You are on page 1of 10

Boekverslag Scholieren.

com

Marte Jacobs door Tim Krabbé


Kees van der Pol

Gebruikte editie
Eerste druk: oktober 2007
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 166
Uitgever: Prometheus, Amsterdam

Gegevens voorkant
Er is slechts een gele stofomslag en de afdruk van de titel. Niettemin een mooie
gebonden uitgave, waar de naam van het meisje in de echte kaft is uitgespaard.

Genre
Psychologische roman over een alles omvattende maar onbereikbare jeugdliefde.

Krabbé heeft een nieuw gouden ei gelegd: Marte Jacobs


Met de kleine en compacte roman over een onmogelijke jeugdliefde heeft Tim
Krabbé
m.i. meteen zijn beste roman tot nu toe geschreven. Waar zijn eerste “gouden ei”
nog steeds de nummer 1 is van de literatuurlijsten op scholen, zal plaats gemaakt
moeten worden voor het tweede gouden ei, de nieuwste roman van de schrijver.
Het universele idee van een onbereikbare liefde uit iemands jeugd is zo mooi en
integer beschreven dat het een plaats verdient op elke lijst van de
eindexamenkandidaten. Op prachtige beeldrijke wijze laat Emile Binnenbaum, de
jonge dichter, zien wat er zo bijzonder is aan het kleine meisje Marte.
Stom dat hij zich een beetje Petrus toont en niet voor de ware liefde uitkomt. Maar
de originele verpakking van zijn liefde levert tenminste een prachtig stukje poëzie op.
Wat was ik als lezer nieuwsgierig naar de opzet en de inhoud van dat gedichtje dat
als een rode draad door de roman loopt. Menig schrijver zou het hebben afgedrukt,
maar door het niet te doen maakt Krabbé de lezer nog nieuwsgieriger naar iets wat
hij nooit te weten zal komen. Dat is vakmanschap. Maar ook zullen vele lezers het
gevoel van die onmogelijke jeugdliefde met zich meedragen. Jammer voor hen
heeft het bij de meeste niet geleid tot een glanzende dichtersloopbaan. Toch zullen
er op verlaten zolderkamers vaak gedichten zijn samengesteld met gevlekte
woorden van het traanvocht.
Ik kan nog maar een ding zeggen tegen de eindexamenkandidaten van havo en
vwo. Vergeet het gouden ei van Krabbé en richt je op de onmogelijke jeugdliefde
Marte Jacobs. Wolter Noordhoff zal dit zeker in een [Top] lijsterserie gaan
opnemen. Ondanks de geringe lengte (166 bladzijden op een fraaie bladspiegel,
waardoor je het boek snel uit hebt)
verdient Marte Jacobs een waardering van 3 punten.

De flaptekst
Er was een moment waarop ze allebei alleen aan de kant zaten en elkaars blik
opvingen. Ze had een soort ernstige spot in haar blik, die hij niet eerder had
gezien. Ze werd natuurlijk ook ouder, ze wist meer van zichzelf. Ze knikten en
lachten even. Maar Emile ging niet naar haar toe. Haar rol in het toneelstuk
was te klein geweest om haar ermee te kunnen complimenteren, en hij kon
ook niet met haar gaan dansen. Een zesdeklasser met een eersteklasser _
zoiets bestond niet. De hele school zou gonzen van de vraag wat dat te
betekenen had.’

De ‘zij’ in bovenstaand fragment is Marte Jacobs, het mysterieuze en


ongrijpbare meisje om wie alles draait in de zwartromantische, ontroerende
nieuwe roman van Tim Krabbé. De jonge en succesvolle dichter Emile
Binenbaum is verliefd op haar, eerst zonder het zelf te weten en op afstand,
maar al spoedig met de bedoeling haar meer te laten zijn dan de bezielster
van zijn beste gedicht. Het is het begin van een bijzondere vriendschap
tussen twee geestverwanten, die voorbestemd lijken om de rest van hun
leven te delen.

Met Marte Jacobs schept Tim Krabbé een uniek personage in deNederlandse
letteren. Marte Jacobs is een prachtige roman gecomponeerd door een
meesterverteller.

