You are on page 1of 226

De Francyclopedie

STEFAN DE VRIES
De Francyclopedie
De Francyclopedie

STEFAN DE VRIES

Bluebeard Publications 2009


De Francyclopedie is een uitgave van
Bluebeard Publications Utrecht.
© Stefan de Vries, Parijs 2009.

Eerste druk: maart 2009.


Tweede druk: juni 2009.

ISBN 9789080888098 (gebonden)


NUR 633 & 530 Dewey 944

Idee, tekst en vormgeving


Stefan de Vries
Illustraties
Chris Lyon
Correcties
Dolf Weverink
Drukwerk
Wilco, Amersfoort

Lettertypen: Dolly; Anivers; Adobe Woodtype.

De auteur stelt aanvullingen en opmerkingen voor een


volgende editie zeer op prijs. Hoewel bij de samenstelling
van De Francyclopedie de grootst mogelijke zorgvuldigheid is
betracht, aanvaardt de uitgever, geheel in strijd met de etiquet-
te, geen enkele aansprakelijkheid met betrekking tot mogelijke
gevolgen die het gebruik van dit boek, of de inhoud ervan, of
juist het niet gebruiken van De Francyclopedie, kan hebben.
Alle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd


en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie,
microfilm, rooksignalen, cd-rom, dvd, blu-ray, i-mode, MP3,
MPEG-4, podcasts, vodcasts, Twitter, internet, gebarentaal of
welke andere analoge of digitale wijze dan ook, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Published and printed in the European Union -


All rights reserved. Tous droits réservés.

www.francyclopedie.nl
inhoud

Inleiding...................................................................................... 7
Trefwoorden A.A.A.A.A.-Zola.................................................... 9
Merci........................................................................................216
Noten.......................................................................................216
Francybibliografie...................................................................218
Index........................................................................................220

5
6
Voorwoord
Frankrijk is een land vol contrasten. Een groot land met een
grootse geschiedenis, een rijke cultuur en met soms een
vleugje zelfgenoegzaamheid. Een land waar de tijd wordt
genomen om te eten en te filosoferen, maar tegelijkertijd de
treinen razendsnel door het land flitsen. Een land waarvan de
inwoners al sinds den beginne uit alle windstreken komen en
waarin die verschillende culturen wonderwel één hele duide-
lijke identiteit hebben weten te creëren. En waar tegelijker-
tijd spanningen bestaan tussen sociale en culturele klassen.
De Francyclopedie tracht een klein deel van die boeiende veel-
zijdigheid te belichten.

In Frankrijk zou De Francyclopedie waarschijnlijk een diction-


naire amoureux heten. Maar al is de verzameling feiten, anek-
dotes en wetenswaardigheden in dit boek deels het resultaat
van bewondering, liefde en tien jaar joie de vivre, het is niet
uitsluitend rozengeur en maneschijn. De laatste dertig jaar
kampt Frankrijk met een lastige economische situatie, die
door de recente internationale crisis is verergerd. Iedere po-
ging tot verandering stuit op hardnekkige weerstand. De jon-
geren zijn bang en behoren tot de meest behoudende klasse
van Europa. Ondanks dat sociale leed is er aan het einde van
een routineuze stakingsdag toch altijd weer een goed glas
wijn en een heerlijk diner. Een cliché wellicht, maar clichés
zijn vaak te mooi om niet waar te zijn. In De Francyclopedie
worden ze daarom niet geschuwd, soms juist versterkt en
hier en daar weerlegd.

Volledigheid was helaas een onmogelijk doel. Een aantal on-


derwerpen in De Francylopedie lag erg voor de hand, zoals de
Revolutie, baguette of wijn; andere onderwerpen zijn juist
willekeurig gekozen, al naar het gelang de ervaring, de voor-
keur of de gemoedstoestand van de schrijver.

7
Hoewel bij de samenstelling van dit boek, zoals immer, de
grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, zijn er onge-
twijfeld toch nog onjuistheden of omissies. Misschien staan
bepaalde onderwerpen er niet in die u ook had willen lezen.
In al die gevallen zijn uw vlijmscherpe correcties en sugges-
ties welkom op info@francyclopedie.nl, die dan wellicht in
een volgende editie zullen worden opgenomen.

Bien à vous.

Gebruikte afkortingen
m. mannelijk
v. vrouwelijk
mv. meervoud
gr. Grieks
lat. Latijn
ned. Nederlands
prov. Provençaals

8
A.A.A.A.A.

A.A.A.A.A.
De afkorting ‘A.A.A.A.A.’ of ‘5A’ zult u op de kaart van veel
traditionele Franse restaurants vinden. De vijf A’s staan voor
Association amicale des amateurs d’andouillette authentique,
oftewel de Vriendschappelijke Vereniging van Liefhebbers
van de Authentieke Ingewandenworst. De Vereniging werd
eind jaren zestig opgericht door een groepje culinaire jour-
nalisten, allen liefhebbers van vleeswaren in het algemeen
en van de andouillette in het bijzonder. De juryleden van de
A.A.A.A.A. worden gekozen door coöptatie en komen twee
keer paar jaar bijeen om te proeven en te keuren. Na de keu-
ringen krijgen de slagers die de beste andouillettes maken
een diploma dat twee jaar geldig is en bij constante kwaliteit
verlengd kan worden. Voor fijnproevers is een A.A.A.A.A.-
diploma een kwaliteitsindicatie, voor slagers en restaurants
een belangrijk marketinginstrument.
 andouillette

Abbé Pierre
[*5 augustus 1912, lyon-†22 januari 2007, parijs; geboren als marie joseph
henri grouès]
Priester Abbé Pierre was lange tijd de populairste Fransman,
omdat hij zich zijn hele leven ingezet heeft voor de zwakke-
ren in de samenleving. In de Tweede Wereldoorlog staat hij
aan de basis van de maquis, de Franse verzetsstrijders. Van
1945 tot 1951 zit hij in het parlement en in 1949 richt hij de
liefdadigheidsorganisatie Emmaüs op. De strenge winter van
1954, waarin een moeder en haar baby op straat doodvriezen,
is voor Abbé Pierre de aanleiding een nationale collecte te or-

9
ABBÉ PIERRE

ganiseren voor de daklozen. Hij haalt het voor die tijd enorme
bedrag van een half miljard francs op en zorgt ervoor dat de
regering nog eens tien miljard francs beschikbaar stelt voor
de armoedebestrijding. Abbé Pierre is daarmee een van de
eersten die de media gebruiken om aandacht te vragen voor
goede doelen. Tot aan zijn dood strijdt hij tegen armoede,
voor betere huisvesting en voor verblijfsvergunningen voor
illegalen. De Emmaüs-beweging zet Abbé Pierres inspannin-
gen voort, en is inmiddels in vijftig landen actief.
 béret

Absint
De Zwitserse arts Henriod uit het dorpje Couvet maakt eind
18e eeuw een drankje van anijs, venkel en hysop, dat helpt om
maagpijnen te verlichten. Een zekere Majoor Dubied koopt
het recept samen met zijn schoonzoon Henri-Louis Pernod,
die in 1797 het drankje op de markt bracht. De sterk alcoho-
lische drank (60 tot 70%) wordt absint genoemd. La fée ver-
te, of de Groene Fee, is al snel het modieuze en verslavende
drankje dat de bloeiende Parijse kunstenaarswereld in de 19e
eeuw inspiratie geeft. Vincent van Gogh zou onder invloed
van absint, dat een licht hallucinerende werking kan heb-
ben, zijn oor hebben afgesneden. Absint krijgt een slechte
reputatie en wordt meer en meer gezien als een gevaar voor
de maatschappij. In 1907 vindt een grote demonstratie plaats
onder het motto “iedereen vóór wijn, allen tegen absint”.

10
ACADÉMIE FRANÇAISE

In 1910 wordt de drank verboden in Zwitserland, in 1915 in


Frankrijk en later ook in andere landen. Absintproducenten
gaan naarstig op zoek naar vervangende dranken en in 1932
vindt Paul Ricard pastis uit, dat al snel een groot succes kent.
Sinds een paar jaar is in veel Europese landen het verbod op
absint opgeheven. Voorwaarde is wel dat de dosis thujon (de
hallucinerende stof ) beperkt blijft tot maximaal 35mg per
liter (EU-norm). In Frankrijk is de verkoop van dranken die
absint heten nog steeds verboden, maar productie en export
is wel toegestaan.

Absint smaakt vooral naar alcohol en, zodra u de smaak een-


maal gewend bent, ook nog naar alsem, anijs, drop, venkel
en koriander. Het drinken van absint is een tijdrovend en se-
cuur ritueel. U neemt een karaf ijskoud water, een speciaal
lepeltje met gaatjes, één of twee suikerklontjes en een glas
absint. Druppeltje voor druppeltje giet u het water over het
suikerklontje, dat op het lepeltje boven het glas hangt. Op die
manier komt het aroma van de anijs en de venkel vrij. Als de
suiker gesmolten is, kunt u naar smaak water toevoegen. En
dan: ad fundum!
 anisette; pastis

Académie française
De Académie française waakt als een moederkloek over de
Franse taal, maar de vraag is wat haar werkelijke nut is (“Rien
du tout,” zullen vele Fransen antwoorden). De Académie
werd in 1635 opgericht door kardinaal de Richelieu om de re-
gels van de Franse taal vast te stellen en daarmee de macht
van de schrijvers enigszins te beperken. Als middel wordt
niet voor een wetboek, maar voor een woordenboek gekozen.
De eerste uitgave daarvan verschijnt in 1694, met daarna on-
geveer iedere vijftig jaar een nieuwe versie. Sinds 1992 werkt
men aan de negende editie van het woordenboek. Elke don-

11
ACADÉMIE FRANÇAISE

derdag komen de oudjes een uur bij elkaar om te discussiëren


over een aantal lemma’s. Eind 2008 is men gekomen tot het
woord plébéien, -ienne (lat., een lid van het plebs, het lagere
volk). De rest volgt de komende decennia. Uiteindelijk zal het
woordenboek zo’n 60.000 ingangen tellen.

De maximaal veertig leden van de Académie zijn ware su-


perhelden. Zij zijn namelijk onsterfelijk. Althans, zo worden
zij genoemd: les immortels, de onsterfelijken. Evenals andere
superhelden hebben ook de academieleden hun eigen outfit.
Sinds Napoléon bestaat dat uit een groen kostuum, een sa-
bel, een cape en een bicorne-hoed. Alleen als een onsterfelijk
lid van de Académie daadwerkelijk komt te overlijden, wordt
een nieuw lid toegelaten. De Académiciens zijn bijna allemaal
mannelijke schrijvers; pas in 1980 laat men na een felle strijd
de eerste vrouw toe, de schrijfster Marguerite Yourcenar.

De Académie is onderdeel van het wetenschappelijke Institut


de France en is gevestigd in een statig gebouw aan de Seine
in Parijs, recht tegenover het Louvre. Sinds 1715 is het Franse
staatshoofd beschermheer van de Académie. Minder bekend
is dat de Académie zich ook bezighoudt met liefdadigheid.
Dat was oorspronkelijk niet de bedoeling, maar werd moge-
lijk door de talrijke legaten en giften die de Académie in de
loop der jaren ontvangen heeft.
 frans

Accent circonflexe
[m.; lat.: accentus, ‘intonatie’ en circumflexus, ‘omgebogen’]
Het accent circonflexe is een volledig overbodig accent. Zijn
nutteloosheid is voor taalpuristen dan ook zijn schoonheid
en tevens zijn enige raison d’être. Het is oorspronkelijk een
Grieks accent dat in 1740 door de Académie française werd
ingevoerd. Het is de samentrekking van het accent aigue (´)

12
ACCENT CIRCONFLEXE

en het accent grave (`). In het Frans kunnen klinkers een ac-
cent circonflexe krijgen, maar het komt ook in andere talen
voor, zoals in het Turks, het Roemeens, het Portugees en het
Vietnamees.

Vaak geeft het accent aan dat er een letter in het woord ver-
vallen is, meestal een s. Zo veranderde maistre [van magister,
lat.] in maître en chasteau [van castellum, lat.] in château. Het
accent circonflexe verandert zelden iets aan de uitspraak van
een woord, maar als knipoog kunnen woorden die ooit een s
hadden, maar nu een accent circonflexe, nog steeds worden
uitgesproken met de onzichtbare s. In andere gevallen geeft
het een a of een e aan die verdwenen is (seur-> sûr).
 académie française; frans

H et ‘hoedje’ of ‘dakje’ was ooit verantwoor-


delijk voor de helft van de schrijffouten en
heeft bij vele middelbare schoolleerlingen een
vroegtijdig einde aan hun opleiding gemaakt. Sinds
de spellinghervorming van 1991 is het gebruik van
het accent circonflexe ingeperkt. Het accent
dreigde zelfs even te verdwijnen en voor- en te-
genstanders rolden vechtend over de marmeren
vloer van de Académie Française. Uiteindelijk hak-
te president François Mitterrand de knoop door.
Het accent circonflexe hoeft sindsdien niet meer
gebruikt te worden op een i of een u en evenmin
op nieuwe of leenwoorden. Alleen op bepaalde
werkwoorden en bepaalde vervoegingen (voor de
liefhebbers: passé simple en de 3e persoon enkel-
voud van de subjonctif imparfait) komt nu nog een
accent circonflexe.

13
AIRBUS

Airbus
Frankrijk heeft sinds de begindagen van het luchtverkeer een
belangrijke rol gespeeld. De gebroeders Wright konden in
1903 hun eerste vlucht maken mede dankzij de theorieën van
de Fransen Octave Chanute en Louis Pierre Mouillard. Louis
Blériot maakte het eerste passagiersvliegtuig ter wereld en
de Caravelle was in 1955 het eerste passagiersvliegtuig met
straalmotoren. De Europese vliegtuigfabrikant Airbus past
in die lijn en is voortgekomen uit de fusie in 1970 tussen het
Franse Sud-Aviation en Deutsche Airbus.

In 1972 kiest de A300-b, het eerste model, het luchtruim.


Het cijfer 300 geeft het aantal passagiers aan. Twee jaar later
neemt AirFrance als eerste het zuinige toestel in gebruik. In
het begin zijn er nauwelijks bestellingen, maar tien jaar la-
ter heeft Airbus al dertig procent marktaandeel. De grootste
Airbus is nu de A380, het grootste passagiersvliegtuig dat
ooit gebouwd is, met 550 zitplaatsen. Tegenwoordig strijdt
Airbus met Boeing om de titel grootste vliegtuigbouwer ter
wereld. De onderdelen worden op verschillende locaties in
heel Europa gemaakt en uiteindelijk in Toulouse, Hamburg
of Sevilla geassembleerd tot vliegtuigen.

De laatste jaren wordt moederbedrijf EADS geplaagd door


beursschandalen, vertragingen en de lage dollarkoers, maar
volgens eigen opgave heeft Airbus medio 2008 bestellingen
openstaan voor maar liefst 3740 nieuwe vliegtuigen1.
 airfrance; concorde

AirFrance2
De Franse nationale luchtvaartmaatschappij komt in 1933
voort uit de fusie van een groot aantal kleinere Franse
luchtvaartmaatschappijen die in economische problemen
geraakt waren. Door de vele koloniën ontwikkelde het aan-

14
ALSACE

tal bestemmingen zich snel. Zoals zoveel bedrijven na de


Tweede Wereldoorlog, wordt ook AirFrance genationali-
seerd door de Franse staat. Vanaf 1959 bedient de nationale
luchtvaartmaatschappij een wereldwijd netwerk met het
moderne straalvliegtuig Caravelle van Sud-Aviation, de
voorloper van Airbus. In de jaren negentig kampt AirFrance
echter met grote problemen en dreigt zelfs te verdwijnen.
De luchtvaartmaatschappij wordt daarop volledig gepriva-
tiseerd. AirFrance is tegenwoordig een dochtermaatschap-
pij van de AirFrance-KLM groep, de holding ontstaan na de
overname (Nederlanders spreken van ‘fusie’) van KLM door
AirFrance in 2004. Culturele verschillen worden overwonnen
en de samenwerking blijkt een schot in de economische roos.
AirFrance-KLM is in passagiers nu de grootste internationale
luchtvaartmaatschappij ter wereld. Het olifantengeklos van
de stevig uit de kluiten gewassen KLM-stewardessen biedt
een dagelijks contrast met het ranke gestel en de elegante
tred van hun Franse collega’s.
 airbus; concorde

Alsace
[1] [v., Elzas] De kleinste Franse regio in het oosten van het
land tegen de Duitse en Zwitserse grens. Bestaat uit de de-
partementen Bas-Rhin (67) en Haut-Rhin (68). Hoofdstad:
Straatsburg. Inwoners: 1,8 miljoen. Taal: Elzassisch (Duits
dialect).

De Elzas is regelmatig van eigenaar gewisseld. Soms gebeur-


de dat vrijwillig, meestal met geweld. In 1678 bij Frankrijk
ingelijfd, geannexeerd als Reichsland Elsaß-Lothringen door
Duitsland van 1870 tot 1918 en de facto van 1940 tot 1944, is
de Elzas een plek waar de Europese geschiedenis duidelijk
sporen heeft achtergelaten. Dat is ook een van de redenen
waarom Straatsburg zoveel internationale instellingen heeft.

15
ALSACE

Doordat de Duitse en Franse periodes zich afwisselden, zijn


de wetten in de Elzas een curieuze melange van nationale
Franse wetten en regionale wetten. Zo zijn de Elzas en Moezel
de enige regio’s waar de Wet op de Scheiding van kerk en
staat3 niet geldt. Toen die wet in 1905 werd aangenomen, was
de regio Duits grondgebied. Dat heeft er toe geleid dat de
overheid de erkende religies financiert en dat er op de open-
bare scholen godsdienstles gegeven wordt.

H et Europees Parlement vergadert om en om


in Brussel en in Straatsburg. Iedere maand
verplaatsen de parlementsleden, hun assisten-
ten en duizenden dossiers zich naar de Elzasser
hoofdstad. Dit reizende circus kost de Europese
belastingbetaler jaarlijks 200 miljoen euro. Veel
parlementsleden willen dat de vergaderingen
voortaan alleen nog maar in Brussel plaatsvinden,
en al helemaal toen in augustus 2008 een deel
van het plafond van de vergaderzaal in Straatsburg
naar beneden stortte. Frankrijk blijft echter zeer
gehecht aan de speciale positie van Straatsburg.

Zoals de meeste Franse regio’s heeft ook de Elzas een sterke


culinaire identiteit. Elzasser gerechten die in heel Frankrijk
geliefd zijn, zijn de choucroûte (zuurkool), de flammekueche
(een soort dunne pizza), de kouglof (tulband) en de foie gras.
 foie gras; laicité
[2] Vin d’ ~. Voornamelijk witte, aromatische wijn waarvan ries-
ling, gewürztraminer en pinot blanc de bekendste druiven-
soorten zijn. Er zijn vier AOC’s: Vin d’Alsace, Alsace Grand
Cru, Crémant d’Alsace (mousserende wijnen) en de Klevener
de Heiligenstein. Elzaswijnen combineren goed met zoetwa-

16
ANDOUILLETTE

tervis en Aziatisch eten, evenals met zuurkool en foie gras.


 aoc

Andorra
Prinsdom in de Pyreneeën, grenzend aan Spanje en Frankrijk.
Oppervlakte: 468 km2; inwoners: 72.500. Hoofdstad:
Andorra-La-Vella. Officiële taal: Catalaans. Huidige rege-
ringsleider: Marc Forné Molné (liberaal). Munteenheid: euro.
Internetafkorting: .ad

Het kleine bergstaatje is sinds 1278 een duümviraat. Dat wil


zeggen dat het twee staatshoofden heeft, de zogenaamde co-
prinsen: de Franse president en de bisschop van Seo de Urgel
in Spanje. Wat precies de rechten zijn van de staatshoofden
is nooit vastgelegd en die onduidelijkheid leidt soms tot con-
flicten met Frankrijk en Spanje.

Sinds 1993 is Andorra een parlementaire democratie. Hoewel


het land de euro als munteenheid heeft, is het geen lid van
de Europese Unie. Er is slechts een speciale overeenkomst
met de EU. Andorra is wel lid van allerlei internationale or-
ganisaties zoals de Verenigde Naties en de Raad van Europa.
De Andorranen zijn in eigen land de minderheid: slechts een
derde heeft de Andorraanse nationaliteit. De grootste groep
(40%) is Spaans en een kleine 7% heeft een Frans paspoort.
Andorra is een belastingparadijs. Het kent een verwaarloos-
bare BTW en geen inkomstenbelasting. De inkomsten ko-
men vooral uit financiële dienstverlening, uit toerisme en in
mindere mate uit tabak en vlees.
 monaco

Andouillette
[v., lat.: inductile, ‘dat wat men inbrengt’]
Een worst, bereid uit de grote ingewanden (darm en maag),

17
ANDOUILLETTE

meestal van een varken, soms van een kalf. Het eten van een
andouillette vereist stevige papillen. De worst heeft soms
een krachtige geur die doet denken aan de uitwerpselen
van een depressief varken. De regio’s rondom Lyon, Troyes
en Cambrai claimen elk de originele andouillette te maken,
maar er bestaat geen appellation controlée zoals bij veel regi-
onale producten. De naam is onbeschermd en andouillette
kan overal gemaakt worden. U kunt dus zelf ook een poging
wagen uw eigen andouillette te maken. In restaurants wordt
de andouillette meestal gegrild geserveerd met mosterd en
frites.
 a.a.a.a.a.

Anisette
[m., anijsdrankje]
Verzamelnaam voor likeuren gemaakt van alcohol, water, sui-
ker en (groene) anijszaden, zoals bijvoorbeeld Marie-Brizard
of Sambucca, die meestal als digestief gedronken worden.
Niet te verwarren met de kleurloze anijsdranken zoals pastis,
waar geen suiker aan is toegevoegd.
 absint; pastis

AOC
[v., Appellation d’origine controlée, ‘Benaming van gecontroleerde herkomst’]
Een AOC is een garantie dat een voedingsmiddel uit een be-
paalde streek of gemeente komt en dat het product gemaakt
is volgens nauwkeurig omschreven productiemethoden. Het
is geen merknaam en een AOC zegt ook niet per se iets over

18
AOC

de kwaliteit. Een AOC biedt vooral juridische bescherming


tegen nagemaakte producten. Het heeft ook een marketing-
waarde: consumenten zullen sneller geneigd zijn een AOC-
product te kopen dan een AOC-loze concurrent, ook al is die
laatste wellicht beter.

De AOC bestaat sinds 1905 en was in eerste instantie bedoeld


om de wijnboeren te helpen die door de schimmelziekte
phylloxera (druifluis) hun wijngaarden verloren hadden. De
AOC moest hen beschermen tegen namaak en slechte wij-
nen. Nog steeds betreffen de meeste AOC’s wijnen, maar er
zijn ook AOC’s voor dranken, kazen, vleeswaren, olijfolie,
fruit en groenten, zuivelproducten, enzovoorts. In totaal zijn
er nu 472 AOC’s voor wijnen, 47 AOC’s voor zuivelproduc-
ten en 39 AOC’s voor de overige voedingswaren. De lijst met
AOC’s wordt regelmatig herzien en uitgebreid. Sinds 1992
vindt de bescherming plaats op Europees niveau onder de
naam AOP (Appellation d’origine protégée). Andere landen met
een AOC zijn onder andere Duitsland (QbA), Italië (DOC) en
Spanje (DO). Andere beschermingen zijn ook mogelijk zoals
IGP (Indication Géographique Protégée) en AB (Agriculture biolo-
gique). Het Institut national de l’origine et de la qualité is belast
met de controle op AOC producten.
 camembert; fromage; wijn

I n 1666 nam het parlement van Toulouse een ar-


rest aan dat de inwoners van Roquefort het ex-
clusieve recht gaf de specifieke kazen in de grotten
van het dorp te maken. Iemand die toch stiekem
probeerde ergens anders kaas te maken onder de
naam Roquefort, riskeerde een boete van duizend
pond. Dit arrest was in zekere zin de eerste AOC.

19
ARC

Arc
[1] Jeanne d’~
[*rond 1412-†30 mei 1431, rouen]
Tijdens de Honderdjarige oorlog [1337-1453] tussen Engeland
en Frankrijk hoort de 13-jarige, hypergelovige Jeanne d’Arc
stemmen van de engelen Michaël, Catherine en Margriet.
Zij vertellen haar dat ze Frankrijk moet bevrijden van de
Engelsen. Tegenwoordig vraagt men een puber die stem-
men hoort of hij wellicht te veel paddenstoelen heeft gegeten
en verwijst hem vervolgens door naar het dichtstbijzijnde
afkickcentrum. In de 14e eeuw daarentegen waren Jeannes
‘waanideeën’ genoeg om een heel leger op de been te bren-
gen.

In 1429 slaagt Jeanne erin het Beleg van Orléans te breken


waarna ze de bijnaam of eretitel La Pucelle d’Orléans krijgt, de
Maagd van Orléans. Ze begeleidt kroonprins Karel VII naar
Reims waar hij tot koning gekroond wordt. Een jaar later
voert ze haar eigen leger aan, maar wordt gevangengenomen
en verkocht aan de Engelsen voor 10.000 ponden. Na een kort
proces waarin het advies gevraagd wordt van de Sorbonne in
Parijs, wordt zij veroordeeld voor ketterij en op de markt van
Rouen op een drie meter hoge brandstapel verbrandt. Als de
Fransen in 1456 Rouen op de Engelsen heroveren, doet men
haar proces over en worden Jeanne en haar familie volledig
in ere hersteld.

20
ARMAGNAC

Jeanne d’Arc is door de eeuwen heen altijd populair gebleven.


Sinds de 19e eeuw belichaamt zij Frankrijk, en in 1920 wordt
Jeanne door de katholieke kerk heilig verklaard. Ze is nu een
metafoor voor alles wat ‘puur’ Frans zou zijn. De extreem-
rechtse partij Front National heeft de Maagd van Orléans als
symbool gekozen en viert haar feest jaarlijks op 1 mei bij het
vergulde standbeeld van Jeanne d’Arc in Parijs.
[2] ~de Triomphe. Triomfboog. Napoléon stal aan de lopende
band Romeinse symboliek en vatte in 1806 het idee op een tri-
omfboog te bouwen op de plek waar de Bastille had gestaan.
Uiteindelijk koos men voor de Place de l’Étoile in het westen
van Parijs. Pas in 1836 was de boog klaar, lang nadat Napoléon
zijn laatste adem had uitgeblazen. De Arc de Triomphe is
sinds 1920 de laatste rustplaats van de onbekende soldaat.
Ook in andere Franse steden staan triomfbogen, zoals in
Marseille [1837], Montpellier [1692], Nancy [1755] en Reims
[3e eeuw n.C.]. Die van Parijs was tot 1982 de grootste triomf-
boog ter wereld, totdat Noord-Korea in Pyongyang een iets
groter exemplaar bouwde. Geheel in Napoléons stijl: niets
zelf bedenken, maar slechts groter en lelijker kopiëren.
 napoléon; poilu

Armagnac
Eau de Vie uit het zuidwesten van Frankrijk. Armagnac wordt
voor het eerst genoemd in een officieel document uit 1411
als Agua Ardenterius. Het is daarmee de oudste eau de vie en
zo’n tweehonderd jaar ouder dan grote broer cognac. De 250
producenten maken elk een individuele en unieke armagnac
die enorm van andere soorten kan verschillen. Vergeleken bij
cognac, is de productie van zo’n zes miljoen flessen per jaar
zeer bescheiden. De Fransen zelf drinken veel meer armagnac
dan cognac. Waarschijnlijk heeft die waardering te maken
met de typisch Franse eigenschappen als eigenzinnigheid en
individualisme die het karakter van de Armagnacais tekenen.

21
ARMAGNAC

Ook de door vele Fransen bewonderde koppige musketier


D’Artagnan kwam uit de Armagnac.

Armagnac wordt gemaakt in de regio onder Bordeaux, in de


departementen Lot-et-Garonne, de Gers en de Landes. De
drank bevat de druiven Ugni Blanc, Colombard, Folle Blanche,
Baco Blanc en vijf andere lokale variëteiten. Armagnac heeft
een forsere smaak dan cognac.

Het etiket van een armagnac vermeldt de ouderdom. Bij een


blend wordt de leeftijd bepaald door de leeftijd van het jong-
ste distillaat. Twee sterren is minimaal twee jaar oud, VSOP
vijf jaar, Napoléon zes en XO minimaal acht jaar. De betere
huizen gunnen armagnac meer tijd. Een hors d’age armagnac
is een blend waarvan de jongste wijn minimaal tien jaar op
eikenhouten vaten heeft gerijpt. Naast blends zijn er ook vin-
tage armagnacs, die gemaakt zijn van druiven van één oogst.
Die herkent u aan de vermelding van het jaartal. In tegenstel-
ling tot wijn moeten flessen armagnac staand bewaard wor-
den, om te vermijden dat de alcohol de kurk aantast.

Armagnac wordt meestal geserveerd aan het einde van de


maaltijd, maar u kunt het ook als aperitief drinken. Een ander
gebruik is het serveren van een armagnac als een trou gascon:
een ijskoud glas armagnac in het midden van een rijke dis om
ruimte te maken voor de volgende gangen. U drinkt armag-
nac normaal gesproken uit een tulpglas, maar er is geen wet
die u verbiedt de fles direct aan de mond te zetten.
 cognac; mousquetaires; ortolaan

N aast buitengewoon smakelijk, is armag-


nac ook goed voor de gezondheid. Volgens
een onderzoek van de Universiteit van Bordeaux

22
ARRONDISSEMENT

uit 2007, verlaagt een kleine dagelijkse hoeveel-


heid armagnac (3 centiliter) de kans op hart- en
vaatziekten. Bovendien worden mensen uit de
Gascogne gemiddeld vijf jaar ouder dan de rest van
de Fransen. Armagnac zou ook een gunstig effect
hebben op het voorkomen van obesitas, maar dat
moet wetenschappelijk nog bewezen worden.

Arrondissement
Een arrondissement is een bestuurlijk onderdeel van een ge-
meente of een departement. Frankrijk is verdeeld in 342 ar-
rondissementen. Parijs (20 arrondissementen), Lyon (9) en
Marseille (16) zijn de enige steden die zijn opgedeeld in ar-
rondissementen. Ieder arrondissement heeft daar zijn eigen
burgemeester, zijn eigen raad en zijn eigen stadhuis. Parijs
kreeg eind 1859, na veel ambtelijk getouwtrek, haar heden-
daagse gemeentegrenzen waarmee tegelijkertijd de arron-
dissementen hun definitieve nummering kregen. De Parijse
arrondissementen zijn met de klok mee genummerd in de
vorm van een slakkenhuis: 1 in het midden, 20 in het oosten.
Het vijftiende arrondissement van Parijs is het grootste, met
232.000 inwoners op 8,5 vierkante kilometer. De postcodes
bestaan uit de eerste twee cijfers van het departement (75
voor Parijs, 13 voor Marseille en 69 voor Lyon), gevolgd door
een nul en vervolgens het nummer van het arrondissement:
75005 is dus Parijs, vijfde arrondissement. Enkele andere
grote steden zoals Bordeaux, Nice en Toulouse overwegen
ook arrondissementen in te voeren. Arrondissementen zijn
tevens te vinden in andere delen van de wereld, met name in
gebieden die te maken hebben gehad met een of andere vorm
van Frans bewind, zoals Quebec, Haïti, België, Nederland en
Afrikaanse landen.
 departement; québec

23
ARTE

ARTE
Europees cultureel televisiestation, opgericht in 1992, naar
een hersenspinsel van François Mitterrand en Helmut Kohl.
De publieke zender was oorspronkelijk bedoeld om de Frans-
Duitse relaties te versterken en de Europese eenwording
te bespoedigen. Inmiddels is de zender in nagenoeg heel
Europa te ontvangen en is de naam Arte synoniem geworden
voor kwaliteitsprogramma’s. Ook al noemen de Fransen Arte
regelmatig als hun favoriete televisiestation, de zender haalt
slechts een bescheiden marktaandeel van 3%. In Duitsland
trekt de binationale zender nog minder kijkers (0,8%).
 alsace; exception française; mitterrand

Asterix en Obelix
[1] Asterix en Obelix, twee van Europa’s bekendste striphelden,
zijn gecreëerd in 1959 voor het weekblad Pilote door scena-
rioschrijver René Goscinny [*1926-†1977] en striptekenaar
Albert Uderzo [*1927]. Hun avonturen spelen zich af rond 50
v.C. Met behulp van een toverdrank die hen zeer sterk maakt,
hakken de twee Galliërs regelmatig de Romeinen in de pan
die hun dorp willen inlijven. Obelix is als kind in die magi-
sche cocktail gevallen en is dus permanent sterk. Asterix
heeft voor iedere aanval een dosis nodig. Het eerste album
Asterix en de Galliërs verscheen in 1961 in een bescheiden op-
lage van 6.500 exemplaren. De komische avonturen en de
oneindig ingenieuze woordspelingen zorgen voor een grote
populariteit van Asterix en Obelix. Een halve eeuw later zijn
er van de 33 albums wereldwijd meer dan 320 miljoen exem-
plaren verkocht in meer dan honderd talen en dialecten.

Op de regelmatig terugkerende vraag van Nederlandse jour-


nalisten aan Uderzo of er ooit nog eens een avontuur van
Asterix bij de Batavieren zal komen, antwoordt Uderzo altijd
beleefd bevestigend zonder een precieze datum te noemen.

24
AZERTY

Gezien de hoge leeftijd van de tekenaar is het onwaarschijn-


lijk dat Asterix ooit nog een kroketix zal eten.
[2] Frankrijks eerste satelliet, gelanceerd in 1965 vanuit Algerije
heette eigenlijk A1, maar werd ter ere van het stripfiguur om-
gedoopt in Asterix. De eerste satelliet die in 1979 door de ra-
ket Ariane werd gelanceerd kreeg de naam Obelix.
 bd; vercingétorix

AZERTY
De Fransen, eigenzinnig als ze zijn, hebben een ander toetsen-
bord dan de Angelsaksische wereld. Frankrijk importeerde
de eerste schrijfmachine in 1883. Om mechanische redenen
was het van belang de veel gebruikte letters zover mogelijk
uit elkaar te plaatsen. De typesnelheid ging daarmee omlaag
en de machines draaiden daardoor minder vaak vast, vandaar
de QWERTY-indeling. Dat toetsenbord was echter gemaakt
voor de Engelse taal en dat werd aangepast aan het Frans met
de toetsen in de volgorde ZHJAYSCPG. Die indeling veran-
derde al snel in AZERTY, met de letters op een iets andere
plaats dan op een ‘gewoon’ QWERTY-toetsenbord. AZERTY
wordt gebruikt in de Franstalige wereld, behalve in Quebec.
Daar hebben ze zo hun eigen manier van communiceren.

Het AZERTY-toetsenbord heeft aparte toetsen voor de veel-


gebruikte accenten é, à, è, ù en ç, terwijl voor de cijfers de
shift-toets moet worden ingedrukt. Geen van beide syste-
men is superieur. Het meest efficiënte toetsenbord is echter
de in de vergetelheid geraakte indeling van August Dvorak

De indeling van het Franse toetsenbord


&é”’(§è!ççà)
AZERTYUIOP
QSDFGHJKLM
W X C V B N ? ; :=

25
AZERTY

uit 1936. Sinds de komst van de computer maakt het niet


meer uit waar de letters zitten, maar toch zijn AZERTY en
QWERTY blijven bestaan. Beide systemen kunnen na enige
oefening gemakkelijk door elkaar gebruikt worden. Dit boek
werd op een AZERTY-toetsenbord getypt.

Aznavour, Charles
[*22 mei 1924, parijs; geboren als Chahnour Varinag Aznavourian. acteur,
zanger en componist]
Charles Aznavour, zoon van Armeense muzikanten die naar
Parijs geëmigreerd waren, staat al op 9-jarige leeftijd op
het podium. Op zijn twaalfde maakt hij zijn filmdebuut in
La guerre des gosses. Zijn zangcarrière begint hij in cafés en
cabarets. Na de Tweede Wereldoorlog ontmoet hij de ster-
ren Edith Piaf en Charles Trenet. Hij gaat met hen op tour-
nee door de VS en Canada. Dit opent voor hem alle deuren
in Amerika. Aznavour wordt een superster die over de hele
wereld optreedt. In Parijs geeft hij regelmatig uitverkochte
shows die wekenlang lopen en zo’n succes zijn dat hij in de
beroemde zaal Olympia zelfs drie keer per dag optreedt. Zelfs
nu, anno 2009, staat hij nog regelmatig op de planken.

Ondertussen blijft Aznavour ook nog verdienstelijk acteren,


onder andere in de met een Gouden Palm bekroonde film Die
Blechtrommel [1979] van Volker Schloendorff. Hij is zijn wor-

26
BAC

tels nooit vergeten en heeft zich altijd ingezet voor Armenië


en de erkenning van de genocide. Aznavour is tevens Unesco-
ambassadeur.

In 1998 werd Aznavour door CNN en het weekblad Time ge-


kozen tot Artiest van de eeuw en daarmee versloeg hij Elvis
Presley, Bob Dylan en Frank Sinatra. Hij was de laatste jaren
regelmatig op afscheidstournee, maar de krasse knar neemt
met zijn karakteristieke huilerige stem nog steeds regelma-
tig nieuwe liedjes op.
 chanson

Bac
[m., afk. voor baccalauréat, eindexamen van het voortgezet onderwijs]
Door Napoléon ingesteld in 1808. Het diploma krijgt men
na een eindexamen in de richtingen litterair (ook wel bac-L
genoemd en beschouwd als het pretpakket), wetenschap-
pelijk (bac-S) of economisch-sociaal (bac ES). Het bac is niet
hetzelfde als de bachelortitel, die in Frankrijk Licence heet. In
1960 had slechts 13% van een generatie zijn bac, nu is dat op-
gelopen tot 63,4%. Het slagingspercentage is sinds de jaren
’80 gestaag gegroeid en lag in 2008 op 83,3%.

In Frankrijk worden de cijfers gegeven van 1 tot en met 20. Op


het diploma wordt niet alleen het gemiddelde van alle cijfers
vermeld, maar de besten krijgen ook een speciale benoeming,
de mention. Bij een gemiddeld eindcijfer tussen de 12 en de 14
krijgt men de vermelding “assez bien”, bij 14 tot 16 krijgt men
“bien” en bij 16 of hoger wordt het “très bien”. Sommige ge-

27
BAC

meenten en banken geven zelfs geld aan scholieren met een


mention très bien. Het is gebruikelijk de waarderingen tot op
hoge leeftijd op het cv te vermelden en hoe beter de mention,
des te gemakkelijker de rest van de carrière verloopt. Een
bac geeft toegang tot de universiteit maar niet direct tot de
Grandes Ecoles, waarvoor een apart toelatingsexamen gedaan
moet worden. Voor dat examen wordt vaak nog eens één of
twee jaar onderwijs gevolgd aan een prestigieuze école pré-
paratoire, of prépa in de volksmond. Daar komt men echter
alleen maar binnen met een mention. Photoshop kan in die
gevallen uitkomst bieden.
 grande école; napoléon

Baguette
[v., lat.: baculum, ‘stok’]
Een baguette wordt niet onder de arm gedragen maar ferm in
het midden vastgehouden met één hand terwijl men een hap
neemt van het nog warme uiteinde. Wie tijdens zijn vakantie
in Frankrijk voor het eerst zijn tanden zet in een nog warme
baguette zal de rest van zijn leven waarschijnlijk terugverlan-
gen naar dat moment. Of vloekend zijn mond verbranden.
In de jaren dertig wordt de baguette langzamerhand een
symbool voor Frankrijk om later zelfs een vermoeiend cliché
te worden. De voorloper van de baguette is de viennoise, net
als de croissant afkomstig uit Wenen. De viennoise is een

Het Franse stokje komt in vele soorten en maten


Pain of flûte – net zo lang maar twee keer zo dik als een baguette
Bâtard – Net zo groot als een pain, maar hetzelfde gewicht als
een baguette (250 gram)
Ficelle – dun en lang, ongeveer een halve baguette (125 gram)
Tradition – beschermd begrip sinds 1993, mag alleen bloem,
water en zout bevatten en niet ingevroren zijn geweest.
Parisien – grote baguette
Campagne – met volkoren en rogge

28
BANANIA

lang brood met biergist en melk, gebakken in een stoomoven


waardoor er een korst op komt. De Oostenrijkse Baron Zang
gebruikt dit recept in zijn bakkerij die hij in 1838 in Parijs
begint. Het witte brood is korter houdbaar dan zuurdesem-
brood. Om een groter publiek te bereiken wordt de melk op
een gegeven moment weggelaten, waardoor de prijs daalt. De
baguette zoals we die nu eten, werd voor het eerst uit de oven
gehaald aan het begin van de 20e eeuw. In de loop der tijd past
de vorm zich aan de mandjes aan waarin het brood wordt be-
waard. De baguette is nu zeventig centimeter lang en weegt
tussen de 250 en 300 gram.

Uit protest tegen de steeds slechtere kwaliteit van de baguet-


te start een groep molenaars in 1982 het merk Banette, een
baguette die volgens de oude traditie is gebakken. Tegen een
kleine meerprijs uiteraard. Het publiek smult ervan en ande-
re merken met namen als Gana, Retrodor of Baguépi volgen.

De beste baguette van Parijs van 2008 wordt gebakken door


bakker Anis Bouabsa [32, rue Tristan Tzara, 18e arr.]. Hij mag
een jaar lang het brood leveren aan het Elysée.
 boulangerie; croissant

Banania
Op de Franse ontbijttafel vindt men vaak een pak Banania,
een oploscacao waarmee ieder Frans kind groot is gewor-
den. De journalist Pierre-François Lardet maakt in 1909 op
een reis door Nicaragua kennis met een drank gemaakt van
bananenpoeder, granen, cacao en suiker. Hij is meteen ver-

29
BANANIA

kocht. Terug in Frankrijk lukt het hem de drank na te ma-


ken en op de markt te brengen. Lardets vrouw bedenkt de
naam ‘Banania’. Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt
Banania gepositioneerd als het ideale voedingsmiddel voor
kinderen, zwakken en voor de soldaten aan het front. Veel
ingezetenen uit de koloniën komen naar Frankrijk om daar
te vechten. Onder hen ook een regiment dappere Senegalese
tirailleurs. ‘Y’a bon’, ‘het is er goed,’ zeggen zij als ze het
over Frankrijk hebben. Als eerbetoon wordt een vrolijke
Senegalese soldaat in 1915 het boegbeeld van het voedingrijke
poeder, met als ondertitel ‘Y’a bon, Banania!’. Lardet gaat zelf
naar het front met veertien treinwagons vol Banania om aan
de soldaten uit te delen. Door slecht management van het
merk sterft Lardet uiteindelijk geruïneerd in 1937. Tot 1977
blijft ‘Y’a bon Banania’ de slagzin. In de loop der decennia
wordt de Senegalees gerestyled. Sommige politiek correcte
critici vinden de leus en de verpakking racistisch. Het zou het
cliché van de vrolijke maar domme inboorling versterken. In
1996 kwam ‘Y’a bon’ weer terug op de verpakking. Het Franse
Nutrimaine, dat Banania in 2003 kocht van Unilever, ziet na
een klacht af van verder gebruik van de slogan. Desondanks
is de lachende neger nog steeds razend populair. De kenmer-
kende reclameobjecten van Banania worden grif verhandeld
door antiquairs en op internet.

Banlieue
[v., voorstad]
De banlieue is in de 17e en 18e eeuw het gebied rondom een stad
tot waar de ban, dat wil zeggen de jurisdictie van die stad,
zich uitstrekt. Dat gebied is ongeveer een lieue of lieu de poste
lang, de Franse postuur, een oude lengtemaat van ongeveer
3.900 meter.

In november 2005 wordt Frankrijk opgeschrikt door hevige

30
BARDOT

rellen in de minder welvarende voorsteden, die drie weken


duren. Bijna tienduizend auto’s gaan in vlammen op en jon-
geren in verschillende voorsteden door het hele land raken
slaags met de oproerpolitie. De problemen ontstaan vooral
in achterstandswijken met hoge werkloosheid (soms tot
50%), weinig voorzieningen en veel voortijdige schoolverla-
ters. Buitenlandse televisiezenders doen alsof het hele land
in brand staat en zijn verbaasd over zoveel geweld. Maar de
problemen in de banlieues bestaan al sinds het begin van
de jaren tachtig en de afgelopen dertig jaar heeft iedere re-
gering, links en rechts, geprobeerd een oplossing te bieden.
Tevergeefs. Ook na de rellen in 2005 is het nog steeds, zij het
in mindere mate, regelmatig onrustig. Elke nacht, jaar in
jaar uit, gaan gemiddeld meer dan 100 auto’s in vlammen op.
Het woord banlieue heeft door deze gebeurtenissen de afge-
lopen decennia een negatieve lading gekregen, maar het is
niet overal kommer en kwel. De meeste voorsteden zijn aan-
gename plekken om te wonen en goed bereikbaar vanuit de
steden. Er zijn ook hele chique voorsteden zoals Versailles,
Neuilly-sur-Seine of Saint-Germain-en-Laye die Wassenaar
doen lijken op een armoedig getto.

Bardot, Brigitte Anne-Marie


[*28 september 1934, parijs; actrice, dierenbeschermster]
Filmster ‘BB’ maakt in 1952 haar debuut in de film Le Trou
Normand, maar ze wordt vooral bekend met haar tweede
rol in en als Manina, la fille sans voile. Net 18 jaar oud, maakt
de rondborstige actrice de bikinimode in een klap immens
populair. Door haar provocatief libertaire houding wordt
BB een legendarisch symbool voor de seksuele bevrijding
van vrouwen in de jaren zestig. Er ontstaat in die tijd een
enorme “bardolâtrie”. Bardot wordt niet alleen onsterfelijk
door haar wulpse cinematografische performances, maar
ook door de stortvloed aan liedjes die voor haar geschreven

31
BARDOT

of aan haar opgedragen zijn. Eén daarvan is Initiales B.B. van


Serge Gainsbourg, met wie zij een kortstondige en stormach-
tige relatie heeft. Haar 48e en laatste film maakte ze in 1973
(L’histoire très bonne et très joyeuse de Colinot Trousse-Chemise).
Sinds 1986 heeft ze haar eigen stichting die haar naam draagt
en die zich inzet voor het welzijn van dieren. Van haar ont-
wapenende schoonheid is echter w ­ einig meer overgebleven.
Niet alleen haar uiterlijk, maar vooral ook haar innerlijk is
een stuk lelijker geworden. Bardot fulmineert al jaren tegen
immigranten, de islam en homoseksualiteit. Ze is al vijf keer
veroordeeld vanwege haar racistische uitlatingen; in 2008
nog moest ze een boete betalen van €15.000 vanwege een
racistische brief die zij aan president Sarkozy heeft geschre-
ven.
 bikini; gainsbourg; marianne

Bastille
[v., prov.: bastide, ‘versterking, fort of bastion’, verbasterd tot bastille]
[1] De Bastille was onderdeel van de 14e eeuwse stadsmuur van
Parijs en fungeerde als de relatief comfortabele staatsgevan-
genis aan de rand van de stad. Onder Lodewijk de 16e is de
Bastille vooral symbool van de koninklijke macht en van de
willekeur bij het opsluiten van gevangenen.

Het is al enkele weken onrustig in de stad als Lodewijk de 16e


op 12 juli 1789 de populaire voorstander van meer burgerrech-

32
BASTILLE

ten Jacques Necker [*1732-†1804] ontslaat. Het volk is furieus.


Op de ochtend van 14 juli trekken ongeveer duizend demon-
stranten naar de Bastille. Een delegatie onderhandelt met de
gevangenisdirecteur. Dat heeft aan het einde van de middag
tot niets geleid. Een menigte forceert de poort en stormt naar
binnen; daarbij vallen honderd doden. Er zitten die dag ze-
ven gevangenen in de Bastille: vier vervalsers, twee psychi-
atrische patiënten en een pleger van seksuele misdrijven
die gevangen zit op verzoek van zijn familie. Geïnformeerd
over de bestorming schrijft de koning in Versailles ’s avonds
in zijn dagboek slechts één woord: ‘Rien’, niets. Of hij heeft
geen vermoeden van de ingrijpende gevolgen die de val van
de Bastille zal krijgen of hij begrijpt het juist heel goed.

De Bastille stond bekend om het goede eten dat er geserveerd


werd. Het menu veranderde iedere dag en sommige gevange-
nen hadden het recht om zelf eten te laten bezorgen. Eén van
de ‘gekken’ die bevrijd werden, had in zijn cel zestig flessen
wijn, dertig flessen bier en vier flessen eau de vie.4 Markies
de Sade schreef in een van zijn brieven dat hij er zo vet was
geworden dat hij nauwelijks nog kon bewegen. Omdat hij
voorbijgangers had uitgescholden werd De Sade tien dagen
voor de bestorming overgeplaatst naar een gekkenhuis.

In 1790 wordt de Bastille met de grond gelijkgemaakt en uit


de stenen worden maquettes van de gevangenis gemaakt
en door het hele land verspreid. De overige stenen dienen
voor de aanleg van de Pont de la Concorde. Het begrip ‘les
bastilles’ (zonder hoofdletter) staat nu voor allerlei soorten
conventies, tradities of (figuurlijke) bastions die het beste
kunnen verdwijnen.
 concorde; quatorze; revolutie
[2] Place de la ~. Groot plein aan de rand van het centrum van
Parijs. In het midden staat een gedenkzuil ter nagedachtenis

33
BASTILLE

aan de slachtoffers van een andere opstand, de driedaagse


revolutie van juli 1830. Tegenwoordig is het plein vaak het
begin- of eindpunt van massale demonstraties of feestelijke
bijeenkomsten. De wijk rondom het plein is een populaire
uitgaansbuurt vol galeries, restaurants en nachtclubs.
[3] Opéra de la ~. Modern operagebouw ontworpen door Carlos
Ott. De Opéra de la Bastille werd geopend op 14 juli 1989 en
was onderdeel van de serie van de Grands Travaux van de
megalomane president Mitterrand. Door een operagebouw
in een volkswijk te plaatsen hoopte men dat ook het volk ein-
delijk over de drempel zou durven komen. Tevergeefs. Alleen
de elite weet de weg naar de Opéra te vinden. De buitenkant
van het gebouw is verontrustend snel afgetakeld. Het grijze
gebouw staat er nu wat treurig bij op het plein, omwikkeld
met netten om te voorkomen dat brokstukken op het voor-
bijrazende publiek vallen.
 grands travaux
[4] ~Day. Engelse benaming voor Frankrijks nationale feestdag,
14 juli.
 quatorze

BD
[v., afk. voor bande dessinée, ‘stripalbum’]
Stripalbums staan in Frankrijk bijna op hetzelfde niveau als
litteratuur. Tekenaars Tardi, Enki Bilal, Philippe Dupuy,
Charles Berberian zijn bekende namen en worden beschouwd
als hedendaagse kunstenaars. Is er weer een nieuw avontuur
van XIII, Blake & Mortimer, Titeuf, Blueberry, Largo Winch
of Asterix, dan staan de bladen er vol mee en krijgen de al-
bums prominente plekken in de boekhandels. Het is niet on-
gebruikelijk dat stripboeken meer dan 100.000 exemplaren
verkopen en in de boeken-top 10 staan. Jaarlijks verschijnen
4.500 titels en 12,5% van alle boeken die verkocht worden zijn
strips.

