You are on page 1of 304

...

Page 1 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
1 Algemeen

1. Algemeen
Suzuki Alto 16V 2000-2002

Figuur 1.1: Suzuki Alto (drie deurs)

Dit werk is in feite een beknopt werkplaatshandboek. De importeur Nimag BV is ons zeer
behulpzaam geweest om de benodigde gegevens te verkrijgen, hetgeen wij bijzonder op
prijs stellen.

In het hoofdstuk "Algemeen" vindt u een algemene inleiding, een overzicht van de autotypes
die per model beschreven worden, de lokatie van de identificatieplaatjes en een overzicht
van het dashboard en instrumentenpaneel.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
1 Algemeen
1.1 Inleiding

1.1 Inleiding
In 1981 stonden op de AutoRAI twee nieuwe auto's in een klasse waarin toen maar heel
weinig modellen geleverd werden. Het is de klasse van de mini-auto's die officieel aangeduid
wordt als A-segment. In Europa was de vraag naar deze auto's nog klein, de klasse had
eigenlijk net een beetje de markt veroverd. Modellen als de Fiat 127, Ford Fiesta en Renault
5 waren in de jaren zeventig nieuw en werden vaak als tweede auto aangeschaft. Peugeot en
VW waren met hun 104 en Polo lang niet zo populair als de huidige 206 en Polo. Suzuki had
alleen een kleine coup en een terreinwagen waar niet veel aan verdiend kon worden. De
... Page 2 of 304

Alto was de aanzet tot de groei van Suzuki, en werd mede door de aanwezigheid van vijf
deuren (de Panda heeft er maar drie), meteen een heel populair model. We zijn nu twee
modellen verder en de Alto heeft een heleboel meer concurrentie, waardoor zijn marktpositie
een stuk slechter is geworden. Hij heeft een grappig uiterlijk en een keus uit drie of vijf
deuren, terwijl hij afwijkt van het Japanse model. De Alto die hier wordt geleverd is een
Indiaas product van Maruti en heeft een gewijzigd front met honingraatstructuur en een
nieuwe n liter viercilinder motor.

In plaats van de 0,993 L-viercilinder met 8 kleppen in het vorige model, heeft de Alto nu een
viercilindermotor van 0,993 L met 16 kleppen. Dankzij deze ingreep is de motor schoon
genoeg voor de Euro-3 uitlaatgasnorm. De nieuwe krachtbron, die is afgeleid van de motor
uit het vorige model Alto, heeft een maximumvermogen van 58 pk en is daarmee 5 pk
sterker dan zijn voorganger. Het maximale koppel bedraagt 78 Nm bij 4500 1/min wat een
toename is van 5 Nm. Met een top van 150 km/h en een aanzienlijk levendiger acceleratie
komt de Alto nu altijd gemakkelijk mee in het verkeer.

Figuur 1.2: Suzuki Alto (vijf deurs)

De Suzuki is in alle uitvoeringen voorzien van een handgeschakelde vijfversnellingsbak (een


automatische transmissie is optioneel), heeft voorwielaandrijving en een onafhankelijke
voorwielophanging met MacPherson-veerpoten en stabilisatorstang. Achter is de
wielophanging semi-onafhankelijk (ITL, Isolated Trailing Link) en afgeveerd door
schroefveren.

De Suzuki Alto was in het jaar van introductie (2000) leverbaar in een GA-uitvoering als
basismodel en een Twist-uitvoering. In het laatste jaar (2002) is de Alto alleen geleverd als
GA met automatische transmissie. De Suzuki Alto is volgens de Consumentenbond nog
steeds de goedkoopste auto in gebruik.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
1 Algemeen
... Page 3 of 304

1.2 Dashboard en instrumentenpaneel

1.2 Dashboard en instrumentenpaneel

Figuur 1.3: Dashboard en instrumentenpaneel

1 Instrumentenpaneel
2 Contactslot
3 Lichtschakelaar, richtingaanwijzer en dimschakelaar
4 Voorruitenwisser en sproeierschakelaar
5 Schakelaar alarmknipperlichten
6 Overige schakelaars (indien daarmee uitgerust)
7 Bedieningspaneel verwarming
8 Sigarettenaansteker (indien daarmee uitgerust)
9 Asbak
10 Motorkapontgrendelingsknop
11 Middenventilatierooster
12 Zijventilatierooster
13 Zijvoorruitrooster
14 Handschoenenvak
15 Zekeringhouder[ix
... Page 4 of 304

Figuur 1.4: Instrumentenpaneel

1 Snelheidsmeter
2 Kilometerteller
3 Dagteller
4 Nulstelknop
5 Brandstofmeter
6 Koelvloeistoftemperatuurmeter
7 Waarschuwings- en indicatielampjes

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
1 Algemeen
1.3 Identificatieplaatjes

1.3 Identificatieplaatjes
Het chassisnummer is op het schutbord in de motorruimte ingeslagen. Het motornummer is
rechts van het uitlaatspruitstuk ingeslagen. Het versnellingsbaknummer bevindt zich aan de
bovenzijde van het versnellingsbakhuis.
... Page 5 of 304

Figuur 1.5: Plaats van het chassisnummer


... Page 6 of 304

Figuur 1.6: Plaats van het motornummer


... Page 7 of 304

Figuur 1.7: Plaats identificatienummer handgeschakelde transmissie


... Page 8 of 304

Figuur 1.8: Plaats identificatienummer automatische transmissie

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
1 Algemeen
1.4 Adressen

1.4 Adressen
Fabrikant: Suzuki Motor Corp., Takatsuka-cho, Hamamatsu City, 432-8611 Shizuoka
Prefecture, Japan
Internet: http://www.suzuki.co.jp en http://www.suzuki.nl
Importeur Nederland: Nimag b.v., Reedijk 9, 3274 KE Heinenoord, tel. 0186-607707, fax
0186-602016
Invoerder Belgi: Suzuki Belgium n.v., Satenrozen 8, B-2550 Kontich, tel. 0032-3-
4500411, fax 0032-3-4500440.
... Page 9 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor

2. Motor
In het hoofdstuk "Benzinemotoren" vindt u een inleiding waarin ondermeer de beschreven
motoren met motorcodes in tabelvorm staan, reparatie- en onderhoudsbeschrijvingen als
vervanging van de koppakking, distributieriem (of distributieketting) en stellen van de
kleppen, uit- en inbouwbeschrijving van de motor, revisiebeschrijving van de cilinderkop,
revisiebeschrijving van het motorblok en het smeersysteem. Bij alle beschrijvingen staan de
correcte aanhaalmomenten vermeld en indien nodig, het te gebruiken speciale gereedschap.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
2.1 Inleiding

2.1 Inleiding
De Suzuki Alto 16V is leverbaar met n type benzinemotor, die een inhoud van 993 CC
heeft. Het is een vloeistofgekoelde viercilinder-lijnmotor met vier kleppen per cilinder die
dwars voorin de auto is geplaatst. De kleppen bij de G10BB-motor worden bediend via
tuimelaars door n bovenliggende nokkenas die door een distributieriem wordt
aangedreven. De revisiematen van de motor staan vermeld in hoofdstuk 17.

Tabel 2.1: Technische gegevens van de motoren

Motorcode G10BB
Cilinderinhoud (L) 0,993
Boring (mm) 72,0
Slag (mm) 61,0
Maximumvermogen (kW 43 (58)
(pk))
bij (1/min) 6000
Maximumkoppel (Nm) 78
bij (1/min) 4500
Compressieverhouding 9,3:1
Compressie-einddruk (bar) 14
bij (1/min) 250
minimaal 11
verschil tussen de
cilinders onderling 1
Fiscaal vermogen (pk) 6
Emissie-code E3
... Page 10 of 304

Figuur 2.1: Motor G10BB

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
2.2 Klepspeling controleren en afstellen

2.2 Klepspeling controleren en afstellen


Technische gegevens (mm)

Speling inlaatkleppen (koud) 0,13-


0,17
Speling uitlaatkleppen (koud) 0,23-
0,27
Speling inlaatkleppen (warm) 0,17-
0,21
Speling uitlaatkleppen (warm) 0,27-
0,31
... Page 11 of 304

Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Kleppendeksel 11 (1,1)
Borgmoer voor afstellen klepspeling 12 (1,2)

Speciaal gereedschap van Suzuki


Stelgereedschap voor klepstoter 09917-18211

- Maak de massakabel van de accu los.


- Maak de ontluchtingsslang en de PCV-klep los van het kleppendeksel.
- Maak de bougiekabels los van de bougie.
- Verwijder het kleppendeksel samen met de pakking en de O-ringen.
- Verwijder de rubber plug aan de rechterzijde uit de wielbak zodat de krukas
rondgedraaid kan worden.
- Verwijder het luchtfilter zodat het merkteken (V) op de krukaspoelie zichtbaar is.
- Draai de krukaspoelie met een 17 mm-dopsleutel rechtsom tot het merkteken (V) (in
witte verf) op de poelie tegenover de (0) op het distributiedeksel staat (zie figuur 2.2).

Figuur 2.2: Het V-merkteken op de krukaspoelie

1 Krukaspoelie
2 V-merkteken

- Controleer of de tuimelaars van cilinder nr. 1 los zijn van de overeenkomstige nokken
van de nokkenas; zo ja, dan kan van de kleppen (1), (2), (5) en (7) de klepspeling
worden gecontroleerd en afgesteld (zie figuur 2.3).
... Page 12 of 304

Figuur 2.3: Positie van in- en uitlaatkleppen

- Controleer de klepspeling bij kleppen (1), (2), (5) en (7) met behulp van een voelermaat
tussen de nokkenas en het nok-aanligvlak van de tuimelaar.
- Als de tuimelaars van cilinder nr. 4 los zijn van de overeenkomstige nokken, controleer
dan de klepspeling van de kleppen (3), (4), (6) en (8) met behulp van een voelermaat
tussen de nokkenas en het nokaanligvlak van de tuimelaar.
- Ligt de klepspeling niet binnen het tolerantiebereik, draai dan de borgmoer los en stel de
speling met behulp van de stelschroef af, zie figuur 2.4.
... Page 13 of 304

Figuur 2.4: Klepspeling afstellen

1 Voelermaat
(A) Speciaal gereedschap 09917-18210
... Page 14 of 304

- Zet na het afstellen de borgmoer weer met het voorgeschreven aanhaalmoment vast,
terwijl de stelschroef wordt tegengehouden.
- Draai na het controleren en afstellen van de klepspeling bij kleppen (1), (2), (5) en (7)
(of (3), (4), (6) en (8)) de krukas precies n volle omwenteling (360) en controleer
vervolgens de klepspeling opnieuw bij kleppen (3), (4), (6) en (8) (of (1), (2), (5) en
(7)).
- Controleer opnieuw of de klepspeling binnen het tolerantiebereik ligt.
- Inbouwen van de diverse onderdelen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
Controleer de O-ringen en de pakking op veroudering en beschadigingen en vervang ze
indien nodig.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
2.3 Distributieriem vervangen

2.3 Distributieriem vervangen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Geleidepen distributieriem 11 (1,1)


Bout distributieriemspanrol 27 (2,7)
Bouten en moer distributiedeksel 11 (1,1)
Krukaspoeliebouten 16 (1,6)
Centrale krukasbout 130 (13,0)
Koelvloeistofpomppoelie 11 (1,1)

Uitbouwen

- Maak de massakabel van de accu los.


- Verwijder de aanzuigslang en het luchtfilter.
- Verwijder het onderdeksel van de motor aan de koppelingskant.
- Verwijder de rubber plug aan de rechterzijde uit de wielbak zodat de krukas
rondgedraaid kan worden.
- Verwijder de poelie van de koelvloeistofpomp met de aandrijfriem.
- Blokkeer de motor aan de koppelingskant, draai de bevestigingsbouten van de
krukaspoelie los en verwijder de krukaspoelie.
- Breng tijdelijk de centrale krukasbout weer aan zodat de motor rondgedraaid kan
worden.
- Verwijder het buitenste distributiedeksel.
- Verdraai de krukas zodanig dat de vier merktekens worden uitgelijnd zoals aangegeven
in figuur 2.5.
... Page 15 of 304

Figuur 2.5: Distributiemerktekens

1 V-merkteken op het kleppendeksel


2 Distributiemerkteken bij E op nokkenasriemwiel
3 Pijlmerkteken op oliepomphuis
4 Distributiemerkteken op krukasriemwiel
... Page 16 of 304

- Verwijder de spanrol, de spanrolplaat, de spanrolveer en de distributieriem (zie figuur


2.6).

Figuur 2.6: Distributieriem en bijbehorende onderdelen

1 Distributieriem
2 Spanrol
3 Spanrolplaat
4 Spanrolveer
5 Nokkenasriemwiel
6 Bout van spanrol
7 Riemwielbout
8 Afdichting
9 Pakking van binnenste distributiedeksel
10 Binnenste distributiedeksel
11 Pakking van buitenste distributiedeksel
12 Buitenste distributiedeksel
13 Geleidepen
14 Bevestigingsbout distributiedeksel
15 Bevestigingsmoer distributiedeksel

- Controleer de distributieriem op slijtage en breuk en vervang de riem indien nodig. Let


op! Kan de riem opnieuw worden gebruikt, breng dan met krijt een pijl voor de
draairichting aan. Knik de riem niet.
- Controleer de spanrol op soepel draaien.

Inbouwen

- Breng de spanrolplaat op de spanrol aan en let er daarbij op dat het lipje van de plaat in
het gat van de spanrol valt.
- Breng de spanrol met de spanrolplaat aan. Draai de bevestigingsbout slechts handvast
... Page 17 of 304

aan.
- Controleer of de spanrol synchroon meedraait wanneer de spanrolplaat linksom wordt
gedraaid. Is dat niet het geval, verwijder dan de spanrol en de spanrolplaat en breng de
plaat opnieuw met het lipje op de spanrol aan.
- Controleer of het distributiemerkteken op het nokkenasriemwiel tegenover het V-
merkteken op het kleppendeksel staat (zie figuur 2.5). Is dat niet het geval, plaats dan
de beide merktekens tegenover elkaar door de nokkenas iets te verdraaien.
- Controleer of het ingeslagen merkteken op het krukasriemwiel tegenover het
pijlmerkteken op het oliepomphuis staat (zie figuur 2.5). Is dat niet het geval, plaats de
beide merktekens dan tegenover elkaar door de krukas iets te verdraaien.
- Breng de distributieriem aan. Het pijlmerkteken op de riem moet daarbij in de
draairichting van de krukas wijzen. Druk de spanrolplaat omhoog en leg de riem zodanig
op de riemwielen dat er geen lus in de aandrijfzijde van de riem ontstaat.
- Breng de spanrolveer aan en draai de geleidepen handvast aan.
- Om een eventuele lus in de distributieriem strak te trekken, moet de krukas bij
gemonteerde distributieriem twee volledige omwentelingen worden rondgedraaid. Draai
indien de riem strak zit eerst de geleidepen van de spanrolplaat met het voorgeschreven
aanhaalmoment aan en vervolgens de spanrolbout.
- Controleer nogmaals of de distributiemerktekens correct tegenover elkaar staan.
- Controleer of de pakking tussen de koelvloeistofpomp en het oliepomphuis is
aangebracht en breng het buitenste distributiedeksel aan.
- Monteer de krukaspoelie. Pas het gat in de poelie over de pen van het krukasriemwiel en
draai de bouten van de poelie met het voorgeschreven aanhaalmoment aan.
- Breng de koelvloeistofpomppoelie en de aandrijfriem aan.
- Stel de spanning van de aandrijfriem van de koelvloeistofpomp af volgens de methode
beschreven in hoofdstuk 3 (koelsysteem).
- Monteer de aanzuigslang en het luchtfilter.
- Sluit de massakabel op de accu aan.
- De rest van het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van het uitbouwen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
2.4 Cilinderkoppakking vervangen

2.4 Cilinderkoppakking vervangen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Venturiplug (oliesproeier) in cilinderkop 3,5 (0,35)


Cilinderkopbouten:
fase 1 32 (3,2)
fase 2 52 (5,2)
fase 3 alle bouten losdraaien
fase 4 32 (3,2)
fase 5 64 (6,4)

Uitbouwen

- Ontlast de brandstofdruk volgens de methode beschreven in hoofdstuk 4.


