You are on page 1of 31

Handleiding

Afstudeeronderzoek
2010-2011

p. 1
Handleiding Afstudeeronderzoek

p. 2

september 2010

Coördinator Afstudeeronderzoek
Hans de Bruijn
Inhoudsopgave

Voorwoord 5

Inleiding 7

Doelstellingen afstudeeronderzoek: 9
Hbo-niveau en beroepscompetenties

Procedure & fasering 11

Taken en rollen 15

AO-prijs 17

Begrippen en definities 18

Aanbevolen Literatuur 19

Bijlagen 20



p. 3


Voorwoord

Het opzetten en uitvoeren van een afstudeeronderzoek is de kroon op je studie Facility


Management.
In je rapport dat je hierover schrijft, komt tot uitdrukking wat je tijdens je studie aan kennis,
inzichten en vaardigheden hebt verworven en welke waarde je als young professional hebt voor
het beroepenveld.
Het onderzoek geeft je de mogelijkheid je te verdiepen in een facet van het vakgebied dat aansluit
bij je persoonlijke belangstelling en/of voortbouwt op een thema van een van de door jouw
gevolgde minoren.
Door deze verdieping kun je je profileren en de eerste stap naar een succesvolle carrière zetten.

De handleiding Afstudeeronderzoek is bedoeld om je te informeren over hoe je het laatste


studieonderdeel van de opleiding Facility management succesvol kunt afronden.
De handleiding behandelt alle facetten van het afstudeertraject vanaf de start van de
intervisiegroepen in september 2010 tot en met de publieke presentatie van de uitkomsten van je
onderzoek in juni 2011.
Het geeft informatie over de te realiseren competenties, het te realiseren Hbo-niveau, de vorm
waarin de afstudeeropdracht kan plaatsvinden, procedures en beoordelingscriteria.
Veel actuele en relevante informatie met betrekking tot het doen van onderzoek, het schrijven van
een rapport, de afstudeerprocedures en belangrijke tijdstippen / deadlines, zal gepubliceerd
worden op het AO-platform, te vinden op Blackboard.
Een regelmatige check is belangrijk!
p. 4
Den Haag, september 2010
Hans de Bruijn
Coördinator Afstudeeronderzoek
Inleiding

De major van de opleiding Facility Management wordt in het vierde jaar afgerond met het opzetten en uitvoeren van een
afstudeeronderzoek.
Het afstudeeronderzoek bestaat uit het zelfstandig, maar wel onder begeleiding, opzetten en uitvoeren van een onderzoek
en het schrijven van een rapport naar aanleiding van de uitkomsten ervan in de vorm van een scriptie.
Het begrip “onderzoek” kun je ruim opvatten. Het kan gaan om zowel een empirisch als een literatuuronderzoek en zowel
praktijkgericht als theoretisch zijn.
Dit houdt in dat het onderzoek uitgevoerd kan worden in opdracht van een facilitaire organisatie, in opdracht van een van de
FM-minoren, of een opdracht van een (groep) docent(en). Je kan ook zelf het initiatief nemen tot het formuleren van een
onderzoeksvraag, op basis van persoonlijke belangstelling.
In het onderzoek staat een facilitaire beleidsvraag centraal en de uitkomsten ervan leiden tot beleidsadviezen voor de
opdrachtgever óf tot een verdieping van kennis en inzicht op een specifiek deel van het facilitaire domein.
Het onderwerp dat je kiest om op af te studeren moet in elk geval facilitair
gerelateerd zijn, facilitair relevant en zich op beleidsmatig en strategisch niveau afspelen.
Met het schrijven van een adviesrapport laat je zien dat je Hbo-gekwalificeerd bent en beschikt over de negen landelijke
beroepscompetenties.

Deze handleiding informeert je over de volgende zaken:


• de te realiseren leerdoelen, beroepscompetenties en Hbo-niveau
• de procedure rond het afstudeeronderzoek
• proces- en onderzoeksbegeleiding
• de beoordelingscriteria van afstudeerrapport en reflectieverslag
p. 5 • de beoordelingscriteria voor de publieke presentatie

De handleiding is geschreven voor vierdejaars Facility Management studenten (zowel voltijd als deeltijd), die in het
studiejaar 2010-211 hun afstudeeronderzoek willen uitvoeren.
En voor zowel proces- als inhoudelijke begeleider, de medebeoordelaars, opdrachtgevers en bedrijfsmentoren.
Doelstellingen afstudeeronderzoek:
Hbo-niveau en beroepscompetenties

Door middel van het opzetten, uitvoeren en rapporteren over de uitkomsten van een onderzoek laat je zien dat je voldoet
aan de algemene Hbo-kwalificatie en in staat bent:
• om zelfstandig gericht (wetenschappelijke) kennis, inzichten en vaardigheden te verwerven, te integreren en te
gebruiken;
• tot het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk op basis van
relevante kennis en (theoretische) inzichten;
• tot het ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën en het beoordelen van de effectiviteit
hiervan;
• tot het stellen van realistische doelen, het plannen c.q. planmatig aanpakken van werkzaamheden en het reflecteren
op het (beroepsmatig) handelen;
• om verkregen kennis en ontwikkelde vaardigheden integraal in een beroepssituatie toe te passen;
• tot creatief denken en handelen in situaties waar geen standaardtoepassingen voorhanden zijn;
• tot communiceren en samenwerken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire
omgeving en het voldoen aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt;
• tot het ontwikkelen van begrip en betrokkenheid met betrekking tot ethische, normatieve en maatschappelijke vragen
samenhangend met de (toekomstige) beroepspraktijk;
• tot het zelfstandig uitvoeren taken van een beginnend beroepsbeoefenaar;
• tot het functioneren binnen een arbeidsorganisatie.

p. 6 Verder laat je zien dat je over de volgende landelijke beroepscompetenties beschikt en daarmee in staat bent tot het:
• initiëren en creëren van facilitaire producten en diensten, zelfstandig en ondernemend, ten behoeve van een
organisatie;
• ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken
en ketens;
• analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van
besluitvorming;
• toepassen van Human Resource Management in het licht van de strategie van de organisatie;
• inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen;
• analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om
samenhang en wisselwerking te versterken;
• ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces;
• samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie en organisatie-
intern te communiceren op alle niveaus;
• nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen, ontwikkelen van een beroepshouding
met ruimte voor normatief-culturele aspecten en het leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van
de branche.