34
BÉCASSINE

De striphoofdstad van Frankrijk is Angoulême, waar sinds


1974 jaarlijks het internationale stripfestival plaatsvindt.5
 asterix; bécassine

Beaujolais
Wijnstreek. Hoewel de Beaujolais administratief gezien bij de
Bourgogne hoort, is de wijn toch echt een aparte categorie.
De wijnen uit deze streek worden gemaakt van de druiven-
soort gamay en hebben een lichte tot mediumbody. Er is
geen sprake van houtrijping en door het gebrek aan tanni-
nes kan men ze het beste jong drinken. De Beaujolais is een
klein gebied, maar door de wisselende bodemgesteldheid en
de ligging ten opzichte van de zon, leveren de verschillende
dorpen zeer van elkaar verschillende wijnen.

De tien crus van de Beaujolais


Brouilly, Chénas, Chiroubles, Côte de Brouilly, Fleurie,
Juliénas, Morgon, Moulin à vent, Régnié en Saint-Amour.

Op de derde donderdag in november wordt de nieuwe oogst


wereldwijd gevierd wanneer een kwart van de beaujolaiswij-
nen verkocht wordt als beaujolais primeur of nouveau. De bes-
te druiven worden echter niet voor deze primeur gebruikt.
Die gaan naar de wijnmakers die er een cru van maken, met
meer liefde en toewijding en die tot drie jaar in uw kelder kan
blijven liggen, de beste nog langer.
 bourgogne; wijn

Bécassine
[1] Stripfiguurtje in Bretonse klederdracht getekend door
Joseph Porphyre Pinchon, dat voor het eerst opduikt in 1905.
Bécassines echte naam is Annaïck Labornez. Tussen 1913 en
de jaren vijftig verschijnen regelmatig albums met de avon-
turen van Bécassine. De bijna grafische tekeningen met de

35
BÉCASSINE

tekstballonnetjes, luiden het begin in van het moderne strip-


verhaal. Pinchons stijl was een voorloper van de ‘klare lijn’
die later geperfectioneerd zal worden door Hergé met de
Avonturen van Kuifje.
 bd
[2] Bijnaam voor een domme of belachelijke vrouw. Inwoners
van Bretagne zijn regelmatig in het geweer gekomen tegen
het in hun ogen discriminerende stripfiguur. In 1939 ver-
nielden zij zelfs het beeld van Bécassine in het Parijse was-
senbeeldenmuseum Grévin. Ségolène Royal, kandidate bij
de presidentsverkiezingen van 2007, had ook de bijnaam
Bécassine vanwege haar regelmatige versprekingen.
 bretagne

Belle époque
De periode van ongeveer 1890 tot 1914 wordt La Belle époque
genoemd. Na de Frans-Pruisische oorlog in 1871 verkeert
Frankrijk in grote economische problemen. Europa kent ver-
volgens echter een relatief lange tijd van vrede en stabiliteit
en verrassend snel komt het land er weer bovenop. De tech-
nologische en economische vooruitgang leidt tot een enorm
positivisme. De cafés, de cabarets, de kunst en de wetenschap
komen tot bloei. Met de nieuwerwetse trein kunnen makke-
lijk reizen buiten de stad gemaakt worden. Het Franse rijk is
door zijn koloniën een van de grootste naties ter wereld, de
auto en het vliegtuig worden uitgevonden en kerk en staat
worden gescheiden [1905]. Het is ook de tijd van de succes-
volle wereldtentoonstellingen in Parijs in 1889 (Eiffeltoren)
en in 1900. In dat laatste jaar worden het Grand Palais en de
metro gebouwd en vindt ook de tweede editie plaats van de
moderne Olympische Spelen, die maar liefst vijf maanden
duren. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog maakt een
abrupt en brutaal einde aan dit ‘mooie tijdperk’.
 impressionisme; laicité; metro; moulin rouge

36
BÉRET

Béret
[m., lat.: birrus, ‘capuchon; baret’]
Iedere Fransman draagt een baret op het hoofd, een stok-
brood onder zijn arm en drinkt een glas rode wijn terwijl hij
pétanque aan het spelen is. Althans zo luidt het cliché. Maar
wie een baretdrager wil ontmoeten, moet goed zoeken. In
de Béarn, in het zuidwesten, is de kans om iemand met de
typisch platte pet tegen te komen het grootst. De Romeinen
die in de Pyreneeën kwamen, zouden een soort capuchon
gedragen hebben, de birrus. Dat werd in de 17e eeuw een her-
derspet die goed beschermde tegen kou en regen. Vanaf 1891
werd de baret, of tarte, gedragen door de Chasseurs alpins, een
elitekorps van het Franse leger. De brede rand van de baret
fungeerde als een soort paraplu en hield de voeten van de

soldaten droog. Vanaf 1920 tot de jaren zestig was de vilten


pet een item waarmee de burger zich van de boer en de ste-
deling zich van de plattelandsbewoner onderscheidde. Nu is
de baret in een wat andere vorm een veel gedragen militair
hoofddeksel over de hele wereld. Meestal is de baret zwart,
hoewel tijdens feria’s in bijvoorbeeld Pamplona en Bayonne
de rode variant wordt gedragen. Oudere regisseurs en schrij-
vers dragen nog wel eens een baret om zich af te zetten tegen
het establishment; Abbé Pierre droeg er een als teken van
simpelheid, terwijl Che Guevara van mening was dat hij er
met een baret beter uitzag op tienerposters en T-shirts.
 abbé pierre; baguette; pétanque

37
BERLUTI

Berluti
Wie zijn voeten serieus neemt, zal vroeg of laat een paar
Berluti’s aanschaffen. Want wat goed genoeg is voor Sergio
Leone, Jean Cocteau, John F. Kennedy, Jean-Paul II, Onassis,
Johnny Hallyday, Truffaut, Yves Saint Laurent en Andy
Warhol, is immers goed genoeg voor u. Berluti’s worden al
bijna een eeuw lang gemaakt in de Rue Marbeuf in Parijs. In
1894 vestigt de Italiaanse schoenmaker Alessandro Berluti
zich in Parijs. De Wereldtentoonstelling van 1900 bezorgt
hem zijn eerste faam en in 1928 opent hij met zijn zoon
Torello een winkel. Sinds 1959 worden de schoenen gemaakt
door Olga Berluti, de enige vrouwelijke schoenmaker ter we-
reld. Nu het merk eigendom is van de groep LVMH zijn er in
verschillende landen Berluti-winkels geopend.

Berluti’s worden gemaakt van het bijzondere Venezia-leer,


waarvan de herkomst geheim is. De beste tien procent wordt
opgekocht en daarvan wordt slechts tien procent gebruikt
voor de maatschoenen. Daarvan valt weer de helft af tijdens
het maken van de schoen. Bij levering zijn de schoenen nog
kleurloos en ter plekke wordt er een speciale crème op ge-
smeerd die elk paar zijn eigen individuele tint geeft, de unie-
ke Berluti patine. De prêt-à-porter schoenen worden gemaakt
in Italië en beginnen bij 980 euro. De maatschoenen vervaar-
digt men in in het atelier in Parijs en starten bij 4.200 euro.
 lvmh; proust; saint laurent

S inds 1992 ontmoeten de Berlutidragers elkaar


jaarlijks voor een black tie diner en een geza-
menlijke poetssessie in een toprestaurant. Na het
diner gaat het tafelkleed van de dis, worden de
Berluti’s uitgetrokken en beginnen de aanwezigen
op sokken onder leiding van Olga Berluti aan een

38
BIBENDUM

ritueel: het poetsen van hun kostbare Berluti’s met


droge champagne. De groep noemt zich de Club
Swann naar de elegante romanfiguur van Proust.

Bibendum
Bibendum is de officiële naam van het bolle mannetje van
bandenfabrikant Michelin. Hoewel Bibendum ‘geboren’
is in 1899, is het niet de oudste mascotte ter wereld (dat is
waarschijnlijk de pelgrimsvader van Quaker Oats), maar hij
is ongetwijfeld de bekendste. Het eerste idee voor een ban-
denmannetje komt van Édouard Michelin die op een auto-
show in Lyon een stapel banden ziet liggen “Zet er een paar
armen aan en je zou zweren dat het mannen waren,” zou hij
in 1894 tegen zijn broer André gezegd hebben. De tekenaar
Marius Rossillon maakt niet veel later wat affiches voor de
gebroeders en daarbij zit ook het karakter dat later Bibendum
genoemd zal worden. Die naam komt van de eerste affiches
waarop het bandenmannetje verschijnt en die als slagzin
hebben “Nunc est Bibendum”: Nu is het tijd om te drinken.
Bibendum heeft daarbij een champagneglas in zijn hand,
gevuld met spijkers en gebroken glas. Het verkoopargument
is dat Michelinbanden moeiteloos scherpe obstakels opdrin-
ken. Er bestaan dan nog geen negatieve associaties bij de
combinatie drinken en autorijden.

Omdat Bibendum is opgebouwd uit banden zou het logi-


scher geweest zijn als hij zwart was. Maar tot 1912 waren ban-
den grijs of wit; pas daarna gaan bandenfabrikanten zwarte
koolstof toevoegen om de banden een langere levensduur te
geven. In de loop der jaren ondergaat Bibendum wel enige
subtiele cosmetische wijzigingen. In de jaren twintig legt hij
zijn brilletje en sigaar af. Omdat dikke personen nog wel eens
Bibendum worden genoemd, kreeg de Michelin mascotte in

39
BIBENDUM

2007 een extreme make-over. Zijn dikkige uiterlijk wordt twin-


tig procent afgeslankt om meer in overeenstemming te zijn
met het huidige gezondheidsbeeld. Het voormalige hoofd-
kantoor van Michelin Engeland in Londen is sinds eind jaren
tachtig onderdak van het bekende restaurant Bibendum. In
2000 kiest een internationale jury van bekende designers het
Michelin-mannetje als beste logo uit de geschiedenis.
 michelin

Bibliothèque nationale
[v., ‘Nationale Bibliotheek’, meestal afgekort tot BnF]
De Bibliothèque nationale de France is een van de grootste bi-
bliotheken ter wereld. De collectie omvat meer dan dertien
miljoen boeken en tijdschriften, twaalf miljoen gravures, fo-
to’s en affiches, een miljoen geluidsopnames, tienduizenden
films en video’s en meer dan een half miljoen munten.

De Nationale bibliotheek is ontstaan in de 14e eeuw onder


koning Karel V en bevindt zich sinds 1568 onafgebroken in
Parijs. Vooral na de Revolutie breidt de collectie zich snel uit,
door confiscatie van de bibliotheken van de adel, van kerken
en van abdijen. De basis van de Bibliotheek komt van het dé-
pôt légal. Sinds 1537 (met een korte onderbreking tijdens de
Revolutie) moet iedereen die in Frankrijk iets publiceert (een
boek, een tijdschrift, een cd, een film, een website of wat dan
ook) daarvan twee exemplaren te sturen naar de BnF.

40
BIDET

Het hoofdgebouw van de BnF staat sinds 1998 op de linkeroe-


ver van de Seine. Het megaproject van Mitterrand, ontwor-
pen door architect Dominique Perrault, leidde meteen bij
oplevering al tot grote problemen voor gebruikers en perso-
neel en er waren direct vele aanpassingen nodig. De komende
jaren is digitalisering van de collectie het grootste project. In
samenwerking met andere Europese bibliotheken werkt de
BnF nu aan de digitale bibliotheek Europeana.
 grands travaux; mitterrand

Bic
In plaats van te genieten van alle delicieuze gerechten uit de
Franse keuken, knabbelt de wereld liever op een Frans weg-
werpproduct: de Bic pen. De beroemde balpen werd eind
jaren dertig uitgevonden door de Hongaar Laszlo Biro [*1899-
†1985]. Hij bedacht de sneldrogende inkt die via een balletje
op het papier wordt overgebracht en verkocht zijn patent aan
de Fransman Marcel Bich (afgekort tot ‘Bic’). Die brengt de
wegwerppen Bic Cristal op de markt. Al snel wordt gevreesd
dat de balpen het einde betekent van de schrijfkunst en pas
vanaf 1965 mag de Bic op Franse scholen gebruikt worden.
Daarmee valt het doek voor de ambachtelijke vulpen, terwijl
het ook het begin is van het wereldwijde succes. Sinds 1950
zijn er honderd miljard Bic pennen verkocht. Bic maakt niet
alleen wegwerpscheermesjes en -aanstekers, maar tevens
surfplanken, kajaks en sinds 2008 mobiele telefoons. Het be-
drijf is beursgenoteerd maar nog grotendeels in handen van
de familie Bich.

Bidet
Het bidet is een eigenaardig fonteintje in Franse en Zuid-
Europese badkamers, waarvan veel buitenlanders zich ver-
twijfeld afvragen waar het toe dient. Het is geen badje voor
kleine kinderen, het is ook niet bedoeld om voeten te wassen

41
BIDET

en het is evenmin een bloembak. Het bidet is bedoeld om de


intieme delen te reinigen en stamt uit de tijd dat echte bad-
kamers nog niet bestonden. Het meubelstuk schijnt uitge-
vonden te zijn door Marc-Antoine Jacoud en wordt voor het
eerst genoemd in de kasboeken van Madame de Pompadour
[*1721-†1764]. De eerste bidets waren mobiel en pasten goed
bij de libertijnse gebruiken in die dagen.

In de VS en Groot-Brittannië wordt het bidet geassocieerd


met prostituees en is het voorwerp taboe. Daarentegen kent
men in Japan sinds eind jaren ’80 wc’s met een ingebouwd
bidet, de washlets, die nu in de meerderheid van de huishou-
dens te vinden zijn. In Frankrijk echter, de bakermat van het
bidet, is het curieuze badkamermeubel bezig aan een roem-
loze aftocht.

Bikini
In de Villa del Casale op Sicilië uit de 3e eeuw n.C. vinden we
mozaïeken met jonge sportieve meisjes in iets dat op een
bikini lijkt. Het zou echter nog ruim zestien eeuwen duren
totdat Louis Réard [*1899-†1984] de moderne bikini uitvindt.
Op een zonnige julimiddag in 1946 in het mythische zwem-
bad Molitor in Parijs vindt een schoonheidswedstrijd plaats.
Réard laat de bekende danseres Micheline Bernardini twee
voor die tijd minuscule lapjes stof dragen. Voor de naam
heeft Réard zich laten inspireren door de actualiteit. Vier da-
gen eerder hebben de Amerikanen een proef gehouden met
een kernbom in het atol Bikini, in de Grote Oceaan. Door het
nieuwe kledingstuk bikini te noemen hoopt Réard net zo’n
explosie in de modewereld teweeg te brengen. Zijn concur-
rent Jacques Heim [*1899-†1967] heeft een eveneens vernieu-
wend badpak gepresenteerd dat hij ‘Atome’ heeft genoemd.6
De ‘Atome’ bestaat ook uit twee delen, maar het broekje heeft
veel meer weg van een short en is dus minder aanstootge-

42
BISTRO

vend. Réard deponeert het woord bikini en schroomt niet om


een rechtszaak aan te spannen als het woord gebruikt wordt
voor een willekeurig tweedelig badpak. Er ontstaat een recla-
meoorlog tussen de twee. Als Heim een vliegtuig rond laat
vliegen met de tekst ‘L’Atome, het kleinste badpak ter wereld’
antwoordt Réard met ‘De bikini, nog kleiner dan het kleinste
badpak ter wereld’.

Vanaf het midden van de jaren ’50 begint de bikini echt po-
pulair te worden, geholpen door filmsterren zoals Brigitte
Bardot en Ursula Andress. Maar in tegenstelling tot het in-
tegrale badpak onthult de bikini onder meer cellulitis en
andere lijfelijke onvolkomenheden. Schoonheidssalons,
schoonheidsproducten en zonnebanken varen er wel bij. De
bikini wordt verboden aan de Franse Atlantische kust en in
Italië en Spanje. In Duitse zwembaden blijft de bikini tot in
de jaren zeventig verboden.

Bistro
[m.; ook: bistrot]
Relatief eenvoudig restaurant waar ook en vooral wijn geser-
veerd wordt. Oorspronkelijk was bistro de naam die men gaf
aan de eigenaar van een café, later pas werd het de naam voor
het restaurant zelf. Waar het woord vandaan komt is niet
geheel duidelijk. Eind 19e eeuw wordt het woord bistro voor

43
BISTRO

het eerst gebruikt. Wellicht is het afkomstig van het woord


bistraud, gebruikt in de Poitou-Charentes, dat huisknecht of
wijnhandelaar betekent. Een andere versie is dat het woord
afkomstig zou zijn van het Russische bystro (быстро ), ‘snel’.
Toen Russische soldaten in 1814 Parijs binnentrokken, waren
zij bang door hun oversten betrapt te worden op drankge-
bruik. Daarom wilden de soldaten snel geserveerd worden in
restaurants en riepen zij ‘bystro bystro!’, oftewel ‘snel, snel’.
Tot in de jaren 1920 waren het vooral de arbeiders die in de
bistro’s kwamen. De films Marius [1931], Fanny [1932] en César
[1936], het cinematografische drieluik van Marcel Pagnol,
spelen zich af in hetzelfde café en geven een mooi beeld van
de Franse bistrocultuur.

In Nederland werd de bistro vanaf de jaren 1970 populair.


In een ‘gezellig’ bruin interieur waarvan de gemiddelde
Fransman een hartaanval zou krijgen, serveert men gegrild
vlees met vette sauzen op houten planken. Op de kaart van
een Franse bistro vindt men altijd wel een steak frites. Op het
bord staat een plat du jour beschreven en meestal bestelt men
een menu (entrée-plat-dessert) met een goede prijs-kwali-
teitverhouding.
 frites

Blonde d’Aquitaine
Een van Frankrijks bekendste topmodellen is een blondje uit
de Aquitaine: een lichtgeel gekleurd rundveeras met sterke
spieren en een flink gewicht (tot 1.600 kilo voor de stieren
en tot 1.100 kilo voor de koeien). Ze kunnen leven op relatief
weinig voedsel en dat komt de kwaliteit van het vlees zeer
ten goede. Vanwege de kwaliteit en het gemak waarmee de
runderen zich aanpassen aan verschillende klimaten, wor-
den de Blondes d’Aquitaine tegenwoordig niet alleen meer in
Zuidwest-Frankrijk gehouden, maar in de hele wereld, onder

44
BORDEAUX

andere in de VS, Canada, Brazilië, Argentinië en Nederland.


Restaurants zullen vaak op de kaart vermelden dat hun vlees
van een Blonde d’Aquitaine afkomstig is.

Bordeaux
[1] Stad in het zuidwesten van Frankrijk, aan de monding van
de Gironde. Inwoners: 250.000. De stad werd gesticht in de 3e
eeuw v.C. onder de naam Burdigala. De haven van Bordeaux,
de Port de la Lune, staat sinds 2007 op de werelderfgoedlijst
van de Unesco.
[2] Wijngebied rondom de rivieren de Dordogne, de Garonne,
de Isle en de Dronne. Al sinds de Romeinse tijd wordt hier
wijn verbouwd. In de 17e eeuw zorgen Hollandse kooplieden
voor een enorme commerciële impuls. Zij willen meer zoete
witte wijnen en ‘donkere’ wijnen, de rode wijnen zoals we die
nu kennen. Bordeaux is met 700 miljoen flessen de grootste
wijnproducent ter wereld. De wijnen zijn wereldberoemd,
daardoor relatief kostbaar en vaak geïmiteerd; het blijkt las-
tig de prijzen voor een slechter jaar lager te zetten dan die
van een topjaar. Bordeauxwijnen en met name de grand cru’s
worden daardoor steeds duurder.

De belangrijkste châteaux van de Bordeaux


Margaux, Cheval-Blanc, Latour, Figeac, Mouton-Rothschild,
Haut-Brion, Lafite-Rothschild, Petrus, Yquem.

De Bordeaux bestaat uit verschillende delen. Links aan de


kustzijde van de Garonne liggen de wijngaarden van de
Medoc en de Haut-Medoc. Hiervoor wordt de cabernet sau-
vigon druif het meest gebruikt, aangevuld met de merlot en
andere variëteiten. De Cru Classé (van premier tot cinquième
cru) is een in 1855 ingevoerde kwaliteitsaanduiding waaraan
sindsdien slechts twee nieuwe wijnen zijn toegevoegd. Voor
nieuwe terroirs is het dus feitelijk onmogelijk deze hegemo-

45
BORDEAUX

nie te doorbreken. Daarom zijn er nieuwe kwaliteitsstempels


ontstaan zoals de cru bourgeois.
 
Aan de rechteroever van de Garonne vinden we de AOC
Saint-Émilion en de AOC Pomerol, waarvoor de wijnen geas-
sembleerd worden van de merlot en de cabernet franc. Deze
wijnen zijn over het algemeen zachter omdat zij minder tan-
nine en een lagere zuurgraad hebben. In Saint-Émilion zijn
de premiers grands crus classés de beste wijngaarden. Voor
de witte wijnen (20%) wordt de sauvignon blanc en de sémil-
lon veel geplant.

Wijnliefhebbers laten zich grofweg indelen in bordeauxdrin-


kers en bourgognedrinkers. Volgens wijnschrijver Hugh
Johnson spreekt de bordeaux vooral de estheet aan terwijl de
hedonist kiest voor bourgogne.
 château; wijn; yquem

Bouillabaisse
[v., prov.: bouia baisso, snelle manier van koken]
Vissoep, oorspronkelijk gemaakt door arme vissers uit Marseille
die hun onverkochte vis in zeewater kookten. De Bouillabaisse
in Marseille geldt als de authentieke versie. Een aantal restau-
rants in Marseille heeft het recept in een handvest vastgelegd
in de hoop dat andere chefs de traditie respecteren. Er zijn
echter net zoveel varianten als er koks zijn. Volgens de chefs
in Marseille gaan er naast de zeldzame maar onmisbare ras-

46
BOULANGERIE

casse minstens drie andere soorten vis in een Bouillabaisse,


zoals poon, kleine pieterman, zeeduivel, kleine krabbetjes,
zeepaling of dorade. Tegenwoordig kookt men niet meer in
zeewater, maar in een visbouillon. Aan de bouillon worden
knoflook, tomaten, olie, uien, peper, een sinaasappelschil
en een bouquet garni, toegevoegd. Het gerecht wordt geser-
veerd met rouille en croûtons of brood. En uiteraard met een
glas gekoelde rosé afkomstig uit het niet ver van Marseille
gelegen Bandol.
 cuisine

Boulangerie
[v., ‘bakkerij’; van boule, ‘bol brood’, oud-ned. bolle]
Nederlanders zijn aardappeleters, Fransen eten brood. Zo
simpel steekt de wereld in elkaar en dus gaan de Fransen er
prat op het beste brood ter wereld te maken. Geen wonder
dat de boulanger een centrale rol vervult in het dagelijkse le-
ven. Tot in de 19e eeuw was brood het belangrijkste voedsel
van het volk en doordat er regelmatig oogsten mislukten,
was er ook vaak hongersnood die soms duizenden slachtof-
fers maakte. “Geef ons heden ons dagelijks brood,” is in die
tijd niet alleen een gebed, maar een zaak van levensbelang.
Het tekort aan brood is uiteindelijk een van de aanleidingen
voor de Revolutie. Om rellen te voorkomen, verkopen bak-
kers hun waar voornamelijk uit een gat in de muur met spij-
len voor het raam. Pas vanaf 1850, als de Oostenrijkse baron
Zang zijn waar op een aantrekkelijke manier presenteert,
kopiëren andere bakkers hem7 en beginnen hun winkels te
versieren met ornamenten, wandschilderingen en mooie
etalages. Sommige van die rijke decoraties zijn nog steeds te
bewonderen.

De broodconsumptie is nog maar een fractie van die aan het


begin van de 20e eeuw. Toen at men nog 900 gram brood, te-

47
BOULANGERIE

Brood en spelen
Er zijn veel Franse woorden uitdrukkingen die op de een of
andere manier iets met brood te maken hebben. De meest
gegeten broodsoort was lange tijd de boulot, een bol brood.
Een boulanger is dus degene die boules maakt. In de 18e en 19e
eeuw ging driekwart van het inkomen van het volk op aan
brood. Brood was zo belangrijk dat het woord boulot syno-
niem werd voor een baan. “Zijn brood winnen”. Het woord
copain (vriend) is wellicht nog sprekender. Dat komt van cum
panis (lat.), ‘met brood’, oftewel: degene met wie men brood
deelt, wordt een vriend.

genwoordig is dat nog geen 150 gram per dag. In 1987 wordt
na dertien eeuwen de vaste broodprijs afgeschaft, waardoor
bakkers genoodzaakt zijn meer met elkaar te gaan concur-
reren. Sinds begin jaren negentig is er weer veel vraag naar
ambachtelijk brood. Poilâne ging al voor in die trend maar
er zijn veel designerbakkers, zoals Hermé, Kayser en Paul
die ook in andere landen vestigingen openen. In zorgvuldig
ontworpen interieurs kan de klant recht in de ovens kijken.
Zeven dagen per week. Immers, alleen in onbeschaafde lan-
den is de bakker op zondag dicht.
 baguette; croissant; madeleine; revolutie

Bouquiniste
[m., oud-ned.: boeckijn, ‘boek’]
Een bouquiniste is een boekhandelaar met een stalletje langs
de oever van de Seine in het hart van Parijs. Al sinds de 16e
eeuw worden er boeken verkocht in de open lucht. In het be-
gin waren het boekhandelaren die geen geld hadden voor een
echte winkel. Zij verkochten oude boeken rondom de Pont-
Neuf. In de 16e eeuw werden ze regelmatig opgejaagd door
de autoriteiten, omdat die vreesden dat er opruiende werken
aangeboden werden. Met terugkerende tussenpozen werden
de bouquinistes verboden. Na de Revolutie breidt het aantal
handelaren zich echter snel uit, waarna het beroep in 1822

48
BOURGOGNE

officieel erkend wordt. Tegenwoordig zijn er ongeveer 250


bouquinistes met ruim 1.500 kisten aan weerszijden van de
Seine. Zij hebben moeite het hoofd boven water te houden
en verkopen niet alleen boeken, maar ook gravures, ansicht-
kaarten, oude tijdschriften en steeds meer souvenirs.

Bourgogne
[1] Regio in het oosten. Hoofdstad: Dijon. Inwoners: 1,6 mil-
joen. Oppervlakte: 31.582km2. De regio vormt het hart van
wat vroeger het Bourgondische rijk was en dat zich uitstrekte
tot aan het huidige Nederland en Vlaanderen. De Bourgogne
is een rijk agrarisch gebied (wijn, granen, runderen) en kent
een belangrijke gastronomische cultuur.
[2] Wijn, zowel rood als wit uit de gelijknamige streek, die al
sinds de 1e eeuw n.C. verbouwd wordt in een 250 kilometer
lange strook tussen Dijon en Lyon. De opbrengst is in de
Bourgogne lager dan in de Nieuwe Wereld. Dit is een belang-
rijke reden waarom bourgognes relatief duur zijn. Bourgogne
is onderverdeeld in 100 AOC’s. De Côte d’Or is de belangrijkste
regio. De wijnen uit dit gebied dragen over het algemeen de
naam van de gemeente waar de druif is verbouwd. Voor de
rode wijn gebruikt men meestal pinot noir of gamay, voor
de witte wijn de chardonnay en in mindere mate de aligoté.

De belangrijkste Bourgogne wijnen


Gevrey Chambertin, Nuits Saint George, Beaune, Pommard,
Chablis, Chablis premier cru, Chablis grand cru, Meursault,
Puligny Montrachet, Macon, Macon Villages, Pouilly Fuissé en
Vosne-Romanée.

Wordt er ook een domaine vermeld, dan heeft de producent al-


leen zijn eigen druiven voor die wijn gebruikt. Naast de rode
en witte wijnen, is ook de crémant de bourgogne vermaard, een
mousserende wijn gemaakt volgens de méthode champenoise.
 beaujolais; kir; wijn

49
BRAILLE

Braille
[1] Louis ~.
[*4 januari 1809, coupvray-†6 januari 1852, parijs]
Door een ongeluk in de werkplaats van zijn vader, wordt
Louis Braille op zijn derde blind. Zijn ouders sturen hem
naar een speciaal blindeninstituut waar hij ondanks zijn
handicap een uitmuntende leerling blijkt. Op zijn dertiende
vindt hij een leessysteem voor blinden uit en vanaf zijn vijf-
tiende begint hij het systeem te onderwijzen aan de andere
leerlingen in het blindeninstituut. In zijn korte leven levert
hij een grote bijdrage aan de emancipatie van visueel gehan-
dicapten. Uiteindelijke wordt hij op zijn honderdste geboor-
tedag in 1952 voor zijn verdiensten bijgezet in het Panthéon
in Parijs.
[2] Alfabet voor blinden en slechtzienden. Voordat Louis Braille
de code uitvond, waren er wel boeken voor blinden, maar die
bestonden uit grote letters in reliëf die op vellen geplakt wa-
ren. Braille bedacht een systeem dat bestaat uit een combi-
natie van één tot zes bobbels in twee verticale rijen van drie.
Vanaf 1868 verspreidde braille zich langzamerhand over de
hele wereld. Het kan ook gebruikt worden voor wiskunde en
voor muziek.

Brasserie
[v., ‘brouwerij’, van braciare, gallo-romeins voor ‘brouwen’]
Een brasserie is een informeel restaurant dat ook dienst
doet als café. De kaart wisselt zelden, de clientèle evenmin.
Men kan er altijd vertrouwen op klassiekers als steak frites,
andouillette en croque-monsieur die vaak de hele dag door
geserveerd worden. Brasseries die nog hun eigen bier brou-
wen zijn tegenwoordig zeldzaam. In de provincie is de drukst
bezochte brasserie vaak ook een tabac, een pmu en soms zelfs
een postkantoor.
 bistro; pmu; tabac

50
BRUNI, CARLA

Bruni, Carla
[*23 december 1967, turijn als Carla Gilberta Bruni Tedeschi; zangeres,
muzikant, fotomodel]
Geboren in Italië, maar op-
De Bruni Boys
gegroeid in Frankrijk. Als
De ongetwijfeld onvolledige
Carla vijf jaar oud is, vestigt lijst van Bruni’s illustere
haar schatrijke familie zich minnaars
in Parijs uit vrees voor een Mick Jagger Vincent
Eric Clapton Perez
ontvoering door de Rode Jean-Paul Charles
Brigade. Na een succesvolle Enthoven Berling
carrière als internationaal Raphaël Jean-Jacques
Enthoven Goldman
fotomodel begint ze met
Donald Arno
het schrijven van liedjes, Trump Klarsfeld
voor onder andere Julien Laurent Kevin
Fabius Costner
Clerc. In 2002 brengt ze haar
eerste album uit, Quelqu’un
m’a dit, waar meer dan twee miljoen verkochte exemplaren
van worden verkocht. Bruni staat bekend als een mannen-
verslindster, maar op 2 februari 2008 trouwt zij in het diep-
ste geheim op het Elysée met de Franse president. Sarkozy
is nog geen vier maanden daarvoor gescheiden van Cécilia.
Sindsdien vergezelt ze haar man op staatsbezoeken en heb-
ben de media vaak alleen oog voor ’s werelds opvallendste
first lady. Voor haar muzikale activiteiten blijft ze de naam
Bruni gebruiken, voor officiële gelegenheden noemt zij zich
Carla Sarkozy of Carla Sarkozy-Bruni.
 chanson; parisienne; sarkozy

51
CALVADOS

Calvados
[m., lat.: calva dorsa, ‘kale rug’]
[1] Departement in Normandië, genaamd naar de rots Calvados
voor de kust van Arromanches. De streek van cider, camem-
bert en de landing van de geallieerden op D-day.
 camembert; d-day
[2] Calvados (spreek de s uit) is een wat bittere en rauwe eau de
vie op basis van appels uit het gelijknamige departement.
De drank moet minimaal een jaar rijpen op eikenhouten
vaten. Sinds eind 16e eeuw wordt Calvados op kleine schaal
ambachtelijk gemaakt door boeren. Nu zijn er een paar grote
Calvados-huizen en nog een handvol kleine producenten.

Er zijn drie AOC’s: Calvados (driekwart van de productie),


Calvados Pays d’Auge (een kwart) en sinds 1997 Calvados
Domfrontais (ongeveer 1%). De laatste rijpt een jaar langer en
de te distilleren cider bevat minimaal dertig procent peren.
De kwaliteit van Calvados wordt aangegeven met drie sterren
of drie appels (twee jaar op vat), vieux of réserve (drie jaar), VO
(vier jaar), VSOP (vijf jaar) en extra, Napoléon, hors d’âge of âge
inconnu (ouder dan vijf jaar). Calvados drinkt u het lekkerste
uit een cognac- of tulpglas. In Normandië, Bretagne en Parijs
waardeert men een café calva aan het einde van de maaltijd:
een espresso geserveerd met een klein glas calvados. Een trou
normand is een ijskoude calvados die tussen de gangen door
wordt geserveerd, om de spijsvertering te bevorderen. Soms
drinkt men ook een pommeau: 1/3 calvados aangelengd met
2/3 appelsap.
 aoc

52
CAMPAGNE

Camembert
Romige kaas met een zachte korst vernoemd naar het
Normandische dorpje Camembert (200 inwoners). De kaas-
jes worden gemaakt van rauwe koeienmelk en verkocht in
een houten verpakking in porties van 250 gram. Ze hebben
de vorm van een drie centimeter dikke schijf van tien à elf
centimeter doorsnede.

Camembert lijkt enigszins op brie en dat is niet verwon-


derlijk. In de regio werd al langer kaas gemaakt, maar in
1791 vestigt een priester uit Brie (ten oosten van Parijs) zich
in Camembert. De boerin Marie Harel luistert aandachtig
naar zijn recept voor roomkaas en maakt haar eigen variant.
Lange tijd blijft haar familie de enige fabrikant van camem-
bert. Met de opening in 1850 van de treinverbinding tussen
Normandië en Parijs wordt de afzetmarkt ineens veel groter
en gaan ook andere boeren camembert maken. Tot 1910 is de
camembert nog blauwgroenig van kleur, maar daarna wordt
een witte schimmel toegevoegd waardoor de kaas de witte
kleur krijgt die we nu gewend zijn. Door de rauwe melk is de
kaas bij het productieproces gevoeliger voor bacteriën maar
het eindresultaat is uiteindelijk veel smakelijker dan kazen
van gepasteuriseerde melk.
 aoc; kaas

Campagne
[v., lat.: campania, ‘platteland’]
‘La campagne’ betekent voor de Fransman meer dan alleen

53
CAMPAGNE

het platteland. Het staat voor een idyllisch leven, een con-
cept in het collectieve geheugen waar Jacques Tati de post
rondbrengt en waar Fernandel de dorpspastoor is. Driekwart
van de Fransen heeft nog wel een grootouder die ooit als boer
werkzaam was en dat verklaart mede de populariteit van de
campagne. Veel families hebben een huis op het platteland
en Parijzenaars verlaten vrijdagmiddag en masse de stad om
hun weekend door te brengen à la campagne. Soms is dat huis
niet meer dan een veredelde schuur, soms is het een kasteel.
De echte plattelandsbewoners vestigen zich in stedelijke ge-
bieden en sommige streken zijn volledig verlaten. De achter-
gelaten huizen op de campagne werden voor de ‘crisis’ graag
en veelvuldig opgekocht door in hun midlife crisis verkeren-
de Engelsen, Nederlanders en Scandinaviërs.

Bij de liefde voor de campagne hoort ook de liefde voor de ter-


roir. Het is een algemene term om typisch lokale producten
te beschrijven waarvan de smaak gekenmerkt wordt door de
samenstelling van de bodem en het klimaat. Vooral bij wijnen
kan de terroir over enkele kilometers grote smaakverschillen
en dus zeer verschillende wijnen opleveren.
 château

Canard
[m., ‘eend’]
[1] Gerecht. De Fransen eten graag eend. Dat kan in de vorm zijn
van een confit, een foie gras, of een cuisse. Het meest populair
is een magret de canard, een mager (vandaar de naam) stukje
vlees. Het gerecht werd in de jaren 196o bedacht door chefkok
André Daguin. Het ingewikkeldste gerecht is zonder twijfel
de Canard à la presse. Het is het beroemdste gerecht van het
Parijse restaurant La Tour d’argent (dat sinds 1582 bestaat) en
werd voor het eerst geserveerd in 1890. Een hele eend wordt
aan tafel bereid door een canardier. De lever wordt er uit ge-

54
CANARD

haald en op een zilveren schaal gelegd. Vervolgens voegt men


wat Madeira, cognac en citroensap toe. De canardier snijdt
aan tafel de filets en een deel van de eend gaat terug naar de
keuken om gegrild te worden. Vervolgens vermaalt hij het
karkas in een zilveren pers, vangt hij het bloed en de jus uit
de pers op die hij kookt indikt tot een saus die bijna op cho-
coladepasta lijkt. Dat wordt dan geserveerd. Voor de tweede
gang serveert men de cuisses met een salade. Sinds het begin
krijgt iedere geserveerde eend een nummer. Zo at Theodore
Roosevelt nummer 33.642, Charlie Chaplin nummer 253.652
en nummer 448.212, Mick Jagger nummer 531.147 en de mil-
joenste werd in 2003 geserveerd.
[2] Krant of tijdschrift, maar ook een bijnaam voor een fout be-
richt, of een broodje aap verhaal. De bekendste canard in de
betekenis van krant is Le Canard Enchainé, de geketende eend.
Het is een satirisch weekblad over politiek, economie en
maatschappij dat iedere woensdag in een oplage van 500.000
exemplaren verschijnt. De Canard verscheen voor het eerst
in 1915 en sindsdien onthult de redactie regelmatig schanda-
len waardoor politici en zelfs ministers moeten opstappen.
Le Canard Enchainé spaart geen enkele politieke kleur en
staat bekend om de betrouwbaarheid. Het blad is sinds het
begin altijd buitengewoon goed geïnformeerd en ministers
schromen niet om anoniem de redactie te bellen en te vertel-
len wat er allemaal tijdens de besloten ministerraad gezegd
is. Iedereen die iets betekent in Frankrijk leest wekelijks de

55
CANARD

Canard, soms met bevende handen. Het blad bevat geen


advertenties en publiceert alleen eigen artikelen. De enige
aandeelhouders zijn de journalisten, die de bestbetaalde re-
dacteuren van Frankrijk zijn. De krant is zeer winstgevend en
de winst wordt jaarlijks toegevoegd aan het eigen vermogen,
waardoor de onafhankelijkheid gegarandeerd blijft.8
[3] Lelijke Eend
 deux chevaux

Cancan
[1] Naam die kinderen geven aan een canard, een eend.
 canard
[2] Dans uit de tijd van Louis-Philippe die lijkt op de manier
waarop eenden waggelen. In 1850 vindt de danseres Céleste
Mogador een nieuwe dans uit, de quadrille, die acht mi-

De belangrijkste bewegingen van de cancan:


Battement – in de lucht gooien van het been
Rond de jambe – snelle rondcirkeling van het onderbeen terwijl
de rok omhoog wordt gehouden
Port d’armes – draaien op één been, terwijl het andere been met
de hand bijna verticaal in de lucht wordt vastgehouden
Grand écart - spagaat

nuten duurt en uitgevoerd wordt op muziek van Jacques


Offenbach. Geïnspireerd door die nieuwe energieke dans
wordt in Londen in 1861 de French Cancan bedacht. De puri-
teinse Engelsen zijn gechoqueerd door de wulpse bewegin-
gen van de dartele dans, maar de Parijzenaars vinden het
prachtig. De danseressen worden sterren en de bekendste
is Louise Weber, beter bekend onder haar artiestennaam La
Goulue en vereeuwigd in de affiches die Henri de Toulouse-
Lautrec voor de Moulin Rouge maakte. Avond aan avond
dansen dames met benen waar geen einde aan lijkt te komen
de cancan in zwarte kousen, jarretels en kanten rokken. Het

56
CÉSAR

begin van de 20e eeuw luidt het einde in van de populariteit


van de cancan. Sinds de jaren 1950 wordt de cancan voorna-
melijk uitgevoerd voor toeristen in Parijse cabarets als de
Moulin Rouge, de Crazy Horse en het Lido.
 belle époque; moulin rouge

César
[1] ~Baldaccini
[*1 januari 1921, marseille-†6 december 1998, parijs; beeldend kunstenaar]
César begint met metaalsculpturen van oud ijzer, afgedankte
pijpen, moeren en bouten. Vanaf de jaren zestig maakt hij
met behulp van een hydraulische pers samengeperste wer-
ken van auto’s, stoffen, papier of juwelen. Daarnaast maakt
hij sculpturen van polyester, kristal en brons. Zijn bekendste
werk is een enorme afdruk van zijn duim in brons, waarvan
een zes meter hoog exemplaar in Seoul staat en een twaalf
meter hoge versie in de zakenwijk La Défense.
[2] Belangrijkste Franse filmprijs, voor het eerst uitgereikt in
1976. De César is het equivalent van de Oscars en beide prij-
zen danken hun naam aan het kunstwerk dat de winnaars in
ieder van de twintig categorieën krijgen. Het beeldje is een
ontwerp van kunstenaar César. De uitreiking vindt eind fe-
bruari plaats. Ondanks de glitter en glamour van de Franse

Winnaars César Beste Film sinds 2000


2000: Vénus beauté (institut) van Tonie Marshall
2001: Le goût des autres van Agnès Jaoui
2002: Le fabuleux destin d’Amélie Poulain van Jean-Pierre Jeunet
2003: Le pianiste van Roman Polanski
2004: Les invasions barbares van Denys Arcand
2005: L’esquive van Abdellatif Kechiche
2006: De battre mon coeur s’est arrêté van Jacques Audiard
2007: Lady Chatterley van Gilles Sandoz en Pascale Ferran
2008: La graine et le mulet van Abdellatif Kechiche
2009: Séraphine van Martin Provost

57
CÉSAR

sterren, is de ceremonie vaak slaapverwekkend. Sommige


prijswinnaars profiteren van de media-aandacht om van hun
speech een minutenlang sociaal manifest te maken. Het pu-
bliek klapt beleefd, maar is in gedachten al bij de traditionele
after party in het fameuze restaurant Fouquet’s.
 cinema

Champagne
[1] [v.] Streek in het noordoosten van Frankrijk, aan de beide
oevers van de Marne, bestaande uit de drie departementen
Aube, Marne en Haute-Marne. Hoofdstad: Reims.
[2] [m.] Mousserende witte wijn. De Romeinen plantten rond
57 v.C. de eerste wijnranken in de Champagne. Tot in de 17e
eeuw werd er wel wijn gemaakt, maar die heette ‘vin de l’Île-
de-France’ of simpelweg ‘vin français’. Het was uitsluitend
troebele rode wijn, zonder bubbels. Dat veranderde met de
komst van de monnik Dom Pierre Pérignon [*1638-†1715]. Hij
wordt vaak genoemd als de uitvinder van de champagne zo-
als we die nu kennen, maar dat klopt niet. Hij introduceerde
radicaal vernieuwende wijnbouwmethoden, waardoor er
minder druiven geoogst werden en de kwaliteit van de wijn
vooruitging. Hij was een meester in het mengen van ver-
schillende wijnen. De wijn die Dom Pérignon maakte was
echter vooral rood en zeker niet mousserend. Lodewijk de 14e
was een groot liefhebber van champagnewijnen en dat deed
veel goed voor de populariteit van de wijn. Tegen het einde
van de 17e eeuw begint men te handelen in de mousserende
variant en rond 1730 hebben de bubbels de Europese hoven
veroverd.

Champagne wordt gemaakt van de druivenrassen Pinot


Meunier, Pinot Noir en Chardonnay. De fabricatie is een lang-
durig proces. Na de eerste gisting worden soms wel dertig tot
veertig verschillende wijnen samengevoegd en gebotteld. De

58
CHAMPAGNE

techniek waarmee de moderne cham-


pagne wordt gemaakt is uitgevonden
door de weduwe Barbe-Nicole Clicquot
Ponsardin. Zij kwam op het idee van
de remuage. De flessen worden daarbij
op de kop geplaatst en door vervolgens
steeds een stukje te draaien, drijft de
gist naar de onderkant van de kurk. Na
de tweede remuage volgt de égorgement,
het scheiden van het bezinksel in de
fles, dat gedurende de tweede gisting
is ontstaan uit de heldere champagne.
Een andere weduwe, Louise Pommery,
introduceerde met groot succes de brut-variant om tege-
moet te komen aan de Engelse smaak. Door de toevoeging
van een mengsel van wijn en suiker, bepaalt men uiteindelijk
het zoetgehalte van de champagne: extra brut, brut nature,
brut, demi-sec, of sec. De drank past bij alle gerechten vanaf
het ontbijt tot en met een souper. Een millésimé is een cham-
pagne uit één enkel oogstjaar van uitzonderlijke kwaliteit en
is samen met de rosé champagne vaak de beste van een huis.

De kurk van een champagnefles hoort niet te knallen, maar


wordt respectvol met een zachte zucht uit de hals gedraaid.
Drink champagne tussen de 7 en 10°C uit een flûte, en nooit
uit een coupe. U vermoordt het boeket. In een flûte blijft de
smaak optimaal en komt het ballet der bubbels het best tot
zijn recht. Hoe kleiner de ongeveer 50 miljoen bubbels in een
fles, hoe beter de champagne. Ook de grootte van de fles heeft
invloed op de smaak: hoe groter de fles, hoe beter champagne
bewaard blijft.

Uit de Champagne komen ook niet-mousserende wijnen. Die


heten dan coteaux champenois en zijn meestal wit. Champagne

59
CHAMPAGNE

kan het beste zo snel mogelijk na aankoop gedronken wor-


den. In het seizoen 2007-2008 werden wereldwijd 338 miljoen
flessen champagne verkocht.

Chanel
[1] Gabrielle Bonheur ‘Coco’ ~
[*19 augustus 1883, saumur- †10 januari 1971, parijs; mode-ontwerpster].
In 1910 opent Coco Chanel een hoedenwinkel. Niet veel later
begint ze ook met de verkoop van sportkleding voor dames.
Twee keer, in de sombere jaren na de Eerste en de Tweede
Wereldoorlog, bracht Coco Chanel vrouwelijkheid en onaf-
hankelijkheid terug. Ze verwerkte patronen en stoffen van
herenkleding in haar ontwerpen voor vrouwen. Chanel per-
fectioneerde de tailleur, het beroemde jasje dat sindsdien in
iedere collectie terug is gekomen.

In de Tweede Wereldoorlog had Coco een relatie met een


nazi-officier. Twee weken na de bevrijding werd ze opgepakt
wegens collaboratie. Ze wordt snel vrijgelaten, naar verluidt
omdat ze dingen wist die de Fransen en de Engelsen liever
geheim wilden houden9. Ze trekt zich terug in Zwitserland
en het zou jaren duren eer Chanel weer iets ontwierp. In 1954
maakt ze haar comeback maar de Parijse reacties waren ver-
nietigend. In de Verenigde Staten was men wél lovend over
haar terugkeer en een jaar later is Chanel weer het leidende

60
CHANSON

voorbeeld voor de anderen. Het weekblad Time Magazine


koos haar als enige modeontwerper in het lijstje van de be-
langrijkste 100 artiesten van de 20e eeuw10.
 parisienne
[2] Modemerk
Het parfum Chanel Nr. 5 werd gecreëerd in 1921 en droeg als
eerste parfum de naam van een ontwerper. Het is nog steeds
het meest verkochte parfum ter wereld. Volgens Chanel gaat
er iedere dertig seconden ergens ter wereld een flesje over
de toonbank. Na de dood van Coco verstoft het merk Chanel
enigszins, totdat in 1983 Karl Lagerfeld aangetrokken wordt.
Als freelancer zwaait hij sindsdien de scepter over het impe-
rium en heeft hij het legendarische modehuis weer nieuw le-
ven ingeblazen. Chanel verkoopt schoenen, tassen, parfum,
cosmetica en natuurlijk het beroemde mantelpakje (4.400
euro in de collectie 2008-2009). Chanel is niet beursgeno-
teerd maar sinds 1924 eigendom van de rijke Franse familie
Wertheimer, die iedere publiciteit probeert te vermijden. De
omzet van Chanel wordt geschat op 5 miljard euro per jaar.11
 haute couture; parfum

Chanson
[v., lat.: cantus, ‘gezang’]
De beste manier om onderweg op de Route du Soleil alvast in
vakantiestemming te komen is naar een iPod vol Franse chan-
sons te luisteren. Door de uitvinding van de platenspeler en
de radio, bereiken Tino Rossi, Edith Piaf en Charles Trenet
vanaf de jaren dertig een miljoenenpubliek. De introductie
van het 45-toeren singletje in 1950 geeft een nieuwe impuls
aan het Franse lied. Het chanson valt grofweg te verdelen in
twee stromingen. Enerzijds de onbezorgde ‘makkelijke’ lied-
jes voor een groot publiek, ook wel yéyé genoemd, naar het
Amerikaanse ‘yeah’. Vertolkers als Claude François, Dalida,
France Gall, Eddie Mitchell en nationale rocker Johnny

61
CHANSON

Hallyday worden enorme sterren met hun luchtige yéyé-


muziek. Anderzijds legden meer geëngageerde zangers de
nadruk op de tekst en compositie, zoals Juliette Gréco, Serge
Gainsbourg, Barbara en George Brassens. De laatste jaren
is het Franse chanson bezig aan een succesvolle terugkeer
waarin de verschillende genres verweven zijn met invloeden
van pop en elektronische muziek. Die nouvelle vague wordt
gevormd door jonge zangers als Olivia Ruiz, Benjamin Biolay
en zijn zus Coralie Clément, Keren Ann, Emilie Simon,
Camille, Carla Bruni en Vincent Delerm.
 aznavour; bruni; gainsbourg

Château
[m., lat.: castellum, ‘kasteel’]
[1] Oorspronkelijk was een château een versterking die vanaf
de middeleeuwen in Normandië gebouwd werd voor de
landheer en zijn gebied. Tijdens de renaissance veranderen
de eenvoudige kastelen in aangename buitenplaatsen voor
edellieden. Vaak werden de kastelen omringd door een groot
jachtgebied. Zo was het grootste en bekendste château van
Frankrijk, in Versailles, oorspronkelijk een klein jachtslot.

Frankrijk kent duizenden kastelen, manoirs en landgoederen.


