You are on page 1of 27

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070

Samenvatting

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 Inhoudsopgave 2

INLEIDING IN DE BOUWTECHNIEK ................................................................................................................ 3 FUNDERINGEN .............................................................................................................................................. 7 GEVELS ........................................................................................................................................................ 11 DAKEN ......................................................................................................................................................... 15 VLOEREN ..................................................................................................................................................... 20 BINNENWANDEN ........................................................................................................................................ 23 OPENINGEN................................................................................................................................................. 24 TRAPPEN ..................................................................................................................................................... 27

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 3

INLEIDING IN DE BOUWTECHNIEK ALGEMEEN


Wonen: het verblijf binnenshuis Bouwtechniek omvat de techniek die nodig is om gebouwen, bouwwerken, bouwdelen en (gebouw) onderdelen in onderling verband te materialiseren. Integratie met de disciplines: Constructie: - bouwtechnische constructie, - architectonische constructie. Bouwfysica: - bouwfysisch (klimaattechnisch, geluidstechnisch), - bouwmethodische vraagstukken. Installaties: - gebouwgebonden installaties, - architectuurgebonden installaties. Uitvoering: - volgorde van bouwen, - stelruimte / uitzetting materialen. Vormgeving. Materialiseren: - technische kennis van materialen, - expressiemogelijkheden van materialen, toepassing materialen in directe relatie met concept / ontwerp. Detailleren: Het ontwerpen en ontwikkelen van bouwdelen, verbindingen, ontmoetingen, dichtingen en aansluitingen in directe relatie met materialisatie en vormgeven. Situering: - plaatsing t.o.v. Noordpijl, - belendingen, - regelgeving. Er zijn in de bouwtechniek 4 aspecten met elkaar verbonden - architectuur, - constructie, - bouwfysica, - uitvoeringstechniek.

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 4

CONSTRUCTIE
In de constructieleer komen de volgende begrippen voor (Zie plaatjes van deze aspecten in het dictaat op blz. 27 t/m 33 ): - statica (evenwichtsleer), - sterkte (spanningen), - stijfheid (vervormingen), - stabiliteit (vormvastheid), - standzekerheid (verplaatsingen). De eisen voor de bovenstaande aspecten zullen worden beschreven in niet-materiaal gebonden voorschriften en in materiaal gebonden voorschriften. Bladzijde 34 van het dictaat goed leren

BOUWFYSICA
De bouwfysische prestaties, waaraan een gebouw tenminste moet voldoen, zijn in Nederland vastgelegd in het Bouwbesluit. De uitgangspunten, die er aan ten grondslag liggen, zijn veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, duurzaamheid waar onder energiezuinigheid (p. 35). Bouwfysische begrippen zijn onder meer: - wering vocht van buiten: waterkeringen, hemelwaterafvoer, - wering vocht van binnen: inwendige condensatie, koudebruggen, - isolatie: thermische isolatie, geluidwering, dampremming, - dilataties: thermische uitzetting, - ventilatie: natuurlijke- en mechanische ventilatie, - verwarming: radiatoren, convectoren, lucht - verwarmingsketels Waterkeringen: - Open stootvoeg: Boven elke geveldoorbreking moet een waterkering met open stootvoegen worden opgenomen, om het via de binnenzijde van het buitenblad aflopende, of omlaag dringende water naar buiten af te voeren. - Waterdichte folin - Trasraam: metselwerk dat wordt uitgevoerd door een harde klinkersoort. Bestaat meestal uit 10 tot 12 lagen gedeeltelijk onder en gedeeltelijk boven maaiveld. - Rollaag: afwerking aan bovenkant van de muur door middel van een harde klinkersoort, om mosaangroeiing en stukvriezen te voorkomen Wering vocht van binnen: - Inwendige condensatie: verhelpen door een dampremmende laag - Koudebruggen: zijn plaatsen in een wand waar een thermisch isolerend materiaal doorbroken wordt door een materiaal met een betere warmte geleiding, of waar een relatief groot buitenoppervlak in thermische verbinding staat met een relatief klein binnenoppervlak. Isolatie: - Thermische isolatie: materialen met een geringe warmtegeleidingscofficient en een relatief grote weerstand. - Geluidwering: weren van geluid van buiten of aangrenzende ruimte

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


Isolatiematerialen: Warmte-isolatie Dampremming Geluidsisolatie

Dilatatie: Een voeg die spanningsvrije uitzetting van materialen toestaat Ventilatie: Ventileren: het vervangen van vervuilde binnenlucht door relatief schone buitenlucht. - Ventilatiecapaciteit - Ventilatie en in- en ex-filtratie - Natuurlijke ventilatie - Mechanische ventilatie - Spuicapaciteit - Luchtdoorlatendheid Verwarming: - Radiatoren: er zijn 3 soorten radiatoren: paneelradiatoren, paneelconvectoren en ledenradiatoren. (zie bladzijde 41) - Convectoren - Vloerverwarming - Verwarmingsketel: Er zijn open en gesloten ketels. Bij open ketels wordt de voor verbranding benodigde lucht uit de directe omgeving gehaald, bij een gesloten ketel wordt dit via een ventilator aangevoerd. Er zijn ook nog eens conventioneel(CR), verbeterde (VR) en hoog(HR) rendement ketels, deze benutten respectievelijk 63%, 72% en 85%.