- Maak de massakabel van de accu los.
- Tap de koelvloeistof af volgens de methode beschreven in hoofdstuk 3.
- Verwijder het luchtfilter.
- Verwijder de achterste verstevigingsplaat van het inlaatspruitstuk, en de versteviging
van de dynamostelarm van het inlaatspruitstuk.
- Bouw het voorste gedeelte van het uitlaatsysteem uit.
... Page 18 of 304

- Maak de elektrische stekerverbindingen van de diverse sensoren en aangestuurde


componenten los.
- Maak de aanzuigslang van het EVAP-koolstoffilter los van de aanzuigklep en maak de
rembekrachtigerslang los van het inlaatspruitstuk.
- Maak de koelvloeistofslang los van het thermostaathuis.
- Maak de inlaatslang van de verwarming los van de leiding en maak de uitlaatslang van
het gasklephuis los van het gasklephuis.
- Maak de gaskabel los van het gasklephuis en van de klemmen.
- Maak de brandstoftoevoerslang los van de brandstoftoevoerleiding.
- Maak de brandstofretourleiding los.
- Bouw het kleppendeksel uit en draai de klepstelschroeven volledig los.
- Bouw de distributieriem uit zoals beschreven in paragraaf 2.3.
- Draai de cilinderkopbouten los in omgekeerde volgorde van figuur 2.7 en verwijder de
bouten.
- Controleer rondom de cilinderkop op eventuele onderdelen die nog verwijderd of
losgemaakt moeten worden en verwijder deze of maak deze los.
- Verwijder de cilinderkop samen met het thermostaathuis, het inlaatspruitstuk en het
uitlaatspruitstuk.
- Ga voor het demonteren, controleren en reviseren van de cilinderkop te werk volgens de
methode beschreven in paragraaf 2.6.

Inbouwen

- Verwijder eventuele olie op het pasvlak en breng de nieuwe cilinderkoppakking aan met
het merkteken 'TOP' naar boven gekeerd en aan krukaspoeliezijde.
- Controleer of de oliesproeier (venturiplug) in de cilinderkop gemonteerd en niet verstopt
is. Haal de plug met het voorgeschreven aanhaalmoment aan.
- Plaats de cilinderkop zorgvuldig op het cilinderblok.
- Smeer de cilinderkopbouten met schone motorolie, zet ze op hun plaats en haal ze in de
volgorde van figuur 2.7 in vijf fasen aan: eerst tot 32 Nm en vervolgens tot 52 Nm. Draai
alle bouten weer los in de omgekeerde aanhaalvolgorde. Zet de bouten in de juiste
volgorde weer vast met een aanhaalmoment van 32 Nm en tenslotte tot 64 Nm.

Figuur 2.7: Aanhaalvolgorde cilinderkopbouten. Losdraaien gebeurt in omgekeerde volgorde.


... Page 19 of 304

A Distributiekant
B Verdelerkant

- Inbouwen van de overige onderdelen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


- Stel de spanning van de aandrijfriem van de koelvloeistofpomp af volgens de methode
beschreven in hoofdstuk 3.
- Stel de klepspeling af volgens de methode beschreven in paragraaf 2.2.
- Controleer of alle verwijderde onderdelen zijn aangebracht.
- Vul het koelsysteem volgens de methode beschreven in hoofdstuk 3.
- Sluit de massakabel op de accu aan.
- Stel het ontstekingstijdstip af volgens de methode beschreven in hoofdstuk 5.
- Controleer of er geen brandstoflekkage, koelvloeistoflekkage of uitstoot van
uitlaatgassen is bij de diverse verbindingen en verhelp eventuele mankementen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
2.5 Tuimelaaras en nokkenas uit- en inbouwen

2.5 Tuimelaaras en nokkenas uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Nokkenaslagerkappen 11 (1,1)
Tuimelaaras 11 (1,1)
Nokkenasriemwiel 60 (6,0)
Verdelerhuis 11 (1,1)

Speciaal gereedschap van Suzuki


Blokkeergereedschap nokkenasriemwiel 09917-68221

Uitbouwen

- Maak de accukabels los en verwijder de accu en de accuhouder.


- Tap de koelvloeistof af uit het koelsysteem.
- Maak de inlaatslang van de radiateur los van het thermostaathuis.
- Verwijder de distributieriem volgens de methode beschreven in paragraaf 2.3.
- Blokkeer het nokkenasriemwiel met speciaal gereedschap 09917-68221, draai de
bevestigingsbout los en verwijder het riemwiel.
- Verwijder het kleppendeksel samen met de pakking en de O-ringen.
- Draai de borgmoeren van de klepstelschroeven los en draai de stelschroeven volledig
terug, zie figuur 2.8.
... Page 20 of 304

Figuur 2.8: Tuimelaars, tuimelaaras, nokkenas en kleppen in onderdelen

A Niet hergebruiken
B Aanhaalmoment
C Voor montage insmeren met motorolie
1 Nokkenas
2 Oliekeerring
3 Tuimelaaras
4 O-ring
5 Tuimelaarasbout
6 Tuimelaar (inlaat)
7 Tuimelaar nr. 1 (uitlaat)
8 Tuimelaar nr. 2 (uitlaat)
9 Klepstelschroef
10 Klepstelschroef
11 Clip
12 Borgmoer
13 Tuimelaarveer
... Page 21 of 304

- Verwijder het nokkenashuis, compleet met nokkenas en verdeler. Maak vooraf de steker
van de CMP-sensor (ingebouwd in de verdeler) los. Plaats een opvangbak onder het
verdelerhuis om de kleine hoeveelheid olie op te vangen die tijdens het verwijderen naar
buiten loopt. Zie figuur 2.9 voor de losdraaivolgorde van de nokkenaslagerkapbouten.
Draai deze gelijkmatig en in meerdere stappen los.

Figuur 2.9: Losdraaivolgorde nokkenaslagerkapbouten. Vastdraaien gebeurt in omgekeerde volgorde


(van 12 naar 1).

- Verwijder het achterste distributiedeksel.


- Verwijder de inlaattuimelaar samen met de clip van de tuimelaaras zonder de clip te
verbuigen.
- Verwijder de bevestigingsbouten van de tuimelaaras.
- Verwijder de uitlaattuimelaars en de tuimelaarveer door de tuimelaaras naar de
transmissiezijde te trekken en verwijder de O-ring van de tuimelaaras.

Onderdelen controleren

- Raadpleeg voor de revisiematen hoofdstuk 17.


- Controleer de stelschroeven en vervang deze indien de punt ernstig versleten is.
- Controleer de tuimelaars en vervang deze indien het nok-aanligvlak ernstig versleten is.
- Plaats de tuimelaaras op V-blokken en controleer de slingering met behulp van een
meetklok. Vernieuw de tuimelaaras indien de slingering de grenswaarde overschrijdt.
- Meet de buitendiameter van de tuimelaaras en de binnendiameter van de tuimelaars met
een micrometer en een boringmeter. Het verschil tussen beide meetwaarden is de
speling tussen tuimelaar en tuimelaaras. Vernieuw de tuimelaaras of de tuimelaars, of
beide, indien de grenswaarde voor de speling wordt overschreden.
- Meet de nokhoogten van de nokkenas met een micrometer. Vernieuw de nokkenas
indien de nokhoogte beneden de grenswaarde ligt.
- Plaats de nokkenas op V-blokken en controleer de slingering met behulp van een
meetklok. Vernieuw de nokkenas indien de slingering de grenswaarde overschrijdt.
- Controleer de nokkenastappen en de nokkenaslagerkappen op invreten, krassen, slijtage
en beschadiging. Vernieuw de nokkenas of de cilinderkop samen met de kappen indien
defecten worden vastgesteld. Vernieuw de cilinderkop nooit zonder de lagerkappen te
vervangen.
- Controleer als volgt de speling tussen de nokkenaslagertappen en de
nokkenaslagerkappen met behulp van Plastigage:
- Reinig de nokkenaslagerkappen en de nokkenaslagertappen.
- Breng de nokkenas in de cilinderkop aan.
- Plaats een stukje Plastigage over de volle breedte van de tappen (parallel aan de
nokkenas).
... Page 22 of 304

- Breng de nokkenaslagerkappen aan. Let op! De lagerkappen zijn van merktekens


voorzien die de inbouwpositie en -richting aangeven (zie figuur 2.10). Aangezien lagerkap
nr. 1 (eerste kap aan distributiezijde) de nokkenas in axiale richting in de juiste positie
houdt, moet eerst lagerkap nr. 1 zorgvuldig op tap nr. 1 van de nokkenas worden
aangebracht.
... Page 23 of 304
... Page 24 of 304

Figuur 2.10: Merktekens op nokkenaslagerkappen. Het cijfer duidt de positie van de lagerkap aan,
gezien vanaf distributiezijde. De pijl geeft de montagerichting aan en moet naar distributiezijde wijzen.

- Smeer de bouten van de nokkenaslagerkappen in met schone motorolie en breng de


bouten handvast op hun plaats aan.
- Haal de lagerkapbouten in omgekeerde volgorde van figuur 2.9 (dus van 12 naar 1) in
drie of vier fasen tot het voorgeschreven aanhaalmoment aan. Let op! Draai de
nokkenas niet rond terwijl de Plastigage is aangebracht.
- Verwijder de lagerkappen en meet met behulp van de Plastigage-verpakking de breedte
van het breedste punt. Overschrijdt de speling de slijtagegrens, meet dan de boring van
de nokkenastap (kap) en de buitendiameter van de nokkenastap. Vernieuw de nokkenas
of de cilinderkop, afhankelijk van welk onderdeel het meest van de specificatie afwijkt.

Inbouwen

- Smeer de tuimelaaras en de tuimelaars met schone motorolie.


- Monteer de tuimelaaras met de boutgaten naar boven, de tuimelaar (uitlaatzijde) en de
tuimelaarveer.
- Controleer de O-ring op beschadigingen en veroudering. Monteer de O-ring op de
tuimelaaras.
- Breng de tuimelaaras met de bouten aan en haal de bouten met het voorgeschreven
aanhaalmoment aan.
- Giet een kleine hoeveelheid schone motorolie in de draaipenhouder van de tuimelaaras
en breng de tuimelaar aan de inlaatzijde met clips op de tuimelaaras aan.
- Smeer de nokken en de lagertappen van de nokkenas met schone motorolie en plaats de
nokkenas in de cilinderkop.
- Smeer de glijvlakken van de nokkenaslagerkappen en de nokkenaslagertappen met
schone motorolie en breng op het pasvlak van lagerkap nr.1 (lagerkap aan
distributiezijde) en nr. 6 (laatste lagerkap aan vliegwielzijde) afdichtmiddel (type 99000-
31110) aan.
- Breng de nokkenaslagerkappen aan. Let op! De lagerkappen zijn van merktekens
voorzien die de inbouwpositie en -richting aangeven (zie figuur 2.10). Aangezien lagerkap
nr. 1 (eerste kap aan distributiezijde) de nokkenas in axiale richting in de juiste positie
houdt, moet eerst lagerkap nr. 1 zorgvuldig op tap nr. 1 van de nokkenas worden
aangebracht.
- Smeer de bouten van de nokkenaslagerkappen met schone motorolie en breng de
bouten handvast op hun plaats aan.
- Haal de lagerkapbouten aan in omgekeerde volgorde van figuur 2.9 (dus van 12 naar 1)
in drie of vier fasen tot het voorgeschreven aanhaalmoment.
- Smeer de oliekeerringlip met schone motorolie en pers de oliekeerring van de nokkenas
in het keerringhuis in de cilinderkop totdat het bovenvlak op het keerringhuis aansluit.
- Monteer het binnenste distributiedeksel.
- Breng het nokkenasriemwiel aan op de nokkenas met de paspen in de opening met
merkteken (E in figuur 2.11).
... Page 25 of 304

Figuur 2.11: Breng het nokkenasriemwiel op de aangegeven wijze aan

1 Nokkenasriemwiel
2 Paspen (in opening E)

- Haal de bevestigingsbout van het nokkenasriemwiel met het voorgeschreven


aanhaalmoment aan.
- Breng het kleppendeksel aan.
- Breng de spanrol, de distributieriem, het buitenste distributiedeksel, de krukaspoelie en
de aandrijfriem van de koelvloeistofpomp aan, zoals beschreven in de desbetreffende
paragrafen.
- Verwijder het kleppendeksel.
- Smeer afdichtmiddel (type 99000-31110) op deel 'A' (zie figuur 2.12), monteer het
verdelerhuis op de cilinderkop en trek de bevestigingsbouten (a) met het
voorgeschreven aanhaalmoment aan.
... Page 26 of 304

Figuur 2.12: Breng afdichtmiddel op deel 'A' aan


1 O-ring

- Stel de klepspeling af volgens de methode beschreven in paragraaf 2.2.


- Breng het kleppendeksel aan.
- Controleer het ontstekingstijdstip.
- De rest van het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
2.6 Cilinderkop reviseren

2.6 Cilinderkop reviseren


Speciaal gereedschap van Suzuki

Klepveertang 09916-
14150
Hulpstuk klepveertang 09916-
14910
Pincet 09916-
84511
Drevel voor uitbouwen klepgeleider 09916-
44910
Ruimer voor klepgeleiderboring in cilinderkop 11 mm 09916-
38210
Handgreep voor ruimer 09916-
34542
Inbouwgereedschap klepgeleider 09916-
56011
... Page 27 of 304

Stempel voor inbouwen klepgeleider 09916-


58210
Ruimer voor boring in klepgeleider (5,5 mm) 09916-
34550
Inbouwgereedschap voor klepsteelafdichtring 09917-
98221
Afdichtring-inbouwgereedschap 09916-
58210

Cilinderkop uit elkaar nemen

- Bouw de cilinderkop uit volgens de methode beschreven in paragraaf 2.4.