De grootste concentratie bevindt zich in de Dordogne (ruim
1.000 landgoederen) en in het Loiregebied (ruim 301). Voor
velen is het een droom ooit een kasteeltje te bezitten. Dat
landgoed dient uiteraard wel in Frankrijk te liggen, want met
“un château en Espagne” schiet u niets op. Die uitdrukking
betekent namelijk dat u een luchtkasteel heeft gebouwd.
[2] Op wijnetiketten vindt u vaak het woord ‘château’. Het gaat
dan altijd om een Bordeauxwijn die niet per se afkomstig
hoeft te zijn van een heus kasteel. Het kan een groot uitge-
vallen boerderij zijn, maar meestal is het een fraai landgoed.
Een chateau-wijn is uitsluitend gemaakt van de ranken op

62
CH’TI

het domein zelf. Er zijn meer dan 2.000 ‘chateaux’ in de bor-


deauxstreek.
 bordeaux; wijn; yquem

Ch’ti
Benaming voor inwoners van de regio Frans Vlaanderen die
grenst aan Belgisch Vlaanderen. Het is een willekeurige be-
naming die niet echt gebaseerd is op antropologische crite-
ria. Het woord ch’ti of ch’timi zou in de Eerste Wereldoorlog
uitgevonden zijn door de poilus, de Franse soldaten die naar
het slagveld in Noord-Frankrijk gestuurd werden maar daar
niet vandaan kwamen. Zij verstonden de lokale inwoners
maar moeilijk. Het woord Ch’ti kwam voort uit de dialoog:
“Ch’est ti ? — Ch’est mi” oftewel “Ben jij dat? — Ja dat ben ik.”
Mijnwerkers en fabriekswerkers gebruikten de term daarna
als geuzennaam.

Het dialect van de Ch’ti heet Cht’mi, een Gallo-Romeinse taal


waarvan de officiële naam Picard is. De Ch’ti spreken de c uit
als sj en zeggen mi in plaats van moi en ti in plaats van toi.
 poilu

I n het voorjaar van 2008 was de Franstalige


wereld in de ban van de film Bienvenue chez les
Ch’tis van en met de acteur Dany Boon. Met een
voor Franse begrippen bescheiden budget van elf
miljoen euro, trok de redelijke saaie komedie in
korte tijd 20,3 miljoen bezoekers, net niet genoeg
om Titanic te verslaan als best bezochte film ooit.
De totale opbrengst van de speelfilm zou uit kun-
nen komen op het duizelingwekkende bedrag van
een kwart miljard euro (ter vergelijking: het budget
van alle Nederlandse speelfilms samen bedroeg in

63
CH'TI

2007 nog geen 60 miljoen euro en de opbrengst


iets meer dan 21 miljoen euro12). Het verhaaltje is
relatief simpel: een ambtenaar van La Poste wordt
voor straf overgeplaatst vanuit het zonnige zuiden
naar het koude noorden. Tegen verwachting in blij-
ken de noordelingen helemaal niet zo vreselijk als
gedacht en bovendien is het er ook niet zo koud.
Door de Ch’ti-rage zijn veel Fransen de troosteloze
regio Nord-Pas de Calais gaan bezoeken.

Cinéma
[m., gr.: kinêma, ‘beweging’]
De geschiedenis van de film begint op 28 december 1895 in
het Grand Café aan de Boulevard des Capucines in Parijs.
Daar vertonen de gebroeders Auguste [*1862–†1954] en Louis
[*1864–†1948] Lumière voor het eerst bewegende beelden aan
het publiek. De 23 genodigden krijgen een tiental filmpjes te
zien van elk ongeveer één minuut. Daaronder bevindt zich
ook een opname van medewerkers die uit de Lumière-fabriek
in Lyon wandelen en een filmpje van een trein die het station
van La Ciotat binnenrijdt.13 De gebroeders Lumière noemen
hun uitvinding Cinématographe en maken daarna meer film-
pjes die werden vertoond in cabarets en muziekzalen. De in-
dustrieel Léon Gaumont bestelt 200 ‘cinematographes’, maar
de gebroeders Lumière weigeren die te leveren uit angst
voor concurrentie. Gaumont richt daarop een bedrijf op met
Gustave Eiffel om zelf de apparaten te ontwikkelen. Zij ko-
men met de bioscope, een soort toverlantaarn voor bewegend
beeld. In 1896 begint Gaumont – ook nu nog steeds een bi-
oscoopconcern en filmproductiemaatschappij – zelf films te
produceren. Veel intellectuelen waren bang voor de nieuwe
uitvinding. Met de cinéma “zullen er geen boeken meer zijn,”
vreesde de Mexicaanse schrijver Amado Nervo in 1898.

64
CITROËN

Tien Franse films die iedereen gezien moet hebben


Hôtel du Nord van Marcel Carné [1938]
Ascenseur pour l’echaffaud van Louis Malle [1958]
À bout de souffle van François Truffaut [1961]
Belle de Jour van Luis Buñuel [1967]
Les amants du Pont Neuf van Leos Carax [1991]
Les Nuits Fauves van Cyril Collard [1993]
La Haine van Mathieu Kassovitz [1995]
Amélie Poulain van Jean-Pierre Jeunet [2001]
L’auberge espagnole van Cédric Klapisch [2002]
De battre mon coeur s’est arrêté van Jacques Audiard [2005]

Vanaf 1907, als Charles Pathé besluit zijn films niet meer te
verkopen, maar te verhuren, worden er speciale zalen ge-
opend om films te vertonen. De eerste, Cinema Palace, ziet
het licht op 42, Boulevard Bonne-nouvelle (nu nog steeds een
bioscoop). Zes jaar later zijn er al 180 zalen in Parijs alleen; op
het hoogtepunt, in 1954, telt Parijs 354 zalen.14 Het geboor-
teland van de cinéma is ook nu nog een belangrijk filmland:
jaarlijks worden meer dan 200 Franse films uitgebracht en
trekken de bioscopen 190 miljoen bezoekers.15
 cinema; eiffel; exception culturelle

Citroën
[1] André ~
[*1878-†1935, parijs; industrieel en automobielconstructeur]
Als zoon van de Nederlandse diamanthandelaar Lévie Citroen,
krijgt André bij zijn schoolinschrijving een trema aan zijn
achternaam toegevoegd; vanaf dan is het Citroën. Hij is een
goede leerling en de oplevering van de Eiffeltoren in 1889
maakt zo’n grote indruk op hem dat hij ingenieur wil wor-
den. Als André van de vooraanstaande school Polytechnique
komt, begint hij een tandwielenfabriek waarvan de raderen
met gleuven in een V-vorm in elkaar grijpen, ook wel chevron
genoemd. Dat wordt later het beroemde logo van Citroën.

65
CITROËN

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gaat Citroën het


leger in. Als kapitein van de artillerie verbaast hij zich over
het gebrek aan munitie en hij stelt het leger voor om op grote
schaal mortieren te gaan produceren. Na zijn ontmoeting
met Henri Ford, die de lopende band heeft geperfectioneerd,
weet Citroën dat massaproductie, een systeem dat in Europa
onbekend is, het antwoord is. Citroën koopt een terrein langs
de Seine in Parijs en in 1915 produceert hij al 1500 granaten
per dag. Dat is echter niet genoeg en de capaciteit gaat om-
hoog. Aan het einde van de oorlog heeft Citroën 24 miljoen
mortieren en granaten gemaakt.16 Na de oorlog transformeert
André Citroën zijn moderne munitiefabriek tot een automo-
bielfabriek. Om zijn auto’s aan de man te brengen, bedenkt
de extravagante André Citroën briljante publiciteitsstunts.
Zo vormen in 1925 duizenden lampjes op de Eiffeltoren de
naam Citroën. Langs de Franse wegen verschijnen bewegwij-
zeringsborden met zijn naam en Citroën onderneemt specta-
culaire tochten door de Sahara en door China. Citroën vindt
iedere werknemer, hoog of laag, even belangrijk en zorgt
voor goede sociale voorzieningen in zijn fabriek. Zijn flam-
boyante en vooruitstrevende karakter breekt hem uiteinde-
lijk op. André Citroën is verslaafd aan het casino en smijt zijn
geld over de balk bij Maxim’s en in andere Parijse nachtclubs.
Uiteindelijk moet André het veld ruimen. In 1935 overlijdt
het genie, verzwakt en geruïneerd, aan kanker.
[2] Automerk De Parijse autofabriek die in 1919 van start gaat,
brengt als eerste model de in serie geproduceerde Citroën
type A. Begin jaren dertig zit het tij tegen. De ontwikkelings-
kosten voor de Traction Avant zijn zeer hoog en het gaat niet
goed met de economie. Citroën gaat bijna failliet. In 1934
neemt de belangrijkste schuldeiser, bandenfabriek Michelin,
de controle over. Om te diversifiëren ontstaat het idee om een
kleine goedkope auto te maken met een lichte motor, de Très
Petite Voiture die later de beroemde Eend zal worden. Ondanks

66
CLOUSEAU

Beroemde Citroën-modellen
Traction Avant [1934], 2CV [1949], DS [1955], Ami [1961],
Méhari [1968], CX [1974] en de XM [1989].

regelmatige bombardementen, worden tijdens de Tweede


Wereldoorlog nog wel mondjesmaat auto’s geproduceerd. De
daaropvolgende decennia worden succesvolle modellen als
de 2CV en de DS gelanceerd en gaat de productie spectaculair
omhoog. In 1974 is de fabriek opnieuw ten dode opgeschre-
ven. De familie Peugeot neemt Citroën over en is ook nu nog
steeds grootaandeelhouder van PSA Peugeot Citroën. In 2008
verkocht PSA wereldwijd 3,26 miljoen auto’s, waarvan een
kwart in Frankrijk.
 2cv; ds

Clouseau
Inspecteur Jacques ~. Personage uit de Pink Panther-filmreeks
van regisseur Blake Edwards. Inspecteur ­– later chief inspector
– Clouseau van de Sûreté in Parijs, verscheen voor het eerst op
het witte doek in 1963 in de film Pink Panther. Dat was een jaar
na de eerste James Bond film Dr. No. Clouseau is in alle op-
zichten echter de anti-Bond. Ondanks, of dankzij, zijn gren-
zeloze stupiditeit en een dosis geluk brengt hij zijn missies
tot een goed einde. Hij beschouwt zichzelf als een genie maar
het belang van Frankrijk staat voor hem voorop. De eerste
film met Inspector Clouseau werd een onverwacht succes en
drie maanden later werd het tweede deel uitgebracht, hoewel
die eerder opgenomen was.

Clouseau werd gespeeld door de Britse acteur Peter Sellers


[*1925-†1980], een van de grootste komische acteurs aller
tijden. Als Engelsman speelde hij een Fransman die Engels
sprak met een zwaar Frans accent. Het uiterlijk van de

67
CLOUSEAU

Inspecteur zou Sellers gebaseerd hebben op Captain Matthew


Webb, de eerste man die in 1875 zonder hulp Het Kanaal over-
zwom. Inspector Clouseaus zware accent was een belediging
voor de Fransen. De Pink Panther films werden echter in het
Frans nagesynchroniseerd, en voor een grappig effect kreeg
Clouseau een nasale stem. Het geniale karakter van Peter
Sellers heeft daardoor bij de Fransen helaas nooit dezelfde
cultstatus gekregen als in Engelstalige landen. Sellers zou
uiteindelijk in zes films als Inspector Clouseau te zien zijn. In
2006 werd geprobeerd de serie weer nieuw leven in te blazen
met Steve Martin in de huid van Clouseau.
 cinema; entente cordiale

Cognac
[1] Gemeente ten noorden van Bordeaux, in het departement
Charente. Inwoners: 20.000. Centrum van het gelijknamige
wijngebied en halteplaats op de pelgrimsroute naar Santiago
de Compostela.
[2] Eau de vie (brandewijn), gemaakt van de druif Ugni Blanc
(90%) aangevuld met de Folle Blanche, de Colombard en de
Sémillion. Het cognacgebied is onderverdeeld in zes crus die
ingedeeld zijn op basis van de bodemsoort en het klimaat.
De beste is de Grande Champagne, daarna volgen de Petite
Champagne, de Borderies, de Fins Bois, de Bons Bois en de
Bois Ordinaires. Behalve de origine, is ook de ouderdom
van invloed op de kwaliteit. Die wordt op de fles aangeduid

68
COM

met één tot drie sterren en een van de volgende afkortingen:


VO (Very Old), VOP (Very Old Pale), VOCB (Very Old Cognac
Brandy), VSO (Very Superior Old), VSOP (Very Superior Old
Pale), VVSOP (Very Very Superior Old Pale) en XO (Extra
Old). Daarna komen nog de Vieille Réserve, de Grande Réserve,
de Royal en de Napoléon, die minimaal zes jaar oud zijn.
Hoe ouder de cognac, hoe zachter en donkerder van kleur.
Tegenwoordig domineren een paar grote merken de markt,
zoals Martell, Hennessy, Rémy Martin en Courvoisier. De
Fransen zelf drinken nauwelijks cognac; meer dan 95% van
de cognacproductie wordt geëxporteerd.

De vreemde gewoonte om het cognacglas te verwarmen is


moorddadig voor de drank, omdat alle smaak verdampt.
Neem het glas ook niet te lang in de hand, want ook daarmee
verwarmt u de drank te veel. De ideale temperatuur van cog-
nac is 18°C.
 armagnac

T ot in de 17e eeuw leefde Cognac vooral van de


handel in zout. Hollandse kooplieden koch-
ten ook de lokale wijn op en maakten er terug in
Nederland brandewijn van. Die was langer houd-
baar was dan gewone wijn en ging mee op verre
zeereizen. Al snel begon men in de Cognacstreek
zelf het eindproduct te maken. De fabricagetech-
niek werd door de lokale bevolking afgekeken en
de drank cognac was geboren.

COM
[v. mv., afkorting voor Collectivités d’outre-mer, ‘overzeese gemeenschappen’]
De com is sinds 2003 de benaming voor de juridische status

69
COM

van Franse gebiedsdelen die geen departement zijn. Ze ken-


nen een zekere vorm van zelfbestuur. De gebieden zijn inte-
graal onderdeel van de Franse Republiek, maar niet van de
Europese Unie. De com’s zijn: Frans Polynesië, Saint-Pierre-
et-Miquelon, Mayotte (wordt een dom in 2011), Wallis-et-
Futuna, het Franse deel van Sint-Martin en Saint-Barthélémy.
Het laatste eiland is uitgezonderd van iedere vorm van be-
lasting. Nieuw-Caledonië is com noch dom, maar heeft een
aparte status en wordt wellicht ergens tussen 2014 en 2018
zelfstandig.
 dom

Concorde
[1] Place de la ~. Plein van de Eensgezindheid
De Place de la Concorde is wellicht het mooiste plein van
Parijs, met de zichtlijnen naar de Seine, naar de Tuileries,
de Champs-Elysées en nog verder naar de wolkenkrabbers
van La Défense. Het plein werd opgeleverd in 1763 onder de
naam Place Louis XV en in 1792 omgedoopt tot de Place de la
Révolution. Aan de noordzijde wordt het plein afgeschermd
door twee reusachtige gebouwen uit 1775. In het ene gebouw
zit nu de Marine en in het andere het luxueuze Hôtel de
Crillon. In dat hotel kwam Marie-Antoinette thee drinken en
volgde ze pianolessen. Midden op het plein staat nu een obe-
lisk uit de 13e eeuw v.C. afkomstig uit de tempel van Ramses
II in Luxor. De obelisk is in 1831 door Egypte geschonken aan
koning Louis-Philippe [*1773-†1850].
Aan de Place de la Concorde is veel gebeurd: de eerste beman-
de gasballon steeg hier op, Frankrijk erkende er op 6 februari
1778 als eerste de nieuwe republiek der Verenigde Staten en in
1919 werd hier de Volkenbond, de voorloper van de Verenigde
Naties opgericht. Jacques Chirac [in mei 1995] en Nicolas
Sarkozy [mei 2007] vierden er hun overwinningsfeesten. Het
plein was echter ook het decor van heel wat minder idyllische

70
CONCORDE

bijeenkomsten. Tussen 1792 en 1794 verloren hier 1.119 mensen


publiekelijk hun hoofd onder de guillotine. Onder de koppen
die over de keien rolden waren ook die van Lodewijk de 16e,
de laatste koning, en die van zijn vrouw Marie-Antoinette.
Vanwege de bloedige geschiedenis die aan het plein hangt,
veranderde men in 1795 de naam in Place de la Concorde.
 guillotine; marie-antoinette; revolutie
[2] Frans-Engels supersonisch vliegtuig. In een tijd waarin
smakeloze low-budget luchtbussen met dito passagiers do-
mineren, wordt het verlangen naar de luxueuze en elitaire
Concorde alleen maar groter. Helaas, het prestigieuze vlieg-
tuig vliegt al jaren niet meer. De Concorde verbond in iets
minder dan 3,5 uur Londen en Parijs aan de ene zijde van de
Atlantische Oceaan met New York en Washington D.C. aan
de andere zijde.
Na de eerste testvlucht in 1969 bestelden luchtvaartmaat-
schappijen wereldwijd aanvankelijk tientallen Concordes.
Door de oliecrisis van 1973 werden er uiteindelijk slechts
twintig exemplaren gebouwd voor de (toen nog) staatsmaat-
schappijen AirFrance en British Airways. Zij hielden met
overheidssubsidies de kostbare toestellen in de lucht. De
Sovjet-Unie produceerde een eigen versie, de Tupolev Tu144,
die qua uiterlijk veel leek op de Concorde en daarom de bij-
naam Concordski kreeg. De eerste versie stortte echter neer
tijdens een luchtshow in Parijs, waarna niemand meer het
toestel durfde te bestellen.
De Concorde had de vorm van een deltavleugel met een ka-
rakteristieke neus die bij het opstijgen en het landen omlaag
ging voor een betere zichtbaarheid. Met een kruissnelheid
van 2.02 Mach (2.140 km per uur, oftewel iets sneller dan
tweemaal de snelheid van het geluid) vlogen tussen 1976 en
2003 captains of industry, miljonairs en fotomodellen razend-
snel van Parijs naar New York, Rio de Janeiro of Barbados in
een door de legendarische Raymond Loewy ontworpen inte-

71
CONCORDE

rieur. Nadat een Concorde van AirFrance in 2000 neerstortte


bij het vliegveld Charles de Gaulle, viel het doek snel voor de
overgebleven toestellen. Uiteindelijk vloog het herriemaken-
de icoon op 26 november 2003 voor het laatst.
 airbus, airfrance

Coq
[m., ‘haan’]
[1] Waar de Nederlanders en de Spanjaarden de machtige Leeuw
en de Amerikanen en de Duitsers de statige en alziende Arend
in hun embleem hebben, is het symbool van Frankrijk een
hysterische schreeuwlelijk: de coq gaullois, de Gallische haan,
die al ruim tweeduizend jaar verbonden is aan de Fransen.
Het symbool is het resultaat van een woordspeling in het
Latijn: ‘Gallus’ betekent zowel haan, als Galliër. Sindsdien
wordt Frankrijk geassocieerd met de haan. In de twaalfde
eeuw gebruiken de Engelsen de haan om de Franse koning
belachelijk te maken. Na verloop van tijd echter omarmen
de Fransen het arrogante dier dat over zijn kippetjes waakt.
Door zijn enthousiasme bij het zonnegloren wordt de haan
over één kam geschoren met Apollo, Mercurius en zelfs Jezus
Christus. Met zijn gekraai verjaagt hij de boze geesten van de
nacht en wekt hij de gelovigen. Deze niet geringe prestatie
maakt de gevederde druktemaker geschikt als personificatie
van de Franse koning. François Ie adopteert als eerste op grote
schaal de iconografie van de haan en Zonnekoning Lodewijk
de 14e voert hem in als nationaal symbool, naast de lelie en de
zon.

Na de Amerikaanse Revolutie wilden de dertien Verenigde


Staten als dank voor de hulp van Frankrijk aan de onafhanke-
lijkheidstrijd de haan zelfs opnemen in hun wapen. Zover is
het niet gekomen maar het leidde er wel toe dat de haan een
glorieuze comeback maakte ten tijde van de Franse Revolutie

72
COQ

enkele jaren later. Als zijn adviseurs Napoléon in 1804 voor-


stellen om de haan voortaan als nationaal symbool te gebrui-
ken, wil de keizer dat niet. “De haan heeft geen kracht, hij
kan niet het symbool zijn van een rijk zoals Frankrijk,” zegt
hij en kiest vervolgens een arend. Na de Revolutie van 1848
wordt de haan weer volledig in ere hersteld. Niet veel later
is de coq te bewonderen op munten, postzegels, officiële
stempels en overheidsgebouwen. In de twee Wereldoorlogen
wordt de haan een symbool van verzet tegen de Duitsers.
Tegenwoordig siert de haan bijvoorbeeld nog wel het shirt
van het Franse voetbalelftal, maar verder is hij een beetje in
de vergetelheid geraakt.

Een Franse haan zegt natuurlijk geen ordinair “kukeleku”,


maar een chic “cocorico”. Dit onomatopee heeft de naam ge-
geven aan de “coquelicot”, een klaproos, omdat het rood lijkt
op de hanekam.
 napoléon; verenigde staten
[2] ~ au vin. Klassiek Frans gerecht met knoflook, kruiden, uien,
spekjes, champignons en coq, alles gekookt in rode wijn.
Geserveerd met gestoomde aardappeltjes of pasta. Omdat
hanen zich lang voortplanten worden zij pas op latere leeftijd
geslacht. Een oude haan vergt een langere bereidingstijd, dus
tegenwoordig wordt de haan vaak vervangen door kip.
[3] Een (chef )kok op een schip; verbastering van het Nederlandse
woord ‘kok’.

73
CORSE

Corse
[v., Corsica]
Eiland in de Middellandse Zee, 280.000 inwoners, 8680 km2,
hoofdstad: Ajaccio. Taal: Frans (officieel), Corsicaans (offi-
cieus). Sinds 1976 onderverdeeld in twee departementen: 2A
(Corse-du-Sud) en 2b (Haute-Corse).

De Grieken noemden Corsica al Kalisté, ‘de mooiste’ en de


Fransen zelf noemen het eiland ‘L’île de la beauté’. Corsica
heeft door de eeuwen heen allerlei verschillende eigenaren
gekend, zoals Grieken, Romeinen, Byzantijnen, Genuanen en
Fransen. Het eiland kwam enigszins tot bloei als Genuaanse
kolonie. Vervolgens, van 1735 tot 1769, was Corsica een on-
afhankelijke constitutionele republiek. Dan wordt het eiland
veroverd door de Fransen. Drie maanden daarna wordt de be-
roemdste Corsicaan uit de geschiedenis geboren: Napoléon
Bonaparte.

D e term Révolution française is een perfect


anagram van “Un veto corse la finira”, een
Corsicaans veto zal een einde maken aan de Franse
Revolutie... Nomen est omen?

Corsica is rijk aan natuur. Langs de 1000 kilometer lange


kustlijn zijn er vele idyllische stranden. Het binnenland is
bergachtig; de hoogste berg is Monte Cinto, 2710 meter hoog,
waar in de winter geskied kan worden. Het eiland heeft een
sterke culturele identiteit die tot uiting komt in de taal, de
muziek en de keuken. De Corsicaanse keuken is rijk aan wild
(zwijn), kastanjes en brocciu, een geitenkaas.

Een minderheid van de bevolking is voor onafhankelijkheid

74
COTILLARD, MARION

van Frankrijk. De nationalisten plegen regelmatig aanslagen


op kantoren van de overheid en op vakantiehuizen van vaste-
landbewoners. Lange tijd was het Corsicaans verboden door
de Fransen, maar met de laatste grondwetswijziging van
2008 is er meer ruimte gekomen voor regionale talen.
 napoléon

Cotillard, Marion
[*30 september 1975, Parijs; actrice]
Marion Cotillard, dochter van twee acteurs, begon al jong
met acteren, maar werd bij het grote publiek bekend door
haar rol als vriendin van een taxichauffeur in de komedie
Taxi uit 1998 (regie: Luc Besson). Die film was zo succesvol
dat Cotillard in twee vervolgfilms speelde. Daarna volgden
vele Franse films.

In 2007 brak zij internationaal door met haar titelrol in de film


La Môme (regie: Olivier Dahan), over het leven van Edith Piaf.
Voor die rol kreeg zij vele prijzen waaronder de vier belang-
rijkste prijzen voor beste vrouwelijke hoofdrol: een César,
een Bafta Award, een Golden Globe en een Oscar. Daarmee is
zij nog maar de tweede actrice die een Oscar heeft gekregen
voor een niet Engelstalige rol. De andere actrice was Sophia
Loren in 1962, die overigens samen met Cotillard in de film
Nine [2009] van regisseur Rob Marshall speelt.
 césar

75
CROISSANT

Croissant
Het halve maantje is vast onderdeel van het Franse ontbijt,
maar komt oorspronkelijk uit Wenen. Volgens de overleve-
ring sloegen de bakkers alarm toen de Oostenrijkse hoofdstad
in 1683 door de Turken belegerd werd. Een nachtelijke aanval
kon op tijd worden afgeslagen. De Weense bakkers kregen
het voorrecht een broodje te bakken om de gebeurtenis te
herdenken. Dat werd een broodje in de vorm van een was-
sende maan, als verwijzing naar de Turkse vlag, in het Duits
een kipfel genaamd. Marie-Antoinette, die uit Oostenrijk in
1770 naar Frankrijk kwam, introduceerde de croissant aan
het Franse hof. Een croissant hoort in het Frans derhalve bij
de viennoiseries, de Weenserijen. Het duurt daarna behoorlijk
lang voordat de croissant onderdeel gaat uitmaken van het
ontbijt. Pas vanaf de jaren 1920 begint het halve maantje aan
zijn niet te stuiten opmars.

In Nederland is nagenoeg nergens een fatsoenlijke croissant


te koop, maar ook in Frankrijk wisselt de kwaliteit enorm.
Het geheim van een goede bakker zit hem in de kwaliteit van
zijn deeg; dat van een croissant houdt het midden tussen
brioche- en bladerdeeg. Een goede croissant heeft een korst,
maar is luchtig van binnen. Hij is van buiten goudkleurig,
van binnen gelig maar niet geel, en vettig maar niet vet. Van
binnen moeten er holtes zitten die luchtigheid geven. De
croissant moet een beetje zuur smaken en men moet de boter
kunnen proeven. Een slechte croissant is plat en droog, heeft
de substantie van rubber of is juist te kruimelig. De zoete va-

76
CUISINE

De Fransman neemt zijn brood serieus. Er worden regelmatig


wedstrijden georganiseerd om de beste croissant, de beste
baguette of de beste galette te kiezen. In een test van het dag-
blad Le Figaro in 2007, kwam de croissant van Pierre Hermé
(Rue Bonaparte en Rue Vaugirard, Parijs) als beste uit de bus.
De gemeente Parijs koos Frederic Comyn (27, rue Friant in het
14e arrondissement) in 2007 tot de beste croissantbakker van
de stad.

riant van de croissant is de croissant aux amandes, gevuld met


amandelspijs en soms ook met chocolade. Er zijn ook hartige
varianten, bijvoorbeeld gevuld met ham of kaas.
 baguette; galette des rois

Croquette
[v., ‘kroket’]
Volgens Johannes van Dam is de kroket echt Frans en hij
draagt daar zeer aannemelijk bewijs voor aan.17 Het oerre-
cept stond al in 16o5 in het kookboek van François Massialot
[*1660-†1733], de kok van de adel en van Lodewijk de 14e.
Nu komen de kroketten ook nog wel voor op het Iberisch
schiereiland — als tapa met kabeljauw bijvoorbeeld, maar
in Frankrijk zal uw zoektocht naar deze inmiddels typisch
Belgisch-Hollandse delicatesse lang duren. De enige kroket-
ten die in Frankrijk makkelijk te vinden zijn, treft u aan in de
supermarkt op de afdeling dierenvoeding.
 louis

Cuisine
[v., ‘keuken’]
[1] Haute ~.
De hogere kookkunst ziet het licht aan het begin van de 18e
eeuw, als het bereiden van eten meer wetenschappelijk be-
naderd gaat worden. Het wordt later de term voor de restau-
rants in de Grands Hotels die begin 20e eeuw het beste eten

77
CUISINE

serveren. Tot aan de jaren 1970 was het begrip haute cuisine
synoniem voor de klassieke Franse keuken.
 escoffier
[2] Nouvelle ~.
De term nouvelle cuisine is voor het eerst gebruikt in 1973 in
het maandblad van de twee culinaire journalisten Gault et
Millau. Tradities worden overboord gezet en de nieuwe keu-
ken is licht, gezond en creatief. De zware sauzen die de Franse
keuken tot dan kenmerken, verdwijnen. Nieuwe kooktech-
nieken worden niet geschuwd en het eten moet er mooi uit-
zien. De innovatie kent grote triomfen, maar er komt ook snel
felle kritiek op de nouvelle cuisine. De kleinere porties laten
veel fijnproevers met een hongerige maag en een gepeperde
rekening zitten. Topkoks Paul Bocuse, Alain Senderens en de
gebroeders Troisgros zijn een paar chefs die hun roem aan de
nouvelle cuisine te danken hebben. Of vice versa.

Fusion, moleculair koken, regionale en internationale re-


cepten: de veelzijdigheid van de hedendaagse keuken en de
voortschrijdende globalisering hebben de haute en nouvelle
cuisine inmiddels overvleugeld.
 michelin

Debbouze, Jamel
[*18 juni 1975, parijs; acteur, komiek]
Jamel Debbouze is één van Frankrijks populairste en vooral
best verdienende sterren. Hij begint al op jonge leeftijd met
theater, krijgt een dagelijkse rubriek op Radio Nova en breekt

78
DÉJEUNER

door met sketches op de betaalzender Canal+. In 2006 wint


hij met de film Indigènes een Gouden Palm voor beste acteur.

Bij een treinongeluk in 1990 wordt Debbouze meegesleurd


waardoor zijn rechterarm verlamd raakt. Debbouze wordt,
ook vanwege zijn handicap, gezien als een voorbeeld voor
jongeren in de banlieues om te kunnen slagen in het leven.
Tijdens de rellen in de voorsteden voerde de komiek cam-
pagne om jongeren op te roepen vooral te gaan stemmen
en op die manier hun grieven duidelijk te maken. Voor vele
banlieusards heeft Debbouze met zijn flamboyante levens-
stijl zijn wortels echter verloochend. In Trappes, de voorstad
waar hij opgroeide, werd zijn Ferrari bekogeld en werden zijn
voorstellingen verstoord. Ook al wonen zijn ouders er nog,
Debbouze laat zich er niet meer zien en heeft zich nu in de
veilige Parijse wijk Marais gevestigd.
 asterix; banlieue; césar

Déjeuner
[m., ‘lunch’]
De lunch is een Franse uitvinding en nog steeds een geliefd
moment van de dag. Het woord komt van ‘disjejunare’ of
‘disjunare’ (Lat.), het onderbreken van het nachtelijk vasten.
‘Ontbijten’ betekent hetzelfde, namelijk ‘beginnen te bijten’.
Het déjeuner was dus oorspronkelijk de eerste maaltijd van
de dag. Nu wordt de lunch gebruikt rond 12 uur 30/13 uur.
Franse restaurants zitten om die tijd propvol. Meestal trekt

79
DÉJEUNER

men er een uur voor uit, soms langer, afhankelijk van het ge-
zelschap. Helaas komt het ook in Frankrijk steeds vaker voor
dat men even snel een broodje naar binnen werkt.

Zakenrelaties worden snel en graag mee uit eten genomen.


Tijdens de lunch praat u over van alles en nog wat, maar ze-
ker niet over zaken. Geliefde gespreksonderwerpen aan tafel
zijn vakanties, cultuur of het eten zelf. De lunch is dus be-
doeld om elkaar beter te leren kennen en vertrouwen te win-
nen. Wordt u door een Fransman uitgenodigd om te lunchen,
houd dan rekening met het feit dat u een warme maaltijd
krijgt en niet binnen een kwartier weer buiten staat.

Het is nog steeds gebruikelijk dat families op zondag bij el-


kaar komen om uitgebreid te lunchen en te discussiëren over
de gebeurtenissen van de afgelopen week. Aan het einde van
de middag gaat iedereen enigszins rozig weer zijns weegs. De
familiale lunchtraditie is mede de reden waarom de meeste
restaurants in Frankrijk op zondag gesloten zijn.

T ot in de 18e eeuw was het dîner de hoofd-


maaltijd die rond twaalf uur ’s middags ge-
serveerd werd. Na de Franse Revolutie verschoof
het diner echter naar het einde van de middag. De
parlementsleden vergaderden van 13 tot 18 uur,
terwijl de restaurants alleen eten serveerden tus-
sen 15 en 18 uur. Men kon echter moeilijk de hele
dag op een hongerige maag werken. Daarom be-
gon in 1804 het fameuze Parijse Café Hardy, op
nummer 20 aan de Boulevard des Italiens met het
serveren van een tweede ontbijt rond elf uur ’s
ochtends, het ‘second déjeuner’. Het bestond uit
een behoorlijk prijzig buffet van koude en warme

80
DÉPARTEMENT

gerechten,18 zoals koteletten, worsten en gegrilde


niertjes.19 Andere restaurants sprongen al snel in
op de nieuwe mode. En zo werd het oorspronkelij-
ke déjeuner het petit déjeuner, het huidige ontbijt.

Deneuve, Cathérine
[*22 oktober 1943, parijs als Cathérine Fabienne Dorléac; actrice]
Al ruim een halve eeuw lang is Deneuve één van de grootste
sterren van de Europese cinema. Ze maakte haar debuut in
1956 in de film Les Collégiennes, maar haar doorbraak kwam
met Les Parapluies de Cherbourg van Jacques Demy. Deze film
wint in 1964 de Gouden Palm in Cannes. In het vervolg, Les
Demoiselles de Rochefort [1967], speelt ze samen met haar zus
Françoise Dorléac, die kort daarna komt te overlijden door
een auto-ongeluk.

Ook al staan ’s wereld grootste regisseurs in de rij om met


de peetmoeder van de Europese film te werken, Deneuve
is nooit te beroerd om in kleine films te spelen van debu-
terende filmmakers. Ze was lange tijd de muze van Yves
Saint Laurent. Voor haar schoonheid vielen vele beroemde
mannen. Deneuve heeft twee kinderen, één van regisseur
Roger Vadim, en de ander van Marcello Mastroianni: doch-
ter Chiara [*1972], in Frankrijk een bekende actrice. In 2008
kreeg Catherine Deneuve een Gouden Palm voor haar hele
oeuvre, dat inmiddels meer dan honderd films omvat.
 cinema; marianne; saint laurent

Département
Voor de Revolutie bestond Frankrijk uit provincies, maar op
26 februari 1790 werd het land opgedeeld in 83 departemen-
ten, genoemd naar rivieren, bergen of andere geografische
kenmerken. Het département is de bestuurlijke laag tussen de

81
DÉPARTEMENT

93
75 62
92 94 59

80
76 02 08
60
50 14 27 95 55 57
51
78 77 54 67
61
29 22 91
28 10 88
35 53 72 52
68
56 45 89
70 90
44 41 21
49
37 25
18 58
36 39
971 85 79 71
86
03
23 01 74
972
17 87 42 69
16 63
73
19 38
24 15 43
973 33 26 05
46 07
48
47
12 04
40 82 30 84 06
974 81
32
34 13 83
31
64
11
65
09
66
2B

2A

01 Ain 2A Corse- et-Loire 55 Meuse 73 Savoie 91 Essonne


02 Aisne du-Sud 38 Isère 56 Morbihan 74 Haute- 92 Hauts-
03 Allier 2B Haute- 39 Jura 57 Moselle Savoie de-Seine
04 Alpes- Corse 40 Landes 58 Nièvre 75 Paris 93 Seine-
de-Haute- 21 Côte-d’Or 41 Loir- 59 Nord 76 Seine- Saint-
Provence 22 Côtes- et-Cher 60 Oise Maritime Denis
05 Hautes- d’Armor 42 Loire 61 Orne 77 Seine- 94 Val-de-
Alpes 23 Creuse 43 Haute- 62 Pas-de- et-Marne Marne
06 Alpes- 24 Dordogne Loire Calais 78 Yvelines 95 Val-d’Oise
Maritimes 25 Doubs 44 Loire- 63 Puy- 79 Deux- 971
07 Ardèche 26 Drôme Atlantique de-Dôme Sèvres Guadeloupe
08 Ardennes 27 Eure 45 Loiret 64 Pyrénées- 80 Somme 972
09 Ariège 28 Eure- 46 Lot Atlantiques 81 Tarn Martinique
10 Aube et-Loir 47 Lot-et- 65 Hautes- 82 Tarn-et- 973
11 Aude 29 Finistère Garonne Pyrénées Garonne Guyane
12 Aveyron 30 Gard 48 Lozère 66 Pyrénées- 83 Var 974
13 Bouches- 31 Haute- 49 Maine- Orientales 84 Vaucluse La Réunion
du-Rhône Garonne et-Loire 67 Bas-Rhin 85 Vendée
14 Calvados 32 Gers 50 Manche 68 Haut-Rhin 86 Vienne
15 Cantal 33 Gironde 51 Marne 69 Rhône 87 Haute-
16 Charente 34 Hérault 52 Haute- 70 Haute- Vienne
17 Charente- 35 Ille-et- Marne Saône 88 Vosges
Maritime Vilaine 53 Mayenne 71 Saône- 89 Yonne
18 Cher 36 Indre 54 Meurthe- et-Loire 90 Territoire
19 Corrèze 37 Indre- et-Moselle 72 Sarthe de Belfort

82
DEUX CHEVAUX

regio en het arrondissement. De hoofdstad van een departe-


ment heet een chef-lieu. Tegenwoordig zijn er honderd depar-
tementen waarvan er vier overzee liggen. In 2011 wordt het
eiland Mayotte in de Indische Oceaan het 101e departement.

Franse scholieren moeten alle departementen in alfabetische


volgorde uit het hoofd leren, zonder enige topografische lo-
gica. Sinds 2007 gaan er stemmen op om de departementen
op te heffen. Een eerste stap is dat het nummer van het de-
partement vanaf 2009 geleidelijk aan van de nummerborden
verdwijnt. De mensen in de province kunnen dan de auto’s
met ‘75’ (Parijs) niet meer met eieren bekogelen.

In de korte tijd dat Nederland en België deel uitmaakten van


Frankrijk (tussen 1795 en 1815), waren hier veertien departe-
menten.
 arrondissement; com; dom

Deux chevaux
[m., soms ook wel deudeuche genoemd, ‘twee paarden’]
De mythische Citroën 2CV, in Nederland vooral bekend on-
der de naam ‘Lelijke Eend’ of kortweg ‘Eend’, is een van de
meest succesvolle modellen uit de autogeschiedenis. De TPV,
de très petite voiture, zoals de codenaam van de auto eerst
luidde, werd eind jaren dertig bedacht als Franse tegenhan-
ger van de Volkswagen Kever. Het autootje moest vier zit-
plaatsen hebben, niet meer dan 300 kilo wegen en een vering
hebben waarmee door een omgeploegd veld kon worden ge-
reden zonder een meegevoerd mandje eieren te breken. Door
de Tweede Wereldoorlog loopt het project flinke vertraging
op. De 200 prototypes worden vernietigd, op vier na, die op
verschillende plekken in Frankrijk worden verstopt. Pas op 7
oktober 1948 wordt het eerste exemplaar van het model met
twee bescheiden paardenkrachten onthuld op de Salon de

83
DEUX CHEVAUX

l’Automobile in Parijs. De critici zijn gechoqueerd door zoveel


lelijkheid, maar het publiek is al snel verleid. Degenen die
een 2CV bestellen moet wel drie tot vijf jaar geduld hebben,
want de productie is beperkt en ambtenaren, artsen en boe-
ren krijgen voorrang.

Na 3.868.633 verkochte exemplaren verlaat op 27 juli 1990 het


allerlaatste exemplaar van de legendarische 2CV de fabriek.
 citroën; ds

Dior
[1] Christian ~.
[*21 januari 1905, granville,-†23 oktober 1957, Montecatini, Italië;
modeontwerper]
Als het aan zijn ouders gelegen had, was Dior nooit coutu-
rier geworden. Zij hoopten dat hij de diplomatie inging en
Dior schreef zich daarom in aan Sciences-Po in Parijs. Al
snel opent hij echter een galerie met werken van Picasso,
Dali en Cocteau en begint zelf ook te tekenen. Dior is autodi-
dact en verkoopt zijn modeschetsen aan enkele ontwerpers.
Uiteindelijk begint hij voor zichzelf en zijn eerste show op 12
februari 1947 was meteen een revolutie. De ‘New Look’ werd
geboren, een naam die een Amerikaanse journalist aan de
supervrouwelijke collectie gaf. De plooirokken, nylonkou-
sen en hoge hakken contrasteerden sterk met de soberheid
van de oorlogsjaren. In het vacuüm dat Chanel na de Tweede
Wereldoorlog in Parijs had achtergelaten, bracht Dior de
zuurstof en glans weer terug. In zijn creaties benadrukte
Dior de vrouwelijkheid van de draagsters. Het enorme succes
en de hoge verwachting bezorgen Dior twee hartaanvallen.
De derde, in 1957, wordt hem fataal. Op dat moment werken
er 1200 mensen bij het bedrijf. De leiding van zijn succesvolle
modehuis wordt overgenomen door een 21-jarige veelbelo-
vende jongeman, een zekere Yves Saint Laurent. Dior heeft

84
DOM

uiteindelijk maar tien jaar kunnen ontwerpen, maar zijn cre-


atieve erfenis is groot.
[2] Modehuis en drankengroep. Christian Dior gaf als eerste
zijn naam in licentie aan derden om parfums, tassen, dassen
en andere spullen te maken. Het merk Dior verspreidde zich
zo snel over de hele wereld. Sinds begin deze eeuw wordt het
aantal licenties juist gereduceerd of teruggekocht, om het
merk beter te kunnen controleren. Vanaf 1996 is de creatieve
leiding in handen van de Brit John Galliano en net als veel
andere gerenommeerde modemerken is ook Dior nu onder-
deel van de groep lvmh. Tegelijkertijd is Christian Dior SA
mede-eigenaar van lvmh en controleert door die deelname
wereldwijd een groot aantal mode- en drankmerken. In 2008
haalde de groep een omzet van 17,2 miljard euro, waarvan 787
miljoen voor het merk Dior alleen.
 chanel; haute couture; lvmh; saint laurent

DOM
Ook ver van het Europese vasteland wappert fier de Franse
vlag. De Republiek is verdeeld in verschillende delen: ener-
zijds de Métropole en anderzijds de overzeese gebiedsdelen.
De afkorting dom staat voor Département d’Outre-Mer, het
overzeese departement, en is de administratieve naam die
vier van de voormalige koloniën sinds 1946 dragen. De doms
zijn Guadeloupe, Martinique, Frans Guyana en Réunion.
Het zijn de enige departementen die tegelijkertijd ook een
Région zijn. Als ultraperifere regio’s zijn zij onderdeel van
de Europese Unie met de euro als wettig betaalmiddel. De
ruim twee miljoen inwoners van de doms worden Domiens
genoemd. De eilanden Saba, Sint-Eustatius en Bonaire die
voorheen bij de Nederlandse Antillen hoorden, krijgen
in 2009 een met een dom vergelijkbare status binnen het
Koninkrijk der Nederlanden.
 com; departement; koloniën; métropole

85
DREYFUS

Dreyfus
Alfred ~
[*9 oktober 1859, mulhouse-†11 juli 1935, parijs]
De Affaire Dreyfus is een van de meest ingrijpende gebeurte-
nissen in de Franse sociale geschiedenis. De joodse Kapitein
in het Franse leger Alfred Dreyfus wordt in 1894 beschul-
digd van spionage voor Duitsland. Twee maanden na zijn
arrestatie wordt hij na een haastig proces op basis van du-
bieus bewijsmateriaal veroordeeld en gedeporteerd naar
het Duivelseiland voor de kust van Frans Guyana. Het leger
ontdekt een jaar later de ware schuldige, maar is te arrogant
om de fout toe te geven. Velen doen hun best om de waarheid
op tafel te krijgen. De schrijver Emile Zola wil dat Dreyfus
vrijgelaten wordt en publiceert in 1898 een artikel in het dag-
blad L’Aurore met de beroemd geworden kop “J’accuse” (‘Ik
beschuldig’). De affaire leidt tot grote sociale onrust en zelfs
tot een vechtpartij in de deftige Assemblée (het Parlement).
Frankrijk was verdeeld in dreyfusards en antidreyfusards,
waarbij die laatsten vooral gemotiveerd waren door antise-
mitische motieven.

In 1899 verwerpt het Hof van Beroep de veroordeling van


Dreyfus en de kapitein keert, ernstig verzwakt, terug naar
Parijs. Na een nieuw proces wordt Dreyfus tot tien jaar dwang-
arbeid veroordeeld. Snel na de uitspraak krijgt Dreyfus ech-
ter gratie van president Emile Loubet. In 1906 wordt Dreyfus
uiteindelijk definitief vrijgesproken en gaat volledig gereha-
biliteerd weer het leger in en zal voor Frankrijk deelnemen
aan de Eerste Wereldoorlog.

De affaire Dreyfus heeft de Franse maatschappij grondig her-


vormd. De halsstarrige houding van de Franse overheid werd
overduidelijk gemotiveerd door de joodse achtergrond van
Dreyfus. Om voortaan te voorkomen dat religieuze afkomst

86
DS

een rol speelt in staatszaken, zal de affaire uiteindelijk leiden


tot de wet op de laicité van 1905, waarin kerk en staat defini-
tief gescheiden worden.
 laicité; mensenrechten; zola

DS
De Citroën DS is een revolutionaire auto die ruim een halve
eeuw na haar introductie nog steeds betovert. Na het bijna-
faillissement in de jaren dertig zocht Citroën naar een opvol-
ger van de Citroën 7, de Traction Avant. De keuze valt op een
innovatief en groter model, de voiture de grande distribution
(VGD). Onder leiding van André Lefèvre, van oorsprong een
vliegtuigontwerper, gebruikt men technieken uit de vlieg-
tuigindustrie bij het ontwerp zoals luchttunneltests en een
betere verdeling van de massa. De auto moet in 1940 op de
markt komen, maar door het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog wordt de ontwikkeling stopgezet. Na de oor-
log wordt alle energie gericht op het uitbrengen van de 2CV
en het plan voor de VGD verdwijnt in een la.

D e Franse schrijver Roland Barthes schreef


kort na de introductie van de DS lovende
woorden en noemt haar “la déesse”, de godin die
een definitief keerpunt markeert in de mythologie
van de auto.21

Begin jaren ’50 wordt de ontwikkeling van de baanbreken-


de VGD in het grootste geheim weer opgepakt. Flaminio
Bertoni, die eerder al de Traction en de 2CV ontwierp, schetst
de vloeiende en elegante lijnen die later de DS moeten wor-
den. In oktober 1955 is het dan eindelijk zover: op de Salon de
l’Automobile in Parijs wordt de DS19, de nieuwe Citroën ge-

87
DS

presenteerd. Tegelijkertijd is de auto te zien bij honderden


dealers door het hele land. Het nieuwe model slaat in als een
bom. De auto heeft een hydropneumatische vering, veel bin-
nenruimte, een panoramische voorruit, stuurbekrachtiging,
schijfremmen en voorwielaandrijving. Het publiek is direct
onder de indruk. De bestellingen stromen binnen: aan het
einde van de eerste dag zijn er al 12.000 besteld. Men moet
wel een jaar geduld hebben voordat de DS geleverd wordt. In
1967 wordt het model ingrijpend aangepast: de koplampen
verdwijnen in de motorkap en draaien mee als een bocht ge-
nomen wordt. De laatste en 1.456.115e DS20 rolt van de lopende
band in april 1975. Het mythische model wordt vervangen
door de CX. Tot op de dag van vandaag rijden duizenden ver-
zamelaars over de hele wereld trots en liefdevol rond met hun
onverwoestbare DS.
 citroën; deux chevaux

Ducasse, Alain
[*13 september 1956, castel-sarrazin; kok]
De boerenzoon Ducasse leert op 16-jarige leeftijd tijdens een
stage de kneepjes van het vak, gaat naar een kokschool maar
houdt het daar snel voor gezien. Niet lang na een vliegtuig-
ongeluk, waarbij hij de enige overlevende is, krijgt Ducasse
een contract bij de Société des Bains de Mer in Monte-Carlo. Het
bedrijf dat het beroemde casino bezit stelt als voorwaarde dat

88
DUCASSE

De etablissementen waar Alain Ducasse


met de keukenrol zwaait
Jules Verne (Eiffeltoren) - Le Relais Plaza - Parijs
Parijs Le Relais du Parc - Parijs
Le Louis XV - Monte-Carlo Spoon - Parijs, Mauritius,
Alain Ducasse au Plaza Saint-Tropez, Hong Kong
Athénée - Parijs Bar & Boeuf - Monte-Carlo
La Bastide de Moustiers - Mix - Las Vegas
Moustiers Sainte-Marie Beige - Tokio
L’Hostellerie de l’Abbaye de Be - Parijs, Tokio
la Celle Aux Lyonnais - Parijs
L’Andana - Castiglione della Benoit - Parijs, Tokio en New
Pescaia (Italië) York
Domaine des Andéols - Saint- Rech - Parijs
Saturnin-lès-Apt Alain Ducasse at the
Adour Alain Ducasse at The Dorchester - Londen
St. Regis - New York

hij binnen drie jaar drie Michelinsterren krijgt voor het res-
taurant Louis XV. Hij is dan nog maar 33 jaar oud en bereikt
in slechts 33 maanden het gestelde doel. Hij is dan een van de
jongste chefs ooit met drie sterren.

Anno 2009 heeft Ducasse negentien Michelinsterren, werkt


hij voor meer dan twintig restaurants en hotels, maar hij be-
zit er bijna geen enkele. Zijn inkomsten komen uit een ma-
nagementfee. Bij het Ducasse-imperium werken bijna 2000
mensen. Hij heeft een kookschool in Parijs, een uitgeverij, en
bedenkt in samenwerking met de ESA voedsel voor astronau-
ten. De restaurants in de Eiffeltoren, waaronder het beroem-
de Jules Verne, staan sinds 2007 ook onder zijn leiding.