Je bewijst dat je over de vereiste Hbo-kwalificaties en beroepscompetenties beschikt door:


• het opzetten en uitvoeren van óf een praktijk of een vergelijkend literatuuronderzoek;
• op basis van dit onderzoek beleidsmatige aanbevelingen te formuleren;
• op basis van de uitkomsten van dit onderzoek een verbeteradvies te formuleren en hierover op een correcte wijze
schriftelijk te rapporteren;
• door middel van een verslag te reflecteren op het behalen van het vereiste Hbo-niveau, het realiseren van de FM-
competenties, als wel de persoonlijke ontwikkeling tot een breed inzetbare beginnende professional;
• het verzorgen van een publieke presentatie over de uitkomsten van het onderzoek.
Procedure en fasering

Om te kunnen afstuderen moet je op eerste peildatum 10 september 2010 voldoen aan de volgende voorwaarden:
• moet je 90% van alle studiepunten uit jaar twee en drie behaald hebben
• inclusief de oriëntatie- en managementstage

Wanneer je aan deze instapdrempel voldoet word je, na een check door zowel het examenbureau, praktijkbureau en
afstudeercoördinator, ingedeeld in een intervisiegroep, bestaande uit maximaal twaalf studenten.
Deze intervisiegroep wordt begeleid door een procesbegeleider en komt viermaal in het eerste semester bij elkaar.
Het doel van deze intervisiegroep is het stimuleren van het realiseren van je doelen ten aanzien van afstudeeronderzoek en
het komen tot een afstudeervoorstel.
Daarbij gaat het in het eerste semester om:
• helder te krijgen waar je belangstelling en interesses liggen om mogelijkerwijze op af te studeren,
• oriëntatie op mogelijke externe opdrachtgevers of facilitaire thema’s,
• het herkennen van facilitaire trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op je afstudeeronderwerp,
• het acquireren van een opdracht,
• jezelf te presenteren aan mogelijke opdrachtgevers,
• het voeren van interviews met in- en externe stakeholders,
• het formuleren van een afstudeervoorstel.

Deze intervisiebijeenkomsten worden ingevuld volgens het tienstappenplan, TSP, van Piet Kempen en Jimme Keizer (zie
aanbevolen literatuur).
In het tweede semester komt de intervisiegroep in blok drie een keer bij elkaar om het werkplan met elkaar door te nemen
p. 7 en in blok vier om de publieke presentatie voor te bereiden.
Het succes van de intervisie bijeenkomsten wordt bepaald door de actieve inzet van alle studenten.
De rol van de procesbegeleider is vooral gericht op het begeleiden van de eerste vier stappen die je moet nemen om tot een
goedgekeurd afstudeervoorstel te komen en het stimuleren van de uitwisseling van ideeën, inzichten, ervaringen.
De procesbegeleider beoordeelt ook je reflectieverslag dat je inlevert samen met je afstudeerrapport.

De Academie voor Facility Management realiseert zich dat kennis met betrekking tot de verandering van de instapdrempel
voor velen te laat komt.
Daarom adviseert de Academie met klem diegenen die een grotere achterstand hebben dan de genoemde 90%, volledig
gebruik te maken van de eerste herkansingsperiode, november 2010.
Voor het studiejaar 2010 – 2011 geldt daarom, bij wijze van uitzondering, 1 december als peildatum voor een check op de
instapdrempel.

Op uiterlijk 3 januari 2011 lever je een voorlopig voorstel afstudeeronderzoek in bij je procesbegeleider. Dit wordt in de
laatste intervisiebijeenkomst van het eerste semester besproken en, waar nodig, door jou aangepast.
De definitieve versie van je afstudeervoorstel lever je uiterlijk op 10 februari 2011 in bij het praktijkbureau. Eerder mag ook.
Dit definitieve voorstel wordt door de startcommissie beoordeeld op de volgende aspecten:
• is het onderzoek op Hbo-niveau?
• biedt het onderzoek de student de gelegenheid om de FM beroepscompetenties te realiseren?
• is het onderzoek FM-gerelateerd en FM-relevant?
• biedt het onderzoek de student de mogelijkheid om verbeteradviezen op beleids- en strategisch niveau te formuleren?
• is er sprake van urgentie?
• hoe vernieuwend is het onderwerp?

Binnen vijf werkdagen geeft de startcommissie uitsluitsel of het voorstel is goedgekeurd.


Met deze goedkeuring ben je gerechtigd aan je afstudeeronderzoek te beginnen en krijg je een inhoudelijke begeleider
toegewezen.
Mocht de startcommissie twijfels hebben over een van de bovengenoemde punten, ben je gerechtigd om opnieuw een
afstudeervoorstel in te leveren op uiterlijk 15 april 2011. Je kunt dan echter pas in oktober/november 2011 afstuderen.
Het kan, om andere reden, gebeuren dat je er niet in slaagt om voor 10 februari een definitief afstudeervoorstel in te
leveren. Voor diegenen die dat betreft is de tweede datum ook 15 april 2011.

Tussen 7 februari en de laatste week van april 2011 ben je bezig met het opzetten en uitvoeren van je onderzoek. Dat kan dus
zowel veld en/of desk onderzoek zijn.
Op basis van het onderzoeksthema, krijg je vanuit de opleiding een inhoudelijke begeleider toegewezen, die kennis heeft
van het onderwerp.
Daarnaast is hij/zij ervaren op het gebied van het begeleiden van studenten bij het doen van onderzoek. Verder kun je voor
nog meer specifieke kennis ook een beroep doen op docenten die betrokken zijn bij een minor of op docenten die doceren op
een speciaal aandachtsgebied of deelnemen aan een expertisekring.

Op uiterlijk 26 april lever je een concept afstudeerrapport in bij je inhoudelijke begeleider. Dit concept bevat de volgende
onderdelen:
• aanleiding en achtergrond van het onderzoek
• de context waarin dit onderzoek is uitgevoerd
• de probleemstelling van het onderzoek
• de beschrijving en uitkomsten van het onderzoek
• de voorlopige resultaten en conclusies
• en een schets van de aanbevelingen, inclusief de bedrijfskundige consequenties
Je concept wordt gelezen en beoordeeld door je inhoudelijke begeleider en een medebeoordelaar, die in de eerste week van
april aan je wordt gekoppeld.
Zij beoordelen het niveau en geven je, wanneer nodig, verbetersuggesties. De medebeoordelaar stemt dit af met je
inhoudelijke begeleider.
p. 8
24 mei 2011 lever je vier exemplaren van het definitieve verslag en een PDF versie in bij het praktijkbureau.

