig iemand kon men
halverwege de 19de eeuw zeggen, aldus P.J. Harrebomée: Wacht-een-beet-
je is ook een dorp.

*Warmond
Het komt uit Warmond (omstreeks 1920) = het eten of drinken is erg heet
van temperatuur. Naar Warmond in Zuid-Holland, met een woordspeling
op warm -1- mond. De uitdrukking is onder meer gehoord in Leiden en
Haarlem. Men zei ook: het komt niet uit Warmond voor eten of drinken dat
afgekoeld of te koud is. Een uitbreiding (gehoord in Katwijk) luidt: 'Domi-
nee, bran-je bekkie niet, het komt van Warmond.'

^Wateringen
De katjes zijn naar Wateringen (omstreeks 1950) = de katjes zijn verdron-
ken in een emmer met water. Naar Wateringen in Zuid-Holland. Dit werd
gezegd tegen kinderen die vroegen waar de jonge kittens uit een katten-
nest ineens waren gebleven. De uitdrukking is gehoord in Loonduin.

214
'Wanneer we in Wateringen kwamen,' aldus een informant, 'verbaasde
het ons altijd dat er daar zo weinig katten waren te zien.'

*Waterland
De waterlanders komen op de dijk = de tranen komen in iemands ogen
(1561). '[Waterlander] is eigenlijk de naam van de bewoners der moerassi-
ge, laaggelegen gedeelten van Holland, Broek en Waterland, en vandaar
bij overdracht gebruikt voor traan,' aldus F.A. Stoett in 1925. Een verge-
lijkbare vorming is de Friezen zijn in het land voor 'het begint te vriezen'. De
uitdrukking de waterlanders komen op de dijk is inmiddels verouderd; gang-
baar is nu: daar komen de waterlanders, een vormvariant die al in 1787 is op-
getekend, in het werk van Wolff en Deken: 'Daar kwamen de waterlanders
in de groote oogen: o ho dagt ik, nu ben je al myn gevangen.'

-Werken
Werken is een slechte parochie en ziek zijn is een slecht ambacht (1929). Naar
Werken in West-Vlaanderen, met een woordspeling op werken, en mis-
schien op ambacht in de verouderde betekenis van 'rechtsgebied'. In de
19de eeuw zei men over Werkendam naar de hemel als men een omweg
maakte.

*Westerwolde
Daar zit Westerwolde aan de lucht (1870) = het wordt slecht weer. 'Er wordt
hier gezinspeeld,' aldus P.J. Harrebomée in 1870, 'met de beide bestand-
deelen van den naam van het Groninger dorp Westerwolde: wolde (voor
woud) een beeld van de plaats voor den te wachten wind, en wester (als re-
genhoek) de voorstelling van naderende regenbuien.' Overigens is Wes-
terwolde geen dorp, maar een streek, in het zuidoosten van Groningen.

215
Geraadpleegde literatuur

A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden (1839-1854)


H. Barnard (inl.), Geofictieve atlas (1990)
T.H. de Beer & E. Laurillard, Woordenschat (1899)
Gerald van Berkel en Kees Samplonius, Prisma Nederlandse plaatsnamen
(T995)
W. Bisschop, 'Woorden en uitdrukkingen die schertsenderwijs gevormd
zijn', in: De Taalgids jrg. 8 (1866), p. 33-45
Sander Blom (inl.), Sterke verhalen: verzonnen reizen (1994)
L. de Bo, Westvlaamsch Idioticon (1873)
G.J. Boekenoogen, De Zaanse volkstaal (1897)
H. Brandt Corstius, Opperlans (2002)
P.J. Buijnsters, Imaginaire reisverhalen in Nederland gedurende de 18de eeuw
(1969)
W. de Clerck, Nijhoffs Zuidnederlands Woordenboek (1981)
A. De Cock, Spreekwoorden en zegswijzen over de vrouwen, de liefde en het hu-
welijk (1911)
Jozef Cornelissen, Nederlandsche volkshumor op stad en dorp, land en volk
(1929-1937)
P.J. Cornelissen en J.B. Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch dialect (1899)
M. de Coster, Woordenboek van jargon en slang (1992)
Mare de Coster, 'Groeten uit Verweggistan', in: Onze Taal jrg. 62 (1993),
p. 160-161
J.H. van Dale, 'Groote Laudate', in: De Taalgids jrg. 8 (1866), p. 144-147
Enno Endt en L. Frerichs, Bargoens woordenboek (1982 2 )

216
Steven Frimmer, Neverland:fabled places andfabulous voyages ofhistory and
legend (1976)
Cees van der Geer en Albert Roskam (red.), Imaginaire landen: over landen
die bestaan en niet bestaan (1983)
Guido Gezelle, 'Madoc', in: Het Belfort jrg. 2 (1887), p. 603-619
Guido Gezelle, 'Volkszeg over dorp en steê', in: Biekorfjrg. 3 (1892), p. 231-
238, vervolg op p. 247-261
Aug. Gittée, 'Schertsenderwijs aangewende eigennamen', in: Taal en lette-
ren jrg. 2 (1892), p. 164-181
Aug. Gittée, 'De humor in eigennamen', in: Volkskunde. Tijdschrift voor Ne-
derlandschefolklore jrg. 6 (1893), p. 89-116
Jack De Graeff, Het Antwerps dialekt nu (1985)
P.J. Harrebomée, Spreekwoordenboek der Nederlandsche Taal (1858-1870)
W.L. van Heiten, 'Vraag 64', in: Noord en Zuid jrg. 2 (1879), p. 216-217
S. Gille Heringa, Aardrijkskundig handwoordenboek van Nederland (18743)
A.E.B. Herroem [= P.J. Harrebomée], Bacchus in spreekwoordentaal (1874)
Henri Van Hoof, 'Les noms de pays, de peuples et de lieux dans Ie lan-
guage imagé', in: Meta. Étude terminologique et linguistique XLIV, 2 (1999)
Frank van den Hoven, De topografische gids van Nederland (1998)
J.A. Huisman, De hei-namen in Nederland (1953)
J.A. Huisman, 'Aardrijkskundige n a m e n in spreekwoorden en zegswij-
zen', in: De Nieuwe Taalgids jrg. 52 (1959), p. 65-73
A. Joos, Waasch idioticon (1979)
A. Kluyver, 'Kalis en Caliban', in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Let-
terkundejrg. 14 (1895), p. 53-68
Jurjen van der Kooi, 'Zwischen Jinsenbuorren und Kraihwarden. Bemer-
kungen zur imaginären Topographie im westfriesisch-niederdeutschen
Raum', in: Volkskunde im Spannungsfeld zwischen Universität und Muse-
um (1997), p. 215-227
Heinz Küpper, Wörterbuch der deutschen Umgangssprache (1993)
K. ter Laan, Nieuw Groninger woordenboek (1929)
K. ter Laan en A.G.C. Baert, Van Goor's Aardrijkskundig Woordenboek van
Nederland (19683)
E. Laurillard, Op uw' stoel door uw land (1901 2 )
L. Lievevrouw-Coopman, Gents woordenboek (1950-1955)
Alberto Manguel en Gianni Guadalupi, The Dictionary of Imaginary Places
(19993)

217
H. Molema, Woordenboek der Groningsche volkstaal in de ïgde eeuw (1887)
J.W. Muller, 'Over eenige oude benamingen der hel', in: Opstellen geschre-
ven tereere van Dr. H. Kern (1903), p. 257-262
J.W. Muller, 'Nogmaals over eenige oude benamingen van hel en duivel',
in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde jrg. 48 (1929),
p. 205-212
Kristoffer Nyrop, Das Leben der Wörter (1903)
J. Pannekeet, Mooi zoid (1971)
Herman Pleij, Dromen van Cocagne (1997)
Siemon Reker, 'Hou is dat?' Het dialect van Groningen (1992)
Jos Schrijnen, Nederlandsche Volkskunde (1930 2 )
L.W. Schuermans, Algemeen Vlaamsch Idioticon (1865-1870)
Friedrich Seiler, Deutsche Sprichwörterkunde (1922)
Eug. De Seyn, Geschied- en aardrijkskundig woordenboek der Belgische ge-
meenten (19512)
Nicoline van der Sijs, Leenwoordenboek (1996)
F.A. Stoett, Nederlandsche Spreekwoorden (19254)
Louise van Swaaij en Jean Klare, Atlas van de Belevingswereld (2000)
C. Tuinman, Oorsprong en uytlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche
spreekwoorden (1727)
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs, Etymologisch woordenboek (1997 2 )
Verschueren groot encyclopedisch woordenboek (199610)
'Volkshumor. Lijst der reeds aangeteekende en verzamelde spotgezegden
en -rijmpjes op Oostvlaamsche gemeenten', in: Oostvlaamsche Zanten
jrg. 4 (1929), p. 22-27, p. 42"44> p. 59'63> P- 7577; irg- 5 (1930), p. 10-13,
p. 74-79, p. 105-109; jrg. 6 (1931), p. 53-55, p. 84-86, p. 129-130
P.H. Witkamp, Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland (1877)
Woordenboek der Friese Taal
Woordenboek der Nederlandsche Taal
G. Wustmann, Die Sprichwörtlichen Redensarten im Deutschen Volksmunde
(1895)