In de zomer van 2008 verwerft Ducasse de nationaliteit van


Monaco, waar hij zijn carrière ooit begon. Naar eigen zeggen
omdat hij altijd een Monegaskisch hart heeft gehad. Volgens
de criticasters omdat hij in zijn geboorteland Frankrijk te
veel belasting moet betalen.
 cuisine; eiffeltoren; michelin gids; monaco

89
EIFFEL

Eiffel
[1] Alexandre Gustave ~.
[*15 december 1832, dijon-†27 december 1923, parijs; Ingenieur en
architect]
In het begin van zijn loopbaan wijst niets er op dat deze man
zijn naam en zijn kunnen zal verbinden aan de twee con-
structies die later de bekendste iconen van de planeet zouden
worden. Op de École centrale in Parijs wordt Eiffel opgeleid tot
chemicus maar na zijn studie wordt hij secretaris van spoor-
wegingenieur Nepveu. Daar leert hij het vak van civiel inge-
nieur en specialiseert zich in ingenieuze metaalconstructies.
Eiffel bouwt vooral veel spoorbruggen, waaronder de majes-
tueuze brug over de Douro in Porto, maar ook de constructies
binnenin het Vrijheidsbeeld in New York. Zijn — letterlijke
— hoogtepunt is uiteraard de 300 meter hoge toren voor
de Wereldtentoonstelling van 1889. De toren bezorgt hem
wereldwijde roem. In 1890 vraagt hij een concessie aan voor
de nog aan te leggen Parijse metro. Dat plan gaat echter niet
door, evenmin als zijn idee voor een tunnel onder het Kanaal.
Een latere affaire legt een smet op zijn reputatie en betekent
het einde van zijn carrière. Eiffel werkte mee aan de bouw
van twaalf sluizen in het in aanleg zijnde Panama-kanaal. De
Compagnie de Panama, onder leiding van de Franse ingenieur
Ferdinand de Lesseps is, zonder dat Eiffel het weet, corrupt
en kampt met grote financiële problemen. Het faillissement
is onafwendbaar en de onderneming wordt een politieke af-
faire. Eiffel wordt aangewezen als één der veroorzakers, maar
wordt later verschoond. Na de Panama-affaire is zijn eer ge-
krenkt en richt hij zich op de wetenschap. De Eiffeltoren

90
EIFFEL

blijkt prima geschikt voor meteorologische waarnemingen


en allerlei zwaartekracht en aerodynamische experimenten.

De onderneming in metaalbouw die Eiffel heeft opgericht,


bestaat nog steeds en is onderdeel van de groep Eiffage. De
groep heeft onder andere het Viaduct van Millau [2004] ge-
bouwd; geheel in de geest van Eiffel is het de hoogste brug
ter wereld.
 belle époque; metro; vrijheidsbeeld
[2] Tour ~. De plannen om een 300 meter hoge toren in Parijs
te bouwen dateren al van het midden van de 19e eeuw.
Verschillende projecten worden voorgesteld voor de
Wereldtentoonstelling van 1889 maar uiteindelijk sleept
Gustave Eiffel de opdracht in de wacht. Eiffel tekent de to-
ren niet zelf, maar koopt het ontwerp van zijn medewerkers
Emile Nouguier en Maurice Koechlin. De toren, die in eerste
instantie ‘Gallia’ heet, wordt in 26 maanden gebouwd voor
rekening van Gustave Eiffel. Hij krijgt een concessie om de
toren gedurende twintig jaar te exploiteren. Het eerste jaar
komen er al 2 miljoen bezoekers en daarmee is Eiffels inves-
tering nagenoeg terugbetaald. De concessie wordt in 1910
verlengd met zeventig jaar, maar in 1921 schenkt Eiffel ‘zijn’
toren aan de Franse staat.

In 1898 wordt het eerste radiosignaal verstuurd tussen de


Eiffeltoren en het Panthéon. Daarmee is de toren de hoog-

Eiffeltorenfeiten22
Gewicht metalen structuur: 7300 ton
Aantal antennes: 120
Treden naar de top: 1665
Oorspronkelijke hoogte: 300 meter
Huidige hoogte (met antennes): 324 meter
Hoogste platform: 276 meter

91
EIFFEL

ste antenne ter wereld. De eerste publieke radio-uitzending


in Europa vond in 1921 plaats vanaf de toren. Vier jaar later
volgden de eerste experimentele televisie-uitzendingen.
Het blijft het hoogste gebouw ter wereld tot in 1930, als het
Chrysler Building in New York wordt opgeleverd. De elegante
ijzeren dame is nu één van ’s werelds bekendste iconen. Met
bijna zeven miljoen bezoekers per jaar, en 240 miljoen sinds
de opening, is het tevens het drukst bezochte betaalde mo-
nument op aarde.
 belle époque; ducasse

D e Eiffeltoren figureert in tientallen films. Als


de toren overdag gefilmd wordt is dat gratis
voor de filmmakers, maar zodra de lichten aangaan
moet er betaald worden om de Eiffeltoren in beeld
te brengen. Er heerst namelijk auteursrecht op de
verlichting, maar niet op de toren zelf.

Encyclopédie
[v., gr.: enkuklios paideia, ‘geheel van kennis voor onderwijs’]
De titel Francyclopedie is wellicht een flauwe woordspeling,
maar wel degelijk gepast. De moderne encyclopedie is na-
melijk een Franse uitvinding. In 1751 namen schrijver Denis
Diderot [*1713-†1781] en wiskundige Jean le Rond d’Alembert
[*1717-†1783] het initiatief tot het uitgeven van een boek
met alle beschikbare kennis. Hun model was de 14e eeuwse
Arabische historicus en filosoof Ibn Khaldoun. Hij schreef
Al-Muqaddima, een werk dat eveneens alle kennis probeerde
te omvatten. Voor Diderot en d’Alembert was geen onderwerp
te klein of te groot om te beschrijven en zij riepen de hulp in
van toonaangevende schrijvers als Montesquieu, Voltaire en
Rousseau.

92
ENTENTE CORDIALE

Het wordt een enorm ambitieus project en het vlaggenschip


van de Verlichting. De Encyclopédie bevat uiteindelijk 72.000
artikelen in 28 delen, rijkelijk geïllustreerd met gravures. Het
werk verwerft snel faam, niet alleen bij de Parijse elite, maar
ook in de provincie en andere Europese landen. Ondanks het
feit dat de kopers van tevoren moesten betalen, wordt de
Encyclopédie een bestseller. Op de eerste 1700 exemplaren
wordt snel volledig ingetekend, waarna de oplage verhoogd
wordt met 4.000 exemplaren. In 1759 werd de Encyclopédie
verboden; de makers riskeerden gevangenschap maar het
werk ging gewoon door. Vanaf 1762 mocht de Encyclopédie
weer verspreid worden. De laatste twee delen verschijnen
tien jaar later. Het wordt uiteindelijk een standaard referen-
tiewerk en heeft een enorme invloed gehad op de Westerse
wetenschappelijke wereld.
 revolutie; voltaire

Entente cordiale
[v., ‘hartelijke verstandhouding’]
Frankrijk en Groot-Brittannië zijn elkaars gedroomde vijan-
den. Na eeuwenlang met bacon and beans en kikkerbilletjes
naar elkaar gegooid te hebben, was het in 1904 tijd voor een
verzoenende handdruk. Men zag eindelijk in dat er meer ge-
zamenlijke belangen dan tegenstellingen waren. De Entente
cordiale, zoals de overeenkomst luidde, begon met het erken-
nen van elkaars gebieden en handelsrechten in Noord-Afrika,
Azië en Canada en veranderde langzaam aan in een langdurig
vredespact. Al verschillen de twee ook nu nog regelmatig van
mening over zaken als Europa en sociale rechten, de Entente
is nog steeds van kracht. Het meest sprekende symbool van
het bondgenootschap is zonder twijfel de Kanaaltunnel,
die de afgelopen vijftien jaar meer gedaan heeft voor de
Brits-Franse banden dan alle politici uit beide landen in de
20e eeuw. Inmiddels hebben de afgelopen jaren duizenden

93
ENTENTE CORDIALE

Britten zich gevestigd in een brede strook van Duinkerken


tot de Dordogne. Andersom hebben jonge Fransen massaal
de oversteek gewaagd: geschat wordt dat er alleen in Londen
al ruim 300.000 Fransen wonen. De financiële crisis heeft
die volksverhuizing afgeremd, maar in betere tijden zal men
zich ongetwijfeld weer enthousiast in elkaars land vestigen.
 eurostar

Escoffier, Georges Auguste


[*28 oktober 1846, villeneuve-loubet-†12 februari 1935, monte-carlo;
chef, restauranthouder, schrijver]
Escoffier legde de basis voor de wereldwijde roem van de
Franse keuken. Samen met César Ritz stond Escoffier aan de
basis van de legendarische Ritz hotels. In de Frans-Pruisische
oorlog van 1870 werkte hij als kok in het leger waar hij zich
bewust werd van het belang van logistiek. Hij dacht goed na
over het functioneren van een keuken en verdeelde de ver-
schillende secties in brigades. Als eerste begon hij de service
russe, waarbij de gangen achter elkaar worden opgediend in
de volgorde van de menukaart. Zijn Guide culinaire uit 1903
bevat meer dan 5000 recepten is het basiswerk geworden
voor iedere kok.
 cuisine; ducasse; goncourt

E scoffier bedacht vele nieuwe gerechten, waar-


onder een beroemd geworden dessert. In 1892
verblijft de Australische operazangeres Nellie
Melba [1861-1931] in Escoffiers Savoy Hotel in
Londen. Verrukt over haar prachtige stem serveert
Escoffier haar de dag na een optreden een zilveren
bord met perziken op een bed van vanille-ijs en
overgoten met frambozensaus: de Pêche Melba.23

94
EXCEPTION FRANÇAISE

Eurostar
Snelle trein die sinds 1994 via de vijftig kilometer lange
Kanaaltunnel de steden Brussel, Lille, Parijs en Londen
met elkaar verbindt. De Eurostar legt het traject Brussel-
Londen af in slechts 1 uur en 50 minuten, een ritje dat bo-
vendien volledig co2 neutraal is. Er zijn tegenwoordig veel
Eurostarforenzen: mensen die wonen in Parijs of Brussel en
werken in Londen of andersom. Ook heeft de snelle verbin-
ding en het reisgemak ervoor gezorgd dat veel Britten nu in
de streek rondom Calais wonen, maar in Londen of Zuidwest
Engeland zijn blijven werken.

Bijna twee eeuwen lang was er gedroomd over een permanen-


te verbinding via het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk.
In 1881 werd er al aan beide zijden een twee kilometer lange
tunnel geboord, maar die werd uiteindelijk stopgezet om
militaire redenen. De twee aartsvijanden waren nog bang dat
de een de ander via de tunnel zou binnenvallen. Uiteindelijk
besluiten Maggie Thatcher en François Mitterrand in 1986
tot een dubbele treintunnel tussen de twee landen, op voor-
waarde dat er nooit één cent overheidsgeld ingestoken zou
worden. Dat gebeurde inderdaad niet en Eurotunnel, de ex-
ploitant, kampte twintig jaar met financiële problemen. In
2008 werd voor het eerst (een bescheiden) winst gemaakt.
 eiffel; entente cordiale; mitterrand; tgv

Exception française
[v., ‘de Franse uitzondering’]
In 1993 bereikte Frankrijk dat voor culturele creaties in de in-
ternationale handel andere regels gelden dan voor ‘gewone’
producten. Cultuur, en dan natuurlijk met name de Franse
cultuur, moest beschermd worden tegen de grote boze ka-
pitalistische markt. Of de kwaliteit van de Franse cultuur
daadwerkelijk exceptioneel is, is een vraag die bij de Fransen

95
EXCEPTION FRANÇAISE

niet eens opkomt. “In Frankrijk doen we dingen nu eenmaal


anders en vaak beter,” is daarbij de gedachte. De Unesco nam
in 2005 de redenering van Frankrijk over, waarmee de uit-
zondering mondiaal werd. De conventie werd bijna unaniem
aangenomen door 151 landen. Alleen de VS en Israël stemden
tegen. Vooral de Amerikanen zien de uitzondering als een
vorm van protectionisme en derhalve als een bedreiging voor
de lucratieve inkomsten van de entertainmentindustrie. De
Franse cultuur wordt actief ondersteund met een groot aan-
tal regelingen. Zo is er de vaste boekenprijs, de verplichting
van radiostations om minimaal 40% Franstalige muziek uit
te zenden en zijn televisiestations verplicht om te investeren
in Franse films. Het beleid heeft er toe geleid dat Frankrijk
een levendige muziekindustrie kent en na Hollywood en
Bollywood de grootste filmindustrie ter wereld heeft.

“L’exception française” is ook een excuus voor het verklaren


van allerlei fundamentele problemen zonder verder te kijken
naar de achterliggende oorzaken. De hoge werkloosheid? De
rellen in de voorsteden? Genereuze landbouwsubsidies? “Ah,
une exception française!”
 chanson; cinema; frankrijk; mensenrechten

Festival
Fransen zijn gek op festivals. Ieder cultureel, historisch, fol-
kloristisch of culinair onderwerp is goed genoeg om haar
eigen festival te hebben. Een Camembert festival, een an-
douillette festival, het feest van het stripverhaal, tientallen

96
FOIE GRAS

Enige bekende Franse festivals


Filmfestival Cannes – 3e week mei
Theaterfestival – Avignon – juli
Les vieilles charrues – Bretagne - juli
Rock en Seine – Parijs – eind augustus
La nuit blanche – Parijs – begin oktober
Le festival du Vent – Cali – eind oktober
Daarnaast zijn er in de wijnstreken oogstfeesten
en in het zuiden talloze feria’s.

filmfestivals en muziekfestivals en zelfs een festival gewijd


aan de wind: voor iedere smaak is er een gepaste feestmuts.
Het feestseizoen wordt meestal geopend op 21 juni met het
Fête de la Musique (inmiddels overgewaaid naar meer dan hon-
derd landen). In stad en land treden dan tot diep in de nacht
gerenommeerde artiesten op, zij aan zij met amateurmuzi-
kanten. Die laatsten laten hun vaak hemeltergende klanken
ongegeneerd los op de oren van tienduizenden feestvierders
die de langste nacht van het jaar aangrijpen om massaal
dronken te worden.

Foie gras
[m., ‘vette lever’]
Ganzen zijn al lekkernijen sinds zeker 2500 v.C. In Egypte,
waar de gans een heilig dier was, bestonden verschillende
manieren om de gans te bereiden. Het is echter niet duide-
lijk of daar ook foie gras bij hoorde. De joden, die als slaven
werkten voor de Egyptenaren, brachten de culinaire kennis
vervolgens mee naar de Grieks-Romeinse wereld. De eerste
bron die foie gras noemt is Herodotus [1e eeuw v.C.] waar het
gerecht tijdens een banket genoemd wordt. Soms werden de
vette levers ook gebruikt om de toekomst te voorspellen. Bij
de Romeinen was foie gras een geliefd gerecht en zij waren
degenen die het gerecht in Gallië introduceerden. Zij voer-
den de ganzen met vijgen en noemde de lever jecur ficatum;

97
FOIE GRAS

alleen de term ficatum bleef over. Dat werd uiteindelijk in


het Frans verbasterd tot foie en fegato in het Italiaans. Tussen
de 5e en de 16e eeuw wordt de foie gras nauwelijks nog gege-
ten. In het midden van de 18e eeuw ontdekken de Fransen
de ganzenleverpâté geproduceerd door de Joden in Metz en
Straatsburg. Aan het eind van de 19e eeuw staat foie gras op
de menu’s van de beste restaurants in Parijs. Tegenwoordig
is foie gras voor de Fransen een van de hoogtepunten van de
gastronomie. Het wordt vooral erg veel gegeten rond kerst en
oud en nieuw. Ganzenlever is zo geliefd dat in 2006 een wet
is aangenomen die bepaalt dat foie gras onderdeel is van het
culturele en culinaire erfgoed van Frankrijk. Een eventueel
verbod van de EU is daarmee nagenoeg onmogelijk gewor-
den.

D e beroemde Italiaanse componist Gioacchino


Rossini [*1792-†1868] was een grote smul-
paap en een verdienstelijk koker. Hij hield zoveel
van koken dat hij in 1857 in Parijs ging wonen.
Rossini bedacht twee gerechten met foie gras. De
Tournedos Rossini is een tournedos met daarbo-
venop een stuk gebakken foie gras gemarineerd in
madera, en staat ook nu nog op de kaart van veel
restaurants. Zijn andere gerecht komt men zelden
meer tegen: Macaroni à la Rossini, grote macaroni
gevuld met ganzenlever, truffels en ham.

Foie gras eet u gekookt, gebakken, of in een pâté. Simpel


met wat peper en grof zeezout en eventueel met toast of bri-
oche en gelei. U drinkt er een wat zoetere witte wijn bij als
Gewürztraminer, Pinot gris of Sauternes, hoewel de laatste
wat te zwaar is om de wijnen van de volgende gangen nog te

98
FOIE GRAS

kunnen proeven. U kunt uw maaltijd ook beperken tot foie


gras. Drink dan een Château d’Yquem 1921. Foie gras en de
wijn vormen een prachtig huwelijk en een welverdiend eer-
betoon aan de gans of eend.

Tegenwoordig is slechts één op de tien levers afkomstig van


de gans. De rest is eendenlever. Grofweg 80% van alle foie gras
wereldwijd wordt geproduceerd in Frankrijk (21.000 ton in
2008), driekwart daarvan wordt geconsumeerd in eigen land.
Ook Hongarije, Bulgarije, Canada, de VS en China maken foie
gras. Sinds 2000 neemt de consumptie van foie gras jaarlijks
toe, mede als gevolg van succesvolle e-commerce sites. Het
merendeel van de Franse foie gras komt uit het zuidwesten
(Gers, Périgord, Landes) en een klein deel uit de Elzas.

In twee tot drie weken worden de gevederde vrienden ‘gega-


veerd’, oftewel volgepropt met maïs, waardoor hun levers op-
zwellen tot epische proporties. De manier waarop foie gras
verkregen wordt, is voor sommigen een gruwel. Ieder jaar
is er wel weer een toprestaurant, een winkelketen of in 2007
zelfs het Nederlands koningshuis dat door de zwakke knieën
gaat en uit vrees voor negatieve publiciteit foie gras van het
menu haalt. Nergens voor nodig. Ganzen en eenden worden
gevoed met een slang en hoewel dat er wellicht niet zo smake-
lijk uitziet, is het geen mishandeling. In tegenstelling tot wat
de voor dierenpropaganda gevoelige Nederlander denkt, is de

99
FOIE GRAS

productie van foie gras dus niet per definitie dieronvriende-


lijk en de meeste vee- en dierenartsen zijn het daar met elkaar
over eens. De lever zwelt op als gevolg van een natuurlijk pro-
ces (namelijk het opslaan van voeding voor de migratietocht)
en is geen ziektesymptoom. Als een gans gestrest zou zijn
door het voederen, was de vorming van een grote lever uitge-
sloten. Foie gras-producenten worden streng gecontroleerd
en vergeleken met de gruwelen van de bio-industrie valt het
allemaal wel mee. Overigens is de productie van foie gras in
Nederland verboden, maar, geheel in lijn met de gedoogtra-
ditie, de import en consumptie niet. Gelukkig maar. U kunt
dan ook zonder gewetenswroeging van foie gras genieten.
 canard

Fonctionnaire
[m., ‘ambtenaar’]
De Fransman is gek op zijn ‘service public’, maar zal geen
kans voorbij laten gaan om te klagen over die vreemde dier-
soort, de ‘fonctionnaire’. De Franse overheid is een van de
grootste werkgevers van Europa, maar is niet in staat te zeg-
gen hoeveel ambtenaren er precies zijn. Het zijn er zeker 5,2
miljoen en dat aantal stijgt nog steeds. In totaal krijgt ruim
een kwart van de beroepsbevolking op een of andere manier
zijn inkomen van de overheid.24 Vraag Franse pubers waar zij
later werken willen en negen van de tien zullen antwoorden
“Dans le service public,” bij de overheid. De tiende respon-
dent was ten tijde van de enquête waarschijnlijk net even aan
het lunchen of aan het staken. Men verkrijgt echter alleen
toegang tot een overheidsbaan na het succesvol afleggen van
een verplicht examen, het zogenaamde concours. Zelfs een
stratenveger of postbode ontkomt er niet aan. Hierna is men
verzekerd van de titel van ‘ambtenaar’ en, afhankelijk van het
niveau van het concours (A, B of C), ook van een salaris dat
nooit meer lager kan worden. De paar ambtenaren die hun

100
FRANC FRANÇAIS

plek inruilen voor een loopbaan in het bedrijfsleven, hebben


wettelijk de mogelijkheid om binnen zes jaar terug te keren
naar hun oude post bij de overheid, inclusief bijbehorend sa-
laris en andere privileges.
Het is nagenoeg onmogelijk een Franse ambtenaar te ont-
slaan, de positie is veilig tot aan het pensioen. Wanneer een
ambtenaar de hele dag wenst te slapen op zijn bureau staan
daar in principe geen sancties tegenover. Een slapende amb-
tenaar is een fout van de chef die zijn personeel kennelijk niet
goed genoeg motiveert. Die op zijn beurt weer kan verwijzen
naar zijn chef, en zo verder.

V olgens een Italiaans onderzoek naar Europese


ambtenaren betaalt de Fransman met 5.765
euro per jaar het meeste voor het ambtenarenap-
paraat. Op de tweede plaats komen de Italianen
en daarna Groot-Brittannië en Duitsland. De kos-
ten in Spanje zijn het laagst: 3.247 euro.

Franc français
[m., ‘franse Frank’, munteenheid]
De frank werd voor het eerst geslagen in december 1360.
Koning Jan II de Goede was in 1356 door de Engelsen krijgs-
gevangene gemaakt en de Engelsen wilden hem alleen laten
gaan tegen betaling van een enorme som losgeld. Om dat
geld bij elkaar te krijgen werd een nieuwe belasting inge-
voerd waarmee men de koning kon bevrijden (‘affranchir’).
Tegelijkertijd werd er een nieuwe munt uitgebracht met
daarop de beeltenis van de koning te paard en de inscriptie
‘Francorum Rex’, koning der Franken. Enkele maanden la-
ter krijgt het muntstuk officieel de naam ‘franc’. De woor-
den ‘franc’ en ‘libre’ waren synoniem in die tijd en met het

101
FRANC FRANÇAIS

nieuwe geld werd de Franse koning uiteindelijk vrijgekocht.


Daarmee was de Franse Frank (FF) de officiële munteenheid
geworden en zij zou dat blijven tot 1999, met uitzondering
van de periode 1641-1795 toen Frankrijk de gouden Louis en
de zilveren Ecu gebruikte.

Na de Tweede Wereldoorlog was de franc redelijk instabiel


en moest er regelmatig gedevalueerd worden. In 1958 voerde
Charles de Gaulle daaarom de nouveau franc in die de ancien
franc door honderd deelde: 500 anciens francs werden nu 5
nouveaux francs. Oudere Fransen praten ook nu nog steeds
in miljoenen als ze bijvoorbeeld een nieuwe auto gaan ko-
pen. Voor Nederlandse vakantiegangers was het lange tijd
altijd gemakkelijk omrekenen van de franc naar de gulden:
gewoon delen door drie. Op 1 januari 1999 werd het omreke-
nen nog makkelijker: de franc werd toen, net als de gulden,
ingeruild voor de euro, waarbij 6,55957 FF voortaan één euro
waard was. De franc is nu nog in gebruik als betaalmiddel in
Zwitserland en in de meeste Franstalige Afrikaanse landen.

Français
[m., ‘franse taal’]
Het Frans is een Romaanse taal die voortkomt uit de langue
d’oïl, de verzameling talen die gesproken werden in het noor-
den van het huidige Frankrijk. In het zuiden sprak men de
langue d’oc. Oc en oïl slaan op de manier waarop het woord ja
werd uitgesproken. De eerste tekst in de voorloper van het
Frans is de Séquence de sainte Eulalie, een gedicht uit 880 of
881 n.C. Vanaf de 13e eeuw ontstaat het moderne Frans. In 1539
wordt het de officiële juridische en administratieve taal. Het
was de taal van de elite en werd niet of nauwelijks gesproken
door de bevolking. Vanaf de Revolutie wordt het Frans meer
verspreid, maar tot in 1850 sprak slechts een kwart van de
Fransen de taal. Door onderwijs en onderdrukking werd het

102
FRANKRIJK

Frans eind 19e eeuw uiteindelijk de taal van de meerderheid.


Regionale talen en dialecten zijn nog steeds in gebruik,
maar werden tot voor kort niet officieel gesteund. Sinds de
Grondwetswijziging van 2008 worden regionale talen echter
expliciet erkend als onderdeel van de Franse cultuur. Dat zou
kunnen leiden tot een nieuwe opleving van bijvoorbeeld het
Bretons, het Baskisch, het Catalaans en het Corsicaans.

Een groot aantal landen heeft het Frans als officiële taal, met
name in de voormalige koloniën in Afrika. Het is wereld-
wijd de moedertaal van ongeveer 185 miljoen mensen. De
Francophonie wordt graag gebruikt als vreedzaam bindmid-
del tussen verschillende volken en culturen en actief onder-
steund door de regering in Parijs. Tot aan 1919 (het Verdrag
van Versailles) was het Frans ook de taal van de internatio-
nale diplomatie. Al zijn Engels en Spaans inmiddels veel
belangrijker geworden, het Frans is nog steeds de officiële
(werk)taal van instanties zoals de Verenigde Naties en het
Internationaal Olympisch Comité.

In theorie moet alle communicatie in Frankrijk in het Frans


plaats vinden. Dat betekent dat reclames, menukaarten et
cetera in het Frans vertaald moeten zijn. In advertenties met
een Engelse slagzin levert dat vreemde linguïstische vonds-
ten op.
 académie française; loucherbem; québec; verlan

Frankrijk
655.689 km2, waarvan 543.965 km2 voor het Europese vaste-
land, 111.724 km2 overzee. Inwoners: 64,3 miljoen25. Hoofdstad:
Parijs. Officiële taal: Frans. Staatshoofd: president Nicolas
Sarkozy. Munteenheid: euro. Internetafkorting: .fr. In opper-
vlakte is Frankrijk groter dan Italië en Groot-Brittannië sa-
men, het aantal inwoners van de drie landen is vergelijkbaar.

103
FRANKRIJK

Lang is onduidelijk geweest welk gebied nu precies bedoeld


werd met de aanduiding Francia. Voor de Romeinen was het
het gebied rondom de Rijn en de Loire dat bewoond werd
door de Franken, de Germaanse stam van ‘vrije mannen’.
Onder de Karolingiërs (8e-10e eeuw) worden de contouren wat
duidelijker en tekent zich er een politieke en militaire een-
heid af. De titel van het staatshoofd is rex Francorum, koning
der Franken. Lodewijk de 9e is de eerste die zich Roi de France
noemt, koning van Frankrijk. Tot in de 14e eeuw bedoelt men
het huidige Noord-Frankrijk als men het over Frankrijk heeft.
In de 17e eeuw ontwikkelt het land zich tot een wereldmacht
met kolonies in elke uithoek van de aarde. Die grote interna-
tionale rol is na Tweede Wereldoorlog behoorlijk geslonken,
hoewel de Fransen zelf zich daarvan soms niet bewust lijken
te zijn.

De economie zit sinds eind jaren tachtig in het slop en het is


Frankrijk sindsdien niet gelukt dezelfde dynamiek te creëren
als andere Europese landen vóór de crisis. De laatste jaren is
Frankrijk gedaald naar een 16e plek van op de lijst van ’s we-
relds meest competitieve landen (Nederland staat 8e, België
19e)26. Paradoxaal genoeg kent Frankrijk een groot aantal
goeddraaiende multinationals, waaronder veel wereldwijde
marktleiders. Misschien komt dat door het feit dat het het
land is waar de spreekwoordelijke god nog steeds graag
woont.
 frans; hexagone; métropole

French kiss
[1] Een French kiss, een tongzoen, heet in het Frans “un baiser
amoureux” of “rouler une pelle”. De Québecois gebruiken
het werkwoord ‘frencher’. Waarom deze zoen der zoenen als
Frans beschouwd wordt is niet helemaal duidelijk. De term
is ergens na de Eerste Wereldoorlog voor het eerst gebruikt

104
FROMAGE

door puriteinse Engelsen en Amerikanen die de Fransen, oh


la la, kennelijk associeerden met amoureuze escapades en
andere scabreuze maar o zo aangename activiteiten.
[2] Film uit 1995 geregisseerd door Lawrence Kasdan, met Meg
Ryan en Kevin Kline in de hoofdrollen, waarin de hoofdrol-
speelster naar Parijs vliegt om haar verloofde terug te win-
nen. In plaats daarvan wordt zij verliefd op een smoezelige
Franse oplichter.

Frites
[v., ‘in olie gebakken’]
Pommes frites, patates frites, of simpelweg frites, zijn de
hoeksteen van de Franse dis. In het Engels worden frieten
French fries genoemd, waarschijnlijk omdat in de Eerste
Wereldoorlog de Engelstalige soldaten de frieten in België
leren eten. Omdat men er Frans sprak, werd aangenomen dat
de frieten een Franse uitvinding waren. Maar in 1856 schrijft
een Engels kookboek reeds over french fried potatoes27. Frieten
zijn natuurlijk Belgisch en zo denken de Fransen er zelf ook
over. Hoewel... Schrijver Roland Barthes was van mening dat
frieten, in het gezelschap van een goede bifteck, een natio-
naal symbool zijn.28 In Frans Vlaanderen zijn frites net als in
België te krijgen in een fritekot, in de rest van het land staan
ze als bijgerecht op de kaart van de meeste restaurants.
 bistro; cuisine

Fromage
[m., lat.: caseus formaticus, ‘kaas gemaakt in een vorm’]
“Hoe wilt u een land besturen met 246 kazen?” vroeg Charles
de Gaulle zich ooit vertwijfeld af. Maar aan die uitspraak zat
een luchtje. Er zijn namelijk veel meer kazen in Frankrijk
dan 246. Sommige fijnproevers schatten dat er wel duizend
Franse kaassoorten bestaan. Hoeveel het er ook zijn, kaas
heeft al eeuwen lang een prominente plek aan de Franse ta-

105
FROMAGE

Nederland maakte lange tijd reclame in Frankrijk met


‘L’autre pays du fromage’, het andere kaasland. Maar de enige
Nederlandse kaassoorten die enige bekendheid genieten in
Frankrijk zijn Edam, Gouda (uitgesproken als ‘Koeda’) en de
oranje Mimolette. Die laatste zult u in Nederland nergens vin-
den, maar geldt voor de Fransen toch als typisch Nederlands.
De term ‘Fromage de Hollande’ is sinds 1935 beschermd.

fel. In 1292 stonden er achttien kaashandelaren ingeschreven


bij het gilde der fruithandelaren in Parijs en acht jaar later
waren het er al 26.

Harde korst, zachte korst, schimmelkaas, geitenkaas, stink-


kaas: elke regio heeft zijn eigen specialiteit en de kazen kun-
nen van streek tot streek enorm van smaak en bereidingswijze
verschillen. Kaas wordt gegeten na het hoofdgerecht en voor
het nagerecht. Het is dus geen dessert op zich. Vier verschil-
lende soorten op een kaasplank is wel het minimum, maar
meer mag ook. De kazen worden gegeten in volgorde van
sterkte, met de klok mee van een zachte crèmekaas tot een
scherpe roquefort. De kaas kan geserveerd worden met drui-
ven, vijgen, brood en salade. Een oude rode port, een vettige
rode wijn of een Sauternes maken de gang compleet.

Volgens de culinaire schrijver Brillat-Savarin [*1755-†1826] is


“een maaltijd zonder kaas als een mooi meisje zonder oog.”
Ter ere van zijn liefde voor kaas werd er zelfs een speciaal ro-
mig kaasje naar hem vernoemd: de Brillat-Savarin, gemaakt
in Normandië en Bourgondië.
 aoc; camembert; roquefort

A an het begin van de Amerikaans-Britse inva-


sie in 2003 in Irak werd de weigering van de
Fransen om deel te nemen aan deze illegale oorlog

106
GAINSBOURG

vooral door de Amerikanen geïrriteerd ontvangen.


De Fransen werden gezien als lafaards en door de
Republikeinen daarom “Cheese-eating surrender
monkeys” genoemd. Dit was een belediging die
voor het eerst werd gebruikt in een aflevering van
de tekenfilmserie The Simpsons in 1995. Maar als
de Coalition of the Willing wat meer Franse kaas
gegeten had, dan was de hele Irak-episode wel-
licht wat voorspoediger verlopen.

Gainsbourg
[1] Serge ~
[*2 april 1928, parijs-†2 maart 1991, parijs; zanger, componist en acteur]
Serge Gainsbourg werd geboren als Lucien Ginsberg, zoon van
Russisch-joodse immigranten. In de Tweede Wereldoorlog
moet de familie onderduiken. Na de oorlog en na baantjes als
schilder en teken- en zangleraar begint Gainsbourg als zan-
ger in de pianobars van de casino’s aan de kust. Zijn eerste
album, met het later beroemde nummer Le Poinçonneur des
Lilas, verschijnt in 1959 en is een flop. In 1965 wint zijn liedje
Poupée de cire, poupée de son, uitgevoerd door France Gall, het
Eurovisiesongfestival.

Gainsbourg vond zichzelf zo lelijk dat hij geen spiegels in


huis had, maar ondanks (of dankzij) zijn rauwe en onverzorg-
de uiterlijk was hij altijd omringd door de mooiste vrouwen.
Na een onstuimige relatie met Brigitte Bardot, ontmoet hij

107
GAINSBOURG

op de set van de film Slogan in 1968 de 22-jarige Engelse ac-


trice Jane Birkin. Het stel wordt de Brangelina van de jaren
zeventig. Hun duet Je t’aime... moi non plus is een wereldwijde
hit. Zijn regelmatige provocaties beletten de virtuoos van de
langue de Molière niet om een publiekslieveling te worden. Op
de Franse televisie verschijnt Gainsbourg regelmatig dron-
ken en kettingrokend. Steeds vaker treedt hij op onder de
naam Gainsbarre, zijn destructieve alter ego. In 1991 overlijdt
hij aan de gevolgen van een vijfde hartaanval. Zijn graf op de
begraafplaats in Montparnasse is tot op de dag van vandaag
drukbezocht.
Gainsbourgs composities zijn muzikaal vaak vernieuwend
en gewaagd, zijn teksten altijd virtuoos en inventief. Het
aantal artiesten dat liedjes van Gainsbourg uitgevoerd heeft
is enorm. Nog steeds heeft zijn unieke stijl invloed op de he-
dendaagse muziek op zeer uiteenlopende artiesten als Tricky,
Portishead, MC Solaar, Nick Cave en vele anderen.
 bardot; chanson
[2] Charlotte ~
[*21 juli 1971, londen; Actrice en zangeres. Dochter van Serge en Jane
Birkin]
Charlotte is niet alleen een populaire actrice, maar ook een
verdienstelijk zangeres. Op 14-jarige leeftijd zingt ze met
haar vader Lemon Incest, een zeer dubbelzinnig nummer. In
de clip liggen ze beiden hand in hand halfnaakt op een groot
bed. Charlotte maakt haar filmdebuut in 1984 in Paroles et

108
GONCOURT

musique. Cathérine Deneuve, een van Serge’s vele exen, speelt


daarin haar moeder. In 1986 en 2001 wint ze een César. In 2006
verscheen haar succesvolle album 5:55.
 césar; chanson

Galette des Rois


[v., ‘koningskoek’]
Rondom de jaarwisseling duikt in de boulangeries en de su-
permarkten de Galette des Rois weer op: een platte, ronde koek
van bladerdeeg gevuld met amandelspijs. De koek wordt
door de Fransen gegeten op en rond 6 januari. De galette kent
een lange traditie in het Franse leven. Lodewijk de Veertiende
en de kerk vonden de koek heidens en verboden de lekkernij.
Om het verbod te omzeilen, werd het feest omgedoopt in een
buurtfeest. Na de Revolutie veranderde de koek in een Gâteau
de l’Êgalité, maar het recept bleef gelijk.

In de koek zit een fève verstopt en degene die de boon vindt


is de koning of koningin van de dag. De fève was oorspron-
kelijk een boon, maar wordt sinds het einde van de 19e eeuw
gemaakt van porselein en tegenwoordig ook van plastic. Het
is meestal een poppetje. Er zijn zeer fanatieke verzamelaars,
die zelfs op eBay met honderden hun bonen verhandelen. Zij
heten fabofielen en hebben hun eigen vereniging.

Voor de fijnproevers: de beste galette van de regio Ile-de-


France werd in 2009 gemaakt door bakker François Vacavant
op 117, Avenue de l’Italie (13e arr.) in Parijs.

Goncourt
[1] Edmond [*1822-†1896] en Jules [*1830-†1870] de ~. Twee
schrijvende broers die vooral veel historische werken publi-
ceerden. Het bekendst werden de gebroeders Goncourt met
hun dagboeken waarin zij in negen volumes hun eigentijdse

109
GONCOURT

maatschappij kritisch beschreven. Ze waren ook grote kunst-


verzamelaars die de kunst van de 18e eeuw en de Aziatische
kunst onder de aandacht van de Fransen brachten.
[2] Prix ~ Frankrijks belangrijkste litteraire prijs ingesteld bij
testament van Edmond de Goncourt. De prijs wordt toege-
kend door de leden van de Académie Goncourt, die voor het
eerst bijeenkwamen in 1903, en kan alleen toegekend worden
aan een Franstalig werk. Bovendien kunnen de schrijvers de
prijs maar één keer winnen. De prijsuitreiking vindt jaar-
lijks in november plaats. De winnende schrijver krijgt een
bescheiden cheque van 10 euro, maar de prijs zorgt voor een
extra verkoop van vele honderdduizenden exemplaren.

­De Prix Goncourt werd in 1903 voor het eerst uitgereikt aan
John-Antoine Nau voor de roman Force ennemie. De winnaars
van de afgelopen jaren:
2008: Syngué sabour – Pierre de patience van Atiq Rahimi
2007: Alabama Song van Gilles Leroy
2006: Les bienveillantes van Jonathan Littel
2005: Trois jours chez ma mère van François Weyergans
2004: Le soleil des Scorta van Laurent Gaudé
2003: La maîtresse de Brecht van Jacques-Pierre Amette
2002: Les ombres errantes van Pascal Quignard

De tien juryleden, ook wel Les Dix geheten, komen sinds 1925
iedere eerste dinsdag van de maand, behalve in de zomer, bij-
een in restaurant Drouant vlakbij de Parijse Opera. De jury-
leden worden benoemd door coöptatie en alleen vervangen
als ze overlijden, of als ze zelf opstappen. Dat kan lang duren.
Sommige juryleden zijn inmiddels zo oud dat zij Gutenberg
nog persoonlijk gekend hebben. Er is steeds meer kritiek op
de Académie Goncourt. Niet alleen de hoge leeftijd van de ju-
ryleden ondermijnt de geloofwaardigheid, maar hun beraad-
slagingen zijn strikt geheim. Sommige juryleden worden er
zelfs van verdacht bevriende uitgevers voor te trekken. De
Académie heeft beloofd zich te beraden­op hervormingen.

110
GAULLE, DE

Gaulle
[1] Charles André Joseph Pierre-Marie de ~
[*22 november 1890, lille-† 2 november 1970, Colombey-les-Deux-Églises;
krijgsheer, schrijver, president]
Na een militaire opleiding gaat Charles de Gaulle het leger
in. Hij vecht in de Eerste Wereldoorlog en raakt in 1916 ge-
wond aan het front. Hij wordt gevangengenomen door de
Duitsers en zit vast tot het einde van de oorlog. In de Tweede
Wereldoorlog erkent De Gaulle het bewind van Vichy niet en
gaat naar Londen. De Gaulle beschouwt zich als de chef van
La France Libre, en na de bevrijding bezet hij een prominente
plaats in de Franse politiek. Een fluwelen machtsgreep in
1958 maakt De Gaulle de eerste president van de door hem
ontworpen Vijfde Republiek. De autoritaire Generaal vond
dat Frankrijk nog steeds een wereldmacht was en daarom een
atoombom moest hebben. Hij verwierp tot twee keer toe het
Britse lidmaatschap van de EEG, maar was desondanks een
groot voorstander van Europese integratie. De as Frankrijk-
Duitsland was volgens hem de drijvende motor van Europa.
Nadat hij het referendum van 1969 verliest, stapt De Gaulle
op. Een jaar later komt de reusachtige Generaal te overlijden.
Zijn politieke ideeën die als stroming de naam gaullisme
hebben gekregen, beheersen nog steeds het Franse politieke
denken. Het is een mengeling van vrije marktwerking en een
geleide planeconomie met een grote rol voor de staat. Zijn

111
GAULLE, DE

nalatenschap is zo groot dat in nagenoeg elke gemeente wel


een Avenue, Pont of Place heeft die de naam van Charles de
Gaulle draagt.
 republiek; vichy
[2] Charles de ~. Luchthaven ten noorden van Parijs. Afkorting:
CDG. De Parijzenaars zeggen ‘Roissy’ als ze het over de lucht-
haven hebben, naar het dorpje waar het enorme vliegveld
ligt. In vliegtuigbewegingen gemeten is CDG de grootste
luchthaven van Europa, in aantallen passagiers de nummer
twee.29
 airbus

Gourmand
[m., ‘fijnproever’]
Een gourmand is in Frankrijk een graag geziene gast. Als u
wordt uitgemaakt voor gourmand, is dat een compliment.
Het doelt meestal op uw genot voor eten, maar het kan ook
een erotische lading hebben. Als u uw eetlust aan tafel ge-
paard laat gaan van een gastronomische eruditie en grondige
wijnkennis, wordt u een gourmet genoemd en is uw ereplaats
in de Franse culinaire hemel verzekerd.

Escoffier en zijn vrienden richtten in 1912 een speciale club


op voor fijnproevers, La Ligues des Gourmands, die in korte tijd
groot succes had over heel Europa. Het was de bedoeling dat
op hetzelfde moment hetzelfde menu gegeten werd in alle
hoofdsteden van de wereld. Duizenden clubleden deden er
aan mee. Het laatste diner werd geserveerd in 1914.
 cuisine; escoffier

Grande école
Waar de Grande Guerre voor de Fransen de enige echte oorlog
is, is de Grande École de enige echte school. Dit curieuze en
unieke systeem van superieur hoger onderwijs ontstond in de

112
GRANDE GUERRE

18e en 19e eeuw en is in zekere zin de erfgenaam van de prere-


volutionaire jezuïetencolleges. Het zijn scholen als Sciences-
Po, Polytechnique, ENA en HEC die geen enkele band hebben
met de universiteiten, maar wel zwaar gefinancierd worden
door de staat. De scholen leiden in theorie op tot het besturen
van grote, vaak voormalige, staatsbedrijven of voor prestigi-
euze functies bij de overheid. Zelfs al is iemand 55, dan nog
is het enige element van belang de school die hij op 22-jarige
leeftijd verlaten heeft. Een ‘normalien’, een ‘centralien’, een
‘polytechnicien’ een ‘énarque’ of simpelweg een ‘X-mines’ is
een bijnaam die iedere afgestudeerde tot in zijn kist met trots
zal voeren. De afgestudeerden vormen een exclusief en geslo-
ten old boys network dat de ministeries en het bedrijfsleven
domineert.

In tegenstelling tot de universiteiten, waar een bac voldoen-


de is om toegelaten te worden, mogen de grandes écoles hun
studenten selecteren. Dat gaat via een concours, een zwaar
schriftelijk en mondeling toelatingsexamen, waarvoor twee
tot drie jaar gestudeerd moet worden op een voorbereidende
school, een prépa. Als men na dat examen wordt toegelaten,
is dat reden voor een groot feest. Ouders zullen niet schro-
men de toelating te belonen met grote cadeaus of zelfs nieu-
we auto’s, nog voordat er één dag gestudeerd is. Er zijn ook
scholen (de ENA en de ENS bijvoorbeeld) waar de studenten
tijdens hun studie al een salaris ontvangen. In ruil daarvoor
zijn zij wel verplicht tien jaar voor de overheid te werken.
 bac; fonctionnaire

Grande Guerre
[v., ‘Grote Oorlog’]
Wanneer de Fransen over de Grande Guerre spreken, dan heb-
ben zij het over de Eerste Wereldoorlog. Oudere Fransen zul-
len zeggen “De Tweede Wereldoorlog was verschrikkelijk,

113
GRANDE GUERRE

maar het was niets vergeleken met de Grande Guerre.”

Als op 1 augustus 1914 Duitsland de oorlog aan Rusland ver-


klaart, is de verwachting dat het conflict slechts kort zal du-
ren. Het werd uiteindelijk een lange slopende tragedie. Het
Westfront liep van de Belgische kust over Frankrijk naar
Zwitserland. De twee partijen maakten lange stelsels van
loopgraven in de modder en de kou, waarin soldaten onder
gruwelijke omstandigheden hun lot afwachtten. De Duitsers
en de Geallieerden werden gescheiden door een met mijnen
en prikkeldraad bezaaid niemandsland. Op de elfde dag van
de elfde maand van 1918 werd eindelijk de wapenstilstand ge-
tekend. Frankrijk heeft dan 1,4 miljoen doden en 4,2 miljoen
gewonden te betreuren. De oorlog eindigde definitief met het
Verdrag van Versailles in 1919, waarbij Duitsland veroordeeld
werd tot het betalen van enorme herstelbetalingen en de te-
ruggave van het gebied Elzas-Lotharingen. De zware tol voor
de Duitsers legde de kiem voor de Tweede Wereldoorlog.

De Eerste Wereldoorlog heeft tot op de dag van vandaag zijn


sporen achtergelaten. Sinds 1918 is men onafgebroken bezig
om de munitie op te ruimen die nog op de voormalige slag-
velden ligt. Jaarlijks wordt op elf november, een vrije dag in
Frankrijk en België, het einde van de ‘Grande Guerre’ in het
hele land herdacht.
 alsace; renault; poilu

Grand Magasin
[m., ‘groot magazijn’, warenhuis]
Parijs zou Parijs niet zijn zonder de Grands Magasins, de grote
luxueuze warenhuizen waar alles onder één dak te koop is.
Met de opkomst van de bourgeoisie eind 18e eeuw kreeg men
steeds meer tijd om te winkelen en te flaneren. Er komen
passages, overdekte winkelgalerijen waarin het winkelend

114
GRAND MAGASIN

publiek gevrijwaard werd van regen en opspattende mod-


der van de wagens die door de onverharde straten reden. Op
het hoogtepunt waren er alleen al in Parijs meer dan 150 pas-
sages. De nieuwigheid gaat er echter snel vanaf als speciale
winkels een groot assortiment ‘nouveautés’ presenteren, ar-
tikelen zoals nieuwe stoffen en nieuwe meubels, alles voor
vaste prijzen en met garantie.

I n Le Bon Marché is in 1913 de allereerste


Olympische vlag gefabriceerd. Het logo, de
nu overbekende vijf ringen, was ontworpen door
Baron Pierre de Coubertin. Hij was geboren in een
straat achter het nu beroemde warenhuis en la-
ter oprichter en voorzitter van het Internationaal
Olympisch Comité. De in Parijs geweven vlag wap-
perde voor het eerst op de Olympische Spelen van
1920 in Antwerpen.

De ingrijpende stadsvernieuwing onder leiding van


Haussmann, verandert Parijs in de modernste stad ter we-
reld. Tegelijkertijd openen vele warenhuizen hun deuren, die
Emile Zola in zijn roman Au Bonheur des Dames omschreef als
de “Kathedralen van de handel.” Na de Eerste Wereldoorlog
zijn de hoogtijdagen voorbij. Van ruim dertig grands magasins
is nu nog slechts een handvol over. Le Bon Marché pretendeert
het eerste echte warenhuis ter wereld te zijn. Het is in ieder
geval het enige grand magasin dat nog bestaat op de Rive
Gauche en is tevens het chicste. Het bestaat al sinds 183230 en
is een tempel van luxe en een geliefde pleisterplaats voor de
rijke inwoonsters van het 7e en 16e arrondissement. Op de an-
dere oever, vlakbij het station Saint-Lazare, heeft zich dankzij
de liniaal van Haussmann een enorm winkelgebied ontwik-

115
GRAND MAGASIN

keld. Le Printemps, opgericht door een voormalig werknemer


van Le Bon Marché opent hier in 1865. De ernaast gelegen
Galeries Lafayette opent haar deuren in 1896. In de volksere
Rue de Rivoli staat de Bazar de l’Hôtel de Ville, beter bekend
onder de afkorting bhv, en vooral geliefd vanwege de enor-
me kelder die een grot van Ali Baba voor de doe-het-zelver is.
In dezelfde straat staan de gebouwen van La Samaritaine, dat
uit zou groeien tot het grootste warenhuis van Parijs. In 2005
sluit eigenaar lvmh van de ene op de andere dag definitief
de deuren van dit grote magazijn.
 belle époque; haussmann; zola

Grands travaux
[m., ‘grote werken’]
In de jaren tachtig van de vorige eeuw wilde de socialistische
president Mitterrand een ambitieus stempel drukken op het
land door een aantal enorme en spectaculaire gebouwen neer
te zetten. Het ging met name om culturele instellingen zoals
musea en muziekzalen. De Grands Travaux werden door het
hele land, maar vooral in de hoofdstad neergezet. Het was
meteen de laatste golf van grote architectonische verande-
ringen in Parijs.

Er moest snel gebouwd worden, om maar vooral op tijd klaar


te zijn voor 1989, het jaar waarin twee eeuwen Revolutie
gevierd zou worden. Dat lukte niet in alle gevallen; het

Mitterrands Grote Werken en hun architecten


Institut du Monde Arabe [1988] – Jean Nouvel
Le Grand Louvre [1981-1999] – I.M. Pei
Opéra de la Bastille [1989] – Carlos Ott
Grande Arche de la Défense [1989] – Johann Otto von Spreckelsen
Ministère des Finances [1988] – Paul Chemetov
Cité de la Musique [1995] – Christian de Portzamparc
Bibliothèque Nationale [1996] – Dominique Perrault

116
GRENOUILLE

Louvre werd pas tien jaar later opgeleverd. Twintig jaar na


Mitterrands bouwwoede wordt er met gemengde gevoelens
naar de resultaten gekeken. De meeste gebouwen zijn niet
meer weg te denken uit het Parijse landschap, maar de cre-
aties hebben niet allemaal de tand des tijds goed doorstaan
of zijn onpraktisch in het dagelijks gebruik. Jacques Chirac,
Mitterrands opvolger, was bescheidener en liet slechts één
gebouw na, het Musée du Quai Branly.
 bastille; bibliothèque nationale; mitterrand

D e piramide van het Louvre is wellicht de meest


geslaagde van de Grands Travaux. Inmiddels
is deze ondergrondse ingang van het grootste mu-
seum ter wereld al lang te klein. Aanvankelijk was
de spectaculaire entree gebouwd om jaarlijks vier
miljoen bezoekers te ontvangen, maar dat zijn er
nu al meer dan acht miljoen.