- Verwijder het thermostaathuis, het inlaatspruitstuk met het gasklephuis en het
uitlaatspruitstuk van de cilinderkop.
- Verwijder de nokkenas volgens de methode beschreven in paragraaf 2.5 en verwijder de
tuimelaaras en de veren door de as in de richting van de versnellingsbakzijde uit de
cilinderkop te trekken.
- Druk de klepveren samen met behulp van een klepveertang en verwijder de klepspien
met behulp van een pincet.
- Ontspan de klepveertang en verwijder de klepveerschotels en de klepveren.
- Verwijder de kleppen uit de verbrandingskamer.
- Maak de klepsteelafdichtringen los van de klepgeleiders. Let op! De
klepsteelafdichtringen mogen niet opnieuw worden gebruikt nadat zij zijn gedemonteerd.
- Drijf de klepgeleiders met behulp van een drevel vanaf de verbrandingskamerzijde uit de
cilinderkop. Let op! De klepgeleider mag niet opnieuw worden gebruikt nadat hij is
gedemonteerd.
- Leg de gedemonteerde onderdelen (behalve de klepsteelafdichtringen en de
klepgeleiders, die vernieuwd moeten worden) in volgorde opzij zodat ze weer op de
oorspronkelijke plaatsen gemonteerd kunnen worden.

Onderdelen controleren en bewerken

- Raadpleeg voor de revisiematen hoofdstuk 17.


- Meet de diameter van de klepstelen en de geleiders met behulp van een micrometer en
een boringmeter op meerdere plaatsen langs hun lengte om de speling tussen klepsteel
en klepgeleider te controleren. Vernieuw de kleppen en de klepgeleiders indien de
speling de grenswaarde overschrijdt.
- Verwijder alle koolresten van de kleppen.
- Controleer alle kleppen op slijtage, inbranding en vervorming bij de klepschotel en de
klepsteel en vernieuw kleppen indien nodig.
- Meet de dikte van de klepkop. Vernieuw de klep als de gemeten dikte de grenswaarde
overschrijdt.
- Controleer het klepsteeluiteinde op invreting en slijtage. Eventueel kan het
klepsteeluiteinde worden afgeslepen; echter niet zover dat de afschuining verdwijnt.
Vernieuw de klep indien de afschuining is afgesleten.
- Breng een gelijkmatige laag markeringspasta op de klepzittingen aan en maak een
contactpatroon op de kleppen door deze meerdere malen tegen de klepzitting te
drukken. Het patroon dat hierdoor op het klepzittingvlak ontstaat, moet een
ononderbroken ring zijn en de breedte van het patroon moet in het bereik van figuur 2.13
liggen.
... Page 28 of 304

Figuur 2.13: Klepafmetingen

1 Minimale klepkopdikte (0,8-1,2 mm)


2 Zittinghoek (45)
3 Breedte afdichtrand (1,1-1,3 mm)

- Hebben de klepzitting en de klep geen gelijkmatig contact of ligt de breedte van de


afdichtrand buiten het voorgeschreven bereik, bewerk dan de klepzitting door slijpen of
frezen en slijpen, en tenslotte inschuren van de klep op de klepzitting.
- Gebruik klepzittingfrezen voor het maken van twee klepzetelhoeken; eerst voor een
hoek van 15 en vervolgens voor een hoek van 45 waarmee de vereiste
klepzittingbreedte wordt verkregen (zie figuur 2.14).
... Page 29 of 304

Figuur 2.14: Voorgeschreven klepzittinghoeken

1 Klepzittingfrees
2 Klepzitting
... Page 30 of 304

- Schuur de klep op de klepzitting in. Gebruik hiervoor klepslijpgereedschap en slijp de


klep eerst met grove slijppasta op de afdichtrand van de zitting in en vervolgens met
een fijne slijppasta.
- Verwijder alle verbrandingsresten uit de verbrandingskamers zonder krassen of
beschadigingen in het metaal te veroorzaken.
- Controleer de cilinderkop op scheuren in de inlaat- en uitlaatpoorten, de
verbrandingskamers en het bovenvlak van de cilinderkop.
- Controleer het bovenvlak van de cilinderkop op zes plaatsen met een richtliniaal en een
voelermaat. Is de voorgeschreven waarde voor kromtrekking overschreden, corrigeer
dan het bovenvlak met een vlakplaat en watervast siliciumcarbide schuurpapier (P400).
Kan de kromtrekking niet op deze wijze binnen de grenswaarde worden teruggebracht,
vernieuw dan de cilinderkop.
- Controleer de aanligvlakken voor de spruitstukken met een richtliniaal en een
voelermaat om te bepalen of deze vlakken moeten worden gecorrigeerd of dat de
cilinderkop moet worden vernieuwd.
- Controleer of de klepveren in goede staat verkeren en niet verzwakt (of gebroken) zijn
door de vrije lengte en de voorspanning te meten.
- Controleer de haaksheid van de klepveren met behulp van een winkelhaak en een
voelermaat. Vernieuw de klepveren die de grenswaarde voor de afwijking van haaksheid
overschrijden.

Cilinderkop in elkaar zetten

- Ruim de klepgeleiderboringen in de cilinderkop met een 11 mm ruimer om bramen te


verwijderen en een perfecte rondheid te verkrijgen.
- Verwarm de cilinderkop gelijkmatig tot een temperatuur van 80-100 C en drijf de
nieuwe geleider in de cilinderkop tot het inbouwgereedschap de cilinderkop raakt, zie
figuur 2.15. Controleer na het inbouwen of de klepgeleider 11,5 mm uit de cilinderkop
steekt.

Figuur 2.15: Klepgeleiders aanbrengen

1 Uitsteekhoogte van klepgeleider (11,5 mm)


... Page 31 of 304

(C) Inbouwgereedschap 09916-56011


(D) Stempel 09916-58210

- Ruim de boring in de klepgeleider met een 5,5 mm ruimer en reinig de boring na het
ruimen.
- Breng de klepveerschotels in de cilinderkop aan.
- Smeer nieuwe klepsteelafdichtringen en de as van het afdichtring-inbouwgereedschap
met schone motorolie, plaats de afdichtring over de as van het gereedschap en breng de
afdichtring op de klepgeleider aan door met de hand op het gereedschap te drukken.
Controleer of de afdichtring correct tegen de klepgeleider is aangebracht, zie figuur 2.16.

Figuur 2.16: Klepsteelafdichtring (1) aanbrengen

(A) As van inbouwgereedschap 09917-98221


(B) Inbouwgereedschap 09916-58210

- Smeer de klepsteelafdichtring, de klepgeleiderboring en de klepsteel met schone


motorolie en breng de klep in de klepgeleider aan.
- Breng de klepveer en de klepveerhouder aan. Let op! Iedere klepveer heeft een
boveneind met grote spoed en een ondereind met kleine spoed (zie figuur 2.17). Breng
de veer aan met het ondereind (kleine spoed) naar de klepveerschotelzijde gekeerd.
... Page 32 of 304

Figuur 2.17: Montagerichting klepveren

1 Boveneind: grote spoed


2 Ondereind: kleine spoed
3 Klepveerhouderzijde
4 Klepveerschotelzijde

- Druk de klepveer met behulp van de klepveertang samen en pas de twee spien in de
groef in de klepsteel.
- Breng de tuimelaars, de vulringen, de tuimelaaras en de nokkenas aan volgens de
methode beschreven in paragraaf 2.5.
- Monteer het thermostaathuis, het inlaatspruitstuk en het uitlaatspruitstuk.
- Bouw de cilinderkop in volgens de methode beschreven in paragraaf 2.4.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
... Page 33 of 304

2.7 Zuigers en drijfstangen uit- en inbouwen

2.7 Zuigers en drijfstangen uit- en inbouwen


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Drijfstanglagerkappen 35 (3,5)

Speciaal gereedschap van Suzuki


Zuigerveerspanner 09916-77310

Uitbouwen

- Bouw de cilinderkop uit volgens de methode beschreven in paragraaf 2.4.


- Tap de motorolie af en verwijder het oliecarter en de oliepompzeef volgens de methode
beschreven in paragraaf 2.10.
- Noteer bij het demonteren het cilindernummer op alle zuigers, drijfstangen en
drijfstanglagerkappen met snel drogende verf.
- Verwijder de drijfstanglagerkappen.
- Breng stukjes plastic slang over de schroefdraad van de drijfstangbouten aan om
beschadiging van de lagertap en de schroefdraad bij het verwijderen van de drijfstang te
voorkomen.
- Verwijder eventuele koolresten uit de cilinderboring alvorens de zuiger uit de cilinder te
verwijderen.
- Druk de zuiger met zijn drijfstang via de bovenzijde van de cilinderboring naar buiten.

Onderdelen controleren
- Verwijder de beide compressieveren en de olieschraapveer (zie figuur 2.18) met behulp
van een zuigerveertang van de zuiger.
... Page 34 of 304

Figuur 2.18: Zuiger en drijfstang in onderdelen

A Aanhaalmoment
B Glijdende oppervlakken insmeren met schone motorolie
C Niet hergebruiken
1 Bovenste compressieveer
2 Onderste compressieveer
3 Olieschraapveer
4 Zuiger
5 Drijfstang
6 Drijfstanglagerkap
7 Drijfstanglagerschalen
8 Zuigerpen
9 Borgveer van zuigerpen
10 Bevestigingsmoer drijfstanglagerkap
... Page 35 of 304

- Maak de borgveer met behulp van een schroevendraaier los uit de zuiger en druk de
zuigerpen uit de zuiger en de drijfstang.
- Verwijder met een geschikt gereedschap alle koolresten van de zuigerbodem en de
veergroeven.
- Controleer de cilinderwand op krassen, oppervlakteruwheid en stootranden die op
overmatige slijtage duiden. Boor de cilinder op en gebruik een overmaatzuiger indien de
boring erg ruw of bekrast is of stootranden vertoont.
- Raadpleeg bij de volgende stappen hoofdstuk 17 voor de toegestane grenswaarden.
- Meet de cilinderboring in radiale en axiale richting op de twee plaatsen in figuur 2.19.
... Page 36 of 304
... Page 37 of 304

Figuur 2.19: Cilinderboring opmeten

- Boor de cilinder op indien de diameter van de cilinderboring de grenswaarde


overschrijdt, indien het verschil tussen de meetwaarden op de twee plaatsen de
grenswaarde voor coniciteit overschrijdt of indien het verschil tussen de radiale en de
axiale speling de grenswaarde voor onrondheid overschrijdt.
- Moet n van de vier cilinders worden opgeboord, boor dan alle vier de cilinders tot de
eerstvolgende overmaat op.
- Controleer de zuigers op defecten, barsten of andere beschadigingen. Vernieuw
beschadigde of defecte zuigers.
- Meet de zuigerdiameter haaks op de zuigerpen 23 mm vanaf de zuigerbodem en meet
de diameter van de zuigerboring in axiale richting op twee plaatsen. Het verschil tussen
beide waarden is de speling van de zuiger in de cilinder. Controleer of de berekende
speling binnen het tolerantiebereik ligt. Is dat niet het geval, boor dan de cilinder op of
gebruik een overmaatzuiger.
- Controleer of de veergroeven in de zuiger schoon, droog en vrij van koolresten zijn.
Plaats een nieuwe zuigerveer in de groef en meet de hoogtespeling van de zuigerveer
met behulp van een voelermaat (zie figuur 2.20). Vernieuw de zuiger als de speling niet
binnen het tolerantiebereik ligt.

Figuur 2.20: Hoogtespeling controleren met een nieuwe zuigerveer en een voelermaat

1 Zuigerveer
2 Voelermaat

- Controleer de zuigerpen, de drijfstangoogboring en de zuigerboring op slijtage en


beschadiging. Let met name op de conditie van de zuigerpenbus. Is een van deze
onderdelen versleten of beschadigd, vernieuw dan het desbetreffende onderdeel.
- Controleer de speling van de zuigerpen in de drijfstangoogboring. Vernieuw de drijfstang
als het drijfstangoog versleten of beschadigd is of als de gemeten speling de
grenswaarde overschrijdt.
- Verwijder eventuele koolresten en reinig de bovenzijde van de cilinderboring. Breng
vervolgens een zuigerveer in de cilinderboring en meet de slotspeling met behulp van
een voelermaat op twee plaatsen (zie figuur 2.21). Vernieuw de zuigerveer indien de
speling buiten het tolerantiebereik ligt.
... Page 38 of 304

Figuur 2.21: Slotspeling zuigerveer meten

a 120 mm
1 Zuigerveer
2 Voelermaat

- Controleer de drijfstangvoet op zijwaartse speling, met de drijfstang op de normale wijze


ingepast en verbonden met de kruktap (zie figuur 2.22). Vernieuw de drijfstang indien de
gemeten speling buiten het tolerantiebereik valt.
... Page 39 of 304

Figuur 2.22: Zijwaartse drijfstanglagerspeling meten op de kruktap

- Breng de drijfstang op een uitlijnapparaat aan en controleer deze op verbuiging en


verdraaiing. Vernieuw de drijfstang indien de grenswaarde wordt overschreden.
- Controleer de kruktap op ongelijkmatige slijtage en beschadiging. Controleer de kruktap
verder met behulp van een micrometer op onrondheid of tapsheid. Is de kruktap
beschadigd of overschrijden de onrondheid of de tapsheid de grenswaarden, vernieuw de
krukas of slijp de kruktap tot de eerstvolgende ondermaat en gebruik een
ondermaatlager.
- Controleer de lagerschalen op sporen van smelten, invreten of afbladderen en controleer
het contactpatroon. Vernieuw de lagerschalen indien deze defect zijn.
- Controleer de drijfstanglagerspeling als volgt met behulp van Plastigage:
- Reinig het lager en de kruktap, monteer het lager in de drijfstang en de lagerkap en
plaats een stukje Plastigage over de volle breedte van de kruktap, parallel aan de
krukas, maar niet over de olieboring.
- Breng de drijfstanglagerkap met het pijlmerkteken naar distributiezijde gekeerd op de
drijfstang aan. Smeer schone motorolie op de drijfstangbouten en haal de
lagerkapmoeren met het voorgeschreven aanhaalmoment aan. Draai de krukas niet rond
terwijl Plastigage is aangebracht.
- Verwijder de lagerkap en gebruik de schaalverdeling op de Plastigage-verpakking om de
breedte van het gebruikte Plastigage te meten op het breedste punt. Valt de speling niet
binnen het tolerantiebereik, gebruik dan een nieuwe standaardmaat lager en meet de
speling opnieuw.
- Er zijn twee verschillende drijfstanglagers beschikbaar; een standaardlager en een 0,25
mm ondermaatslager.

