You are on page 1of 56

Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands Recht Loonstra

Dag I P2 P7 Dag II P15 P16 Dag III P24 P33 Dag IV P37 Dag V P44 P47 P51 P55 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 4 Boek Rosenthal Verbintenissenrecht de OVK Goederenrecht Verbintenissenrecht (wet) de Onrechtm daad Hoofdstuk 1 + H 3 Openbaar bestuur (aantekeningen) Hoofdstuk 10 rest oa bezwaar en beroep Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 10 Straf(proces) recht Bestuurs(proces) recht Hoofdstuk 9.14/ 9.15 de Provincie resp de Gemeente Gemeenterecht (Syllabus terecht in gemeenterecht) Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 9 Terreinverkenning Staatsrecht (de staat)

Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands Recht Loonstra Blok I equipe.nl roy.meertens@haute-

10-09-2008 Dagdeel I + II Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 9.1 t/m 9.13 Hoofdstuk 1 Terreinverkenning


1.2 Waarom recht? P22 4 functies van recht

a) Normatieve functie (gedrags)regels in ethisch opzicht


Algemene regels behoorlijk bestuur

b) Geschiloplossende (zie BW) een rechtelijke organisatie bepaalt of een c) d)


onrechtmatige daad moet worden bestraft, zo ja, op welke wijze en hoe (langs welke procedure) Additionele functie (aanvullende regels) regels voor situaties waarmee door mensen geen rekening is gehouden. (vaak privaatrechtelijk soort -/ specifieke zaak) Instrumentele functie middel om (gedrags)regels te behouden Overheid neemt recht in eigen hand en hakt knopen door (dit dmv overige vakspecifieke wetten)

1.3 Waar vinden we recht? P23 4 rechtsbronnen 1.3.1 de wet 1.3.2 het verdrag 1.3.3 de jurisprudentie 1.3.4 de gewoonte Ad 1.3.1 de wet p 24/ 29 Voor de totstandkoming van een wet wordt verwezen naar par. 9.6.1 > pag 304 ev. Met betrekking tot Privaatrecht: p26 - Personen- en familierecht (regelt zaken als geboorte, huwelijk, adoptie, onder curatele stelling en de regeling van het vermogen tussen echtgenoten) - Vermogensrecht (alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers onderling waaraan juridische gevolgen verbonden zijn) - Ondernemingsrecht Regelt alles wat bedrijven en ondernemingen betreft - Burgerlijk procesrecht De regels op het voeren van juridische procedures (omdat op het terrein van privaatrecht er geen derde is die dat regelt moet burger dit zelf doen dmv procederen (naar de rechter gaan om een geschil op te lossen/beslechten))

Met betrekking tot Publiekrecht: p29 - Strafrecht De staat treedt op tegen overtreding van de normen teneinde sancties te eisen (boete, gevangenisstraf ed) (d.m.v Openbaar Ministerie) - Staatsrecht De wijze waarop het Ned. Staatsbestel wordt vormgegeven naast de invloed die de burgers hebben op deze wijze. - Bestuurs/ Procesrecht (cq Awb algemene wet bestuursrecht) Alle mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te treden ten aanzien van de maatschappij.

Privaatrecht

Publiekrecht

Burger - burger

Overheid - Overheid Overheid - Burger Indien

Rechtssubject

Overheidsorg. / Bestuursorg.

Nat. personen Rechtspersonen (2 x nat pers ; 1 x nat pers + 1 x rechtspers. ; 2x rechtspers.) Let wel: al treedt de gemeente op als privaatrechtelijk rechtspersoon er gelden de publieke regels

De burger heeft meer voordeel bij een publiekrechtelijke weg dan privaatrechtelijk. De gemeente heeft meer voordeel bij een privaatrechtelijke weg. Wie maakt wetten? (in principe het volk dmv het democratisch stelsel) p29-30 Rijk Reg en Stat genrl ???? Ministerraad AMvB Minister Ministerile verordening Provinciale staten Provinciale verordening Gemeentelijke verordening / - regeling (APV Alg Plaatselijke verodening)

Provincie

Gemeente Raad

Overige Organen Commissaris (prov) noodverordening Burgemeester (gem) noodverordening (een regeling kan enkel door een hoger orgaan vernietigt worden (de Kroon))

Wat bepaalt de rangorde tussen de wetgevende organen? (zie ook sheet 5 dagdeel III) P30 Formeel toetsen aan de grondwet
AMvB Min verordening Waterschap / Provincie Gemeente ?? toetsen aan de grondwet ?? toetsen aan de grondwet

- Laag is niet in strijd met hoog - Nieuw boven oud - Bijzonder boven algemeen Ad 1.3.2 Het verdrag p32 Het verdrag een afspaak, overeenkomst, gesloten door een of meer staten (geldend tussen twee of meer landen)

Ad 1.3.3 de jurisprudentie p33 Jurisprudentie geschiloplossend tussen burger en rechter betekent rechtspraak in de vorm van - Vonnis door de rechtbank - arrest door gerechtshof / Hoge raad - uitspraak door rechtbsank? Hoe? Zie de 4 interpretatiemethoden
(let wel voorwaarde voor een vonnis of arrest is dat de procedure gestart is middels een dagvaarding)

Belangrijkst is de Hoge Raad voor civielrecht en privaatrecht De Raad van State ??? Rangorde: Besluit Bezwaar Beroep - Rechtbank - Bestuur

Hoger beroep Publiekrecht Raad van State (alle andere zaken) Centr Raad van Beroep (Ambtenarenrecht/ uitkeringen)

De 4 interpretatiemethoden (hoe de rechter tot uitspraak komt) p35 Grammaticale wetshistorische anticiperend rechtsvergelijkend uitleg van een woord knoopt aan bij het alledaagse taalgebruik beroepen op passage uit de parlementaire geschiedenis baseren op het toekomstig recht (het bijna-recht) verwijzen naar een woord / zinsnede zoals deze in het buitenland gegeven wordt

De 2 redeneerwijze (een bepaalde manier van denken om tot een uitspraak te komen) p36 - A- contrarioredenering geven) de werking van een rechtsregel niet uitbreiden - Redenering naar analogie berusten op een standpunt dat lijkt op een bepaalde kwestie waarin de wet wel voorziet de werking van een rechtsregel wel uitbreiden Ad 1.3.4 De gewoonte p37 2 voorwaarden om de gewoonte als een bron te doen gelden - Vaste gedragslijn handelen conform de gegroeide gedragslijn - Rechtsplicht morele plicht om de regel te volgen (gewoonterechtregels verdwijnen bijna letterlijk naar het platteland verkoop van vee) 1.4 Onderscheidingen binnen het recht p38 1) Dwingend aanvullend p38 2) Objectief - subjectief p40 3) Privaat Publiek p41 4) Formeel - materieel p38 Ad 1 Dwingend aanvullend p38 Dwingend dit moet (niet vanaf te wijken (vaak normatief)) Aanvullend dit kan (wel vanaf te wijken, indien beide partijen akkoord gaan) Tip; vaak komt moeten of kunnen letterlijk in een wetsartikel voor Ps; binnen privaatrecht ben je vrij zo lang het niet dwingend is Ad 2 Objectief subjectief p40 Objectief alle geldende rechtsregels (awb) (regels die in alg. bewoordingen aangeven wat rechtens is) alle ongeschreven regels de rechter gaat ervan uit dat een bepaalde rechtsregel nvt is (omdat deze uitsluitend in specifieke gevallen uitsluitsel

Subjectief

recht met rechtssubject (nat. personen of rechtspersonen) mbt een ander Rechtssubject of andere zaak (zaak is iets tastbaars) recht in het bezit van een individu omdat een objectief recht dit met zoveel woorden zegt Bijv. subject subject privacy/ meningsuiting subject zaak eigendomsrecht ps, dragers van rechten en plichten zijn zowel natuurlijke als rechtpersonen Ad 3 Privaat publiek p41 Zie ook Ad 1.3.1 de wet
Recht Europees Privaat wetbk van burg rechtsvord. Burg Wetbk Formeel Materieel Nationaal Publiek wetbk van strafvordering / Awb wet milieubeheer / publk rechtelijke procedures

Ad 4 Formeel materieel p38 Formeel Materieel / Procesrecht (niet verwarren met publiekrechtelijke procedures wat wel en niet mag / Inhoudelijke recht hoe en wanneer

Wet in formele zin

komt tot stand op grond van samenwerking tussen regering en staten-generaal (nat wetgever dus) Wet in materile zin ieder wetgevend besluit dat bestemd is voor een onbepaald aantal. (op provinciaal en gemeentelijk niveau) Formeel ja Materieel ja Formeel ja Materieel nee Goedkeuringswet lid koningshuis bij name genoemde personen of concreet gemaakte onderwerpen Formeel - nee Materieel ja Gemeentelijke/ provinciale verordening deze richten zich tot een onbepaald aantal mensen. Formeel - nee Materieel nee Vergunning afkomstig van de centrale wetgever (nationaal) niet gericht tot een onbepaald aantal mensen. Burgerlijk Wetboek door de centrale wetgever uitgevaardigd (niet tot bij name genoemde mensen gericht)

Hoofdstuk 9 Staatsrecht (h 9, 10, 11 publiekrecht


(zie 1.3.1 de wet: - Staatsrecht De wijze waarop het Ned. Staatsbestel wordt vormgegeven naast de invloed die de burgers hebben op deze wijze.) 9.1 De staat p285 Drie kenmerken van een staat - Volksgemeenschap / natie - Afgegrensd grondgenbied - Hoogste macht 9.2 Spreiding der machten (centrale overheid) p287 Montesquieu Trias politica horizontale spreiding 1) Wetgevende macht 2) Uitvoerende macht 3) Rechtelijke macht Ad 1) de wetgevende macht (heet nu de bestuurlijke macht bestuur) - de belangrijkste - de wetgever (Regering en Staten Generaal (1e + 2e kamer) - samengesteld uit leden van de volksgemeenschap - vaardigt regels uit die de uitvoerende macht dient uit te voeren Ad 2) de uitvoerende macht (of heet deze macht de bestuurlijke macht??- p 290) - alles wat geen wetgever is - besluiten nemen - op Rijksniveau Min./ Staatssecr./ Koning(in) Ad 3) de rechtelijke macht - uitspreken welk artikel van toepassing is in geval van conflicten. - net als uitvoerende macht besluiten nemen i.t.t. de wetgevende macht 9.3 Spreiding der machten (decentrale overheid) p288 Verticale spreiding der (staats)machten Op provinciaal niveau geen splitsing tussen wetgevend/uitvoeren Op gemeentelijk niveau Wetgevend de Raad Uitvoerend het college Decentralisatie - Territoriale spreiding gebonden aan een afgebakend stuk grond gem/prov. binnen de grenzen de eigen huishouding regelen - Functionele spreiding obv product- en bedrijfschappen - gecombineerd het waterschap afgebakend stuk grond een bepaalde regio het product/ bedrijf de waterstand enz. Nederland is een gedecentraliseerde (eenheids)staat - Eenheidsstaat: Bevoegdheden overnemen: taken uitgevoerd door de decentrale overheid zijn over te nemen door de centrale overheid. Controle : hogere overheden voeren controle uit op lagere overheden Preventieve toetsing : bijv gemeenten mogen geen belasting heffen zonder goedkeuring van provincie. Vernietigingsbevoegdheid : ieder besluit van een gemeente/ provincie kan door de kroon worden vernietigd. Centrale vragen:

Wie oefent/oefenen op centraal niveau van de overheid de wetgende/ bestuurlijke en rechtsprekende macht uit? Wie oefent/ oefenen op lager niveau van de overheid de wetgevende/ bestuurlijke en rechtsprekende macht uit? 9.4 de organen van de centrale overheid p290 (in combinatie met paragraaf 9.5 wetgevende macht bij de centrale overheid) 1) 2) 3) 4) de Staten generaal de Regering de Minister de Staatssecretaris

Koning/ Kroon Koning Regering Ministers Staatssecretarissen eerste kamer tweede kamer Kabinet

Staten-Generaal

Ad1) de Staten- generaal p291 - 1e + 2e kamer het parlement - parlementaire democratie het parlement wordt op democratische wijze door het volk samengesteld - (9.5) bevoegdheid wetten op nationaal niveau uit te vaardigen) - (9.5) producten worden wetten in formele zin genoemd Actief kiesrecht op andere stemmen Passief kiesrecht zelf verkozen worden Let wel er gelden beperkingen Twee kiesstelsels - districtenstelsel kandidaten worden per district gekozen - stelsel van evenredige vertegenwoordiging kandidaten worden op landsniveau gekozen uitgangspunt is de kiesdeler (voorwaarde voor een partij om een zetel te krijgen) = totaal uitgebracht stemmen / aantal te verdelen zetels werkelijk aantal zetels = aantal uitgebrachte stemmen op een partij / kiesdeler Voorbeeld p 293 Mogelijke veranderingen in het kiessysteem: Iedere kiezer kan dan twee stemmen uitbrengen n obv het huidige stelsel n obv districtenstelsel De 1e kamer - 75 zetels (senatoren) - voor 4 jaar gekozen - trapsgewijs gekozen (niet direct door het volk) burgers kiezen de provinciale staten PS kiest 1e kamerleden - presidium ((plaatsvervangend) voorzitter aangewezen door de grootste partij) Politieke partijen - p 295