Grenouille
[1] Kikkerbillen worden al zeker sinds het einde van de 16e eeuw
in Frankrijk gegeten. Ze hebben niet zo heel veel smaak. Het
gerecht lijkt nog het meeste op kip maar er moeten veel krui-
den en knoflook aan te pas komen om de kikkerbillen enige
smaak te geven. Fransen zijn niet de enigen die de amfibieën
graag serveren, ook in China en Quebec worden gefrituurde
of gebakken kikkerbilletjes gegeten.
 cuisine; québec

117
GRENOUILLE

[2] ‘Frog’ of ‘Froggy’ is de, meestal liefkozende, bijnaam die de


Engelsen aan de Fransen geven. Het compliment wordt door
de Fransen geretourneerd met ‘rosbif ’.
 entente cordiale

Guillotine
Arts en anatomieprofessor Joseph Ignace Guillotin [*1738-
†1814] pleitte als afgevaardigde na de Revolutie voor een
humanere executie van ter dood veroordeelden. In het ka-
der van de Republikeinse gedachte zou iedereen op dezelfde
manier geëxecuteerd moeten worden. Tot dan toe waren
de meest pijnlijke methodes in gebruik. Alleen als men van
goede komaf was kon men rekenen op de minder pijnlijke
onthoofding met de bijl. Anderen werden gevierendeeld,
verbrand of opgehangen. Aan dokter Antoine Louis werd
gevraagd een machine te ontwerpen. Hij baseert zich op al
bestaande Engelse en Italiaanse machines en komt met het
idee van een schuine valbijl om de nek van de veroordeelde te
doorklieven. Na wat testen op hooibalen, een levend schaap
en drie lijken, wordt de executiemachine in 1792 in gebruik
genomen. De guillotine had dus eigenlijk Louisette moeten
heten en Guillotin zou het tot aan zijn dood betreuren dat het
instrument zijn naam had gekregen.

De guillotine was zo effectief dat tijdens la Terreur [1793-


1794], het schrikbewind na de Revolutie, tussen de 16.000
en 17.000 mensen onthoofd werden. In de maand juni 1794
werden in Parijs alleen al 2.000 mensen geguillotineerd. De
guillotine zou tot in de 20e eeuw in gebruik blijven. In 1939
vindt in Versailles de laatste publieke onthoofding plaats.
Op 10 september 1977 scheidt het scherpe mes voor het laatst
een hoofd van een romp; vier jaar later wordt de doodstraf in
Frankrijk afgeschaft.
 revolutie

118
HAUSSMANN

Hallyday, Johnny
[*Parijs, 15 juni 1943 als Jean-Philippe Léo Smet; zanger, acteur]
De beroemdste rocker van de Franstalige wereld verkocht
in een vijftigjarige carrière bijna 100 miljoen platen. Ook nu
nog bereikt ieder nieuw album van Hallyday een nummer
één plek. In 2009 neemt hij met een grote tournee afscheid
van zijn inmiddels grotendeels bejaarde publiek.
 chanson

Haussmann, George Eugène


[*27 maart 1809, parijs-†11 januari 1891, Parijs]
Geen man heeft een groter stempel gedrukt op Parijs dan
Haussmann. In twee decennia veranderde hij het middel-
eeuwse Parijs van een onveilige, stinkende provinciestad in
de modernste stad ter wereld. Onder Napoléon III worden tien
bruggen over de Seine gebouwd en kazernes op strategische
plekken om de bevolking te beschermen. Waterleidingen
en riolen worden aangelegd, evenals verharde straten met
gasverlichting. Nieuwe openbare parken, stations, de gi-
gantische opera en de warenhuizen beantwoorden aan de
behoeften van de burgerij die meer en meer vrije tijd had. De
vernieuwingen stuitten ook op weerstand en de Parijzenaars
noemden Haussmann vanwege de vernielingen Atilla de
Hun. Toch zou de nieuwe stad eind 19e eeuw een enorme aan-
trekkingskracht uitoefenen op kunstenaars, wetenschappers
en intellectuelen. Het Parijs van Haussmann is de stad met
grote boulevards en avenues zoals we haar nu kennen en een
appartement in een immeuble haussmannien is synoniem voor
een goed adres. De gigantische ingrepen die Haussmann

119
HAUSSMANN

deed, hebben helaas wel tot gevolg gehad dat er nog maar
weinig terug te vinden is van de middeleeuwse bebouwing.
 belle époque; grands magasins; impressionisme

Haute Couture
[v., letterlijk ‘hoog naaiwerk’]
Gemaakt van rijke stoffen, zijde, veren, kant, gouddraden,
parels en ingewikkeld borduurwerk: een haute couture crea-
tie is meer toegepaste kunst dan mode. De avant-gardistische
creaties zijn voorbodes van wat er een paar seizoenen later in
de gewone mode, de prêt-à-porter, te zien zal zijn. De haute
couture was een reactie op de uitvinding van de naaimachi-
ne en de industrialisering van de mode, waardoor kunstig
handwerk verloren dreigde te gaan. De pionier van de haute
couture was geen Fransman, maar de Engelsman Charles
Frederick Worth [*1825-†1895]. Hij verzorgde de kleding van
de elegante Eugénie [*1826-†1920], de laatste keizerin van
Frankrijk, wier smaak in heel Europa de toon aangaf. Worth
toonde haar verschillende kledingstukken op mannequins
en niet op paspoppen, zoals tot dan toe gebruikelijk was. Die
presentaties waren een voorloper van de latere modeshows.
Zijn leerling Paul Poiret [*1879-†1944] bevrijdde de vrouw in
1906 van haar corset en baande daarmee het pad voor de mo-
derne mode. Zijn kleding kende een enorm succes en Poiret
schroomde niet om zich de King of Fashion te noemen.

De term ‘haute couture’ is juridisch beschermd en de


Chambre syndicale de la haute couture, opgericht door de zonen
van Charles Frederick Worth, houdt daar sinds 1868 nauwlet-
tend toezicht op. De voorwaarden die gesteld worden aan
haute couture zijn onder andere dat de collectie ontworpen
moet zijn door een vaste ‘créateur’, dat de creaties op maat en
handgemaakt zijn en dat er moet worden deelgenomen aan
de modeshows. Die modeshows worden twee keer per jaar

120
HOUELLEBECQ

gehouden: in januari voor de lente- en zomercollecties en be-


gin juli voor de herfst- en wintercollecties. Twee keer per jaar
een nieuwe collectie presenteren, vraagt flinke investerin-
gen. Haute couture is niet rendabel, maar wel goed voor het
imago van de merken. Op dit moment zijn er elf modehuizen
die een volledige Haute Couture licentie hebben. Onder hen
Givenchy, Christian Lacroix, Jean-Paul Gaultier, Dior, Ungaro
en Chanel. Daarnaast is er ook een aantal gastleden. De lijst
kan jaarlijks worden aangepast na een ministerieel besluit
van de minister van economie. Wereldwijd kunnen slechts
een paar honderd vrouwen het zich permitteren haute cou-
ture kleding te verkopen; sommige creaties kosten meer dan
100.000 euro.
 chanel; dior; saint laurent

Hexagone
[m., gr.: hexa, ‘zes’, gona, ‘hoek’]
L’Hexagone is de liefkozende naam die de Fransen aan het deel
van Frankrijk geven dat zich op het vaste land van Europa
bevindt. De zeshoek wordt gevormd door de zes grenzen
die het vaste land omgeven: de Noordzee en Het Kanaal, de
Atlantische Oceaan, de Pyreneeën, de Alpen, de Middellandse
Zee en België. Soms wordt het vaste land ook wel aangeduid
als la métropole. Het dorpje Vesdun zou het geografische mid-
delpunt van de Hexagone zijn, maar zes andere dorpen ma-
ken al naar gelang de rekenmethode ook aanspraak op die
titel. Op het Franse 2 euro muntstuk is een gestileerde zes-
hoek afgebeeld met daarin een boom.
 frankrijk; métropole

Houellebecq, Michel
[*26 februari 1956 of 1958, afhankelijk van de geciteerde bron, La Réunion;
schrijver, filmmaker. Spreek uit ‘wellebek’; pseudoniem van Michel Thomas]
Houellebecq is een spraakmakende schrijver, en een van de

121
HOUELLEBECQ

weinige hedendaagse Franse auteurs die in de hele wereld ver-


taald zijn. Na zijn studie Agronomie volgt Houellebecq een
opleiding aan een filmschool, waarna hij achtereenvolgens
bij een computerbedrijf, bij het ministerie van landbouw en
in het Franse Parlement werkt. In zijn romans beschrijft hij de
hedendaagse maatschappij, die in zijn ogen doorgeslagen is
in nihilisme, egoïsme en decadentie. Zijn roman Plateforme,
waarin moslimfundamentalisten een grote aanslag plegen
op een westers toeristisch oord, verscheen een paar weken
voor 11 september 2001. Verschillende moslimorganisaties
hebben rechtszaken tegen hem aangespannen vanwege zijn
vermeende islamofobie, maar zonder succes. Houellebecq
woont in Spanje, na eerst jaren in Ierland gewoond te heb-
ben.

Houellebecqs romans en de Nederlandse titel


Extension du domaine de la lutte [1994] – De wereld als markt
en strijd
Les Particules élémentaires [1998] – Elementaire deeltjes
Lanzarote [2000] – Lanzarote
Plateforme [2001] – Platform
La Possibilité d’une île [2005] – De mogelijkheid van een eiland

Hij regisseerde zelf de film van zijn boek La Possibilité d’une


île, maar die film werd door de kritiek neergesabeld en flopte.
In het najaar van 2008 verscheen Ennemis publics (Publieke
vijanden) met een briefwisseling tussen Houellebecq en de

122
HYPOCONDRIE

volledig tegenovergestelde Bernard-Henri Lévy. Houellebecq


is al een paar keer getipt voor de Prix Goncourt, Frankrijks
belangrijkste literaire prijs, maar de jury zou volgens litera-
tuurcritici een hartgrondige hekel hebben aan de querulant.
 goncourt; lévy

Hypocondrie
[v., gr.: hupo, ‘onder’, chondros ‘kraakbeen’]
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is de Franse ge-
zondheidszorg de beste ter wereld en dat komt wellicht om-
dat Franse artsen en verplegend personeel op zoveel mensen
kunnen oefenen. De ziekte waar Fransen namelijk het meeste
aan lijken te leiden is een chronische hypochondrie. Menig
Fransman zal feilloos de dreigende Latijnse termen gebrui-
ken voor iets waarvan u dacht dat het slechts een lichte
verkoudheid of een simpele buikpijn was. Iedereen zal be-
grijpend knikken als u zich ziek meldt vanwege een ‘gastro’
of een ‘autite’.

Slaappillen, kalmeringsmiddelen, antidepressiva, antibio-


tica: een bezoek aan de Franse huisarts gaat altijd vergezeld
van een recept voor een flinke lijst medicijnen, zelfs als de
patiënt slechts een lichte verkoudheid heeft. Een huisarts die
geen recept geeft zal zijn patiënten snel verliezen. Daarom
wordt er in Frankrijk per jaar per persoon 506 euro aan me-
dicijnen uitgegeven tegen 321 euro in Nederland31. Dat beleid
heeft aantoonbaar succes: Fransen leven ruim een jaar langer
dan Nederlanders32. Nog een exception française?
 exception française; molière

123
ÎLE-DE-FRANCE

Île-de-France
Regio. Oppervlakte: 12.011 km2, inwoners: 11,6 miljoen, hoofd-
stad: Parijs. De inwoners van de regio heten Franciliens. De re-
gio is zeer verstedelijkt: 23% van de Franse bevolking woont
op slechts 2% van de oppervlakte van het land. In tegenstel-
ling tot wat de naam doet vermoeden, is het Île-de-France
geen eiland. Waarom er dan over een ‘Île’ gesproken wordt, is
niet helemaal duidelijk. Wellicht bedoelt men er het stuk land
mee dat wordt begrensd door de rivieren de Seine, de Oise en
de Marne. De benaming zou echter ook kunnen komen van
Liddle Franke, dat ‘Klein Frankrijk’ betekent in het Frankisch.
De regio ligt op een kruispunt van verbindingen tussen Oost-
en West-Europa en tussen Noord en Zuid en is het politieke,
culturele en economische centrum van Frankrijk.

De acht departementen en 1.281 gemeenten vormen samen


de sterkste economische regio van Europa (vóór Londen,
het Ruhrgebied en de Randstad) en de tweede ter wereld (na
Tokyo). Het Île-de-France herbergt na Brussel de meeste in-
ternationale instellingen ter wereld (Unesco, OESO, ESA,
e.a.) en het is tevens de grootste toeristische bestemming ter
wereld, met name door Parijs, Versailles en Disneyland. Er
zijn in Île-de-France echter ook grote natuurgebieden, bos-
sen, heuvels en veel landbouwgronden.
 frankrijk; parijs; rer

Impressionisme
Als reactie op de regerende academisme traditie, zetten in
het midden van de 19e eeuw een paar vooruitstrevende kun-

124
IMPRESSIONISME

stenaars de Parijse kunstwereld op haar kop. Het realisme


van Gustave Courbet [*1819-†1877], de gedurfdheid van de
onderwerpen van Edouard Manet [*1832-†1883] en de snel
geschilderde landschappen van Camille Corot [*1796-†1875]
bereiden de weg voor de moderne schilders.

In het begin krijgt de beweging veel kritiek. De term


‘Impressionisten’ wordt voor het eerst gebruikt in een sarcas-
tisch stuk van kunstcriticus Louis Leroy, naar aanleiding van
het schilderij Impression, soleil levant uit 1872-73 van Claude
Monet. De kunstenaars vatten de benaming echter op als een
geuzennaam en houden in 1874 hun eerste tentoonstelling
onder de naam Impressionisme. Tot 1886 zullen er acht expo-
sities onder die naam gehouden worden. De Impressionisten
vormen nooit een officiële groep, maar blijven altijd infor-
meel georganiseerd. Zij kiezen hun onderwerpen uit het
dagelijkse leven en schilderen wat ze om zich heen zien,
zoals het caféleven, feesten, boottochtjes en zwempartijen.
Ook de ingrijpende stadsvernieuwing die onder leiding van
Haussmann plaatsvindt, inspireert de schilders. De stoom-
trein en de uitvinding van de verftube maakte het voor schil-
ders ineens een stuk gemakkelijker om uit hun atelier de
natuur in te trekken. De opkomst van de fotografie brengt de
artiesten op vernieuwende standpunten en composities.

De belangrijkste Impressionisten:
Frédéric Bazille [*1841-†1870]
Edgar Degas [*1834-†1917]
Gustave Caillebotte [*1848-†1894]
Mary Cassatt [*1844-†1926]
Claude Monet [*1840-†1926]
Berthe Morisot [*1841-†1895]
Camille Pissarro [*1830-†1903]
Auguste Renoir [*1841-†1919]
Alfred Sisley [*1839-†1899]

125
IMPRESSIONISME

In het begin is het impressionisme een typisch Parijse stro-


ming, maar breidt zich later uit naar onder andere Nederland,
Engeland, België, Spanje en de Verenigde Staten. Uit het
Impressionisme komen vele andere stromingen voort zoals
het neo-impressionisme, het post-impressionisme, het poin-
tillisme, het symbolisme, het japonisme en het fauvisme.
 absint; belle époque; guingettes; haussmann

Kir
Een kir is een geliefd aperitief in Frankrijk. Het is genoemd
naar de verzetsstrijder en kanunnik Félix Kir [*1876-†1968].
Hij was in de jaren 1950 afgevaardigde en burgemeester van
Dijon. Hij serveerde zijn gasten een drankje van witte bour-
gogne en crême de cassis, twee producten uit de streek. Een
nog feestelijker variant is de Kir Royal, waar de bourgogne is
vervangen door champagne. Kir is nu een beschermde mer-
naam en eigendom van drankenfabrikant Lejay-Lagoutte.
 champagne

Koloniën
Vergeleken met andere Europese grootmachten, is Frankrijk
relatief laat begonnen met het koloniseren van overzeese ge-
bieden. In 1560 wordt een mislukte poging gedaan om Florida
te koloniseren. In eerste instantie bevinden de nieuwe gebie-
den zich vooral in Amerika, op de route naar Oost-Indië en in
India. In de 19e eeuw komt daar nagenoeg heel West-Afrika
bij en in de 20e eeuw onder andere Indochina, Libanon en
Syrië. Op het hoogtepunt (of zoals u wilt, op het dieptepunt)

126
LACOSTE

in de jaren dertig van de 20e eeuw, telden de Franse bezittin-


gen ruim 12 miljoen vierkante kilometer. Nu is daar nog niet
één procent van over.

Het einde van Indochina in 1954 betekent het begin van de


dekolonisatie. In 1960 worden alle Franse gebieden in Afrika
onafhankelijk, maar die blijven nauwe banden onderhouden
met Frankrijk. Na een bloedige oorlog wordt Algerije in 1962
oanafhankelijk. De volgende gebieden zijn nu nog onderdeel
van de Franse Republiek: Frans Guyana, de Franse Antillen,
La Réunion, Mayotte, Frans Polynesië, Nieuw-Caledonië,
Saint-Pierre-et-Miquelon en Wallis-et-Futuna, maar ook na-
genoeg onbewoonde stukjes land als Bassas da India, Europa,
Juan de Nova, Glorieuzen, Tromelin, Saint-Paul, Amsterdam,
Clipperton, Kerguelen, Crozet en een deel van Antartica.
Volgens nationalisten is ook Corsica nog steeds een kolonie.
 com; corsica; dom; québec

Lacoste
[1] René ~
[*2 juli 1904, Parijs - †12 oktober 1996, Saint-Jean-de-Luz]
Tennisspeler. Kampioen van Frankrijk in 1925, 1927 en 1929.
Wimbledon-winnaar in 1925 en 1928, Davis Cup-winnaar in
1927 en 1928, nummer één van de wereld in 1926 en 1927. In
1933 oprichter van het kledingmerk Lacoste. In 1963 vindt hij
het revolutionnaire tennisracket van staal uit, waarmee hij
met gemak de tot dan toe uitsluitend houten rackets van de
baan mept.

127
LACOSTE

[2] Kledingmerk, opgericht in 1933 door René Lacoste. Aan het


einde van de jaren twintig begint Lacoste te spelen in sport-
kleding en niet in een soort tenue de ville, zoals tot dan toe
gebruikelijk was. Hij draagt daarbij als eerste een zelfontwor-
pen polo die luchtig geweven is en minder warm is dan de
overhemden waarin tot dan toe gespeeld werd. In 1933 besluit
hij de polo te commercialiseren onder de codenaam l1212. In
het begin zijn de polo’s wit en vanaf 1951 ook te verkrijgen in
de kleuren lichtblauw, donkerblauw en rood. Sinds zijn cre-
atie zijn er meer dan 300 miljoen exemplaren van verkocht.
Met de polo en vele andere producten, haalde Lacoste in 2007
een omzet van 1,6 miljard euro.

D e karakteristieke krokodil van Lacoste is


geboren in 1927. René Lacoste ging dat
jaar een weddenschap aan met Pierre Gillou, de
captain van het Franse tennisteam. Als Lacoste
de volgende dag een wedstrijd in een belangrijk
tennistoernooi zou winnen, krijgt hij van Gillou
een koffer van krokodillenleer. Hij verliest, maar
krijgt wel de bijnaam ‘Alligator’. Zijn vriend Robert
George tekent vervolgens een krokodil met open
bek die Lacoste op een blazer plakt. Met de start
van zijn modebedrijf komt de Lacoste-krokodil ook
op de poloshirts en is daarmee het eerste logo dat
op een kledingstuk verschijnt. In de VS worden de
kleren nog steeds verkocht onder de naam Lacoste
Alligator.

Laïcité
[v., gr.: laikos, ‘aan het volk toebehorend’]
Loi sur la ~. Wet op de scheiding van kerk en staat. De wet, aan-

128
LÉGION D’HONNEUR

genomen in 1905, is de kern van de Franse Republiek en is


sinds 1958 verankerd in het eerste artikel van de Grondwet.

De term laicité ontstaat rond 1870. Het idee is dat als de staat
alle gelovigen gelijk respecteert, er geen enkele religie erkend
kan worden. Er is vrijheid van geloof, maar het geloof is een
persoonlijke kwestie en geen overheidsaangelegenheid. Het
verplichte en gratis onderwijs dat in 1882 ingevoerd was, had
de rol van de kerk op de scholen al teruggedrongen. In 1905
worden kerk en staat definitief gescheiden met de Loi sur la
laicité. Religieuze gebouwen, gebouwd vóór 1905, werden
eigendom van de staat en terugverhuurd aan de godsdienst-
beoefenaren. Door de wet zijn er in Frankrijk geen religieuze
politieke partijen en politici refereren in programma’s en
toespraken nooit aan een of ander bedacht opperwezen.

Sinds zijn aantreden spreekt Sarkozy regelmatig over de


“positieve laicité” en het belang van het geestelijk leven in
de maatschappij. Die opmerkingen zijn aanleiding voor een
scherp debat over het belang van de scheiding tussen kerk en
staat en iedere aantasting van de wet uit 1905 wordt gezien
als een bedreiging voor het voortbestaan van het land. Het
enige andere land in Europa dat zo’n strikte scheiding tussen
kerk en staat hanteert, is Turkije.
 alsace; dreyfus; zola

Légion d’honneur
Het Erelegioen is de hoogste Franse militaire en civiele on-
derscheiding en was onderdeel van de bestuurlijke vernieu-
wingen die Napoléon Bonaparte invoerde. Na de Revolutie
schafte men alle onderscheidingen af, omdat iedereen gelijk
geboren was. Dat was een mooi theoretisch uitgangspunt,
maar de praktijk was natuurlijk anders. Napoléon wilde ver-
dienstelijke burgers en militairen kunnen onderscheiden en

129
LÉGION D’HONNEUR

stelde daarom op 29 floréal van het jaar X [19 mei 1802] bij wet
het Légion d’honneur in. De naam komt uit het oude Rome. Op
de vijfpuntige ster die men ontvangt staat aan de voorzijde de
inscriptie République française en op de achterzijde Honneur et
Patrie en de datum 29 floréal An X.

De verschillende titels van het Légion


Het Légion d’Honneur kent zes niveaus: Chevalier, Officier,
Commandeur, Grand Officier en Grand Croix. De hoogste on-
derscheiding is de Grand Maître, een positie die alleen bekleed
kan worden door het staatshoofd.

Het aantal leden is beperkt tot maximaal 125.000, die als


volgt onderverdeeld zijn: Grand-Croix 75, Grand-Officier 250,
Commandeur 1250, Officier 10.000 en Chevalier 113.425. Sinds
2007 moeten evenveel vrouwen als mannen de orde ontvangen,
maar tot nu toe is slechts 16% van de houders vrouw.

Leden moeten, afhankelijk van hun graad, tussen de 20 euro


en de 100 euro administratiekosten betalen bij ontvangst van
hun titel. Daarnaast moeten ze, net als in Nederland, hun in-
signes kopen bij gespecialiseerde juweliers of bij de Parijse
Munt. Omdat men van eer alleen niet leven kan, levert lid zijn
van het Legioen ook geld op. De titel chevalier gaat vergezeld
van een levenslang jaarinkomen van 6,10 euro. Het dragen
van een Franse onderscheiding die u niet gekregen heeft, kan
u daarentegen geld kosten: er staat een boete op van maxi-
maal 750 euro.

Lang was een onderscheiding met de Légion d’Honneur een


garantie op en zelfs een vereiste voor een functie als amb-
tenaar of als militair. De onderscheiding is niet beperkt tot
Franse burgers, maar kan uitgereikt worden aan iedereen die
een bijdrage heeft geleverd aan de Franse maatschappij. Het
komt voor dat mensen een onderscheiding weigeren. George

130
LÉVY

Sand, Pierre en Marie Curie, Guy de Maupassant, Claude


Monet, Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir, Albert Camus,
Catherine Deneuve en Brigitte Bardot haalden hun neus op
voor het Légion d’Honneur.
 bardot; deneuve; république; republikeinse
kalender

Legion étrangère
[v., ‘Vreemdelingenlegioen’, elitekorps in het Franse leger]
“Ongeacht je oorsprong, je godsdienst, je nationaliteit, je
diploma’s of je schoolniveau, ongeacht je werksituatie of
familie, biedt het Vreemdelingenlegioen je een nieuwe kans
voor een nieuw leven...” Zo werft het roemruchte legeronder-
deel ook vandaag de dag nog buitenlanders voor het Franse
Vreemdelingenlegioen, dat werd opgericht op 9 maart 1831.
Het Legioen kent een zeer strikte discipline en bestaat thans
uit ongeveer 8.000 man. Tenzij Frankrijk wordt binnengeval-
len, kunnen de soldaten alleen buiten het Franse grondgebied
optreden. Vroeger gaf het Legioen criminelen en anderen die
een reden hadden om een nieuw leven te beginnen en een
kans op een schone lei. Het imago van heldhaftige schurken
die voor niets terugdeinzen kleeft nog steeds aan dit korps.

Lévy, Bernard-Henri
[*5 november 1948, béni-saf, algerije; schrijver, filosoof, theatermaker,
voorzitter raad van toezicht Arte]
Bernard-Henri Lévy is een van Frankrijks bekendste schrij-
vers. Met een mengeling van afgunst en bewondering is hij bij
het grote publiek bekend onder de naam ‘bhl’. Zijn uniform
bestaat uit zwarte pakken met een wit overhemd waarvan de
knoopjes tot op ongeveer de navel open zijn. Zijn vermogen
wordt geschat op 150 miljoen euro, opgestreken bij de ver-
koop van het bedrijf dat hij van zijn vader geërfd had. bhl is
getrouwd met de actrice Arielle Dombasle.

131
LÉVY

Lévy jaagt op grote gebeurtenissen, oorlogen en mensen-


rechtenschendingen en schuwt daarbij niet het grote gebaar.
Hij maakt er een sport van om hem onwelgevallige artikelen
of reportages uit de media willen te houden, maar dat lukt
niet altijd. Hem wordt verweten een salonfilosoof te zijn en
hij is al regelmatig betrapt op verzinsels. In een artikel uit
augustus 2008 beweert Lévy in Gori, Georgië geweest te zijn.
Dat blijkt later niet te kloppen. Critici richten zich ook op het
feit dat zijn posities regelmatig als pro-Amerikaans en zio-
nistisch kunnen worden beschouwd.
 arte; bruni

L évy’s dochter Justine, was getrouwd met


de zoon van BHL’s beste vriend, de filosoof
Raphaël Enthoven. Totdat Raphaël een verhouding
kreeg met de minnares van zijn vader, een zange-
res luisterend naar de naam Carla Bruni. Uit wraak
schreef Justine een roman over de affaire getiteld
Rien de grave (‘Niets ernstigs’, 2004) die in heel
Europa een succes werd.

Liberté, égalité, fraternité


[v., ‘Vrijheid, gelijkheid, broederschap’]
Het devies van de Franse Republiek dat op tal van officiële
gebouwen staat geschreven. Vlak na de Revolutie worden

132
LOUCHERBEM

de woorden liberté en égalité veel gebruikt in officiële do-


cumenten. Omdat een trio vaak spannender is, werd een
nieuwe, derde term toegevoegd. In het begin is dat vaak
justice of raison, soms sûreté of vertu, maar meer en meer
fraternité. Vanaf 1793 is het liberté, égalité, fraternité, soms ge-
volgd door nog drie woorden: ou la mort, of de gladiolen. De
zin wordt de officieuze slagzin van de kersverse Republiek.

Napoléon is echter niet zo gediend van de ideologie achter


het devies en wil liever iets korters. Hij voert daarom het oxy-
moron liberté, ordre public in. Na de Revolutie van 1848 dui-
ken de oorspronkelijke drie woorden weer op en krijgen zij
zelfs een plek op de Franse vlag. Pas in 1890 wordt definitief
gekozen om liberté, égalité, fraternité de slagzin van het merk
Frankrijk te maken. En dat is het tot op de dag van vandaag,
met uitzondering van een korte onderbreking ten tijde van
het Vichy-bewind. Toen was de leus travail, famille, patrie
(werk, familie, vaderland).
 revolutie; vichy

Loucherbem
[m., ‘slagerstaal ‘; van boucher, slager. Ook wel largonji genoemd]
Loucherbem is de taal van de slagers in Parijs en Lyon en is
ontstaan in de tweede helft van de 19e eeuw toen de enor-
me abattoirs van La Vilette in Parijs opengingen. In het
Loucherbem wordt de eerste klinker van ieder woord vervan-
gen door een l. De eerste lettergreep wordt vervolgens achter
het woord gezet en tot slot plakt men daar weer –em, –i, -ès,
-qué of een ander achtervoegsel aan. ‘Boucher’ (slager) wordt
dus l-oucher-b-em. Het Loucherbem is uitsluitend spreek-
taal en de sprekers kunnen de woorden naar eigen goeddun-
ken verbuigen, waardoor sommige woorden wel drie of vier
variaties hebben. De constructie is dus behoorlijk ingewik-
keld en voor buitenstaanders onbegrijpelijk. Het stelde de

133
LOUCHERBEM

Enige woorden Loucherbem voor als


u bij een Franse slager staat
Lianvedé – viande – vlees 3 – loitré
Lanarcic – canard – eend 4 – latque, latrequem
Lamfé – femme – vrouw 5 – linqcé
Liprem – prix – prijs 6 – lixsé
Lonquès – con – onaangename 7 – leptsé
klant 8 – luitsé
Latrompèm – patron – chef 9 – leufné
Louivième – oui – ja 10 – lidré
1 – lundré 20 – linvé
2 – leudré 40 – larantequé, larante

slagers in staat informatie met elkaar uit te wisselen waar


de klanten niets van begrepen. Soms kwam de taal van pas
om de klant op te lichten. De taal is nu nauwelijks meer in
gebruik. Geschat wordt dat ongeveer zesduizend merendeels
gepensioneerde slagers het loucherbem nog machtig zijn.
 frans; verlan

Louis
[1] Lodewijk
[van germ., chlod (glorie) et wech (gevecht), ‘glorieuze krijger’]
Naam van de meeste Franse koningen. Chlodowech werd
Clovis, de eerste koning der Franken van 481 tot 511.
Vervolgens werd dat Lovis, dat weer veranderde in Louis.
[2] ~ I. Lodewijk de 1e [*778-†840], Koning der Franken van 814
tot aan zijn dood in 840.
[3] ~XIV. Lodewijk de 14e
[*5 september 1638, Saint-Germain-en-Laye-† 1 september 1715, Versailles]
Lodewijk Dieudonné de 14e is degene die van Frankrijk een po-
litieke en militaire grootmacht heeft gemaakt. Reeds op zijn
vierde werd hij Koning van Frankrijk en van Navarra en hij
zou dat aan zijn dood, 72 jaar later, blijven. Het hof installeert
zich in 1682 in Versailles, dat onder Lodewijk de 14e werd uit-
gebouwd tot het grootste paleis van Europa. Zijn bewind is de

134
LOUIS

langste regeerperiode uit de Franse geschiedenis. Zijn grote


vijand was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden,
een plek die later werd overgenomen door Engeland. Tijdens
zijn regeerperiode was er slechts zeven jaar vrede. Het aan-
tal minnaressen en buitenechtelijke kinderen dat hij had
was bijna net zo groot als het aantal oorlogen dat hij voerde.
Lodewijk de 14e kiest de zon als zijn embleem en wordt, ook
door zichzelf, le Roi Soleil, de Zonnekoning genoemd. Hij
wordt opgevolgd door zijn achterkleinzoon Lodewijk de 15e.
 château; koloniën
[4] ~XVI. Lodewijk de 16e [*1754-†1793] is de laatste koning van
Frankrijk. Hij wordt vaak afgeschilderd als een niet bijster
intelligente man, omdat hij een passie had voor slotenmake-
rij en jagen. Hij sprak wel vloeiend Engels. Op 21 januari 1793
om 10h22 valt het mes op zijn koninklijk nek en daarmee valt
ook het doek van ruim 1.300 jaar Franse monarchie.
 guillotine; marie-antoinette; revoultie;
varennes
[5] ~I de la Hollande, broer van Napoléon I [*1748-†1846].
Lodewijk de 1e en zijn vrouw, Hortense de Beauharnais,
worden in 1806 de eerste koning en koningin van Holland.
Daarmee veranderen de Nederlanden na ruim twee eeuwen
een republiek geweest te zijn, ineens in een monarchie. Hij
was behoorlijk populair bij de Hollanders en dat stuitte
Napoléon I tegen de borst. Hij vond zijn broer incompetent
en was van mening dat Lodewijk de belangen van Holland
boven die van Frankrijk liet gaan. In 1810 doet Lodewijk on-
der druk van zijn broer afstand van de troon en vlucht naar
Wenen. Napoléon I lijft Holland daarop bij Frankrijk in.
 napoléon
[6] ~ XX. Lodewijk de 20e de Bourbon [*1974] is de officiële troon-
pretendent volgens de legitimisten. De Orléanisten bestrij-
den dat en beschouwen Henry, graaf van Parijs [*1933] als
enige echte troonopvolger.

135
LVMH

LVMH
De groep lvmh is de grootste onderneming in luxeartikelen
ter wereld. Het bedrijf is ontstaan uit de fusie tussen mode-
huis Louis Vuitton en drankengigant Moët Hennessy. De on-
geveer zestig dochterondernemingen die het conglomeraat

Een aantal LVMH-merken


Moët et Chandon, Dom Pérignon, Krug, Hennessy,
Château d’Yquem, Glen Morangie, Tag Heuer, Fendi, Berluti,
Donna Karan (DKNY), Kenzo, Marc Jacobs, Sephora,
Le Bon Marché, Christian Dior, Les Echos, Radio Classique.

telt, zijn actief in onder meer cosmetica, mode, lederwaren,


juwelen, horloges, drank, media en scheepsbouw. Leidende
kracht achter lvmh is Bernard Arnault, de rijkste Fransman,
die bijna de helft van de aandelen bezit. De andere grote
aandeelhouder is de Christian Dior Groep. Er werken ruim
70.000 mensen bij lvmh.
 dior; saint laurent; yquem

Macaron
[m., ‘amandelkoekje’]
Macarons zouden al sinds de 8e eeuw n.C. gegeten worden33
en zelfs na 13 eeuwen kunnen de Fransen maar geen genoeg
krijgen van deze lekkernij. Het is geen taartje en ook geen
koekje, maar iets daar tussenin. In de meeste patisserieën
zijn de ronde en felgekleurde macarons wel te vinden, van
heel klein tot groter dan een gevulde koek. Een macaron be-
staat uit drie delen: de twee halfronde en krokante helften en
de romige vulling. De smaak van de macaron hangt af van

136
MADELEINE

de inventiviteit van de bakker. De basiskeus bestaat meestal


uit pistache, frambozen, caramel, koffie en chocolade. Een
macaron hollandais is harder en heeft meer weg van een bit-
terkoekje. De knapperige korst met een vulling die na een
hap over uw vingers loopt, heeft iets zeer erotisch. Als man
kunt u na een knallende ruzie, overspel of een vergeten ver-
jaardag een Française dan ook redelijk snel weer in de goede
stemming krijgen met een assortiment macarons. Mocht uw
relatieconflict zich afspelen in Parijs, dan haalt u de zoete
verzoening bij Ladurée, waar dagelijks 20.000 macarons
over de toonbank gaan, maar bij voorkeur bij Pierre Hermé
(72 rue Bonaparte, 6e arr. en 185 rue de Vaugirard, 15e arr.) of
bij Philippe Conticini (Place du Marché Sainte Cathérine, 4e
arr.).

Madeleine
[1] In onbruik geraakte katholieke voornaam, vooral gegeven
aan meisjes geboren tussen de twee Wereldoorlogen. De ou-
bolligheid verklaart dat de voornaam nu vooral in verband
wordt gebracht met grootmoeders. Madeleines vieren hun
naamdag op 22 juli.
[2] Kerk en metrostation (lijnen 8, 12 en 14) aan het gelijknamige
plein in Parijs. Het gebouw moest oorspronkelijk een tempel
worden ter herinnering aan het grote leger van Napoléon;
in 1837 werd het bijna het eerste treinstation van Parijs en in
1845 wordt het uiteindelijk een kerk.
[3] Cakeje in de vorm van een schelpje of een rechthoek, soms
met citroen- of sinaasappelsmaak. Boter, bloem, suiker
en sinaasappelwater vormen de ingrediënten. In 1755 zou
Stanislas Leszczynski, Hertog van Lorraine en voormalig ko-
ning van Polen, deze lekkernij ontdekt hebben in het dorpje
Commercy in oost-Frankrijk bij een jonge dienstmeid die
“Madeleine” heette. De madeleine wordt vaak gegeten tegen
vier uur ’s middags, tijdens het ‘goûter’.

137
MADELEINE

De lekkernij is onsterfelijk gemaakt door Marcel Proust in


zijn A la recherche du temps perdu (deel 1) die de madeleine om-
schreef als het “kleine patisserieschelpje zo vettelijk sensueel
onder haar strenge en devote plooien”. Het genot van een in
zijn kopje thee gedoopte madeleine werkt op Proust als een
ware lsd-trip die de schrijver pagina’s lang in zijn jeugd-
herinneringen doet duiken. Sindsdien is een ‘madeleine de
Proust’ een veelgebruikte metafoor voor dingen die herinne-
ringen oproepen.
 proust

Maire
[m.,’burgemeester’]
Vreemd genoeg heeft Charles de Gaulle zich nooit afgevraagd
hoe het mogelijk is om een land te besturen met 36.683 burge-
meesters, oftewel veertig procent van alle burgemeesters van
de Europese Unie. Dat is één burgemeester op 1750 inwoners.
Ter vergelijking: in Nederland is dat 1 op ruim 37.000 inwo-
ners, in België 1 op 18.000 inwoners34. Er zijn zelfs zes Franse
gemeenten die geen inwoners, maar wel een burgemeester
hebben. Die stadjes zijn verwoest in de Eerste Wereldoorlog
en worden bewaard als herdenkingsmonumenten.

De Franse burgemeester wordt gekozen en heeft een ambts-


termijn van zes jaar. Hij is de centrale figuur in de Franse lo-
kale politiek. Voor veel Fransen is het de enige politicus die zij

138
MARIANNE

in hun leven ontmoeten. In kleinere gemeenten is de burge-


meester tevens sociaal werker, arts, boer of pastoor en steun
en toeverlaat van de bevolking. Vestigt u zich in een Frans
dorpje, dan is het altijd strategisch om een afspraak met de
lokale burgemeester te maken. Monsieur le Maire (slechts 11%
is een vrouw) kan u later helpen met vergunningen en andere
ambtelijke zaken.
 campagne; grande guerre; kaas; parijs

L ange tijd heeft de Franse hoofdstad geen bur-


gemeester gehad. Omdat de stad zo vaak voor
onrust had gezorgd, viel Parijs vanaf 1871 direct
onder gezag van de staat. Pas sinds 1975 is er weer
een echte gekozen burgemeester, die tegelijkertijd
ook de baas is van het gelijknamige departement
met het nummer 75. Sinds 2000 bekleedt de po-
pulaire socialist Bertrand Delanoë die functie.

Marianne
[1] De personificatie van de Franse Republiek.
In de nadagen van de Revolutie worden bepaalde ideeën zoals
vrijheid, rede en andere deugden uitgedrukt door een allego-
risch symbool, zoals dat in de Grieks-Romeinse Oudheid ge-
bruikelijk was. Dat van de Vrijheid komt het meest voor. Zij
is bijvoorbeeld degene die met half ontblote boezem het volk
leidt in het schilderij van Eugène Delacroix, La liberté gui-
dant le peuple (Louvre, 1830). Het beeld van de vrijheid wordt
steeds meer een eenheid met Frankrijk en de Fransen en na de
Revolutie van 1848 verschijnt Marianne overal, getooid met
een Frygische muts. Die smurfenmuts werd gedragen door
vrijgekochte slaven in het Romeinse rijk, waarna het hoofd-
deksel een symbool werd voor vrijheid.

139
MARIANNE

‘Marianne’ wordt voor het eerst als symbool voor de Republiek


gebruikt in 1792 in een Occitaans lied. Haar wat volkse voor-
naam is een samentrekking van Marie en Anne, twee namen
die vooral in de 18e eeuw, maar ook vandaag nog, veelvuldig
in Frankrijk voorkomen. De antirevolutionaire aristocraten
vonden die naam maar niets, omdat Marianne symbool stond
voor het volk. Voor de revolutionairen stond zij symbool voor
het moederland dat de burgers voedde en beschermde.

Marianne heeft geen officiële status, maar zij staat wel afge-
beeld op postzegels en op de Franse euromuntstukken. Toen
in 1880 de stad Parijs als eerste een beeld van Marianne in het
stadhuis plaatste, volgden al snel vele andere steden. Haar
buste is nu te vinden in bijna alle van de ruim 36.000 Franse
gemeentehuizen. Op de Place de la République en Place de la
Nation in Parijs staan grote standbeelden van Marianne.

Om de zoveel jaar verandert het gezicht van Marianne. Vanaf


1969 staan bekende Françaises model voor haar portret.
Zo waren onder andere Brigitte Bardot, Mireille Matthieu,
Cathérine Deneuve, Inès de la Fressange en Laetitia Casta al
eens Marianne en is nu Eveline Thomas, een bekende tv-pre-
sentatrice het model. Sinds 1999 siert een gestileerde versie
van Marianne het logo van de Franse overheid.
 coq ; marseillaise; revolutie
[2] Politiek weekblad, centrum-links, opgericht in 1997.

Marie-Antoinette
[*2 november 1755, wenen-†16 oktober 1793, parijs]
Geboren als Maria Antonia Josepha Johanna von Habsburg-
Lothringen. De laatste koningin van Frankrijk. Marie-
Antoinette groeit op aan het Oostenrijkse hof. Haar moeder,
keizerin Marie-Thérèse, wil een alliantie tussen de Bourbons
en de Habsburgers om tegenwicht te bieden aan de Engelse

140
MARIE-ANTOINETTE

en Pruisische vorsten. Daartoe huwelijkt zij in 1770 haar veer-


tienjarige dochter Marie-Antoinette uit aan de Franse troon-
opvolger. Vier jaar later wordt Marie-Antoinette koningin
van Frankrijk. Ze heeft moeite om zich aan te passen aan het
hof in Versailles. Ze bemoeide zich wel met politiek, maar
haar invloed bleef beperkt. Marie-Antoinette organiseerde
feesten en geeft veel geld uit aan kleding, maar trekt zich het
liefste terug met haar vrienden en familie in Le Hameau, een
speciaal voor haar nagebouwd boerendorpje in het park van
het paleis.

De Revolutie maakte een einde aan de monarchie. De ko-


ninklijke familie wordt in Parijs gevangen gezet. Ook al gaat
Lodewijk de 16e akkoord met een nieuwe grondwet, het volk
vreest dat de koninklijke familie met behulp van Oostenrijk
opnieuw de macht wil grijpen. Uiteindelijk wordt Marie-
Antoinette, na een snel en slordig proces, waarin ze zelfs
beschuldigd wordt van incest met haar zoontje Lodewijk de
17e, wegens hoogverraad ter dood veroordeeld. Op 16 oktober
1793 vervoert men de voormalige koningin geboeid en kort-
geknipt op een simpele kar naar de guillotine op de Place de
la Révolution in Parijs.

Sinds haar executie is Marie-Antoinette een cultfiguur ge-


worden. Haar leven is onderwerp van vele boeken en films.
Sofia Coppolla regisseerde in 2006 Marie-Antoinette, met

141
MARIE-ANTOINETTE

Kirsten Dunst in de titelrol en gaf daarmee een nieuwe im-


puls aan de mythe.
 guillotine; revolutie

O p 5 oktober 1789 trekt een grote groep vrou-


wen naar het paleis van Versailles om brood
te eisen. Zij willen de bakker (de koning) en de
bakkersvrouw (de koningin) ter verantwoording
roepen. Gewapende mannen sluiten zich aan bij
de optocht. Marie-Antoinette reageert cynisch
en zou de beroemd geworden opmerking gemaakt
hebben “Als ze geen brood hebben, dan eten ze
toch brioche!”. Het is nooit bewezen dat ze die zin
ook daadwerkelijk gezegd heeft. De tekst komt
namelijk in 1782 al voor in het boek Confessions
van Jean-Jacques Rousseau.

Marseillaise
Nationaal volkslied. Tot de Revolutie kende Frankrijk geen en-
kel nationaal volkslied. Ondanks de naam heeft het Franse
volkslied weinig te maken met de stad Marseille. De nogal
gewelddadige tekst is geschreven en gecomponeerd door
Rouget de Lisle [*1760-†1836]. Deze jonge kapitein, gele-
gerd in Straatsburg, schreef het lied als oorlogslied voor het
Rijnleger in één nacht in 1792. Het lied was meteen een num-
mer één hit in de Alsace en verspreidde zich over de rest van
het land. Toen op 10 augustus 1792 een bataljon soldaten uit
Marseille Parijs binnenmarcheerden om Lodewijk de 16e tot
aftreden te dwingen, gebruikten zij het lied al weken als mar-
slied. Het oorlogslied werd voortaan L’hymne des Marseillais
genoemd. De Marseillaise werd regelmatig gezongen zoals
tijdens de revoluties van 1830 en 1848. In 1848 was heel Europa

142
MARSEILLAISE

La Marseillaise
1e couplet Tremblez ! vos projets parricides
Allons enfants de la Patrie, Vont enfin recevoir leurs prix !
Le jour de gloire est arrivé ! (bis)
Contre nous de la tyrannie, Tout est soldat pour vous
L’étendard sanglant est levé, (bis) combattre,
Entendez-vous dans les S’ils tombent, nos jeunes héros,
campagnes La terre en produit de nouveaux,
Mugir ces féroces soldats ? Contre vous tout prêts à se battre !
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes ! 5e couplet
Français, en guerriers
Refrein magnanimes,
Aux armes, citoyens Portez ou retenez vos coups !
Formez vos bataillons Epargnez ces tristes victimes,
Marchons, marchons ! A regret s’armant contre nous.
Qu’un sang impur (bis)
Abreuve nos sillons ! Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
2e couplet Tous ces tigres qui, sans pitié,
Que veut cette horde d’esclaves, Déchirent le sein de leur mère !
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves, 6e couplet
Ces fers dès longtemps préparés Amour sacré de la Patrie,
? (bis) Conduis, soutiens nos bras
Français, pour nous, ah ! quel vengeurs
outrage Liberté, Liberté chérie,
Quels transports il doit exciter ! Combats avec tes défenseurs !
C’est nous qu’on ose méditer (bis)
De rendre à l’antique esclavage ! Sous nos drapeaux que la
victoire
3e couplet Accoure à tes mâles accents,
Quoi ! des cohortes étrangères Que tes ennemis expirants
Feraient la loi dans nos foyers ! Voient ton triomphe et notre
Quoi ! ces phalanges mercenaires gloire !
Terrasseraient nos fiers guerriers
! (bis) 7e couple (ook wel ‘Couplet
Grand Dieu ! par des mains des enfants’)
enchaînées Nous entrerons dans la carrière
Nos fronts sous le joug se Quand nos aînés n’y seront plus,
ploieraient Nous y trouverons leur poussière
De vils despotes deviendraient Et la trace de leurs vertus (bis)
Les maîtres de nos destinées ! Bien moins jaloux de leur
survivre
4e couplet Que de partager leur cercueil,
Tremblez, tyrans et vous perfides Nous aurons le sublime orgueil
L’opprobre de tous les partis, De les venger ou de les suivre

143
MARSEILLAISE

in een revolutionaire bui, dus werd het lied over het hele con-
tinent gezongen. Pas tijdens de 3e Republiek, in 1879, werd de
Marseillaise het officiële volkslied. Bij officiële gelegenheden
wordt alleen het eerste couplet gezongen. Er zijn regelmatig
comités die de bloeddorstige tekst willen vervangen door een
vreedzamer versie die meer bij de 21e eeuw zou passen.
 chanson; revolutie

Mensenrechten
Frankrijk noemt zichzelf graag het land van de mensenrech-
ten, omdat het volk op 26 augustus 1789, ruim een maand
na de Revolutie, De Verklaring van de Rechten van de Mens en
de Burger publiceerde. Die rechten waren volgens de Fransen
universeel en op iedereen van toepassing. In zeventien arti-
kelen ligt de nadruk op vrijheid en rechtszekerheid. Zo moet
ieder mens vrij zijn van onderdrukking en de vrijheid hebben
alles te doen dat een ander niet schaadt. Daarnaast moet de
vrijheid van meningsuiting en het recht op soevereiniteit ge-
waarborgd worden. Die verklaring was niet de eerste in haar
soort. Ze was gebaseerd op de Declaration of Independance van
de Verenigde Staten uit 1776 die op haar beurt weer losjes
was geïnspireerd door de Nederlandse Akte van Verlatinghe
uit 1581. Op 10 december 1948 namen de Verenigde Naties
de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan in
Parijs, waarvan de tekst voortborduurt op de Verklaring van
1789. De huidige Franse Grondwet heeft eveneens de origi-
nele Verklaring als uitgangspunt.

Deze rijke geschiedenis kan niet voorkomen dat Frankrijk


in de praktijk vaak kritiek krijgt over de manier waarop de
overheid met de mensenrechten omgaat. Organisaties als
Amnesty International en Human Rights Watch stellen re-
gelmatig binnenlandse mensenrechtenschendingen aan de
kaak. Frankrijk scoort bijvoorbeeld bijzonder slecht als het

144
METER

gaat om de omstandigheden in de gevangenissen. President


Sarkozy heeft het eerste jaar van zijn regeerperiode de ban-
den aangehaald met landen die het niet zo nauw nemen met
de mensenrechten, zoals Libië, Syrië en Tunesië. Tussen
Frankrijks droom en daad staan soms commerciële en prag-
matische belangen in de weg.
 revolutie

Meter
Na de Revolutie eist de bevolking dat het chaotische systeem
van maten en gewichten geharmoniseerd wordt. Gekozen
werd voor het metrieke stelsel waarin de honderd centimeter,
heel bescheiden, “voor eeuwig en voor alle volkeren” moest
gelden. In 1790 sturen de Fransen delegaties naar verschil-
lende landen om tot overeenstemming over de nieuwe ma-
ten te komen. Ook de Verenigde Staten en Groot-Brittannië
worden geraadpleegd, maar zij doen uiteindelijk toch niet
mee aan het metrieke stelsel. De meter wordt in 1791 voor
het eerst officieel gedefinieerd door de Franse Academie der
Wetenschappen als het tienmiljoenste deel van een kwart van
de aardmeridiaan. Een jarenlange expeditie, van Duinkerken
naar Barcelona, moest die afstand nauwkeurig vaststellen.

In 1803 voert Zwitserland als eerste land het metrieke stelsel


in, gevolgd door Nederland in 1816. Napoléon vond de me-
ter maar niets en wilde het liefst dat de oude Parijse maten
de norm zouden worden. Mede daarom volgt Frankrijk zelf
pas definitief in 1840. Vanaf dat moment wordt de meter snel
de standaardmaat in de meeste Europese landen en de kolo-
niën.