Structuur en verhaalopbouw
De roman is onderverdeeld in zeven getitelde hoofdstukken. Krabbé is eenmeester
in het construeren van verhalen. In het eerste en het laatste hoofdstuk worden we
in het verhaal-Nu geplaatst, waarbij het zevende hoofdstuk enkele maanden na het
eerste hoofdstuk speelt. In het eerste hoofdstuk wordt de naam van Marte Jacobs
aan de hand van een foto opgeroepen bij de reünie van oude vrienden. Dat geeft de
verteller de gelegenheid om in vijf volgende hoofdstukken over zijn ontmoetingen
met zijn grote jeugdliefde Marte Jacobs te vertellen. In het zesde hoofdstuk geeft
hij aan dat dit de laatste keer was dat hij haar zag. In het zevende vertelt hij de
afwikkeling van het verhaal door in het Verhaal-Nu over de publicatie van de roman
van zijn vriend Reiff te vertellen. In dat boek wordt het einde van Marte Jacobs
beschreven. Eigfenlik heeft Marte Jacobs dus de structuur van een kadervertelling
(raamvertelling) : het verleden wordt ingeklemd tussen twee delen van het heden.
Zo wordt het een opening in handeling. Het einde is gesloten: Emile Binnenbauw
weet wat er met Marte is gebeurd en wat ze voor hem heeft betekend.

Perspectief
Het personaal perspectief (hij-verteller) in deze korte romen berust bij de dichter
Emile Binnenbaum. In het kader van het heden (1e en laatste hoofdstuk) vertelt hij
in de tussenliggende hoofdstukken over zijn ontmoetingen met zijn jeugdliefde
Marte. We zien alle gebeurtenissen worden beschreven door Emilie: we leren zijn
gevoelens voor Marte kennen , zijn fantasieën. Dat perspectief is tot het einde toe
door de schrijver volgehouden.

Titelverklaring
De titel hoeft geen nadere uitleg

Tijd en decor
Er worden geen concrete jaartallen genoemd in de roman. De eerste keer dat
Emile Binnenbaum Marte ziet, is hij zestien jaar oud en zij negen jaar. De
hoofdsfiguur is vijf en twintig wanneer hij Marte voor de laatste keer ziet. Dat
gedeelte speelt zich af in de zestiger jaren gezien de gegevens van de tijd. Daarna
pleegt Marte op achttienjarige leeftijd zelfmoord en 35 jaar later komt zijn vriend
met onthullingen in zijn roman “Het Meisje van mijn jeugd” Dan is de verteller
zestig jaar. Dat gedeelte speelt zich dus af in het begin van de 21e eeuw. Kortom,
de roman omvat een periode van het einde van de jaren vijftig (wanneer Emile
zestien is) en het begin van de 21e eeuw. Krabbé is zelf geboren in 1943. Dat zou
betekenen dat hij eind jaren vijftig zestien jaar is. Hij heeft al eens in een
afgegeven interview dat er sprake is van een autobiografisch gegeven met
betrekking tot een jeugdliefde.

Nadat de eerste ontmoeting in Schoorl is geweest waar Marte en Emile samen de


tovervoorhoede vormden, spelen de andere ontmoetingen tussen hen zich af in
Amsterdam.

Samenvatting van de inhoud


1. Twee woorden
Emile Binnenbaum is dichter weliswaar succesvol, maar er worden niet zo veel
gedichtenbundel verkocht. Hij koopt de boeken van zijn klasgenoot Willem Reiff,
die dikke boeken schrijft die goed worden verkocht. Toch snapt hij niet dat lezers
zich er door heen kunnen worstelen. Ze waren zes jaar klasgenoten geweest op
het Amstel Lyceum en met nog twee andere vrienden Leo en Henk waren ze eens
van plan geweest om naar Spanje te liften, maar veel verder dan Baarn waren ze
niet gekomen. ’s Avonds was Emile met een heel jong meisje een knakworst gaan
eten. Leo was later bij een auto-ongeluk om het leven gekomen en Henk was een
succesvol directeur geweest die voor een heleboel geld zijn bedrijf heeft verkocht,
waarna hij een reünietje uitschrijft voor de vrienden. Emile gaat er heen, weet dat ook
Willem Reiff zal komen en weet dat er zeker twee woorden worden genoemd bij
het weerzien: “knakworst”en “Marte.” Wanneer ze ’s avonds bij elkaar zijn, komt
het fotoboek op tafel. Er is een foto bij van het schoolfeest waarop ook Marte te
zien is. Het was tijdens de reünie ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan. Emile wil
eigenlijk “Marte”in het gezicht van Willem Reiff zeggen. Maanden later wordt hij
nog meer verrast wanneer hij hoort dat Willem reiff een boek heeft gepubliceerd
met de titel “Het meisje uit mijn jeugd.”
Emile en Willem zijn op dit moment in het verhaal ongeveer 60 jaar.