UITVOERINGSTECHNIEK
Bij het ontwerpen van gebouwen is het gewenst bij de keuze van de materialen en bij het detailleren bewust te zijn van het feit dat een en ander ook gebouwd moet worden. Enkele aspecten van de uitvoeringstechniek worden hier aan de orde gesteld (p. 45): - de maatbeheersing, - de verbindingen. Maatbeheersing kan worden omschreven als: kwaliteitsbeheersing met betrekking tot het aspect maat, beheersing van de maatkwaliteit dus. Tezamen met materiaalkwaliteit en de beheersing daarvan, is maatbeheersing direct bepalend voor het al dan niet behoorlijk presteren/functioneren van gebouwen. (dr. ir. P.A.J. Van Hoof, p. 45). Enkele gehanteerde begrippen: - voegen, - stelruimte, toleranties. - ruimte voor uitzetting. Verbindingen kunnen we definiren als: het koppelen van twee of meer elementen. Bij het ontwikkelen van een bouwknoop zal steeds een aantal vragen terugkeren, wanneer het gaat om de precieze uitwerking ervan. In concept zijn de elementen, materialen of bouwproducten die elkaar gaan ontmoeten bekend en kan verdere afstemming en uitwerking plaatsvinden.

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


De vraag is op welke wijze de verschillende elementen, materialen of bouwproducten elkaar gaan ontmoeten. Er zijn steeds drie belangrijke aspecten: - ontmoeting, - fixatie, - dichting (p. 51). Type verbindingen: - Materiaalverbinding: verbinding komt tot stand door middel van het toevoegen van vloeibaar of plastisch materiaal, dat een hechte binding aangaat met de elementen. - Vormverbinding: verbinding komt tot stand door middel van het in elkaar grijpen van elementen op zondanige manier dat alle graden van vrijheid worden opgeheven. - Objectverbindingen: de verbinding komt tot stand met behulp van verbindings- en bevestigingsmiddelen. Bladzijde 53 van het dictaat leren. Gaat over verbindingen. Een woning bestaat uit de volgende bouwdelen: - fundering - vloeren (beganegrond en verdiepingen) - gevels - kozijnen, ramen, deuren - dak - binnenwanden - trappen

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 7 FUNDERINGEN


De fundering is de constructie die het gebouw in verticale en in horizontale zin op de aardbodem fixeert (p. 58). Ondergrond: Aspecten: - samenstelling van de grond, - grondwaterstand, - draagkrachtige lagen. Geotechnisch en Milieutechnisch grondonderzoek: - bepaling van de grondwaterstand, - bepaling diepte van draagkrachtige lagen, - bepaling van de samendrukbaarheid van de grondlagen (funderingen op staal), - opsporen verontreinigingen. Bepaling van de grondwater -stand: - hoogte grondwaterspiegel afhankelijk van jaargetijde, - spanningswater: het grondwater onder een niet -waterdoorlatendelaag (klei - of leemlagen, - doorlaatbaarheid van de grond. Bepaling van de diepte van draagkrachtige lagen, sondeerdiagram(plaatje in sheet): - maaiveld (mv), - conusweerstand, - wrijvingsweerstand, - draagkrachtige laag. Grondmechanica: de leer van het evenwicht en de vervorming van de grond onder invloed van de er op uitgeoefende krachten. - verticale grond-, korrel- en waterspanning, - wrijvingshoek en cohesie, - horizontale grond-, korrel- en waterspanning, - samendrukking van de grond, zettingen, Formule toelaatbare grondspanning: gr = F / b x 1000. De breedte b van de fundering wordt dus bepaald door de belasting F op de fundering per strekkende lengte-eenheid te delen door de toelaatbare grondspanning gr en de lengte-eenheid: b = F / gr x 1000 [mm] (p. 59). Typologie funderingen: We onderscheiden: - funderingen op staal, - funderingen op palen, - funderingen op grondverbetering.

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 8


Funderingen op staal: We onderscheiden: - fundering van stampbeton, - gemetselde fundering, - strokenfundering, - doorgaande gewapend betonplaat (vorstrand), - fundering op poeren, - kelders. Gemetselde fundering: Aspecten: - oude funderingsmethode, - actueel bij restauraties / renovaties, - combinatie met houten vloeren. Strokenfundering: Aspecten: - vorstvrije aanlegdiepte, - wapening, - betonsamenstelling, - dimensies strook, - trasraam, - oplegging vloer. Doorgaande gewapend-betonplaat, versterkte strook: Aspecten: - in combinatie met vorstrand, - plaatselijke verdikking van de vloer, - strook ter plaatse van kolommen of wanden. Fundering op poeren: Aspecten: - toepassing in utiliteitsbouw, - afvoer van puntlasten, - funderen tot max. 3 m diepte, - graafwerk / bronnering, - combinatie met staalskelet. Kelders: Aspecten: - weerstand tegen grond - en waterdruk, - materialisatie; vroeger metselwerk, tegenwoordig gewapend beton, - grondwaterstand, opdrijven !!! - zettingen, - kelders op staal, kelders op palen.