In 1889 definieert het Internationaal Bureau voor Maten en


Gewichten de meter als de afstand tussen twee punten op een
balk gemaakt van platina en iridium. Deze balk, de X-meter,

145
METER

wordt bewaard in het Pavillon de Breteuil in Sèvres, een voor-


stad van Parijs. Lange tijd is dit de moeder aller meters, tot-
dat in 1983 de meter wordt gedefinieerd als de afstand die het
licht in 1/299 792 458 seconde aflegt in een vacuüm.
 revolutie

Metro
[m., ‘ondergrondse stadsspoorweg’]
Wie aan Parijs denkt, denkt al snel aan de metro. De stad
was echter zeker niet de eerste met de aanleg van een on-
dergronds netwerk. Steden als Londen [1863], Glasgow
[1896] en Boedapest [1896] gingen de Franse hoofdstad voor.
De eerste Parijs lijn, de huidige lijn 1, die liep van Porte
Maillot naar Vincennes, ging open op 19 juli 1900, tijdens
de Wereldtentoonstelling en de Olympische Spelen. De
Compagnie du chemin de fer métropolitain de Paris was het be-
drijf dat de eerste lijnen beheerde. Die naam werd afgekort
tot ‘Metro’ en het woord werd internationaal synoniem
voor ondergrondse transportsystemen. De Belg Edouard
Empain [*1852-†1929] financierde de aanleg terwijl ingenieur
Fulgance Bienvenüe [*1852-†1936] voor de techniek zorgde.
Later kwam concurrent Nord-Sud erbij. De twee metrobedrij-
ven fuseren in 1930 en worden in 1948 omgedoopt tot RATP,
de maatschappij die nu verantwoordelijk is voor het open-
baar vervoer in de Parijse regio. In 2007 vervoerde de RATP
3,72 miljard reizigers (10,2 miljoen per dag), waarvan bijna de
helft met de metro reist35.

Het Parijse metronetwerk kent nu zestien lijnen. Daarvan is


er nu één onbemand (lijn 14) en zal een ander onbemand zijn
vanaf 2010 (lijn 1). De komende jaren zal een 17e (onbemande)
worden aangelegd. Deze Métrophérique, een vijftig kilometer
lange ring buiten de stadsgrenzen, gaat de eindpunten van
alle metrolijnen en een groot aantal voorsteden met elkaar

146
MÉTROPOLE

verbinden. Het Parijse netwerk heeft nu 300 stations waar-


van Châtelet-Les Halles ’s werelds grootste is. Dit enorme
ondergrondse vervoersknooppunt zal de komende jaren vol-
ledig opnieuw worden gebouwd. In 1978 werd het netwerk
aangevuld met een expresmetro, de rer, die de stad efficiënt
en snel met de verder gelegen voorsteden verbindt.

Ook andere steden in Frankrijk hebben een metro: Lille (2


onbemande lijnen), Lyon (4 lijnen, waarvan 1 onbemand),
Marseille (2 lijnen), Rennes (1 onbemande lijn, tevens de
kleinste stad ter wereld met een metro) en Toulouse (2 onbe-
mande lijnen).
 rer

Métropole
[v., ‘metropool’]
Metropolis komt uit het Grieks en betekent ‘moederstad’,
maar het Franse woord métropole staat voor het ‘moederland’.
Het geeft het Europese deel van Frankrijk aan, namelijk het
vasteland, Corsica en de eilanden direct voor de Atlantische
en Middellandse Zeekust. De overzeese gebiedsdelen horen
daar dus niet bij. De benaming dateert uit de tijd van de eer-
ste Franse kolonies, om onderscheid te maken tussen het
moederland en de kolonies. De Métropole beslaat ongeveer
80% van de oppervlakte van de Franse Republiek, maar telt
96% van de bevolking. Bewoners van de overzeese departe-
menten hebben soms bezwaar tegen de term, omdat die her-
innert aan de koloniale tijd. Daarom spreekt men sinds de
jaren negentig ook wel van La France entière, ‘heel Frankrijk’,
waarbij wel de dom, maar niet de com horen. Om het nog
ingewikkelder te maken, spreekt men soms ook wel over La
France continentale waarmee meestal de Métropole zonder de
eilanden bedoeld wordt.
 dom; hexagone

147
MICHELIN

Michelin
[1] Bandenfabriek opgericht in 1889 door de gebroeders André
en Edouard Michelin in Clermont-Ferrand. Zij vinden de
eerste rubberen fietsband uit die van het wiel afgehaald kan
worden en die in een kwartier te repareren is. Voor de au-
tomobielen worden de technieken gecombineerd van con-
currenten Goodyear (elastisch rubber) en Dunlop (ventiel).
Michelin doet aan het begin van de 20e eeuw regelmatig aan
autoraces mee en dat levert veel publiciteit op. In het begin
van zijn carrière werkt André bij de cartografische dienst van
het ministerie van binnenlandse zaken en die ervaring zet
hem op het idee om in 1910 te beginnen met het maken van
kaarten. In de Eerste Wereldoorlog produceert Michelin 1884
vliegtuigen voor het Franse leger. In 1934 neemt Michelin de
bijna failliete autofabrikant Citroën over. Tegenwoordig zit-
ten Michelin-banden niet alleen op auto’s en fietsen, maar
ook op vliegtuigen, metro’s, motoren, raceauto’s en zelfs op
de Amerikaanse Space Shuttle. Michelin is de grootste ban-
denmaker ter wereld.
 citroën; eerste wereldoorlog
[2] Guide ~. Naast het Groene Boekje en Het Blauwe Boekje36, is
het beroemde Rode Boekje van Michelin een essentieel attri-
buut voor iedere levensgenieter. De eerste gids verscheen in
1900, als gratis reclameobject voor autorijders. De link tus-
sen een bandenmaker en goed eten was simpel. Frankrijk tel-
de aan het begin van de 20e eeuw nog geen 3.000 autorijders,
maar het idee was dat reizigers baat hadden bij adressen van
garages, dokters en plattegronden. Aardige bijkomstigheid
was dat door de gids de autorijder wellicht speciaal op zoek
ging naar goede restaurants. Daarbij meer kilometers ma-
kend, en dus sneller de banden verslijtend. Vandaar ook de
vermeldingen ‘verdient een omweg’ of ‘een reis waard’. Vanaf
1926 werden restaurants ook op kwaliteit beoordeeld met be-
hulp van een sterrensysteem.

148
MICHELIN

Nederland telde in 2009 83 sterrenrestaurants, België en


Luxemburg samen 104 en Frankrijk 548. Het culinaire walhalla
is onbetwist het achtste arrondissement van Parijs. Op een
kleine vier km2 kan men kiezen uit liefst zeventien restaurants
met minimaal één Michelin Ster, waarvan vier met drie ster-
ren (Alain Ducasse au Plaza Athenée, Ledoyen, Le Bristol en Pierre
Gagnaire).

De gastronomische ranglijst is al decennialang gevreesd


door chef-koks in alle windstreken. De zeventig inspecteurs
van Michelin bezoeken incognito een etablissement om
te lunchen, te dineren of te overnachten. De ontvangst, de
inrichting en de service worden beoordeeld met één tot vijf
bestekjes en het menu en de kwaliteit van de producten met
sterren (‘macarons’). Als een inspecteur ergens overnacht,
maakt hij zich de volgende ochtend bekend aan de directie
van het desbetreffende hotel. Sinds 1998 is er een derde on-
derscheiding, de Bib Gourmand, voor een restaurant met een
goede prijs/kwaliteitverhouding.

De rode gidsen beperkten zich tot Europese restaurants,


maar sinds 2005 is er een gids voor New York en sinds 2007
voor Tokio. Die nieuwe uitgaven werden meteen een groot
succes. Gidsen voor Hongkong en Sjanghai zijn in voorberei-
ding. Naast de rode gids maakt Michelin voor de reiziger ook
groene toeristische gidsen, landkaarten en GPS-systemen.
 bibendum; cuisine; ducasse; gastronomie

I n de zomer van 2008 ondernam de Zwitserse


gourmand Pascal Henry, in het dagelijks leven
motorkoerier, een 68-daagse reis langs de 68 res-
taurants met drie Michelinsterren op de wereld.
Iedere dag at hij in een ander toprestaurant, dronk
hij één of twee glazen wijn, sprak hij lang en ge-

149
MICHELIN

passioneerd met ’s werelds beroemdste chefs en


rekende vervolgens contant af. Henry hield een
schrift bij waarin hij de menu’s bewaarde en waar
de chefs en sommeliers op iedere etappe iets in
schreven. Gedurende zijn bijzondere reis groeide
zijn faam bij de toprestaurants. Op de 40e dag at hij
in ’s werelds beste restaurant, El Bulli, ten noorden
van Barcelona. Na de maaltijd loopt hij even naar
buiten om visitekaartjes te halen. Hij laat zijn por-
tefeuille, zijn hoed en zijn kostbare schrift op tafel
liggen. Maar hij komt niet meer terug. Niemand
weet waar Pascal Henry gebleven is...

Minitel
In 1972 ontwikkelen Franse onderzoekers le Minitel, een
kleine terminal met een modem, een zwart-wit beeldscherm
en een toetsenbord. Het apparaat wordt vanaf 1982 op grote
schaal verspreid en past met de Concorde en de TGV in de
optimistische golf van technische vooruitgang die Frankrijk
eind jaren ’70, begin jaren ’80 kenmerkte.

De terminal werd gratis weggeven, maar voor het gebruik


van de diensten moest per minuut betaald worden door met
het al snel beroemde nummer ‘3615’ te bellen. In eerste in-
stantie was het de bedoeling dat abonnees telefoonnummers
konden opzoeken, maar al snel ontstonden er allerlei andere
diensten zoals online bankieren en het kopen van trein- en
vliegtickets. Vooral de “messageries roses”, oftewel de “roze
berichtendiensten”, de vaak ondeugende datingsites voor
volwassenen, droegen bij aan de populariteit van Minitel.

Minitel was een enorm succes in Frankrijk en kan beschouwd


worden als de voorloper van internet. Minitel sloeg nooit echt

150
MITTERRAND

over naar andere landen, hoewel er ook in Nederland korte


tijd mee is geëxperimenteerd als Videotex. Door Minitel lie-
pen de Fransen wereldwijd voorop met online transacties
en de overgang naar internet verliep daardoor redelijk soe-
pel, omdat grote bedrijven als de sncf en de banken de in-
frastructuur al onder controle hadden. De voorsprong van
Minitel verklaart tevens deels waarom Frankrijk relatief laat
was met de adoptie van internet.

Minitel bestaat ook nu nog, maar het aantal gebruikers is


marginaal. Toch werd er met de Minitelservices in 2007 bijna
100 miljoen euro omzet bereikt. De Minitel-terminals zijn nu
nog te vinden in kleine postkantoortjes op het platteland. In
2009 zal het doek echter vallen voor het Minitel-telefoonboek
van France Télécom en naar verwachting zullen rond 2011 alle
Minitel-diensten de overstap hebben gemaakt naar het inter-
net.
 concorde; tgv

Mitterrand
François Maurice Adrien Marie ‘Tonton’ ~.
[*26 oktober 1916, jarnac-†8 januari 1996, parijs]
Van 1981 tot 1995 was François Mitterrand de 21e president van
Frankrijk en daarmee is hij de langstzittende president uit de
Franse geschiedenis. In zijn jonge jaren flirt Mitterrand met
extreemrechts, terwijl hij in de Tweede Wereldoorlog een
klein jaar in dienst is van Vichy. Daarna gaat hij echter in het
verzet, om in 1947 minister te worden. In 1965 neemt hij voor
het eerst deel aan de presidentsverkiezingen, maar hij wordt
verslagen door De Gaulle. In 1974 verliest hij opnieuw, dit
keer van Valérie Giscard d’Estaing. Uiteindelijk wint hij van
dezelfde kandidaat op 10 mei 1981, een overwinning die velen
zien als een verlossing en door verstokte socialisten nog net
zo belangrijk wordt gevonden als 14 juli 1789.

151
MITTERRAND

Rondom Mitterrand bestaat nog steeds, vooral onder de so-


cialisten, een persoonlijke cultus, maar hij is altijd redelijk
omstreden geweest. In 1962 voerde hij bijvoorbeeld campag-
ne tegen een gekozen president en na de val van de Berlijnse
Muur was hij fel tegen de Duitse eenwording. Hij hield privé-
zaken, zoals zijn Vichy-verleden en zijn slechte gezondheid,
verborgen. Terwijl de Franse media al jaren wisten dat hij
een buitenechtelijk kind had, werd dat pas in 1994 publiek
bekend. Zijn dochter Mazarine Pingeot is nu een bekend
schrijfster, maar haar roem is eerder te danken aan haar sta-
tus als ‘de dochter van’, dan aan haar litteraire kwaliteiten.
 grands travaux; president; ortolaan

Molière
[*15 januari 1622, parijs–† 17 februari 1673, parijs. geboren als Jean-
Baptiste Poquelin; schrijver en acteur]
Na zijn rechtenstudie is Molière gedurende een blauwe
maandag advocaat, maar al snel begint hij als acteur bij een
rondreizend gezelschap. Sterk beïnvloed door de in die da-
gen populaire Italiaanse commedia dell’arte, begint Molière op
een gegeven moment eigen stukken te schrijven. Hij houdt
niet alleen de toeschouwer genadeloos een spiegel voor, maar
confronteert ook de adel en de geestelijke macht met hun te-
kortkomingen. Archetypen als De Vrek, De Mensenhater, De

Een paar van Molières bekendste werken:


L’école des maris [1661]
L’école des femmes [1662]
Tartuffe ou l’Imposteur [1664]
Don Juan [1665]
Le Misanthrope [1666]
L’Avare [1668]
Le bourgeois gentilhomme [1670]
Les Fourberies de Scapin [1671]
Le Malade imaginaire [1673]

152
MONACO

Misantroop en de hypocriet Tartuffe worden haarfijn neer-


gezet. Zijn puntige kritiek maakte hem een doelwit voor de
kerk. Hij genoot echter de bescherming van koning Lodewijk
de 14e, die hem ook opdrachten gaf. Molières theatergroep
mocht zich daarom La Troupe du Roi noemen.

Molière stierf in het harnas tijdens het spelen van de titel-


rol in zijn stuk Le malade imaginaire (De Ingebeelde Zieke). In
de voorstelling spuugt hij bloed en stort in op het toneel.
Hij maakt het stuk toch af en overlijdt enkele uren later.
Zeven jaar na zijn dood wordt de Comédie française opgericht,
een staatstheater waar tot op de dag vandaag stukken van
Molière opgevoerd wordt. Zijn bijdrage aan de Franse taal
is zo groot geweest dat men het Frans ook wel “de taal van
Molière” noemt.
 frans; hypocondrie

Monaco
Prinsdom en stadstaat in het zuiden van Frankrijk aan de
Middellandse Zee. Oppervlakte: 2km2; inwoners: 32.500;
staatshoofd: Prins Albert II van Monaco [*1958, staatshoofd
sinds 2005]. Munteenheid: euro. Internetdomein: .mc.

De rots is al meer dan 4.000 jaar permanent bewoond en werd


reeds door de Phoeniciërs gebruikt om handel te drijven.
Sinds Monaco in 1297 onafhankelijk werd van de Republiek

153
MONACO

Genua, is de familie Grimaldi er de baas. Monaco is, na het


Vaticaan, de kleinste onafhankelijke staat ter wereld. Nu glit-
tert het miniatuurstaatje voor de happy few onbezorgd aan
de oevers van de azuurblauwe Méditerranée. De zon schijnt
er altijd en de straten zijn brandschoon. Armoede is er on-
bekend en James Bond kan ieder moment in zijn smetteloze
smoking het casino uitlopen.

De transformatie van een klein betekenisloos landje naar


een geliefde hangplek voor de wereldwijde roddelpers begon
midden 19e eeuw. Dankzij de aanleg van de spoorlijn Nice-
Ventimiglia, die door Monaco loopt, werd het staatje een
bestemming voor de rijken der aarde. De Société des Bains de
Mer werd opgericht en opent midden in de Belle Époque het
beroemde Casino, de opera, en het luxueuze Hôtel de Paris.
In de 20e eeuw transformeert Prins Rainier III [*1923-†2005]
Monaco in een internationale en succesvolle onderneming.
Zijn huwelijk met de Amerikaanse actrice Grace Kelly maakt
Monaco een onlosmakelijk onderdeel van de glamoureuze
Dolce Vita periode. Prins Albert zet die lijn voort en maakt
tevens een einde aan de slechte reputatie van Monaco als fis-
caal paradijs en zet zich in voor sport en milieu. De komende
jaren zal Monaco zijn grondgebied uitbreiden in zee met 10
hectare.

Slechts een vijfde van de inwoners is Monegask, terwijl een


derde de Franse nationaliteit heeft. Vanwege het aantrek-
kelijke inkomstenbelastingtarief (nul procent), willen velen
maar al te graag de Monegaskische nationaliteit verwerven.
Daarvoor moet men wel minimaal tien jaar in Monaco ge-
woond hebben. Een goede persoonlijke verstandhouding
met Albert II is daarbij van groot belang. De Prins beslist na-
melijk zelf wie Monegask wordt.
 ducasse

154
MOULIN ROUGE

Mont-Blanc
[m., ‘witte berg’]
Met 4.810,9 meter is de Mont-Blanc, op de grens van Frankrijk
en Italië, de hoogste berg van Europa. Doordat de sneeuw
zich op de top opstapelt, neemt de berg nog steeds in om-
vang en hoogte toe.37 Afhankelijk van de nationaliteit van de
kaartenmaker, ligt de top van de berg op Franse dan wel op
Italiaanse bodem.

De eersten die de top bereikten waren Jacques Balmat en


Michel-Gabriel Paccard in 1786. De Mont-Blanc is nu een
geliefde toeristische bestemming. Jaarlijks proberen 25 tot
30.000 mensen niet geheel zonder gevaar de top te bereiken.
Jaarlijks komen er gemiddeld zo’n half dozijn bergbeklim-
mers om het leven.

Dwars door de berg loopt de 11,6 kilometer lange Mont-Blanc


Tunnel, geopend in 1965. Het is een van de belangrijkste ver-
bindingen tussen Noord- en Zuid-Europa.

Moulin Rouge
In 1860 wordt het dorpje Montmartre door Parijs geannexeerd
en tegen het einde van de 19e eeuw is het een centrum van
kunst en plezier geworden. De Parijzenaars vermaken zich
er in de vele cabarets en music-halls, zoals le Chat-Noir, de
Mirliton en de Folies-Bergère. Maar de bekendste zal de Moulin

155
MOULIN ROUGE

Rouge worden, geopend in hetzelfde jaar als de Eiffeltoren:


1889. De grote dansvloer met overal spiegels en een tuin met
een enorme nagebouwde olifant trekken snel veel bezoekers.
’s Avonds kijkt men er naar de nieuwste rage: de Cancan.
Als die wulpse dans minder populair wordt, zet de Moulin
Rouge operette op het programma. In de jaren vijftig van de
20e eeuw wordt de Moulin Rouge een restaurant en het con-
cept van het diner-spectacle is geboren: tijdens het avondmaal
verzorgen tientallen danseressen en muzikanten twee keer
per avond een wervelende revue, die sinds 1962 alle een naam
hebben gekregen die begint met de letter F. De meest recente
is de revue Féerie.

Wilt u een voorstelling bijwonen, dan zult u zich een weg


moeten banen door de neonlichten van sexshops en disco-
theken in de wijk Pigalle. De heren worden geacht in tenue de
ville te verschijnen, dus met das. De toegangsprijzen begin-
nen bij 89 euro. Daar krijgt u wel een halve fles champagne
voor. De Moulin Rouge is ‘s werelds grootste afnemer van
champagne: per avond gaan er zeker 1.000 flessen doorheen.
 belle époque; cancan

D e Moulin Rouge staat aan de voet van


Montmartre, de berg die eeuwenlang be-
roemd was om de wijngaarden en de vele molens.
Ten tijde van Lodewijk de 14e waren er meer dan
dertig. Er zijn er nu nog twee van over: de Moulin
du Radet en de Moulin de la Galette. Die laatste
werd vereeuwigd door vele kunstenaars, onder wie
Van Gogh en Renoir. In tegenstelling tot wat de
naam doet vermoeden, is de Moulin Rouge zelf
nooit een echte molen geweest.

156
MOUSQUETAIRES

Mousquetaires
[m., ‘musketier’]
[1] Oorspronkelijk waren de musketiers voetsoldaten gewapend
met een musket. In 1622 maakt Lodewijk de 13e er een elite-
korps van. In principe konden alleen edellieden musketiers
worden. Ze vergezellen de koning en vechten zowel te voet
als te paard. In 1776 worden de musketiers wegbezuinigd
door Lodewijk de 16e.
 louis
[2] De musketiers worden bekend onder het publiek door de ro-
man De Drie Musketiers van Alexandre Dumas, ongetwijfeld
een van de meest populaire verhalen uit de Franse littera-
tuur. De drie waren er eigenlijk vier: Athos, Porthos, Aramis
en de bekendste, d’Artagnan. De avonturen verschenen voor
het eerst in 1844. Voor d’Artagnan liet Dumas zich inspire-
ren door het personage van Charles de Batz de Castelmore
d’Artagnan [*1611/1615-†1673], zoals beschreven in de in 1700
verschenen memoires van Courtilz de Sandras. Dumas nam
het niet zo nauw met de historische feiten en schreef uitein-
delijk drie boeken met de musketiers in de hoofdrol. De mus-
ketiers streden ‘Eén voor allen en allen voor één’. De romans
werden al snel in vele talen vertaald en later talloze keren
verfilmd, voor het eerst in 1921. De ‘echte’ d’Artagnan stierf
op het slagveld in Maastricht op 25 juni 1673. Hij zou begra-
ven zijn in de Sint-Petrus-en-Pauluskerk in de Maastrichtse
wijk Wolder. Het kasteel waar hij geboren is, het Château de
Castelmore, staat in Lupiac, waar ook een d’Artagnan-muse-
um gevestigd is.
 armagnac
[3] Kledingstuk. Lange handschoen met knoopjes ter hoogte
van de pols, zodat de handschoen geopend kan worden. Een
manche mousquetaire of poignet mousquetaire is een manchet
zonder knoopjes die met aparte manchetknopen wordt ge-
sloten.

157
NAPOLÉON

Napoléon
[1] ~ I.
[*15 augustus 1769, Ajaccio – †5 mei 1821, Sint-Helena]
Napoléon I was een groot staatsman die een invloedrijke rol
heeft gespeeld in de Europese politieke en militaire geschie-
denis. Op negenjarige leeftijd werd Napoléon, die geboren
was op Corsica, naar een militaire school gestuurd op het
vasteland. Daar moest hij Frans leren dat hij de rest van zijn
leven met een Italiaans accent zou blijven spreken.

Na een aantal militaire successen wordt hij tijdens de


Revolutie gepromoveerd tot generaal waarna hij de leiding
op zich neemt van het Franse Italië-leger. Op 9 novem-
ber 1799 wordt hij door een staatsgreep Eerste Consul van
Frankrijk. Maar dat vindt de Corsicaan nog niet genoeg. Op 2
december 1804 kroont Napoléon zichzelf tot keizer en al snel
regeert hij over een groot deel van Europa. De campagne te-
gen Rusland wordt Napoleon uiteindelijk fataal. Op 6 april
1814 stapt hij op. Na de nederlaag bij Waterloo wordt hij door
de Britten gevangengenomen en vervolgens gedeporteerd

Klein of groot?
Het idee dat Napoléon I [geboren als Napoleone di Buonaparte,
later Napoléon Bonaparte] maar een klein mannetje was, klopt
niet. Volgens Baron Gourgaud, die Napoléon overal volgde
en de keizer in 1815 heeft opgemeten, was hij vijf voet en 2 1/2
duim, oftewel 1m69, lang. Naar de huidige normen is Napoléon
misschien klein, maar in zijn tijd had hij een gemiddelde
lengte.

158
NAPOLÉON

naar Sint Helena, een Brits eiland midden in de Atlantische


Oceaan. Daar zal Napoléon na zes jaar gevangenschap zijn
laatste adem uitblazen. In 1840 worden zijn laatste resten
overgebracht naar Frankrijk waar hij een praalgraf krijgt in
het Hôtel des Invalides in Parijs. Daar ligt hij nog steeds.

In totaal is Napoléon iets meer dan vijftien jaar aan de macht


geweest, maar zijn bewind heeft een enorme stempel ge-
drukt op de Franse en Europese maatschappij. Hij zorgde on-
der meer voor belastinghervormingen, voor administratieve
vernieuwingen, een nieuw onderwijssysteem, een centrale
bank en hervormde het juridische systeem. De naar hem ver-
noemde Code Napoléon is een systeem van wetten dat in niet
alleen in Frankrijk maar ook in vele andere landen, waaron-
der Nederland en België, de basis werd het huidige recht.
 arc de triomphe; bac; légion d’honneur
[2] Lodewijk ~ [*1778-†1846] Eerste koning van Nederland.
 louis
[3] Napoléon III. [*1808-†1873] Karel Lodewijk Napoléon
Bonaparte, zoon van Lodewijk Napoléon; neef van Napoléon
Bonaparte. Hij werd in 1848 tot eerste president van Frankrijk
gekozen en pleegde in 1851 een staatsgreep. Hij imiteerde zijn
oom door zichzelf keizer te maken van het Second Empire, het
Tweede Keizerrijk. Onder zijn bewind ontwikkelt Frankrijk
zich tot een moderne economische grootmacht en veran-
dert Parijs drastisch door de stedenbouwkundige ingrepen

159
NAPOLÉON

van Haussmann. De nederlaag in de Frans-Pruisische oorlog


in 1870 betekent het einde van het Tweede Keizerrijk en het
einde van Napoléon III, die in exil gaat in Engeland. Aldaar
probeert hij een nieuwe staatsgreep voor te bereiden, maar
hij sterft voordat hij zijn plannen kan uitvoeren.
 haussmann

Nouvel, Jean
[*12 augustus 1945, Fumel; architect]
Jean Nouvel werkt sinds 1970 als architect in Parijs en zijn
huidige architectenbureau is één van de grootste in Frankrijk.
Hij behoort tot het handjevol starchitects, die over de hele we-
reld indrukwekkende en spectaculaire gebouwen neerzetten.
Nouvel verwierf in 1987 mondiale faam met zijn Institut du
Monde Arabe, middenin de Parijse binnenstad en één van de
Grands Travaux van president François Mitterrand.

Andere gebouwen van hem in de Franse hoofdstad zijn de


Fondation Cartier, het museum Quai Branly [2005], het nieu-
we Concertgebouw [2012] en de 301 meter hoge nieuwe Signal
Toren [2013]. Buiten Frankrijk tekende hij de opvallende Torre
Agbar in Barcelona [2005] en de uitbreiding van het museum
Reina Sofia in Madrid [2005]. Op dit moment werkt hij aan de
bouw van onder andere de vestiging van het Louvre in Abu
Dhabi [2012]. In 2008 won Nouvel de Pritzker Prize, wereld-
wijd de belangrijkste architectuurprijs.
 grands travaux

160
ORTOLAAN

Orangina
Frisdrank. In 1936 presenteert de apotheker Augustin Trigo
Mirallès uit Valencia op de jaarbeurs van Marseille een ver-
frissende sinaasappeldrank met de naam Naranjina (Spaans
voor kleine sinaasappel). De Fransman Léon Beton, eigenaar
van sinaasappelbomen in Boufarik in Algerije, koopt het
concept en vertaalt de naam in het Frans. Dat wordt Orangina.
Het drankje liep goed in Algerije, maar door de Spaanse
Burgeroorlog en vervolgens de Tweede Wereldoorlog duurde
het tot 1951 voordat Orangina in Frankrijk werd geïntrodu-
ceerd. In het begin vinden caféhouders het karakteristieke
bolle flesje maar onhandig en zien er niets in. De makers van
Orangina volharden echter en in de jaren zestig is het al het
op één na meest gedronken drankje van Frankrijk. Orangina
heeft altijd opvallende reclamecampagnes gemaakt. In de ja-
ren 1970 roept iedereen “Schud mij, schud mij”. Sinds 2006 is
Orangina onderdeel van de OranginaSchweppes groep.

Zelf een Orangina maken kan ook. Het drankje heet dan een
orangeade. Schenk verse jus d’orange in een groot glas, meng
het met wat suiker, een beetje citroensap en al dan niet kool-
zuurhoudend bronwater en voilà! IJskoud serveren.

Ortolaan
Bedreigd zangvogeltje uit de familie der gorzen, dat al sinds de
Oudheid geldt als een uitzonderlijk smakelijke delicatesse.
De ortolaan of Emberiza hortulana, wordt steeds zeldzamer en
is in Europa en Noord-Amerika een beschermde diersoort.
Tijdens hun migratie van de Poolcirkel naar de Sahara vlie-

161
ORTOLAAN

gen ze ook door Frankrijk. In het departement Landes, in


het zuidwesten, worden elk jaar aan het einde van de zomer
30.000 tot 80.000 ortolanen gevangen. Het vogeltje mag niet
verkocht worden en restaurants kunnen de ortolaan dan ook
niet op de kaart zetten. Sommige restaurants lappen dat ver-
bod echter aan hun laars en de autoriteiten tolereren de tradi-
tie. Op de zwarte markt kost een ortolaan 100 tot 150 euro.38

Het beestje van nauwelijks 30 gram, wordt gevangen in net-


ten, daarna levend in een doosje gestopt en vervolgens ver-
blind. De duisternis verstoort het bioritme van de ortolaan,
waardoor het zich volvreet met granen, besjes en kleine in-
secten. Het vogeltje zwelt in een maand op tot vier keer zijn
normale grootte. Daarna wordt het verdronken in armagnac.
Vervolgens wordt de ortolaan gegrild of gebakken in de oven
en direct gloeiend heet geserveerd. Het gerecht is zo smake-
lijk dat men zich ervoor moet schamen. De verorberaar ver-
bergt zijn hoofd onder een witte doek terwijl de ortolaan in
zijn geheel de mond van de fijnproever ingaat. De ortolaan
zou in 1996 het laatste avondmaal geweest zijn van de voor-
malige president François Mitterrand. Ook de politici Alain
Juppé en Jack Lang zijn liefhebbers van dit illegale gerecht.
Speciaal voor de Nederlandse dierenliefhebber is het ook mo-
gelijk om het ortolaantje te vullen met een puree van foie gras
met truffels en vervolgens te koken in een varkensdarm.
 armagnac; foie gras; gastronomie; mitterrand

162
PARIJS

OSS 117
Geheim agent Hubert Bonisseur de La Bath, alias oss117, is
Frankrijks eigen James Bond. De fictieve held werkte eerst
voor het Office of Strategic Services, de voorloper van de CIA,
en daarna als kolonel bij de CIA.

Het eerste deel van OSS117 verscheen in 1949 (vier jaar eerder
dan Ian Flemings eerste Bond-avontuur Casino Royal). De se-
rie werd geschreven door Jean Bruce [*1921-†1963], een piloot,
verzetstrijder en liefhebber van snelle auto’s. Geheel in stijl
komt de auteur om het leven door een auto-ongeluk met zijn
Jaguar. Vervolgens schrijft zijn vrouw Josette de avonturen.
Na haar overlijden zetten hun kinderen de serie voort. De
avonturen hebben tot de verbeelding sprekende titels als Visa
pour Caracas, Coup d’arnaque au Danemark of Gachis à Karachi.

In de jaren zestig werd een aantal boeken ook verfilmd die


al snel in de vergetelheid raakten. In 2006 werd echter een
nieuwe draai aan de serie gegeven met de film oss117: Cairo,
Spionnennest. Daarin wordt de draak gestoken met het genre.
De rol van OSS117 werd gespeeld door Jean Dujardin. De film
werd een onverwacht groot succes; het vervolg oss117: Rio ne
répond plus verscheen in 2009 in de bioscopen.

Parijs
Hoofdstad van Frankrijk. Van Civitas Parisiorum [lat.], de ‘stad
der Parisii’, een Gallische stam, die woonde aan de oevers
van de rivier de Seine. Oppervlakte: 105,4km2, inwoners:
2.168.00039, 11,5 miljoen in de agglomeratie.

163
PARIJS

Er kan een hele encyclopedie gewijd worden aan Parijs, en


misschien zelfs wel een hele bibliotheek. Al ruim twee millen-
nia oefent de stad een onweerstaanbare aantrekkingskracht
uit op politici, staatslieden, artiesten en intellectuelen uit de
hele wereld. De stad ligt centraal in Europa op een kruispunt
van wegen en waterwegen, in een vruchtbare landbouwregio
met een gunstig klimaat. De eerste sporen van menselijke
aanwezigheid op de plek waar nu Parijs ligt dateren van rond
700.000 voor Christus. Vanaf ongeveer 5.000 v.C. is Parijs
permanent bewoond, eerst rondom de huidige wijk Bercy
en de voorstad Issy-les-Moulineaux. Later concentreren de
Parisii zich rondom de zeven kleine eilandjes (nu île de la Cité
en île Saint-Louis) in de Seine. Die bescheiden vesting wordt
Lutèce genoemd. Rond 52 v.C. wordt Lutèce onderdeel van
het Romeinse rijk. Uit die tijd is nog een aantal bouwwerken
bewaard gebleven, zoals de thermen en de arena.

Clovis maakt in 508 het bescheiden Parijs tot zijn hoofdstad.


In de middeleeuwen groeit Parijs uit tot een van de grootste
steden ter wereld. De ingrepen van Haussmann en de tech-
nische ontwikkelingen maken Parijs vanaf het einde van de
19e eeuw een modern centrum van techniek, kunst en weten-
schap.

De best bezochte vijftig monumenten en attracties van


Parijs trekken jaarlijks ruim 70 miljoen bezoekers.
De top van 2008:
Notre Dame, 13,6 miljoen bezoekers
Sacré-Coeur, 10,5 miljoen
Musée du Louvre, 8,5 miljoen
Eiffeltoren, 6,9 miljoen
Musée d’Orsay, 3 miljoen
Cité des Sciences, 3 miljoen
Centre Pompidou, 2,75 miljoen
Quai Branly, 1,4 miljoen

164
PARISIENNE

Parijs wordt vaak beschouwd als de mooiste stad ter wereld,


en niet alleen door de trotse bewoners zelf. Tegelijkertijd kla-
gen de Parijzenaars dat hun stad een statisch openlucht mu-
seum is geworden. De stad heeft een zeer kleine oppervlakte
(nog niet de helft van de gemeente Amsterdam) en is extreem
dichtbevolkt. Sinds 1860 liggen de gemeentegrenzen vast en
wordt Parijs ingeklemd door de honderden voorsteden. De
komende jaren moet de stad, samen met de aangrenzende
banlieues, opgaan in Grand Paris, een grootstedelijke agglo-
meratie die een nieuwe dynamiek moet gaan genereren.
 eiffel; haussmann; metro; parisienne

Parisienne
De Parisienne is het summum van elegantie – of van arrogan-
tie, zouden boze en smakeloze tongen zeggen. Het is lastig uit
te leggen wat er nu zo bijzonder is aan de Parisienne. Elegante
en mooie vrouwen zijn er ook in andere wereldsteden. Maar
of het nu een karakter is uit Sex and the City in New York, een
advocate uit Tokio of een au-pair uit Stockholm, uiteindelijk
delen zij allen een onuitgesproken wens: Parisienne worden.
De Parisienne is onafhankelijk, modern, urbaan en ontwik-
keld, maar niet bang om zich te laten voorstaan op haar vrou-
welijkheid. Zij laat zich door niemand de les lezen. Degene
die aan haar capaciteiten durft te twijfelen, wordt met een
venijnige blik terecht gewezen. Degene die vergeet de deur
voor haar open te houden eveneens. De Parisienne is een on-
geëvenaard stijlicoon en luistert vaak naar een ogenschijnlijk
onschuldige naam als Amélie, Sophie of Virginie.

Een deel van de opbrengst van dit boek is overigens bestemd


voor de oprichting van een standbeeld ter ere van de onbe-
kende Parisienne, aan wier sokkel de eeuwige vlam zal bran-
den.
 chanel; deneuve; haute couture; macaron

165
PASTIS

Pastis
[m.; prov.: pastitz, dat zou afstammen van het Italiaanse pasticchion: ‘een
troebele situatie’]
Pastis is een zoete alcoholische anijsdrank uit de Provence.
De drank wordt altijd verdund met vijf delen water, waardoor
een glas ongeveer 7% alcohol bevat.

Pastis kan ook met andere dranken of siroop gemengd worden.


Iedere variant heeft haar eigen naam. De volgende drankjes
zijn bekend in iedere Franse bar:
Tomate — met één deel grenadine
Perroquet — met één deel crème de menthe
Mauresque — met één deel siroop d’orgeade
Pastis bitter — in plaats van water, bitter lemon toevoegen
Pastis sec — 3 delen gin, 2 delen pastis, 1 deel vermout

In 1932 maakt de dan 25-jarige Paul Ricard een anijsdrank


waar hij als eerste het woord ‘pastis’ voor gebruikt. Eerst
verkoopt hij de drank alleen in de regio Marseille, maar ook
de rest van het land gaat rap overstag. In het noorden van
Frankrijk associeert men een pastis met de zonnige Provence
en geeft het drinken van een pastis de illusie van vakantie. Bij
het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt de produc-
tie van alcoholhoudende aperitieven verboden, en dat verbod
wordt pas weer in 1951 opgeheven. In de tussentijd maken de
Fransen illegaal hun eigen anijshoudende dranken. In 1951
brengt Pernod het drankje Pernod 51 op de markt. In 1974 fu-
seren Pernod en Ricard tot Pernod-Ricard. De groep Pernod-
Ricard is nu ’s wereld grootste drankenmaker.
 absint; anisette

Pétanque
[v., prov.: ped tanco, ‘de voeten op de grond’]
Balspel waarvan de oorspong teruggaat tot de oude
Egyptenaren. Pétanque is niet hetzelfde als jeu de boules,

166
PEUGEOT

waarvan de regels iets anders zijn. Jeu de boules wordt ge-


speeld rondom Lyon en in de bergen, terwijl de moderne
vorm pétanque in 1907 in de lome hitte van de Provence
bedacht is door Jules Le Noir. Geschat wordt dat 15 miljoen
Fransen regelmatig een balletje opgooien.40 Onder hen zijn
meer en meer jongeren, ook in de grote steden. Pétanque is
ook internationaal bezig aan een gestage opmars: al zeventig
landen hebben officiële pétanque-bonden en in Nederland
zijn steeds meer steden met speciale boulodromes. In 2009
worden de Wereldkampioenschappen voor het eerst georga-
niseerd in Maastricht.
 bouillabaisse; marseille; pastis

De spelregels
In principe kan pétanque op ieder terrein gespeeld worden,
maar tijdens kampioenschappen is de minimale afmeting
van de baan vier bij vijftien meter. Twee teams van maximaal
drie personen hebben elk twee of drie ijzeren bollen met een
diameter van minimaal 7,05 en maximaal 8 centimeter en een
gewicht tussen de 650 en 800 gram. De but of cochonnet (=het
varkentje), een klein houten of plastic balletje, wordt als eerste
opgegooid. Door de bollen zo dicht mogelijk bij het kleine bal-
letje te gooien, worden punten gescoord. Het doel van het spel
is 13 punten te behalen.

Peugeot
Eeuwenoud familiebedrijf waarvan de oprichters in de 18e
eeuw begonnen zijn als molenaars. Later richtten ze zich
op textiel- en staalproductie en fabriceerden koffie- en pe-

167
PEUGEOT

permolens, zagen, korsetten, crinolines, naaimachines en


wapens. Peugeot maakt tevens fietsen en in 1891 de eerste
auto: een vierwieler met een motor van 8pk en 4 versnellin-
gen die 25 km/uur haalt. De autofabriek werd in 1896 gestart
door Armand Peugeot. In de Tweede Wereldoorlog nemen
de Duitsers de leiding van de fabriek over, maar de familie
en de werknemers doen er alles aan om de productie zo laag
mogelijk te houden. Het verzet helpt daarbij met gevaarlij-
ke sabotage-acties. Na de Tweede Wereldoorlog dicteert de
Franse regering dat Peugeot alleen maar auto’s in het mid-
denklasse segment mag maken. In het begin is dat alleen de
kleine familie-auto 203, later komen er grotere modellen bij.
De productie groeit gestaag en in 1974 neemt Peugeot aarts-
rivaal Citroën over om de groep psa te vormen. Na een crisis
in de jaren tachtig is Peugeot nu nummer 2 van Europa en
nummer 6 van de wereld. In juli 2008 werd de vijftig miljoen-
ste Peugeot gefabriceerd, een 308SW die linea recta naar het
Peugeotmuseum in Sochaux werd gebracht.
 citroën; renault

P eugeot nummert zijn auto’s volgens het prin-


cipe x-0-y. De x is de grootte van het model,
de nul was vroeger het gat om de auto aan te slin-
geren, en de y is de generatie van het model in
de reeks. Zo was de 404 de opvolger van de 403,
et cetera. De Peugeot 107 is nu het kleinste mo-
del, de 908 het grootste. Die laatste is echter een
race-auto. Deze nummering heeft Peugeot gede-
poneerd voor de gehele automobielindustrie. Toen
Porsche de 901 op de markt wilde brengen, is dat
typenummer op verzoek van Peugeot veranderd in
Porsche 911.

168
PLÉIADE

Pied-noir
[m., letterlijk ‘zwartvoet’]
De uitdrukking pied-noir werd voor het eerst gebruikt in 1901
om de Algerijnen aan te duiden die de kolen stookten op
schepen en de gewoonte hadden om op blote voeten te lopen,
waardoor hun voeten zwart werden. Vanaf 1955 is het de bij-
naam voor inwoners van de Algerijnse kolonie met de Franse
nationaliteit, onder hen ook de Algerijnse joden.

Na de onafhankelijkheid van Algerije in 1963 kwamen bin-


nen een halfjaar meer dan een miljoen pieds-noirs (ongeveer
10% van de bevolking van Algerije) naar het Franse vasteland.
De overheid was totaal niet voorbereid op de enorme invasie
van hun eigen landgenoten en De Gaulle verbood de Franse
marine hen met de overtocht te helpen. In Frankrijk werden
pieds-noirs na terugkeer vaak met de nek aangekeken en
verantwoordelijk gehouden voor het ‘verlies’ van Algerije.
Terugkeren naar Algerije was vanwege de gewelddadige si-
tuatie onmogelijk. Pieds-noirs voelden zich ontheemd, maar
integreerden dankzij de economische groei relatief snel in de
Franse samenleving. Ook uit Tunesië en Marokko kwamen
pieds-noirs naar Frankrijk.

Beroemde pieds-noirs: Jacques Attali, Patrick Bruel, Bertrand


Delanoë, Yves Saint Laurent, Albert Camus, Alain Chabat.
 koloniën; métropole; saint laurent

Pléiade
In een beetje zichzelf respecterende Franse boekenkast staat
minimaal één exemplaar uit de Pléaide. Deze collectie luxu-
euze uitgaven van grote Franse en internationale klassiekers
is gedrukt op bijbelpapier en gebonden in soepel leer. De
Pléaide werd in 1931 opgericht door vier Russen in Parijs (‘ple-
aida’ betekent groep in het Russisch). Sinds 1933 is Pléaide in

169
PLÉAIDE

De kleur van de omslag van de boeken in de Pléaide-reeks is af-


hankelijk van het tijdperk waarin het oeuvre geschreven werd.
Elke eeuw heeft zijn eigen kleur: donkerbruin voor werken uit
de 20e eeuw, groen voor de 19e eeuw, blauw voor de 18e eeuw,
Venetiaans rood voor de 17e eeuw, violet voor de Middeleeuwen
en groen voor teksten uit de Oudheid.

handen van uitgever Gallimard. Als eerste publiceerden zij


Oeuvres poétiques van Baudelaire. Sindsdien verschenen 532
titels waarvan in totaal meer dan zes miljoen exemplaren zijn
verkocht.41 De edities zijn voorzien van zorgvuldige toelich-
tingen en uitgebreid geannoteerd. Slechts bij uitzondering
worden werken uitgebracht van nog levende schrijvers.

PMU
[m., Pari mutuel urbain, organisatie van wedkantoren opgericht in 1930]
Zelfs in de kleinste Franse dorpjes kunt u terecht bij een pmu
om een gokje te wagen. Het groene logo van het wedkantoor
prijkt vaak op de lokale Bar-Tabac. Vanaf ’s morgens vroeg
scholen vooral oudere mannen er samen om, genietend van
hun glaasje witte wijn, te wedden op de vele dagelijkse paar-
denraces die door het hele land worden gehouden. Een pmu
is vaak de enige vorm van vertier op het platteland en vervult
een belangrijke sociale rol.

Men kan behalve in het café ook op paarden wedden via in-
ternet, sms, minitel of interactieve televisie, en dat is een
lucratieve bezigheid voor de pmu. De paardensector is goed
voor 67.000 banen.42 De pmu is de op één na grootste wedor-
ganisatie ter wereld en heeft een jaaromzet van 8,8 miljard
euro. Bijna een miljard daarvan gaat naar de staatskas.

Poilu
Poilu werd de liefkozende bijnaam voor de soldaten die in de
Eerste Wereldoorlog in het Franse leger vochten. Vaak hoort

170
POMPIDOU

men de uitleg dat die term voortkomt uit het feit dat soldaten
in de loopgraven hun baarden en snorren lieten staan, waar-
door ze ‘poilu’ (behaard) waren. De term poilu werd echter al
in de negentiende eeuw gebruikt om een dapper of robuust
iemand aan te duiden.
In 1920 wordt een gesneuvelde soldaat van wie de identiteit
niet vaststaat gekozen uit een achttal verschillende onbe-
kende soldaten. Zijn stoffelijk overschot wordt bijgezet in de
Arc de Triomphe in Parijs om alle gevallen poilus te eren. Bij
zijn graf brandt een eeuwige vlam en vindt ieder jaar op 11
november, de dag van de wapenstilstand, een herdenkings-
bijeenkomst plaats. Tot in 2007 waren daar nog oud-strijders
bij aanwezig. In maart 2008 overleed echter Lazare Ponticelli,
de allerlaatse ‘poilu’. Ponticelli was op dat moment niet al-
leen de laatste oud-strijder, maar ook de oudste man van
Frankrijk. Hij kreeg een nationale begrafenis en in het hele
land werd een minuut stilte in acht genomen. Ponticelli werd
niet bijgezet in de Arc de Triomphe of het Panthéon, zoals
Jacques Chirac had bedacht, maar in zijn eigen familiegraf,
naar de wens van Ponticelli. Aan het einde van de Eerste
Wereldoorlog hadden meer dan 1,3 miljoen poilus het leven
gelaten.
 grande guerre; renault

Pompidou
[1] Georges ~.
[*5 juli 1911, montboudif - †2 april 1974, parijs; President van Frankrijk
van 1969-1974]
Pompidou kwam uit een bescheiden milieu en was, voor-
dat hij de politiek inging, leraar op een middelbare school.
Als onbekende wordt hij premier onder Generaal de Gaulle.
Na diens plotselinge aftreden in 1969, stelt Pompidou zich
kandidaat. Hij wint vervolgens met 58,21% van de president
ad interim Alain Poher. Pompidou had het geluk president

171
POMPIDOU

te zijn tijdens de Trente Glorieuses, de voorspoedige drie de-


cennia na de Tweede Wereldoorlog. Hij staat symbool voor
de modernisering van de Franse maatschappij. Onder zijn
initiatief krijgt de EEG (de voorloper van de Europese Unie)
een nieuwe impuls, besluit Frankrijk energieonafhankelijk
te worden en kernenergie te gaan ontwikkelen en worden
veel snelwegen aangelegd. Pompidou overlijdt in 1974 aan de
gevolgen van een zeldzame beenmergziekte.
 president
[2] Centre ~. Centrum voor moderne en hedendaagse kunst en
cultuur in Parijs.
Eind jaren zestig wil Georges Pompidou dat er een groot cen-
trum voor hedendaagse kunst komt middenin Parijs, waar
cultuur voor iedereen toegankelijk is. Na een internatio-
nale competitie wint uit 681 inzendingen het provocerende
ontwerp van de jonge architecten Richard Rogers en Renzo
Piano. In een dichtbebouwde maar vervallen middeleeuwse
wijk, wordt een enorm gebied gesloopt en een 42 meter hoge
rechthoekige stalen doos gebouwd. De dragende structuur
en de technische voorzieningen zoals elektriciteit, lucht-
verversing, waterleidingen en de glazen roltrappen, worden
aan de buitenkant geplaatst. Felgekleurde buizen geven hun
functies aan. Daardoor blijft de binnenruimte open en flexi-
bel. Film, muziek, architectuur, moderne en hedendaagse
kunst en twee enorme bibliotheken vinden hun plek in het
naar de oud-president vernoemde Centre Pompidou. Het is
het grootste museum van moderne kunst ter wereld en breidt
in 2009 uit met een filiaal in Metz en op termijn in Shanghai
en Singapore.

Parijzenaars spreken over ‘Beaubourg’ als ze het over het


Centre Pompidou hebben. Enerzijds omdat dit de naam is
van de oude buurt die er eerst stond, anderzijds uit snobisme
om zich te onderscheiden van de toeristen.

172
POUJADISME

B ij de opening in 1977 schreef Willem Frederik


Hermans “Het Centre Pompidou geeft mij
hartkloppingen van geestdrift. Het is een groot
geluk in een stad te wonen waar zulke wonder-
werken tot stand kunnen worden gebracht.”

Poujadisme
Het Poujadisme is een van de vele Franse politieke stromin-
gen die vernoemd zijn naar een politicus, in dit geval naar
Pierre Poujade [*1920-†2003], een rugby spelende kantoor-
boekhandelaar uit het zuiden. Poujade kwam in opstand te-
gen de belastingen, de intellectuelen en de Parijse notabelen.
Hij richt de UDCA op die tussen 1953 en 1958 razend populair
is. In korte tijd behalen de Poujadisten een groot electoraal
succes: bij de parlementsverkiezingen in 1956 behaalt de
UDCA ruim 11% van de stemmen. De beweging verdedigde
de belangen van winkeliers, van ambachtelijke beroepen en
van middenstanders die allen bang waren voor de nieuwe
zelfbedieningssupermarkten en de toenemende naoorlogse
industrialisering. De beweging ontstond ook uit de onvre-
de over de verlammende werking van de Vierde Republiek.
Opportunistische allianties werden gesloten met zowel de
Gaullisten als de Communisten en tijdens ledenvergaderin-
gen werden xenofobe en antisemitische opmerkingen niet
geschuwd.

De jonge politicus Jean-Marie le Pen, later oprichter van het


extreemrechtse Front National, werd in 1956 parlementslid
voor de Poujadisten. Vanwege onenigheid met Poujade wordt
Le Pen een jaar later al uit de fractie gezet. Met de oprichting
van de Vijfde Republiek in 1958 verdwijnt de beweging uit het
politieke landschap, maar de protectionistische mentaliteit
is nog steeds terug te vinden bij flink wat Franse politici.