218
Register

Het register bevat alle in dit boek behandelde binnenlandse en buiten-


landse plaatsnamen plus de daarmee gevormde uitdrukkingen. Van de
plaatsnamen zijn alle voorkomende spel-, vorm-, taal- en dialectvarianten
opgenomen. Behalve steden, dorpen, streken en mythische oorden vindt u
ook in uitdrukkingen figurerende microtoponiemen (zaal Strontzicht; het
Neukersdijkje). Bestaande plaatsnamen zijn opgenomen wanneer ze in het
boek een ingang vormen (bijvoorbeeld Zierikzee) en wanneer ze voorko-
men in uitdrukkingen (zoals Lichtenvoorde in Menen ligt dicht hij Geloven
achter Lichtenvoorde bij het Hörgerbörger bosje waar de heksen met vleesspijlen
dansen). Net als in de rest van het boek herkent u bestaande plaatsnamen
aan een asterisk. Bij bestaande buitenlandse namen is geen asterisk gezet
wanneer ze een schertsvertaling van een Nederlandse plaatsnaam zijn
(Blackpool, 'Zwartewaal', Rocky Mountains, 'Steenbergen').
De ingangen zijn automatisch gealfabetiseerd volgens het spatie- en lees-
tekenonafhankelijk systeem: Kut op Veen komt zo na Kutjekrabbeveen. Lid-
woorden tellen bij de alfabetisering niet mee: De Knipe staat onder de k. Bij
uitdrukkingen en verbindingen is steeds de plaatsnaam vooropgezet: heer
van Bijsterveld vindt u als Bijsterveld: heer van -. Bij de uitdrukkingen zijn
varianten van plaatsnamen samengebracht onder één hoofdingang: Wo
geis-te hear? Noa Bokesmear is bij hij gaat naar Boxmeer gezet, uitdrukkin-
gen met Uitert vindt u onder Utrecht.
Pijltjes verwijzen naar een ingang elders in het register. Ze zijn toegepast
om bij varianten de weg te wijzen naar de centrale ingang (Uitert

219
Utrecht); voor kruisverwijzingen bij uitdrukkingen met meerdere plaats-
namen (Zottegem: niet van - maar van ->Wijzegem komen én Wijzegem: niet
van Zottegem, maar van - komen; meerdere plaatsnamen binnen één uit-
drukking krijgen elk een eigen ingang); bij plaatsnamen die met en zonder
voorvoegsel voorkomen, bijvoorbeeld Bad ->Neuschanz; Oost-*schubbekut-
teveeri).. Verwijzingen kunnen ook gebaseerd zijn op de tekst van het boek
(formuleringen als 'vergelijk', 'zie ook', 'zie verder', bijvoorbeeld Nichten-
stein (-* Homolowakije, Nigtevecht, Utrecht).
Bij iedere ingang in het register verwijzen een of meer paginanummers
naar vindplaatsen in het boek, ook als het alleen een variant betreft. Dit
laatste biedt twee zoekmogelijkheden. U kunt Uitert meteen naslaan in het
boek, maar u kunt ook eerst, voor een completer overzicht, naar Utrecht in
het register gaan. Vet gezette paginanummers duiden aan dat de be-
treffende plaatsnaam op die pagina een ingang vormt in het boek. Op deze
manier ziet u het wanneer een plaats binnen verschillende thema's wordt
behandeld - bijvoorbeeld Utrecht met de associatie 'afgelegen', maar ook
met de associatie 'homostad'.

Aanranderveen 190 jes met hun kontjes blaffen 108,109


*Aardenburg: hij is naar - 57 Afgelegerije (-• Verweggistan) 64, 83
Aarlander-^kutkachelveen 173,190,399 *Agem: hij is van - 27
Aarslocherveen 190 Aiguemont-sur-Mer 135
Abbekutjesveen, Abbekuttekerkeveen Alcmaria del Norte 148
190 Alfmo di Rino 148
Abbénes 133 Allejezusveen 397
Abbestad (zeuven huizen en een var- Allewinde: -»Menen ligt dicht bij Alle-
kensgat) 171 winde en verre van -»Wareghem 120
Abcold, Abcoude-les-deux-Églises 135 Allochtonië (Allochtoniërs, Alloch-
Abraxa 102 toons) 9, 64
Absentie 64,202 Almore 141
Absurdistan 9, 65, 77, j8, 79, 82,175 Alphen aan de Greppel 178
Achteraffië, Achteraffiestan ( • Dom- Alverna City 143
burg) 80 Amelando del Sol 148
Achterroma 156 Ameronges 133
Achtertiiinië, Achtertunia 151 Andèl-sur-Meuse 135
Aduaar 133 Andijviegarijp 74
Affekaffe (-• Boxtehoeze, Mukkebum- -Anhalt: hij komt uit - 26
mele) 108,109,120 Annaprutparochie 184,190
naar het land van waar de hond- -Antwerpen: voorbij gaan/passeren ge-

220
lijk de -» Schelde voor - 43 hills to - 52
Apekutveen, Apekutte(r)veen (aan het Beekhuizerzandzappestrand 172
-»Neukersdijkje) 334,377,396,190 de Befteling (bij -»Kutsheuvel) (-» Por-
Appleshire (zo'n duizend kilometer van nopark Schaamharen) 204
Londen) 334,141 "Bellegem: spreken als de klokken van
Aqua del Linge, A quoi ä Linge 135 -35
Arrondissement-sur-Mer 135 *Bemmel 108,110
Asnières: tu a fait ton cours ä - 30 naar de kerk witten 108,110
"Asse ligt bij -»Brussel 109 naar de zuidkust van -110
"Assen ligt in -»Drente 109 zeep halen voor d'r moeder in - 330
Atapoeponesië 65,110 Bergé-au-Somme 136
*Attapoepoe, Attepoepoe 65,107,110 -Bergen: -»Wouw ligt een eindje achter
naar - (vlakbij Urk) 110 -128
d' Aucunville 22 -Berlikum: »Wier ligt dicht bij - 309,
Ausserhorn am Seidelsee 145 128
Auvergé (-» Kethel-et-Spalande) 136,138 Bèrn 133
Besnijmegen 78
Baalderdam (-»Rompslomperadeel) i y i -Bethlehem 51
"Bachten de Kupe/Kuppe 163 naar - gaan (want -»Jeruzalem is te
Badimgarten 353 ver) 53
Bad -»Meingarten 9,133,353 nach - gehen 53
Bad Neueschwanz 345,190 sterf in -/Beth... lehem 53
Bad »Neuschanz 133,145 Bettelheim: van -»Reichenau naar - 39
Bad Scheveningen 133 Bettenhausen 53
Bad -»Hintergarten 353 Bettingen 53
Baggaragatti 152 Bettli-Alp 53
Bajès (-» Itralië, Norwegen) 68 Bever: hij komt uit het land van - (... en
Bakka 348 is liever houder als gever) 25
El Balconia, Balconiënburg, (La) Balko- Beverwyk Hills 339
nia, Balkonica, Balkonië, Balkonioho- Biche-en-Marchant 136
ven 80,152 Biekbèrjean 133
naar Balkonië, bereikbaar met de "Bierbeek: hij is van - 39
haringkoets vanaf het -» Nas- Bijsterveld: baron/heer/Sint van - 1 6
sauplein 352 bilddorpen: oproer/donder in de - 392
La Bande-langue 138 "Bilderdam 39,192
Bankenhof: naar - 152 een pakje bestellen bij de bode van -
Barbarije 64, 65 392
Baslevanje: -»Lutjebroek achter - 160 een - s e kermis houden 39,392
Bas-Nid-Montagne 136 "Birdaard: hij is uit - 42
Batzenburg 145 hij is van -»Kollum en - 42
Bazerabel: hij is van - gekomen 35 zijn vader komt van -»Kollum en zijn
Bedford(shire): to go up the wooden moeder van - 42