Fractie - de groep personen die voor een politieke partij in de 1e of 2e kamer zijn gekomen Ad 2) de Regering/ Kroon (en kabinet) p296/ 302 De regering - enerzijds de Koning(in), anderzijds het Kabinet (ministers en staatssecretarissen) - (9.5) bevoegdheid wetten uit te vaardigen - (9.5) producten hebben een specifieke naam AMvB algemene maatregel van bestuur Het Kabinet - ministers en staatssecretarissen - in de Grondwet Ministerraad ipv het kabinet - samenwerking tussen n of meerdere partijen Ad 3) de Minister p299/ p303 Departement - cq Ministerie - Hirarchisch geheel van ambtenaren die vanuit n lokaliteit werkzaam zijn op een specifiek afgebakend overheidsterrein. Minister - verbonden aan een departement waaraan hij leiding geeft. Minister-president - aanvoerder van de ministerploeg Minister zonder portefeuille - minister die niet belast is met de leiding van een ministerie - hoeft niet op te stappen waneer de staatssecretaris opstapt ((on)gedwongen) Ad 4) De staatssecretaris p300 De staatssecretaris - aan een departement verbonden - staatssecretarissen zonder portefeuille bestaan niet - ondergeschikt aan de minister - politicus en geen ambtenaar - verantwoordelijk voor het werk hem is toebedeeld (onverminderd! De verantwoordelijkheid van de minister) - maakt geen deel uit van de ministerraad - dient op te stappen wanneer de minister opstapt (gedwongen of ongedwongen)

9.5 de wetgevende macht bij de centrale overheid (zie ook 10.9/ sheet 6) p301 Wetgeving? - Lees regelgeving (algemeen) besluit tot een onbepaalde, niet met name genoemde groep burgers. - wet in materile zin (de eerste categorie van draagvlakken niet met name genoemd 1) 2) 3) 4) bevoegdheid Attributie Delegatie Mandaat

Ad 1) Bevoegdheid p301 De bevoegdheid van een orgaan om wetten te maken wordt toegekend d.m.v. de Grondwet (= fundamentele beginselen v/d inrichting van een staat) Ad 2) Attributie p301 - rechtstreekse ordinaire (1e orgaan die de bevoegdheid krijgt) bevoegdheid op grond van de wet - hierin valt te lezen welke organen de bevoegdheid hebben om wetten te maken - cq rechtstreekse toekenning van wetgevende bevoegdheden aan staatsorganen Ad 3) Delegatie p301 - Overdragen van geattribueerde bevoegdheid - k het overdragen van de (eigen) verantwoordelijkheid en het in eigen naam uitoefenen - het besluit tot delegatie wordt door het college genomen Ad 4) Mandaat - het uitoefenen v/d bevoegdheid namens het bestuursorgaan (namens Dhr x) (mag altijd tenzij dit verboden wordt) Bevoegdheden tot maken van wetten op centraal niveau 1) De regering en staten generaal 2) De regering 3) De minister Ad 1) De regering en de Staten generaal - zie 9.4 Ad 2) De Regering - AMvBs (algemene maatregel van bestuur) - Krachtens attributie kan de regering wel AMvBs tot stand brengen, deze zijn niet door straffen gehandhaafd - zijn krachteloos; omdat de regering de volgende bepaling niet kan opnemen: Overtreding van de voorafgaande bepaling wordt gestraft met - de woorden krachtens de wet houden in dat een wet in formele zin de Bevoegdheid om nadere regels te maken kan overdragen aan de regering delegatie! - mr! Indien er delegatie in het spel is mag een AMvB wel met straffen worden gehandhaafd. Ad 3) de minister - iedere minister afzonderlijk ministerile regeling - niet in grondwet dwz! een minister kan nooit krachtens attributie tot wetgevende activiteiten overgaan!

10

Samenvattend
Regering en Staten Generaal Regering Minister individueel Wet in formele zin AMvB Mnisterile regeling

Subdelegatie (drietrapsraket) - Regering en staten generaal delegeren een wet in formele zin aan de regering - Regering schuift dmv een AMvB de bevoegdheid door aan een ind. Minister Let wel: deze constructie mag alleen wanneer uit de wet in formele zin opgemaakt kan worden dat de formele wetgever geen bezwaar heeft tegen subdelegatie. 9.6 Het ontstaan van een wet in formele zin 9.6.1 de gewone wet in formele zin p304
Initiatief vanuit de regering

I Voorbereiding departement

- Voorbereiding en formulering van onderwerp (- Voorontwerp ter goedkeuring samenleving) - memorie van toelichting (verduidelijken) - volgende fase enkel na akkoord Min.raad - adviescollege beoordeelt op jur.-techn criteria - blauwe stukken --> adviezen van de RvS - behandeling in vaste kamercommissie - nota n.a.v. het verlslag --> eindverslag - schriftelijke fase --> mondelinge fase (alg beraadslagingen) - idem als in 2e kamer - 1e kamer i.t.t. 2e kamer geen recht van amendement WET Datum inwerktreding Burgers nemen de wet in acht

II Behandeling ministerraad

III Advies Raad van State


Initiatief vanuit de 2e

kamer (memorie in handen van een vaste kamercommissie)

IV Behandeling 2e kamer

V Behandeling 1e kamer

VI Ondertekening door Koningin Plaatsing in Staatsblad

9.6.2 wijzigen van de grondwet p307 - resultaat van een eerste lezing is een wet die niet meer verklaart dan dat een verandering in de Grondwet in overweging zal worden genomen. - ondertekening van de minister in kwestie - plaatsing in Staatsblad - beide kamers van de Staten-generaal worden ontbonden - nieuwe verkiezingen volgen - aanname met ten minste 2/3e tweede lezing

11

9.7 Ontstaan van een AMvB (algemene maatregel van bestuur) p307 - bij de totstandkoming wordt de gehele Staten-generaal volledig gepasseerd - de formele wetgever (regering en Staten generaal) delegeert een wetgevende bevoegdheid aan de regering - volgens schema fase I, II, III en VI Eisen totstandkoming van een AMvB vanuit de regering - het bespreken (en een beslissing nemen) van het besluit in de Ministerraad - Advies vragen aan de Raad van State - Publiceren van het besluit in het staatsblad 9.8 Ontstaan van een Ministerile regeling p308 - n vereist plicht tot publicatie in de staatscourant (dagelijks blad o.l.v. min van BZK) (Staatscourant is geen Staatsblad o.l.v. min van justitie) 9.9 (sub)delegatie (denk aan de drietrapsraket) p308 Voordelen: - slagvaardiger beleid (de 1e en 2e kamer komen niet aan de pas = tijdwinst) - toename deskundigheidselement (sub)delegatie heeft niet alleen betrekking op regerin en minister maar ook op andere organen - dichter tot de burgers komen (meer gelegenheid tot inspraak0 Nadelen: - afnemende invloed van de 1e en 2e kamer - 1e en 2e kamer komen niet tot een volksvertegenwoordiging Als gevolg van meerdere ontwikkelingen deregulering - afschaffing van bestaande regels en het tegengaan van het ontstaan van nieuwe = meer kans tot vrijemarktbewerking Privatisering - afstoten van overheidstaken naar particuliere organisaties = minder overheid en meer marktbewerking 9.10 Bestuurlijke macht bij de centrale overheid p310 = alles wat niet toebehoort aan de wetgevende of rechterlijke macht - wetgevende vaststellen van regels (besluiten van algemene strekking) - rechtelijke beslissen over geschillen (tussen burgers onderling en tussen burgers en overheid) 1) de regering (koningin en ministers onderling) 2) de ministers individueel Ad 1) de regering p310 - als wetgever (zelfstandig of krachtens delegatie AMvBs uitvaardigen) - als bestuurder (in eerste plaats overigens) het bepalen en concretiseren van het overheidsbeleid - let wel naast Koningin en ministers (regering) ook (eigenlijk) in het kabinet verzamelde ministers en staatssecretarissen tezamen dan wel individueel al deze zijn politiek verantwoordelijk Koning is onschendbaar / ministers zijn verantwoordelijk

12

Ad 2) de ministers individueel p310 - op individuele basis ter verantwoording te roepen door de Staten-generaal - het te voeren beleid van de ministers blijkt uit de jaarlijkse begroting per departement - de begroting dient te worden goedgekeurd door de 1e en 2e kamer 9.11 Andere taken van de Staten-generaal p311 Naast de wetgevende taal ook de controlerende taak. Controleren kan niet zonder informeren Onderstaand 4 vormen van recht op informatie 1) vragenrecht 2) interpellatierecht 3) enquterecht 4) budgetrecht Ad 1) Vragenrecht p311 - ieder kamerlid heeft recht tot het stellen van vragen aan een minister. Nu ook naast schriftelijk de mogelijkheid tot mondeling vragen stellen tijden het wekelijks vragenuurtje Ad 2) interpellatierecht p311 - in debat treden met een bepaalde minister - enkel toegang tot debat indien er door een meerderheid van de Kamer verlof gegeven wordt. - zwaarder dan vragenrecht: - voor discussie is volop gelegenheid - na afloop van het debat , gehouden n.a.v. interpellatierecht, afronden met in stemming brengen van n of meer moties - een aan genomen motie van wantrouwen laat de betrokken minister opstappen Ad 3) Enquterecht p312 - geeft de meerderheid van de 1e en 2e kamer bevoegdheid een commissie in te stellen deze doet geheel zelfstandig onderzoek (deelname is verplicht voor betrokkenen indien opgeroepen) - n.a.v. uitkomsten vind er een debat plaats Ad 4) Budgetrecht p312 - Prinsjesdag: vaststellen van de ontvangsten en uitgaven v/h Rijk - tezamen met de miljoenennota aan de Staten-Generaal aangeboden 9.12 ministerile verantwoordelijkheid p313 De bevoegdheid, het beleid om te controleren geeft de Staten-generaal (1e en 2e kamer) de mogelijkheid ministers weg te sturen. Strafrechterlijke ministerile verantwoordelijkheid: - bij schending van grondwet of gewone wetten - oorsprong ministers medeondertekenen besluiten v/d Koningin (koning is onschendbaar, ministers zijn medeverantwoordelijk)

13

Politieke ministerile verantwoordelijkheid - De staten-generaal kunnen de minister direct aanspreken op juistheid v/h gevoerde beleid Grondregels tussen Koning Staten-generaal kabinet basis voor parlementair stelsel - minister heeft vertrouwen nodig van de Staten-generaal - minister is verantwoordelijk voor diens beleidsdaden vanuit zijn portefeuille - ook voor die in publiek door de Koning wordt uitgeoefend - de staten-generaal kan maar eenmaal n.a.v. een conflict ontbonden worden Deze regels staan nergens schriftelijk regels van ongeschreven staatsrecht 9.13 Het einde van het kabinet p315 Een einde aan het kabinet: 1) einde termijn - een verstreken termijn van vier jaren 2) Kabinetscrisis - de staten-generaal heeft het vertrouwen in de ministerploeg opgezegd (via een motie) 3) Interne verdeelheid - onderling veel onenigheid (a.g.v. gebrek aan synergy o.b.v. politieke invloeden)

14

17-09-2008 Dagdeel III + IV Hoofdstuk 9.14 t/m 9.15 onderdelen syllabus terecht in gemeenterecht
+ sheets v/d presentatie/ dia 9.1 De Staat 9.14 De Provincie 9.15 De Gemeente 9.14 De provincie p316 1) de Provinciale staten 2) de Gedeputeerde staten 3) de Commissaris van de Koningin A) de wetgevende macht op provinciaal niveau B) de bestuurlijke macht op provinciaal niveau

Ad 1) de Provinciale staten (PS) p316 - vormen het vertegenwoordigende orgaan van de provincie - kiesgerechtigd en verkiesbaar - door het volk per provincie voor vier jaar - kiezen de leden van de eerste kamer - opstellen profielschets voor CvK - taken; controleren en ter verantwoording roepen v/d leden van GS (desnoods overgaan tot ontslag) - PS vs Staten generaal PS aan hoofd van de provincie, Staten generaal kennen deze orde niet Ad 2) de Gedeputeerde Staten (GS) p317 - het dagelijks bestuur - door de Ps gekozen en benoemd - relatie tussen PS en GS dualistisch - leden van GS buiten de leden van PS gekozen (dus geen leden vn de PS) - min 3, max zeven leden - een van de leden is de commissaris v/d Koningin Ad 3) de Commissaris van de Koningin (CvK) p317 - benoemd (niet gekozen) bij Koninkijk besluit - voor een periode van zes jaar - voorzitter van PS - voorzitter/lid van GS - verantwoordingsplicht aan de PS Ad A) Wetgevende macht op provinciaal niveau p318 - PS is gerechtigd wetten te vervaardigen verordeningen (2 manieren) 1 - verordeningen obv toegekende bevoegdheid van PS om eigen huishouding te regelen - verordeningen komen krachtens autonomie tot stand 2 PS vaardigt verordeningen uit ogv medebewind (in verstrekte opdracht van hogerhand) - uitoefening medebewindstaak door PS Let wel agv medebewind is Nederland ook een eenheidsstaat Let op verschil tussen een eenheidsstaat en het dualistisch /decentralistisch (??)stelsel.. mogelijk een inzichtsvraag op tentamen denk ik.