173
POUJADISME

Tegenwoordig is de term poujadist een term om iemand uit te


maken voor populist of demagoog.
 republiek

Président(e)
[nagenoeg altijd mannelijk, zelden vrouwelijk]
[1] ~de la République française. Het staatshoofd van de Franse
Republiek. Frankrijks eerste president was Louis-Napoléon
Bonaparte, maar die vond de titel president niet voldoende.
Hij pleegde een staatsgreep en liet zich in 1852 per referen-
dum tot Keizer Napoléon III uitroepen. Dat blijft hij tot 1871,
waarna Frankrijk weer een president krijgt. Van 1871 tot 1954
wordt de Franse president gekozen door het Parlement en
in 1958 door een grote groep volksvertegenwoordigers. Pas
sinds 1962 kan het Franse volk zijn president in directe, vrije
verkiezingen kiezen. De ambtstermijn is vijf jaar en een pre-
sident kan maximaal één keer herkozen worden. Van alle
Westerse staathoofden heeft de Franse president de meeste
macht. Hij benoemt de eerste minister, kan het parlement
ontbinden, is opperbevelhebber van het leger en beslist over
het gebruik van de atoombom. Hij ontvangt voor zijn dien-
sten 19.331 euro netto per maand. Alle 23 presidenten sinds
1848 hebben hun officiële residentie in het Elysée Paleis ge-
had.
 pompidou; république; revolutie; sarkozy
[2] Nicolas Sarkozy is niet de enige: het wemelt het in Frankrijk
van de presidenten. Iedere vereniging, onderneming of
sportclub noemt de voorzitter de president. Vooral voor
PDG’s hebben de Fransen veel ontzag. Dat is de afkorting
van Président-Directeur-Général, de bestuursvoorzitter of CEO
in goed Nederlands. Het is gebruikelijk om iemand die mis-
schien slechts één keer in zijn leven president van iets is ge-
weest, de rest van zijn leven aan te spreken met ‘Monsieur le
Président’.

174
PRÉSIDENT(E)

De presidenten van Frankrijk


IIe Republiek
1. 1848-1852 Louis-Napoléon Bonaparte
IIIe Republiek
2. 1871-1873 Adolphe Thiers (opgestapt)
3. 1873-1879 Patrice de Mac-Mahon
4. 1879-1887 Jules Grévy
(vertrokken vanwege een omkoopschandaal)
5. 1887-1894 Sadi Carnot
(vermoord tijdens een aanslag)
6. 1894-1895 Jean Casimir-Perier
(opgestapt)
7. 1895-1899 Felix Faure
(overleden tijdens zijn ambtstermijn tijdens
seksuele activiteiten met zijn minnares)
8. 1899-1906 Émile Loubet
9. 1906-1936 Armand Fallières
10. 1913-1920 Raymond Poincaré
11. 1920 Paul Deschanel
12. 1920-1925 Alexandre Millerand
13. 1924-1931 Gaston Doumergue
14. 1931-1932 Paul Doumer
(vermoord tijdens een aanslag)
15. 1932-1940 Albert Lebrun
IVe Republiek
16. 1947-1953 Vincent Auriol
17. 1953-1958 René Coty
(gekozen na dertien rondes)
Ve Republiek
18. 1958-1965 Charles de Gaulle (herkozen)
1965-1969 Charles de Gaulle
(opgestapt na een verloren referendum)
a.i. 1969 Alain Poher
19. 1969-1974 Georges Pompidou
(overleden tijdens zijn ambtstermijn)
a.i. 1974 Alain Poher
20. 1974-1981 Valérie Giscard-d’Estaing
21. 1981-1988 François Mitterrand (herkozen)
1988-1995 François Mitterrand
22. 1995-2002 Jacques Chirac (herkozen)
2002-2007 Jacques Chirac
23. 2007-... Nicolas Sarkozy

175
PRÉSIDENT(E)

[3] Merk camembert. De eerste camembert gemaakt van gepas-


teuriseerde melk, waardoor de kaas beter geschikt werd voor
distributie in supermarkten. Later worden ook andere zui-
velproducten met de naam ‘Président’ op de markt gebracht.
Sinds 1999 heeft Président een melkmuseum waar voor de
ware tyrosémiofiel43 duizenden verschillende camembert-
etiketten te bewonderen zijn...
 camembert

Proust
Valentin Louis Georges Eugène Marcel ~.
[*10 juli 1871, parijs – †18 november 1922, parijs; schrijver]
Marcel Proust, geboren in een rijke familie, studeert na
zijn militaire dienst politieke wetenschappen in Parijs. Als
rijke dandy hoeft hij niet te werken en hij geniet volop van
de verleidingen die Parijs aan het begin van de 20e eeuw te
bieden heeft. De mondaine kringen waarin hij verkeert vor-
men de inspiratie voor zijn oeuvre. Zijn zwakke gezondheid
dwingt hem zich terug te trekken en hij wijdt zich aan het
schrijven van zijn boeken. Proust wordt beschouwd als vader
van de moderne roman, waarin een duidelijke plot onderge-
schikt is aan de geestesgesteldheid van de hoofdpersonen.
Prousts zinnen grenzen vaak aan navelstaarderij en zijn
soms net zo lang als de in zijn tijd aangelegde Parijse boule-
vards. Desalniettemin blijft Proust de meest vertaalde Franse

Prousts omvangrijkste werk is A la recherche du temps perdu,


onderverdeeld in zeven volumes:
Du côté de chez Swann — 1913
À l’ombre des jeunes filles en fleurs — 1919 (prix Goncourt)
Le Côté de Guermantes I et II — 1921-1922
Sodome et Gomorrhe I et II — 1922-1923
La Prisonnière — 1923
Albertine disparue (of La Fugitive) — 1925
Le Temps retrouvé — 1927

176
QUASIMODO

schrijver. Als kunstkenner stond hij in Frankrijk aan de wieg


van de populariteit van de schilderijen van Vermeer. Op een
tentoonstelling in Parijs ziet hij Vermeers “Gezicht op Delft”
en raakt lyrisch over ‘het gele muurtje’. Volgens Proust is dit
het mooiste schilderij op aarde.
 berluti; madeleine

Quasimodo
[1] Katholiek feest op de eerste zondag na Pasen, afgeleid van de
eerste twee woorden waarmee de mis die dag begint: “Quasi
modo geniti infantes...” [Petrus, 2:2].
[2] Romanfiguur uit Notre-Dame de Paris [1831] van Victor Hugo.
Het verhaal speelt zich af in de 15e eeuw en zoals uit de ti-
tel wellicht valt af te leiden, is het gesitueerd op en rond de
Notre-Dame kathedraal in Parijs. Hoofdpersoon Quasimodo
is de misvormde, gebochelde en dove klokkenluider van
de Notre-Dame. Hij is opgevoed door de priester Frollo.
Zowel Frollo als Quasimodo worden verliefd op de schone
Esmeralda en na heel veel pagina’s komt iedereen noodlottig
aan zijn eind. Het verhaal is vele malen verfilmd, als speel-
film en als tekenfilm en zelfs als een tenenkrommende edoch

177
QUASIMODO

succesvolle Franstalige musical. Quasimodo is in de popu-


laire cultuur een archetype geworden van een goedaardig
monster, zoals zijn collegae King Kong of Gollum.

Quatorze
[telwoord, ‘veertien’]
[1] Louis ~. Lodewijk de 14e.
 louis
[2] ~ juillet. 14 juli, de nationale feestdag.
Frankrijk heeft tot ver in de 19e eeuw, net als de meeste andere
Europese landen, geen echte officiële nationale feestdag. De
geboortedag van de koning werd wel gevierd, evenals ver-
scheidene naamdagen van heiligen. Daarnaast waren er regi-
onale feestdagen. Na de Revolutie verandert daar weinig aan.
Pas in 1880 vindt men dat er een nationale feestdag moet ko-
men. De keuze van een gebeurtenis uit de Revolutie ligt voor
de hand. Maar welke? De verklaring van de rechten van de
mens op 26 augustus 1789? Het op non-actief stellen van de
koning op 10 augustus 1792? Het einde van de monarchie op
21 september 1792? De executie van Lodewijk de 16e op 21 ja-
nuari 1793? Uiteindelijk blijven er twee data over: 4 augustus
1789 (de geweldloze afschaffing van de adelstand) en 14 juli
1789 (de bestorming van de Bastille). Rechts wilde 4 augustus,
Links wilde 14 juli. Uiteindelijk werd op 6 juli 1880 de laatste
datum gekozen, omdat die volgens velen de gebeurtenis was
zonder welke de andere evenementen van de Revolutie nooit
zouden hebben plaatsgevonden. De eerst tien jaar werd het
feest door rechts geboycot, maar langzamerhand kreeg de
dag een vaste plek op de feestkalender. De dag werd het offi-
ciële einde van het schooljaar en het begin van de zomer. Het
feest werd steeds enthousiaster gevierd maar links vond dat
het allemaal veel te bourgeois werd. Daarom stelden zij er het
proletarische 1 meifeest, de Dag van de Arbeid, tegenover.

178
QUÉBEC

Tegenwoordig is 14 juli een vrije dag die, zeker in vergelijking


met Koninginnedag, niet al te uitbundig wordt gevierd. In
Parijs is de Champs-Elysées elk jaar het decor van een groot
militair defilé en in de kleinere steden worden toespraken
gehouden. Op veel brandweerkazernes in de steden vindt ’s
avonds het populaire bal des pompiers plaats waarop de hele
buurt welkom is. De feestdag wordt afgesloten met vuurwerk.
Voor de meeste Fransen is 14 juli echter niet zozeer feestelijk
omdat de Revolutie herdacht wordt, maar meer omdat op die
dag meestal hun zomervakantie begint.
 bastille; revolutie
[3] La Guerre de ~. De oorlog 1914-’18, de Eerste Wereldoorlog.
 grande guerre
[4] Le ~. Aanduiding van het departement Calvados.
 calvados

Québec
Grootste provincie van Canada. Oppervlakte: 1.667.441km2
(drie keer zo groot als Frankrijk); inwoners: 7,7 miljoen.
Hoofdstad: Québec, grootste stad: Montréal. Officiële taal:
Frans. Internetafkorting: .qc44

Samuel de Chaplain koos de naam Québec in 1608 voor de


nieuwe kolonie in Nouvelle-France. Een halve eeuw later
woonden er twee keer zoveel mannen als vrouwen. Om die

Québécismes
Enige voor Fransen onbegrijpelijke woorden in het Québecois.
à cause ? — waarom? lofer — spijbelen
ben manque — misschien niaiseux — dom, imbeciel
break — pauze pentré — aanrecht
chassis — raam smatte — aardig
filer — (zich)voelen tiguidou — ok, akkoord
jasette — gesprek zigoune — sigaret

179
QUÉBEC

balans in evenwicht te brengen, stuurde Lodewijk de 14e


700 jonge dames op vrijwillige basis naar de kolonie, de fil-
les du roy. Na het vredesakkoord van 1763 wordt Canada aan
de Britten gegeven. De nieuwe eigenaren erkenden de rol
van de Franse wetten, de Franse taal en de katholieke kerk in
Québec. Daardoor is de Franse identiteit er tot op de dag van
vandaag behouden. Binnen Québec gaan regelmatig stem-
men op om onafhankelijk te worden. In 1967 riep Charles de
Gaulle tijdens een staatsbezoek ‘Vive le Québec libre!’ Die uit-
spraak leidde tot een jarenlange diplomatieke winter tussen
Frankrijk en Canada. De Gaulle verliet overhaast het land en
kwam er nooit meer terug.

Quebecs populairste nationale dis is de poutin, een mengsel


van friet in cheddar kaas en vette jus uitgevonden in de jaren
vijftig. Dit verfijnde gerecht heeft inmiddels heel Canada en
het noorden van de Verenigde Staten veroverd.

De Québecois spreken Québecois Frans, een variant die sterk


beïnvloed is door de dialecten uit Noord-Frankrijk, het Engels
en lokale Indiaanse talen. Zelfs voor een geboren Fransman is
het Québecois lastig te verstaan.
 com; frans; koloniën

Renault
[1] Louis ~
[*21 mei 1843–† 8 februari 1918].
Rechtsgeleerde en één van de eerste rechters van het
Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag. Hij stond aan de

180
RENAULT

basis van de internationale rechtspraak. In 1907 ontvangt hij


voor zijn inspanningen de Nobelprijs voor de Vrede.
[2] Louis ~
[*12 februari 1877, parijs – † 25 oktober 1944, parijs; uitvinder, coureur
en autofabrikant]
Vanaf zijn tiende is Louis aan het knutselen met stoommo-
toren. Hij bouwde zijn eerste auto in 1898 en verschijnt daar-
mee, samen met zijn broer Marcel, op een kerstdiner in een
restaurant in Parijs. De auto, met een vermogen van ¾ paar-
denkracht en een direct versnellingssysteem, trekt veel be-
kijks en de aanwezige gasten bestellen prompt een exemplaar.
Twee weken later vraagt hij patent aan op zijn automobiel en
in februari 1899 wordt in de Parijse voorstad Billancourt de
automobielfabriek Renault Frères opgericht. Het gaat Renault
al snel voor de wind en in de Eerste Wereldoorlog levert hij
een belangrijke bijdrage aan het Franse leger. Wanneer in
1940 de Duitsers Parijs binnenvallen, twijfelt Louis echter
wat hij moet doen. Nadat hij door de nazi’s gearresteerd is,
doet Louis er alles aan om de fabriek draaiende te houden.
Daarvoor moet hij, net zoals de andere Franse autofabrikan-
ten, samenwerken met de Duitsers. Vlak na de bevrijding
wordt Louis gevangen gezet. Omdat Louis Renault geen
banden heeft met de Franse banken (hij heeft ondanks zijn
enorme rijkdom altijd geweigerd een bankrekening te ope-
nen) en zij dus geen aandeel hebben in de fabriek, is Renault
de enige die moet boeten. Een maand later komt hij aan zijn
einde, vermoedelijk doodgeknuppeld door de gewapende
verzetsbeweging FTP. De Renault-fabrieken worden vervol-
gens door Generaal de Gaulle genationaliseerd zonder enige
vorm van proces en zonder schadeloosstelling.
[3] Autofabriek opgericht in 1899 door de gebroeders Renault.
De eerste twee modellen heten simpelweg Type A en Type B
en in het eerste jaar worden er 76 automobielen verkocht. Eén
auto kost dan net zoveel als tien jaarsalarissen van een arbei-

181
RENAULT

der. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakt Renault munitie


en vliegtuigmotoren, maar ook een revolutionair gepant-
serd voertuig voor het Franse leger, de door twee personen
bediende tank FT17. Renault wordt wereldwijd geprezen voor
de oorlogsinspanningen en de activiteiten floreren. In 1919
werken er 20.000 mensen en Renault wordt een groot indus-
trieel imperium. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog
is er echter weinig meer over van Renaults goede imago en de
fabriek wordt geprivatiseerd. In de decennia daarna draaien
de fabrieken goed, maar is er ook veel sociale onrust, vooral
in mei 1968. Na de roerige jaren ’80 waarin topman Georges
Besse door extreemlinkse terroristen wordt vermoord, zit
Renault flink in het slop. In 1996 wordt het staatsbedrijf
geprivatiseerd en neemt het bedrijf belangen in Samsung
Motors, Nissan, Dacia en Lada. Renault verkoopt nu jaarlijks
zo’n 2,5 miljoen auto’s.

Succesvolle Renault-modellen
de Juvaquatre, de 4CV, de Alpine, de Dauphine, de R4, Clio,
Twingo, de Parijse stadsbussen.

Races zijn altijd belangrijk geweest om Renaults in de etalage


te zetten. De eerste waaraan Louis en Marcel deelnemen is
Paris-Trouville die meteen gewonnen wordt. De ene na de
andere rit volgt en na iedere overwinning stijgt het aantal be-
stellingen. Maar de races worden Marcel Renault noodlottig:
tijdens de race Parijs-Madrid in 1903 vliegt hij uit de bocht en
overlijdt even later. Ruim zeventig jaar later, in 1977, neemt
Renault voor het eerst deel aan de Formule 1 races. In 2005
en 2006 wordt Renault met coureur Fernando Alonso zelfs
kampioen.
 citroën; grande guerre

182
RENTRÉE

T anks waren niet de enige bijdrage van Renault


aan de Eerste Wereldoorlog. Als in septem-
ber 1914 de Duitsers Parijs genaderd zijn, moet er
snel versterking gestuurd worden naar het front
bij de Marne. Andere transportmiddelen zijn niet
mogelijk, dus vordert het leger zoveel mogelijk
Parijse taxi’s. In lange colonnes vervoeren de 600
taxi’s, merendeels van het model Renaults AG1
Landaulet, ruim 6.000 soldaten naar het front.
Dankzij de belangrijke bijdrage van de taxis de la
Marne wordt de eerste Slag om de Marne door de
Fransen gewonnen.

[4] Capitain Louis ~. De chef van politie in de beroemde film


Casablanca [1942], een opportunist die met alle winden
meewaait, gespeeld door de Engelse acteur Claude Rains.
Ondanks de overeenkomsten is het niet aannemelijk dat de
figuur in de film gebaseerd is op de autoritaire automaker,
aangezien die pas aan het einde van de oorlog van collabora-
tie verdacht werd.

Rentrée
[v., de ‘thuiskomst’, ‘terugkeer’]
Waar in de meeste westerse landen het nieuwe jaar op 1 ja-
nuari begint, start het in Frankrijk op 1 september. De ren-
trée wordt dat heuglijke moment genoemd. Dan beginnen
de meeste Fransen weer met hun werk, hun school en hun
normale ritme. Sinds mensenheugenis (hoewel, ook weer
niet sinds zo heel erg lang; betaalde vakanties bestaan pas
sinds de jaren dertig) ligt Frankrijk in augustus plat. Vanaf
juni wordt reeds naar de zomerslaap toe gewerkt: er worden
minder afspraken gemaakt, het tempo gaat omlaag, de lun-
ches worden langer en projecten worden graag over de zomer

183
RENTRÉE

heen getild. “On verra ça après la rentrée”, dat zien we wel in


september, is dan een veelgehoorde uitdrukking. In de week
van 1 september pakt iedereen vol goede moed de draad weer
op. De bordjes met ‘fermeture annuelle’ verdwijnen van de
rolluiken, nieuwe voornemens worden gemaakt en nieuwe
kleren worden gekocht.

Alle ondernemers springen ieder jaar enthousiast in op de


rentrée, maar de uitgevers spannen de kroon. Tijdens de lit-
teraire rentrée worden de Fransen bestookt met een enorm
boekenbombardement. Zo verschenen in september 2008
niet minder dan 676 nieuwe romans. De meeste van die nieu-
we uitgaven verdwijnen snel in de vergetelheid. Over een
handvol nieuwe boeken zal nog maanden gepraat worden,
misschien zelfs wel tot aan de volgende rentrée.

République
[v., lat.: res publica, ‘de publieke zaak’]
Een republiek is over het algemeen een staatsvorm met een
niet erfelijk staatshoofd dat gekozen wordt door algemene
verkiezingen en is de facto het tegenovergestelde van een
monarchie. Van de moderne republieken zien de Fransen hun
versie graag als moeder aller republieken. Het idee van een
republiek is bijzonder geladen en vormt bijna een religieus
uitgangspunt voor de inrichting van de Franse maatschap-
pij. Sinds de Revolutie van 1789 is de republiek verschillende
malen aan de kant geschoven voor een andere staatsvorm,
waaronder een keizerrijk, een nieuwe monarchie en een dic-
tatuur. Iedere keer als een staatkundige hervorming gepaard
vergezeld gaat van een nieuwe grondwet, wordt een nieuwe
republiek uitgeroepen. Aan de Ie Republiek kwam snel een
einde door de staatsgreep van Napoléon. Na de Tweede
Wereldoorlog keuren de Fransen de Grondwet voor de IVe
Republiek goed. Na 22 kabinetten in elf jaar en de onrusten

184
REPUBLIKEINSE KALENDER

De Franse staatsvormen sinds de Revolutie van 1789


1791-1793 Constitutionele monarchie
1793-1795 Ie Republiek. Eindigde met de staatsgreep
van Napoléon.
1795-1799 Directoire
1799-1804 Consulaat
1804-1814 Premier Empire (1e Keizerrijk)
1814-1830 Restauratie
1830-1848 Juli-monarchie
1848-1852 IIe Republiek
1852-1870 Second Empire (2e Keizerrijk)
1870-1940 IIIe Republiek
1940-1944 État français: Duitse bezetting en Vichy
1944-1946 GPRF: Voorlopige regering van de
Franse Republiek
1946-1958 IVe Republiek, goedgekeurd per referendum
1958-heden Ve Republiek, goedgekeurd per referendum

in Algerije heeft het publiek genoeg van de instabiele staats-


vorm. Die onvrede leidt er toe dat in 1958 Generaal de Gaulle
met een militaire staatsgreep dreigt en uiteindelijk de macht
kan grijpen. Hij ontwerpt een Ve Republiek die per referen-
dum wordt goedgekeurd. Die Vijfde Republiek is nog steeds
van kracht, ook al vertoont die staatsvorm na een halve eeuw
behoorlijke slijtage. Een VIe Republiek, die meer macht aan
het parlement zou moeten geven en minder aan de presi-
dent, is de laatste jaren een geliefde academische hypothese.
Voorlopig lijkt het er echter op dat de Ve Republiek nog een
flink aantal jaren mee zal gaan.
 napoléon; président; revolutie

Republikeinse kalender
Na de Revolutie werd alles wat met de kerk te maken had
verdacht of vernield. Zo ook de Gregoriaanse jaartelling.
Daarom bedacht de wiskundige Gilbert Romme een nieuwe
Republikeinse kalenderindeling die in 1793 van kracht werd.
Het was een complex systeem. De jaren werden genummerd

185
REPUBLIKEINSE KALENDER

De maanden na de Revolutie Lente


Herst Germinal – Kiemmaand
Vendémiaire – Oogstmaand Floréal – Bloeimaand
Brumaire – Mistmaand Prairial – Vruchtbare maand
Frimaire – Koude maand Zomer
Winter Messidor – Goudkleurige
Nivôse – Sneeuwmaand maand
Pluviôse – Regenmaand Thermidor – Warme maand
Ventôse – Windmaand Fructidor – Vruchtmaand

met Romeinse cijfers. De telling begon in 1792, het jaar I en


het nieuwe jaar begon voortaan op de eerste herfstdag. De
twaalf maanden waren onderverdeeld in drie periodes van
tien dagen, de decadi. De 360 dagen werden afgesloten met
vijf (of in schrikkeljaren zes) speciale dagen, de sans-culot-
tides. Iedere dag had bovendien een verschillende naam. De
poëtische namen moesten direct een indruk geven van de
sfeer van de betreffende periode. Na elf jaar, op 10 Nivôse
van het jaar XIV [31 december 1805] werd het ingewikkelde
systeem door Napoléon naar de eeuwigheid verwezen. In
1922 probeerde Mussolini tevergeefs de kalender in Italië in
te voeren.
 napoléon; revolutie

RER
Réseau Express Régionale, het Regionale Express Netwerk, is
een vervoerssysteem voor de almaar uitdijende Parijse re-
gio. De aanleg begon in 1961. Onder het metronetwerk werd
een heel nieuw netwerk aangelegd en reeds bestaande voor-
stadspoorwegen worden deels ondergronds gebracht en
geïntegreerd. In 1977 gaat de rer eindelijk van start en sinds-
dien is het netwerk regelmatig uitgebreid. De snelle treinen
brachten de voorsteden dichterbij Parijs en hebben de ver-
stedelijking van het Île-de-France geïntensifieerd. Bijna een
halve eeuw later vormt de rer de ruggengraat van het zeer

186
REVOLUTIE

uitgebreide openbaar vervoernetwerk van de regio. Van de


huidige vijf lijnen A tot en met E, zijn lijn A en B de drukste
stadslijnen ter wereld. Drie lijnen komen samen in het im-
mense station Châtelet-les-Halles.

In Berlijn (S-Bahn) en Madrid (Cercanias) bestaan soort-


gelijke netwerken. In de regio Brussel is op dit moment
ook een rer-netwerk in aanleg, door de Nederlandstaligen
Gewestelijk ExpresNet (gen) genoemd. In Nederland zou
de rer-structuur een oplossing kunnen bieden voor de ver-
voersproblemen in de Randstad.
 banlieue; île-de-france; metro

Revolutie
Het lijkt er soms op of het conservatieve Frankrijk alleen kan
veranderen met extreme elektroshocks. De grootste begon
met de Revolutie van 1789. Een bestorming van een gevange-
nis voor de adel was genoeg om een einde te maken aan 1.300
jaar monarchie. Er zijn vele theorieën over wat nu precies de
directe aanleiding voor die Revolutie is geweest. Uiteindelijk
is het een combinatie van factoren geweest die een einde aan
de monarchie heeft gemaakt. De voor die tijd radicale ideeën
van de Verlichting creëerden een klimaat waarin men vragen
ging stellen over bestaande sociale en wetenschappelijke
conventies. In 1787 waren al rellen in Parijs en de twee jaren
daarna waren rampzalig voor de landbouw en de dieren. De
slechte oogst was waarschijnlijk een gevolg van de uitbar-
sting van de vulkaan Laki in IJsland in 1783, die tot een tijde-
lijke klimaatsverandering in Europa leidde. Ondertussen zat
de Staat krap bij kas door de uitgaven aan de Amerikaanse
Onafhankelijkheidsoorlog en de Zevenjarige oorlog [1756–
1763]. Het volk dacht dat het expres uitgehongerd werd.
Lodewijk de 16e besluit het volk te raadplegen door middel
van het bijeenroepen van de Staten-Generaal. In het begin

187
REVOLUTIE

van het Revolutiejaar kon iedereen via speciale klachten-


schriften, de cahiers de doléances, zijn grieven kenbaar maken.
Meer dan 60.000 documenten met klachten werden verza-
meld, maar daarbij zat niet één wens voor de afschaffing van
de monarchie. Uiteindelijk barstte de bom toen de koning de
populaire minister van financiën Jacques Necker ontsloeg,
waarna een woedende menigte naar de Bastille trok. Daarna
verspreidde de opstand zich over de rest van het land.

Na de Revolutie zou er nog een aantal andere opstanden vol-


gen: In 1830 vindt de driedaagse Julirevolutie plaats, waarbij
Koning Karel X van de troon wordt gejaagd. In 1848 is door
de revolutionaire mode heel Europa instabiel en komt er in
Frankrijk een definitief einde aan de monarchie. Tijdens de
Commune van 1871 wordt Parijs uitgeroepen tot autonome
stad. Regeringstroepen maken daar echter een zeer bloedig
einde aan. In zekere zin zijn ook de studentenopstanden van
mei 1968 en in veel mindere mate die van 2006 te beschouwen
als momenten van sociale omwenteling in Frankrijk.
 bastille; baguette; guillotine; quatorze

Roquefort
Blauwe schimmelkaas van rauwe schapenmelk, gemaakt in het
dorpje Roquefort-sur-Soulzon in Zuid-Frankrijk. Een micro-
klimaat in de natuurlijk geventileerde grotten zorgt voor een
constante temperatuur van 10°C, waardoor de schimmel pe-
nicilium roqueforti goed gedijt. Roquefort heeft minimaal drie
maanden gerijpt. De kaas kan verwerkt worden in verschil-
lende gerechten, maar wordt meestal gegeten na de maaltijd.
Roquefort ontbreekt zelden op een Franse kaasplank en de
scherpe smaak vraagt om een vol glas rode wijn.

Roquefort wordt al eeuwen gegeten. Plinius de Oudere


noemt de kaas reeds in de 1e eeuw n.C. in hoofdstuk 11 van zijn

188
SAINT LAURENT

Naturalis Historia. In 1411 gaf koning Karel VI de Dwaze het


alleenrecht aan de bewoners van Roquefort om de kaas te ma-
ken. Ook andere koningen beschermden de naam Roquefort.
Sinds 1925 is Roquefort een appellation d’origine.
 aoc; kaas

V oor de uitvinding van penicilline hadden de


boeren uit de streek al de gewoonte om won-
den met de schimmelkaas te bedekken om verdere
infecties te voorkomen.

Saint Laurent
Yves Henri Donat Mathieu ~
[*1 augustus 1936, oran - †1 juni 2008, parijs; modeontwerper]
Yves Saint Laurent groeide op in Algerije. Omdat hij mode-
bladen verslindt en jurken voor prinsessen tekent, wordt hij
op school gepest. Hij besluit wraak te nemen door beroemd
te worden. Reeds op zijn 14e wint hij een prijs met drie mode-
tekeningen. Drie jaar later ontmoet hij via via Christian Dior,
die hem aanneemt als assistent. Als Dior in 1957 onverwacht
overlijdt, neemt Saint Laurent de leiding van het modehuis
over. Hij is dan 21. Vanaf dat moment staat Saint Laurent in
de spotlights. Met zijn levenspartner Pierre Bergé richt hij
in 1961 zijn eigen couturehuis op. De rollen blijven bijna een
halve eeuw hetzelfde: Saint Laurent ontwerpt de collecties,

189
SAINT LAURENT

Bergé houdt zich bezig met de dagelijkse leiding en de mar-


keting. Als eerste ontwerper begint Saint Laurent in 1966 een
prêt-à-porter collectie. Bergé en Saint Laurent beginnen ook
een kunstcollectie die in de loop der decennia enorm zou
worden uitgebreid. De kunst zou terugkomen in zijn col-
lecties: motieven van Mondriaan, Braque, Picasso en Matisse
worden door Saint Laurent regelmatig vrijelijk geciteerd.

Yves Saint Laurent heeft zich altijd in dienst gesteld van de


vrouwen. Hij introduceert het broekpak, het Saharajasje, de
trenchcoat en de smoking voor vrouwen. Daarmee zet hij de
lijn voort die Chanel begonnen was en draagt hij bij aan hun
bevrijding in de jaren zestig en zeventig.

In 1983 is Yves Saint Laurent de eerste levende kunstenaar


die een tentoonstelling krijgt in het Metropolitan Museum
in New York. De expositie trekt ruim een miljoen bezoekers
en reist daarna de wereld rond. Hij neemt in 2002 afscheid
met een spectaculaire modeshow in Centre Pompidou. Zijn
persoonlijke leven wordt gekenmerkt door onzekerheid, ver-
legenheid, depressies, drank- en drugsgebruik en sinds zijn
pensionering leidde hij een teruggetrokken leven. Bij zijn
uitvaart in juni 2008 lijkt heel Parijs even stil te staan. Zijn as
is bijgezet in de voor het publiek toegankelijke tuin van zijn
geliefde Villa Majorelle in Marrakech.
 deneuve; dior; haute couture; pied-noir

190
SARKOZY

Sarkozy
Nicolas Paul Stéphane “Sarko” Sarkozy de Nagy-Bocsa
[*28 januari 1955, Parijs; advocaat, president van frankrijk sinds 2007]
Bewonderd door de een, gehaat door de ander: zelden zal een
politicus zoveel emoties teweeg hebben gebracht als Nicolas
Sarkozy, de 23e president van de Franse Republiek. De hyper-
president begon zijn carrière als advocaat. Op zijn 22e wordt
hij gemeenteraadslid van Neuilly-sur-Seine, een chique
voorstad van Parijs, waar hij in 1983 burgemeester wordt.
Hij is dan pas 27 jaar. In 1993 sleept hij zijn eerste ministers-
post in de wacht. Na een aantal politieke ups en downs, is
hij in 2007 de enige kandidaat van de ump, de partij die in
2002 is ontstaan uit een fusie tussen Chiracs rpr en de partij
van voormalig premier Raffarin. Op 6 mei 2007 verslaat hij
Ségolène Royal met 53% van de stemmen in de presidents-
verkiezingen.

Sinds zijn aantreden domineert Sarkozy de media in binnen-


en buitenland. Hij reist naar alle brandhaarden op de wereld
in de hoop een oplossing te kunnen vinden. Hij haalt de
banden met de VS, de navo en vooral met de Europese Unie
aan. In eigen land echter bleef de beloofde ‘rupture’ voorals-
nog uit. Geplaagd door de financiële crisis is hij er nog niet
in geslaagd van Frankrijk weer een dynamisch land zonder
werkloosheid te maken. Sinds zijn huwelijk met het linkse
topmodel Carla Bruni in februari 2008, is het patstersimago

191
SARKOZY

van president Bling-bling iets bijgesteld en probeert Sarkozy


zich presidentiëler te gedragen.
 banlieue; bruni; président

Smic
Het Salaire minimum de croissance is het wettelijke minimum-
salaris. Sinds 1 juli 2008 bedraagt dat 1.321,02 euro, iets meer
dan 1.000 euro netto voor 151,67 uur per maand werken. Het
bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd, maar is nu al een van de
hoogste wettelijke minimumsalarissen ter wereld. Ironisch
genoeg is het voor veel mensen ook meteen het maximum-
salaris. Veel werknemers eindigen namelijk op hetzelfde lage
salarisniveau als zij ooit begonnen. Iemand die het Smic ver-
dient heet een smicard.

SNCF
[v., Société Nationale des Chemins de Fer, ‘Nationale Maatschappij der IJzeren
Wegen’]
De Franse Nationale Spoorwegen zijn opgericht in 1938, maar
de eerste Franse trein reed al in 1827 over de spoorweg Saint-
Étienne – Andrézieux. De wagons werden in het begin door
paarden getrokken.

Na de Deutsche Bahn is de sncf de grootste spoorwegmaat-


schappij van Europa. Dagelijks razen 13.400 treinen over
30.870 kilometer spoor, sommige met een snelheid van 320 ki-
lometer per uur over kaarsrechte trajecten, andere stapvoets
over bochtige en idyllische bergsporen. De sncf is de laatste
jaren zeer winstgevend, met name door de goede resultaten
van de tgv’s. In de provincie klaagt men echter dat steeds
meer verbindingen tussen dorpjes verdwijnen. Het land telt
honderden verlaten stationnetjes die soms omgebouwd zijn
tot appartement, pension of restaurant. De sncf opereert
ook in internationale ondernemingen, zoals de Eurostar en

192
SORBONNE

de Thalys. Beide bedrijven staan los van het Franse deel van
het netwerk en worden bijna nooit geplaagd door stakingen.
 eurostar; tgv

Sorbonne
Verzamelnaam voor een aantal Parijse universiteiten. In
de 12e eeuw is er al de Universitas magistrorum et scholarium
Parisiensis, een voorloper van de universiteiten zoals die rond
die tijd in Europa worden opgericht met Bologna als eerste,
in 1158. In het gebied dat nu Quartier Latin heet, gaf men toen
les — in het Latijn — in theologie, rechten, geneeskunde en
kunsten. De Sorbonne is Frankrijks oudste universiteit en
vernoemd naar de kanunnik Robert de Sorbon [*1201-†1274],
die in 1257 een theologische college opende in Parijs. In 1628
laat oud-student Kardinaal de Richelieu de Sorbonne volle-
dig herbouwen, op de huidige plek. In de loop der eeuwen
wordt de Sorbonne een belangrijk centrum voor de Europese
wetenschap en vele illustere grootheden studeerden aan de
Sorbonne. Onder hen Thomas van Aquino, Erasmus, Calvijn,
Simone de Beauvoir, Paus Benedictus de 16e en schrijver de-
zes.

Twee jaar na de studentenopstand in 1968, werd de Sorbonne


opgedeeld in dertien verschillende universiteiten die ver-
spreid werden over de stad en de regio Parijs. Vier daarvan
dragen nu nog de naam Sorbonne. De uitstekende reputatie
die de Sorbonne vooral in het buitenland heeft is niet geheel
terecht. De lokalen zijn versleten en studenten moeten soms
op de grond zitten omdat de zalen vol zijn. Ruim 5.000 ki-
lometer van het Quartier Latin is van al die misère weinig
te merken: In 2006 opende de Sorbonne een filiaal in Abu
Dhabi, waar een splinternieuwe campus wordt aangelegd
met voorzieningen op topniveau.
 grande ecole

193
TABAC

Tabac
Hoe klein een Frans dorp ook is, er is altijd wel een tabac of
een bar-tabac. Herkenbaar aan het karakteristieke uithang-
bord in de vorm van een wybertje, is dit de plek voor rookwa-
ren, postzegels en snoepgoed. Sinds het rookverbod in 2008,
dat overigens geheel probleemloos werd ingevoerd, is het ka-
rakteristieke rookgordijn in de 11.500 tabacs verdwenen.
 pmu

Tarte Tatin
[v., omgekeerde appeltaart]
Er zijn vele Franse nagerechten die een apart lemma zouden
verdienen. De Tarte Tatin is daar toch wel een van de lek-
kerste van en bovendien heeft het verhaal over het ontstaan
van de taart bijna mythische vormen aangenomen. De taart
is vernoemd naar de gezusters Caroline et Stéphanie Tatin.
Begin 20e eeuw baatten de twee een hotel-restaurant uit in
Lamotte-Beuvron (departement Loir-et-Cher), in het hart
van Frankrijk. Eén van de zusters wilde een appeltaart bak-
ken en had in de haast een aantal halve appels in de oven ge-
daan zonder taartbodem. Toen ze erachter kwam maakte ze
snel een deegbodem en legde die op de appels die al redelijk

194
TATI

gaar en gekarameliseerd waren. Toen alles klaar was draaide


ze de taart om en het blijkt een gouden vondst.

De bekende culinaire criticus Curnonsky [*1872-†1956] was


een grote fan van de taart en doopte het gerecht in 1926 om
tot de “taart van de dames Tatin”. Het dessert werd in Parijs
voor het eerst geserveerd bij Maxim’s, waar het nog steeds
een van de specialiteiten is. Het hotel Tatin bestaat overigens
nog steeds.

Tati
[1] Jacques Tatischeff ~.
[*9 oktober 1907, Le Pecq - † 5 november 1982, Parijs; acteur, regisseur]
Zoon van een Russisch-Franse vader en een Italiaans-
Nederlandse moeder. Geïnspireerd door komieken als
Charlie Chaplin en W.C. Fields speelt de slungelige Tati zelf
de hoofdrol in een absurdistische wereld. Zijn karakter is
Monsieur Hulot, een we-
reldvreemde maar aar- De lange speelfilms van Tati
dige figuur die zijn plaats Jour de fête [1949]
Les vacances de Monsieur Hulot
zoekt in de moderne sa-
[1953]
menleving. Vanaf 1953 is Mon Oncle [1958]
Hulot in vier films Tati’s Playtime [1967]
Trafic [1971]
alter ego. Na drie grote
Parade [1973]
publiekssuccessen begint
Tati aan Playtime, zijn
meest ambitieuze speelfilm. Voor de film werd een enorm
decor gebouwd, genaamd Tativille, een kille moderne stad.
Drie jaar lang werd gefilmd in het kostbare 70mm formaat.
Het geluid, altijd zeer belangrijk voor Tati, werd achteraf toe-
gevoegd. De film was een commerciële flop en bracht hem
financieel aan de grond. In de bossen van Vincennes zijn nog
schaarse resten te vinden van het enorme decor. Ondanks dat
hij slechts zes speelfilms maakte in een veertigjarige carrière,

195
TGV

heeft zijn werk een grote invloed gehad op latere filmmakers


als Rowan Atkinson en Michel Gondry. In 2009 komt de film
L’Illusionniste uit van regisseur Sylvain Chomet, gebaseerd op
Tati’s laatste, maar tot nu toe nooit verfilmde script.
 cinema

I n Trafic [1971] moet Monsieur Hulot een spe-


ciale versie van de Renault 4 naar de AutoRAI
in Amsterdam rijden. De Nederlandse regisseur
Bert Haanstra [1916-†1997] werkte mee aan het
scenario van Trafic, maar kreeg meningsverschillen
met Tati en verliet de productie.

[2] Discountwarenhuis geopend in 1948. Het schreeuwerige


log0 van roze en witte ruiten met blauwe letters verkrijgt eind
jaren negentig een cultstatus. Na een bijna-faillissement is
Tati sinds 2004 eigendom van een investeringsmaatschappij
die het aantal vestigingen de komende jaren internationaal
gaat uitbreiden, vooral in Oost-Europa en Noord-Afrika.
 grand magasin

TGV
[m., Train à Grande Vitesse, ‘Hogesnelheidstrein’]
Sinds 1960 zijn de Fransen, geïnspireerd door het Japanse

196
TOUR DE FRANCE

voorbeeld, aan het experimenteren met snelle treinen. De


oliecrisis van 1973 versnelde Frankrijks inspanningen voor
alternatieve vormen van transport. De keus viel daarbij op
een supersnelle trein die moest gaan rijden tussen Parijs en
Lyon, het route waarop de meeste binnenlandse vluchten
plaatsvonden. De eerste, toen nog oranje, tgv ging in 1981
van start, met een topsnelheid van 270 km/u. Het eerste jaar
vervoerde de SNCF ruim tien miljoen passagiers en dit enor-
me succes is het begin van een lange opmars van de snelle
treinen binnen Europa. De tgv is een belangrijk exportpro-
duct geworden. Door de onzekere brandstofprijzen en de am-
bities op milieugebied, verschijnen de hogesnelheidstreinen
langzamerhand ook in andere werelddelen.

De tgv’s hebben de Franse regio’s een stuk dichterbij elkaar


gebracht en rijden nu tussen de 270 en 320 km/u. Maar het
kan nog sneller. In 2007 bereikte een speciaal geprepareerde
trein op het nieuwe traject van de tgv Est naar Duitsland, een
snelheid van 574,7km/u, een absoluut wereldrecord. De nieu-
we generatie treinen agv (Automotrice à Grande Vitesse), ont-
wikkeld door de Franse treinenfabrikant Alsthom, moet een
topsnelheid krijgen van 360 km/u. Tussen de Kanaaltunnel in
het noorden naar Marseille in het zuiden kan de 1067 kilome-
ter lange lijn al afgelegd worden in drie en een half uur (304
km/u). Ter vergelijking: de 498 kilometer tussen Amsterdam
en Parijs worden anno 2009 nog steeds afgelegd in 4 uur en 13
minuten, een slakkengangetje van 118 km/u.
 eurostar; sncf

Tour de France
[m., Ronde van de Frankrijk]
Iedere zomer raast een lange slang door steden en dorpen die
in drie weken bijna 3.500 kilometer aflegt: de Tour de France.
De rondrit door Frankrijk voor wielrenners vond voor het

197
TRICOLORE

De winnaars van de 21e eeuw en hun ploeg:


2000 — Lance Armstrong (VS) (US Postal Service)
2001 — Lance Armstrong (VS) (US Postal Service)
2002 — Lance Armstrong (VS) (US Postal Service)
2003 — Lance Armstrong (VS) (US Postal Service)
2004 — Lance Armstrong (VS) (US Postal Service)
2005 — Lance Armstrong (VS) (Discovery)
2006 — Oscar Pereiro Sio (SP) (Caisse d’Épargne)
2007 — Alberto Contador (SP) (Discovery)
2008 — Carlos Sastre (SP) (Team CSC-Saxo Bank)

eerst plaats in 1903 en werd gewonnen door Maurice Garin.


Het sportdagblad L’Auto, dat later opging in de sportkrant
L’Équipe, wilde met de tocht een hoop publiciteit generen. De
Tour wordt nog steeds georganiseerd door de uitgevers van
die krant, de Amaury Sport Organisation (ASO). Renners had-
den in het begin geen recht op hulp onderweg en moesten
zelf hun fiets repareren. In de eerste twee jaar werd er ook ’s
nachts gereden. Na ruim een eeuw is de koers uitgegroeid tot
een mondiaal mediaspektakel. De laatste jaren wordt de Tour
geplaagd door dopingschandalen, waardoor de geloofwaar-
digheid en populariteit onder druk staat.

De laatste twee decennia domineren de Amerikanen (met


Greg Lemond en Lance Armstrong) en de Spanjaarden (o.a.
Michael Indurain). Beide landen haalden sinds 1988 ieder
negen Tour-overwinningen, waarvan zeven door Lance
Armstrong. De grootste renner is echter nog steeds de Belg
Eddie Merckx: tussen 1969 en 1975 reed hij 111 keer in de Gele
Trui.

Tricolore
[m., ‘driekleur’]
De vlag van Frankrijk is blauw-wit-rood in verticale banden.
De tricolore is het enige officiële symbool van Frankrijk (arti-

198
TRICOLORE

kel 2 van de Grondwet). In tegenstelling tot de Nederlandse


vlag zijn de kleuren niet precies gedefinieerd. In theorie kan
de vlag dus alle denkbare tinten hebben: van lichtblauw tot
turquoise en van roze tot bordeaux.

Wanneer het bleu, blanc, rouge voor het eerst als nationaal
symbool werd gebruikt is niet helemaal duidelijk. Zeker is
dat de drie kleuren al drie dagen na de Revolutie gebruikt
werden. Op 17 juli 1789 erkende Lodewijk de 16e Jean-Sylvain
Bailly als burgemeester van Parijs. Ter gelegenheid daarvan
krijgt de koning een schildje met de kleuren van Parijs (rood
en blauw), terwijl wit de kleur van de Bourbons was. Twee
jaar later worden de kleuren tot nationale kleuren gekozen
maar over een nationale vlag wordt niet gerept. De handels-
vloot en verschillende legerregimenten voeren dan wel de
driekleur, die ontworpen zou zijn door de schilder Jacques-
Louis David. Uiteindelijk besluit Lodewijk Philippe in 1830
de tricolore tot nationale vlag te maken. De Franse banen zijn
verticaal omdat de horizontale variant al in beslag genomen
was door de veel oudere Nederlandse tricolore. Zowel han-
dels- als marineschepen varend onder de Franse vlag hebben
een iets afwijkende vlag: de rode baan is daar een kwart bre-
der dan de blauwe baan om het optische effect van het wap-
peren te corrigeren.

Landen die in de 19e en 20e eeuw ontstonden of onafhankelijk


werden, zoals Ierland, België, Italië en Roemenië, gebruikten
de Franse driekleur als de inspiratiebron voor hun eigen vlag.

Toen het gemêleerde Franse elftal in 1998 wereldkampioen


voetbal werd, was de uitdrukking black, blanc, beur45 enige
tijd populair om de diversiteit van de Franse samenleving
aan te duiden.
 revolutie

199
VARENNES-EN-ARGONNE

Varennes-en-Argonne
Klein dorpje in noord-oost Frankrijk met ongeveer 700 inwo-
ners. Het dankt zijn bekendheid aan een curieuze gebeurte-
nis in de donkere nacht van 21 juni 1791.

Nadat het Lodewijk de 16e en Marie-Antoinette na bijna twee


jaar nog steeds niet gelukt was om internationale steun te
verwerven om de Revolutie ongedaan te maken, zit er voor
hen niets anders op: vluchten uit Frankrijk. Geruchten doen
al de ronde dat de koning zijn ontsnapping voorbereidt.
Handlangers helpen de familie. Een eenvoudige koets is ech-
ter niet goed genoeg voor Marie-Antoinette, die een luxueu-
zere versie wil hebben, met ruimte voor twee dienstmeisjes,
genoeg kleding en dozen parfum. Daardoor ligt de snelheid
een stuk lager dan wanneer een gewone koets zou zijn geko-
zen. Bij een controlepost worden de papieren gecontroleerd
door een zekere Jean-Baptiste Drouet, een fanatieke aanhan-
ger van de Revolutie. Hij denkt het gezicht van de koning te
herkennen van een muntstuk. Omdat Drouet niet zeker is,
mag het gezelschap doorrijden. Hij snelt echter wel vooruit
op zijn paard naar het volgende dorp, Varennes, slechts vijf-
tig kilometer van het reisdoel van de koning. Een barricade
wordt opgeworpen en als de koninklijke familie aankomt,
wordt er een lokale rechter bijgehaald die de koning wel eens
ontmoet heeft. Bij het zien van Lodewijk valt de rechter di-
rect op zijn knieën voor de koning. Lodewijk de 16e moet op
dat moment niet erg gelukkig geweest zijn met de toewijding
van de magistraat. De familie wordt teruggevoerd naar Parijs
en gevangen gezet in het Tuileries-paleis.46

200
VERCINGÉTORIX

In de Eerste Wereldoorlog ligt Varennes middenin de vuurli-


nie en wordt nagenoeg geheel verwoest. Na de oorlog wordt
het dorpje herbouwd en raakt vervolgens in de vergetelheid.
 grande guerre: marie-antoinette; revolutie

Vercingétorix
[*rond 80 v.C., Auvergne - †46 v.C., Rome]
Vercingétorix wordt beschouwd als de eerste echte Franse
nationale held. Hij strijdt voor een vrij Gallië en komt in op-
stand tegen de Romeinen. In 52 v.C. wordt hij uitgeroepen
tot koning der Galliërs. De Romeinse keizer Julius Caesar
verneemt van de opstand en gaat naar Gallië om orde op za-
ken te stellen. Als Vercingétorix de komst van Caesar ter ore
komt, gaat hij hem tegemoet, maar de Gallische veldheer
wordt door de Romeinen ingesloten op de heuvel Alésia. De
Romeinen bouwen enorme forten om Vercingétorix te om-
singelen. Hulptroepen kunnen Vercingétorix niet bereiken
en hij slaagt er ook niet in uit te breken. Uiteindelijk geeft hij
zich over, wordt meegenomen naar Rome en vervolgens in 46
v.C. geëxecuteerd.

I n De Bello Gallico, zijn verslag van de negen jaar


oorlog die hij tegen de Galliërs heeft gevochten,
schrijft Caesar over Vercingétorix: “Hij combineert
zijn acties met een extreme strengheid in zijn
bewind: Op een ernstige fout staat de dood door
het vuur en door allerlei soorten ontberingen; voor
een lichte fout, laat hij de oren afsnijden van de
schuldige, of steekt hij een oog uit. Daarna stuurt
hij hem terug naar waar hij vandaan kwam om als
voorbeeld te dienen en opdat de ernst van de straf
de anderen met vrees vervult.”

201
VERCINGÉTORIX

De cultus rondom Vercingétorix ontstond in de 19e eeuw. De


Encyclopédie [eind 18e eeuw] van Diderot noemt Vercingétorix
nog niet. Onder Napoléon III vormt zich echter het idee van
een natiestaat en ontstaat er ook de behoefte aan nationale
figuren. Standbeelden van Vercingétorix worden opgericht,
waaronder het pompeuze zeven meter hoge beeld op de ver-
meende heuvel van Alésia [1865]. In 2011 moet een educatief
park openen op de plek waar de veldslag plaats zou hebben
gevonden, in de buurt van het dorpje Alise-Sainte-Reine.
 asterix; encyclopedie

Verenigde Staten van Amerika


Wat hebben de VS met Frankrijk te maken? Veel. De twee
landen hebben een gecompliceerde haat-liefdeverhou-
ding die al dateert van voor het ontstaan van de VS. De
Onafhankelijkheidsverklaring in 1776 wordt in Frankrijk
gezien als een overwinning van de Verlichting op de Britse
tirannie en de Fransen besluiten de Amerikanen actief te
steunen met geld, materieel en manschappen. Die steun kost
Frankrijk zoveel geld dat de daaropvolgende economische
crisis mede leidde tot de Franse Revolutie in 1789. Anderhalve
eeuw later komen de Amerikanen op hun beurt Frankrijk te
hulp in de Eerste en Tweede Wereldoorlog.