221
Bjest-Oetakker 333 Bokselebonte (-* Bommelskont) 111
"Blaasveld: hij komt van - 42 Bokwerd 172
Blackberry Forest 141 Bollegom 182
Black Pantalonië 141 Bolletje Drie (-• Drolletje Drie) 323
Blackpool 141 Bommelskont, Bommeleskonte(n),
*Blankenberge 48 Bommelskonte(n), Bommeltjeskon-
een Blankenbergse afwas/vaat 48 te(n), Bommerskont(en) 9,108, ui,
hij geraakt te - 48 ii2,185,397,208
Blasiuskapelle ( • Blazeruskapelle) 48 loop naar Bommelskont 111
Blauwbaai/^Witbaai: naar - gaan 55,56 (hij gaat) naar Bommelskont(en),
Blazeruskapelle: hij is van -48 drie uren boven de hel, waar de
Bleib im Hausen 156 honden met hun gat blaffen 108,111
-Bleijenbeek gaat voorop (-» Treuren- Bommelstad: -»Menen ligt in Bra-
berg) 5S bant, drie uur achter vier uur achter
Blekeveld 152 het schaapshok 120
Blijberg, Blijdegem, Blijdenberghe, Bongo Bongo(land) 66
Blijegem, Blijenberg 58 Bonne-Bokki, Bonnie-Bokkie (-• Bor-
iemand op Blijberg begraven 58 nambokkio, Zuid-Bonne-Bokki) 66,
Blödewiesen (-> Einfachswiesen) 145 67
Blunderland 65 Boomstronkeradeel 192
Bobbeleskont(e), Bobbels (e)kont, Bob- Boppeta: naar - gaan 51
belskont, Bobbeltjeskonte(n) ( Bom- Bordurie, Bordurië 66
melskont) 111 Borgerocco 148
Bobbersdorp 172 Bornambokkio, Bornebokki(e) (-• Bon-
Bobberskonten, Bobbeskonte(n), Bobs- ne-Bokki, West-Bornambokkio) 67
konten, Boemerskonten (-• Bom- Borneo 354
melskont) 111 *Bornholm: achter - liggen 51
Boerefmne 114 Borrie-Borrie 67
*Boeregem: hij is van - 43 Boskehoe: naar - (-• Boxtehoeze) 307,
Boerenkoolstronkerabladstad 392 112
Boerenkoolstronkeradeelsterkarspel 392 Boskontelawaaiberguut: naar - 1 1 3
Boerenkoolstronkeradeel 74,186,192 Bottegem 29
Boerenstronteradeel 171,192 het is niet gezogen uit - s tuiter 29
Bois-de-Linge 335 hij komt van - 29
Bois-du-Gymnastic 156 "Bottelare: hij komt/is van - 29
Bois-du-Nord 134,136 Botterdam: te - gedoopt zijn 29
"Bokesmear (-• Boxmeer) 107,113 Bounty-eiland, Bounty-strand 9, 84
"Bokhoven: hij doet als de Maas bij - 43 Bourtangé 333
Bokkeneukeradeel, Bokkeneukeveen Boutenburcht, Boutenburg 193
134,177,192 *Bovekerke: naar - gaan 52
Bokkiewokkie, Bokkiewokkieland, Bok- "Boxmeer 25,107,113
kiewokkiestan 75, 80 hij gaat naar - 25

222
(Wo geis-te haer?) Noa Bokesmaer Bullamakanka, Bullamanka 33
107, lij Bumfuck (-, Idaho) 33,399
Boxtehoeze Affekaffe, Boskehoe, Bunnich (am Rhein), Bunnik aan Zee
Mukkebummele) 112,113,120 H5
naar - , het hietepiete-gangetje, Bussum [Duitse uitspr.] 333
waar het netje met gekookt water Buttfuck (-, Idaho) 399
buiten hangt 333 Buxtehude: geh doch nach - , wo die
Brababwe 70 Hunde mit dem Schwanz bellen 333
-Brabant: -»Menen ligt in drie uur Bystervelt ( > Bijsterveld) 16
achter -»Bommelstad, vier uur achter
het schaapshok 120 Calisota 83
Brabostan (-*• Oost - ) 9, 80 Callantoeuil, Callent's Eye 136
-Brandenburg 39 Canarische Weilanden 353
die Suppe ist in - gewesen 39 Carmountain 141
het is een brave - e r 39 "Cas(s)ablanca: nach - gehen 18
Branlinos 189 Champs-le-sel-sur-Mer 136
*Breesaap: naar (de) - , lelijkerds van- Chapeaux-sur-Mer 136
gen (-• Haagse Bos) 10S, 113 Charleroi 334,136
*Bremen: -»Menen ligt in -»Poepen- Château-du-Nord 136
land, twintig uur van - 120 Chat Sable-sur-Mer 334,136
-Breskens Zierikzee) 113 Citieschannel 207
een goed geloof en eene kurken ziel, Le Clair 138
dan kan men te - overvaren 113 "Clichy: aller à - 204
ja, met een kurk in je gat kun je ook Cloud-cuckoo-land 102
naar- Cocagne; land van - ; le pays de -
naar - om schijtkersekens/vlothouten (-* Luilekkerland) 92-94,180
333
Col-de-Lemele 137
Briëlle, Brielle-sur-la-Meuse, Briël-sur- Coma City: naar - gaan 52
Mer 333,136 Corniche (tout près de la Panne) 153
Broekelo-les-Bains 140 Cornus 148
Broeksebremen: naar - 1 1 4 Costa Andeletica 148
Brooklyn 141 Costa Bakka 148
"Brussel: 309,322 Costa Balcon(i)a 148,152
-•Asse ligt bij - 309 Costa Braba/Brabo 148
Drolleke Drie van - 322 Costa da Cama 148
Brutopio 83 Costa de Lemmèr 148
-Buiksloot 193 Costa del Ganza 148
naar - varen 393 Costa del Haya 343,148
buiksloterhammetje 393 Costa del Jardin 148,353
-Buitenland: hij is bekend in - 43 Costa del Kralingen (-• Krälingerwald)
Buffelpolder 372 346,148
Bukkebummelen (~> Mukkebummele) Costa della Mosa 148
320

223
Costa del Pierre/Piet 148 aantocht 394
Costa del Pladac/Pladaque 349,153 telegram uit stront voor de lading
394
Costa del Platje 334, 193
Costa del Scharos 148 Dedemshemel 194
Costa del Slota 148 -Deerlijk: hij komt van - 49
Costa del Snol 393,394 Delièr 333
Costa del Tuyn 148,151 "Den Helder 108,125, 212
Costa (del) Veranda 349,357 een heldertje krijgen 212
Costa del Zolder 349,356 naar -•Prijs-Pettelaar, drie uur boven
Costa de Nol 148 -108,125
Costa di Breka/Breko 148 Deo 353,154
Costa Gene Sol 148,153 Derde Hemel: in de - zijn 305,307
Costa Germanica 349 Destabilonië 67
Costa Marcelo 148 Deusanvent 154
Costa Nixa 148,153 Dieman 333
Costa Sletta 394,207 Dievèr 333
Costa Veranda (-• Costa del Veranda) Dikkelulterp 373,390,195
349
Diman(d) 333
Cöte-de-Brasem 137 Dingskirchen 377
Côte-de-lès-Mers 337 Doetinchem [Duitse uitspr.] 333
Côte-du-Lent 337 Dom (-• Utrecht) 209
Côte-du-St. An 337 "Domburg: hij is/komt van -
Couillopolis 18g (-• Achterafïië) 30
*Cracovie: aller à - 37 Domicilia 154
Cromenia ( > Krommenië) El Dorado (-• Eldorado) 89
Cru-de-la-Mer 137 Dreihausen am Lei 145
Cuba (--> Thailand) 353,153 "Drente: Assen ligt in - 309
Driël am Rhein 146
Dabbegat 58 -Drogenbos: die komt zeker uit - 39
ik wou dat hij in 't - stak 58 Drolletje/Drolleke Drie ( • Brussel,
in het - zijn 58 Krommenie, Overschie) 322,323
Dakterrasia 356 Droomland 86, 87
"Darmstadt (-• Terbillen) 194 " Drouwen: hij is van - 43
bericht uit - , dat er een worst op druldrie ( ^ Drolletje Drie) 323
komst is 394 Duckburg, Duckstad 83
er komt een pakketje van -•Maagden- Dummbach 30
burg naar - "Duren is een schone stad (die aan het
(ijl)telegram uit - 394 -•Sparen ligt/ en blijven duren een
oproer in - 394 nog schonere/ maar >Kortrijk ligt er
telegram uit - , er is een spoedbericht zo dicht bij) 25
onderweg Dutch Corner 142
telegram uit - : lading verse worst in