15

9.15 De gemeente p319


Provincie Ps Gs Cvk Gemeente Raad College Burgemeester

De structuur van een gemeente is vergelijkbaar met die van een provincie Gemeenteraad heeft minimaal 7 en max 45 leden Syllabus Terecht in gemeenterecht vs sheets van de diavoorstelling Uitgangspunt zijn de sheets, hier zijn de bijhorende passages uit de syllabus erbij gehaald en onderstaand verwerkt tot een samenvatting. Waar mogelijk zijn de eigen aantekening meegenomen Een overzicht van de nummer van de sheets met bijhorende paginas Nmr sheet 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 Sheet 1 Publiekrecht gemeenterecht (denk aan AwB) - wie mag wat bevoegdheid bestuursrecht - hoe procedures Bijv; Gem wet art 150 = inspraakverordening vastgesteld door de Raad - wie mag wat? Bestuur mag besluiten nemen obv regels pag. Syllabus 10, 11, 12 10, 11, 12 eigen samenvatting eigen samenvatting eigen samenvatting eigen samenvatting eigen samenvatting 14, 15, 17, 18, 19, 58 20 33 36 53, 55, 56, 57 57, 58 (3.5.1), 59 58, 59, 61 61, 62, 63 67, 68 70, 71, 71 72 77, 78, 79, 80 81

16

Sheet 2 Publiekrecht - Verticale gezagsverhouding tussen overheid en burger - Staatsrecht / Bestuurs(proces) recht/ Straf(proces) recht Sheet 3 Privaatrecht - Nevenschikkend (burger burger / bedrijf - bedrijf) - Personen- en fam recht/ Ondern recht/ verm. Recht/ intellectueel eigedomsrecht/ burg procesrecht Tip ezelsbruggetje Wanneer de overheid hetzelfde kan doen als een bedrijf/ burger dan privaatrecht!!!!!11 Rechtsgebied Privaatrecht Naam rechter Soorten

Burgelijke rechter Kantongerecht Rechtbank (civ kmr) Gerechtshof (civ kamer) Hoge raad Admin rechter Rechtbank (sctr bestuursrecht) Afd rechtspraak v/d RvS/ Centr RvBeroep Kantongerecht (overtredingen) Rechtbank (misdrijven) Gerechtshof (strafkamer) Hoge Raad (strafkamer)

Publiekrecht - Best recht

Strafrecht

Strafrechter

Sheet 4 Onderscheidingen binnen recht (zie ook 1.4 Loonstra) * Materieel Formeel Materieel wat wel en niet mag / Inhoudelijke recht Formeel hoe en wanneer / Procesrecht (niet verwarren met publiekrechtelijke procedures

* Dwingend aanvullend Dwingend dit moet (niet vanaf te wijken (vaak normatief)) Aanvullend dit kan (wel vanaf te wijken, indien beide partijen akkoord gaan) Tip; vaak komt moeten of kunnen letterlijk in een wetsartikel voor Ps; binnen privaatrecht ben je vrij zo lang het niet dwingend is *Objectief en subjectief Objectief alle geldende rechtsregels (awb) (regels die in alg. bewoordingen aangeven wat rechtens is) alle ongeschreven regels Subjectief zoveel recht met rechtssubject (nat. personen of rechtspersonen) mbt een ander Rechtssubject of andere zaak (zaak is iets tastbaars) recht in het bezit van een individu omdat een objectief recht dit met woorden zegt Bijv. subject subject privacy/ meningsuiting subject zaak eigendomsrecht

17

* Natuurlijk en rechtspersoon Natuurlijk persoon personen van vlees en bloed Rechtspersoon - zaken/ bedrijven/ ondernemingen Let wel. Exactie omschrijving is mij onbekend Beide zijn dragers van de wet Aanvullende info aantekeningen grote projecten worden bij wet vastgelegd om ter zijner tijd inspraakronden te minimaliseren * Privaat en publiekrecht Publiek verticale gezagverhouding (overheid burger) Privaat nevenschikkend Sheet 5 Hirarchie van regelgeving (zie ook 1.3.1 de Wet)

Verdrag Grondwet Formeel (vaak materieel) AMvB art89 Gw Min verordening Waterschap / Provincie Gemeente toetsen aan de grondwet toetsen aan de grondwet toetsen aan de grondwet

Overige aantekeningen: - 120 Gw toetsingsverbod; niet toetsen of de wet wel klopt - Wetten in materile zin zijn bijna allemaal wetten in formele zin (maar formele wetten niet altijd materieel) - formeel recht rechten omzetten in wapenfeiten
Privaat Publiek

hoger beroep Gerechtshof Rechter

sector kanton sector civiel sector staat bestuursrecht

Strafrecht

Bestuursrecht

hoger beroep

hoger beroep

in cassatie Hoge Raad Gerechtshof ABRvS - Afd best.recht Raad v State

18

Sheet 6 Rechterlijke toets Art 120 Gw constitutionele toetsing verboden


Hoog Laag Jong Oud Bijzonder Algemeen

1) Onverbindendverklaring of 2) Buiten toepassing verklaring - ad 1) verordening - ad 2) artikel uit verordening Sheet 7 Het verdrag - onderhandelen over afspraak tussen 2 of meer landen - regering bekrachtigt een verdrag - art 91,1 Gw goedkeuring Staten Generaal is vereist - inwerktreding na publicatie (tractatenblad) - 1) Instructienorm (overheid) of 2) self-executing (burgers) Ad 1) er wordt door de overheid een beroep gedaan op Ad 2) zelf een beroep doen op EU verdrag is geen self executing Bilateraal enkele landen Sheet 8 sociale en klassieke grondrechten Sociaal horizontaal (sociale werking = actieve overheid) Klassiek - verticaal (klassieke werking = passieve overheid/ onthouding) Grondrechten van origine een verticale werking (klassiek dus) maar nu steeds meer werking tussen burgers onderling (sociaal dus) Sheet 9 gedecentraliseerde eenheidsstaat I Autonomie zelfstandig bevoegd (124,1 Grondwet) - APV en alg subsidieverordening Medebewind van hoger af de bevoegdheid (124,2 Grondwet) - bouwverordening en brandbev verordening (ezelsbruggetje; het rijk en prov kunnen de MEDEwerking eisen van gemeentebesturen (bij de uitvoering van maatregelen van hogere overheden) = MEDEbewind) Sheet 10 gedecentraliseerde eenheidsstaat II Territoriaal binnen haar grondgebied - provincies en gemeenten Functioneel product- en bedrijfsschappen - waterschappen (ook gebonden aan terrttoir), openbare lichamen, zelfstandige best organen Wie regelt de bevoegdheid? De gemeente- en provinciewet (= organieke wet) Regelen de bevoegdheid (AwB = procedurewet = wederkerige rechtsbetrekking) Art 116 Gemwet cordinatiebepaling minister is belast met cordinatie van het rijksbeleid dat de gemeenten raakt Art 117 Gemwet decentralisatiebepaling alleen op rijks-/ provinciaal niveau wanneer gemeenten het niet zelf kunnen regelen

19

Algemene aantekeningen WGR- organiseren van samenwerking om te komen tot een oplossing (Parkstad, Knp punt Arnhem en Nijmengen) Delegatie = delegeren = overdragen alsmede de bevoegdheid (een bij name genoemde ambtenaar zoals een leerplichtambtenaar, belastingen etc) (Terugtrekken delegatie besluit intrekken) Mandaat = zelf uitvoeren zonder de bevoegdheid (bijv. namens de Burgemeester) (is altijd een ambtenaar) WW werkeloosheidswet is materieel Publiekrecht + soc zekerheidsrecht Sheet 11 Bestuursorganen - Art 1:1 Awb (hoe.) (een bestuursorgaan is een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld) Gem wet (wie doet wat)
Orgaan Rechtspersoon Publiekrecht

Orgaan Rechtspersoon Publiekrecht

kijk je in gemeenterecht of provincierecht (125 gem wet) gem/ prov/ waterschap (boek 2:1) bezwaar/ besluit (gem wet)

Art 125 grondwet Gem raad, Ps, BenW, GS, CvK, burgemeester Gemeenteraad: Art 13 gem wet incomptabiliteiten (als makelaar geen wethouder in n gemeente) Art 15 gem wet verboden handelingen (tegengaan vriendjespolitiek) Sheet 12 volksvertegenwoordigende functie in Raadsprogramma collegeprogramma - beleidsdoelstellingen worden voor 4 jaar (raadsperiode) vastgelegd in een programma Cq collegeprogramma - samengesteld door de collegevormende raadsfracties (een soort regeerakkoord dus) - het eventueel aanwezige collegeprogramma wordt aan de raad verstrekt - burgerparticipatie: - inspraak art 150 Gemwet - recht van petitie art 5 Gemwet - referendum (verordening) - volksraadpleging/ volksinitiatief/ burgerinitiatief/ interactieve beleidsvorming - democratische legitimatie: - legaliteit (leges) bestuur is gebonden aan de wet binnen gemeente - legitimiteit (legitiem =gekozen) gekozen uit de wethouders/raad?? binnen gem

20

Algemeen: Schakelbepaling (awb 3:1,2) andere handelingen dan besluiten feitelijke handelingen handelingen naar privaatrecht (vuilnis, plantsoen, snoeien) (rechtshandeling sluiten van overeenkomst (3:2 t/m 3:5) Sheet 13 Kaderstellende functie = regels maken regelgevende bevoegdheid landelijke regering Kon. + kabinet (1e + 2e kamer = wetgevende macht Het stellen van regels is belangrijk om de bestuursbevoegdheid vooraf te normeren Wet in formele zin: formele wetgever is de regering + staten generaal (= kabinet) Tip; wetten in formele zin herken je door het woord wet in de titel Wet in materile zin: ieder wetgevend besluit welk bestemd is voor een onbepaald aantal en dus niet bij name genoemde personen - centraal door regering - decentraal verordeningen AMvB Naast de formele wetgever mag ook de regering regels vervaardigen (art 89 grondwet) Dit heet een Alg Maatregel van Bestuur Sheet 14 Verordeningen Regels normen vooraf gestelde normen regels/ verordeningen Soorten 1) Algemeen verbindend voorschrift (intern/ extern) 2) Autonomen en medebewindverordeningen 3) Anterieure en posterieure bevoegdheid Ad 1) AVV (algemene verbindende voorschriften) Een wettelijk voorschrift met daarin verbindende regels voor burgers (externe werking) Of anders gezegd Verordening met algemeen verbindende regels van toepassing op niet bij name genoemde personen (die op het grondgebied wonen of (tijdelijk) verblijven) k intern bijv verordening op financieel beheer (inrichting fin organisatie) (art 213(a) Gem wet) Tegen verordening kan geen bezwaar/ beroep gemaakt worden (8:1 + 8:2 AwB) (verordening is t algemeen dus iedereen kan dan bezwaar maken) Tegen besluiten kun je wel in bezwaar en beroep Tegen beschikking kun je wel in bezwaar en beroep Tegen beleidsregels ook gn bezwaar n beroep (bestuursbevoegdheid)

21

Ad 2) autonoom en medebewind Autonoom zelfstandige bevoegdheid om regels in te stellen (VNG) - APV wordt apart vastgesteld LET OP TENTAMENVRAAG!!!!!!! Medebewind autonoom moet je maken (niet verplicht) - medebewind mag je maken (bouwverordening) (art 8) - opdracht van hoger hand om een wet te maken - sanctie is niet uit te voeren (medebewindstaak) CvK in actie 4) Anterieure en posterieure bevoegdheid Anterieur vooraf (er is al een verordening die blijft bestaan indien) kunnen ophouden te bestaan Posterieur blijft bestaan indien niet in strijd met de wet (wet gaat voor verordening!!!) Sheet 15 Grenzen verordende bevoegdheid I - grens naar boven hogere regelgeving (incl internationale wetgeving) - grens naar beneden gemeentelijke huishouding openbare belangen geen priv belangen (sluiting drugspanden) - geografische grens 121 Gemwet posterieure verordening 122 Gemwet anterieure verordening LET OP TENTAMENVRAAG!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Art 121 en 122 Gemwet enkel betrekking op autonoom en niet op medebewind Waarom niet? Regelt de wet zelf wat onder medebewind valt Algemene aantekening - Beginsel van Behoorlijk Bestuur art 14 BW Taken van bestuursorgaan bij het nemen van besluiten - 314 Privaatrecht regels van publiek moeten in acht worden genomen - 3:1,2 AwB = gelijk aan Privaatrecht Regels publiekrecht algemene regels van behoorlijk bestuur (gelden ook bij feitelijke rechtshandelingen Sheet 16 Grenzen verordende bevoegdheid II Territoriale grens icm strafverordening (APV) De gemeenteraad kan op overtreding van zijn verordeningen straf stellen = strafverordening (belangrijkste is de APV) Art 139,1 bekendmaking en inwerktreding verordening (+ 3:40 / 3:42 Bestuurswet = hetzelfde 139,1 besluiten 3:40/ 3:42 verordening Bij deze hebben de besluiten en verordeningen dezelfde regels Vervolgd worden op drie rechtsgebieden - civielrechtelijk (burgerlijk wetboek) - bestuursrechtelijk (dwangsom) - strafrechtelijk n, n kan wel ,maar niet 2 x bijvoorbeeld strafrechtelijk