De bedrijfsmentor beoordeelt op dezelfde criteria als je inhoudelijke begeleider en medebeoordelaar je afstudeerrapport.


Hierbij hebben de beoordelingen van de drie beoordelaars een gelijk gewicht, met dien verstande dat het resultaat
voldoende is, als het gemiddelde van de 3 beoordelingen 6,0 of hoger is en minimaal 2 van de 3 beoordelaars, waaronder de
inhoudelijke begeleider, het adviesrapport met minimaal een 6,0 beoordelen.

Het reflectieverslag lever je tegelijk met je afstudeerrapport in viervoud in bij het praktijkbureau.
Dit verslag wordt beoordeeld door je procesbegeleider, waarvoor je een cijfer krijgt, dat minstens een 6.0 moet zijn.
Twee weken na het inleveren van je afstudeerrapport en reflectieverslag worden je cijfers aan je bekend gemaakt en, mits
rapport en verslag beide minstens met een 6,0 beoordeeld zijn, krijg je na drie weken een uitnodiging voor een publieke
presentatie over de uitkomsten van je onderzoek.
Bij deze publieke presentatie zijn aanwezig:
• je inhoudelijke begeleider
• medebeoordelaar
• een lid van het College van Toezicht
• je opdrachtgever/bedrijfsmentor
• je procesbegeleider
• belangstellenden uit het werkveld
• studenten uit de hoofdfase
• en mensen die je zelf graag wilt uitnodigen

De publieke presentatie duurt 50 minuten. Je hebt maximaal 15 minuten de tijd voor een presentatie waarin je aanleiding,
achtergrond, context, urgentie, uitkomsten van je onderzoek aangeeft en wat je verbeteradviezen zijn. Je wordt aangeraden
om dat wat je onderzocht hebt vooral ook in een breder maatschappelijk perspectief te plaatsen en de bredere toepasbaar-
heid van je adviezen aan te geven.
Daarna heb je 30 minuten om in te gaan op vragen die je inhoudelijke begeleider, de medebeoordelaar en het lid van het
college van toezicht je stellen. De laatste vijf minuten zijn voorbehouden aan de vragen van mensen uit het publiek.
De publieke presentatie vindt plaats in groepen van vier studenten.
Na de laatste presentatie trekken je inhoudelijke begeleider, de medebeoordelaar en het lid van het College van Toezicht
zich terug om het cijfer voor dit onderdeel te bepalen.
Daarna wordt je dit persoonlijk medegedeeld.

Het definitieve cijfer van het afstudeeronderzoek wordt vastgesteld in een bijeenkomst van de grote examencommissie,
p. 9 volgend na de laatste publieke presentatie en is gebaseerd op de volgende onderdelen:
• afstudeerrapport (60%)
• reflectieverslag (20%)
• publieke presentatie (20%)

Samengevat kan gezegd worden dat het afstudeerproces bestaat uit vier fasen:
• voorbereidingsfase
- september – december 2010
- gericht op het formuleren van een voorlopig afstudeervoorstel
(4 intervisiebijeenkomsten)
- geschatte tijdinvestering: ± 80 uren

• werkfase
- januari – april 2011
- gericht op het opzetten en uitvoeren van onderzoek op locatie
- met als resultaat een conceptverslag
(2 intervisiebijeenkomsten)
- geschatte tijdinvestering: ± 560 uren

• afwerkfase
- mei 2001
- gericht op het verwerken van onderzoeksresultaten en formuleren van adviezen
- met als resultaat een definitief afstudeerrapport
- geschatte tijdinvestering: 160 uur
• presentatiefase
- juni 2011
- gericht op het voorbereiden van presentatie
- geschatte tijdinvestering: 40 uur

Gedurende het afstudeerproces wordt door de Academie minimaal op de volgende beslisdocumenten gestuurd:
• afstudeervoorstel
• concept afstudeerrapport
• definitief afstudeerrapport
• reflectieverslag

p. 10
Taak en rollen

Taak & rol procesbegeleider


• taken
- helpen formuleren persoonlijke interesses, belangstelling (TSP 0 t/m 4)
- helpen opzetten acquisitieplan
- helpen formuleren onderzoeksvraag en een voorlopige probleemstelling
- helpen formuleren afstudeervoorstel
- na goedkeuring afstudeervoorstel helpen formuleren werkplan
- bewaken procesmatige voortgang afstuderen
- beoordelen reflectieverslag (TSP stap 10)
- is aanwezig bij de publieke presentatie
• competenties
- motiveren, bijsturen, coachen
- feedback geven
- formuleren onderzoeksvraag

Rol intervisiegroepen
• intervisie
• van elkaar leren door middel van informatie uitwisseling
• elkaar steunen, helpen en motiveren
• intervisiebijeenkomsten zijn verplicht onderdeel van afstudeerproces, aanwezigheid wordt geregistreerd

p. 11 Taak & rol startcommissie


• vooraf inhoudelijk beoordelen niveau afstuderen
- Hbo-niveau
- FM beroepscompetenties
- FM-relatie en FM-relevantie
- beleids- en strategische aspecten
- urgentie van onderwerp
- vernieuwend zijn van onderwerp
• in de startcommissie hebben de vier minorcoördinatoren en de afstudeercoördinator (= voorzitter) zitting.
Zij reageren binnen vijf werkdagen op een ingediend definitief afstudeervoorstel

Taak & rol bedrijfsmentor


• is een vertegenwoordiger van een organisatie uit het FM-werkveld
• verstrekt de student een onderzoeksopdracht die past binnen de doelstellingen van het afstuderen
• bespreekt met student en inhoudelijke begeleider probleemstelling en opzet van het onderzoek
• begeleidt de student bij het opzetten en uitvoeren van het onderzoek en voorziet hem van relevante informatie
• evalueert regelmatig de voortgang van het onderzoek
• beoordeelt de kwaliteit van het afstudeerrapport aan de hand van het beoordelingsformulier
• functioneert op minimaal Hbo werk- en denkniveau en heeft een beslisfunctie op minstens tactisch niveau
Taak & rol inhoudelijke begeleider
• adviseert bij opzet en uitvoering afstudeeronderzoek (TSP 5 t/m 10)
• adviseert bij het selecteren, ordenen en verwerken van onderzoeksdata
• beoordeelt werkplan, concept en definitief afstudeerrapport
• onderhoudt contact met opdrachtgever (in- of extern)
• verwijst bij specifieke inhoudelijke vragen door naar vakdocenten
• is aanwezig bij de publieke presentatie, neemt deel aan het gesprek en is een van de beoordelaars
• beoordeelt concept en definitief afstudeerrapport