Inbouwen
- Om een juiste speling tussen zuiger en cilinder te garanderen zijn twee verschillende
standaardmaten zuigers leverbaar. Bij het inbouwen moet er dan ook op worden gelet
dat de ingestanste nummers op de zuigers (1 of 2) en op het cilinderblok (1 of 2) met
elkaar overeen komen (zie figuur 2.23). Het cijfer op de zuiger staat voor de
buitendiameter van de zuiger en de reeks van vier cijfers op het cilinderblok staat voor
de binnendiameter van elk van de vier cilinders. Raadpleeg hoofdstuk 17 voor de
specificaties.
... Page 40 of 304
... Page 41 of 304

Figuur 2.23: Merktekens op zuigers en cilinderblok

- Smeer motorolie op de zuigerpen en de zuigerpengaten in de zuiger en de drijfstang.


Pas de drijfstang op de zuiger en steek de zuigerpen in de zuiger en de drijfstang en
breng aan weerszijden de borgveren aan (met de uitsparing naar boven of naar beneden
wijzend), zie figuur 2.24.
... Page 42 of 304

Figuur 2.24: Montagerichting zuiger en drijfstang


... Page 43 of 304

1 Zuiger
2 Pijl (wijst naar distributiezijde)
3 Drijfstang
4 Olieboring (naar inlaatzijde gekeerd)

- Breng de zuigerveren op de zuiger aan. De compressieveren zijn van markeringen (RN


of R) voorzien, die naar de bovenzijde van de zuiger moeten wijzen. De onderste en
bovenste compressieveer verschillen van elkaar voor wat betreft dikte, vorm en kleur
van het oppervlak dat in contact is met de cilinderwand (zie figuur 2.25). Breng van de
olieschraapveer eerst de afstandsveer en vervolgens de twee schraapveren aan.

Figuur 2.25: Montagewijze zuigerveren

1 Bovenste compressieveer
2 Onderste compressieveer
3 Olieschraapveer

- Verdeel na het aanbrengen van de zuigerveren de veersloten zoals aangegeven in figuur


2.26.
... Page 44 of 304

Figuur 2.26: Verdeling zuigerveren

1 Pijlmerkteken
2 Veerslot van bovenste compressieveer
3 Veerslot van onderste compressieveer en van afstandsveer
4 Veerslot van bovenste olieschraapveer
5 Veerslot van onderste schraapveer
6 Inlaatzijde
7 Uitlaatzijde

- Smeer schone motorolie op de zuigers, zuigerveren, cilinderwanden, drijfstanglagers en


kruktappen, echter niet tussen de drijfstang en het lager en tussen de lagerkap en het
lager.
- Breng stukjes plastic slang over de drijfstangbouten aan ter bescherming van de kruktap
en de schroefdraad bij het inbouwen.
- Breng het geheel van zuiger en drijfstang met behulp van een zuigerveerspanner, met
... Page 45 of 304

het pijlmerkteken op de zuigerbodem naar krukaspoeliezijde gekeerd, in de


cilinderboring aan en breng vervolgens de drijfstang op zijn plaats op de krukas, door
met een hamersteel op de zuigerbodem te drukken.
- Breng de lagerkap aan, met het pijlmerkteken naar krukaspoeliezijde wijzend, aan en
haal de lagerkapmoeren met het voorgeschreven aanhaalmoment aan.
- Inbouwen gebeurt verder in omgekeerde volgorde van uitbouwen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
2.8 Motor uit- en inbouwen

2.8 Motor uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)
Motor uit/inbouwen zie figuur 2.27 voor de benodigde aanhaalmomenten

Het uitbouwen van de motor gaat het snelst als deze samen met de handgeschakelde
versnellingsbak of automatische transmissie wordt uitgebouwd. De motor wordt met de
transmissie naar onderen uit het motorcompartiment verwijderd.

- Haal de druk van het brandstofsysteem af, zie hoofdstuk 4.


- Neem de accukabels los van de accu.
- Verwijder de accu met de accuhouder.
- Verwijder, samen met een assistent, de motorkap nadat de slangen van de
ruitensproeiers zijn losgemaakt.
- Tap het koelsysteem af, zie hoofdstuk 3.
- Maak de koelvloeistofslangen van de radiateur en de motor los en verwijder deze.
- Uitvoeringen met automatische transmissie: Maak de slangen van de
transmissievloeistofkoeler los.
- Maak de steker los van de elektrische ventilateur.
- Verwijder de radiateur compleet met de ventilateur.
- Verwijder het luchtfilterhuis en de bijbehorende slangen en pijpen.
- Maak alle elektrische aansluitingen tussen motorblok en carrosserie los.
- Maak de massakabel van de versnellingsbak los en zet het bevestigingsoog opnieuw
vast.
- Maak de koppelingskabel en kilometertellerkabel los van de versnellingsbak.
- Uitvoeringen met automatische transmissie: Maak de bedieningskabels los van de
transmissie.
- Maak de gaskabel, de brandstofleiding en de brandstofretourleiding van het gasklephuis
los.
- Maak de onderdrukslangen van de rembekrachtiger en het brandstofdampafzuigsysteem
(EVAP) los.
- Maak de twee kachelslangen los.
- Tap de versnellingsbak- en de motorolie af.
- Krik de voorzijde van de auto op.
- Bouw het voorste gedeelte van het uitlaatsysteem uit.
- Bouw de stabilisatorstang uit.
- Neem de aandrijfaskoppelingen aan differentieelzijde los volgens de methode
beschreven in hoofdstuk 9. Bij het uitbouwen van de motor met transmissie hoeven de
aandrijfassen niet te worden losgemaakt van de fusees.
- Ondersteun de motor met transmissie.
- Maak de steunen en balken los die aangegeven staan in figuur 2.27.
... Page 46 of 304

Figuur 2.27: Motor en transmissie uitbouwen

MT Handgeschakelde transmissie
AT Automatische transmissie
1 Dwarsbalk
2 Motorbalk
3 Voorste motorophangrubber
4 Voorste motorophangsteun
5 Voorste motorophangsteun
6 Voorste motorophangsteun
7 Rechter motorophangrubber
8 Rechter motorophangsteun
9 Achterste motorophangrubber
10 Achterste motorophangsteun
11 Motorophangrubber
12 Motorophangsteun
13 Linker motorophangrubber
14 Linker motorophangsteun
15 Bevestigingsbout
16 Bevestigingsbout
17 Bevestigingsmoer
18 Bevestigingsbout
19 Bevestigingsbout
20 Bevestigingsmoer
21 Bevestigingsmoer
22 Motorophangrubber
23 Motorophangsteun
24 Bevestigingsmoer

- Controleer of alle onderdelen zijn losgenomen en laat de motor met transmissie als n
... Page 47 of 304

geheel uit de motorruimte zakken.


- Verwijder de versnellingsbak.

Inbouwen van de motor met de versnellingsbak gebeurt in omgekeerde volgorde.


Let hierbij op de volgende punten:

- Zie voor de aanhaalmomenten van de motorbevestigingsbouten en moeren figuur 2.7.


- Vul de motor met de juiste hoeveelheid motorolie van de juiste viscositeit en kwaliteit.
- Vul de versnellingsbak of automatische transmissie met de juiste hoeveelheid
versnellingsbakolie of transmissievloeistof van de juiste viscositeit en kwaliteit.
- Vul het koelsysteem.
- Controleer op lekkages bij draaiende motor.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
2.9 Hoofdlagers, krukas en cilinderblok uit elkaar nemen, controleren en in elkaar zetten

2.9 Hoofdlagers, krukas en cilinderblok uit elkaar nemen,


controleren en in elkaar zetten
Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Bouten hoofdlagerkappen 54 (5,4)


Bouten oliekeerringhouder 11 (1,1)
Vliegwielbouten 76 (7,6)

Speciaal gereedschap van Suzuki


Vliegwielblokkeergereedschap 09924-17810

Krukas uitbouwen
- Figuur 2.28 geeft een overzicht van de onderdelen van het cilinderblok.
... Page 48 of 304

Figuur 2.28: Cilinderblok in onderdelen

1 Cilinderblok
2 Voorste oliekeerring
3 Hoofdlagerschalen
4 Lagerkap
5 Lagerkapbout
6 Spie
7 Krukas
8 Axiaallager
9 Achterste oliekeerring
10 Pen
11 Pakking van oliekeerringhouder
12 Oliekeerringhouder
13 Bouten van oliekeerringhouder
14 Aandijfaslager
15 Vliegwiel
16 Vliegwielbouten
... Page 49 of 304

- Verwijder de motor uit de auto volgens de methode beschreven in paragraaf 2.8.


- Verwijder de drukgroep, de koppelingsplaat en het vliegwiel (aandrijfplaat bij auto's met
automatische transmissie).
- Verwijder de krukaspoelie, de distributieriem en het krukasriemwiel volgens de methode
beschreven in paragraaf 2.3.
- Verwijder de cilinderkop volgens de methode beschreven in paragraaf 2.4.
- Verwijder het oliecarter, de oliepompzeef en de oliepomp volgens de methode
beschreven in paragraaf 2.10.
- Verwijder de achterste oliekeerringhouder.
- Leg bij het uitbouwen van de hoofdlagers, de hoofdlagerkappen, de drijfstangen, de
drijfstanglagers, de drijfstanglagerkappen, de zuigers en de zuigerveren in sets opzij om
deze onderdelen bij het inbouwen weer op hun oorspronkelijke plaats te kunnen
aanbrengen.
- Verwijder de drijfstanglagerkappen.
- Draai de bouten van de hoofdlagerkappen in fasen los in de volgorde van figuur 2.29 en
verwijder vervolgens de lagerkappen.

Figuur 2.29: Losdraaivolgorde hoofdlagerkappen. Aanhalen gebeurt in omgekeerde volgorde (van 10


naar 1).

- Neem de krukas uit het cilinderblok.


- Raadpleeg bij het controleren van de onderdelen hoofdstuk 17 voor de revisiematen.

Krukas controleren

- Meet de slingering van de krukas met behulp van een meetklok aan de middelste
hoofdlagertap. Draai de krukas langzaam rond. Vernieuw de krukas als de slingering de
grenswaarde overschrijdt.
- Meet de axiale speling van de krukas bij gemonteerde krukas, axiaallagers en
lagerkappen. Wordt de grenswaarde overschreden, vervang dan de axiaallagers door
nieuwe standaard of overmaatlagers.
- Controleer de lagertappen op onrondheid en tapsheid met behulp van een micrometer.
Slijp de krukas of vernieuw deze indien een van de lagertappen beschadigd is of als
eventuele ongelijkmatige slijtage de grenswaarde overschrijdt.
... Page 50 of 304

Hoofdlagers controleren

- Controleer de hoofdlagers op invreting, krassen, slijtage en beschadiging. Vernieuw de


bovenste en onderste lagerschalen indien defecten worden vastgesteld. Vernieuw altijd
beide lagerschalen gelijktijdig.
- Controleer de hoofdlagerspeling met behulp van Plastigage en ga daarbij als volgt te
werk:
- Verwijder de lagerkappen en reinig de lagers en de hoofdlagertappen. Plaats een stukje
Plastigage over de volle breedte van het lager (parallel aan de krukas) op de lagertap,
maar niet over de olieboring.
- Breng de hoofdlagerkap aan met het pijlmerkteken naar distributiezijde gekeerd en in de
juiste nummervolgorde (1 is distributiezijde en 5 is vliegwielzijde). Haal de
lagerkapbouten met het voorgeschreven aanhaalmoment aan. Draai de krukas niet rond
terwijl Plastigage is aangebracht.
- Verwijder de lagerkap en gebruik de schaalverdeling op de Plastigage-verpakking om de
breedte van het gebruikte Plastigage op het breedste punt te meten. Valt de speling niet
binnen het tolerantiebereik, vernieuw dan het lager (bovenste en onderste lagerschaal
gelijktijdig).
- Kan de speling met een nieuwe standaardmaat lager niet tot binnen de grenswaarden
worden gebracht, slijp dan de hoofdlagertap om een 0,25 mm ondermaatlager te kunnen
gebruiken. Controleer na aanbrengen van het nieuwe lager de speling opnieuw.

Correcte maat hoofdlagers bepalen

Standaardlager

- Is het lager niet in orde of valt de lagerspeling buiten het tolerantiebereik, breng dan
een nieuw standaardlager aan. Ga hiervoor als volgt te werk:
- Controleer de diameter van de lagertappen aan de hand van de nummers die op de
krukwangen van cilinder nr. 2 en 3 zijn ingestanst (zie figuur 2.30). Deze nummers (1, 2
en 3) verwijzen naar de lagertapdiameters in tabel 2.2.
... Page 51 of 304

Figuur 2.30: Ingestanste nummers op krukwangen van cilinder nr. 2 en 3 (1)

Tabel 2.2: Lagertapdiameter behorend bij ingestanste nummers op krukwangen

Motortype Ingestanst nummer Lagertapdiameter


G10BB 1 44,994-45,000 mm
2 44,988-44,994 mm
3 44,982-44,988 mm

- Het eerste, tweede, derde, vierde en vijfde ingestanste nummer (van links naar rechts)
komt overeen met de lagertapdiameter bij lagerkap (1, 2, 3, 4 en 5). In figuur 2.30 geeft
bijvoorbeeld het eerste, meest linkse, nummer (3) aan, dat de lagertapdiameter bij
lagerkap (1) binnen 44,982-44,988 mm ligt. Het tweede nummer (1) geeft aan dat de
lagertapdiameter bij lagerkap (2) binnen 44,994-45,000 mm ligt.
- Controleer vervolgens de diameter van de lagerkapboring zonder lagerschaal aan de
hand van de vier letters die op het pasvlak van het cilinderblok zijn ingestanst (zie figuur
2.31). De drie gebruikte letters (A, B en C) zijn een indicatie voor de diameter van de
lagerkapboring (zie tabel 2.3).
... Page 52 of 304

Figuur 2.31: Ingestanste letters op pasvlak cilinderblok

Tabel 2.3: Diameter lagerkapboring behorend bij ingestanste letters op cilinderblok

Motortype Ingestanste letter Diameter lagerkapboring


G10BB A 49,000-49,006 mm
B 49,006-49,012 mm
C 49,012-49,018 mm

- De eerste, tweede, derde, vierde en vijfde ingestanste letter (van links naar rechts)
komt overeen met de diameter van de lagerkapboring bij lagerkap (1, 2, 3, 4 en 5). In
figuur 2.31 geeft bijvoorbeeld de eerste (meest linkse) letter (B) aan dat de diameter van
de lagerkapboring bij lagerkap (1) binnen 49,006-49,012 mm ligt. De vijfde (meest
rechtse) letter (A) geeft aan dat de diameter van de lagerkapboring bij lagerkap (5)
binnen 49,000-49,006 mm ligt.
- Standaardlagers zijn er in vijf verschillende diktes. De kleur van de verf op de zijkant is
een indicatie voor de dikte van het lager. De kleur komt overeen met de in tabel 2.4
aangegeven dikte in het midden van het lager.