224
Easterwood 142 Fotsjefinne (-• Futsifinne) 114
East Jesus 33 Fouilly-les-Oies 22
1'Écluse-au-pied-d'enfers 137 Foutropolis 189
Eden; hof/tuin van - 8y, 99 Friemeltjesdijk 173
Eendhoven 83 "Friesland (-> Hongarije) 38,235
Eeuwige jachtvelden 88 aus - geht der gerade Weg nach Un-
Egmonde 133 garn 18
Eigonos Balconos 352 de Friezen zijn in het land 235
Eimuiden 83 Fukkistan 80,195
Einfachswiese ( + Blödewiesen) 345 Fuotsjefinne (-• Futsifinne) 114
Eivanhoe: naar de berg van met een Fürholz 146
kletterparaploe 135 Fürschossen am Vliet 146
Eldorado 89 Futsifinne, Futsjefinne, Futsjeveen
El Quinto Cono/Infierno 200 (-• Schuitjesveen) 107,114,126
Elvwaar-et-Kromvwaar 333 naar Futsjefinne/ nei - (wêze) 307,114
Elysium; naar - / de Elyzeese/Elyseïsche wêr giest/silst hinne? Nei Futsjefinne
velden zijn 91, 92 (krij/pak de keallen/baarch by de sturt
Emmererfschijterveen 189,195,201, 208 en lit se dan wer rinne) 114
Enculons 189
Environs-la-maison (-• Umkebum) 154 Gaat-nie-meer (-»• 't Kanniemeer) 154
Epscheuten (-> Hupscheuten) 45 Gallerije 154
Ergenshuizen, Ergernishuizen (-• Ner- Gamahuchons 189
genshuizen) 21 Gansdorp 83
Ernstdijk 210 Gardenia 351
-Erps-Kwerps 163 Garewenerdijk (drie uren boven Dort)
'73
Faroffistan 82
Gaskachelternijveen 173
Faubourg-la-Haye ( > Vorbourg-sur-
Gassèlte 333
Vlièt) 137,343
Gasseltenijerhoenderdoos 173
Federhausen 53
Gatsemergat 195
Fetsjefinne (-• Futsifinne) 114
Gattegem 173
Fietermeklap 121
-Gauw ligt dicht bij ~>Sneek 109,114
van ^Neukemazijl naar - 121
"Gauweriaan (-•* Goudriaan) 33
over Neukemazieltje noar Fiederme-
Geendorpen: hij is burgemeester van -
klapke goan 121
16
Flamoesdijk 195
Geenhuizen 16
Flowerdale-on-the-Beach, Flower(y)
een -16
Dale 142
jonker/mijnheer van - 1 6
Flutjebroek (-• Lutjebroek) 160, ƒ73 Geenland iy, 21
Fluto: hol/gat van - (-> Pluto) 383 heer van - 37
Foetsjefinne (-> Futsifinne) 114 heer Zondervan uit -•Nergenshuizen
Forest-et-Montagne 737 in - 23

225
Geisbach am Issel 146 zoeken 335
Gekhuizen 30 krijg een rolberoerte in/door het - ,
Gekkem: hij is van - 3 0 iedere boom raak 335
Geloven: -»Menen ligt dichtbij - achter loop het - in en kom er nooit meer uit
-•Lichtenvoorde bij het -»Hörgerbör- n
5
ger bosje waar de heksen met vlees- naar het lelijkerds vangen 335
spijlen dansen 120 Hadboevedorp 337
Gémert, Gémèrt-sur-Pêl 332,333,137 Hagistan 81
Gènnep, Gennep-au-bain-sur-Meuse "Halen: hij is van - 1 7
137 Halfway 142
Gerboerderzand 210 Hal, net achter de voordeur 356
de -Gesloten steen 115 "Hammersmith: he has been at - 40
naar - 335 Hamsterdam 182
Gewesten der Gelukzaligheid 92 Hanglullerbroek 395
Ginderland 67 Happekutterveen 1 9 6
Go-ès 333 "Hardenberg: zij zijn van - 1 7
-Goudriaan: hij is van - 31 "Harderwijk 17,22,23,28
Gran Balconia 352 hij is in - geboren en in -»Spaarndam
Gran Tuinaria 353 grootgebracht 37,22,28
"Gravesend bus 62 hij is van - 37, 23,28
's-Gravezandé 333 Hard Labour's Valley 142
Grazonië 353 Harpel aan Zee 345
Greenlander 30 - Hastings: he is none of the - sort 43
"Greifswald: sie stammt nicht aus Haviogum: naar - 1 1 6
Nimwegen/ ^ Schenkendorf, son- Hedel: hij heeft de ziekte van - (meer
dern aus - 27 haar op z'n zak dan op z'n schedel) 48
Gribbelhuizen: de brandweer van - 1 7 4 HeerJanJezusGodverdommedam
Grimberg(en): van - komen 43 (-• Herejezusveen) 188,196
Groet 333 's-Heer Johannes van Kastijgebroeders-
Groezbekistan 80 kapelle (--• Sint Ranselriemenpa-
"Grootebroek: hij komt van - (maar rochie) 1/4,184
Lutjebroek komt eerst) 44,160 Heiligenwald 146
Grösbach 146 -Helmond: hij komt van - 35
Gwakkiemakkieland 68 Hemstetten 146
Gychem $8,115 Hendrik-Ido-Godverlaten-Jezus-Tering-
mijnheer van - 5$,335 Ambacht 188,196
naar - , om nieuwe noten 58,335 Herejezusdam 396
van - gaan 58,335 Herejezusdreef 397
Herejezusjansdam 396
"Haagse Bos (-» Breesaap) 115 Herejezusveen (-> HeerJanJezusGod-
ga naar het - , met je matje 335 verdommedam) 30,373,196,397
ga naar het dan kun je lelijkerds zaal ->Strontzicht in - 396

226
*Heythuysen: dat is van - 212 bij -»Geloven achter -»Lichtenvoorde
Highmade 142 bij het - waar de heksen met vleesspij-
High Moor 142 len dansen 120
Highsand Sap(pe)lake (-> Sappezand- " Houthem: hij komt van - 26
Hoogemeer) 142 "Hout-s'i-ploüt, Hout-s'i-ploüt-et-les-
Hiksliksloterveer 171,174 bains-de-pied, Houtsiplout, Outsiplou
Hillywood Zwollywood) 142 164
"Hilversum: hij is een -mer 4g in/naar Hout-s'i-ploüt 164
Hinterdummsbach 30, 80 Huftershoek 44
Hintergarten (-» Bad -) 353 Hupfalderadeel 174
Hinterhausen 156 Hupscheuten: de freule van -
Hinterhuglhapfing 80 (-»Hoogenhuizen) 45
Hinterkuhdreckshausen 80,178 (freule/madam) Van Epscheuten 45
Hinterniedertupfenhausen 80 Husseindhoven 78
Hintertupfingen 80 Hutjeprut 375,1 go
Hobbeldebobbeldepade 174 Hutsefluts 175
Hobbeskont 197 Huutkercke (-»Uitkerken) 23
"Hoboken 108,116
naar - om een vaantje/ om keien 108, ile-de-Kampè 137
116 Imamsterdam 77
- , waar de boeren stront koken 116 Irgendwo am -»Nirgendwo 22,135
Homolowakije: hij komt uit - (-* Nich- Itralië ( » Bajès, Norwegen) 68
tenstein, Nigtevecht, Utrecht) 197
Hompekurkerstrekgat 197 Jaarwedde 210
Hondsbommelerkont 111,177,197,208 Jalullebad 198
Hondstronteradeel 177,10)7 Jerkwater 33
"Hongarije 18 -Jeruzalem: naar -»Bethlehem gaan
aus -»Friesland geht der gerade Weg (want - is te ver) 53
nach Ungarn 18 Jezusjansdam 396
eten als een Hongaar 18 "Jousumburen 26,27
het is daar in-18 de boerin is niet van - maar van
iemand naar - zenden 18 »Knijphuisterburen 26,27
"•Sint-Reinuit heeft het bewind over hij is niet van - (maar echt van
Hongerijen 18 -»De Knipe) 26,27
prince de Hongrie 18 Juicerlake 142
Hoogenhuizen ( » Hupscheuten) 44, Juinen 9,171,175
162 Juliaville-sur-Mer 137
zij is een madam van - 44
Hoog-Polië 68 Kaap de Grijp 26
Hooker of Holland 142 op zijn - s te koop 26
Hopel aan Zee 345 naar - varen 26
Hörgerbörger bosje: -»Menen ligt dicht- - spelen 26