22

Sheet 17 Kaderstellende en controlerende functie - Algemeen verbindende voorschriften (AVV) = raad = kaderstellend en controlerend - Uitvoerende regels die geen AVV zijn = college = uitwerking beleid of uitvoering Raad heeft controlerende functie - inlichtingenplicht/ verantwoordingsplicht van college aan raad - mondelinge en schriftelijke vragenrecht raadslid - recht van interpellatie - recht op onderzoek - gedragscodes wethouders worden door de raad vastgesteld - rekenkamer Sheet 18 College van BenW - Collegialiteitsbeginsel samenwerkend/ samenverantwoordelijk - art 36,1 aantal wethouders max 20% v/h aantal raadsleden, maar niet minder dan twee - deeltijdwethouders oefenen hun functie slechts een deel van de week uit Sheet 19 Wethouders wethouder vanuit de raad (die nu zijn raadslidmaatschap verliest) wethouder die op een onverkiesbare plaats op de kieslijst stond wethouder die niet op een lijst stond wethouder van buiten de gemeente

Art 36a, 2 Raad kan ontheffing verlenen van woonplaatsvereiste Sheet 20 Bestuursbevoegdheden college BenW en gemeenteraad Bestuursbevoegdheden college o.g.v. art 160 1,a dagelijks bestuur 1,b voorbereiden en uitvoeren beslissingen van de raad 1,c regels vaststellen voor ambt org 1,d ambtenaren, benoemen, schorsen, ontslaan 1,e besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen 1,f. zie verder schema p 79 syllabus LET OP TENTAMENVRAAG!!!!!!!!!! Art 147 Bestuursbevoegdheid o.g.v. medebewind taken bij BenW ipv Raad!!!!!!!!!!!!!!!!!! Art 108 autonome bestuursbevoegdheden Gemwet gemeenteraad is rest van de bevoegdheid (art 108) basis voor de bevoegdheden in de raas Sheet 21 regelgevende bevoegdheid Ambtelijke organisatie belichaamt door college Art 108 en 147 Gemwet gemeenteraad Art 156 delegatie en wetgeving College heeft enkel regelgevende bevoegdheid voor: - eigen BenW vergadering (reglement van orde) - instellen v/e bestuurd- of adviescommissie - vaststellen regels ambtelijke organisatie

23

24-09-2008 Dagdeel V + VI Hoofdstuk 11 straf(proces)recht (Sheets) Hoofdstuk 10 bestuurs(proces) recht (Sheets)


Let wel i.t.t. bovenstaande samengevatte sheets/ dias worden de teksten niet meer herhaald in onderstaande samenvatting

Hoofdstuk 11 Straf(proces) recht


Sheet 1 Straf(proces-)recht en Bestuurs(proces) recht= publiekrecht Strafrecht heeft betrekking op o.a. moord, verkrachting, diefstal, lozen afval, verkrijgen van geheime bedrijfsinformatie, etc. Strafprocesrecht hoehet strafproces werkt (de wijze waarop de juridische procedure strafrechtelijk functioneert.

Sheet 2 Straf- en strafprocesrecht p382 Art 1 WvSr legaliteitsbeginsel (wettelijke basis!) Art 1 WvSr strafvordering wordt bij wet voorzien Drie fasen 1) Opsporing 2) Vervolging 3) Terechtzitting Legaliteitsbeginsel geen enkel feit is strafbaar zonder een voorafgaande wettelijke strafbepaling (wettelijke basis!) Sheet 3 Opsporing I p384 Ad 1) Opsporing Verdachte art 27,1 WvSr redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit
Opsporing Staande houden
(art 52 Sv)

- hiervoor hoef je geen verdachte te zijn - enkel politie en Boa's (muv op staande voet aanhouding--> iedereen) - hiervoor wel als verdachte aangemerkt zijn - let op term 'cautie'

Aanhouden Verhoor In verzekering stellen

(art 52 Sv)

'(max gh (m.u.v. > 0.00 -< 09.00))

(max 6 dgn)

-ernstig strafbaar feit

Let wel in verzekeringstelling valt onder Opsporing Vroegverdachte (wet BIBOB) geen redelijk vermoeden van schuld toch verdachte crim org die voorbereidingshandelingen verrichten Proces verbaal wordt opgemaakt bij een overtreding of een licht misdrijf. De verdachte kan gaan en ontvangt op een later tijdstip een oproep om voor de rechter te verschijnen. Transactie/schikking na staande hnouding instemmen met een voorstel om een geldbedrag te betalen (enkel bij overtreding niet bij misdrijf). Ook een schikkingsaanbod van de OvJ is mogelijk.

24

Sheet 4 Opsporing II Cautie alleen voor verdachten (bij verhoor worden dingen gezegd die belastend zijn om als verdachte aangemerkt te worden) cautie is dus het niet verplicht zijn tot antwoorden Verlening IVS in het belang van het onderzoek verlenging: (art 57 Sv) 3 x 24 uur en mag met 3 x 24 uur worden verleng (dus max 6 dgn) (advocaat is toegestaan, niet bij verhoor en cautie) Sheet 5 Vervolging p386 Ad 2) Vervolging Oppertuniteitsbeginsel dragend beginsel in (straf) recht. OvJ bepaalt of er tot vervolging wordt overgegaan Aard van de strafbare feiten: art 67 Gronden v/d strafbare feiten: art 67a Verhoor (15H) + IVS (6H) + Bewaring (14 dgn) + gevangenhouding (30dgn + mogelijk 2 x 30) =106 dagen Probleem: onderzoek is nooit in 106 dagen afgerond nu pro forma zitting verlengen van de 106 dagen (reden kunnen procedurele zaken zijn)
Vervolging Voorlopige hechtenis

Bewaring 14 dgn

Gevangenhouding max 90 dgn

Let wel: geen omkering van bewijslast maar geldend is wie eist die bewijst Sheet 6 Terechtzitting p388 Dagvaarding in geval van civiele procedure naar gedaagde verzonden met verzoek om op een bepaalde dag op een bepaald tijdstip voor de rechter te verschijnen. (kern voor tenlastelegging) Tenlastelegging waar de verdachte van beschuldigd wordt Strafprocedure op welke wijze verloopt de zitting van een strafprocedure? Het gesproken woord staat centraal. Bij de terechtzitting tref je 5 personen aan tafel: OvJ, griffier (maakt aantekeningen), het rechterlijk college; bestaande uit 1 voorzitter en 2 collega rechters. Kosten van een strafprocedure zijn voor rekening van de staat, m.u.v. honorarium wanneer de verdachte zelf een advocaat in de arm heeft genomen.

25

uitroepen zaak uitroepen van de zaak door rechter evt getuigen/ slachtoffers OvJ requisitoir Pleidooi advocaat laatste woord verdachte -formuleren van de eis -bevestigt NAW -leest dagvaarding voor

Sheet 7 Misdrijf en overtreding p389 Delicten strafbare gedragingen te onderscheiden in misdrijf en overtreding Onderscheid obv die regels 1) WvSr 2) Andere wetten 3) Lagere overheden Ad 1) WvSr WvSr H2 art 92 t/m 423 misdrijf H3 art 424 t/m 478 overtreding Ad 2) andere wetten Art 2 (wet eco delicten) Art 13 (opiumwet) In alle andere wetten die door de nationale wetgever worden uitgevaardigd, wordt aangegeven welke strafbare feiten misdrijven zijn en welke overtredingen. Ad 3) Lagere overheden De lagere overheden (provincie en gemeente) kunnen uitsluitend overtredingen uitvaardigen.

26

Misdrijf Gronden Rechter verjaring formulering rechtbank > 6 jaar - dader opzettelijk (willens en wetens) - slechts een verwijt (schuld) (de bedoeling van de dader in de tenlastelegging) levenslang of max 20/30jr geldboete van max 450000 cf wet op de justitile documentatie wel strafbaar

Overtreding

kanton 2 jaar irrelevant

Max straffen

max 1jr + 4 maanden max 4500

Registratie

Poging en strafbaarheid Medeplichtigheid en strafbaarheid

niet strafbaar

wel strafbaar

niet strafbaar

Art 300,5 Let wel; een poging tot misdrijf is strafbaar mishandeling is een misdrijf een poging tot mishandeling is niet strafbaar Lees art 285, 300 en art 45

Sheet 8 de Tenlastelegging (strafbepaling) p390 De tenlastelegging staat in de aan de verdachte verstuurde dagvaarding De strafbepaling bestaat uit 1) delictsomschrijving definitie van de verboden handeling of verzuim;

2) sanctienorm

heeft betrekking op de straf en/of maatregel die de rechter maximaal op kan leggen wanneer voldaan is aan de delictsomschrijving.

Art 289 WvSr Wil nu een OvJ met succes gerealiseerd krijgen dat bij een verdachte de sanctienorm wordt toegepast, dan zal hij alle bestanddelen moeten bewijzen. Voorbeeld: bij moord zal de OvJ dan moeten bewijzen dat de verdachte; - opzettelijk - en met voorbedachten rade - een ander van het leven heeft beroofd. Bestanddelen zijn essentieel voor de rechter om een straf op te leggen. (de OvJ dient dit precies uit een te zetten) Vrrijspraak vindt plaats wanneer de OvJ niet heeft kunnen bewijzen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.

27

Ontslag van rechtsvervolging vindt plaats wanneer de OvJ wel heeft kunnen bewijzen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, maar desondanks niet alle bestanddelen van het betreffende delict vervuld. Gekwalificeerd delict bestaat uit de bestanddelen van het gronddelict, aangevuld met 1 of meer extra bestanddelen. Maximale straf is bij gekwalificeerd delict altijd hoger dan bij een gronddelict.

Een OvJ kan in de tenlastelegging primair een gronddelict stellen en subsidiair een gekwalificeerd delict. Tirannie van de tenlastelegging vrijspraak ten gevolge van een vormfout van de OvJ. cq kennelijke typefout Naast kennelijke ommissies en kennelijke schrijffouten mag de OvJ ook wijzigingen in de tenlastelegging aanbrengen( tot aan de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting en daarna zelfs nog in hoger beroep) mits de grondslag van de tenlastelegging (het delict dat volgens de OvJ gepleegd is) dezelfde blijft. Proportioneel evenredigheid Substantieel alternatief bieden aan de keuze met de minste weerstand Sheet 9 de vragen van art 348 WvSr p392 Rechter dien naast het onderzoek de vier vragen te beantwoorden. Anders geen vragen of bezijzen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan of dat aan alle bestanddelen zijn voldaan. 1) Is de dagvaarding geldig? (in de wet staan eisen waaraan deze moet voldoen) 2) Is de rechter bevoegd een oordeel te vellen? (is het de juiste soort rechter en is deze rechter bevoegd in de plaats waar het feit is begaan) 3) Is de OvJ ontvankelijk? 4) Bestaat er reden, de vervolging te schorsen.

Sheet 10 Legaliteitsbeginsel p392 Legaliteitsbeginsel geen enkel feit is strafbaar zonder een voorafgaande wettelijke strafbepaling (wettelijke basis!) verboden naar analogie te redeneren (een geval onder wettelijke regel laten vallen. De uitbreiding van hij die Hij ieder natuurlijk of rechtspersoon (in het laatste geval de rechtspersoon/ degene die opdracht heeft gegeven tot/ degene die feitelijke leiding heeft geboden (hij is individualiseerbaar terwijl de medeplichtige k strafbaar is) Zowel een poging tot als deelneming aan is strafbaar Poging art 45 WvSr poging tot (voornemen, begin van uitvoering, onvoltooid, onafhankelijk v/d wil v/d dader (max straf wordt met 1/3e verminderd)

Deelneming uitlokking doen plegen

(beide strafbaar (uitvoerder is niet strafbaar)

28

medeplegen (allen strafbaar) medeplichtigheid (medeplichtige kan 1/3e strafvermindering krijgen)


Uitbreiding Poging Uitlokking -/- 1/3e v/d max straf eenzelfde straf Doen plegen eenzelfde straf Deelneming Medeplegen eenzelfde straf Medeplichtigheid -/- 1/3e v/d max straf

Sheet 11, 12, 13 Strafuitsluitingsgronden p395

Strafuitsluitingsgronden

Rechtvaardigingsgronden Wettelijk - Overmacht - Noodweer - Wettelijk voorschrift - Ambtelijk bevel buiten wettelijk - afwezigheid van materile werderrechtelijkheid geschreven

Schulduitsluitingsgronden Ongeschreven - afwezigheid van alle schuld

- overmacht - noodweerexces - onbev gegeven ambt bevel - ontoerek vatbaarheid

Rechtvaardigingsgronden maakt dat een feit niet strafbaar is. Schulduitsluitingsgronden maakt dat een verdachte niet strafbaar is geen verwijt kan worden gemaakt maar neemt niet de strafbaarheid van een feit weg Rechtvaardigingsgronden p396 Op een rechtvaardigingsgrond kan een beroep worden gedaan wanneer dat wederrechtelijk niet in de delictsomschrijving staat, maar dat de dader toch geen strafbaar feit heeft gepleegd omdat hij niet wederrechtelijk handelde. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen: 1) Wettelijke (geschreven) rechtvaardigingsgronden: Overmacht art 40 Sr niet strafbaar indien een feit begaan die gedrongen is door overmacht (Ook van toepassing bij euthanasie.); noodweer art 41 Sr zich verdedigen door in de tegenaanval te gaan (Noodzakelijke verdediging die geboden is van lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke en wederrechtelijke aanranding. Proportionaliteitsvereiste de verdediging moet in belang staan tot wat er wordt verdedigd wordt

wettelijk voorschrift art 42 Sr een strafbaar feit plegen door te handelen zoals de wet voorschrijft (bijvoorbeeld uitruiming door deurwaarder terwijl cf de gem verordening geen