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 9


Funderingen op palen: We onderscheiden: - houten palen, - geprefabriceerde betonpalen, - in de grond gevormde palen. Wanneer toepassen ? Als de vaste grondslag meer dan 2000mm beneden het maaiveld ligt. Het aanbrengen van de palen in de grond geschiedt op diverse manieren: - heien, m.b.v. valgewicht of explosieblok. - drukken. - trillen, + water. - schroefboren, m.b.v. avegaar (spiraalboor), - boren. Palen kunnen hun draagvermogen op twee manieren verwerven: - de paalpunt bereikt de vaste laag niet: de paal staat op kleef, - de paal bereikt de vaste laag wel: de paal staat op stuit. Houten palen: Deze vorm van paalfunderingen wordt niet of nauwelijks meer toegepast. Houten paalfunderingen worden bij restauratie - en renovatie projecten nog wel toegepast. Varianten houten paalfunderingen: - Amsterdamse paalfundering, - Rotterdamse paalfundering, - houten palen met betonopzetter. Amsterdamse paalfundering: Aspecten: - fundering met twee rijen palen, - kespen, langs - en schuifhout, - geschikt voor hoge belastingen. Rotterdamse paalfundering: Aspecten: - fundering met n rij palen, - geen kespen, wel schuifhout, - minder hoge belastingen, ook buiten Rotterdam veel toegepast.

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


Geprefabriceerde betonpalen: Aspecten: - afmetingen afhankelijk van: - draagvermogen ondergrond, - toelaatbare drukspanning in paal, - de paallengte (< 70 x schachtdiameter) i.v.m. knikgevaar, - voorspanning van betonpalen, - standaardafmetingen volgens opgave leverancier, - maximale lengte bij schachtdoorsnede van 500 x 500 mm: 33 m (voorgespannen), - combinatie met (prefab) funderingsbalken. PS - bekisting funderingsbalk: Aspecten: - verloren polystyreen bekisting, - stellen bekisting gaat snel, weinig arbeid, - voorkomt koudebruggen. In de grond gevormde betonpalen: Bij in de grond gevormde palen wordt eerst een gat in de bodem gemaakt tot aan de draagkrachtige lagen. Hierna wordt dit gat eventueel van wapening voorzien en met beton volgestort. Varianten: - Vibro - palen, - schroefboorpalen. Renovatiepalen: Bij renovatiewerkzaamheden komt het voor dat onder het bestaande gebouw een nieuwe paalfundering moet worden aangebracht. Varianten: - geheide stalen buispalen, - geschroefde stalen buispalen, - injectiepalen. Renovatiepalen, schroefinjectiepaal: Aspecten: - stalen buispaal met schroefblad en een kern van cementgrout, - ingespoten schil van grout. Funderingen op grondvervanging en -verbetering: Als we te maken hebben met minder draagkrachtige grond kunnen we deze grond op een aantal manieren vervangen / verbeteren. Varianten (bekijken van sheets is hier nog noodzakelijk: - grondvervanging: methode met zandkoffer, - grondvervanging: de spaarmethode, - oppervlakte verdichting, - grondverbetering door diepteverdichting, - grondverbetering door injectie.

10

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 11 GEVELS


Gevels vormen, in directe samenhang met daken en de aardbodem, de verticale scheiding tussen binnen - en buitenruimte. Ze bieden bescherming tegen weersinvloeden en andere invloeden van buitenaf. Tevens vormen zij de symbolische en esthetische betekenis van een bouwwerk. Gebruik van gevels: Centraal staat gezondheid - (gevels dragen in belangrijke mate bij tot het verkrijgen van een gezond, prettig en comfortabel binnenklimaat). Toegang - (overgang van binnen naar buiten, uitnodigend gebaar, tochtsluis). Onderhoud / schoonhouden - luchtverontreinigingen tasten gevels aan, reparatie van beschadigingen. Primaire beschutting tegen: - WATER Waterdichtheid - (regen in combinatie met wind) Vochtdoorlatendheid - (dauwpunt, dampremming, dampspanning (van warm naar koud, van binnen naar buiten) - WIND Winddichtheid - (tocht etc.), Luchtdoorlatendheid - (luchttoetreding - zuurstof - doorspuibaarheid). - GELUID Geluidswerend - (verkeer, storm, andere geluidsbronnen, mensen massas), Geluidsuittreding - (feest/ audio/ burengerucht), massa (lage tonen) ruimtelijk absorptie, verkorting nagalmtijd). - LICHT Lichttoetreding - (openingen / glas), Lichtwering - (zonwering, niet lichtdoorlatende materialen). - WARMTE / KOU Warmte / koude toetreding - (zonnewarmte / klimaatgevels (wel / niet begaanbaar) passieve zonnewarmte, Warmte / koude wering - (zonwering / gesloten vlakken / gesoleerde vlakken / reflexie), Warmte uittreding - (warmteverlies van binnenklimaat, warmte doorgangscofficint, R waarde 3,0 m2K/W), Warmte accumulatie - van wanden en vloeren. (opslaan van warmte, vasthouden / afgifte).