227
volk van -26 Kijfhoek: hij is een heer van - 45
Kaap Kont 52,198 Kikkerbilscha 177
achter - verdwijnen 52,198 Kingswood 142
achter/voor - gaan 52, 198 Kinkeldam 31
ankeren achter -52,198 "Kinrooi: hij is van - 49
bij - voor anker gaan 52,198 Kissen 54
voor - liggen 52,198 Klappenburg 35,37,40
Kakanië, Kakanien 198 hij is van - 35,40
Kakhuiskloof 68 hij is/komt van Snapland en gaat
Kakkeboebieland 68 naar - 35,37
Kalbassen, Kalebassen: het land van - -Kleef 26,27
68, 69 hij is van de familie Van - 27
dat/het is gebeurd in het land van hij is van - , hij houdt meer van de
Kalebassen (waar de leugens op de heb, dan van de geef 26
bomen wassen) 68, 69 hij komt (uit het land) van - 26
in het land van Kalbassen, waar de hij komt uit het land van Kleven 26
honden met hun gat bassen 68 Kleidorp 177
"Kalis 18 Klein Mokum 283
naar - gaan/moeten 18 Klein-Zanikem (-• Kletsenstein) 36
over - thuiskomen 18 Kletsenstein 3 6
zij kmisen de straat tussen - en Kleven (-> Kleef) 26
-•Sint-Reinuit 18 Klondijksteradeel 83
Kalisbeemd, Kalisdijk, Kalishoek 18,19 Kloothommelsga 198
heer van Kalisbeemd 18 -Kloppenburg: te - komen35,40
Kamp Chinees: naar - , drinken water Knebber-de-bebber: naar het land van -
Europees 116 waar de mensen vleugeltjes hebben
*Kanegem: ge komt uit - zeker? 165 117
't Kanniemeer (-• Gaat-nie-meer) 354 Kneutebeke: het is van - 45
Kapingedam 78 Kniephuuzen ( ^ Knijphuizen) 27
Kartassen (-• Kalbassen) 69 Knijphuisterburen 26,27
Katholië 69 de boerin is niet van •Jousumburen
"Katwijk: naar - om turf 116 maar van - 26,27
Katwijk-sur-Mer (-• Quartier-du-Chat- hij is van - 27
sur-Mer) 137 -Knijphuizen/Kniephuuzen: hij is
Keiberg: hij is van - 31 van - 27
"Keiem: van - zijn 45 -De Knipe 26, 2y
Keienberg, Keienburg, Keiendaal, Kei- hij is niet van ^Jousumburen, maar
endijk (-• Keiberg) 33 echt van -26,27
Kerkdorp IJ6 van - zijn 27
Kethel-et-Spalande ( Auvergé) 336, i}8 Knoldijsradeel 74
Kethél-sur-l'Auvergé 336 Knuppel aan de Greppel 177
Keyberg (-* Keiberg) 33 Knuppelerveen 178

228
Koeboerebiggesloot 177, iy8 zon/ in de Kou 178
Koebruinebigge(n) sloot 177,278 "Krommenie: Drolletje Drie van - 222
Koekangé 233 Krommenië (-»Cromenia) 233,249
Koepoeperadeel 277,178 Kuhblake, Kuhdorf 227,178
Koeterwalië 69 "Kuilenburg 59
Koetjeboe (-» Scheetjeboe) 107,117,177 hij is naar - 59
naar - 117 - is zijn voorland 59
Kokanje (-» Cocagne) 94 Kukel aan de Greppel 178
K0ked0r 157 Kulgarije 64, 69
-Kollum 42 Küssnacht: nach - gehen 293
hij is van - en -»Birdaard 42 Kut aan de Zaan 199
zijn vader komt van - en zijn moeder Kutdorp, gemeente Kotshol 299
van -»Birdaard 42 Kuthuizerveen 200
Kollumerpompsterzwaagsterveenster- Kutjekrabbeveen 299
houtsterheide iy8 Kutjeneukemerhei 171, 200
Komen: -»Menen ligt verre van - en Kutjepoep 189,299
dicht bij -»Kortrijk 120 Kutjewinkel 200
Kommerkerke 19 Kutkachelveen 290
Kommersbonten (-»Bommelskont) 222 Kutkammerije 64,299
Kontebonk 199 Kutkammerveen, Kutkrabbedijk, Kut-
Kontenlikkersgat 199 krabberadeel, Kutkrabberveen, Kutje-
*Kontich, Konticht ( * Maarssen) 109, krabbeveen 299
117,199 Kut op Veen (-» Kuttekoven) 199
achter Kontich wonen ook mensen Kutschurkendam 200
109,117 Kutsheuvel: de -»Befteling (bij -)
doe de deur achter uw Konticht 127 (-»Pornopark Schaamharen) 204
Koog aan de Greppel 178 Kütsjefinne 224
Koolstronkerabladstad 74 -Kuttekoven (-* Kut op Veen) 165, 200
"Kortenaken: te - uitkomen 19 Kuttemeroog 200
*Kortrijk (-» Duren, Sparen) 19,120 Kwikkelberghe: zij is een madam van -
het zijn heren van - 29
-»Menen ligt dicht bij - 220
-»Menen ligt verre van -»Komen en Lac-de-Box-sur-Meuse 138
dicht bij - 220 Lac-de-Brielle (zo'n achthonderd kilo-
Kötzschenbroda 5 meter van Parijs) 236,238
Kraai-Elzen 179 Le Lac-de-Loèt 238
Krahwinkel 279 Lac d'Issel/Yssel 238
Kralingerwald (-»Costa del Kralingen) Lac-Uddèl (-» Uddel am See) 238,247
146 Lago de Brielle 249
"Kranenburg: op - zetten 40 Lago di Bergumo 249
Krelingerwald (-»Kralingerwald) 146 Lago di Breka 249
Krimpen aan de Greppel/ aan de Hori- Lago di Kago 249

229
Lago di Otèrlo 349 van - zijn 49
Lago di Piko 149 zij is van -»Schoonhoven afgevaren en
Lago di Sneko(s) 149 te - aangekomen 50
Lago di Spartèl 149 "Leêgem (-• Ledegem) 54
Lago Mièrda 149 Lettele City 343
Lago Patowoldo 149 Leugegem 36,37
Lake Horny 200 dat komt van ^Waregem, maar is te -
-Laken: naar -(kermis) gaan 52 gebeurd 36,37
Lakenstad: naar Betje Veren in - gaan het is te -»Waregem gebeurd en te -
Verenburg) 53,55 verteld 37,37
Lakenstraat(je) (-•Wolstraat) 53,55 hij komt van - 36
naar het Lakenstraatje in Verenburg Leutegem: hij is van - 42
gaan 55 Leuteren: de bakker van - 1 1 8
naar koes je de mieren in het Laken- -Leuth: naar sokken stoppen 118
straatje gaan 53 Lexvodsen: naar - en over -»Potterbolli
Landslake 143 weerom (-> Likfotse) 108,118,125, 200
-Landuit: heer van - 20 "Lichtenvoorde: -»Menen ligt dichtbij
"Langdorp/Langeberg/Lankom: van - -»Geloven achter - bij het -»Hör-
komen 45 gerbörger bosje waar de heksen met
Lange -»Lakenstraat 53 vleesspijlen dansen 120
Langerac, Langerac-sur-Issel i}8 -Liggem (-» Ledegem) 54
Lankom (-• Langdorp) 45 Lijpiestan: hij komt van - 81
Lanzjeliel 333 Likfotse: naar - , waar de boeren de kip-
"Lapsclieure 165 pen jotsen (-* Lexvodsen) 108,118,
Lassiemalullie 200 200
"Latem: van - zijn 46 Likmeholsteradeel 200
"Lauwe?: drie keer - is nog niet warm Lillo: hij komt van - 365
309,118 Lillyville 143
-'Ledegem 54 Limbabwe, Limboektoe, Limboland,
ik ga naar Liggem en trek -»Rollegem Limbo-land, Limbo land, Limbour-
over mij heen 54 gondië, Limland 9,70
naar - gaan 54 "Lippelo: van - komen 46
naar Leêgem, onder -»Rollegem 54 Lithoyen-sur-la-Meuse 138
tussen Leêgem en -»Rollegem 54 La Lochem 333
"Leermens: hij is om - gekomen (met Löckebömmele (-»Mukkebummele)
het ene been in het asgat en met het 320
andere aan het hek vast) 31 Lodi: andare a - 59
Leeuwenbekberghelling 377 Loemboembia 70
Legnano: andare a - 40 "Loenen: hij komt uit/van - 3 6
"Leiden: -»Mare ligt bij - 109,119 Loeren (aan de Hor) 179
"Lekkerkerk: van - zijn 46 Loètte 333
Lelijkendam 49 -Lombok: naar - 1 1 9