Tabel 2.4: Verfkleur op zijkant van lager en bijbehorende lagerdikte

Verfkleur Lagerdikte
Groen 1,996-2,000
mm
Zwart 1,999-2,003
mm
Geen kleur (geen verf) 2,002-2,006
mm
Geel 2,005-2,009
mm
Blauw 2,008-2,012
mm

- Bepaal op basis van de nummers op de krukwangen van cilinder nr. 2 en nr. 3 en de


letters op het pasvlak van het cilinderblok het nieuwe standaardlager voor de lagertap,
... Page 53 of 304

overeenkomstig tabel 2.5. Als bijvoorbeeld het nummer op de krukwang (1) is en de


letter op het pasvlak is (B), dan moet een nieuw standaardlager met een zwart
verfmerkteken op de lagertap worden aangebracht.

Tabel 2.5: Maat van nieuw standaardlager bepalen

Letter op pasvlak Nummer op krukwang


1 2 3
A Groen Zwart Geen kleur
B Zwart Geen kleur Geel
C Geen kleur Geel Blauw

- Controleer met Plastigage de lagerspeling van het nieuwe standaardlager.


- Overschrijdt de speling nog steeds de grenswaarde, gebruik dan het eerstvolgende
dikkere lager en controleer de speling opnieuw.
- Is de krukas of het cilinderblok vernieuwd, dan moeten nieuwe standaardlagers worden
aangebracht overeenkomstig de nummers die op de nieuwe krukas zijn ingestanst of de
letters op het pasvlak van het nieuwe cilinderblok.

Ondermaatlager (0,25 mm)


- Er is een 0,25 mm-ondermaatlager leverbaar in vijf verschillende diktes. De kleur van de
verf op de zijkant is een indicatie voor de dikte van het lager. De kleur komt overeen
met de in tabel 2.6 aangegeven dikte in het midden van het lager.

Tabel 2.6: Verfkleur op zijkant van lager en bijbehorende lagerdikte

Verfkleur Lagerdikte
Groen en rood 2,121-2,125
mm
Zwart en rood 2,124-2,128
mm
Alleen rood 2,127-2,131
mm
Geel en rood 2,130-2,134
mm
Blauw en rood 2,133-2,137
mm

- Slijp indien nodig de hoofdlagertap en kies een ondermaatlager uit overeenkomstig de


volgende procedure:
- Slijp de lagertap tot een uiteindelijke diameter van 44,732-44,750 mm is verkregen.
- Controleer de lagertap op onrondheid door met behulp van een micrometer in twee
richtingen loodrecht ten opzichte van elkaar de diameter van de geslepen lagertap te
meten.
- Kies op basis van de gemeten lagertapdiameter en de letters op het pasvlak van het
cilinderblok een ondermaatlager uit tabel 2.7. Controleer de lagerspeling bij gebruik van
het uitgekozen ondermaatlager.

Tabel 2.7: Maat van nieuw ondermaatlager bepalen

Motortype Gemeten lagertapdiameter


(mm)
G10BB 44,744-44,750 44,738-44,744 44,732-44,738
Letter op pasvlak
A Groen en rood Zwart en rood Alleen rood
B Zwart en rood Alleen rood Geel en rood
C Alleen rood Geel en rood Blauw en rood

Achterste oliekeerring controleren


... Page 54 of 304

- Controleer de keerring zorgvuldig op slijtage en beschadiging. Vernieuw de keerring


indien de lip versleten of beschadigd is.
- Pers de nieuwe keerring in de houder tot deze gelijkligt aan de houder.

Vliegwiel controleren

- Vernieuw het vliegwiel indien de tandkrans beschadigd, gebarsten of versleten is.


- Vernieuw het vliegwiel als het vlak dat in contact is met de koppelingsplaat beschadigd
of sterk versleten is.
- Controleer de slingering van het vliegwiel met een meetklok. Vernieuw het vliegwiel als
de grenswaarde wordt overschreden.

Cilinderblok controleren

- Controleer het pakkingvlak met behulp van een richtliniaal en een voelermaat op
kromtrekking. Corrigeer het pakkingvlak indien de grenswaarde wordt overschreden.
- Moet een van de cilinders worden opgeboord, dan moeten ook de andere cilinders
worden opgeboord.
- Kies een overmaatzuiger overeenkomstig de mate van slijtage van de cilinder (zie
hoofdstuk 17 voor de specificaties).
- Meet de zuigerdiameter met een micrometer.
- Bereken de diameter van de opgeboorde cilinderboring aan de hand van de formule D =
A + B - C, waarin D de diameter van de opgeboorde cilinderboring is, A de gemeten
zuigerdiameter, B de zuigerspeling (0,02-0,04 mm) en C de tolerantie voor het honen
(0,02 mm).
- Boor de cilinder op en hoon deze tot de berekende maat. Let op! Breng alvorens te
beginnen met opboren alle hoofdlagerkappen op de juiste plaats aan en haal de bouten
met het voorgeschreven aanhaalmoment aan om kromtrekken van de lagerboringen te
voorkomen.
- Meet de zuigerspeling na het honen.

Krukas inbouwen

- Reinig alle onderdelen grondig alvorens ze te monteren.


- Olie de hoofdlagertappen, de hoofdlagers, de axiaallagers, de kruktappen, de
drijfstanglagers, de zuigers, de zuigerveren en de cilinderboringen.
- Zorg er bij het inbouwen voor dat hoofdlagers, hoofdlagerkappen, drijfstangen,
drijfstanglagers, drijfstanglagerkappen, zuigers en zuigerveren op hun oorspronkelijke
plaats worden aangebracht.
- Breng de hoofdlagers in het cilinderblok aan. Let op! Breng de lagerschaal met de
oliegroef in het cilinderblok aan en de lagerschaal zonder oliegroef in de lagerkap. Zorg
dat de beide lagerschalen dezelfde kleurcode hebben.
- Breng de axiaallagers in het cilinderblok tussen cilinder nr. 2 en nr. 3 aan, met de
oliegroefzijde naar de krukwang gekeerd.
- Breng de krukas in het cilinderblok aan.
- Breng de lagerkappen in de genummerde volgorde, beginnend aan krukaspoeliezijde en
met het pijlmerkteken op de lagerkappen naar de krukaspoelie gericht, achter elkaar
aan. Haal de lagerkapbouten in fasen in de omgekeerde volgorde van figuur 2.29 aan.
- Controleer na het aanbrengen van de lagerkapbouten of de krukas met een koppel van
7,0 Nm soepel kan worden rondgedraaid.
- Breng een nieuwe pakking en de oliekeerringhouder aan. Smeer olie op de keerringlip
alvorens deze aan te brengen.
- Haal de bouten van de houder met het voorgeschreven aanhaalmoment aan. Let op! De
drie bovenste bouten (kort) verschillen van de twee onderste bouten (lang).
- Zijn de randen van de pakking van de keerringhouder iets naar buiten gedrukt, snijd
deze delen dan weg.
- Breng de oliepomp aan volgens de methode beschreven in paragraaf 2.10.
- Breng het vliegwiel c.q. de aandrijfplaat van de automatische transmissie aan, blokkeer
... Page 55 of 304

deze met speciaal gereedschap 09924-17810 en haal de bouten met het voorgeschreven
aanhaalmoment aan.
- Breng de zuigers en de drijfstangen aan.
- Breng de oliepompzeef en het oliecarter aan volgens de methode beschreven in paragraaf
2.10.
- Breng de cilinderkop aan volgens de methode beschreven in paragraaf 2.4.
- Breng de nokkenas, het krukasriemwiel, de distributieriem, de krukaspoelie, de
koelvloeistofpomppoelie, enz. aan volgens de methoden beschreven in paragraaf 2.3.
- Breng de koppeling op het vliegwiel aan volgens de methode beschreven in hoofdstuk 6.
- Breng de motor in de auto aan volgens de methode beschreven in paragraaf 2.8.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
2 Motor
2.10 Smeersysteem

2.10 Smeersysteem
Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Oliecarter 11 (1,1)
Oliepompzeef 11 (1,1)
Olie-aftapplug 50 (5,0)
Voorste uitlaatpijp:
aan uitlaatspruitstuk 43 (4,3)
aan achterste uitlaatpijp 40 (4,0)
Rotorplaat oliepomp 11 (1,1)
Oliepomp 11 (1,1)
Centrale krukasbout 130 (13)
Oliedrukschakelaar 14 (1,4)
CKP-sensor 10 (1,0)

Oliecarter en oliepompzeef uitbouwen

- Maak de massakabel van de accu los.


- Krik de auto op.
- Verwijder de aftapplug uit het oliecarter en tap de motorolie af.
- Hang de motor op in een geschikte takel.
- Bouw de oliepeilstaafbuis uit.
- Bouw het voorste gedeelte van de uitlaatpijp uit.
- Verwijder de onderste plaat van het koppelingshuis.
- Verwijder de CKP-sensor.
- Bouw de bevestigingsbout en bevestigingsmoer van de motorsteun uit en plaats een
houten blok om ruimte te creren, zie figuur 2.32.
... Page 56 of 304

Figuur 2.32: Ruimte creren

1 Bevestigingsmoer (37 Nm)


2 Bevestigingsbout (55 Nm)
3 Motorsteun
4 Chassis

- Verwijder het oliecarter en vervolgens de oliepompzeef.

Oliecarter en oliepompzeef inbouwen

- Reinig de pasvlakken van het oliecarter en het cilinderblok. Verwijder olie, oude
pakkingresten en vuil van de pasvlakken en van de binnenzijde van het oliecarter.
- Reinig de oliepompzeef.
- Breng een ononderbroken streep afdichtmiddel (type 99000-31150) op het pasvlak van
het oliecarter aan, zoals aangegeven in figuur 2.33.
... Page 57 of 304

Figuur 2.33: Breng op de aangegeven manier afdichtmiddel op het pasvlak van het oliecarter aan

a 4 mm
b 2 mm
A Afdichtmiddel 99000-31150

- Breng de O-ring zorgvuldig in het cilinderblok aan.


- Breng de zeef, die in het oliecarter is gestoken, in het cilinderblok aan en trek daarbij
eerst de bout van de zeef aan en vervolgens de bout van de steun.
- Pas het oliecarter in het cilinderblok, breng de bevestigingsbouten aan en begin met het
aanhalen bij de middelste bout en haal vervolgens de overige bouten een voor een met
het voorgeschreven aanhaalmoment aan.
- Breng de pakking en de aftapplug op het oliecarter aan en haal de plug met het
voorgeschreven aanhaalmoment aan.
- Monteer de CKP-sensor en sluit de steker van de sensor aan. Klem vervolgens de
bedradingsbundel vast.
- Monteer de voorste uitlaatpijp en zet de bouten met het voorgeschreven aanhaalmoment
vast.
- Monteer de onderdeksels van de motor.
- Vul de motor met motorolie.
- Sluit de massakabel op de accu aan.

Oliepomp uitbouwen

- Maak de massakabel van de accu los.


- Verwijder de distributieriem volgens de methode beschreven in paragraaf 2.3.
- Verwijder de dynamo en de steun.
- Verwijder het oliecarter en de oliepompzeef volgens bovenstaande methode.
... Page 58 of 304

- Blokkeer de krukas aan vliegwielzijde en verwijder de bevestigingsbout van het


krukasriemwiel. Verwijder vervolgens het riemwiel.
- Verwijder de bevestigingsbouten van de oliepomp en vervolgens de oliepomp.

Oliepomp uit elkaar nemen, controleren en in elkaar zetten

- Verwijder de bout van de oliepeilstaafbuis en trek de buis uit de oliepomp.


- Verwijder de rotorplaat en vervolgens de buitenste en de binnenste rotor, zie figuur 2.34.

Figuur 2.34: Oliepomp in onderdelen

1 Rotorplaat
2 Binnenste rotor
3 Buitenste rotor
4 Pakking
5 Pen
6 Pen
7 Ontlastklep
8 Veer
9 Veerhouder
10 Borgveer
11 Voorste oliekeerring
12 Schroef
13 Bout (kort)
14 Bout (lang)

- Controleer de oliekeerringlip op defecten of beschadiging en vernieuw deze indien nodig.


Bij het inbouwen van de oliekeerring dient deze naar binnen te worden geperst totdat
het buitenvlak gelijkligt met de buitenzijde van het pomphuis.
- Controleer de buitenste en de binnenste rotor, de rotorplaat en het oliepomphuis op
buitensporige slijtage en beschadiging.
- Controleer de radiale speling tussen de buitenste rotor en het huis met een voelermaat.
Vernieuw de buitenste rotor of het huis indien de speling de grenswaarde overschrijdt.
- Meet de axiale speling met een richtliniaal en een voelermaat.
- Reinig de gedemonteerde onderdelen.
... Page 59 of 304

- Smeer een dunne laag motorolie op de binnenste en de buitenste rotor, de


oliekeerringlip en de binnenzijde van het oliepomphuis en de plaat.
- Breng de buitenste en de binnenste rotor in het pomphuis aan.
- Breng de rotorplaat aan en haal de vijf schroeven aan. Controleer na het aanbrengen
van de plaat of de rotors soepel ronddraaien.
- Smeer motorolie op de O-ring en breng de ring en de oliepeilstokbuis aan.

Oliepomp inbouwen

- Breng de twee oliepomppennen en een nieuwe oliepomppakking op het cilinderblok aan.


- Breng speciaal gereedschap 09926-18210 (oliekeerringgeleider) op de krukas aan en
breng vervolgens motorolie op het gereedschap aan. Dit gereedschap voorkomt
beschadigingen aan of verschuiven van de keerring bij het monteren van de oliepomp.
- Breng de oliepomp op het cilinderblok aan en haal de bevestigingsbouten met het
voorgeschreven aanhaalmoment aan. Let op! Er worden twee typen bevestigingsbouten
gebruikt.
- Breng de rubberafdichting tussen de oliepomp en de koelvloeistofpomp aan.
- Monteer de spie en het krukasriemwiel. Zie figuur 2.35 voor de juiste montage van deze
onderdelen. Blokkeer de krukas en haal de riemwielbout met het voorgeschreven
aanhaalmoment aan.
... Page 60 of 304
... Page 61 of 304

Figuur 2.35: Juiste montage van de spie en het krukasriemwiel

1 Krukaspoeliepen
2 Spie
3 Krukasriemwiel
4 Krukasriemwielbout
5 Blokkeergereedschap

- Breng de distributieriem, de spanrol, de oliepompzeef, het oliecarter en de overige


onderdelen aan in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
- Controleer of alle verwijderde onderdelen weer zijn aangebracht.
- Stel de spanning van de dynamoriem af.
- Vul de motor met motorolie.
- Sluit de massakabel aan op de accu.
- Controleer na het inbouwen de oliedruk door de motor te laten draaien volgens de
onderstaande methode.

Oliedruk controleren

- Controleer het oliepeil in het oliecarter. Vul bij te laag oliepeil olie bij tot aan de 'Full'-
markering op de peilstaaf.
- Ververs de motorolie indien deze verkleurd of vervuild is.
- Repareer eventuele olielekkages.
- Verwijder de oliedrukschakelaar uit het cilinderblok, zie figuur 2.36.