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


Sterkte, constructie gevels: Sterkte / Stijfheid (windbelasting, eigengewicht, - nuttige belasting - belasting uit vloeren en daken.), Braakbestendig - (bescherming tegen ongewenst bezoek), Brandveiligheid - moeilijk ontvlambaar, bestand tegen bezwijken, weerstand tegen vuur - en rookoverslag), Uitzetting / krimp - lineaire uitzettingscofficinten van materialen. Schoonheid, vorm gevels, bepaald samen met daken het beeld van gebouwen: Esthetische eisen - wensen, uitgangspunten, vorm (symmetrisch, asymmetrisch), compositie, kleur, textuur, materialen, afmetingen, verwerking. Symboliek - wat wil je met je bouwwerk tot uitdrukking brengen. (macht, rijkdom, integriteit, degelijkheid, soberheid, seks, intelligentie, technisch kunnen, beweging, (cultuur - tijd - plaats ruimte). Visuele bescherming - (priv / openbaar, glasgevels (kijkdoos) vaste kern. E.P.N. - Energie Prestatie Normering dient om het terugdringen van het energiegebruik en reductie van CO2 uitstoot te bevorderen. De energieprestatie van een gebouw (E.P.N.) is onder meer afhankelijk van; - het gebouw en de gebouw gebonden installaties, - de verwarming, koeling, bevochtiging, ventilatie, warmtapwater, pompen, ventilatoren en verlichting, - de vorm en grootte van het gebouw, - de gebouw functies. Open gevels zijn gevels met een grote mate van transparantie (glas), er is sprake van een direct contact tussen binnen en buiten, het interieur is door de gevel waarneembaar. Sterkte / Stijfheid van open glasgevels. Het eigen gewicht van de gevels alsmede windbelastingen daarop uitgeoefend worden door deze gevels via een achterliggende constructie naar de fundering overgebracht. - stabiliteit, - visuele bescherming, kijkdoos, dichte kern, - afscherming van licht en warmte / koude ( tekeningen met draag - en stabiliteitsprincipes). Gesloten gevels kenmerken zich door een minimum aan transparantie en / of doorbrekingen. Sterkte / Stijfheid van gesloten gevels. Het eigen gewicht van de gevels alsmede windbelastingen daarop uitgeoefend vermeerderd met het eigen - / en toegevoegde gewicht (nuttige belasting) van vloeren en daken worden door de constructie, of door de gevels zelf, via de fundering naar de aarde overgebracht. Lichttoetreding. Afsluiting buitenwereld, massief, relatie binnen / buiten. Steen, beton, glas, beplating. (tekeningen met draag - en stabiliteitsprincipes)

12

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


Klimaat gevels worden meestal als glas(vlies)gevels uitgevoerd, er is een grote mate van techniek voor nodig om het binnenklimaat te sturen. Vaak worden zij als een tweedehuid uitgevoerd. Sterkte / Stijfheid van dragende gevels. Het eigen gewicht van de gevels alsmede windbelastingen daarop uitgeoefend, worden door de klimaatgevels zelfstandig of via een achterliggende constructie naar de fundering overgebracht. - Afscherming van licht en warmte / koude. (tekeningen met draag - en stabiliteitsprincipes) Dragende gevels zijn gevels waarop vloeren en daken worden opgelegd. Het eigen gewicht van de gevels alsmede windbelastingen daarop uitgeoefend vermeerderd met het eigen - / en toegevoegde gewicht (nuttige belasting) van de vloeren en daken, worden door de dragende gevels via de fundering naar de aarde overgebracht. Gelijktijdig zorgen zij, in samenwerking met de binnenmuren en vloeren, voor de stabiliteit van het bouwwerk. - toepassingsgebied: voornamelijk laagbouw, bouwwerken met een hoogte van maximaal 4 bouwlagen. - sterkte / stijfheid van dragende gevels. (tekeningen met draag - en stabiliteitsprincipes.) Enkelvoudige dragende gevels: - metselwerk. (steens, muurdikte 210mm, spouwmuren 350mm.) Indien binnenruimtes verwarmd worden, dan alleen toepassen in relatie met gevelisolatie en stucwerk. - cellenbeton. Relatief hoge isolatie waarde, voornamelijk gebruikt voor industrile gebouwen. - gewapend beton. Indien binnenruimtes verwarmd worden bijna altijd in relatie met gevelisolatie en stucwerk. (voorbeeld tekeningen). Meervoudig dragende gevels: - metselwerk. Spouwmuurconstructies, min. 350mm, met spouwisolatieplaten, dik 80mm. - metselwerk / gewapend beton / cellenbeton / hout: aan de buitenzijde voorzien van hout / aluminium - metaalplaat / glas / kunststof / sierbeton / natuursteen beplating. - altijd in relatie met isolatie en dampremming. (voorbeeld tekeningen) Niet dragende gevels dragen alleen het eigen gewicht en de belasting die door de wind op de gevel wordt uitoefent, ze vormen voornamelijk de scheiding tussen binnen en buiten. Het eigengewicht / nuttige - / en windbelasting van vloeren en daken worden door een hoofddraagconstructie naar de aardbodem afgevoerd. De dragende- en stabiliteit functies worden voornamelijk door de hoofddraagconstructie verzorgd. Toepassingsgebied; zowel laag - als hoogbouw. Hoofdfunctie; verticale scheiding tussen binnen en buiten. Sterkte / Stijfheid. (voorbeeld tekeningen principe)