29

meubels op straat mogen staan/ ambtelijk bevel (bijvoorbeeld door rood rijden op bevel van politieagent bij verkeersopstopping). 2) Buitenwettelijke (ongeschreven) rechtvaardigingsgronden: het ontbreken van materile wederrechtelijkheid; het feit dat ik heb gepleegd is niet strafbaar, hoewel de bestanddelen van de delictsomschrijving zijn vervuld en er geen wettelijke rechtvaardigingsgrond valt aan te wijzen. Ondanks het feit dat de handeling onwetmatig is, is zij niet onrechtmatig. Voorbeeld: veearts die koeien bewust bij met mond en klauwzeer zet om hen weerstand te laten opbouwen. Schulduitsluitingsgronden p399 1) geschreven schulduitsluitingsgronden Overmacht (op wettelijk geschreven psychische gronden) de afweging is afgekeurd: er was geen sprake van overmacht. De afweging ag dan niet juist zijn geweest en dus is het begane feit wel degelijk als strafbaar te kwalificeren, toch valt de verdachte geen verwijt te maken dat hij uiteindelijk tot die keuze is gekomen correcte afweging door de verdachte in het licht van de maatschappelijke plicht niet strafbaar geen verwijt de afweging is niet juist en het begane feit is wel strafbaar maar de verdachte valt geen verwijt te maken dat deze tot die keuze is gekomen Noodweerexcess (art 41,2) gezien de gemoedstoestand de bij noodweer genoemde vereisten: m.u.v. de 1e die in deze situatie luidt: de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging is het gevolg geweest van een hevige gemoedsbeweging. De reactie op de aanval mag dan buitenproportioneel zijn geweest, de heftige gemoedstoestand waarin de verdachte plotseling kwam te verkeren, maakte die reactie begrijpelijk en daarom valt hem geen verwijt te maken. Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel (art 42,2 Sr) (te vergelijken met onder dwang handelen) de ondergeschikte is ter goede trouw en mocht aannemen dat het bevel goed gegeven was en de nakoming van dat bevel was binnen de kring van de ondergeschiktheid gelegen. Niet toerekeningsvatbaar (art 39 Sr) gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke toestand maakt gepleegde feit niet strafbaar Let wel dit leidt niet altijd tot een strafverminderinggrond, toerekeningsvatbaar wordt niet altijd aangevraagd agv de TBS (levenslang ter beschikking van de staat) 2) geschreven schulduitsluitingsgronden AVAS afwezigheid van alle schuld nooit bij misdrijven! Wanneer de verdachte geen verwijt valt te maken bij een overtreding. Iemand die in het geheel geen schuld treft kan niet strafbaar zijn

LET OP rechtvaardigingsgrond = feit Schulduitsluitingsgrond = individu/ persoon Verschil in straf of iemand op grond van een rechtvaardigingsgrond dan wel een schulduitsluitingsgrond ontslagen wordt:

30

- Als het deelneming betreft: a) Een geslaagd beroep op rechtvaardigingsgrond leidt er toe dat niemand gestraft wordt: omdat het feit niet strafbaar is. b) Een geslaagd beroep op schulduitsluitingsgrond resulteert erin dat alleen de persoon op wie de schulduitsluiting betrekking heeft, niet strafbaar is. Sheet 14 Vragen art 350 Sv p402

1)

Tenlastelegging bewezen?

Ja

Nee Vrijspraak

2)

Feit strafbaar? a.h.v. onderstaande vragen - voldaan aan delictenomschrijving? - met succes een beroep gedaan op rechtvaardigingsgrond

Ja

Nee Vrijspraak

3)

Is de dader strafbaar?

Ja Strafbaar

Nee obv schulduitsluitingsgrond

Sheet 15 Strafoplegging (indien de dader strafbaar is) p403 Art 9 Sr hoofdstraffen en bijkomende straffen - Hoofdstraffen gevangenisstraf hechtenis taakstraf die bestaat uit werkstraf en leerstraf (min 2 max 450000,-) - Bijkomende ontzetting rechten verbeurdverklaring voorwerpen winst afnemen (plukken) stillegging bedrijf en onderbewindstelling (sheet 15)

- Maatregelen art 37a Sr TBS - Onttekking verkeer - Voorwaardelijke veroordeling Sheet 15 Economisch strafrecht p405

31

- Activiteiten in ondernemersverband die bij overtreding eco voordelen opleveren (ten koste van concurrenten en de maatschappij) - functioneel daderschap (beschikkingsmacht) kunnen ingrijpen op moment dat strafbare gedraging werd gepleegd (zelf strafbaar gesteld worden (art 51 Sr)) - aanvaardingscriterium aanvaard dat betreffende handelingen door ondergeschikte werden verricht. Op tentamen: - oppertuniteitsbeginsel - strafuitsluitingsgronden

32

Hoofdstuk 10 Bestuurs(proces)recht
Sheet 1 Bestuurs(proces-)recht Privaatrecht horizontaal Bestuursrecht verticaal Legaliteitsbeginsel wie mag wat wordt bij wet geregeld (rechtmatigheid van bestuur) Sheet 2 Overheidshandelingen p345
Overheidshandelingen

Feitelijke handelingen

Rechtshandelingen

Publiekhandelingen besluiten eenzijdig besluiten van alg strekking Alg verbindende voorschriften meerzijdig

Privaatrechtelijk

beschikking

- cons./ decl. - begunstig/belastend - vrij/ gebonden

beleidsregels

plannen

- feitelijke handelingen drempels, vuil ophalen, stoplicht plaatsen Kent geen mogelijkheid tot rechtsgevolg - Rechtshandelingen ingrijpen op rechten (stoppen voor rood)

ZBOs zorgen voor toezicht op decentralisatie (kwaliteit bewaken/ monopolie tegengaan) - opta post toezichte/ telecom - nma Ned Mededingings autoriteit - TE toezicht electriciteit - VWA voed en warenautoriteit Privaatrechtelijk overeenkomsten Publiekrechtelijk besluiten - 1:3 AwB kern van bestuursrecht meerzijdig meerdere overheidsorganen enkelzijdig vanuit 1 overheidsorgaan - besluiten en algemeen verbindende voorschriften en plannen tegen beiden een besluit en beroep (wel veel uitzonderingen) - tegen plannen geen bezwaar/beroep wel inspraak Let wel geen beroep is geen bezwaar

33

Sheet 3 Beschikking p347 - afkomstig van een bevoegd orgaan - moet ogv een publiekrechtelijk voorschrift gegeven zijn - verder zie sheet . Met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan.. 6:2 (een bestuursorgaan kan niet afstand doen van de verantwoordelijkheid (incl de afwijzing) t.b.v. de rechtbescherming Sheet 4 Soorten beschikkingen p349 - 1) constitutieve en declaratoire - 2) begunstigende en belastende - 3) vrije en gebonden
Soorten beschikkingen

Constitutief Rechtscheppend

Declaratoir Rechtvaststellend

Belastend Nadelig

Begunstigend Voordelig

Vrij Discretionair

Gebonden Geen beoordelingsvrijheid

Ad 1) Constitutieve en declaratoire Constitutief = rechtscheppend (rechten die eerder niet bestonden zoals de APV) Declaratoire = rechtsvaststellend (uitdrukkelijk vaststellen hoe de situatie juridisch gezien is) Ad 2) begunstigende en belastende Begunstigende = bouwvergunning (een recht/ iets voordeligs aan diegene voor wie de beschikking bestemd is) Belastend = voorwaarden, belasting (schept een verplichting voor iemand of heeft ten minste een negatieve lading Ad 3) Vrij en gebonden Vrij = beleidsvrijheid/ eigen bevoegdheid (discretionaire bevoegdheid het betreffende bestuursorgaan kan naar eigen inzicht op het verzoek van een burger beschikken) Gebonden = uitvoerende / wat de wetgever wil (in de daaraan ten grondslag liggende wet of verordening staat aangegeven in welke gevallen er wel of geen beschikking mag worden verstrekt) Sheet 5 Besluiten van algemene strekking AVV p352 - besluiten die (algemene) regels inhouden die externe werking hebben. - verordeningen - wetgeving in materile zin - geschreven voor een onbepaald aantal burgers (i.t.t. een beschikking) Beleidsregels p353 - richtlijnen in het kader van algemeen geldende normen en waarden - behoren tot categorie wetgeving (omdat de richtlijn regels bevat en dus niet zijn toegesneden op concrete situaties om rechtsongelijkheid te voorkomen Plan p355 - bestemmingsplannen/ welzijnsplannen

34

- beleidsmatige plannen (milieubeleidsplan/ streekplan Deze binden slechts het bestuur zelf en zijn niet voor burgers geformuleerd - normatieve plannen (bestemmingsplannen) Wel bindende regels voor de burgers Sheet 6 Toedeling van bevoegdheid (zie ook 9.5) p355 1) 2) 3) 4) Attributie Delegatie Mandaat Gelede normstelling

Ad 1) Attributie p355 - rechtstreekse ordinaire (1e orgaan die de bevoegdheid krijgt) bevoegdheid op grond van de wet - hierin valt te lezen welke organen de bevoegdheid hebben om wetten te maken - cq rechtstreekse toekenning van wetgevende bevoegdheden aan staatsorganen Ad 2) Delegatie p356 - Overdragen van geattribueerde bevoegdheid - k het overdragen van de (eigen) verantwoordelijkheid en het in eigen naam uitoefenen - het besluit tot delegatie wordt door het college genomen Ad 3) Mandaat p356 - het uitoefenen v/d bevoegdheid namens het bestuursorgaan (namens Dhr x) (mag altijd tenzij dit verboden wordt) - iemand die een mandaat krijgt kan geen bezwaar indienen anders wordt er beslist over eigen falen Ad 4) Gelede normstelling (stapsgewijs van algemeen naar bijzonder) p357 - niet zomaar in de wet te vinden maar in combinatie van met elkaar samenhangende regelingen - verschillende redenen te noemen voor de grote vlucht die de gelede normstelling heeft genomen in de 1e plaats omvangrijk aantal situaties waarvoor de regeling zou gelden in de 2e plaats de formele wetgever is niet in staat adequaat te reageren in de 3e plaats men is op centraal niveau niet altijd op de hoogte van de omstandigheden aldaar Attributue Rechtstreekse bevoegdheid van wetgevende en bestuurlijke taken Uitoefening op eigen verantwoordelijkheid Uitoefening in eigen naam Delegatie Afgeleide bevoegdheid van wetgevende en bestuurlijke taken Uitoefening op eigen verantwoordelijkheid Uitoefening in eigen naam Mandaat Afgeleide bevoegdheid van uitsluitend bestuurlijke taken Uitoefening onder verantwoordelijkheid van een hoger geplaatste Uitoefening in naam van een hoger geplaagtste

35

Sheet 7 ABBB Algemene beginselen van behoorlijk bestuur p358

ABBB Formeel - zorgvuldigheidsbeginsel - motiveringsbeginsel - fairplaybeginsel Materieel - verbod van dtournement de pouvoir - verbod van willekeur - gelijkheidsbeginsel - vertrouwensbeginsel

ABBB alle besluiten en beschikkingen kunnen aan deze abbbs op hun juistheid worden getoetst Formele beginselen betrekking op de wijze waarop een beschikking tot stand is gekomen Materile beginselen betrekking op de inhoudelijke kant Formeel - zorgvuldigheidsbeginsel ( 3:2 AwB) p359 het uitvaardigen van een beschikking moet gepaard gaan met de nodige zorgvuldigheid - motiveringsbeginsel (3:46 t/m 3:50) p359 bestuursorgaan heeft de plicht zijn besluit te motiveren - fairplaybeginsel p359 het bestuur moet eerlijk spel spelen bij het al dan niet in positieve zin beschikken op een verzoek van een burger Materieel - verbod van dtournement de pouvoir (3:3) een bestuursorgaan mag een toegekende bevoegdheid niet voor een ander doel gebruiken dan waarvoor zij is gegeven - verbod van willekeur (3:4) het beleid wordt gevoerd door het bestuursorgaan. De rechter dient bij toetsing voor afgifte van een beschikking in de stoel moeten kruipen van de bestuurder. (heeft het bestuursorgaan een afweging van belangen gemaakt? En is de bestuurder bij die afweging tot een beslissing gekomen?) - Gelijkheidsbeginsel alle gelijke gevallen dienen gelijk behandeld te worden. - het vertrouwensbeginsel bestuursorganen moeten worden gehouden aan hen gewekte verwachtingen