2. De tovervoorhoede
De zestienjarige Emile is in Schoorl op het feestje van een vriend van zijn ouders.
De kinderen moeten gaan spelen in een duinpan. Ze gaan voetballen. Emile is niet
zo’n goede voetballer, maar hij wordt ingedeeld in het team met een negenjarig
meisje Marte. Die springt als een giraffe, zo dartelt ze en hij wordt geïnspireerd door
haar. Ze vormen samen en maken vele doelpunten. In de rust liggen ze bij elkaar
in het gras. Natuurlijk is Emile veel ouder dan zij, maar hij is erg tot haar
aangetrokken. Ze weet niet dat ze met links schiet. Dat vindt ze heel bijzonder:
rechtshandig en linksvoetig. Aan het einde van de avond komt er een meisje
(ouder zusje, denkt Emile) Marte ophalen.

3. Pasgeboren girafje
Weer enkele jaren later is Emile achttien jaar en op school ziet hij de brugklasser
Marte komen. Hij herkent haar onmiddellijk. Emile is eindexamenkandidaat en het
is “not done”om je met brugklassers bezig te houden. Hij heeft ook nog een
zekere reputatie op school, want hij is redacteur van de schoolkrant en hij levert
zelf veel bijdragen. Hoewel Marte niet knap is, nog lang geen sexy uiterlijk heeft, is
hij weer direct weg van haar. Op school doet hij pogingen om haar tussen de
lessen steeds te zien. Ook schrijft hij in de schoolkrant een gedicht” Pasgeboren
girafje . Via de metafoor van het girafje dat wankel op zijn benen staat schrijft hij
eigenlijk een ode voor Marte. Hij krijgt diverse complimenten en het zal later zijn
bekendste gedicht blijven. Marte speelt een rolletje in een toneelstuk. OP een
schoolfeest danst hij met het stuk van de school Thérèse. Daar is iedereen jaloers
op. Hij laat een keer tegen Willem Reiff uit zijn mond vallen dat hij een meisje uit de
brugklas leuk vindt. Hij wijst haar aan, maar hij krijgt er spijt van, want Willem
noemt haar spottend”een platvis.”
Het is op school een onmogelijke liefde tussen een zesdeklasser en een
brugklasser. Emile ziet nog dat ze goed kan tekenen: een hondje.