13

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


Enkelvoudige niet dragende gevels: - cellenbeton. - glazenbouwstenen. - Aluminium -/ stalen -/ en kunststof gesoleerde cassettegevelpanelen etc. - toepassingsgebied; voornamelijk bedrijfsgebouwen, utiliteitsgebouwen. - hoofdfunctie; verticale scheiding tussen binnen en buiten. - sterkte / stijfheid. (voorbeeld tekeningen) Meervoudig niet dragende gevels: - samengestelde steen hout glas aluminium metaal sierbeton kunststof gevelopbouw etc. Indien binnenruimtes verwarmd worden dan bijna altijd in relatie met isolatie en dampremming. (voorbeeld tekeningen) Toepassingsgebied; zowel laag - als hoogbouw. Hoofdfunctie; verticale scheiding tussen binnen en buiten. Vliesgevels zijn veelal transparante, niet dragende gevels die als een regenjas het gebouw omhullen. Opbouw vliesgevel: 1: siliconenrubber- buitenkader 2: aluminium draagconstructie 3: dichtingsrubber 4: vulelement (glas) Materiaalgebruik in gevels: - steenachtige materialen: metselwerk, beton, keramische materialen, gevelstuc, - houtachtige materialen: houten delen, plaatmateriaal, - metalen: stalen beplatingen, aluminium, koper, zink, titaan, - glas: vliesgevels, structurele beglazing, - kunststoffen: polycarbonaat, - overig: leem. Bij het ontwerp van een gevel dient rekening gehouden te worden met een groot aantal aspecten. De belangrijkste zijn: - orintatie, - stedenbouwkundige situatie, - compositie, - materiaalgebruik, - kleurstellingen.

14

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 15 DAKEN


Daken vormen (in directe samenhang met gevels) de scheiding tussen binnen - en buitenruimte, ze bieden bescherming tegen weersinvloeden en andere invloeden van bovenaf. Met de gevels bepalen zij in belangrijke mate de esthetische en symbolische betekenis van een bouwwerk. Bruikbaarheid, gebruik daken: Centraal staat gezondheid - daken dragen in belangrijke mate bij tot het verkrijgen van een gezond, prettig en comfortabel binnenklimaat). Primaire beschutting tegen: -WATER Waterdichtheid - (regen in combinatie met wind). Vochtdoorlatendheid - (dauwpunt, dampremming, dampspanning (van warm naar koud, van binnen naar buiten en van warm naar koud). - WIND Winddichtheid - (geen tocht etc.). Sterkte/stijfheid - (windbelasting / sneeuwbelasting / eigengewicht / nuttige - (man) belasting, dakreparatie). - GELUID Geluidwerend - (verkeer, storm, andere geluidsbronnen, mensen massas). Geluidsuittreding - (feest/ audio / burengerucht), massa (lage tonen) ruimtelijk absorptie, verkorting nagalmtijd). - LICHT Lichttoetreding - (openingen / glas). Lichtwering - (zonwering, niet lichtdoorlatende materialen). - WARMTE / KOU Warmte/ Koude wering - (zonwering / gesloten vlakken / gesoleerde vlakken / reflexie) Warmte/ Koude toetreding - (passieve zonnewarmte, wel / niet begaanbaar, koud warmdakconstructies). Warmte uittreding - (warmteverlies van binnenklimaat, warmte doorgangscofficint, R - waarde 3,0 m2K/W). Warmte accumulatie van hellende - en plattedaken (opslaan van warmte, vasthouden / afgifte). Sterkte, constructie daken: Sterkte / Stijfheid -(windbelasting, eigengewicht). Braakbestendig - (bescherming tegen ongewenst bezoek). Brandveiligheid - (moeilijk ontvlambaar, bestand tegen bezwijken, weerstand tegen vuur - en rookoverslag). Uitzetting / krimp - lineaire uitzettingscofficinten van materialen.

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


Schoonheid, vorm daken: Esthetische eisen - wensen, uitgangspunten, vorm, ritmiek, compositie, kleur, textuur, materialen, maat, schaal, verwerking. Symboliek - wat wil je met je bouwwerk tot uitdrukking brengen. (macht, rijkdom, integriteit, degelijkheid, soberheid, intelligentie, technisch kunnen, beweging, cultuur, tijd, plaats, ruimte). Visuele bescherming - (priv / openbaar, glasgevels (kijkdoos) vaste kern). E.P.N. - Energie Prestatie Normering dient om het terugdringen van het energiegebruik en reductie van CO2 uitstoot te bevorderen. De energieprestatie van een gebouw (E.P.N.) is onder meer afhankelijk van; - het gebouw en de gebouw gebonden installaties, - de verwarming, koeling, bevochtiging, ventilatie, warmtapwater, pompen, - ventilatoren en verlichting, - de vorm en grootte van het gebouw, - de gebouw functies. Evolutie van het dak: - archetypen: natuurlijke elementen, grot / rotsen, de tent, de hut. Hoofdvormen in het huidige bouwen: Daken worden onderscheiden naar hun hoofdvorm. Naast meer eigentijdse vormen zijn de archetypen nog altijd vertegenwoordigd. - zadeldak (met twee gelijke schuine dakvlakken, met of zonder wolfseinden), - schilddak (met twee aan twee gelijke schuine dakvlakken), - lessenaarsdak (eenzijdig schuin), - schaaldak (bolschalen, cilinderschalen, bogen - en kruisboogdaken), - piramidedak (stolpdak), - puntdak (kerktorens), - hangdak (grote openbare gebouwen), - tentdak (allerlei bouwwerken), - golfdak (allerlei bouwwerken). Samengestelde dakvormen: - het dak als voortgezet grondvlak, - het dak als gebouw, - wand en dak n, - wand en dak als sculptuur, - dak als nieuw element. Typen daken in het huidige bouwen: We onderscheiden 2 hoofdgroepen; 1- Hellende daken, (koud - en / of warmdakconstructie) - toegankelijk (extra ruimte onder het dak). - niet toegankelijk in diverse uitvoeringen.