36

01-10-2008 Dagdeel VII + VIII Hoofdstuk 10 rest (Sheets) Behandelde tentamens (niet opgenomen in samenvatting
Sheet 1 Algemeen Beginselen Behoorlijk Bestuur p358 Instructienorm Bestuur Waarborgnorm Burger Toetsingsnorm Rechter Art 3:1,2 AwB Schakelbepaling overal waar de overheoid als bestuursorgaan optreed zijn abbbs van toepassing. Eveneens wanneer de overheid privaatrechtelijke rechtshandelingen verricht (kopen, huren, pachten) of feitelijke handelingen pleegt Art 3:14 BW regels publiekrecht in acht nemen bij privaatrecht (of andersom) Let wel, wanneer de gemeente fouten maakt kan er geen beroep gedaan worden op het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel - vertrouwensbeginsel bestuursorganen moeten worden gehouden aan de door hen gewekte verwachtingen Het mag niet van de een op de andere dag op geheel ander beleid over gaan. Een beroep op het vertrouwensbeginsel zal niet slagen wanneer informatie is verstrekt door een onbevoegde ambtenaar. Denk aan compensatie of overgangsregeling - Gelijkheidsbeginsel gelijke gevallen ook gelijk behandelen Het gelijkheidsbeginsel is (nog) niet geregeld in de Awb. Wel in art. 1 van de Grondwet. - compensatiebeginsel 3:4,2 evenredigheidsbeginsel cq proportionaliteitsbeginsel (oa bestuurslrecht) Sheet 2 Bestuursrechtelijke sancties procedure bij bestuursdwang en last onder dwangsom II P361 Burger handelt in strijd met bestuursrechtelijk voorschrift bevoegdheden / sancties: - Bestuursdwang het bestuursorgaan zorgt ervoor dat de situatie in de oude toestand terugkeert. Hiermee gepaard gaande kosten worden verhaald op de burger Overheid lost op en laat burger betalen (veelal bij fysieke overtreding (persoonlijke)) - Last onder dwangsom de burger wordt opdracht gegeven de overtreding ongedaan te maken, onder het betalen van een dwangsom voor iedere dag dat de burger daarin nalatig is. Burger moet de zaken oplossen = mogelijkheid tot handhaving (financieel) - Bestuurlijke boete de boete is strafrechtelijk van karakter en is op leedtoevoeging gericht. Boete vanuit strafrecht binnen het bestuursrecht (mogelijkheid tot handhaving) - Intrekking beschikking papieren tijger je bereikt er niet veel mee, de sanctie blijft bestaan let op TENTAMENvraag (schijnt zo te zijn) H5 van de AwB handhaving - toezichthouders - Bestuursdwang - Last onder dwangsom

37

Sheet 3 Bestuurssrechtelijke sancties II (p361) Let wel eerst last onder dwangsom en dan bestuursdwang (eerst financieel en dan persoonlijk) verboden machtsmisbruik = 3:3 detournement de pouvoir Procedure: (voorafgaand aan vooraankondiging zit eigenlijk nog de fase legaliseren/ vergunning afgeven) I - vooraankondiging dit is een feitelijke handeling (zorgvuldigheidstoets) dus bezwaar en beroep is niet mogelijk! Wel is de mening herkenbaar (=horen/ zienswijze) (vooraankondiging is een beschikking) II definitief waarschuwen/ aanzegging 4:7- 4:8 een nadeel is de lange begunstigingstermijn (lijkt op gedogen) Alles uit algemeen belang derdenwerking publiekrecht (privaarecht heeft geen derdenbelang!!) (waarschuwen is bezwaar met begunstigingstermijn om bezwaarschrift in te dienen + Verzoek tot Voorlopige Voorziening 8:81)
Vooraankondiging * 6 weken binnen 6 weken bezwaar maken bij bestuursorgaan 2 weken VoVo

Best dwang/ last onder dwangsom Bij falen --> onrechtmatige daad

Sheet 4/5 rechtsbescherming p362 Het bestuur kijkt 2 x mee maar dit hoeft niet hetzelfde bestuur te zijn (is geen rechtsregel) Hoe? TENTAMEN?? Via bezwaar of administratief beroep Art 1.5 beroep bij een rechter p362 Administratief beroep bij een ander bestuursorgaan dan waar bezwaar is ingediend Lid 1 een bestuursorgaan (bijv college) Lid 2 bij een ander dan in lid 1 genoemd orgaan (dus Raad) (om naar de rechter te gaan eerst bezwaar of administratief beroep Let wel, bezwaar volgt administratief beroep wil niet zeggen dat als beroep is uitgesproken dat dan bezwaar gemaakt kan worden. Er wordt bedoeld dat daar waar geen beroep ingediend kan worden ook geen bezwaar gemaakt kan worden Twee vormen van rechtsbescherming (wanneer een burger het niet eens is met de inhoud van een beschikking: - Het administratief beroep binnen deze categorie kan met tegen een beschikking opkomen binnen het bestuursapparaat zelf. Bijvoorbeeld middels een bezwaarschrift. - De administratieve rechtspraak binnen deze categorie kan met zich tot een onafhankelijk p364 rechtscollege wenden.

38

Primair besluit/ Beslissing in Primo

(B.i.P)

Bezwaar Beroepschriftencommissie (= facultatief dwz is niet verplicht) (niet bij commissie wel rechter)

Bezwaarschrift (alles tot op dit moment)* 6 weken --> = VoVo Beslissing op bezwaar (B.o.P)

6 weken/ 10 weken + 4 weken mogelijk Rechter 6 weken --> = VoVo Beroepschrift

* Bezwaar = nu --> ex nunc Bezwaar = toen --> ex tunc (= geen doelmatigheid, wel rechtmatigheid) B.o.P = doematigheid + rechtmatigheid

Bij afwijzing/ mislukken nieuw besluit indienen Procespartij is een gemeente bij privaatrecht Procespartij is een orgaan bij publiekrecht Art 171 van bestuursrecht!! Schijnt belangrijk te zijn!!!! 2:1 t/m 2:5 BW 2:1 BW publiekrechtelijk zijn 2:5 rechtspersoon is drager van rechten en plichten Sheet 6 Administratief beroep P364 Administratief beroep Houdt in dat een burger tegen een hem niet welgevallige beschikking beroep kan aantekenen bij een ander, vaak hoger bestuursorgaan. Waar de burger in beroep kan gaan moet blijken uit de wet (in materile zin) op grond waarvan de beschikking genomen is. Op gemeente niveau: de verordening. Soms B en W -> gemeenteraad, soms B en W -> GS. Rechtmatigheid wet en abbbb Doelmatigheid beleidsmatig, financieel en economisch Rechtmatigheidtoetsing: hieronder valt de controle of de beschikking wel conform de wettelijke bepalingen is verstrekt en of de algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet zijn geschonden. in dit kader wordt beoordeeld of de verstrekte beschikking beleidsmatig, economisch en financieel correct is geweest. wanneer zowel een rechtmatigheidstoets als een doelmatigheidstoets uitgevoerd kan worden: bijvoorbeeld bij administratief beroep.

Doelmatigheidstoetsing: Vol beroep:

39

Onderverdeling toetsing: Aard van de toetsing Rechtmatigheidstoetsing Juridische toets: - conform de wet? - conform abbbs? Vol beroep Sheet 7 Administratieve rechtspraak p364 Administratieve rechtspraak is een rechtsgang waarbij tegen een gegeven beschikking kan worden opgekomen bij een onafhankelijke rechter. Binnen administratieve rechtspraak kan alleen worden overgegaan tot een rechtmatigheidstoets. Marginale toets de administratieve rechter stelt zich de vraag: kon het overheidsorgaan in redelijkheid tot zijn besluit komen? De rechter mag geen nieuwe beschikking afgeven, hij mag uitsluitend het betreffende bestuursorgaan opdragen een beschikking af te geven overeenkomstig de inhoud van de uitspraak van de rechter. Verschillen administratief beroep en administratieve rechtspraak sheet 6 resp sheet 7 Administratief beroep Beroep binnen het bestuur zelf Vol beroep: zowel een doelmatigheids- als een rechtmatigheidstoets. Beroepsorgaan kan zelfstandig een nieuwe besschikking geven in plaats van vernietigde beschikking Administratieve rechtspraak Beroep bij een onafhankelijke rechter De rechter mag alleen een rechtmatigheidstoets verrichten. De rechter kan het betreffende bestuursorgaan alleen maar opdragen opnieuw te beschikken, maar nu conform zijn uitspraak. Doelmatigheidstoetsing Beleidsmatige,economische en financile toets: - inhoudelijk correct?

H6 AwB Bezwaar en beroep ook bij beroep voor de rechter H6 en H7 Bezwaar H6 en H8 administratieve rechtspraak Bezwaarschrift en administratief beroep: zie Awb hoofdstuk 6 en 7. Algemene bepalingen: binnen 6 weken na datum bekendmaking besluit in bezwaar of beroep. Bezwaar kan ook wanneer besluit te lang op zich laat wachten. Het bezwaar of beroep kan altijd worden ingetrokken. Bijzondere bepalingen: bestuursorgaan kan bij een bezwaarschrift niet eerder beslissen dan na dat belanghebbende de kans heeft gekregen te worden gehoord = hoorplicht. Het bestuursorgaan moet binnen 6 weken na het bezwaarschrift beslissen. Wanneer een commissie van advies wordt ingesteld bedraagt de beslissingstermijn 10 weken. Tot 10 dagen voor het horen kunnen belanghebbenden nadere stukken indienen. Zij hebben tevens recht op inzage in alle stukken. Bijzondere bepalingen over administratief beroep: in een beroep staan andere partijen tegen over elkaar. Namelijk de indiener van het beroepschrift en het bestuursorgaan dat de beschikking heeft afgegeven. Gelet op het karakter van een beslissing in administratief beroep is in de Awb bepaald dat als het beroep ontvankelijk en gegrond is, het

40

beroepsorgaan het bestreden besluit vernietigt en in plaats daarvan een nieuw besluit neemt. Administratieve rechtspraak krachtens de Awb Rechtbank: sector bestuur (bestuurskamer); sector civiel recht (de civiele kamer); - sector strafrecht (de strafkamer); - sector kanton; - sector fiscaal. Van de uitspraken van de bestuurskamer van de rechtbank is hoger beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak (van de Raad van State). 1 uitzondering: hoger beroep van geschillen op het terrein van het socialezekerheidsrecht en het ambtenarenrecht worden voorgelegd aan de Centrale Raad van Beroep. Voordat beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank, dient met bezwaar te maken tegen het betreffende besluit. Een bezwaarschrift is onder meer niet nodig, als de betreffende verordening of wet administratief beroep openstelt.
Besluit in Primo Beschikking op bezwaar Bezwaar/ Beroep (Beroep bij rechtbank, sector bestuur) (voor bedrijfsleven somsn College van Beroep) (afdeling Bestuursrechtspraak, RvS, Centrale R v Beroep of college van Beroep voor bedrijfsleven)

Hoger beroep

Rechtpsraak bestuursrecht Besluit bestuursorgaan

behalve bij mogelijkheid tot admin beroep

Bezwaarschrift

Rechtbank sector bestuur

Afdeling Bestuursrechtspraak

Centrale raad van beroep

Regel

Uitzondering (bij gescillen over sociale zekerheid en ambtenarenrecht)

Sheet 8 Algemene bepalingen Ad 8:2 geen beroep tegen avv (??) of beleidsregel Men kan een besluit uitlokken en dan in beroep tegen dit besluit wanneer men noemt dat hij/zij het niet eens is met het beleid. Ad 8:3 Besluit waartegen geen beroep mogelijk is ligt een verordening ten grondslag Ad 8:4 technische staat van voertuigen, cijferlijsten vanuit onderwijsorganisaties

41

Ad 8:5 alle besluiten waartegen je geen beroep kunt aantekenen p366 - milieuwetten - Natuurbeschermingswet - Dienstplichtwet - Wet op de Bejaardenoorden - Ziekenfondswet - Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten dit geldt tevens voor geschillen over bestemmingsplannen. De Afdeling Bestuursrechtspraak spreekt dan als eerste en enige instantie recht. P367 Sommige administratieve rechters zijn (nog) niet ondergebracht bij de administratieve kamers van de rechtbanken en vallen dus (nog) niet onder de reikwijdte van de Awb: Economischeordeningsrechter: spreekt recht inzake geschillen in de sfeer van onder meer de bedrijfsorganisatie. Bevoegd is dan in hoogste instantie het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB). Zie Wet administratieve rechtspraak bedrijfsorganisatie;

Belastingrechter: niet eens met beschikking -> beroep instellen bij de rechtbank ->
hoger beroep bij het gerechtshof. Zie Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.

Civiele rechter: soms in de hoedanigheid van bestuursrechter. Bijvoorbeeld: bij


onteigening wordt de hoogte van de schadevergoeding (bij conflict overheid en betrokkene) vastgesteld door de rechtbank.

Geschilbeslechtertjes: ontlenen hun bevoegdheid aan n bepaalde bestuurswet.