4. Iedere keer
Drie jaar later studeert de 21-jarige Emile (eerst Nederlands daarna psychologie) In
de stad ziet hij de 14-jarige Marte met een aantal vriendinnen in de bioscoop.
Eigenlijk ziet ze er qua kleding niet uit, maar hij zoek toch contact met haar. Het
weerzien is hartelijk en ze spreken af op de plek waar ze afscheid hebben
genomen. Dat zal de rode draad in veel ontmoetingen zijn tussen hen. Steeds
spreken ze af op de plek waar ze de laatste keer afscheid hebben genomen. Het
worden iedere keer zogenoemde kronkeltochten: ze bezoeken alles, bekijken
alles, bepraten alles met elkaar. Zo vertelt Marte altijd zijn dromen aan Emile. In één
ervan staat ze in een lange rij alfabetisch op de dood te wachten. Maar ze laat in
de droom de J vallen en dan heet ze ineens Acobs en dan mag ze voorin de rij
gaan staan. (Het zal een voorspellende of een symbolische droom blijken te zijn)
Intussen denkt Emile steeds meer na over zijn verhouding met Marte. Ze is nog
maar veertien jaar, lichamelijk nog nauwelijks ontwikkeld en hij wil haar wel
zoenen, maar heeft het nog steeds niet gedaan. Bij de laatste keer dat ze elkaar
zien, fantaseert hij over de kus die haar zal geven.
Intussen weet Emile dat het meisje in de duinen niet het zusje maar de moeder van
Marte was. Die was heel jong moeder geworden en is eigenlijk een nymfomane. Ze
wordt steeds verliefd op mannen, met wie ze gaat samenwonen. Soms moet Marte
mee, maar ze mag ook wel eens bij haar nare oma in Amsterdam blijven.
Omdat Emile in de stad een bekende dichter is geworden, mag hij optreden in een
poëziefestival in Walhalla ( Paradiso?) Natuurlijk doet hij het beroemde gedicht
“Pasgeboren girafje.” Hij ziet dat Marte in de zaal zit en voelt zich één met haar.
Zijn mooie vriendin Thérèse is ook in de zaal. Die weet niets van het bestaan van
zijn relatie met Marte af. Na het festival lijken uitgevers bereid te zijn het werk van
Emile uit te geven. Hij gaat met Thérèse op vakantie naar Noorwegen. Daar denkt
ze dat ze zwanger is geworden, maar op de laatste dag van de vakantie is ze
gelukkig ongesteld geworden. Een dag later maakt ze het uit. Bij thuiskomst liggen
er twee brieven: een van een uitgever en één van Marte. Daarin zegt ze de laatste
afspraak af.

5. Het honderdjarig bestaan


Het Amstel Lyceum viert zijn honderdjarig bestaan met een reünie. Emile geeft zich op
in de hoop er Marte weer te ontmoeten. Hij is inmiddels 25 jaar, Thérèse is getrouwd
en Willem Reiff wil ook wel naar de reünie komen. Eerst ziet hij Marte niet, maar dat
komt omdat ze in het feestcomité zit. Ze is er druk mee bezig en heeft in het begin
weinig tijd voor hem. Daarom danst hij met zijn oude vriendin Thérèse, maar
uiteindelijk danst hij toch tot in de late uurtjes met zijn grote liefde. Het lijkt een
beloftevolle avond te worden en hij weet bijna zeker dat hij nu wel zal kunnen
zoenen. Maar als er wat reüniegangers voor de school blijven hangen en Marte en hij
een beetje besluiteloos op elkaar wachten, komt popie-jopie Willem Reiff aanzetten
en hij neemt Marte mee.

6. Het Tweede gedicht


Emile is woedend en verdrietig tegelijk. Dat Willem hem dat kon aandoen, maar
ook dat Marte met Willem meeging, vindt hij onbegrijpelijk. Willem heeft zelfs
gevraagd om bij hem langs te komen, want hij wil van de relaties van Emile gebruik
maken omdat hij nu zelf ook aan het schrijven (van verhalen) begonnen is. In de
kamer van Reiff moet Emile er niet aan denken dat Marte hier enkele dagen gelden
heeft liggen vrijen met Willem. Dat is een onverdraaglijke gedachte. Omdat hij weet
een tweede gedicht voor haar schijven. Het
dat Marte zijn carrière volgt, wil hij een
gaat over een man en een vrouw die in een woestijn staan totdat er een man op
een motorfiets komt die het meisje mee grist. Opvallend zijn haar wapperende
benen. Hij vindt het gedicht mooi en denkt dat Marte de symboliek wel zal
begrijpen. Maar de redacteur van het tijdschrift wil eerst niet plaatsen. Hij heeft
betere gedichten gezien : als concessie brengt Emile toch een verandering in de
titel aan: het wordt toch “wapperende benen.” Zo gauw het zaterdags in de krant
staat, verwacht hij dat Marte zal reageren, dat ze zal beseffen dat hij van haar
houdt. Maar ze komt niet en ten einde raadt belt Emile die avond maar een ander
vriendinnetje.