230
Longfielderbattle, Longfield on the -Makkum: naar - moeten (-» Portugal)
Beach 143 201,204
Longshort 143 -Maldegem: van - zijn/komen (-> Zot-
Long Tree City 143 tegem) 32,34
Loo am Rhein 146 Maniakka 70
Lookdune, Look Hill Beach 143 "Mannekensvere 166
Loopegem: van - hebben 46 "Mare 309,119
Loopse Pik 201 - ligt bij -»Leiden 309,339
Lord's Moor 143 - ligt over de berg 339
"'Lotenhulle: ge zijt toch nie van - 1 6 5 -Marken: naar -»Urk naar -»Murk naar
Lotophagen: land der (-» Lotuseters) 94 - toe 108,127
Lotuseters: land van de - 94, 95 Meer van Hiernève 155
"Lovendegem: iemand op - begraven Meingarten (-» Bad - ) 353
59 Melk en Honing: Land van 9 6
Luilekkerland (-» Cocagne, Winjewan- -Menen 309,120
je) 9, 89, 92-94,303,180 aan - bindt niemand zijn paard 120
Lukkebummel(en) (-» Mukkebumme- hij is (burgemeester) van - 120
le) 320 - en -»Missen begint met dezelfde let-
Lulbroekerstront ( » Verneukschoten) ter 320
389,203,209 - ligt dicht bij -»Allewinde en verre
Lullebroekieshaven 201 van -»Wareghem 120
Lutjeberenbroek 160 - ligt dichtbij -»Geloven achter -»Lich-
"Lutjebroek 44,359-362,168, ij8 tenvoorde bij het -»Hörgerbörger bos-
hij komt van Grootebroek, maar - je waar de heksen met vleesspijlen
komt eerst 44,160 dansen 120
- aan de Greppel 160,178 - ligt in -»Brabant, drie uur achter
- achter ^Baslevanje 160 -»Bommelstad, vier uur achter het
Lutjeputje 160 schaapshok 120
Lutjewinkel 359 - ligt in -»Poepenland, twintig uur
Luy(e)leckerlant (-> Luilekkerland) 93 van -»Bremen 120
- ligt in Vlaanderen 309,120
-Maagdenburg: er komt een pakketje - ligt verre van hier 120
van - naar -•Darmstadt 394 - ligt (verre van -»Komen en) dicht bij
-Maarsbergen (-» Maarssen) 337 »Kortrijk 320
-Maarssen (-» Kontich) 309,337,119, - vergaat dikwijls in -»Missen 120
203 mer Rouge: traverser la - 206
achter - / - »Maarsbergen wonen Middelaarse Zee 355
ook mensen 309,337,339 Mierlo de Janeiro 149
gezicht op - ! 339 Millhill, Millmountain 143
Mafkezersluis 32 Misère-en-Salmiac 335,138
Magerhal: het is een heer van - 20 "Miskom 213
Maisons-d'Ela 138 het is van - 233

231
zijn huwelijk is van - 223 Nederveen: naar - 207,121
Missen 120 "Neede: Nee is hier twee uren vandaan
-•Menen en - begint met dezelfde let- 121
ter 220
-•Menen vergaat dikwijls in - 1 2 0 -Needham: he is on the high-way to -
Möckebömmele (-* Mukkebummele)
120 Needlewick 143
Moffrika 9,71 Nergenshuizen 9,27, 20-22,279,255
Mokum Reis 283 - boven -»Rikketik 22
Mollegem: naar - zijn 59 heer van - 22
Mollengijs 59,277 heer Zondervan uit - in -»Geenland
naar het feest in - gaan/trekken 59 22
te - gaan wandelen 59 val onder de tram naar - 22
Mollenland: naar het - zijn 59 van -»Niks naar - 22
Mongazon 155 Nergensville (H> Nergenshuizen) 22
Montagne-au-Mer (-» Mont Mare) i}8, Neuhinterobersauerkrauthausen am
149 Rhein 235
Monte Craailo 149 Neu-Kauf, Neu-Kaufer Seen 146
Monte Forte 149 Neukemazijl 121,202
-Montfort: een mond opzetten zo wijd over Neukemazieltje noar >Fieder-
als-37 meklapke 121
Mont Mare (-» Montagne-au-Mer) 149 van Neukemazijl naar -»Fietermeklap
"Moskou: naar - stenen kuisen 120 222
Mukkebummele, Mukkelebummelen Neukersdijkje: -»Apekutveen/Apekut-
( > Affekaffe, Boxtehoeze) 120 te(r)veen aan het - 234,277,296,290
naar Mukkebummele (waar de Neukië 2 or
honden met hun konten blaffen) Neuschanz (-» Bad -) 245
2 20 Neuzegem: hij komt van - (-»Terneu-
Mulderup 60 zen) 49
"Munsterbilzen: een Munsterbilzer ker- New Fun, New Joke 143
mis houden 40 Newyorkistan, New Yorkistanis 81
Murk: naar +Urk naar - naar -»Mar- Nichtenstein (-• Homolowakije, Nigte-
ken toe 208,227 vecht, Utrecht) 22,297, 202
Musreed 237 hij komt uit/van - 22, 202
Niederbach 146
Naargeest 182 Niemandsdorp 178
Nabbegat (-» Dabbegat) 58 Nieuw Emmercompascuum 209
Nachbarhausen 256 Nieuw -»Jeruzalem 9 6
Nassauplein: naar ->Balkonië, bereik- Nievéranc, Nieveranche, Nieverans-les-
baar met de haringkoets vanaf het - Bains, Niverance 155
152 "Nigtevecht: hij komt uit/van - (-» Ho-
Nederoveropperonder 179 molowakije, Nichtenstein, Utrecht) 22,
297,202

232
Niks: van - naar -»Nergenshuizen 21 Ooloken: naar mollen vangen 122
-Nimwegen: sie stammt nicht aus Oost-Begonië 71,180,203
- / - • Schenkendorf, sondern aus Oost--»Brabostan 80
-»•Greifswald 27 Oostkutteren 180,183,399
Nimwegen am Waal 146 Oost >schubbekutteveen 72,180, 202
Nipperwegen: naar - , waar de hanen Ooststronkeradeel 72, 203
met hun gat kraaien 108,121 Oostwapperzand-Buiten 72,180,203
Nirgendshausen 155 -Ootmarsum: naar - pispotjes wassen
Nirgendwo: -»Irgendwo am - 22,335 122
Nirwana 97, 98 Opstrop (-•Ochtrup) 322
Niverance (-• Nieveranche) 355 Osterbach am Niederrhein 146
Nobiskroeg: hij is naar de - 59 "Oudenaarde: hij is van - 27
Nod: I'm going to the land of - 52 Oudewijvenkoekangen (-*• Ollewieven-
Noeneuzen: naar - , waar ze vraagschot- koekangen) 180
ten verkopen 108,121 Outsiplou (-»Hout-s'i-ploüt) 164
-Noorwegen 213 -Overschie 122,323
hij kijkt als een bok in - 213 Bolletje Drie uit - 323
- zit in de lucht 213 Drolletje Drie van - (ken je die?) 322,
Noplaceville 21 323
Norwegen (-• Bajès, Itralië) 68 druldrie van - 323
Noyon-au-bord-d'Whale 138 Polleke Pie van Over-de-Schie 323
Nukjebummelen ( > Mukkebummele)
120 Paalgraag 203
Nutskutteradeel 186,199, 202 Paillardesiropolis 389
-Pampus 124
Oberkirche am See 146 naar - , lollepotten bakken 324
Oberniederbumsbach 192 naar - , om een aap te drillen; als je
-Ochtrup: naar - om pispotten te bak- mee wil mag je z'n staartje optillen 324
ken 122 naar pap eten 324
noar Opstrop hen, pispotte bakken Pantalon-du-Sud (-• Südhose) 138,147
122 Pappelendam 181
Oegwabibië (-• Okwambibië) 71 Paradijs op aarde 9 9
Oehoeboeristan 81 Parijswijk 155
Oelewapperadeel 180 Payhim 334,143
Oetjepoe: naar - 107,122 Peppel aan de Greppel 378
Oirsbekistan 81 Perpète-les-oies 22
Oisterbach am Rhein 146 Pétaouchnock 22
Okwambibië (-• Oegwabibië) 73 Peu-Chemise i}8
Ollandistan 77, 78 "Philippine: naar - om mosselen 124
Ollewievenkoekangen, Oudewijven- Pic-le-Bain 139
koekangen 180 "Pielkwierum: naar - om kantkoek 124
Ommelegom: hij komt van - 32 Piepenbroek: naar - zijn 60

233
Piere deux 139 Poerpetjinkie 181
Pierenland 60,177 Poet China 144
in het - zijn 60 Pokomoko 125
naar het - gaan/verhuizen 60 Pont-au-Dimen 139
Pierlepon 203 *Poortuga(a)l ( + Portugal) 204
Pietjepatjepoe: naar - (klapstaarten Pornopark Schaamharen (-• De -•Bef-
plukken) 107,125 teling (bij -^Kutsheuvel)) 204
Pimperzele 174 Port d'Almère 139,141
"Pittem: hij is naar/ zit in - 60 Port-du-Sable 139
Plattebeurs: te -»Poverendijke, in het *Po(o)rtuga(a)l (-• Makkum) 204
huis - 22 een brief schrijven naar Portugal 204
Plattegem 174 Naar Portugal gaan 204
Plattenberg(er) 48 Portugaalse vijgen 204
Platzenbourg am Rhein 146 Portugalsbriefje 204
Playa del Balcona 150,152 Potterbolli: naar -»Lexvodsen en over -
Playa de(l) Hiero 150,155 weerom 108,118,123,200
Playa de 1'homme de fer 350 -Poupehan: hij komt van - 1 6 6 , 1 6 7 ,
Playa del Linge 135,250 205
Playa del Zanddijk 149 Poverendijke: te in het huis -^Platte-
Plompardije, Plompendorp, Plomphui- beurs 22
zen 32,33 Poverland 22
hij komt van Plompardije/Plomphui- Prentenpielemansga 205
zen, niet van -»Scherpenisse 32,33 Prijs-Pettelaar: naar drie uur boven
van Plompendorp/Plomphuizen ko- -•Den Helder 108,125
men/zijn 32 * Pruis-Pommeren 108,125
Pluimendijk: naar - gaan 54 loop naar - , klitsen bakken 325
Plumpumperaveen (-• Baalderdam) 171 naar vliegen vangen met een mus-
Plurkenkerke 46 senklem 108,123
Pluskut 203 Pruttentuin: naar om een aap te
Pluto (-> Fluto) 181 vlooien 126
het is daar zo donker als in 't hol van - Puccini 150
181 Pulau Kapok, Pulau Kasur 54
(hij is naar 't) hol/gat van - 1 8 1 berlayar ke Pulau Kapok 54
-s hemel/hof/kamer/poel/rijk 181 naar Pulau Kapok gaan 54
"Po-Ebene: überschwemmung der - Pummeldam 205
204 Purmereutel (-* Rotjeknor) 182
Poepeloerekapelle 203 Put,-Putte34,49,60
Poepenland 71,120 het is een lang eind van Put 49
-»•Menen ligt in twintig uur van van ^Zottegem naar Put gaan 34,49,
-*Bremen 120 60
Poepgeilstradeel 201, 204
Poepjanknor 10,204,209