Bijvoorbeeld: universitaire Colleges van Beroep voor de examens, het College van Beroep voor de studiefinanciering, de Tariefcommissie en de Afdeling Beroep van de Octrooiraad. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit waartegen beroep bij een andere administratieve rechter kan of kon worden ingesteld. Sheet 9 Rol burgelijke rechter Ontvankelijk verklaring kan niet waneer er een andere rechter is. Sheet 10 Procesrecht H 4 wetboek 4:3a mag ook elektronisch Sheet 11 Procedureregels bezwaar/ beroep 6:9 eigen verordening met nadere regels voor eigen huishouding met inbegrip van 6:9 6:12 fictieve weigering niet beslissen is ook een besluit 6:22 schending vormvoorschriften kunnen gepasseerd worden onbevoegdheid repareren Sheet 12 Procedureregels bezwaar H7 Niet eerst de bezwaarfase maar een rechtstreeks beroep, mits voldaan aan 7.1,a 7:10 Beslistermijnen 6 weken is niet de bezwaarsachriftencommissie 10 weken is wel de bezwaarschriftencommissie

42

Sheet 13 Procedure bij de rechtbankt (p368) geen specifieke aantekeningen/ aanvulligen Beroep bij de rechtbank, sector bestuur: De Awb kent een groot aantal procesrechtelijke bepalingen met betrekking tot het beroep bij de rechtbank, sector bestuur. Zoals bijvoorbeeld: Unus-rechtspraak: de zaken worden door 1 rechter in behandeling genomen (de enkelvoudige kamer). Meervoudige kamer = 3 rechters. De behandeling van de zaak vindt plaats door indiening van het beroepschrift,het verweerschrift. De rechtbank kan daarna een mondelinge zitting gelasten. Tot dit moment kan de rechtbank het onderzoek sluiten (= vereenvoudigde behandeling), omdat zij van oordeel is dat : zij kennelijk onbevoegd is; het beroep kennelijk niet ontvankelijk is; het beroep ongegrond is of het beroep kennelijk gegrond is. Kort geding: de voorzieningenrechter van de rechtbank inzake een bestuursgeschil kan een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed dit vereist. Sheet 14 Onrechtmatige overheidsdaad p370 Ook de overheid kan onrechtmatige daden begaan op grond waarvan zij aansprakelijk kan worden gesteld voor de daardoor ontstane schade. Bijvoorbeeld wanneer een fietser ten val komt door een door gemeentewerkers niet goed afgeschermd gegraven gat. Omdat de overheid niet in eerste instantie is gericht op het behartigen van eigen belangen, maar op algemene belangen gelden op het terrein van de onrechtmatige overheidsdaad niet dezelfde regels als voor particulieren. Beleidsaspecten (de inhoudelijke kant van de zaak) worden (nagenoeg) niet in de beoordeling betrokken. De burgerlijke rechter zal bij zijn ordeel over de vraag of een overheidsorgaan een onrechtmatige daad heeft begaan rekening houden met de algemene beginselen van behoorlik bestuur.

43

8.10.2008 deel IX + X Privaatrecht cq Burgerlijk recht (=nevenschikkend) Hoofdstuk 2 verbintenissenrecht- de ovk Hoofdstuk 4 verbintenissenrecht de (on)rechtmatige daad Hoofdstuk 5 Goederenrecht Rosenthal H1 + H3 Openbaar bestuur enkel aantekeningen Let wel, het gros van de sheets zijn snel behandeld en doorlopen (uitgangspunt is dat enkel de belangrijkste onderdelen behandeld zijn) Hoofdstuk 2 Verbintenissenrecht de OVK
Sheet 2 Onderscheidingen binnen privaatrecht Verbintenissen (uit ovk) boek 3, 6, 7 BW Afspraken tussen partijen/ burgers onderling (het huren, het uitvoeren van arbed ed) Verbintenissen (uit wet) boek 3, 6 BW (on)rechtmatige daad Goederenrecht + vermogensrecht Hypotheeken, pandrecht, obligaties, kredieten Sheet 3 de Overeenkomst (H2.1 t/m 2.4) p52 Overeenkomst is een afspraak die verplichtend is en niet vrijblijvend (cq obligatoire ovk) / wederkerige rechten en plichten = verbintenissen!!!! Van verkoper koper (een goed) Van koper verkoper (geld) koper = deb. / verk = cred (schuldeiser) koper cred./ verk = deb (schuldenaar)

Koopovk = ook huur en lease maar geldt niet voor schenkingsovk (= eenzijdig) Sheet 4 Functies van het contract Geldt als bewijs verkrijgen van gunstigere positie (afwijken van regelend recht) duidelijkheid scheppen afdwingen middels boetebedingen (strekking tot wet = nakoming) realiseren van beleidsdoeleinden

Sheet 5 Ontstaan v/d overeenkomst p53 6:217 aanbod en aanvaarding Een overeenkomst is definitief, van een akte kan men nog afwijken 6:219 Ovk ontstaat bij uitnodiging tot aanbod, een aanbod kan men altijd intrekken (= herroepelijk) indien, deze al aanvaard is of voor deze aanvaarding een termijn gesteld (= onherroepelijk) (bij huizen geld het te koop zetten al tot een uitnodiging 3:33 de wil uiten en verklaren (elkaar wil overeenstemmen) anders - Wildefect (inbreuk doen op wilsverklaring) - Wilsgebrek (4 soorten waaronder dwaling sheet 7) Geen overeenkomst = de wil was niet overeenkomstig de verklaring

44

Sheet 6 Wilsdefect p55 Mogelijke tentamenvraag!!! Dubbele grondslag risico toedeling - ziet toe op wil (de willen moeten overeenkomen) zo niet = geen ovk - 3:35 vertrouwensleer (erop kunnen vertrouwen dat wil en verklaring met elkaar in overeenstemming waren) 3:34 geestelijke stoornis Stoornis belet redelijke waardering van belangen n De verklaring is onder invloed van de stoornis gedaan (en daardoor zeer nadelig voor de geestelijke gestoorde) Let wel, wederpartij wordt bij beroep op 3:34 beschermd door art 3:35 (gerechtvaardigd vertrouwen/ vertrouwen op wilsverklaring) Sheet 7 Wilsgebrek (geen ovk) p57 Een verklaring strookt wel met de wil maar deze is gebrekkig gevormd 4 wilsgebreken 1) 6:228 Dwaling (sheet 8) 2) 3:44 Bedrog (sheet 9) 3) 3:44 Bedreiging (sheet 9) 4) 3:44 Misbruik van omstandigheden (sheet 9) Sheet 8 Dwaling 6:228 p57 6:228 .. bij juiste voorstelling.. (zelfstandigheid, duidelijkheid en herkenbaarheid de wederpartij kent de wensen en mogelijkheden van de andere partij) dwaling is te wijten aan inlichting van de wederpartij (deze had dwalende moeten inlichten) niet onverschoonbaar geen vergissing of domme fout (cq oneigenlijke dwaling) Dwaling komt voor rekening van de dwalende gelet op aard van de overeenkomst (deze heeft hier vaak een verzekering voor afgesloten) Sheet 9 Bedrog, bedreiging en misbruik van omstandigheden geen ovk p59 Bedrog is gekwalificeerde dwaling (opzettelijk onjuiste mededelingen of deze juist achterwege gelaten waardoor de ander een rechtshandeling verricht) Bedreiging met pressiemiddelen Misbruik van omstandigheden lichtzinnigheid (3:44,4 BW) LET OP mogelijke TENTAMENVRAAG!!!!!!!! Wat wordt verstaan onder gekwalificeerde dwaling Bedrog! - bedrog is mt schadevergoeding - dwaling is zonder schadevergoeding 6:228 + 3:44 bij dwaling/ bedrog vernietigbaar (door de rechter, op verzoek) heeft terugwerkende kracht

45

Sheet 10 Inhoud van de overeenkomst Art 3:40 niet in strijd met de wet, goede zeden of openbare orde; geen ovk (in strijd met 3:40 ovk is nietig) 1- totstandkoming (Aanbod + Aanvaarding?) 2- Inhoud (3:40(,2)) nietig, heeft nimmer bestaan volgens het recht (bij vernietigbaarheid de ovk blijft gewoon bestaan, tenzij deze wordt vernietigd) 3- Uitvoering (nakoming) 3:40,2 denk aan het kopen van een bril na sluitingstijd (dit is niet van invloed op de winkelsluitingswet en vice versa) Sheet 11 Handelsonbekwaam: geen ovk p61 3:32 verwijst naar 1:234 De leeftijd is een rechtsfeit blijkend uit constatering (12 jarige die een dure ipod koopt) = blote rechtsfeit rechtshandeling meerzijdig/ eenzijdig feitelijke handeling 2 groepen handelingsonbekwaam - onder curatelegestelden - krankzinnigen - minderjarigen (zonder toestemming/ handlichting)

Sheet 12 Inhoud van de overeenkomst HAVILEX formule nvt?

46

Hoofdstuk 5 Goederenrecht
Index sheet 14/15 p157 Relatief recht een recht dat uitsluitend van toepassing is op en van belang is voor bepaalde personen die met elkaar in een rechtsrelatie staan Verbintenis - voorbeeld van relatief recht - koppelt twee partijen in juridisch opzicht met elkaar - vloeit voort uit een overeenkomst, (on)rechtmatige daad Absoluut recht niet alleen ten opzichte van een bepaalde personen te handhaven, (sheet 24) maar in beginsel tegen iedereen (tegenover iedereen te handhaven) P157/173/190 - denk recht van eigendom/ erfdienstbaarheid/ erfpacht/ opstal enz P160/161/174 - H 5 Goederenrecht (zaken en vermogensrechten) p158 - zaken sheet 17 - vermogen(srechten) sheet 18 - eigendom, bezit, houderschap sheet 19-21 - natrekking sheet 22 - bezitsverschaffing en overdracht - derdenbescherming - zakelijke rechten - kwalitatieve verbintenissen en kettingbedingen - verjaring - H 4 Verbintenis uit ovk/ verbintenis uit wet - onrechtmatige daad 6:162-197 BW - zaakwaarneming 6:198-202 BW - onverschuldigde betaling 6:2-3-211 BW - ongerechtvaardigde verrijking 6:212 BW - verzekering + overheidsaansprakelijkheid - burenrecht, zakelijke rechten, burgerlijk procesrecht - Onbeoogd rechtsgevolg onrechtmatige daad - Onverschuldigde betaling is geen recht hebben op = dus terugbetalen Onderscheid recht Blz 158 - Verbintenissenrecht relatie tussen partijen - Goederenrecht relatie tussen partijen en goed (fiets) - Vermogensrecht vordering Sheet 16 Goederenrecht vs Verbintenissenrecht p155/156 Verbintenissenrecht relatie tussen partijen Goederenrecht relatie tussen partij en goed (goed is art 3:1 BW zaken + verm rechten) Zaak (zaak is art 3.2 BW alle beheersbare stoffen roerend en onroerend)3:3 BW Goederenrecht Blz 156 Art. 3:1 en 3:2 BW Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten. Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Goederenrecht gaat over het lot van goederen, bijv. verkoop fiets: Heeft een relatie met de verkoper verkoop fiets Heeft een relatie met de koper ontvangt fiets

47

Sheet 17 Zaken p158 - Roerend voor de menselijk beheersing vatbare stoffelijke objecten - Onroerend grond, nog niet gewonnen delfstoffen, met de grond verenigde beplantingen, gebouwen/ werken die rechtstreeks/indirect met de grond verenigd zijn (alles wat niet roerend is) - Registergoederen goederen die naar hun aard ingeschreven worden in de daarvoor bestemde registers Sheet 18 vermogensrechten p159 - op geld waardeerbare rechten (en plichten) - een niet-stoffelijk object dat geldswaarde heeft - niet eigenaar van een vermogensrecht maar rechthebbende - voorbeeld van een vermogensrecht is een vorderingsrecht (Een recht dat een financile waarde in zich draagt)
eigendom erfdienstbaarheid enkel op een zaak erfpacht opstal appartement

Absolute rechten

zowel zaak als vermogensrecht

vruchtgebruik pand hypotheek

auteursrecht op een geestesproduct octrooirecht merkenrecht recht op handelsnaam

Sheet 19-20-21 Eigendom, bezit en houderschap p179 Eigendom(srecht) is objectief en absoluut = tegen iedereen te handhaving kan relatief zijn koopovk, enkel tussen contractspartijen 5:1 BW meest omvattend recht 5:3 BW eigenaar van de zaak is eigenaar van alle bestanddelen 5:14 BW eigendom van roerende zaak die bestanddeel wordt van een andere roerende zaak die hoofdzaak is (gaat over naar eigenaar van de hoofdzaak) bevestigen aan. 5:16 BW komt uit n of meer roerende zaken een nieuwe zaak (eigendom van eigenaar v/d hoofdzaak) 5:20 BW natrekking onroerende zaak gebouwen en werken duurzaam met de grond verenigd

48

rechten van andere respecteren (huur, pacht) (koopt breekt geen huur) Eigendom Blz 157 Eigendomsrecht is een absoluut recht, dwz tegenover iedereen te handhaven. Eigendomsrecht (onteigening) opgenomen in art. 14 van de Grondwet. Bezit Houderschap houden voor zichzelf (kan ook onwettig zijn dief) houden voor een ander

Sheet 22 Natrekking p158/169 - 5:3 BW eigenaar van de zaak is eigenaar van al haar bestanddelen - 5:14 BW eigendom van een roerende zaak dat bestanddeel wordt van de hoofdzaak gaat over op de eigenaar van de hoofdzaak - 5: 21 BW eigendom van een zaak gevestigd op een onroerende zaak van een ander, wordt eigenaar van die ander Bijv, u bouwt een motorboot levering motor op 10-01 betaling op 01-03 leverancier wil eigenaar blijven tot betaald is volgens 5:3 bent u eigenaar ipv ik Natrekking Blz 158 Art. 5:3 BW Als grondbezitter ben je ook eigenaar van de huizen op het perceel. (eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestanddelen) Sheet 24 Absolute rechten p157/173/190 Absoluut recht niet alleen ten opzichte van een bepaalde personen te handhaven, (sheet 24) maar in beginsel tegen iedereen (tegenover iedereen te handhaven) - denk recht van eigendom/ erfdienstbaarheid/ erfpacht/ opstal enz tegen iedereen te handhaven zaaksgevolg blijft rusten in wiens handen zaak of goed zich bevindt publiciteitsvereiste inschrijven in openbare registers gesloten stelsel limitatief aantal 9 rechten genoemd in alle BWs oudere absolute rechten gaan voor jongere rechten (let wel, relatieve rechten zijn gelijkwaardig aan elkaar) - absolute rechten gaan voor relatieve rechten Sheet 25 Absolute rechten p157/173/190 - genotsrechten (op zaak) P162 - eigendom P166 - erfdienstbaarheid P166 - erfpacht p167 - opstal p168 - vruchtgebruik titel 1 t/m 5 titel 6 titel 7 (eigenaar van grond verhuurd dit aan anderen) titel 8 (naast eigenaar van grond, ook van gebouwen) titel 8