Figuur 2.36: Lokatie oliedrukschakelaar (1)

- Breng oliedrukmeter 09915-77311 in het schroefdraadgat van de oliedrukschakelaar


... Page 62 of 304

aan.
- Start de motor en laat deze op normale bedrijfstemperatuur komen.
- Verhoog, nadat de motor is opgewarmd, het toerental tot 4000 1/min en meet de
oliedruk. Deze dient 350-430 kPa (3,5-4,3 bar) bij 3960-4040 1/min te bedragen.
- Zet de motor af en verwijder de oliedrukmeter.
- Omwikkel de schroefdraad van de oliedrukschakelaar met afdichttape en breng de
oliedrukschakelaar met het voorgeschreven aanhaalmoment aan.
- Start de motor en controleer rond de schakelaar op olielekkage.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming

3. Koelsysteem en verwarming

In het hoofdstuk "Koelsysteem en verwarming" vindt u werkzaamheden aan het koelsysteem


als koelvloeistof verversen, het koelsysteem ontluchten, uit- en inbouwen van de radiateur
en het vervangen van de thermostaat of koelvloeistofpomp. Daarnaast wordt het
verwarmings- en ventilatiesysteem (en indien standaard aanwezig, de airconditioning)
beschreven waaronder uit- en inbouwen van de kachelradiateur en aanjager.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.1 Inleiding

3.1 Inleiding
Het koelsysteem van de Suzuki Alto wordt behandeld vanaf paragraaf 3.2. Het gesloten
koelsysteem bestaat uit een radiateurdop, radiateur, expansietank, slangen,
koelvloeistofpomp, koelventilateur (aangestuurd door de motorregeleenheid) en
thermostaat, zie figuur 3.1.
... Page 63 of 304

Figuur 3.1: Koelsysteem

1 Koelvloeistofslang (inlaat radiateur)


2 Koelvloeistofslang (uitlaat radiateur)
3 Koelvloeistofbuis
4 Thermostaat
5 Koelvloeistofpomp
6 Gasklephuis (IAC-klep)
7 Koelvloeistofslang (inlaat verwarming)
8 Koelvloeistofslang (uitlaat verwarming)
9 Radiateur
10 Transmissievloeistofkoeler (uitvoeringen met automaat)
11 Motorblok
12 Koelvloeistoftemperatuursensor (ECT)

De totale inhoud van het systeem bedraagt 4,0 liter (3,8 liter bij versies met automatische
transmissie). Er wordt koelvloeistof op ethyleenglycolbasis (antivries/anticorrosie-
koelvloeistof) gebruikt in een 50/50-mengsel met water. Het verwarmings- en
ventilatiesysteem van de Suzuki Alto bestaat uit diverse onderdelen zoals regelschuiven,
aanjagermotor, verwarmingsblok en luchtkanalen en wordt beschreven in paragraaf 3.8.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
... Page 64 of 304

3 Koelsysteem en verwarming
3.2 Koelsysteem controleren

3.2 Koelsysteem controleren


- Controleer het koelsysteem op lekkage en beschadigingen.
- Verwijder bij afgekoelde motor de radiateurdop en reinig de dop en de vulhals met
schoon water.
- Controleer het niveau en de vriesbescherming van de koelvloeistof.
- Controleer het systeem en de radiateurdop met een druktestapparaat op de juiste
drukcapaciteit: 110 kPa ofwel 1,1 bar voor uitvoeringen met automatische transmissie
en 90 kPa ofwel 0,9 bar voor uitvoeringen met handgeschakelde versnellingsbak.
- Haal de slangklemmen aan en controleer alle slangen.
- Vernieuw slangen die gescheurd of opgezwollen zijn of andere beschadigingen vertonen.
- Maak de voorzijde van de radiateurkern voorzichtig schoon.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.3 Koelsysteem aftappen, doorspoelen en vullen

3.3 Koelsysteem aftappen, doorspoelen en vullen


- Verwijder bij afgekoelde motor de radiateurdop.
- Laat de motor bij verwijderde radiateurdop draaien tot de bovenste radiateurslang warm
is, ten teken dat de thermostaat open is en er koelvloeistof door het systeem stroomt.
- Zet de motor af en open de aftapplug aan de onderzijde van de radiateur om de
koelvloeistof af te tappen, zie figuur 3.2.
... Page 65 of 304

Figuur 3.2: Onderzijde van de radiateur met aftapplug (1)

1 Aftapplug
2 Onderste koelvloeistofslang
... Page 66 of 304

- Sluit de aftapplug, vul het systeem met water en laat de motor draaien totdat de
bovenste radiateurslang weer warm is.
- Herhaal deze laatste twee stappen totdat het afgetapte water helder is.
- Tap het water af en draai de aftapplug van de radiateur stevig dicht.
- Verwijder het expansiereservoir. Giet eventueel achtergebleven koelvloeistof uit het
reservoir. Reinig de binnenzijde van het reservoir met water en zeep. Spoel het reservoir
grondig met schoon water en breng het reservoir weer aan.
- Maak de koelvloeistofslang los van het gasklephuis om de luchtafzuiging te verbeteren
en giet een 50/50-mengsel van goede kwaliteit ethyleenglycol-antivries en water in de
radiateur. Vul de radiateur tot aan de onderzijde van de vulhals en het expansiereservoir
tot aan het FULL-merkstreepje, zie figuur 3.3.

Figuur 3.3: Merktekens op expansiereservoir

1 Expansiereservoir
2 FULL-niveaustreepje
3 Uitlijnmerktekens

- Breng de dop op het expansiereservoir en zet de uitlijnmerktekens op de dop en het


reservoir tegenover elkaar.
- Laat de motor draaien met de radiateurdop verwijderd totdat de bovenste radiateurslang
warm is.
- Vul koelvloeistof in de radiateur bij terwijl de motor stationair draait totdat de
koelvloeistof tot de onderzijde van de vulhals staat. Breng de radiateurdop aan.
... Page 67 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.4 Thermostaat uit- en inbouwen

3.4 Thermostaat uit- en inbouwen


- Maak de massakabel van de accu los.
- Tap de koelvloeistof af en breng de aftapplug weer onderin de radiateur aan, zie figuur
3.2.
- Maak de inlaatslang van de radiateur los van het thermostaatdeksel.
- Verwijder het thermostaatdeksel, zie figuur 3.4.

Figuur 3.4: Thermostaat uitbouwen

1 Thermostaatdeksel
2 Thermostaathuis

- Verwijder de thermostaat.
- Controleer of de ontluchtingsklep van de thermostaat schoon is.
- Controleer de klepzitting op vreemde bestanddelen die correct aanliggen kunnen
belemmeren.
- Controleer de afdichting van de thermostaat op breuk, veroudering of andere
beschadigingen.
- Controleer de werking van de thermostaat. Dompel de thermostaat daartoe in water dat
... Page 68 of 304

geleidelijk wordt verwarmd en controleer of de klep bij de voorgeschreven temperatuur


opengaat. Gaat de klep bij een aanzienlijk hogere of lagere temperatuur open, vernieuw
dan de thermostaat.
- Breng de thermostaat weer in het thermostaathuis aan, met de ontluchtingsklep aan de
bovenzijde.
- Breng het thermostaatdeksel op het thermostaathuis aan.
- Sluit de koelwaterslang aan.
- Vul het koelsysteem volgens de methode beschreven in paragraaf 3.3.
- Sluit de massakabel op de accu aan.
- Controleer alle onderdelen op eventuele lekkage en verhelp deze.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.5 Aandrijfriem koelvloeistofpomp vervangen en spannen

3.5 Aandrijfriem koelvloeistofpomp vervangen en spannen


- Maak de massakabel van de accu los.
- Bouw het luchtfilterhuis uit.
- Draai de stelbout van de aandrijfriem en de spilbout van de dynamo los.
- Maak de riem losser door de dynamo te verdraaien en verwijder de riem, zie figuur 3.5.

Figuur 3.5: Aandrijfriem koelvloeistofpomp vervangen en spanning afstellen


a Meetpunt voor afstellen riemspanning

- Controleer de riem op barsten, scheuren, vervorming, slijtage en verontreinigingen.


... Page 69 of 304

Vernieuw de riem indien nodig.


- Breng de riem op de koelvloeistofpomppoelie, de krukaspoelie en de dynamopoelie aan.
- Stel de spanning van de aandrijfriem zodanig af, dat een gebruikte riem 6-8 mm en een
nieuwe riem 5-6 mm doorbuigt wanneer met een duim op het riemgedeelte tussen de
dynamo en de krukaspoelie een kracht van circa 10 kg wordt uitgeoefend. (zie figuur
3.5). De riemspanning kan worden aangepast door de positie van de dynamo te
veranderen.
- Haal de stelbout van de aandrijfriem en de spilbouten van de dynamo aan.
- Sluit de massakabel op de accu aan.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.6 Radiateur uit- en inbouwen

3.6 Radiateur uit- en inbouwen


- Maak de massakabel van de accu los.
- Tap het koelsysteem af volgens de methode beschreven in paragraaf 3.3.
- Maak de steker van de koelventilateurmotor los.
- Maak de in- en uitlaatslangen los van de radiateur, zie figuur 3.1.
- Uitvoeringen met automatische transmissie: Maak de transmissievloeistofslangen
los van de leidingen. Plaats een geschikt opvangreservoir onder de radiateur om de
uitstromende vloeistof op te vangen.
- Verwijder de radiateur samen met de koelventilateur.
- Controleer de radiateur op lekkage en beschadigingen. Buig eventueel kromgetrokken
ribben recht.
- Maak de voorzijde van de radiateurkern voorzichtig schoon.
- Inbouwen van de radiateur gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
- Vul het koelsysteem met de juiste koelvloeistof volgens de methode beschreven in
paragraaf 3.3.
- Controleer alle verbindingen op lekkage.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.7 Koelvloeistofpomp uit- en inbouwen

3.7 Koelvloeistofpomp uit- en inbouwen


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Koelvloeistofpomp 11 (1,1)

- Maak de massakabel van de accu los.


- Tap het koelsysteem af volgens de methode beschreven in paragraaf 3.3.
- Verwijder de distributieriem en de spanrol volgens de methode beschreven in paragraaf
2.3.
- Verwijder de stelarm van de dynamo.
- Verwijder de oliepeilstok en de oliepeilstokbuis.
- Verwijder de koelvloeistofpomp, de pakking en de rubber afdichting tussen de
koelvloeistofpomp en de oliepomp.
- Draai de koelvloeistofpomp met de hand rond en controleer deze op soepele werking.
... Page 70 of 304

Vervang de pomp indien deze niet soepel ronddraait of abnormale geluiden maakt. Let
op! De pomp kan niet gedemonteerd worden.
- Breng een nieuwe pomppakking op het cilinderblok aan.
- Breng de koelvloeistofpomp op het cilinderblok aan, zie figuur 3.6.

Figuur 3.6: Koelvloeistofpomp en rubber afdichting aanbrengen

1 Koelvloeistofpomp
2 Rubber afdichting
(a) Bevestigingsbouten van de koelvloeistofpomp

- Breng de rubber afdichting tussen de koelvloeistofpomp en de oliepomp aan.


- Breng de spanrol en de distributieriem aan volgens de methode beschreven in paragraaf
2.3.
- Breng de stelarm van de dynamo aan.
- Smeer olie op de O-ring en breng de oliepeilstokbuis aan.
- Stel de spanning van de aandrijfriem van de koelvloeistofpomp af volgens de methode
beschreven in paragraaf 3.5.
- Vul het koelsysteem met de juiste koelvloeistof volgens de methode beschreven in
paragraaf 3.3.
- Sluit de massakabel op de accu aan.
- Controleer alle verbindingen en onderdelen op lekkage.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.8 Verwarming
... Page 71 of 304

3.8 Verwarming

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.8 Verwarming
3.8.1 Algemeen

3.8.1 Algemeen
Zie figuur 3.7 voor de onderdelen van het kachel- en ventilatiesysteem.
... Page 72 of 304

Figuur 3.7: Kachel- en ventilatiesysteem

1 Verwarmingsunit
2 Ventilatiekanaal
3 Ventilatiekanaal
4 Bedieningspaneel verwarming
5 Geleidepijp voorruitontwaseming
6 Geleidepijp zijruitontwaseming
7 Ventilatiekanaal
8 Ventilatiekanaal
... Page 73 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.8 Verwarming
3.8.2 Verwarmingsunit en kachelradiateur uit- en inbouwen

3.8.2 Verwarmingsunit en kachelradiateur uit- en inbouwen


- Maak de massakabel van de accu los.
- Tap de koelvloeistof af zoals beschreven in paragraaf 3.3 en maak de koelvloeistofslangen
los van het verwarmingsblok in de motorruimte.
- Verwijder het dashboard zoals beschreven in hoofdstuk 14.
- Verwijder de middenconsole en de pijp, zie figuur 3.8.
... Page 74 of 304

Figuur 3.8: Onderdelen uitbouwen

1 Middenconsole
2 Pijp

- Draai de vier bevestigingsbouten los en verwijder de verwarminsunit, zie figuur 3.9.


... Page 75 of 304

Figuur 3.9: Verwarmingsunit in onderdelen

1 Verwarmingsunit compleet
2 Aanjager
3 Aanjagermotor
... Page 76 of 304

4 Pijpklem
5 Aanjagerweerstand
6 Kachelradiateur
7 Bedieningskabel verse lucht
8 Bedieningskabel temperatuurcontrole
9 Bedieningskabel luchttoevoer
10 Regelschuifunit

- Verwijder de pijpklem en trek de kachelradiateur uit de verwarmingsunit.


- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
- Let er bij het monteren van de onderdelen op dat geen kabels of bedrading ingeklemd
worden.
- Vul de radiateur met koelvloeistof volgens de methode beschreven in paragraaf 3.3.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.8 Verwarming
3.8.3 Aanjagermotor uit- en inbouwen

3.8.3 Aanjagermotor uit- en inbouwen


- Bouw de verwarmingsunit uit zoals beschreven in paragraaf 3.8.1.
- Maak de elektrische bedrading los.
- Draai de drie bevestigingsschroeven los en neem de aanjagermotor uit de
verwarmingsunit.
- Het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.8 Verwarming
3.8.4 Aanjagerweerstand controleren

3.8.4 Aanjagerweerstand controleren


- Bouw de aanjagerweerstand uit, zie stuknummer 5 in figuur 3.9.
- Controleer de weerstand tussen de diverse aansluitingen, zie figuur 3.10.
... Page 77 of 304

Figuur 3.10: Aanjagerweerstand controleren

1 Bevestigingsschroef
2 M (middle)
3 H (high)
4 L (low)

- De weerstand tussen aansluiting H en M moet 1,09 ohm bedragen. De weerstand tussen


aansluiting H en L moet 3,95 ohm bedragen. De weerstand tussen aansluiting M en L
moet 2,86 ohm bedragen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
3 Koelsysteem en verwarming
3.9 Relais koelventilateur controleren

3.9 Relais koelventilateur controleren


- Maak de massakabel van de accu los.
... Page 78 of 304

- Neem het relais uit de houder, zie figuur 3.11.

Figuur 3.11: Relais koelventilateur (1) uitbouwen

- Meet de weerstand tussen aansluitingen A en B zoals is weergegeven in figuur 3.12. Deze


moet oneindig groot zijn.