Taak & rol medebeoordelaar


• beoordeelt concept en definitief afstudeerrapport als onafhankelijke partij
• is aanwezig bij de publieke presentatie, neemt deel aan het gesprek en is een van de beoordelaars
• komt bij voorkeur uit het werkveld en wordt gezocht in het alumninetwerk en stagenetwerk

Taak & rol college van toezicht
• toezicht houden op procedures en gang van zaken tijdens publieke presentaties
• vooraf lezen van afstudeerrapporten ter beoordeling van Hbo-niveau
• beoordelen algemeen niveau van alle afstudeerrapporten
• evalueren van procedures en niveau en adviseren van examencommissie ten aanzien van realisatie Hbo-niveau

p. 12
AO-prijs

Ieder jaar wordt door de opleiding een prijs uitgereikt voor het beste afstudeerrapport van dat studiejaar. Deze prijs wordt
tijdens de juli-diplomering uitgereikt en bedraagt €500, -. Bovendien wordt onderzocht in hoeverre het rapport mogelijkhe-
den tot publicatie biedt.

De prijs is ingesteld om goede studenten een kans te geven zich naar het werkveld te profileren en de opleiding in staat te
stellen met kwalitatief goede afstudeerprojecten naar buiten te treden.
Kandidaten kunnen worden voorgedragen door hun inhoudelijke begeleider of door leden van het College van Toezicht, in-
dien het afstudeerrapport voldoet aan de volgende criteria:
• het cijfer moet een 8,0 of hoger zijn
• de aanpak moet multidisciplinair zijn en getuigen van originaliteit en creativiteit
• het onderzoek moet voldoen aan alle voor het afstudeeronderzoek geldende doelstellingen (zie pagina …)
• de opdrachtgever (externe, minor of docent) moet te kennen hebben gegeven dat de uitkomsten van het onderzoek van
invloed zijn op bestaand beleid of een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van het vakgebied.

De voordracht vindt plaats door schriftelijke aanmelding, voorzien van een toelichting op de bovenstaande criteria, bij de
afstudeercoördinator. Na een eerste globale selectie worden de voorgedragen kandidaten genomineerd.
Een onafhankelijke jury, bestaande uit drie leden van de Beroepenveldcommissie, beoordeelt de genomineerde afstudeer-
rapporten en wijst de uiteindelijke winnaar aan. De voorzitter van de jury zorgt tijdens de diplomering, na presentatie van
het jury rapport, voor de prijsuitreiking.

p. 13
Begrippen en definities:

Begrip Definitie

Procesbegeleider Begeleider van de Intervisiegroepen. Beoordeelt het reflectieverslag.

Intervisiegroep Groep van 12 studenten die procesmatig begeleid worden.

Inhoudelijke begeleider Hoofdbegeleider, werkzaam bij de Academie FM. Beoordeelt (mede) het Afstudeerrapport en
de Publieke presentatie.

Medebeoordelaar Doorgaans afkomstig uit het werkveld; dus niet werkzaam bij de Academie FM. Beoordeelt
(mede) het Afstudeerrapport en de Publieke presentatie.

Bedrijfsmentor Begeleider die optreedt als of namens de opdrachtgever. Beoordeelt (mede) het
Afstudeerrapport.

Afstudeerrapport Het adviesrapport waarin verslag wordt gedaan van de uitgevoerde opdracht.

Publieke presentatie Mondelinge presentatie met verdediging van het onderzoek en het Afstudeerrapport door het
beantwoorden van vragen van de Examencommissie en van het publiek.

p. 14
Aanbevolen literatuur

Baarda B., de Goede M.: Basisboek Methoden en Technieken. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek,
Stenfert Kroese, vierde druk, 2006

Baarda B., de Goede M., Teunisse J.: Basisboek kwalitatief onderzoek. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwa-
litatief onderzoek, Stenfert Kroese, tweede druk, 2005

Bouter R.F.: Handleiding schriftelijke rapportage. Haagse Hogeschool, Academie voor Facility Management, 2008-09

Boeije, H.R.: Analyseren in kwalitatief onderzoek: denken en doen. Boom, 2005

Hilgers F., Vriens J: Professioneel presenteren. Handleiding bij het voorbereiden en verzorgen van informatieve en overtui-
gende presentaties. Academic Services, 2003

Kempen J., Keizer J.: Competent afstuderen, Noordhoff Uitgevers, derde druk 2006

Oost, H. : Hoe schrijf ik een betere scriptie? , Uitgeverij Contact, 1995

Oosterbaan, W.: Leesbare scripties. Gids voor het schrijven van scripties, essays en papers. Prometheus, 2009

Renkema, J.: Schrijfwijzer, handboek voor duidelijk taalgebruik, SDU, vierde druk, 2005

p. 15 Trietsch, P.V. en Feijen, E.: Snel afstuderen! Stap voor stap naar een geslaagde scriptie, Coutinho, tweede druk, 2010
Bijlagen

Bijlage 1: Uitwerking FM beroepscompetenties 21


te realiseren in afstudeeronderzoek

Bijlage 2: Formulier afstudeervoorstel 23


Bijlage 3: Overeenkomst afstudeeronderzoek 25


Bijlage 4: Beoordelingsformulier afstudeeronderzoek 27


Bijlage 5: Beoordelingsformulier reflectieverslag 31


Bijlage 6: Beoordelingsformulier publieke presentatie 33

Bijlage 7: Overzicht belangrijke data 35

Bijlage 8: Verzekeringen 37

p. 16
Bijlage 9: Voorbeelden afstudeeropdrachten 39
Uitwerking FM beroepscompetenties

In deze bijlage vind je een overzicht van de landelijke beroepscompetenties.
Onder elke competentie vind je een zestal uitwerkingen op strategisch niveau.
Deze geven een indicatie op welk niveau jij moet kunnen denken en handelen en daar in je afstudeerrapport en je publieke
presentatie blijk van geeft.