16

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


2- Platte daken. ( koud - en/of warmdakconstructie) - in diverse uitvoeringen. Het platte dak, onderconstructie: De onderconstructie is het (dragende) constructieve deel van het dak. Voorbeelden van een onderconstructie zijn: - (monoliet) beton, - betonnen kanaalplaten (college vloeren), - cellenbeton (gasbeton) dakplaten, - triplex (underlayment) dakplaten, - houten delen, - houtwolcement dakplaten, - geprofileerde stalen dakplaten. Het platte dak, dakbedekkingconstructie: De dakbedekkingsconstructie bestaat uit alle materiaallagen boven de onderconstructie. De thermische isolatie maakt deel uit van de dakbedekkingsconstructie en kan op een aantal verschillende manieren worden aangebracht. We onderscheiden: - koud dak, - warm dak, - omgekeerd dak. Het platte dak, koud dak: Ventilatie met buitenlucht tussen de thermische isolatie en de dakbedekking wordt geventileerd. Vanwege de zeer aanzienlijke bouwfysische problemen wordt dit dakprincipe niet vaak meer toegepast. Het platte dak, warm dak: Het meest kenmerkende van een warmdak is dat de isolatie is aangebracht op de onderconstructie en de dampremmende of sluitlaag. Hierdoor blijft de onderconstructie warm. Hellende daken: (5 tot 90 helling) onderscheiden naar vorm en constructie; toepassingsgebied: allerlei bouwwerken van laag - tot hoogbouw. hoofdfunctie: afsluiting van bovenaf - afvoeren van regenwater, hagel en sneeuw. toegankelijkheid: voor reparatie. Hellende daken, constructieve aspecten: Constructief onderscheiden we: a. gordingkap b. sporenkap c. schilddak ad.a. Gordingkap - overspanningsrichting, zowel met - als zonder spantondersteuning. - sterkte.

17

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


ad.b. Sporenkap - overspanningsrichting, zowel met - als zonder onderslagen. (gordingen). - sterkte. ad.c. Schilddak - overspanningsrichting, mengvorm. - sterkte. Hellende daken, bouwfysische aspecten: We onderscheiden; a. - Hellende warmdakconstructies. b. - Hellende koudedakconstructies. ad.a. Hellende warmdakconstructies; - onderliggende kapruimte als onderdeel van woonruimte. - isolatie in dakvlak, dampremming, ventilatie. - waterdichte / dampdoorlatende folie. ad.b. Hellende koudedakconstructies: - onderliggende kapruimte niet geschikt als onderdeel van woonruimte. - isolatie in zoldervloer, dampremming, ventilatie. - waterdichte / dampdoorlatende folie. Het dak als huid: Het dakbedekkingssysteem bestaat uit het dakbedekkingsmateriaal (waterkerend) met alle aansluitingen en kan bijvoorbeeld bestaan uit: - dakpannen, leien, riet of metalen (hellende daken), - bitumen of kunststof (platte daken). Aspecten bij de keuze voor een dakbedekkingssysteem zijn onder meer: - esthetica, - kosten, - duurzaamheid, - onderhoudsgevoeligheid. Dakbedekking en uitdrukking: Een dakbedekkingssysteem geeft een bepaalde uitdrukking aan het gebouw, bijvoorbeeld: - stapeling, - schub, - vlak, - folie, - open / gesloten, - transparant.

18

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


Globaal dimensioneren: Bij het construeren van een dak zullen overspanningen moeten worden gerealiseerd. Hierbij wordt met name gebruik gemaakt van de constructiematerialen: hout, staal en beton. Om te bepalen hoe sterk, dus hoe groot/dik een bepaalde dakconstructie zal moeten worden, zijn er enkele vuistregels voorhanden. Met behulp van deze vuistregels kunnen de dimensies (hoogte, breedte) van de constructie worden bepaald. Uitgangspunt bij het dimensioneren van een dakconstructie is de overspanning L [m]. De hart op hart afstand (h.o.h.) is de onderlinge afstand tussen bijvoorbeeld twee dakbalken.