Figuur 3.12: Relais controleren

- Meet de weerstand tussen aansluitingen C en D. Deze moet tussen de 70 en 110 ohm


... Page 79 of 304

bedragen bij een temperatuur van 20 graden celsius.


- Controleer dat er geleiding bestaat tussen aansluitingen A en B als er accuspanning
wordt aangesloten op aansluitingen C en D.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting

4. Benzine-inspuiting
In het hoofdstuk "Benzine-inspuiting" vindt u een beschrijving van het benzine-
inspuitsysteem, de lokatie van de onderdelen, controles van de verschillende onderdelen,
uit- en inbouwbeschrijvingen van de diverse onderdelen, storingsdiagnose en -codes en
meetwaardes. Daarnaast wordt ook het brandstoftoevoersysteem beschreven, het uit- en
inbouwen van de brandstoftank, brandstoffilter en brandstofpomp.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.1 Inleiding

4.1 Inleiding
De Suzuki Alto is uitgerust met een motormanagementsysteem met multipoint-inspuiting,
geregelde drieweg-katalysator en twee lambdasondes (OBD). Het
motormanagementsysteem bestaat uit een elektronische regeleenheid (ECM of bij
automatische transmissie PCM), verschillende sensoren en verschillende actuatoren
(aangestuurde componenten). De elektronische regeleenheid zorgt voor de aansturing van
het brandstofinspuitsysteem, het stationair toerental, de brandstofpomp, het
uitlaatgasrecirculatiesysteem, het regelsysteem betreffende de benzinedampemissie (EVAP)
en de regeling van de ontstekingsvervroeging. Tevens regelt de ECM/PCM het
zelfdiagnosesysteem en het noodloopsysteem.
... Page 80 of 304
... Page 81 of 304

Figuur 4.1: Schematische weergave inspuitsysteem

1 Luchtfilter
2 Afzuigklep van koolstoffilter brandstofdampafzuigsysteem (EVAP)
3 Inlaatluchttemperatuursensor (IAT)
4 Gaskleppositiesensor (TP)
5 Luchtregelklep stationair toerental (IAC)
6 Inlaatspruitstukdruksensor (MAP)
7 Regelklep uitlaatgasrecirculatie (EGR)
8 Koolstofreservoir brandstofdampafzuigsysteem (EVAP)
9 Regelklep brandstoftankdruk
10 Brandstofpomp
11 Brandstofniveausensor
12 Ontsteking
13 Inspuitventiel
14 Verwarmde lambdasonde nr.1
15 Verwarmde lambdasonde nr.2
16 Driewegkatalysator
17 Brandstofdrukregelaar
18 Koelvloeistoftemperatuursensor (ECT)
19 Nokkenaspositiesensor (CMP)
20 Krukaspositiesensor (CKP)
21 Voertuigsnelheidssensor handgeschakeld (VSS)
22 Koelventilateur
23 Motorcontrolelampje
24 Regelklep carterventilatie (PCV)
25 Contactschakelaar
26 Startschakelaar
27 Voertuigsnelheidssensor automaat (VSS)
28 Transmissiebereikschakelaar
29 Datalinksteker (DLC)
30 Elektrische belasting
31 Transmissiebereikschakelaar
32 Remlicht
33 Remlichtschakelaar
34 Motorregeleenheid (ECM of PCM)
35 Absolutedruksensor
36 Accu

Kenmerkend voor het inspuitsysteem zijn de vier inspuitventielen en een reeks sensoren die
de elektronische regeleenheid voorzien van de benodigde gegevens. Deze regeleenheid
werkt in een gesloten circuit. Dat wil zeggen dat de regeleenheid zijn regelcommando's kan
controleren door 'feed-back'-informatie over de volledigheid van de verbranding. Deze
informatie wordt verkregen van de lambda-sonde. Voor een optimale aanpassing van het
brandstof/luchtmengsel aan de actuele bedrijfstoestand van de motor worden alle van
belang zijnde bedrijfsgegevens door verschillende sensoren zoals
koelvloeistoftemperatuursensor en gaskleppositiesensor opgenomen. Uit de door de
sensoren afgegeven bedrijfsgegevens berekent de elektronische regeleenheid de
regelsignalen voor onder andere de inspuitventielen en de ontsteking. Indien er door de
regeleenheid een defect wordt vastgesteld aan bijvoorbeeld een sensor, vervangt de
elektronische regeleenheid de gegevens van de sensor door reeds in het geheugen
opgeslagen gegevens, zodat de motor kan blijven functioneren. Tevens wordt de storing
opgeslagen in een permanent geheugen. De regeleenheid neemt de taak van het defecte
onderdeel permanent over en sluit de sensor van het systeem af totdat het signaal van de
sensor weer overeenstemt met het signaal in het geheugen. Bij een defect waarbij het
signaal door 'recovery'-gegevens vervangen wordt, gaat het motorcontrolelampje op het
instrumentenpaneel branden.
... Page 82 of 304

Figuur 4.2: Lokatie onderdelen inspuitsysteem

1 Inlaatspruitstukdruksensor (MAP)
2 Gaskleppositiesensor (TP)
3 Inlaatluchttemperatuursensor (IAT)
4 Koelvloeistoftemperatuursensor (ECT)
5 Verwarmde lambdasonde nr.1
5-1 Verwarmde lambdasonde nr.2
6 Voertuigsnelheidssensor handgeschakeld (VSS)
6-1 Voertuigsnelheidssensor automaat (VSS)
7 Transmissiebereikschakelaar
8 Accu
9 Nokkenaspositiesensor (CMP)
10 Krukaspositiesensor (CKP)
a Inspuitventiel
b Afzuigklep van koolstoffilter brandstofdampafzuigsysteem (EVAP)
c Brandstofpomprelais
d Regelklep uitlaatgasrecirculatie (EGR)
e Bobine
f Motorcontrolelampje
g Hoofdrelais
h Relais koelventilateur
i Luchtregelklep stationair toerental (IAC)
A Motorregeleenheid (ECM of PCM)
B Regelklep carterventilatie (PCV)
C Koolstofreservoir brandstofdampafzuigsysteem (EVAP)
D Datalinksteker (DLC)

Veiligheidsmaatregelen

- Neem de bougiekabels of bobinekabel nooit los bij draaiende motor.


... Page 83 of 304

- Bij het losmaken van de brandstofleidingen moet van te voren de brandstofdruk


afgebouwd worden.
- Verwijderen (of aansluiten) van kabels van inspuit- en ontstekingssysteem (ook
testkabels) alleen bij uitgeschakeld contact.
- Als de motor met starttoerental moet draaien zonder aan te slaan (bijvoorbeeld
compressiemeten), moet de Hall-steker op de stroomverdeler worden losgetrokken.
- Starthulp met snellader is slechts 1 minuut met maximaal 16 V toegestaan.
- De motor mag alleen met uitgeschakelde ontsteking worden schoongespoten.
- Bij elektrisch lassen moeten beide accukabels losgenomen worden.
- Na verwarming boven de 80 C (spuitcabine) mag de motor pas na afkoelen worden
gestart.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.2 Brandstofsysteem

4.2 Brandstofsysteem

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.2 Brandstofsysteem
4.2.1 Algemeen

4.2.1 Algemeen
Zie figuur 4.3 voor de componenten van het brandstofsysteem.

Figuur 4.3: Brandstofsysteem

1 Inspuitventiel
... Page 84 of 304

2 Brandstofverdeelbuis
3 Brandstofdrukregelaar
4 Inlaatspruitstuk
5 Koolstofreservoir brandstofdampafzuigsysteem (EVAP)
6 Afzuigklep van koolstoffilter brandstofdampafzuigsysteem (EVAP)
7 Brandstoftoevoerleiding
8 Brandstofretourleiding
9 Brandstofdampleiding
10 Brandstoffilter
11 Brandstoftank
12 Bandstofpomp

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.2 Brandstofsysteem
4.2.2 Brandstofdruk afbouwen en controleren

4.2.2 Brandstofdruk afbouwen en controleren


Brandstofdruk afbouwen

- Let op! De brandstofdruk mag niet worden afgebouwd wanneer de motor warm is
omdat daardoor schade aan de katalysator kan ontstaan.
- Controleer of de motor koud is en bouw de brandstofdruk dan als volgt af:
- Zet de versnellingshendel in 'vrij' (keuzehendel van automatische transmissie in stand
P), trek de parkeerrem aan en blokkeer de aangedreven wielen.
- Verwijder het brandstofpomprelais uit de relaiskast, zie figuur 4.4.
... Page 85 of 304

Figuur 4.4: Brandstofpomprelais (1) uitbouwen

- Verwijder de brandstoftankdop om de druk in de brandstoftank af te bouwen en breng


de dop weer aan.
- Start de motor en laat deze draaien tot hij door gebrek aan brandstof afslaat.
- Probeer de motor twee tot drie maal voor ongeveer 3 seconden te starten om eventueel
achtergebleven druk in de brandstofleidingen af te voeren. Hierna kan met de
werkzaamheden waarvoor het ontlasten van de brandstofdruk noodzakelijk is, worden
begonnen.
- Breng nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd het brandstofpomprelais weer aan en
breng het deksel op de relaiskast aan.

Controle op brandstoflekkage

- Zet het contact ongeveer 2 tot 3 seconden op 'ON' (om de brandstofpomp in werking te
zetten) en zet het vervolgens weer in de 'OFF'-stand.
- Herhaal deze handeling 3 tot 4 keer om zodoende brandstofdruk op de toevoerleiding te
zetten. Controleer dit met de hand aan de leiding.
- Controleer in deze toestand dat er nergens brandstoflekkage optreedt.

Controle brandstofdruk

Speciale gereedschappen van Suzuki


Drukmeter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 09912-58441
Drukmeterslang . . . . . . . . . . . . . . . . . . 09912-58431
Hulpstuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 09912-58490

- Bouw de brandstofdruk af volgens de methode beschreven in deze paragraaf.


- Maak de brandstoftoevoerslang los van de brandstofverdeelbuis. Vang eventueel
uitstromende brandstof op in een geschikte opvangbak.
- Sluit het speciaal gereedschap en de slang aan tussen de brandstofverdeelbuis en de
... Page 86 of 304

brandstoftoevoerslang zoals aangegeven in figuur 4.5 en klem de slangen stevig vast om


lekkage tijdens het controleren te voorkomen.

Figuur 4.5: Brandstofdruk controleren

1 Brandstoftoevoerbuis
2 Brandstoftoevoerslang
3 Brandstofretourslang
4 Brandstofdrukmeter en hulpstuk

- Controleer of de accuspanning hoger is dan 11 V.


- Zet het contactslot op ON zodat de brandstofpomp in werking treedt en zet het na 2
seconden weer op OFF. Herhaal dit drie- tot viermaal en controleer vervolgens de
brandstofdruk.
- Start de motor en laat hem op normale bedrijfstemperatuur komen.
- Meet de brandstofdruk terwijl de motor stationair draait. De druk dient bij afgezette
... Page 87 of 304

motor maar met de brandstofpomp in bedrijf 270-310 kPa (2,7-3,1 bar) te bedragen, bij
het voorgeschreven stationair toerental 200-240 kPa (2,2-2,4 bar) en 1 minuut na
afzetten van de motor (brandstofpomp is uit) (de druk wordt lager naarmate de tijd
verstrijkt), meer dan 200 kPa (2,0 bar).
- Valt de gemeten druk niet binnen het tolerantiebereik, controleer dan op de volgende
mogelijke oorzaken, afhankelijk van de status van de druk:
- Geen of lage druk: onvoldoende brandstof, brandstofilter verstopt,
brandstofdrukregelaar defect, brandstoftoevoerslang of leiding belemmerd,
brandstofpomp defect, of brandstoflekkage bij de slangkoppeling in de brandstoftank.
- Te hoge druk: brandstofdrukregelaar defect.
- Controleer de mogelijk defecte onderdelen en vernieuw deze indien nodig.
- Verwijder de speciale gereedschappen. Let op! Er kan brandstof uitstromen.
- Sluit de brandstoftoevoerslang aan op de brandstofverdeelleiding en klem hem stevig
vast.
- Controleer op brandstoflekkage met het contactslot op ON en uitgeschakelde motor.

Brandstofdrukregelaar uit- en inbouwen

- Bouw de brandstofdruk af zoals beschreven in deze paragraaf.


- Maak de massakabel van de accu los.
- Maak de onderdrukslang los van de brandstofdrukregelaar, zie figuur 4.6.
... Page 88 of 304

Figuur 4.6: Brandstofdrukregelaar uitbouwen

1 Onderdrukslang
2 Brandstofretourslang
... Page 89 of 304

- Maak de brandstofretourslang los van de brandstofdrukregelaar.


- Verwijder de brandstofdrukregelaar van de brandstofverdeelbuis.
- Het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde. Let daarbij op de volgende punten:
- Gebruik een nieuwe O-ring en smeer deze voor montage in met een klein beetje
benzine.
- Controleer met het contact in de 'ON'-stand (zonder de motor te starten) op
brandstoflekkage.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.2 Brandstofsysteem
4.2.3 Brandstoffilter uit- en inbouwen

4.2.3 Brandstoffilter uit- en inbouwen


- Bouw de brandstofdruk af zoals beschreven in deze paragraaf.
- Maak de massakabel van de accu los.
- Breng het voertuig omhoog.
- Plaats een geschikte opvangbak onder het brandstoffilter.
- Maak de ingaande slang los van het brandstoffilter, zie figuur 4.7.

Figuur 4.7: Brandstoffilter uitbouwen

1 Ingaande slang
2 Brandstoffilter
3 Uitgaande slang
... Page 90 of 304

- Maak de uitgaande slang los van de brandstoftoevoerpijp.


- Verwijder het brandstoffilter samen met de uitgaande slang.
- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde.
- Controleer met het contact in de 'ON'-stand (zonder de motor te starten) op
brandstoflekkage.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.2 Brandstofsysteem
4.2.4 Inspuitventielen controleren en uit- en inbouwen

4.2.4 Inspuitventielen controleren en uit- en inbouwen


Speciale gereedschappen van Suzuki
Inspuitventiel-inspectieapparaat . . . . . . . . . 09912-58421
Inspuitventiel-testkabel . . . . . . . . . . . . . 09930-88530

Controleren in de auto

- Controleer met een stethoscoop het geluid van de inspuitventielen wanneer de motor
draait en tijdens het starten van de motor. De cyclus van de geluiden moet variren
afhankelijk van het toerental.
- Zijn geen of abnormale geluiden hoorbaar, controleer dan de draad en de steker van de
inspuitventielen of de inspuitventielen zelf.
- Maak de steker los van het inspuitventiel, sluit een ohmmeter aan tussen de
aansluitingen van het inspuitventiel en controleer de weerstand. Deze dient 11,3-13,8
ohm te bedragen bij een temperatuur van 20 C.
- Valt de weerstand buiten het tolerantiebereik, vernieuw dan het inspuitventiel.
- Sluit de steker stevig op het inspuitventiel aan.