Competentie 1:
Initiëren en creëren van facilitaire producten en diensten, zelfstandig en ondernemend, ten behoeve van een organisatie
• Onderzoekt effectiviteit en efficiency van facilitaire dienstverlening in het licht van organisatie-interne en maatschappe-
lijke trends & ontwikkelingen
• Formuleert voorstellen t.a.v. strategisch facilitair beleid
• Ontwikkelt voor opdrachtgever innovatieve facilitaire concepten en brengt deze op de (interne) markt
• Adviseert t.a.v. introductie van innovatieve facilitaire concepten
• Draagt zorg voor in- en extern draagvlak voor veranderingen van facilitaire concepten en dienstverleningsprocessen
• Formuleert voorstellen t.a.v. een verandering

Competentie 2:
Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken
en ketens
• Ontwikkelt een visie op facilitaire trends in relatie tot de organisatie en haar omgeving
• Ontwikkelt een visie op facilitaire producten/diensten en facilitaire processen
• Incorporeert internationale ontwikkelingen in deze visie
p. 17 • Ontwikkelt en onderhoudt een in- en extern netwerk
• Behartigt zo goed mogelijk de belangen van de eigen organisatie
• Ontwikkelt zelfstandig een in- en extern communicatiebeleid
• Communiceert met en adviseert alle hiërarchische niveaus in de organisatie, marktpartijen en klanten

Competentie 3:
Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en alternatieven en voorbereiden van besluit-
vorming
• Ontwikkelt strategisch facilitair beleid op basis van wensen en behoeften van (interne) klanten en opdrachtgever
• Implementeert of draagt zorg voor implementatie van nieuw facilitair beleid
• Draagt zorg voor de ontwikkeling en uitvoering van klantonderzoeken
• Ontwikkelt criteria ter beoordeling van effectiviteit en efficiency van facilitaire dienstverlening

Competentie 4:
Toepassen van HRM in het licht van de strategie van de organisatie
• Implementeert sociaal en HRM beleid van de organisatie in eigen afdeling en geeft hier uitvoering aan
• Stemt uitvoering HRM beleid af met en vakdeskundigen P&O afdeling
• Adviseert t.a.v. het inzetten van personeelsinstrumenten en gebruikt deze zelf
• Geeft op motiverende wijze leiding aan team van medewerkers ter optimalisering van hun inzet en professionele ontwik-
keling
• Reflecteert kritisch op eigen stijl van opereren en kan daardoor eigen leidinggevend gedrag optimaliseren
Competentie 5:
Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- en organisatieprocessen
• Ontwerpt proces t.b.v. de keten “input-throughput-output”
• Ontwikkelt en stelt kwaliteitseisen en –criteria van dienstverleningsproces vast
• Ontwikkelt criteria t.a.v. standaardisatie van werkprocessen
• Implementeert maatregelen ter realisatie van optimalisatie van productiviteit en efficiency
• Adviseert t.a.v. de coördinatie van de uitvoering van facilitaire processen in het licht van planning & control
• Ontwerpt en implementeert interne informatie- en communicatiestructuren
• Geeft leiding aan projectteam of heeft daar een verantwoordelijke positie in

Competentie 6:
Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om
samenhang en wisselwerking te versterken
• Ontwerpt een systeem t.b.v. het opstellen van een kosten/batenanalyse
• Adviseert t.a.v. financiële haalbaarheid van facilitaire beleidsplannen
• Adviseert t.a.v. het opstellen van kwalitatieve en kwantitatieve prestatie indicatoren
• Formuleert adviezen t.a.v. offertes, contracten en contractbeheer
• Formuleert bedrijfskundige consequenties van veranderingen in facilitaire producten/diensten en/of facilitair dienstver-
leningsproces

Competentie 7:
Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingproces
• Ontwikkelt een infrastructuur voor continue vernieuwing van producten/diensten
• Managet (deel)projecten ter implementatie van nieuwe producten/diensten
p. 18 • Initieert en coördineert veranderprocessen
• Motiveert betrokkenen tot invoering van (complexe) veranderingen
• Ontwerpt een structuur ter optimalisatie van kwaliteit van sturingsvermogen en besluitvorming van betrokken manage-
ment
• Ontwikkelt een plan ter evaluatie van succes van geïmplementeerde veranderingen

Competentie 8
Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie).
• Zet onderstaande persoonlijke kwaliteiten effectief in:
- Collegialiteit
- Motiverend en stimulerend vermogen
- Ondernemingszin
- Analyserend en adviserend vermogen
- Creativiteit

FM Competentie 9
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional):
• Zet onderstaande persoonlijke kwaliteiten effectief in:
- Flexibiliteit
- Assertiviteit en zelfstandigheid
- Verantwoordelijkheidsbesef
- Reflecterend vermogen
- Stressbestendigheid
- Ambitie
De Haagse Hogeschool
Academie voor Facility Management

Formulier afstudeervoorstel

± 1600 woorden (4 – 5 A4)


Inleverdatum voorlopig afstudeervoorstel 3 januari 2011 bij procesbegeleider,
Definitief afstudeervoorstel bij Praktijkbureau 10 februari 2011.

Algemeen
• gegevens student
- N.A.W.
- contactgegevens
- gevolgde minoren
• in geval van externe opdrachtgever
- gegevens afstudeerorganisatie
 N.A.W.
 branche
 eventueel afdeling
- gegevens opdrachtgever / begeleider
 naam, functie, hiërarchische positie, opleiding
- is de opdracht gerelateerd aan een van de gevolgde minoren?
p. 19 • in geval interne opdrachtgever (minor)
- gegevens minor
- gegevens minorcoördinator / docent
• in geval eigen opdrachtgever
- korte aanduiding in welk FM-segment het onderzoek zal plaats vinden
(huisvesting, services, inkoop, logistiek, FM consultancy, etc.)
- korte toelichting waarom eigen opdracht
• in geval van een coproductie (twee of meerdere studenten, die werken aan een opdracht, verstrekt door een externe
organisatie, een van de minoren of op eigen initiatief)
- vooraf melden bij afstudeercoördinator
- afstemming met opdrachtgever, (groep) studenten en
afstudeercoördinator
- een gemeenschappelijke hoofdprobleemstelling
- individuele subprobleemstelling
- afzonderlijke afstudeerrapporten
• in geval van een afstudeeronderzoek in het buitenland
- vooraf melden bij afstudeercoördinator
- afstemming met (groep) studenten, opdrachtgever en
afstudeercoördinator
Verslag oriëntatiefase
• informatie betreffende sector waar organisatie actief is
- ontwikkelingen en mogelijke problemen binnen sector
• informatie betreffende bedrijf
- producten, diensten, klanten, leveranciers, concurrenten, marktpositie, organisatiestructuur, organisatiecultuur,
afdeling waar opdracht zich afspeelt
- informatie betreffende onderzoeksopdracht
- wat is volgens opdrachtgever het probleem
- voor wie is het een probleem
- hoe urgent is het probleem
- wie zijn betrokken
- zijn er middelen om probleem op te lossen
- is de opdrachtgever bereid volledig inzicht in aanleiding en achtergrond te verschaffen
- wat is de facilitaire relevantie van de onderzoeksopdracht
• welke eisen worden door opdrachtgever gesteld en mogelijke afspraken
- verwacht eindproduct: vorm & inhoud
- vorm en omvang van begeleiding en contactmomenten (inclusief publieke presentatie)
- faciliteiten