7. Een meisje uit iemands jeugd


In de krant ziet Emile een advertentie dat Willem Reiff weer een nieuwe roman
heeft. De foto van Marte staart hem aan. Het boek heet “Een meisje uit mijn
jeugd”en zal spoedig verschijnen. Emile weet intussen dat Marte op 18-jarige
leeftijd zelfmoord heeft gepleegd : hij verneemt dat toevallig tijdens een vakantie in
Joegoslavië. Maar verder weet hij er niets over en gaat zijn vriend een boek over
haar schijven. Hij is van slag. Zal hij er trouwens zelf in voorkomen? Ze hadden er
samen altijd over gezwegen. Binnenbaum heeft inmiddels wel 1000 gedichten
geschreven, maar hij wordt nog steeds gerefereerd aan zijn “Pasgeboren girafje”.
Hij is de enige van het poëziefestival in Walhalla die was blijven publiceren. Nu lag
er
een verzoek van een speeltuinvereniging om een gedicht voor de opening te
schrijven, maar hij voelt er niet veel voor.
Zoals met alle boeken van Reiff gaat hij op weg om het te kopen. Onderweg komt
Marte naast hem lopen. (In zijn verbeelding: ze houden een gesprek.) Marte is
verontwaardigd dat Reiff een boek over haar geschreven heeft. Ze zegt dat ze het
meisje uit Emiles jeugd was. Ook vertelt ze hem dat ze begrepen had dat
Pasgeboren Girafje voor haar geschreven was.
Emile koopt het boek en kan niet wachten met lezen. Willem vertelt in zijn roman
over het meisje M* dat hij op de reünie heeft opgepikt. Hij had haar op die avond
ontmaagd en daarna was hun relatie alleen op seks gebaseerd. (het waren
“neukmarathons.” Pure lichamelijke liefde, ze had verder nooit iets over haar zelf
losgelaten. Willem had haar nooit kunnen krijgen. OP de 85e dag van hun relatie
komt M* naar Willem: ze heeft een ananas meegenomen. Terwijl hij bezig is met
het eten, leest zij d e krant. Willem neemt onverwachts een foto van haar. Op dat
moment beseft M* dat ze er een einde aan wil maken: eerst aan de verhouding
met Willem en daarna aan haar leven. Ze hangt zich op in de badkamer.

Emile vindt het wel een goed boek. Hij rekent terug en de dag dat Marte zich
ophangt is precies de dag nadat zijn “Wapperende benen” werd gepubliceerd.
Had ze de symboliek begrepen en beseft dat ze nooit met Reiff had moeten
meegaan.
Hij beseft dat hij geen begenadigd dichter is, maar dat de goden hem en Marte
hebben samengebracht, waardoor hij tenminste één mooi gedicht heeft kunnen
schrijven.
Hij zou de ware toedracht nooit onthullen en hij zou het gedicht voor de speeltuin
gaan schrijven. Hij loopt er zelfs langs om inspiratie op te doen. Hij zou weer een
gedicht gaan schrijven: het vertaalwerk waarmee hij geld verdient, kan wel even
wachten.
Want dichter, dat was wat hij was. Dat had Marte Jacobs hem gemaakt.
Zolang hij gedichten schreef, waren ze samen. [ slotzin op blz. 166]