Bijv, gemeente is eigenaar van grond om naar bestemmingsplan een metro te bouwen gemeente neemt recht van erfpacht is dus eigenaar van grond en verhuurd dit doorbreken van natrekkingsregel naast recht op erfpacht ook recht van opstal !! - zekerheidsrecht P170 - hypotheek P169 - pand titel 9 titel 9

Sheet 26,27, 28, 29 NVT ( zekerheidrechten pand en hypotheek, erfpacht) p169/170

49

Recht van opstal Blz 167 Art. 5:101 (appartementsrecht) Eigenaar van het huis blijft ondanks grond in erfpacht bezitter van het vastgoed object. Door het vestigen van recht van opstal wordt natrekking teniet gedaan. Erfpacht Blz 166 Art. 5:85 BW Verhuur van grond, men blijft gewoon eigenaar. Als huur moet een bepaald bedrag worden betaald, de zogenaamde canon 5:85, lid 2. Pandrecht Blz 169 Vuistpand, de pandgever heeft het betreffende pand niet meer in zijn macht. Hij heeft dit feitelijk aan de schuldeiser overhandigd. Bezitloos pand, het pand blijft in de macht van de pandgever, maar er moet wel een authentieke (notarile) akte of een geregistreerde onderhandse akte worden gemaakt. Sheet 30 Erfdienstbaarheid Heersend erf Dienend erf er gebruik van maken + prijs die je ervoor betaalt Blz 202 Art. 5:70 BW

50

Hoofdstuk 4 Verbintenissenrecht (uit de wet) de (on)rechtmatige daad


Sheet 1 Verbintenissen uit de wet - Boek 6 BW P121 - onrechtmatige daad 6:162-197 BW P141 - zaakwaarneming 6:198-202 BW (rechtmatige daad) P141 - onverschuldigde betaling 6:203-211 BW (rechtmatige daad) P142 - ongerechtvaardigde verrijking 6:212 BW (rechtmatige daad) - verzekering + overheidsaansprakelijkheid - burenrecht, zakelijke rechten, burgerlijk procesrecht Let wel, de rechtsgevolgen bepalen partijen niet zelf ( bij verbintenis uit ovk) maar de wet Sheet 2 Rechtsgronden (bronnen) voor schadevergoeding p121 verbintenis uit ovk onrechtmatige daad rechtmatige daad onzuiver schadebesluit zuiver schadebesluit p121

Op grond van overeenkomst wanprestatie (toerekenbare tekortkoming) Op grond van de wet rechtmatige- en onrechtmatige daad Dus schadevergoeding op grond van schending van een gesloten ovk is nooit op onrechtmatige daad te baseren Sheet 3 Verbintenis uit ovk vs Verbintenis uit de wet Op grond van overeenkomst wanprestatie (toerekenbare tekortkoming) - bij toerekenbare tekortkoming (wanprestatie) vervangende en (evt) aanvullende schadevergoeding (6:76 BW) Op grond van de wet rechtmatige- en onrechtmatige daad - schadevergoeding bij verbintenis uit de wet (onrechtmatige daad) komt voort uit een feitelijke handeling met een onbeoogd rechtsgevolg. (geen afspraak om schade toe te brengen) (6:162 BW) LET OP MOGELIJKE TENTAMENVRAAG!!!! 6:162 Onrechtmatig (de wet + beginselen!!) in strijd met de wet, goede orde, goede zeden Onwetmatig voorheen Sheet 4 onrechtmatige daad 6:162 BW p121 (4) 5 elementen: Onrechtmatig handelen onrechtmatigheid (er moet sprake zijn van een daad die onrechtmatig is) Toerekenbaarheid de onrechtmatigheid moet de dader worden toegerekend 1) Onrechtmatige daad 2) toerekenbaarheid - schuldaansprakelijkheid - risicoaansprakelijkheid 3) schade 4) causaal verband 5) relativeringsbeginsel

51

Ad 1) Onrechtmatige daad p121 - bewijzen dat benadeelde schade heeft geleden - in strijd met daders rechtplicht/ andermans recht, openbare orde, goede zeden, hetgeen betamelijk is in het maatschappelijk verkeer Schade: p127 - 6:101 de hoogte van de schade voor rekening van de benadeelde wegens eigen schuld of voordeeltoerekening - 3:310 verjaringstermijn van 5 jaar. De termijn gaat in op de dag volgend op die waarop benadeelde met de schade alsmede met de aansprakelijke persoon bekend is geworden (verjaring in ieder geval na verloop van 20 jaar) Schadevergoeding Schadevergoeding uit een onrechtmatige daad is obv onzorgvuldig handelen. Ander nadeel (immaterile schade) Art 6:106 BW Er geldt een verjaringstermijn van 5 jaar voor het vergoeden van schade, Art. 3:310 AWB Indien een bestuursbesluit wordt vernietigd zal de gemeente obv risicoaansprakelijkheid de kosten moeten vergoeden. Bij een verbintenis uit de wet kan er sprake zijn van een onrechtmatige daad. Bijvoorbeeld schade door aanrijding, hierbij leidt een feitelijke handeling tot onrechtmatigheid. LET OP TENTAMENVRAAG!!!! Wanneer recht op schadevergoeding obv onrechtmatige daad
Het gaat om cumulatieve vereisten als niet aan n van de vier voorwaarden is voldaan, zal de vordering tot schadevergoeding stranden.

De elementen van de onrechtmatige daad aan alle eisen moet zijn voldaan: p120/121 - Daad moet onrechtmatig zijn (onrechtmatig handelen) Onder recht worden hier meer verstaan dan allen de wet, ook richtlijnen (bijv de ABvBB) - Onrechtmatigheid kan worden toegerekend aan de dader Art 6:162, lid 3 Schuldaansprakelijkheid, een persoon kan op dit punt een verwijt worden gemaakt, werknemer. Risicoaansprakelijkheid, werkgever. - Er moet schade zijn geleden BW6, afdeling 10, vanaf art 95 (schadevergoeding) - Causaal verband - onrechtmatige daad schade? - causaal verband de schade moet in redelijkheid toe te rekenen zijn aan de oorzaak = rechtmatige gedraging - (bij schending van verkeers- en veiligheidsnormen omkering bewijslast, de schadeveroorzaker moet dan bewijzen dat de schade ook zonder de onrechtmatige gedraging zou zijn ontstaan

52

Inbreuk op een recht Onrechtmatigheid van de daad Strijd met wettelijke plicht strijd met ongeschreven recht: zorgvuldigheidsnorm

Schadevergoeding ogv onrechtmatige daad

schuldaansprakelijheid Toerekening risicoaansprakelijkheid

vermogensschade Schade ander nadeel (imm) Causaal verband

Onrechtmatige daad en bestuurshandelingen - OD bij feitelijke handelingen - geen OD bij privaatrechtelijke handelingen - handhaving bestuursbesluiten via OD? neen in strijd met 6:163 ja jurisprudentie (?) Staat- Kabayel Ad 2) Toerekenbaarheid p125 - 6:162 BW schuldaansprakelijkheid disculpatie mogelijkl - 6: 169-193 risicoaansprakelijkheid schuld is dan al gegeven, disculpatie niet mogelijk Risicoaansprakelijk (obv de Wet) - 6:173 + 6:174 bezitter roerende zaken en opstal - 6:174,2 onderhoudsplichtige weg - werkgevers, mits OD van werknemers vergrote kans/ zeggenschap - 6:185 producent bij een gebrekkig product - 6:169 ouders/ voogd voor kinderen (< 13 jaar) P137 14 en 15 jaar disculpatie mogelijk > 16 jaar zelf aansprakelijk Aansprakelijkheid (p137) Art. 6:164 BW geen onrechtmatige daad tot 14 jaar (blz 137) Art. 6:165 BW wel onrechtmatige daad personen met gebrek >14 jaar onder invloed van geestelijke of lichamelijke tekortkoming toch onrechtmatige daad (<1992 was dit anders schulduitsluitingsgrond) Art. 6:166 BW groepsverband schade aangebracht door groep allen hoofdelijk aansprakelijk je was erbij, je bent erbij (onderling in gelijke delen bijdragen aan schadevergoeding) Art. 6:167 BW rectificatie Art. 6.168 onrechtmatige daad kan door rechter ivm zwaarwegende mts belangen moeten worden geduld

53

Andere vormen van risicoaansprakelijkheid p140 - Zaakwaarneming - Producent - Bezitter dier (hoeft niet de bezitter te zijn- vrouw laat tijdens vakantie hond vd buren uit) Daarnaast geen schadevergoeding indien het dier in de macht heeft (aangelijnd) Art. 6:179 BW Of noodweer, dief springt over hek en wordt aangevallen. Ad 3) schade p127 96,1 vermogensschade Geleden verlies alsmede gederfde winst 106,6- aanvullende schade/ ander nadeel Gederfde levensvreugde (verdriet, pijn, levensvreugde)
geleden verlies Schade gederfde winst ander nadeel Vermogensschade redelijke kosten gemaakt ter voorkoming of beperking van de schade

Imm schade/ aanvullende schade

Omvang van de schade p 133 Ad 4) Causaal verband p129 Indien er ook causaal verband is tussen de daad en de schade, dan is in beginsel duidelijk dat schadevergoeding moet worden betaald, maar nog niet hoeveel. - schade moet rechtstreeks gevolg zijn van onrechtmatigheid van de daad (causaal verband tussen schade en daad) Ad 5) Relativeringsbeginsel p131 denk aan het kappen van bomen in bos waar andere schade van oplopen (uitzicht) dit kan omzeild worden door onzorgvuldigheid LET OP MOGELIJKE TENTAMENTVRAAG!!! Art. 6:163 BW Geen relatie tussen oorzaak en gevolg Bijv. Bos wordt gekapt obv Boswet. Cafe leidt hierdoor omzetverlies omdat er minder klanten (wandelaars) naar het cafe komen. De Boswet ziet toe op behoudt van het bos en niet op de inkomstenderving van de cafehouder Sheet 13 Schadevergoeding bij rechtmatige daad LET OP MOGELIJKE TENTAMENVRAAG Schadevergoeding kan ook volgen uit een rechtmatige daad. Bijv. Aanleg riool, straat open, inkomsten verlies Hierbij zijn de gronden voor schadevergoeding het proportionaliteitsbeginsel (blz397) En het evenredigheidsbeginsel, De nadelige gevolgen die een besluit meebrengen voor n of meer belanghebbenden mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen

54

Rosenthal H1 + H3 Openbaar bestuur enkel aantekeningen


P23 We vatten het openbaar bestuur op als het geheel van organisaties en activiteiten die zijn gericht op de besturing van de maatschappij. Andere termen die min of meer hetzelfde aanduiden, zijn overheid en staat Het woord openbaar in de term openbaar bestuur heeft te maken met de reikwijdte van deze beslissingen. P46 van staat naar Governance LET OP MOGELIJKE TENTAMENVRAAG!!!! Governance overheid als netwerkpartij ipv bestuurscentrum (de staat omvat meerdere bestuurslagen, sectoren en organisaties die niet op voorhand n visie en n set van belangen en prioriteiten delen) Ook opereren ze (bovengenoemde onderdelen) op hun beurt weer in complexe netwerken waarin zij overleggen en onderhandelen met diverse andere organisaties (publ en part) en belangengroepen over de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Het vorm en richting geven aan dergelijke vormen van onderhandelend bestuur wordt ook wel governance od netwerkmanagement genoemd. (dit geld des te sterker voor sectoren waarin de overheid de beleidsuitvoering traditioneel heeft toevertrouwd aan het maatschappelijk middenveld, of waarin de wetgvr via verzelfstandiging en privatisering grote en krachtige spelers in de publieke dienstverlening in het leven heeft geroepen. + schema p 47 P113 Het ontwerpen van beleid (de analytische traditie toegepast) 1) analyse van de opdracht - wie is de opdrachtgever en wat wil hij bereiken - welke visie op het te voeren beleid ligt aan de opdracht ten grondslag 2) analyse van het beleidsprobleem - om welke kwestie gaat het precies en wat is daarover reeds bekend - voor wie is er sprake van een probleem 3) analyse van de oorzaken en gevolgen van het probleem - welke partijen, omstandigheden en ontwikkelingen bepalen de aard en omvang van het probleem 4) formuleringen en beleidsdoelstellingen en evaluatiecriteria - (als basis geldt stap 1 t/m 3) - welke doelstellingen kunnen worden geformuleerd voor het te ontwikkelen beleid Enz 5) bepaling van de middelen (instrumenten) - welk type sturingsinterventie is wenselijk, op welke onderdelen van het probleem kan worden gestuurd

6) Programmering van de beleidsuitvoering - welke (bestaande) organisaties dienen bij de uitvoering betrokken te zijn (bestuurlijke, organisatorische en budgettaire arrangementen 7) Afweging van kosten en baten

55

- hoe verhouden zich de alternatieve beleidsinstrumenten zich tot elkaar voor wat betreft de te verwachten effectiviteit 8) vervaardiging van het definitieve ontwerp - hoe kunnen de resultaten van het ontwerpproces op en zo overtuigende manier worden gepresenteerd

56

You might also like