Voorlopige probleemstelling
• analyse van tot dan toe verzamelde informatie
• formuleren knelpunten m.b.t. onderzoeksvraag
• formuleren voorlopige probleemstelling
- mogelijke subprobleemstellingen, maximaal tien

p. 20 Relatie met FM-competenties


• zijn de negen FM beroepscompetenties door middel van de onderzoeksopdracht te realiseren
• in welke mate zijn deze te realiseren

Voorlopige werkplanning
• beschrijving te hanteren methoden van onderzoek
• literatuurstudie & voorlopige literatuurlijst
• vergelijkende interviews en bedrijfsbezoeken
De Haagse Hogeschool
Academie voor Facility Management

Overeenkomst afstudeeronderzoek

Op Blackboard (AO-platform Nieuwe Stijl) is de overeenkomst te downloaden.

p. 21
De Haagse Hogeschool
Academie voor Facility Management

Beoordelingsformulier afstudeerrapport
(60% eindcijfer)

Naam inhoudelijke begeleider

Naam medebeoordelaar

Hbo-niveau (30%) van eindcijfer


De student geeft blijk

zelfstandig gericht (wetenschappelijke) kennis, inzichten en vaardigheden te hebben verworven, te hebben


geïntegreerd en te hebben gebruikt en toegepast in de beroepssituatie;

o v rv g u nvt

zelfstandig complexe probleemsituaties uit de beroepspraktijk te hebben gedefinieerd en geanalyseerd op basis van
relevante kennis en (theoretische) inzichten;
p. 22
o v rv g u nvt

in staat te zijn tot het ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën en het beoordelen van de
effectiviteit hiervan;

o v rv g u nvt

in staat te zijn tot het stellen van realistische doelen, het plannen c.q. planmatig aanpakken van werkzaamheden en
het reflecteren op het (beroepsmatig) handelen;

o v rv g u nvt

tot creatief denken en handelen in situaties waar geen standaardtoepassingen voorhanden zijn;

o v rv g u nvt

tot communiceren en samenwerken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire
omgeving;

o v rv g u nvt

tot het ontwikkelen van begrip en betrokkenheid met betrekking tot ethische, normatieve en maatschappelijke vragen,
samenhangend met de (toekomstige) beroepspraktijk;

o v rv g u nvt
tot het zelfstandig kunnen uitvoeren taken van een beginnende beroepsbeoefenaar;
o v rv g u nvt

tot het kunnen functioneren binnen een arbeidsorganisatie.

o v rv g u nvt

Deelcijfer

Geef per beoordelingsaspect een kwalitatieve toelichting in maximaal 20 trefwoorden.

p. 23
FM beroepscompetenties (30% van eindcijfer afstudeerrapport)
De student is in staat tot

het initiëren en creëren van facilitaire producten en diensten, zelfstandig en ondernemend, ten behoeve van een
organisatie;

o v rv g u

het ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken
en ketens;

o v rv g u

het analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van


besluitvorming;

o v rv g u

inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen;

o v rv g u

het analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om
samenhang en wisselwerking te versterken;

p. 24 o v rv g u

het ontwikkelen en implementeren van een veranderingsproces;

o v rv g u

Deelcijfer

Geef per beoordelingsaspect een kwalitatieve toelichting in maximaal 20 trefwoorden.

NB 1: De HRM competentie wordt in de afstudeeropdracht niet getoetst, dat is gebeurd in jaar drie middels de module
LMV
NB 2: De sociaal communicatieve competenties (8 & 9) worden apart getoetst in het reflectieverslag
Rapportage (10% van eindcijfer afstudeerrapport)
Het afstudeerrapport is geschreven conform de richtlijnen zoals die verwoord zijn in de “Handleiding Schriftelijke Rapporta-
ge” van R.F. Bouter. (20%)

vormtechnische + communicatieve aspecten


• omslag
• titelpagina
• auteursreferaat
• samenvatting
• woord vooraf
• inhoudsopgave
• inleiding
• indeling hoofdstukken en paragrafen
• geraadpleegde bronnen
• lay-out
• taalgebruik
• lezergerichtheid
• 10% van eindcijfer afstudeerrapport

o v rv g u

Deelcijfer

p. 25
inhoudsaspecten (30% van eindcijfer afstudeerrapport)
• introductie, inleiding
• aanleiding, achtergrond, doelgroep, urgentie
• probleemstelling
• onderzoeksverantwoording
• organisatieanalyse
• probleemanalyse
• theoretisch kader
• veldonderzoek, externe oriëntatie
• gewenste situatie
• conclusies
• aanbevelingen
• argumentatie
• implementatieplan
• bedrijfskundige consequenties
- financieel
- personeel
- organisatiestructuur

o v rv g u

Deelcijfer Gemiddeld cijfer: ≥ 6


De Haagse Hogeschool
Academie voor Facility Management

Beoordelingsformulier reflectieverslag
(20% eindcijfer)
Procesbegeleider:

± 1600 woorden (4 – 5 A4)


Inleveren bij praktijkbureau en te beoordelen door procesbegeleider, gelijktijdig met inleveren definitief onderzoeksrapport,
24 mei 2011

In het verslag toont de student aan dat hij/ zij de 9 beroepscompetenties op


Hbo- niveau beheerst.
Het reflectieverslag wordt geschreven volgens de richtlijnen verwoord in de “Handleiding Schriftelijke Rapportage”, R.F.
Bouter en richt zich op drie thema’s:
• het beeld dat je je tijdens de opleiding en je afstuderen hebt gevormd over het beroep;
• je persoonlijke ontwikkeling gedurende de opleiding en je afstuderen;
• de gerealiseerde leerdoelen aan de hand van de landelijke beroepscompetenties 8 en 9, die je voorafgaande aan de start
van je afstudeeronderzoek hebt geformuleerd.
p. 26
Het evaluatiegesprek met de opdrachtgever en de inhoudelijke begeleider vormt input voor het reflectieverslag.