Thematiek en symboliek
“Marte Jacobs “is een prachtige compacte roman over een onmogelijke liefde. De
in zijn jeugd veel oudere Emile ontmoet een negenjarig meisje voor wie hij meteen
een goed gevoel heeft. Ze spelen samen in een voetbalteam en dat geeft veel
synergie, want Emile kan zelf niet zo goed spelen. Het is liefde op het eerste
gevoel. Later ontmoet hij haar weer in een situatie die weeronmogelijker is
geworden: hij is eindexamenleerling en die kan zich nooit ophouden met een
eersteklasser. De reactie van zijn vriend Willem is dan ook dat ze “een platvis”is.
Maar hij schrijft in die periode een prachtig gedicht over een pasgeboren girafje.
Daaraan deed ze hem denken toen ze met hem voetbalde. Marte is zijn muze. Hij
blijft haar later telkens weer ontmoeten, maar ook dan is het nog een onmogelijke
liefde: ze is veertien jaar en Emile heeft een vriendin Therese met wie hij natuurlijk
ook een seksuele relatie heeft. Hij verzwijgt Marte voor zijn vriendin. Toch komt het
in die periode é’’en keer tot het ware samenzijn in platonisch opzicht. Bij een
poëziefestival met de symbolische titel Walhalla voelt Emile zich in het paradijs,
wanneer hij Marte in de zaal ziet bij het voorlezen van zijn mooiste gedicht.
Wanneer zijn vriendin Therese eerste wel en daarna weer niet zwanger blijkt,
eindigt ook die relatie, want tussen hen is er geen sprake van liefde , maar meer
van lichamelijkheid. Hij ontmoet Marte dan op de reünie van school. Het leeftijdsverschil
is nu niet meer relevant: z eis bovendien een sexy meid geworden. Hij krijgt haar
zelfs op de dansvloer en alles lijkt erop alsof hij haar eindelijk kan zoenen. Hij weet
dat dat het begin kan zijn van meer. Maar nu is er ineens het noodlot in de persoon
van Willem Reiff die haar wegplukt uit zijn fantasie. Reiff voelt niets voor haar
behalve ordinaire seksgevoelens. Marte wil ook alleen maar seks met hem. Maar
op een dag als het tweede gedicht in de krant verschijnt, beseft ze dat het niet kan
voortduren. Ze maakt een einde aan haar leven. De ware liefde is onmogelijk
gebleken. Ware liefde is nooit alleen op seksualiteit gebaseerd. Ware liefde heeft
kenmerken van een platonische liefde, maar toch is het voor Emile niet genoeg: hij
wil haar wel kussen en zelfs fantaseert hij over seks met haar. Steeds komt er
echter iets tussen: in de eerste ontmoeting de moeder van Marte, in de schoolfase
het idee dat een zesdeklasser niets met een brugklasser kan aanvangen, in de
periode dat ze veertien is, zit Therese als een voetangel in de relatie en op het
enige moment dat er iets had kunnen ontstaan, grijpt Willem Reiff haar van hem
weg, wat fatale gevolgen heeft. Zo blijft de liefde van Emile voor Marte weliswaar
een oprechte maar toch ook en onmogelijke liefde. Ia de boodschap van Krabbé
dat Emile toch wat voortvarender had moeten optreden: dat hij meer initiatief had
moeten nemen. Of wil de schrijver aantonen dat de poëzie (en literatuur) alleen kan
bestaan wanneer er een muze is die verder ongrijpbaar blijft. Is het hebben van de
zaak - - ook in de liefde- het einde van het vermaak. Welk man (welke vrouw) blijft
niet met tedere gevoelens rondlopen voor zijn eerste echte grote liefde van zijn
jeugd. Waarom is het leven dan zo tragisch dat die liefde vaak onmogelijk blijft?
Televisieprogramma als “Memories” ontlenen er hun bestaan aan. Soms wordt
ook aangegeven dat het leven waarschijnlijk een andere wending zou hebben
genomen.

Emile overwint zijn nare gevoelens na het lezen van het boek van Willem en beseft
dat hij een dichter is geworden dankzij Marte. Hij mag verder spelen in de tuin van
de poëzie en zijn eerste gedicht zal dan ook een gedicht voor de buurtvereniging en
de speeltuin zijn. Met zijn roman over Marte Jacobs heeft Krabbé zijn beste roman
tot nu toe geschreven over een zo algemeen gevoelde emotie die diep in elk mens
leeft. Wie dat weet te raken, verdient een prijs. Hopelijk voor Krabbé komt hij
gewoon van de lezer.

Recensies
Arjan Peters in De Volkskrant van 28 september 2007 is positief over de roman.
Het raadsel Marte Jacobs wordt in de korte roman Marte Jacobs uitgespaard
door de woorden die Emile en Willem in dicht- en romanvorm aan haar
hebben gewijd. Zij was een licht en droevig wezen, door niemand gekend,
een ster die kort straalde, de satellieten met vragen achterlatend. Iemand in
wie geen ontwikkeling zat.