234
Quartier-Castor 139 Rose Valley 144
Quartier-du-Chat-sur-Mer (-•Katwijk- Rot-his-bone: he is gone to - 61
sur-Mer) 137 Rotjeknar, Rotjeknor (-» Purmereutel)
Quartier-du-Nord-sur-Mer 339 182,183
Quartier-sur-Mer 235,339 op z'n Rotjeknors 183
Rotpokke(n)weer 183
Ravensbrück-les-bains 139 "Rotterdam: hij is naar - 61
Redbank: to have a visitor from - 206 Rottersadam 78
Reetketelpikkumerschans 189,201, 205 Round-the-house (-» Rundhausen) 356
Refocity 205 Ruhland 53
"Reichenau: van - naar ^Bettelheim 39 Rundhausen (am Thür), Rundumhau-
Renessee Beach 132, sen (-* Round-the-house) 9, 80,156
Renesse-sur-Mer 140 -Rusland 55
Reo 253,354,156,357 naar - gaan 55
Ridderquerque 144 slapen als een Rus 55
Riesberge 1 4 6 "Rustenburg: naar - gaan 55
Rikketik: -»Nergenshuizen boven - 21
Risbergé 333,146 Saalbach-Hintergarten 353
(La) Rochelle 133 Sachsenheim 147
Rockangé-sur-Mer 140 Saint-Corniche 153
Rocky Mountains 144 Saint-Ekene 140
-Rode Zee: een goeie schipper vaart ook Saint Martin-sur-Mer 140
door de - 206 Saint Pierre-sur-Mèr 140
Roelofarendsknurfjesveen 182 Saint-Souterrain 156
-Roermond: van - komen 37 Saint Troë 140
"Rollegem (-• Ledegem) 54,55 San-de-Luté 333,140
ik ga naar Liggem en trek - over mij Sankt Ockem (zo'n 850 kilometer ten
heen 54 noordwesten van Innsbruck) 140,147
naar - gaan 55 Sankt Odenrude 337
naar Leêgem, onder - 54 San Pietro del Poro 150
tussen Leêgem en - 54 Santa Forta al Mare 150
Rompslomperadeel (-• Baalderdam) Santa Porto 339,350
182 Santa Vorda 350
Rondhuizen 356 Sappezand-Hoogemeer (-» Highsand
" Roodeschool: opoe van - is over 205 Sap(pe)lake) 337,342
"Roodkerk: het is feest in - 205 "Sassenheim: even naar - 206
"Roosendaal 309,128 Schaamlipperveen, Schaamlipstradeel
als je -»Wouw aan je gat/rug had han- 203, 206
gen, dan zou je niet naar - verlangen Schalkcity 343
128 Schalkeroord: van - zijn (--• Vosmeer)
-»Wouw ligt (een uur) achter - 309, 33
128 Scheetjebeen/Scheetjeboe: naar - drol-

235
letje begraven, mag jij het kistje dra- naar - , apen drillen 126
gen (jij met je tanden, ik met m'n Selderieknollerveen 74
handen) (-» Koetjeboe) 307,337,126 "Semmerzake 167
-Schelde: voorbijgaan/passeren gelijk Seven Mountains 344
de - voor -»Antwerpen 43 "Seville: to learn manners in - 43
Scheldorado 93 Sexloos 203, 207
Schenkendorf: sie stammt nicht aus Shakamaka (-> Sjakamaka) 72
-»Nim wegen/-, sondern aus »Greifs- Shangri-La 100,101
wald 27 Shitsville 208
"Scheipenheuvel: hij komt van - 28 Siebenhausen 147
" Scheipenisse 32,33 * Sinaai, Snaai 127
hij komt van -»Plompardije/Plomp- naar Sinaai om een zwarte kraai 127
huizen, niet van - 32,33 mager en taai als de kalveren van
van - komen 33 Snaai 127
Scherperije: het is daar in - 22, 64 Sint-Biggenklooster 377,184
Scheurterp aan de IJssel 183 Sint Herejezus in 't Veen, Sint Hereje-
Schevekerktorenpolder 183 zusveen (-»Herejezusveen) 397
Schiebroèck 333 Sint Ranselriemenparochie (-»'s-Heer
Schinkenhosesee 147 Johannes van Kastij gebroederskapel-
Schippekutteveen (-» Schubbekutsluis) le) 184
206,207 Sint-Reinuit: zij kruisen de straat tussen
Schlaraffenland (-»Luilekkerland) 94 -»Kalis en - (-» Hongarije) 18
Schnickelsville, Schnickelwasser am Sint Stuifzand: loop voor - 1 8 4
Ahr 207 Sint Suïcidega 184
"Schoonhoven: zij is van - afgevaren en Sint-Tintelingen 185
te -»Lelijkendam aangekomen 50 "Sint-Truiden: loop voor - 184
Schubbekutsluis (-»Schippekutteveen) Sjakamaka, Sjekkamaka (-»Verraplus)
399,206, 20J 72> 75
Schubbekutte(r)veen (-» Oost - ) 23,202, ik ga niet naar 'm toe, al was het de ko-
206,207 ning van Sjakamaka 72
"Schuiferskapelle: naar - gaan 213 naar Sjekkamakka vertrokken zijn 72,
"Schuitjesveen (-» Futsifinne) 107,126 75
naar - 1 0 7 , 1 2 6
Skütsjefinne ( » Schuitjes veen) 126
Wêr gean jim hinne? Nei Skütsjefm-
Slet en Sleur, Slet op Geul 207
ne 326
Slimbroek: hij is van - 33
Schurkije 64,72
"Snaai (-»Sinaai) 127
Schweinhundië 71
Snapland: hij is/komt van - (en gaat
-Sebaldeburen 126
naar -»Klappenburg) 35,37
ga maar klontjes hoal'n in Seballebu-
"Sneek: -»Gauw ligt dicht bij - 309,114
ren
Snurkenstein: van - gaan 55
ga naar - en leer het apendrillen 126 Snutphen 182
hij gaat naar - en om Soif 140

236
Soleil-et-Breugèl 140 Subsidié 64
South Lake City 144 Südhose (-» Pantalon du sud) 138
"Spaarndam 17, 22, 28 Sukkeldam 185
hij is in -»Harderwijk geboren en in - Sunny mountains 144
grootgebracht 17, 22, 28 Surimaribo 72
men is daar in - 22, 28 Susaote (-»Zuzaaten) 128
Spachembourg, Spachenburg 140,147 Süss am See am Reichsbahn (-» Sweet
*Spannum: het gaat bij - om 213 Lake City) 344,147
Sparen 23,25 Suzaote (-• Zuzaaten) 128
-»Duren is een schone stad, die aan Sweet Lake City (-> Süss am See am
het - ligt 25 Reichsbahn) 144,147
men vaart door het - naar -»Vollenho-
ve 2
3 Takatoekistan 82
Spijkcity, Spike City 144 Takki-Takkiland 9,73
Spruitjes sluis 74 Takki-Takkioerwoud 73
Square Mountains 144 taupes: Íe pays/royaume des - 59
Staartjesveen 107,12J Terbillen (-> Darmstadt) 208
Stads Anaal 207 "Ternat: hij komt van - 50
Stadskutkanaal 207 -Terneuzen: hij komt van - ( Neuze-
"Stampersgat 158,397, 208 gem) 50
uitzicht op - 208 El Terrassa, Terrassië, Terrasso, Terraz-
* Steenwij k: men zal u naar - zenden za-di-plaza-om-di-hoek-ja 156
213 Ter Weksel 176
Steindorf in der Nähe von Basel 147 Tesselini 150
Stillenburg 185 Teudderen/Teutteren: hij komt van -
Stoepe 156 47
Stoke City 57 Teutereweuteren: hij is/komt van - 33
Stompwijk-City 343 Teutteren (-» Teudderen) 47
Stonecity 144 Thailand (-+ Cuba) 353,157
Stootwijk: naar - rijden 393, 208 Thull am See 147
Stroe [Duitse uitspr.] 333 Thushavn 157
Strompelhorst 185 "Tiel: naar daar kun je leren toveren
Strontbobbeleskonten 111, 208 127
Strontemmerveen 395 Tièl, Tièl-aux-Bains 333,140
Stronthoop, Stronthoopcity 208 Tietj erkstrakutteveen, Tietkutteradeel
Strontkluiteradeel 208 209
Strontzicht: zaal - in -»Herejezusveen Tilbabwe 70
396 "Timboektoe: van hier tot 73, 74
*Stroobos: naar - gaan 55 Tjakiewakkieland 73
Stumsdorf: aus - kommen 38 -Tongeren: over - rijden 37
Stuphause 356 Toolsreka 337
Sturtsjefinne: wêr giest do hinne? Nei - Transandijvië 74,202
127