Geef in het verslag een beschrijving van je ontwikkeling op FM- beroepscompetenties een tot en met zeven.
Beschrijf bij welke competenties jouw talent ligt en welke nog een uitdaging voor je vormen.
Geef ook aan welke ervaringen van belang zijn geweest voor jouw ontwikkeling op elk van deze competenties. Geef zo con-
creet mogelijke voorbeelden van de ontwikkelingen die je hebt doorgemaakt.

Geef een beschrijving van je eigen profiel op competentie 8 en 9. Geef zicht op je eigen kwaliteiten en talenten die van be-
lang zijn binnen het functieprofiel van een beginnende ME’er. Maak hierbij gebruik van ondersteunend materiaal zoals de
evaluaties van eerdere praktijkmodules en het resultaat van feedbacksessies.

Beschrijf tenslotte waar je je verder in je ontwikkeling op wilt richten. Waar liggen voor jou de uitdagingen in het werkveld
en wat heb jij het werkveld te bieden?

o v rv g u

Cijfer: ≥ 6

In geval van een onvoldoende kan een herziene versie op 14 juni ingeleverd worden.
De Haagse Hogeschool
Academie voor Facility Management

Beoordelingsformulier publieke presentatie


(20% eindcijfer)
Inhoudelijke begeleider:
Medebeoordelaar:

Lid College van Toezicht

Hbo-niveau
De student geeft de presentatie blijk over het vereiste Hbo-niveau te beschikken door toe te lichten
• zelfstandig gericht (wetenschappelijke) kennis, inzichten en vaardigheden te hebben verworven, te hebben geïntegreerd
en te hebben gebruikt;
• zelfstandig complexe probleemsituaties uit de beroepspraktijk te hebben gedefinieerd en geanalyseerd op basis van re-
levante kennis en (theoretische) inzichten;
• in staat te zijn geweest tot het ontwikkelen en toepassen van zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën en het beoordelen
van de effectiviteit hiervan;
• in staat te zijn geweest tot het stellen van realistische doelen, het plannen c.q. planmatig aanpakken van werkzaamhe-
den en het reflecteren op het (beroepsmatig) handelen;
p. 27 • om verkregen kennis en ontwikkelde vaardigheden integraal in een beroepssituatie toe te hebben gepast;
• op welke wijze hij in staat is geweest tot creatief denken en handelen in situaties waar geen standaardtoepassingen
voorhanden waren;
• op welke wijze hij in staat was geweest tot communiceren en samenwerken met anderen in een multiculturele, interna-
tionale en/of multidisciplinaire omgeving;
• in hoeverre voor hem sprake was geweest tot het ontwikkelen van begrip en betrokkenheid met betrekking tot ethische,
normatieve en maatschappelijke vragen, samenhangend met de (toekomstige) beroepspraktijk.

FM-competenties
De student laat tijdens de presentatie zien in hoeverre hij in staat is geweest tot
• het initiëren en creëren van facilitaire producten en diensten, zelfstandig en ondernemend, ten behoeve van een organi-
satie;
• het ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwer-
ken en ketens;
• het analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en –alternatieven en voorbereiden van be-
sluitvorming;
• inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen;
• het analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om sa-
menhang en wisselwerking te versterken;
• het ontwikkelen en implementeren van een veranderingsproces;
• het samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie en organisatie-in-
tern te communiceren op alle niveaus;
• nadenken over, reflecteren op en verantwoording nemen voor eigen handelen, het ontwikkelen van een beroepshouding
en het leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche.
Publieke presentatie, beoordelingscriteria

Presentatie technieken
• doelgroepgerichtheid
• informatie
- nieuwswaarde
- structuur
- duidelijkheid
• overtuigen
- degelijke argumentatie.
- aantrekkelijke verpakking
- aansprekende persoonlijkheid
• presentatieopbouw
- inleiding
- kern
- slot - conclusies
• presentatietechnieken
- taalgebruik
- non-verbaal gedrag
- ontspannen presenteren
• hulpmiddelen
- PowerPoint
- hand-outs

p. 28 o v rv g u

Presentatie inhoud
• kennis en beheersing van de inhoud van het onderzoek
• Hbo-niveau
• relatie met de FM-competenties
• inzicht in bredere toepasbaarheid van het eindproduct
• formuleren van toegevoegde waarde van het eindproduct

o v rv g u

Discussie
• beantwoording van vragen met betrekking tot presentatie en rapport
• Hbo-niveau
• relatie met de FM-competenties
• reflectie op onderzoeksproces en eigen functioneren
• het ontwikkelen van een visie op beroep
• plaatsen van opdracht in bredere context

o v rv g u

Cijfer Presentatie: ≥ 6
De Haagse Hogeschool
Academie voor Facility Management

Belangrijke data met betrekking tot


afstudeeronderzoek 2010 – 2011
10 september 2010 Eerste peildatum instapdrempel

16 september Introductie afstudeeronderzoek


Eerste bijeenkomst met procesbegeleider

Week van 25 oktober Tweede bijeenkomst met procesbegeleider

Week van 29 november Derde bijeenkomst procesbegeleider

1 december Tweede en laatste peildatum instapdrempel

3 januari 2011 Inleveren voorlopig afstudeervoorstel bij procesbegeleider

Week van 3 januari Vierde bijeenkomst procesbegeleider

10 februari Inleveren definitief afstudeervoorstel praktijkbureau


p. 29 Vijfde bijeenkomst met procesbegeleider (in combinatie met expertise
­bijeenkomst)