Door in gedachten bij haar te blijven, bewijst Binenbaum zijn trouw, denkt hij
zelf.

Romantische aanstellerij, denkt de lezer, want heel die liefde bestond alleen
in zijn hoofd. Zo bezien is Marte Jacobs niet alleen een gethematiseerde
frustratie van de schrijver Krabbé, maar een afrekening met álle schrijverij, die
de ware wonderen en tragiek alleen maar ijdel kan omcirkelen.

Knap gedaan weer, en ook een tikje pijnlijk, vooral voor de morsdode
aanleiding van dit alles, de muze van een evergreen, het Girafje, het Meisje,
met die benen die voor altijd onvolgroeid blijven, verstard in de belofte

Op 4 oktober 2007 in Het Parool vindt Alle Lnsu dat Krabbé een geweldige roman
heeft geschreven. Tim Krabbé is terug! Tien jaar na De grot, dat zich met
gemak kon meten met zijn beroemde klassiekers Het gouden ei en
Vertraging, heeft hij een roman geschreven waarin hij zichzelf overtreft.
[….]Het lijkt wel alsof Krabbé hier revanche heeft willen nemen op Kathy's
dochter. Hij houdt de pathetiek verre van zich, en laat de ontroering bij de
lezer. In gebeitelde zinnen vertelt hij heel geserreerd de geschiedenis van
een nooit geconsumeerde liefde. Met veel invoelingsvermogen verbeeldt hij
de woelige binnenwereld van de onvervalste romanticus Emile.

Hij laat zien wat literatuur kan zijn: de triomf van de verbeelding over het
echte leven. In de slotalinea laat hij Emile denken: 'Want dichter, dat was wat
hij was. Dat had Marte Jacobs hem gemaakt. Zolang hij gedichten schreef,
waren ze samen.'

De schrijver over zichzelf


Geboren 13 april 1943 in Amsterdam, waar ik nog woon. Eindexamen 1960 HBS-B
aan het Spinoza Lyceum. Leef sinds 1967 van de pen.
Ik ben getrouwd geweest met Liz Snoijink, en heb een zoon Esra. Mijn vader en
grootvader waren bekende schilders; mijn moeder was filmvertaalster en
schrijfster. Ik heb wat geacteerd, en een tijdje psychologie gestudeerd aan de GU
in Amsterdam, maar van beroep ben ik altijd schrijver geweest. Mijn debuten als
schrijver en als journalist vielen samen in 1967.
Mijn romans zijn in 16 talen vertaald, en vier ervan zijn verfilmd. 'Spoorloos', naar
Het Gouden Ei, waar ik zelf het scenario voor schreef, won het Gouden Kalf 1988
voor de beste Nederlandse film. Hij wordt nog steeds gedraaid in Amerika, en in
1993 werd er daar een remake van gemaakt onder de titel 'The Vanishing.' Niet zo
goed als het origineel.
Naast mijn romans, verhalen en journalistieke werk heb ik vele artikelen en een
paar boeken over schaken geschreven. Van 1967-1972 hoorde ik bij de beste
twintig schakers van Nederland. Ik heb een aantal schaakproblemen en studies
gecomponeerd. Zie ook mijn schaak-site.

Bibliografie
-- De werkelijke moord op Kitty Duisenberg (1967, roman)
-- Flanagan of het einde van een beest (1970, roman)
-- Fischer (1972, schaak-biografie)
-- 15 goede gedichten (1973, gedichten)
-- Red Desert Penitentiary (1975, roman)
-- De Stad in het Midden (1978, verhalen)
-- De Renner (1978, roman)
-- 43 Wielerverhalen (1984, verhalen)
-- Het Gouden Ei (1984, roman)
-- De Man die de Babson Task wilde maken (1986, schaak-essay)
-- De Matador (1991, verhalen)
-- Vertraging (1994, roman)
-- De Paardentekenaar (1995, verhalen)
-- De Grot (1997, roman)
-- Kathy's dochter (2002, roman)
-- Drie Slechte Schaatsers (2004, novelle)
-- Een goede dag voor de Ezel (2005, roman)
-- Marte Jacobs (2007, roman)

You might also like