19

Vuistregels hout

Vuistregels staal

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 20 VLOEREN


Beganegrondvloer : De beganegrondvloer is de horizontale constructie die het gebouw aan de onderzijde afsluit en tevens de aanwezige personen, zaken en lichte constructies draagt (p. 64). Verdiepingsvloer: De verdiepingsvloer is de horizontale constructie die een verdieping aan de onderzijde afsluit en tevens de aanwezige personen, zaken en lichte constructies draagt (p. 66). Typologie vloeren: We onderscheiden vloeren op vaste ondergrond (bestratingen, etc.) en vrijdragende vloeren. In dit college behandelen we uitsluitend vrijdragende vloeren, we onderscheiden hier: - houten vloeren, - vloeren van beton, - stalen vloeren, - overig. Vloeren algemeen: Bij de keuze voor een bepaalde vloer zullen een aantal aspecten een rol spelen. Algemene aspecten: - sterkte en stijfheid, - geluidswering (verdiepingsvloeren), - brandveiligheid, - thermische isolatie (begane grondvloeren), - uitvoering, - materiaal, - aansluiting op andere bouwdelen, detaillering. Houten vloeren: Aspecten: - combinatie met gemetselde funderingen, - houtafmetingen, - grote overspanningen zijn realiseerbaar (grote houtmaten, gelamineerde liggers), - hart op hart afstand balken, - oplegging balken. Vloeren van beton: We onderscheiden in het werk gestorte betonvloeren en elementenvloeren, de meest voorkomende betonvloeren zijn: - in het werk gestorte vloer, Elementenvloeren: - PS isolatievloer, - kanaalplaatvloer, - bekistingsplaatvloer, - ribbenvloer.

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


In het werk gestorte vloeren: Aspecten: - grote mate van vormvrijheid, - vloerdikte, wapening en sparingen kunnen grotendeels vrij worden bepaald, - grote overspanningen zijn realiseerbaar, - overspanning eventueel in twee richtingen, - constructief aandeel in balken en verzwaarde stroken waarmee ze n monolithisch geheel vormen. Elementenvloeren: Voordelen: - gewichtsbesparend, - vereenvoudiging of ontbreken van de bekisting, - arbeidsbesparend, - bouwtijdverkortend, - beter thermisch isolerend. We onderscheiden de volgende elementenvloeren: - blokkenvloeren, - balkenvloeren, - combinatievloeren, - grote elementen - of plaatvloeren. Combinatievloeren; PS isolatievloer: Aspecten: - toepassing als begane grond vloer, - opbouw: liggers en PS (polystyreen) - elementen, - afstorten met beton, - verwerking elementen, - overspanningen tot 5,9 m (bij een nuttige belasting van 1,5 kN/m2), - sparingen, ravelingen. Plaatvloeren; kanaalplaatvloer: Aspecten: - gesoleerde en ongesoleerde uitvoering, - overspanningen tot 16 m (voorgespannen), - combinatie met staalskelet, - gewichtsbesparing door kanalen, - snelheid verwerking ligt hoog. Plaatvloeren; bekistingsplaatvloer: Aspecten: - Bekistingsplaat - of breedplaatvloer, - elementen als bekisting, - instorten leidingen, - onderstempeling elementen, - overspanningen tot 7 m. Ribbenvloer:

21

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070


Aspecten: - toepassing als begane grondvloer, - gesoleerde of standaarduitvoering, - overspanningen tot 6 m, - ook cassetten vloertype waarbij de ribben in twee richtingen lopen. Staalplaatbetonvloer: Aspecten: - combinatie van geprofileerde staalplaaten betonlaag, - staalplaat werkt als onderwapening, - wapeningsnet als bovenwapening, - overspanningen tot 9 m.

22

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 23 BINNENWANDEN


Binnenwanden zijn wanden die binnenruimten van elkaar scheiden (p. 68). Typologie binnenwanden: Naast de scheidingfunctie kunnen we binnenwanden naar een aantal kenmerken indelen: - dragende en niet-dragende binnenwanden, - open en gesloten, - permanente (vaste) en verplaatsbare binnenwanden, - materiaalgebruik en textuur. Materiaalgebruik en textuur binnenwanden: Materiaalgebruik en textuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Elk materiaal heeft immers een eigen uitstraling. Materialen die veelal toegepast worden zijn: - beton, - metselwerk, schoon - en vuil metselwerk, - kalkzandsteen, - poriso stenen (lichte metselstenen), - beton, - glazen bouwstenen (transparantie), - systeemwanden (metalstud wanden). Uiteraard heeft de afwerking van de binnenwanden invloed op de textuur (esthetica) van de wand.