237
Trapportalia 157 Utopia 102,103
Tre Montane, Tres Montes (-»Trois- -Utrecht (-»Homolowakije, Nichten-
montagnes) 140,150 stein, Nigtevecht) 23,397, 209
"Treurenberg (-»Bleijenbeek) 61 een -enaar draagt zijn broek ach-
hij zal op - niet begraven worden 61 terstevoren 209
op de - begraven worden 61 een Uitertse reis 23
Trifouillis-les-Oies 22 hij is bij de poort van Uitert aange-
Trillehei: van - komen 47 komen 23
Tripscity 144 hij komt van - 209
Troismontagnes (in de buurt van Ame- hij komt van achter de Dom 209
ronges) (-»Tre Montane) 140,350 van - naar -»Vollenhove gaat niet
Trollendonk 185 gemakkelijk, maar van Vollenhove
La Tropica 149 naar - heeft men het voor de wind
"Tuil: hij is van - 33
Tuinesië 9,353 van - zijn/komen 209
tuyterkerken (-->• Uitkerken) 23 Uutkercke (-»Uitkerken) 23
Twello City 343
Tzatzikistan 82 Vaginaveen 209
Vandaalusië 83
Uberzjain 333 Vechelles a la rivièra 150
Uchelain, Uchelin-les-Bains 333,140 Végelles 333
Uddel am See (-» Lac-Uddel) 147 Veranda 157
Uilendonk: hij is naar - 61,177 Verderopdam 83
"Uitert ( > Utrecht) 23 Verdwaaldwij k 182
-Uitgeest: het is een -er 41 Verenburg: naar het -»Lakenstraat) e in
"Uithoorn 47 - gaan (-» Lakenstad) 55
ik kom niet uit - maar uit de -»Zwij- Verneukschoten 201,204, 209
gerstraat 47 Verraplus, Verrepas (-» Sjakamaka) 74,
zij is van - 47 75
Uitkerken (Uitjeskerk, Uitkerk, Uitker- naar Verraplus/Verrepas (vertrok-
ke) 23 ken) zijn 74
tot Uitkerken komen 23 Verveluwe 186
Ukkelebeumele (-»Mukkebummele) Verweggistad 83
120 Verweggistan (-»Afgelegerije) 9, 64, 77,
Ukkepukkel 186 79, 82, 83,175
Ulicotain 333 Vierhoeksteeg: naar - gaan 56
Umhausen 356 Village-de-la-Tête 141
Umkebum (-» Environs-la-maison) 354 Village-du-Pin 141
-Ungarn (-* Hongarije) 18 Villa Veranda/Waranda 157
-Urk: 108,110, i2j -Vlaanderen: -»Menen ligt in - 109,120
naar -»Attapoepoe (vlakbij -) 110 Vlep 337
naar - naar -»Murk naar -»Marken "Volendam: het/hij is een Vollendam-
toe 108,127 mer 41

238
-Volewijk (-» Vollenhove) 213,214 Warmonde 333
de schuit wil naar - 214 Water Counts Lake 144
de stuurman van -214 -Wateringen: de katjes zijn naar - 214
een abonnement op de - hebben 213 "Waterland 215
naar (de) - varen 214 de waterlanders komen op de dijk 225
Vollendammer (-» Volendam) 41 daar komen de waterlanders 215
-Vollenhove (-• Volewijk) 23 Wauweldam (-» Kletsenstein) 36
het is daar - 23 Weeps 137
men vaart door het -»Sparen naar - 23 Wein am Rhein 135
van -»Utrecht naar - gaat niet gemak- Weitfortistan 82
kelijk, maar van - naar Utrecht heeft -Werken is een slechte parochie en ziek
men het voor de wind 23 zijn is een slecht ambacht 215
Vorbourg-sur-Vliét (-» Faubourg-la- -Werkendam: over - naar de hemel 215
Haye) 137,141 West--»Bornambokkio 67
"Vosmeer: van - zijn (-* Schalkeroord) -Westerwolde: daar zit - aan de lucht
34 215
-Vrekhem 28 Whoop Whoop 13
hij komt uit het land van - 28 Wielewalen: naar het land van de -
van - komen 28 waar de apen dansen 128
-Wier ligt dicht bij -»Berlikum 109,128
-Wachtebeke 214 Wijchen City 143
haar vent/vrijer woont te - 214 "Wijshagen: hij is van - 34
Wacht-een-beetje is ook een dorp 214 Wijzegem 34
we zitten in- 214 niet van »Zottegem, maar van - ko-
Wageningue 133 men 34
Waikickamoocow 13 wij zijn niet van -»Zottegem, maar
Waldhausen 147 van - 34
Walhalla 104,105 Wingiewangie (-> Winjewanje) 75
Walking Dick 201 Wingwangwokkieland 75
"Waregem 36,37,120 Winjewanje: hij komt uit - (-» Luilek-
dat komt van maar is te -»Leuge- kerland) 75
gem gebeurd 36,37 Winshots 144
een -se waarheid 37 Wipkerk aan de Kromme Veght 210
het is - s waar 3 7 Wippe(n)stein 55, 210,211
het is te - gebeurd en te -»Leugenem van - gaan 55, 210
verteld 36,37 heer Van -211
het is te - gebeurd en te -»Zottegem Witbaai/»Blauwbaai: naar - gaan 55,56
bekendgemaakt 37 Witlofferveen 74
hij is v a n - 3 7 Witte Doelen 56
-»Menen ligt dicht bij -»Allewinde en Witte -»Lakenstraat 53
verre van Wareghem 120 Wladimirparochie 184
"Warmond: het komt (niet) uit - 214 Wobbelkonterveen 211

239
Woelderop 210 Zjoere 333
Wolkenkoekoekstad, Wolkenkuckucks- Zjunnep sur la Meuse 237
heim 102 -Zoerle-Parwijs 168
Wolstraat: naar Kaatje in de - gaan Zoetenaaie (-»Zoutenaaie) 169
(-» Lakenstraat) 53 Zorghoek 24
Woobridge 144 hij leeft/woont in - 24
Woop Woops 13 te - geraken 24
Wopinokkio, Woppenokkio 75 -Zottegem (-»Maldegem) 30,32,34,37,
"Worms 61 49> 6°
naar - varen 61 het is te -»Waregem gebeurd en te
to be gone to the Diet of - 61 - bekendgemaakt 37
"Wouw 109,128 niet van maar van -»Wijzegem
als je - aan je gat/rug had hangen, komen 34
dan zou je niet naar -»Roosendaal ver- van - naar -»Put gaan 34,49, 60
langen 128 van - komen/zijn 34
- ligt een eindje achter -»Bergen 128 wij zijn niet van - , maar van -»Wij-
- ligt (een uur) achter -»Roosendaal zegem 34
109,128 -Zoutenaaie 168,169
Wynewaenge -»Winjewanje 75 Zuid--»Bonne-Bokki (-»Bonnie-Bok-
kie) 66
Yout si plou ( > Hout-s'i-ploüt) 164 Zuurstokkeradeel 186
Zuzaaten 128,129
Zandvoort prés de la mer, Zandvoort- (ga maar) naar - 128,129
sur-Mer 130 heer kump vaan Zuzaote 129
"Zandwerven: hij is naar - 62 ik ben vanmiddag naar - 129
Zevende Hemel: in de - zijn 105 Zwaandam 83
Zevenhutten 186 Zwammerzoeloe y6
"Zevergem: hij komt van - 38 Z wij gerstraat: ik kom niet uit -»Uit-
"Zichen-Zussen-Bolder 167 hoorn, maar uit de - 47
Zielenland 62 Zwijgland: van - komen 38
"Zierikzee (-»Breskens) 128 "Zwijndrecht 41
een -enaar gezien/ op zijn rug heb- van - hebben/komen 41
ben 128 zij zijn van - 41
naar - om vlothouten 128 Zwijnsdorp 177,187
Zjeemèr 133 Zwollywood (-»Hillywood) 145

You might also like