17 februari Uitsluitsel startcommissie

Week van 14 februari Toewijzing inhoudelijke begeleider

Medio april Toewijzing medebeoordelaar

26 april Inleveren concept afstudeeronderzoek bij inhoudelijke begeleider en


­medebeoordelaar

Week van 23 mei Zesde en laatste bijeenkomst met procesbegeleider

24 mei 2011 Inleveren definitieve versie afstudeerrapport (in viervoud en in PDF file) bij
praktijkbureau
Inleveren reflectieverslag bij procesbegeleider in viervoud

20 juni tot en met Publieke presentaties


6 juli

8 juli 2011 Vaststelling cijfer afstudeeronderzoek door grote examencommissie


Diplomering (voltijd)
Verzekeringen
Aansprakelijkheidsverzekering
De Haagse Hogeschool heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering geldt ook voor studenten van
de hogeschool voor hun stages in Nederland en in het buitenland, met uitzondering van de VS en Canada. De belangrijkste
condities van deze polis zijn:

Gedekt zijn:
• Letsel- en materiële schade toegebracht door stagiair(e)s tijdens de stage, met een maximum van EUR 2.500.000 per
gebeurtenis en met een eigen risico van EUR 250;
• In afwijking van sub a geldt voor materiële schade aan zogenaamde goederen onder opzicht een verzekerd bedrag van
maximaal EUR 50.000 per gebeurtenis en met een maximum van EUR 100.000 per jaar. Het eigen risico bedraagt in dit
geval EUR 125. Goederen onder opzicht zijn bijvoorbeeld zaken die de stagiair(e) in gebruik, in beheer, in bewaring of ter
behandeling onder zich heeft.

De dekkingen van sub a en b gelden uitsluitend wanneer de schade niet gedekt is op een andere polis. In het geval van het
aanbrengen van schade door de stagiair(e) zal in eerste instantie een beroep moeten worden gedaan op de verzekering van
het bedrijf. Wanneer blijkt dat deze verzekering in het voorkomende geval niet voorziet, moet een beroep worden gedaan op
de (eventuele) verzekering die door de student is afgesloten. Mocht ook dit niets opleveren, dat kan een beroep worden ge-
daan op de door de Haagse Hogeschool afgesloten aansprakelijkheidsverzekering.

Niet gedekt zijn o.a.:


a. Schade door diefstal, vermissing, zoekraken en verduistering.
b. Schade veroorzaakt door of toegebracht met motorrijtuigen.
p. 30 c. Vervanging van een ondeugdelijke prestatie.

Mochten er nog specifieke vragen zijn over verzekeringen, dan kan contact worden opgenomen met de afdeling beheerson-
dersteuning van het Facilitair Bedrijf van de Haagse Hogeschool, bereikbaar onder telefoonnummer: 070-4458012 (strip
1.57) of een email sturen naar: verzekeringen@hhs.nl

Tot slot
Bovenstaande opsomming is maar een korte samenvatting van de feitelijke polis. De polisvoorwaarden prevaleren te allen
tijde boven deze tekst. Voor onjuistheden of vergissingen aanvaardt de Haagse Hogeschool geen aansprakelijkheid.
Voor stages in de VS en Canada dient een aparte aansprakelijkheidsverzekering te worden afgesloten.

Ongevallenverzekering
De Haagse Hogeschool heeft geen ongevallenverzekering voor studenten en stagiairs. Je dient dus zelf een ongevallenver-
zekering af te sluiten. Daarnaast is het raadzaam de eigen ziektekostenverzekering gedurende de stage te handhaven.
Voorbeelden probleemstellingen
afstudeeronderzoeken 2009-2010

1. Op welke wijze kan de afdeling Projects, van Johnson Controls, inspelen op de behoefte van de (potentiële) klanten,
met betrekking tot duurzame investeringen, rekening houdend met het rendement op korte en langere termijn?

2. In hoeverre is regie in de zorg toepasbaar?


Deze vraag wordt opgesplitst in de volgende twee delen (zodat ieder van ons een eigen hoofdprobleemstelling heeft):
Op welke wijze wordt er momenteel gedacht over het regiemodel in de zorg?
Wat zijn de succesfactoren van het doorvoeren van regie in de zorg en waardoor is dit haalbaar?

3. Op welke wijze kan de Facilitaire dienst van de GGZ in Geest het negatieve imago wat er op dit moment heerst ombui-
gen naar positief imago binnen een tijdbestek van een half jaar?

4. Op welke wijze dient het Facilitair Bedrijf van Rabobank Gouwestreek de fasen van het volwassenheidsmodel, gesteld
door Rabobank Nederland, te doorlopen om te komen tot totale uitbesteding van haar diensten, waarbij, bij toekomsti-
ge ontwikkelingen en veranderingen, kostenefficiëntie en klanttevredenheid behouden blijft voor Rabobank Gou-
westreek?

5. Welk huisvestingsbeleid past het best bij de ontwikkelingen van de Reinier de Graaf Groep, zodat efficiënter omgegaan
kan worden met het beschikbare aantal vierkante meter?

p. 31 6. In welke mate is BREEAM In-Use een bruikbare methode voor de huidige Nederlandse markt om duurzaamheid van be-
staand vastgoed, het beheer ervan en de organisatie die gebruik maakt van dit vastgoed te classificeren en op welke
wijze kan BREEAM In-Use een toegevoegde waarde worden voor Nederland.

7. Op welke wijze kan de grote hoeveelheid openstaande werkopdrachten van de afdeling Medische Instrumentatie van
het Sint Franciscus Gasthuis gereduceerd worden naar een acceptabel niveau en hoe kan dit in de toekomst beheerst
worden?

8. Op welke wijze kunnen de processen binnen de postkamer en de reprokamer van Flora Holland effectiever en efficiën-
ter ingericht worden om kostenreductie te realiseren, waarbij de flexibiliteit van de dienstverlening op een voor de orga-
nisatie acceptabel niveau blijft en er een antwoord wordt gegeven op de vraag of de postkamer en de reprokamer uitbe-
steed wordt of in eigen beheer blijft

9. Hoe kan de afdeling interne ondersteuning van de gemeente Leidschendam-Voorburg meer inzicht en grip krijgen op
het energieverbruik binnen de huisvesting van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie van de gemeente Leidschen-
dam-Voorburg?

10. Hoe kan Sodexo Altys op de locatie Shell in Den Haag haar contracten optimaal bewaken zodat er efficienter gewerkt
wordt en er financiele voordelen behaald worden waarbij ook de afgesproken SLA (service level agreements)
meegenomen worden.

You might also like