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 24 OPENINGEN


Openingen in gevels; kozijnen, ramen en deuren: Kozijnen, ramen en deuren als intermediair tussen binnen en buiten, zij vormen de afsluiting van openingen die toegang geven aan mens en dier naar achterliggende ruimten. Tevens maken zij mogelijk dat geluid / licht / lucht / koude en warmte kunnen toetreden c.q. geweerd kunnen worden. Zij bepalen mede de symbolische en esthetische betekenis van een bouwwerk. Bruikbaarheid, gebruik kozijnen, ramen en deuren: Centraal staat gezondheid - kozijnen, ramen en deuren dragen in belangrijke mate bij tot het verkrijgen van een gezond, prettig en comfortabel binnenklimaat). Toegang (overgang van binnen naar buiten, uitnodigend gebaar, tochtsluis). Onderhoud / Schoonhouden - luchtverontreinigingen tasten kozijnen, ramen en deuren aan. Menselijke maat - Deurhoogte, plaatsing raamhoogte, breedte. Primaire beschutting tegen: - WATER Waterdichtheid - (regen in combinatie met wind) Vochtdoorlatendheid - (dauwpunt, dampremming, dampspanning (van warm naar koud, van binnen naar buiten ). - WIND Winddichtheid - (afsluiting, tocht etc.) Luchtdoorlatendheid - (luchttoetreding - zuurstof - doorspuibaarheid). - GELUID Geluidwering - (verkeer, storm, andere geluidsbronnen, mensen massas). Geluidsuittreding - (feest/ audio / burengerucht), massa (lage tonen) ruimtelijk absorptie, verkorting nagalmtijd). - LICHT Lichttoetreding - (openingen / glas) Lichtwering - (zonwering, niet lichtdoorlatende materialen) - WARMTE / KOU Warmte toetreding - (zonnewarmte/ klimaatgevels (wel / niet begaanbaar) passieve zonnewarmte. Warmte wering - (zonwering / gesloten vlakken / gesoleerde vlakken / reflexie. Warmte uittreding - (warmteverlies van binnenklimaat, warmte doorgangscofficint, R - waarde 3,0 m2K/W). Warmte accumulatie - van wanden en vloeren. (opslaan van warmte, vasthouden / afgifte). Sterkte, constructie kozijnen, ramen en deuren: Sterkte / Stijfheid (windbelasting, eigengewicht). Braakbestendig - (bescherming tegen ongewenst bezoek). Brandveiligheid - (moeilijk ontvlambaar, weerstand tegen vuur - en rookoverslag). Uitzetting / krimp - lineaire uitzettingscofficinten van materialen.

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 25

Schoonheid, vorm kozijnen, ramen en deuren: Esthetische eisen - wensen, uitgangspunten, vorm, ritmiek, compositie, kleur, textuur, materialen, maat, schaal, verwerking. Symboliek - wat wil je met je bouwwerk tot uitdrukking brengen. (macht, rijkdom, integriteit, degelijkheid, soberheid, intelligentie, technisch kunnen, beweging, cultuur, tijd, plaats, ruimte). Visuele bescherming - (priv / openbaar, glasgevels (kijkdoos) vaste kern). E.P.N. - Energie Prestatie Normering dient om het terugdringen van het energiegebruik en reductie van CO2 uitstoot te bevorderen. De energieprestatie van een gebouw (E.P.N.) is onder meer afhankelijk van; - het gebouw en de gebouw gebonden installaties, - de verwarming, koeling, bevochtiging, ventilatie, warm tapwater, pompen, ventilatoren en verlichting, - de vorm en grootte van het gebouw, - de gebouw functies. Architectuur van de opening: Openingen in de gevel: Onderscheiden in: a. afsluitbare openingen, b. niet afsluitbare openingen. ad.a vast, beweegbaar. open /dicht. buiten de gevel. terugliggend. neggemaat.

ad.b

- plaats in de gevel.

Openingen en constructie: Onderscheiden in: a. bepaalt de constructie van de openingen, b. toegevoegde constructie. ad.a - boogconstructie, - spitsboogconstructie, - krachten afwikkeling door omringend materiaal. - lateien, beton, staal, - balken, hout, beton, staal.

ad.b

Gevelopeningen en materiaalgebruik: Het materiaalgebruik in de gevel bepaalt in grote mate de detaillering van de gevelopeningen. Hier wordt verder ingegaan op gevelopeningen in metselwerk. lagenmaat: de steenhoogte plus de dikte van de horizontale lintvoeg

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 26

Bouwtechnisch Ontwerpen 7t070 27 TRAPPEN


Een trap is een functioneel element dat verschillende niveaus verbindt (p. 72). Trappen: De trap maakt verticaal verkeer in en buiten een gebouw mogelijk. Een aantal aspecten hangt nauw met dit bouwkundige element samen: - horizontaal / verticaal, - beweging / beloopbaarheid, - menselijke maat, - veiligheid, - sterkte / stijfheid. Trappen als architectonisch element: Trappen worden vaak toegepast als een architectonisch element. Aspecten die hiermee samenhangen zijn onder meer: - trap als beeldbepalend element, - trap en beweging in een gebouw, - trap en ruimte, - trap en materiaal / de overspanning. Typologie trappen: We onderscheiden een aantal verschillende traptypen: - rechte steektrap, - verdreven trap, - (rechte) trap met kwarten, - spil - of wenteltrap, - bordestrap, - overige traptypen. Trappen, op - en aantrede: Van alle bouwkundige elementen is de trap het meest gebonden aan de menselijke maat . Bij een trap (zie NEN* 3509) onderscheidt met optrede en aantrede. De optrede. De optrede is de verticale maat die men per trede stijgt, de aantrede is de horizontale maat die men per trede vooruit gaat. De op - en aantrede dienen bij voorkeur een bepaalde verhouding tot elkaar te hebben. Daarvoor gebruikt men de formule (p. 72): 2 x optrede + 1 x aantrede = 600 620 mm (= 1 paslengte). *) NEN = Nederlandse Norm

You might also like