De Amerikanen zien de Fransen als arrogant en onbetrouw-


baar, maar ook als verbluffend verfijnd en stijlvol. De Fransen
vinden de Amerikanen luidruchtig en dom, maar ook groots
en fascinerend. De relatie tussen Frankrijk en de VS kwam
zwaar onder druk door de onenigheid over de invasie in Irak
in 2003. Sinds het aantreden van Nicolas Sarkozy zijn de
banden weer aangehaald. Ook in de VS is het publiek gefasci-
neerd door Sarkozy en is Barack Obama in Frankrijk een ware
volksheld.
 revolutie; sarkozy; vrijheidsbeeld

202
VERLAN

B ijna was Frans de officiële taal geweest van


de Amerikanen. In 1800 verwerft Frankrijk
een kwart van het grondgebied van de huidige
VS van de Spanjaarden. Napoléon verkoopt het
land drie jaar later aan de Amerikanen voor het
in die tijd duizelingwekkende bedrag van 15 mil-
joen dollar. De Louisiana Purchase is nog steeds
de grootste onroerend goed transactie uit de
wereldgeschiedenis.

Verlan
[m., omgekeerde van ‘l’envers’, omgekeerd]
Ook al denkt u goed Frans te spreken, u zult wellicht af en
toe op het verkeerde been gezet worden door woorden die
nergens op lijken. Waarschijnlijk gebruikt uw gesprekspart-
ner dan het Verlan, een verbastering van het Frans, waarin
lettergrepen of klanken worden omgedraaid om een nieuw
woord te vormen. In de jaren ’70 en ’80 is het Verlan voor de
inwoners van de banlieues een manier geworden om zich te

Enkele veelgebruikte Verlanwoorden


Beur; rabza – arabe – arabier
Feuj –juif – jood
Keuf – flic – smeris
Keuss – sec – droog, gebruikt voor mager
Meuf – femme – vrouw, vriendin
Cimer – merci – dank
Teuf – fête –feest
Reum – mère – moeder
Ouam – moi – ik, mij
Vénèr – enervé – kwaad, opgewonden
Ouf – fou – gek
Relou – lourd – zwaar, zwaar op de hand
Tromé – métro – metro
Zyva – Vas-y – ‘ga dan’

203
VERLAN

onderscheiden. Door het succes van de Franse rap en hiphop


heeft het Verlan de afgelopen jaren een steeds breder publiek
gekregen, zowel onder jong als oud als onder arm als rijk. Ook
sms’en heeft Verlan verder uitgebreid, waardoor meer men-
sen dan voorheen de omkeertaal gebruiken en begrijpen.

Verlan is niet beperkt tot het Frans. Ook het Spaans dat in
Argentinië en Uruguay gesproken wordt, kent een een vorm
van Verlan.
 banlieue; frans; loucherbem

Vichy
[1] Stadje met 27.000 inwoners in de regio Auvergne. Vanwege
de bronnen is Vichy al sinds 52 n.C. een geliefd uuroord. Het
stadje kwam tot grote bloei vanaf de 19e eeuw en kreeg veel
grootstedelijke voorzieningen: een opera, een casino, luxu-
euze hotels en elegante winkelpassages. Het hoogtepunt
kwam in de jaren vijftig en zestig, toen gekroonde hoofden
en rijken af en aan landden op het lokale vliegveld. Vichy is
tevens een merknaam van verschillende producten die over
de hele wereld verkocht worden: bronwater, snoepjes en
schoonheidsartikelen. Het is nu een wat ingeslapen, maar
charmant provinciestadje.
[2] ‘Vichy’ is ook synoniem voor de rol die Frankrijk speelde in de
Tweede Wereldoorlog. Toen de Duitsers Frankrijk binnenvie-
len, verkreeg de Franse regering een soort wapenstilstand. De
regering en het parlement vestigden zich in Vichy. Het stad-
je had na Parijs de grootste hotelcapaciteit van het land en
beschikte over moderne telefoonlijnen. Aldaar stemde men
voor het einde van de Derde Republiek. Maarschalk Philippe
Pétain [*1856-†1951], de held uit de Eerste Wereldoorlog, werd
staatshoofd. Slechts 80 van de 600 parlementsleden stemden
tegen. Vichy werd de hoofdstad van de État français (Franse
Staat). De voormalige Republiek was nu in tweeën gedeeld:

204
VIN

het noorden en het westen waren bezet, het oosten was gean-
nexeerd door de Duitsers, en het zuidoosten en de Pyreneeën
vormden ‘de vrije zone’. De collaborerende technocraten
van Pétain werkten zeer actief mee met de Duitsers en na-
men voortvarend de Jodenvervolging in de hand. Tot augus-
tus 1945 werd Vichy officieel erkend door landen als de VS,
Australië en Canada.

Na de oorlog werd Pétain ter dood veroordeeld voor hoogver-


raad, een straf die De Gaulle omzette in levenslang. Hij stierf
in de gevangenis in 1951.

Onder het mom van nationale verzoening kon na 1945 de-


cennia lang beter niet over ‘Vichy’ gesproken worden.
Voormalige collaborateurs bekleedden allerlei topfuncties
bij de overheid terwijl de katholieke kerk evenmin wilde dat
er gewroet werd in het oorlogsverleden. Onder president
François Mitterrand, die voordat hij het verzet inging zelf
ambtenaar onder het Vichy-bewind was geweest, bestond
een zekere tolerantie ten aanzien van Vichy. Pas in 1995 er-
kende Jacques Chirac de verantwoordelijkheid van Frankrijk
in de collaboratie met de Duitsers, maar zelfs ruim zestig jaar
na dato zijn de Fransen nog steeds niet in het reine gekomen
met dit zwarte hoofdstuk uit de vaderlandse geschiedenis.
 de gaulle; grande guerre; république
[3] Vichyssoise. Inwoonster van Vichy, maar ook de naam van
een koude soep met aardappel, prei en crème fraîche.

Vin
[m., lat.: vinum, ‘wijn’]
Wijn is onderdeel van de Franse identiteit. Zozeer zelfs dat
wijn volgens koppige drinkers geen wijn is als hij niet uit
Frankrijk komt. Maar het waren de Grieken die rond 600 v.C.
de eerste wijnranken in Zuid-Frankrijk plaatsten. Onder de

205
VIN

Romeinen ontwikkelt de wijnbouw zich vervolgens rond-


om de steden Narbonne en Béziers. Die laatste stad noemt
zich ‘de wijnhoofdstad’. De Galliërs vonden de wijnvaten
uit, waardoor de wijn makkelijk te transporteren werd. In
de Middeleeuwen verbouwen vooral de kerken en kloosters
wijn. Na de Revolutie gaan de kerkelijke eigendommen over
in handen van particulieren die zich vervolgens massaal aan
de wijnbouw wijden.

Tegenwoordig worden in Frankrijk op 774.120 hectare47 wel-


geteld 3022 verschillende wijnen verbouwd. De terroir, dat
wil zeggen de grond en de ligging van de wijngaard, is van
grote invloed op de smaak en de kwaliteit. Daarnaast spelen
ook de duivensoort en uiteraard de competentie van de wijn-
maker een rol. Vanaf het einde van de 20e eeuw richten wijn-
consumenten hun ogen steeds meer op de concurrenten uit
de ‘Nieuwe Wereld’, waar wijnen gemaakt worden die kun-
nen wedijveren met de beste Franse wijnen. Als antwoord
daarop zijn de Franse boeren zich meer gaan richten op
kwaliteit en minder op volume. De oppervlakte van het wijn-
gebied loopt al jaren terug. Italië is sinds een aantal jaren ’s
werelds grootste wijnproducent en ook Spanje zit Frankrijk
zowel qua volume als kwaliteit op de hielen. In 2007 had de
Franse wijn met 31% het grootste aandeel in de in Nederland
geïmporteerde wijnen. Maar ook hier zit de concurrentie
niet stil: mede door de klimaatsverandering stijgt het aantal
Nederlandse wijnboeren al jaren (68 in 2007)48.
 aoc; beaujolais; bordeaux; bourgogne; champagne

206
VIN

Calvados
Champagne
Alsace

Bourgogne
Vallée du Loire
Jura

Beaujolais Savoie
Cognac

Bordeaux t Vallée du Rhône


es
Ou
d-
Su
Provence
Armagnac
Languedoc
Roussillon
Cap Corse

Vin de Corse

Ken uw wijnen.
Op etiketten van Franse wijnen treft men de volgende om-
schrijvingen aan:
AOC – Appellation d’origine controlée. Een AOC geeft een be-
paald gebied aan en een bepaalde manier van fabricatie.
VDQS – Vin délimité de qualité supérieure. Wijnen uit regio’s met
minder potentie dan die van de AOC-gebieden.
Vin de pays – een wijn die voldoet aan bepaalde normen op
het gebied van alcoholgehalte, druivensoorten en perceelop-
brengsten.
Vins de table – veelgedronken, ‘simpele’ wijnen die minimaal
8,5 of 9% alcohol bevatten. Als de gemengde wijn niet uitslui-
tend français is, maar samengesteld is uit verschillende wijnen
van de EU, dan staat er op het etiket mélange de vins de différents
pays de la Communauté européenne. Tafelwijnen zijn te koop in
flessen, dozen of plastic zakken.

207
VOLTAIRE

Voltaire
[*21 november 1694, parijs – †30 mei 1778, parijs; schrijver, filosoof]
Pseudoniem van François-Marie Arouet, vertegenwoordiger
van De Verlichting. Voltaire is een anagram van Arouet le
jeune, waarbij de j als i is gebruikt en de u als v. Hij gebruikte
de naam niet alleen voor zijn publicaties, maar ook in het da-
gelijkse leven.

Volgens Voltaire heeft de mens zijn lot in eigen hand en moet


het leven verbeterd worden door kunst en wetenschap. Hij was
fel tegen de katholieke kerk, kritisch over Mohammed, maar
positief over de islam. Vanwege zijn radicale opvattingen en
satirische teksten, wordt Voltaire regelmatig opgesloten (o.a.
in de Bastille). Later moet hij naar Engeland uitwijken. Hij
is een echte Europeaan en verblijft, soms ongewild, onder
meer in Londen, Potsdam, Brussel, Leiden en Den Haag. Hij
beheerste ook het Nederlands49. Zijn hele leven lang onder-
houdt hij een levendige correspondentie (meer dan 23.000
brieven) met wetenschappers, schrijvers en bestuurders uit
heel Europa. Hij vestigde zich uiteindelijk in de buurt van
Genève. Zijn roem verspreid zich over heel Europa en al bij
leven is hij een legende. Omdat in Voltaires tijd auteursrecht
niet bestond, zocht hij naar andere inkomsten. Die haalde hij
succesvol uit beleggingen en handel. Hij sterft in 1778 als een
van de rijkste mannen van Frankrijk.

De intellectuele wereld is verdeeld in een Voltaire-kamp en


een Rousseau-kamp. Als leidende figuur van de Verlichting
wordt de pragmatische en geestige Voltaire vaak tegenover

Van de meer dan 700 werken die Voltaire achter heeft gelaten,
zijn Oedipe [1718], Mahomet [1736], Zadig [1748], Oreste [1750]
en Candide [1759] de bekendste. Daarnaast werkte hij mee aan
Diderots Encyclopédie.

208
VRIJHEIDSBEELD

de serieuze en morele Jean-Jacques Rousseau [*1712- †1778]


gezet. Beiden worden gezien als de intellectuele aanstich-
ters van de Franse Revolutie. Goethe schreef: “Met Voltaire
houdt de oude wereld op en met Rousseau begint een nieuwe
wereld.” De verantwoordelijkheid van de twee grote denkers
voor de grote omwenteling, werd door Victor Hugo als laat-
ste woorden in de mond gelegd van Gavroche, in de roman
Les Misérables [1862]: “C’est la faute à Voltaire, c’est la faute à
Rousseau.” In 1791 werd Voltaires as bijgezet in het Panthéon,
ironisch genoeg vóór het graf van aartsvijand Jean-Jacques
Rousseau.
 bastille; encyclopédie; revolutie

Vrijheidsbeeld
Het Vrijheidsbeeld in New York heet eigenlijk La liberté
éclairant le monde en is van de hand van beeldhouwer Frederic
Auguste Bartholdi [*1834-†1904]. De inwendige structuur om
het beeld te steunen, werd gebouwd door Gustave Eiffel. Het
Vrijheidsbeeld was oorspronkelijk een cadeau van het Franse
volk aan de Amerikanen om in 1876 de 100-jarige onafhan-
kelijkheid van de Verenigde Staten te vieren. Door allerlei
tegenslagen duurde het echter ruim tien jaar voordat het
standbeeld er daadwerkelijk stond.

De kosten werden geschat op 200.000 francs, maar nadat


in 1876 één arm met de vlam klaar was, bleek het geld op
en moest het werk gestaakt worden. Het hele Franse volk

209
VRIJHEIDSBEELD

werd verzocht om een financiële bijdrage te leveren, maar


de Franse regering betaalde niets. Het budget bleek niet toe-
reikend waarna de Fransen de Amerikanen vroegen om ook
voor een deel van de financiering te zorgen. In een ironisch
commentaar schreef de New York Times50 dat een gegeven
standbeeld niet in de mond gekeken mocht worden, maar
aangezien die mond toch nog niet gemaakt was, konden de
Fransen het beeld net zo goed zelf houden. Toch begonnen
ook de Amerikanen fondsen te werven en de burgers werd
gevraagd een kleine bijdrage te leveren.

Het beeld werd afgebouwd in Parijs en vervolgens in 214 krat-


ten op de trein gezet naar Rouen. Daar werd het over de Seine
verscheept naar Le Havre om vervolgens door te varen naar
New York. Daar kwam het bouwpakket op 19 juni 1885 aan
om op Bedloe’s Island (tegenwoordig Liberty Island) weer op-
gebouwd te worden. In oktober 1886 werd het in bar slechte
weersomstandigheden onthuld en werd al snel het symbool
van de vrije wereld. Beeldhouwer Bartholdy vroeg en ver-
kreeg patent op het ontwerp, waardoor hij royalty’s ontving
over de miniatuurversies in hout en metaal die als souvenirs
verkocht werden.

Er zijn vele Vrijheidsbeelden. Het eerste dat gemaakt werd,


een schaalmodel op 1/16e, staat in het Museé des Arts et Métiers
in Parijs. In het Jardin du Luxembourg in Parijs staat een exem-

210
YQUEM

plaar dat een cadeau is van Amerikaanse burgers aan de stad


Parijs. Het grootste staat natuurlijk in New York; een ander
exemplaar, eveneens een cadeau van de Verenigde Staten aan
Frankrijk ter gelegenheid van honderd jaar Revolutie in 1889,
staat nu bij de pont de Grenelle en kijkt richting New York.
Daarnaast zijn er wereldwijd nog tientallen kopieën. In 1987
schonk de krant International Herald Tribune, die in Parijs ge-
vestigd is, een replica van de vlam aan de stad Parijs. In de
autotunnel onder die vlam kwam in 1997 prinses Diana om
het leven. Veel toeristen denken daarom nu dat de vlam een
monument is ter nagedachtenis aan Diana.
 marianne; verenigde staten van amerika

Yquem
Dit vloeibare gele goud moet minimaal een keer in uw leven
uw smaakpapillen gestreeld hebben. Het Chateau d’Yquem
(spreek uit ‘i-kem’) in de Bordeaux, is het grootste domein
in de streek Sauternes. Deze enige Premier Grand Cru Classé
Supérieur wordt beschouwd als de beste zoete witte wijn en
soms zelfs als de beste wijn ter wereld tout court.

De wijn van Chateau d’Yquem, gemaakt van 80% semillon en


20% sauvignon druiven, dankt zijn reputatie aan Botritys cine-
rea, een schimmel die in het microklimaat van de Sauternes
goed gedijt. De schimmel zorgt er voor dat de druif gaat rot-
ten, maar dan wel op een stijlvolle manier. Dit is immers
een pourriture noble, een edele rotting. De druif verschrom-
pelt waardoor zowel de hoeveelheid suiker als de zuurgraad
toeneemt. Bij het oogsten in oktober worden alleen de rotte

211
YQUEM

druiven geplukt, de rest blijft hangen voor de volgende pluk.


Dat ritueel herhaalt zich vijf tot zes keer over een periode van
zes weken. Uiteindelijk levert iedere wijnstok ongeveer één
glas wijn op.

Een fles Yquem kan makkelijk enkele decennia blijven liggen,


al wordt de kleur in de loop der jaren wel donkerder. Zelfs
na ruim een eeuw is de wijn nog prima drinkbaar. Eind 2006
werd op een wijnveiling een collectie flessen van elk jaar
Yquem van 1860 tot en met 2003 verkocht voor 775.000 pond.
Het beste jaar van het afgelopen decennium was 2007, die u
voor ongeveer 450 euro per fles kunt voorbestellen. Levering
in 2010. De eveneens uitstekende 2004 is er al voor onge-
veer 185 euro. Serveren rond 12°C, genieten in stilte. George
Washington, Alexandre Dumas, Marcel Proust, Hannibal
Lecter en Jules Verne zijn een paar van de illustere namen die
verknocht waren aan de Yquem.

Het château is sinds de 18e eeuw in handen van de Lur-Saluces


familie, maar na een felle familievete heeft de groep LVMH
sinds 1996 een meerderheidsaandeel. Naast de zoete Chateau
d’Yquem maakt het huis ook Ygrec, een droge witte wijn met
evenveel Sémillon als Sauvignon druiven.
 bordeaux; chateau; foie gras; lvmh; wijn

Y quem kunt u ook op uw gezicht smeren.


Dior (eveneens onderdeel van LVMH) heeft
van de moleculen uit de wortels van de Yquem-
wijnranken een huidverzorgingslijn gemaakt die
verouderingseffecten zou tegengaan. Een potje
van 50ml van de L’Or de Vie crème is duurder dan
een fles Yquem 2004.

212
ZIDANE

Zidane, Zinedine Yazid ‘Zizou’


[*23 juni 1972, Marseille; voetballer]
Zinedine Zidane was rond de eeuwwisseling volgens velen de
beste voetballer ter wereld. Hij is een technisch en tactisch
volmaakte voetballer die gracieus over het veld zweeft. In de
zomer van 2001 wordt Zidane de tot dan toe duurste voetbal-
ler aller tijden als Real Madrid 66 miljoen euro aan Juventus
betaalt. De middenvelder gebruikte - op goede dagen - zijn
immense kwaliteiten om met zijn team de wedstrijd volledig
te beheersen. Op slechte dagen waren zijn gedachten elders.
Zidane, normaal gesproken een bescheiden familiemens, kan

Zidanes carrière...
Periode Club Wedstrijden Goals
1988–1992 AS Cannes 71 6
1992–1996 Girondins Bordeaux 176 39
1996-2001 Juventus 212 31
2001-2006 Real Madrid 227 49
1994-2006 Frans nationaal elftal 108 31
...en zijn titels.
1996, 2002 – Winnaar Supercup Europa
1997, 1998 – Kampioen van Italië
1997 – Winnaar Supercup Italië
1997, 1998 – Champions League Finale
1998 – Wereldkampioen
(finale 3-0 tegen Brazilië, waarvan twee goals van Zidane)
1998 – Ballon d’or
2000 – Europees Kampioen
2002 – Champions League
2003 – Kampioen van Spanje
2006 – Finalist WK (1-1; 5-3 na strafschoppen)
1998, 2000, 2003 – FIFA Speler van het Jaar

213
ZIDANE

af en toe uit de slof schieten. Zo had hij in 2006 met pensioen


kunnen gaan als wereldkampioen, maar honderden miljoe-
nen televisiekijkers zagen tot hun verbazing hoe Zidane een
kopstoot gaf aan de Italiaan Marco Materazzi in de finale van
het WK. Zidane werd van het veld gestuurd en Frankrijk ver-
loor de spectaculaire wedstrijd na strafschoppen. In plaats
van hem het verlies te verwijten, stonden de Fransen na het
incident massaal achter Zidane. Toenmalig president Jacques
Chirac omschreef hem erna zelfs als ‘nationale held’.

Zinc
[m., letterlijk: ‘zink’]
Aan de zinc, staan, zitten of hangen is in Frankrijk onderdeel
van een dagelijks ritueel: ’s ochtends voor een koffie, ’s avonds
voor een pastis of een demi. In veel cafés, vooral in de grote
steden, zijn consumpties aan de zinc een stuk goedkoper dan
in de zaal of op het terras. De zinc is de bar die in veel cafés
en restaurants te vinden is. In tegenstelling tot wat de naam
doet vermoeden, bevat de zinc geen gram zink, maar een le-
gering van 60% tin en 40% lood. In de Tweede Wereldoorlog
zijn vele zincs omgesmolten door de Duitse bezetter om er
granaten en vliegtuigonderdelen van te maken. Als een café
nu nog een zinc heeft, dan is die vaak van koper, inox of zelfs
van aluminium. Antoine Berc en Nectoux zijn de enige twee
fabrikanten in de wereld die nog originele zincs maken.
 pmu; tabac

214
ZOLA, EMILE

Zola, Emile
[*2 april 1840, Parijs – †29 september 1902, Parijs; schrijver, journalist,
mensenrechtenactivist]
Emile Zola is een van de belangrijkste vertegenwoordigers
van het Naturalisme, de stroming in de litteratuur die de
opkomst van het proletariaat en het sociaal onrecht aan het
einde van de 19e eeuw als onderwerp heeft.

Zola zakt voor zijn baccalauréat vanwege een slecht cijfer


voor Frans, en begint zonder diploma als schrijver voor di-
verse kranten. In 1865 publiceert hij zijn eerste roman, La
Confession de Claude. Zola is fel anti-katholiek en zeer begaan
met sociaal onrecht. Zijn grootste werk, Les Rougon-Macquart
[1871-93] is de geschiedenis van een Franse familie in twintig
delen die zich afspeelt in de jaren onder keizer Napoléon III.
Le Germinal [1885], het 13e deel uit de reeks, is gesitueerd in het
deprimerende noorden. Voor dit boek deed Zola aan partici-
perende observatie: hij ging zelf de mijnen in.

Zola’s – letterlijke – pièce de résistance is het beroemde pamflet


J’accuse [1898] gericht aan president Felix Faure, waarin hij de
verdediging op zich neemt van de ten onrechte veroordeelde
kapitein Dreyfus. Vele, vooral linkse intellectuelen scharen
zich achter de zaak, maar Zola wordt tot een jaar gevange-
nisstraf veroordeeld voor bedrog en laster. Daarop vlucht de
schrijver naar Londen. Een paar jaar later sterf Zola onder
verdachte omstandigheden aan koolmonoxidevergiftiging
in zijn eigen huis in Parijs. Zijn rol in de Franse maatschap-
pij werd erkend toen hij in 1908, onder fel protest van de
Nationalisten, bijgezet werd in het Panthéon in Parijs. Van
zijn boeken zijn meer dan 150 verfilmingen gemaakt, de eer-
ste was L’Assommoir, door Ferdinand Zecca, in het jaar van
Zola’s dood, 1902.
 bac; dreyfus; goncourt; grands magasins

215
MERCI

Merci
Een boek, hoe klein, dun of bescheiden ook, is zelden een so-
loproject. Dat geldt ook voor De Francyclopedie, die nooit het
licht had gezien zonder de hulp van een aantal mensen.

Un grand merci gaat naar Rein Everard, trouwe inspirator en


commentator, die met zijn wijsheid in het algemeen en zijn
Frankrijkkennis in het bijzonder een onschatbare bijdrage
aan dit boek leverde.

Merci Roel Wolbrink zonder wiens geduld, motivatie en


transpiratie De Francyclopedie nooit zou zijn verschenen.

Merci Rachel Camps, Dirk Johan Klanker, Karlijn Leemhuis,


Chris Lyon, Reinder Rustema, Anita van Stel en Dolf Weverink,
wier bijdragen de inhoud nog beter gemaakt hebben.

Tot slot dank aan mijn eerste lerares Frans op de middelbare


school, Roseanne van Akkeren. Met haar elegantie en erudi-
tie bracht zij mij de liefde voor de Franse taal en cultuur bij
en legde daarmee de voedingsbodem voor mijn ongenees-
lijke francofilie.

Merci à toutes et à tous !


Stefan de Vries, Parijs, maart 2009.

Noten
1 Januari 2009, www.airbus.com
2 www.airfrancelasaga.com is een speciale webzijde gewijd aan de geschie-
denis van AirFrance
3 Loi sur la Laïcité van 9 december 1905
4 Parienté, pagina 206
5 www.bdangouleme.com
6 Alac, pagina’s 27-28
7 Lecat, pagina’s 182-183
8 Winst in 2007 6,2 miljoen euro, eigen vermogen 97,7 miljoen euro. Le
Canard Enchaîné, no. 4583, 37 augustus 2008.

216
NOTEN

9 Madsen, Axel. Chanel. Baarn, 1991: De Kern. Pagina’s 350-352


10 Time Magazine, 8 juni 1998
11 “Ça, c’est Chanel!” in Challenges, 14 februari 2008
12 Cijfers NFC 2007
13 De ‘film’ is online te zien op www.institut-lumiere.org/francais/
films/1seance/1seance01.html
14 Fierro, pagina 776
15 188,82 miljoen in 2008, waarvan 45,7% naar een Franse film ging en 44,5%
naar een Amerikaanse. Bron: CNC
16 Rémond, pagina’s 7-8
17 Van Dam, pagina 321
18 Flavigny, pagina 883
19 Parienté, pagina 230
20 Volgens citroën.com
21 Barthes, pagina 142
22 All you need to know about the Eiffel Tower, brochure van de SNTE.
23 Parienté, pagina 306
24 Rapport annuel sur l’état de la fonction publique, Faits et chiffres 2007-
2008, Ministerie van Publieke Zaken, www.fonction-publique.gouv.fr.
25 INSEE, schatting januari 2009
26 Onderzoek World Economic Forum 2008-2009, weforum.org
27 Eliza Warren, pagina 88, Cookery for maids of all work. Oxford, 1856
28 Barthes, pagina 72
29 552 721 vliegtuigbewegingen in 2007, 59 922 177 passagiers. Bron: ADP.
30 Andia, pagina 39
31 Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen
32 Levensverwachting bij geboorte in 2008: 80,9 jaar voor de Fransen, 79,8
voor de Nederlanders, OESO Gezondheidsstatistieken 2008
33 Larousse, pagina 1439
34 Op 1 januari 2008, cijfers CBS en StatBel
35 Cijfers RATP, juli 2007
36 Stijlgids over eten, manieren en kleding, 2004
37 “Le mont Blanc n’a jamais été aussi haut”, Le Monde, 13 oktober 2007
38 Volgens gegevens van de Franse vogelbescherming, de LPO. Ieder jaar
probeert de LPO de jacht op de ortolaan te laten verbieden. www.lpo.fr
39 Op 1 januari 2007, cijfers van INSEE
40 “La pétanque fête ses cent ans dans la Cité phocéenne”, Le Figaro, 7 juli 2007
41 www.gallimard.fr/collections/pleiade.htm
42 Naar eigen opgave van de PMU, jaarrapport 2008.
43 Kaasetikettenverzamelaar
44 In aanvraag; hangt samen met eventuele onafhankelijkheid van Québec
45 Zwart, wit, Arabisch
46 Steel, pagina’s 115-121
47 INAO, 2005-2006
48 CBS, 24 september 2008
49 In april 2007 werd in het Fries historisch en letterkundig archief een
Nederlandstalig briefje gevonden, geschreven door Voltaire. Leeuwarder
Courant, 2 april 2007
50 New York Times, 29 september 1876

217
FRANCYBIBLIOGRAFIE

Francybibliografie
Het aantal boeken over Frankrijk en de Fransen is gigantisch.
In welke taal ook inspireert het land sinds mensenheugenis
schrijvers, journalisten en troubadours. Ook Nederlandse en
Belgische schrijvers zijn door de eeuwen heen gefascineerd
door Frankrijk. W.F. Hermans verruilde de polder voor Parijs.
Neerlands grootste schrijver was een mopperaar, maar innig
verliefd op Parijs. Het is hem nooit gelukt te integreren — hij
sleet zijn laatste dagen in het Parijs voor beginners, Brussel.
Zijn boek De weerspanninge slaper [Amsterdam, 2004: De
Bezige Bij] getuigt van zijn grote liefde voor de Franse hoofd-
stad. Ook zijn roman Au Pair [1989] speelt zich af in Parijs. De
romans Een liefde in Parijs [Amsterdam, 2004: De Bezige Bij]
van Remco Campert en De Wandelaar van Adriaan van Dis,
die zelf jarenlang in Parijs woonde, geven een beeld van het
hedendaagse Parijs. De boeken van Martin Bril schetsen het
Franse platteland anno nu, terwijl het Frankrijk van vroeger
boeiend beschreven is in The Discovery of France van Graham
Robb [Londen, 2007: Picador], die 22.000 kilometer door
Frankrijk fietste om het fascinerende land te doorgronden.

Iedereen die wil begrijpen wat er nu precies gebeurde tijdens


de Franse Revolutie, leze het hylarische Vive la Revolution
van de Brit Mark Steel [Londen, 2003: Scribner]. Wie meer
wil weten over de geschiedenis van de Franse mode, leest het
haarscherpe The Beautiful Fall van Alicia Drake, het boek dat
Karl Lagerfeld tevergeefs probeerde te verbieden [New York,
2006: Back Bay Books].

Selectie geraadpleegde boeken voor deze uitgave


Alac, Patrick. La grande histoire du bikini. New York, 2002:
Parkstone Press.
Anida, Béatrice de. Les cathédrales du commerce parisien. Parijs,
2006: Action Artistique de la Ville de Paris.

218
FRANCYBIBLIOGRAFIE

Barthes, Roland. Mythologies. Paris, 1957: Editions du Seuil.


Borgé, Jacques en Nicolas Viasnoff. Renault, l’Empire de billan-
court. Parijs, 1977: E.P.A.
Chavannes, Marc. Frankrijk achter de schermen. Amsterdam,
2004: Prometheus.
Dam, Johannes van. De Dikke Van Dam. Amsterdam, 2006:
Nijgh en Van Ditmar.
Delahaye, Marie-Claude. Pernod: 200 ans d’entreprise. Auvers-
sur-Oise, 2005: Musée de l’Absinthe.
Dubois, Jean, Mitterand, H. en Dauzat, A. Dictionnaire
Etymologique. Paris, 2007: Larousse.
Fiemeyer, Isabelle. Coco Chanel – Un parfum de mystère. Paris,
1999: Payot
Fierro, Alfred. Histoire et dictionnaire de Paris. Parijs, 1996:
Robert Laffont.
Flavigny, Laure (dir.). Larousse Gastronomique. Parijs, 2003:
Larousse.
Garrigues, Jean. Banania, Histoire d’une passion française.
Parijs, 1991: Du May.
Lecat, Jaen-Michel. La grande histoire du pain et des boulangers.
Parijs, 2006: Editions de Lodi.
Martin, Richard en Koda, Harold. Haute Couture. New York,
1995: Metropolitan Museum of Art.
Parienté, Henriette en Geneviève de Ternant. Histoire de la
cuisine française. Paris, 1994: Editions de la Martinière.
Pastoureau, Michel. Les emblèmes de la France. Paris, 1998:
Editions Bonneton.
Rémond, Rogé. DS Citroën. Parijs, 2000: Hermé.
Serventi, Silvano. La grande histoire du foie gras. Parijs, 1993:
Flammarion.
Tillinac, Denis. Dictionnaire amoureux de la France. Parijs,
2008: Plon.
Watin-Augouard, Jean. Histoires des marques. Parijs, 2001:
Trademark Ride.

219
index Bic 41
bidet 41
A bier 33, 50
A.A.A.A.A. 9 bikini 32, 42, 43
Abbé Pierre 9, 37 bistro 43, 50, 105
absint 10, 11, 18, 126, 166 Bond, James Bond 67, 154, 163
Académie française 11, 12 Bordeaux 22, 45, 68, 211, 213
accent 12 bouillabaisse 46
adel 40, 77, 152, 187 boulangerie 47
affiche 39, 40, 56 bouquiniste 48
Afrika 93, 103, 126, 127, 196 Bourgogne 35, 49
Airbus 14, 15 Braille, Louis 50
AirFrance 14, 15, 71, 72 brasserie 50
Algerije 25, 127, 131, 161, 169, 185, 189 Bretagne 36, 52
Alpen 121 Brillat-Savarin 106
Alsace 15, 16, 142 bronwater 161, 204
ambtenaar 64, 100, 101, 130, 205 brood 29, 47, 48, 77, 106, 142
Andorra 17 Bruni, Carla 51, 62, 132, 191
andouillette 9, 18, 50, 97 burgemeester 23, 126, 138, 191, 199
Angoulême 35
Anisette 18 C
AOC 16-19, 46, 49, 52, 53, 106, 189, cabaret 26, 36, 57, 64, 155
206, 207 Caesar 201
aperitief 22, 126 Calais 64, 82, 95
Aquitaine 44, 45 Calvados 52, 82, 179
Arc 20, 21, 171 camembert 53, 97
~ de Triomphe 21, 171 campagne 53, 79, 139, 152, 158
Jeanne d’~ 20 Camus, Albert 131
armagnac 21-23, 69, 157, 162 Canada 26, 45, 93, 99, 179, 180, 205
arrondissement 23 Canard Enchainé, Le 55
ARTE 24 cancan 56, 156
Asterix en Obelix 24 Cannes 81, 97, 213
Atlantische Oceaan 71, 121, 159 César 44, 57, 75, 94, 109
atoombom 111, 174 champagne 39, 58, 59, 60, 68, 126,
Avignon 97 156, 206
AZERTY 25 Pérignon, Dom Pierre 58
Azië 93 Chanel 60, 61, 84, 121, 190
Aznavour, Charles 26, 27 chanson 61
Chaplin, Charlie 55, 195
B Charente 68, 82
Bac 27 château 13, 46, 54, 62, 135, 212
baguette 28, 37, 48, 77, 188 Chateau d’Yquem 211
Banania 29 China 66, 99, 117
Bandol 47 Chirac, Jacques 70, 117, 171, 175, 205,
banlieue 30, 79, 165, 187, 192, 203, 214
204 Christus, Jezus 72
Bardot, Brigitte 31, 43, 107, 131, 140 Ch’ti 63, 64
Barthes, Roland 87, 105 cider 52
Bastille 21, 32-34, 116, 178, 188, 208 Citroën 65-67, 83, 87, 148, 168
Bayonne 37 2CV 67, 56, 83, 84, 87
BD 34 DS 67, 87, 88
Beaujolais 35 Clerc, Julien 51
Bécassine 35 Clouseau, Inspecteur Jacques 67
België 23, 83, 104, 105, 114, 121, 126, cognac 21, 22, 52, 55, 69
138, 149, 159, 199 COM 69
Vlaanderen 49, 63, 105 Commune 188
Brussel 16, 95, 124, 187, 208 Concorde 33, 70-72, 150
Belle époque 36 coq 72
béret 37 Corsica 74, 127, 147, 158
Berluti 38, 136 cosmetica 61, 136
Besson, Luc 75 Cotillard, Marion 75
Bibendum 39 croissant 28, 48, 76, 77
Bibliothèque nationale 40 cuisine 77

220
D fotomodel 51
Dalida 61 franc 46, 101, 102
D’Artagnan 22, 157 François, Claude 61
Debbouze, Jamel 78 Franken 101, 104, 134
déjeuner 79-81 Frankrijk 21
Deneuve, Cathérine 81, 109, 131, 140 Frans 13, 17, 21, 23-25, 29, 36, 41, 63,
departement 23, 52, 68, 70, 81, 83, 85, 67, 68, 70, 71, 73, 74, 76, 77, 85, 86,
139, 162, 179, 194 94, 98, 102-105, 127, 139, 153, 158,
Diderot, Denis 92 160, 161, 179, 180, 194, 203, 204,
Dijon 49, 90, 126 213, 215
Dior, Christian 84, 85, 121, 136, 189, Fransen 22
212 Frans Guyana 85, 86, 127
diploma 9, 27, 131, 215 Frans-Pruisische oorlog 36, 94, 160
Disneyland 124 French kiss 104
DOM 70, 83, 127, 147, 179, 202 frites 18, 44, 50, 105
COM 69, 70, 83, 85, 127, 147, 180
Dordogne 45, 62, 82, 94 G
Dreyfus, Alfred 86, 215 Gainsbourg
Ducasse, Alain 88, 149 Charlotte ~ 108
Duinkerken 94, 145 Serge ~ 32, 62, 107
Duitsland 15, 19, 24, 86, 101, 111, galette des Rois 109
114, 197 Gall, France 61, 107
Duitsers 72, 73, 111, 114, 168, 181, 183, Gallië 97, 201
204, 205 Galliër 72
Dumas, Alexandre 157, 212 Galliërs 24, 201, 206
Garonne 22, 45, 46, 82
E Gaulle, Charles de 72, 102, 105, 111,
eau-de-vie 21, 33 112, 138, 151, 169, 175, 180, 205
economie 55, 66, 104, 121 luchthaven 72, 112
Edwards, Blake 67 Gaumont, Léon 64
eend 54-56, 99, 134 Generaal de Gaulle 171, 181, 185
Egyptenaren 97, 166 Gers 22, 82, 99
Eiffel, Gustave 64, 90, 209 getto 31
Eiffeltoren 36, 65, 66, 89-92, 156, 164 gezondheidszorg 123
Elysée 29, 51, 174 Gironde 45, 82
Elzas 15, 16, 99, 114 Goncourt 109, 110, 123, 176
encyclopedie 92, 164, 202 Grands Magasins 114
Entente cordiale 93 Grands Travaux 34, 116, 117, 160
Escoffier, Georges Auguste 94, 112 grenouille
Europa 14, 17, 24, 36, 66, 92, 93, 100, kikkerbilletjes 93, 117
111, 112, 120, 121, 124, 127, 129, Grenouille 117
132, 134, 142, 155, 158, 161, 164, Grondwet 129, 144, 184, 199
168, 187, 188, 192, 193, 196, 197, grondwetswijziging 75, 103
208, 213 Groot-Brittannië 42, 93, 101, 103, 145
EEG 111, 172 Engelsen 20, 54, 56, 60, 72, 101, 105, 118
EU 11, 17, 98, 207 Londen 40, 56, 71, 89, 94, 95, 108, 111,
Europees Parlement 16 124, 146, 208, 215
Europese Unie 17, 70, 85, 138, 172, 191 Guadeloupe 82, 85
ultraperifere regio’s 85 guillotine 71, 118, 135, 141, 142, 188
Eurostar 95, 192 Guillotin, Joseph Ignace 118
Exception française 24, 95, 96, 123
H
F Haïti 23
feestdag 34, 178, 179 Hallyday, Johnny 38, 61, 119
festival 96, 97 Haussmann, George Eugene 115, 119,
film 26, 31, 32, 40, 63-65, 67, 75, 79, 125, 160, 164
81, 108, 122, 163, 183, 195, 196 haute couture 61, 85, 120, 121, 165,
cinéma 64 190
Gouden Palm 26, 79, 81 Hexagone 121
Pathé, Charles 65 Houellebecq, Michel 121
foie gras 16, 17, 54, 97, 98, 99, 100, hypocondrie 123, 153
162, 212
fonctionnaire 100, 113

221
I M
Ierland 122, 199 macaron 136, 137, 149
Île-de-France 58, 124, 186 Madeleine 137
Impressionisme 124-126 Manet, Edouard 125
iPod 61 Marianne 139, 140
islam 32, 208 Marie-Antoinette 70, 76, 140-142,
Israël 96 200
Italië 19, 38, 43, 51, 84, 89, 103, 155, Marie-Brizard 18
158, 186, 199, 206, 213 Marseillaise 142
Italianen 101 Marseille 21, 23, 46, 47, 57, 142, 147,
Sicilië 42 161, 166, 197, 213
Martinique 82, 85
J Mastroianni, Marcello 81
journalist 9, 24, 56, 78 Matthieu, Mireille 140
Mayotte 70, 83, 127
K mensenrechten 87, 96, 144
kaas 19, 53, 77, 105, 107, 139, 176, mention 27, 28
180, 188, 189 meter 145
brie 53 metro 36, 90, 91, 146-148, 165, 187,
brocciu 74 203
camembert 19, 52, 53, 106, 176 Métropole 85, 147
cheddar 180 Metz 98, 172
geitenkaas 74, 106 Michelin 39, 40, 66, 148, 149
Kanaal, Het 68, 90, 95, 121 Guide ~ 148
Kanaaltunnel 93, 95, 197 Michelinsterren 89, 149
KLM 15 Middellandse Zee 74, 121, 153
koe 44 Millau 78, 91
kalf 18 Minitel 150, 151
Helmut Kohl 24 Mitterrand, François 13, 24, 34, 41, 95,
koloniën 14, 30, 36, 85, 103, 126, 135, 116, 151, 152, 160, 162, 175, 205
145, 169, 180 Molière 108, 152, 153
Indochina 126, 127 Monaco 89, 153, 154
kroket 77 Mont-Blanc 155
Montesquieu 92
L Montpellier 21
Lacoste 127 mosterd 18
Lagerfeld, Karl 61 Moulin Rouge 56, 57, 155, 156
laicité 16, 36, 87, 128 musketiers 157
Landes 22, 82, 99, 162
leger 20, 37, 66, 86, 94, 111, 131, 137, N
148, 158, 170, 174, 181-183 Nancy 21
elitekorps 37, 131, 157 Napoléon 12, 21, 22, 27, 52, 69, 73,
Lévy, Bernard-Henri 123, 131 74, 119, 129, 133, 135, 137, 145,
liberté, égalité, fraternité 133 158-160, 174, 175, 184-186, 202,
Lille 95, 111, 147 203, 215
Lodewijk Necker, Jacques 33, 188
~ de 1e 134, 135 Nederland 23, 24, 44, 45, 48, 49, 63,
~ de 9e 104 65, 69, 73, 76, 83, 85, 100, 102,
~ de 14e 58, 72, 77, 134, 135, 153, 156, 104, 106, 122, 123, 126, 130, 138,
178, 180 144, 145, 149, 151, 159, 162, 167,
~ de 17e 141 187, 195, 196, 199, 206
~ de 16e 32, 71, 135, 141, 142, 157, 178, 187, Holland 135
199, 200 Maastricht 157, 167
Louis-Philippe 56, 70 Nederlanders 15, 47, 54, 72
Lot-et-Garonne 22 Randstad 124, 187
Loubet, Emile 86 Neuilly-sur-Seine 31, 191
Loucherbem 133, 134 New York 71, 89, 90, 92, 149, 165,
Louvre 12, 116, 117, 139, 160, 164 190, 209-211
Lumière, frères 64 Nieuw-Caledonië 70, 127
lunch 79, 80 Noord-Afrika 93, 196
LVMH 38, 85, 116, 136, 212 Noord-Frankrijk 63, 104, 180
Lyon 18, 23, 39, 49, 64, 133, 147, Nord-Pas de Calais 64
167, 197 Normandië 52, 53, 62, 106

222
Nouvel, Jean 116, 160 Poitou-Charentes 44
Pompadour, Madame de 42
O Pompidou 164, 171-173, 175, 190
olijfolie 19 Centre ~ 164, 172, 173, 190
Olympia 26 Porto 90
Olympische Spelen 36, 115, 146 postkantoor 50
onderscheiding 129 Poujadisme 173
onderwijs 27, 28, 92, 102, 112, 129 Président 13, 17, 32, 34, 51, 86, 103,
Oostenrijk 76, 141 111, 116, 151, 152, 159, 160, 162,
Wenen 28, 76, 135, 140 171, 172, 174, 185, 191, 192, 205,
Opéra 34, 110, 116, 119, 154, 204 214, 215
Orangina 161 presidentsverkiezingen 36, 151, 191
Orléans 20, 21 Proust, Marcel 138, 176, 212
ortolaan 22, 152, 161 Pyreneeën 17, 37, 121, 205
OSS117 163
Q
P Quasimodo 177, 178
Pagnol, Marcel 44 Quebec 23, 25, 117, 179, 180
parfum 61, 85, 200
Parijs 12, 20, 21, 23, 26, 29, 31-33, R
36, 38, 40, 42, 44, 48, 50-53, 60, regisseur 37, 81
64-67, 70, 71, 75, 77, 78, 81, 84, Reims 20, 21, 58
86-87, 89-91, 95, 97, 98, 103, Renault 180-183, 196
105-107, 109, 112, 114-116, 118, Republiek 70, 74, 85, 111, 112, 127,
119, 124, 127, 133, 135, 137, 139, 129, 132, 133, 135, 139, 140, 144,
140-142, 144, 146, 149, 151, 152, 147, 153, 173-175, 184, 185, 191,
155, 159, 160, 163-165, 169, 171, 204
172, 176, 177, 179-183, 186-191, Republikeinse kalender 185
193, 195, 197, 199, 200, 204, 208, RER 124, 147, 186
210, 211, 215 restaurant 40, 43, 50, 54, 58, 89, 110,
Bon Marché, le 115, 116, 136 149, 150, 156, 181, 192, 194
Boulevard des Italiens 80 plat du jour 44
Champs-Elysées 70, 179 Réunion 82, 85, 121, 127
Elysée 29, 51, 174 Revolutie 40, 47, 48, 72, 73, 74, 80,
Fouquet’s 58 81, 102, 109, 116, 118, 129, 132,
Grand Palais 36 133, 139, 141, 142, 144, 145, 158,
Hôtel de Crillon 70 178, 179, 184-188, 199, 200, 202,
Hôtel des Invalides 159 206, 209, 211
La Défense 57, 70 Rio de Janeiro 71
La Tour d’argent 54 Romeinen 24, 37, 58, 74, 97, 104,
La Vilette 133 201, 206
Marais 79 Roquefort 19, 188, 189
Maxim’s 66, 195 Rossi, Tino 61
Montmartre 155, 156 Rousseau, Jean-Jacques 92, 142, 208
Panthéon 50, 91, 171, 209, 215 Royal, Ségolène 36, 191
Parijzenaar 54, 56, 112, 119, 155, 165, 172 Rusland 114, 158
Pigalle 156
Pont-Neuf 48 S
Seine 12, 31, 41, 48, 49, 66, 70, 82, 97, Sade, Markies de 33
119, 124, 163, 164, 191, 210 Saint-Germain-en-Laye 31, 134
Parisienne 165 Saint Laurent, Yves 38, 81, 84, 169,
pastis 11, 18, 166, 167, 214 189, 190
Pernod 11, 166 Sarkozy 32, 51, 70, 103, 129, 145, 174,
Ricard 11, 166 175, 191, 192, 202
Périgord 99 satelliet 25
pétanque 166 schoenen 38, 61
Peugeot 67, 167, 168 school 16, 41, 113, 129, 170
Piaf, Edith 26, 61, 75 Grande École 112
pied-noir 169, 190 scholieren 28, 83
Pingeot, Mazarine 152 schrijver 11, 12, 37, 92, 110, 131, 170,
Pléaide 169, 170 208
PMU 50, 170, 194, 214 Sellers, Peter 67, 68
poilu 21, 63, 114, 170, 171 Senderens, Alain 78

223
Smic 192 148, 170, 171, 179, 181-183, 201,
Sorbonne 20, 193 204
Spanje 17, 19, 43, 101, 122, 126, 206, Wereldoorlog, Tweede 9, 15, 26, 60,
213 67, 83, 84, 87, 102, 104, 107, 111,
Spanjaarden 72, 198, 203 113, 114, 151, 161, 166, 168, 172,
Straatsburg 15, 16, 98, 142 182, 184, 202, 204, 214
strips 34 Wereldtentoonstelling 38, 90, 91, 146
wijn 10, 16, 19, 22, 33, 35, 37, 43, 45,
T 46, 49, 54, 58, 59, 62, 63, 69, 73,
tabac 50, 194, 214 98, 99, 106, 149, 170, 188, 205-
Tarte Tatin 194 207, 211, 212
Tati 54, 195 cabernet sauvigon 45
terroir 45, 54, 206 chardonnay 49
Thatcher, Margaret 95 cru 16, 35, 45, 46, 49, 211
Tokio 89, 149, 165 gamay 35, 49
Toulouse 14, 19, 23, 56, 147 gewürztraminer 16, 98
Toulouse-Lautrec, Henri de 56 kir 49, 126
Tour de France 197 merlot 45, 46
trein 36, 64, 95, 150, 192, 197, 210 millésimé 59
Eurostar 95, 192 pinot blanc 16
SNCF 151, 192, 197 pinot noir 49
TGV 95, 151, 192, 193, 197 Pomerol 46
Trenet, Charles 26, 61 riesling 16
tricolore 198, 199 rosé 47, 59
Troyes 18 Sauternes 98, 106, 211
Truffaut, François 38, 65 wijngaarden 19, 45, 46, 156
Turkije 129 wijnliefhebbers 46
Worth, Charles Frederick 120
U
Unesco 45, 96, 124 Y
Yourcenar, Marguerite 12
V
Vadim, Roger 81 Z
vakantie 80, 183 Zidane, Zinedine 213
varken 18 zinc 214
Vercingétorix 201 Zola, Emile 86, 115, 215
Verenigde Naties 17, 70, 103, 144 Zonnekoning 72, 135
Verenigde Staten 26, 42, 45, 60, 70, Zwitserland 11, 60, 102, 114, 145
72, 96, 99, 126, 128, 144, 145, 180,
191, 198, 202, 203, 205, 209, 211
Amerikaanse Onafhankelijkheidsoor-
log 187
Amerikaanse Revolutie 72
Amerikanen 42, 72, 96, 105, 107, 198,
202, 203, 209, 210
Verlan 203
Verlichting 93, 187, 202, 208
Verne, Jules 89, 212
Versailles 31, 33, 62, 103, 114, 118,
124, 134, 141, 142
Vichy 111, 133, 151, 152, 185, 204
vlees 17, 44, 45, 54, 134
worst 17, 18
vliegtuig 36, 43, 71
voetbalelftal 73
Voltaire 92, 208
Vreemdelingenlegioen 131
Vrijheidsbeeld 90, 209

W
Warhol, Andy 38
Wereldoorlog, Eerste 30, 36, 63, 66,
86, 104, 105, 111, 113-115, 138,

224
Miljoenen Nederlanders en Belgen gaan jaarlijks naar
Frankrijk. Een weekendje Parijs. Een week skiën in de
Alpen. Een zonnige zomervakantie aan de Côte d’Azur.
Of maandenlang overwinteren in de Dordogne. Maar
hoeveel mensen kennen dit fascinerende land echt
goed?

Frankrijk is zo dichtbij, maar toch zo différente. Denkend


aan Frankrijk zien wij Asterix, Brigitte Bardot en
Camembert… tot en met Zola en Zidane. Dit handzame
boek beschrijft Frankrijks rijke cultuur van A tot Z en
is vraiment een onmisbaar naslagwerk voor iedereen die
iets met Frankrijk heeft.

Een kleine encyclopedie


vol geschiedenis, anekdotes en
onmisbare nutteloze feiten.

www.francyclopedie.nl

Bluebeard Publications

You might also like