Uitbouwen en controleren

- Bouw de brandstofdruk af volgens de methode beschreven in paragraaf 4.2.2.


- Maak de massakabel van de accu los.
- Maak de stekers van de inspuitventielen los.
- Maak de brandstoftoevoerslang los van de brandstofverdeelbuis.
- Maak de brandstofretourslang los van de brandstofdrukregelaar.
- Verwijder de bouten van de brandstofverdeelleiding.
- Verwijder de inspuitventielen, zie figuur 4.8.
... Page 91 of 304

Figuur 4.8: Verdeelleiding en inspuitventielen

1 Brandstofverdeelbuis
2 Bout
3 Inspuitventiel

- Voer de volgende werkzaamheden uit in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van
open vuur en zonder dat vonken worden veroorzaakt bij het aansluiten en losmaken van
de testkabels op de accu.
- Monteer het inspuitventiel op het speciaal gereedschap 09912-58421.
- Sluit de speciale gereedschappen (slang en hulpstuk) aan op de brandstoftoevoerslang
van de auto.
- Sluit het speciaal gereedschap (testkabel 09930-88530) aan op het inspuitventiel, zie
figuur 4.9.
... Page 92 of 304

Figuur 4.9: Speciale gereedschappen aanbrengen

A Speciaal gereedschap 09912-58421


C Speciaal gereedschap 09930-88530
1 Inspuitventiel
2 Brandstofdrukregelaar
3 Brandstofretourslang
4 Brandstoftoevoerslang

- Breng een geschikt vinylbuisje op het mondstuk van het inspuitventiel aan zodat de
brandstof in een rechte straal naar buiten spuit.
- Plaats een maatbeker onder het inspuitventiel, zoals aangegeven in figuur 4.10.
... Page 93 of 304

Figuur 4.10: Brandstofvolume meten

1 Verbindingsdraad
2 Inspuitventiel
3 Accu
4 Zover mogelijk van elkaar verwijderd

- Maak de steker los van het brandstofpomprelais.


- Verbind met behulp van een verbindingsdraad de twee aansluitingen van de relaissteker,
zoals aangegeven in figuur 4.10.
- Zet gedurende 15 seconden accuspanning op het inspuitventiel en meet het volume van
... Page 94 of 304

de ingespoten brandstof met behulp van een maatbeker. Test ieder inspuitventiel twee-
of driemaal. Het volume van de ingespoten brandstof moet na 15 seconden ongeveer
44-46 cc bedragen.
- Vernieuw het inspuitventiel als het brandstofvolume niet binnen de voorgeschreven
waarden ligt.
- Controleer op brandstoflekkage bij het mondstuk van het inspuitventiel. Bij deze controle
mag het inspuitventiel niet worden bediend (de brandstofpomp moet echter wel
draaien). Vernieuw het inspuitventiel als de brandstoflekkage de grenswaarde van meer
dan 1 druppel per minuut overschrijdt.

Inbouwen

- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


- Vernieuw de O-ring van het inspuitventiel.
- Controleer of de dempingsring niet versleten of beschadigd is. Vernieuw de ring indien
nodig.
- Smeer een dunne laag benzine op de O-ringen en monteer de inspuitventielen
vervolgens in de verdeelleiding en het inlaatspruitstuk.
- Haal de bouten van de verdeelleiding aan en controleer dat de inspuitventielen soepel
ronddraaien.
- Sluit de stekers stevig aan op de inspuitventielen en klem de draden vast.
- Zet het contactslot op ON, maar start de motor niet. Controleer de leidingkoppelingen op
brandstoflekkage.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.2 Brandstofsysteem
4.2.5 Controle brandstofafsluittoerental

4.2.5 Controle brandstofafsluittoerental


- Zet de versnellingshendel in 'vrij' (keuzehendel van automatische transmissie in stand
'P') en trek de parkeerremhendel aan.
- Laat de motor op normale bedrijfstemperatuur komen.
- Controleer of de aircocompressor is uitgeschakeld.
- Luister met een stethoscoop naar het geluid van het inspuitventiel.
- Verhoog het stationair toerental tot boven 3000 1/min en controleer of het bedrijfsgeluid
van het inspuitventiel stopt zodra de gasklep abrupt wordt gesloten.
- Controleer of het bedrijfsgeluid weer hoorbaar is zodra het motortoerental tot minder
dan 2000 1/min is teruggevallen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.2 Brandstofsysteem
4.2.6 Brandstoftank en brandstofpomp

4.2.6 Brandstoftank en brandstofpomp


Brandstofpomp controleren
... Page 95 of 304

- Voer de volgende werkzaamheden uit in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van
open vuur en zorg dat er niet gerookt wordt.
- Verwijder de vuldop en zet het contact in de 'ON'-stand.
- Vanuit de vulmond moet nu het geluid van de brandstofpomp te horen zijn voor een
duur van ongeveer 2 seconden.
- Breng de vuldop weer aan.
- Zet het contact in de 'OFF'-stand en laat het ongeveer 10 minuten in deze stand staan.
- Zet het contact in de 'ON'-stand. Gedurende 2 seconden moet er brandstofdruk gevoeld
worden aan de brandstofretourslang, zie figuur 4.11.

Figuur 4.11: Brandstofpomp controleren


1 Brandstofretourslang

Brandstoftank uit- en inbouwen


... Page 96 of 304

Figuur 4.12: Brandstoftank

1 Brandstoftank
2 Brandstofpomp
3 Brandstofpeilzender
4 Brandstoffilter
5 Vuldop
6 Regelklep brandstoftankdruk
7 Zwart mondstuk
8 Ontluchtingsslang
9 Brandstoftoevoerleiding
10 Brandstofretourleiding
11 Brandstofdampleiding
12 Brandstofdampafscheider
13 Brandstofafsluitklep

- Bouw de brandstofdruk af volgens de methode beschreven in paragraaf 4.2.2.


- Maak de massakabel van de accu los.
- Verwijder het zitkussen van de achterbank.
- Maak de elektrische aansluitingen los van de brandstoftank.
- Breng de auto omhoog.
- Maak de brandstofvulslang los van de brandstoftank en de ontluchtingsslang los van de
vulhals.
- Tap de brandstof uit de brandstoftank af met behulp van een handpomp.
- Maak alle slangverbindingen los en neem de tank onder de auto vandaan.
- Het inbouwen van de brandstoftank gebeurt in omgekeerde volgorde. Zet het contactslot
op ON, maar start de motor niet. Controleer op brandstoflekkage.

Brandstofpomp uit- en inbouwen

- Verwijder de brandstoftank zoals hierboven beschreven.


- Maak de brandstofontluchtingsslang, de brandstofdampslang en de leidingen los van het
brandstofpompelement, zie figuur 4.13.
... Page 97 of 304

Figuur 4.13: Onderdelen brandstofpomp

- Verwijder het brandstofpompelement van de brandstoftank.


... Page 98 of 304

Inspecteren

- Controleer het brandstofpompelement op beschadiging.


- Controleer het aanzuigfilter op tekenen van vervuiling. Indien vuil aanwezig is, het filter
vervangen of reinigen en controleren op aanwezigheid van vuil in de brandstoftank.

Inbouwen

- Reinig de pasvlakken van het brandstofpompelement en de brandstoftank.


- Monteer een nieuwe pakking en plaat op het brandstofpompelement en monteer
vervolgens het brandstofpompelement op de brandstoftank.
- Sluit de brandstofontluchtingsslang, de brandstofdampslang en de leidingkoppelingen
aan op het brandstofpompelement.
- Monteer de brandstoftank onder de auto.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.2 Brandstofsysteem
4.2.7 Stationair toerental en gaskabel

4.2.7 Stationair toerental en gaskabel


Gaskabel afstellen

- Controleer bij gesloten gasklep de speling van het gaspedaal. Deze dient tussen 2-7 mm
te bedragen.
- Ligt de speling buiten het voorgeschreven bereik, stel deze dan af met behulp van de
kabelstelmoer, zie figuur 4.14.
... Page 99 of 304

Figuur 4.14: Gaspedaalspeling afstellen

1 Gaskabel
... Page 100 of 304

2 Stelmoer
a Voorgeschreven pedaalspeling

- Trap het gaspedaal volledig in en meet de afstand tussen de gasklephefboom en de


hefboomaanslag (gasklephuis). Deze dient 0,5-2,0 mm te bedragen.
- Ligt de afstand niet binnen het voorgeschreven bereik, stel deze dan af, zie figuur 4.15.
... Page 101 of 304
... Page 102 of 304

Figuur 4.15: Afstand (b = 0,5-2,0 mm) tussen gasklephefboom (2) en hefboomaanslag (1) afstellen
met behulp van de pedaalaanslagbout (3)

Stationair toerental/werktijd stationair-luchtregeling (IAC) controleren

- Controleer of de aansluitdraden en slangen van de brandstofinspuiting en de


uitlaatgasrecirculatie stevig zijn aangesloten.
- Controleer of de gaskabel niet te strak gespannen is.
- Controleer de klepspeling en stel deze indien nodig af volgens de methode beschreven in
hoofdstuk 2.
- Controleer of het ontstekingstijdstip binnen het tolerantiebereik ligt volgens de methode
beschreven in hoofdstuk 5.
- Controleer of alle stroomverbruikers zijn uitgeschakeld.
- Controleer of het luchtfilter correct gemonteerd is en in goede conditie verkeert. Tevens
mag er geen aanzuiging van abnormale lucht in het luchtinlaatsysteem zijn.
- Zijn de bovenstaande punten in orde, controleer dan als volgt het stationair toerental en
de IAC-werktijd.
- Zet de versnellingshendel in 'vrij' (keuzehendel van automatische transmissie in de
stand P), trek de parkeerrem aan en blokeer de aandrijfwielen.
- Sluit het Suzuki diagnose-uitleesapparaat aan op de datalinksteker, met het contactslot
op OFF, zie figuur 4.16.
... Page 103 of 304

Figuur 4.16: Suzuki diagnosecode-uitleesapparaat aansluiten

(A) Suzuki diagnosecode-uitleesapparaat (09931-76011)


(B) Tech 1 cartridge
(C) 16/14-pens DLC-kabel (09931-76030)

- Laat de motor op normale bedrijfstemperatuur komen.


- Kies de stand Data list (gegevenslijst) op het uitleesapparaat om de IAC-werktijd te
controleren. Zie figuur 4.17 voor het regelsysteem van het stationaire toerental.

Figuur 4.17: Regelsysteem stationair toerental

1 Luchtfilter
2 Luchtaanzuigslang
3 Gasklephuis
4 IAC-klep (regeling stationair toerental)
5 Inlaatspruitstuk
6 Gasklep
7 Luchtstroom

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.3 Storingsdiagnose

4.3 Storingsdiagnose

Suzuki
... Page 104 of 304

Suzuki Alto 16V 2000-2002


4 Benzine-inspuiting
4.3 Storingsdiagnose
4.3.1 Inleiding

4.3.1 Inleiding
Het benzine-inspuitsysteem is uitgerust met een zelfdiagnosesysteem. Optredende storingen
worden in de vorm van storingscodes in een permanent geheugen opgeslagen. Dit geheugen
moet na het verhelpen van de storing(en) worden gewist. Als de accu-aansluiting
losgemaakt wordt, zal de storingscode binnen 30 seconden uit het geheugen verdwenen zijn.
Het storingsgeheugen kan ook worden gewist met behulp van de Suzuki diagnosetester
Tech-1.

Het motorcontrolelampje (zie stuknummer 23 in figuur 4.1) gaat branden als er een storing
(met negatieve consequenties voor de uitlaatgassamenstelling) wordt geconstateerd door de
motorregeleenheid (ECM of PCM). Dit gebeurt volgens 'tweerit-detectie-logica', dus als
dezelfde storing in twee opeenvolgende ritten wordt vastgesteld.

Het motorcontrolelampje gaat knipperen als er een storing wordt geconstateerd die
negatieve gevolgen voor de katalysator heeft. Als er de drie opeenvolgende ritten (nadat de
storing geconstateerd is) geen storingen worden geconstateerd zal het motorcontrolelampje
weer uitgaan. De storingscode blijft echter opgeslagen in het geheugen van de ECM/PCM.
Het motormanagementsysteem bevat tevens een 'fail safe'- voorziening. Dit maakt het
mogelijk om met een defect door te rijden, zij het met enige restricties.

Het storingsgeheugen kan worden uitgelezen (en storingscodes kunnen uit het geheugen
worden gewist) door gebruik te maken van de speciale Suzuki diagnosetester Tech-1 of door
gebruik te maken van een OBD-II-tester die voldoet aan de norm ISO 9141/15031-4.
Hiervoor moet de speciale diagnose-aansluiting worden gebruikt die is weergegeven in figuur
4.18.
... Page 105 of 304
... Page 106 of 304

Figuur 4.18: Diagnose-aansluiting

1 Motorcontrolelampje
2 Suzuki diagnosetester Tech-1

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.3 Storingsdiagnose
4.3.2 Procedure zelfdiagnose

4.3.2 Procedure zelfdiagnose


Controle motorwaarschuwingslampje

- Zet het contact in de 'ON'-stand maar start de motor niet. Het motorcontrolelampje in
het instrumentenpaneel moet gaan branden. Indien het motorcontrolelampje niet gaat
branden, kan de bedrading of gloeilamp kapot zijn.
- Indien de motor vervolgens gestart wordt, moet het motorwaarschuwingslampje
uitgaan. Als het lampje blijft branden, is er een circuitstoring ontdekt. Ook kan de CPU
(microprocessor van de ECM/PCM) defect zijn.

Uitlezen storingscodes

- Breng de Suzuki diagnosetester Tech-1 in gereedheid.


- Zet het contact in de 'OFF'-stand en sluit de diagnosetester aan op de diagnose-
aansluiting, zie figuur 4.18 en figuur 4.19.
... Page 107 of 304

Figuur 4.19: Diagnose-aansluiting


... Page 108 of 304

1 Diagnose-aansluiting
2 Seriele data-aansluiting (ISO 9141)
3 Massa ECM/PCM
4 Massa
5 Seriele data-aansluiting Suzuki

- Zet het contact in de 'ON'-stand en controleer dat het motorcontrolelampje brandt.


- Lees de eventueel aanwezige storingscodes uit. Zie tabel 4.1 voor de betekenis ervan.
- Zet het contact in de 'OFF'-stand nadat de storingsdiagnose is uitgevoerd. Ontkoppel de
diagnosetester.

Tabel 4.1: Storingscodes

P0105 inlaatspruitstukdruksensor (MAP)


P0110 inlaatluchttemperatuursensor (IAT)
P0115 koelvloeistoftemperatuursensor (ECT)
P0120 gaskleppositiesensor (TP)
P0121 gaskleppositiesensor (TP)
P0130 lambdasonde nr.1 (voor)
P0133 lambdasonde nr.1 (voor)
P0134 lambdasonde nr.1 (voor)
P0135 lambdasonde nr.1 (voor, verwarming)
P0136 lambdasonde nr.2 (achter)
P0141 lambdasonde nr.2 (achter, verwarming)
P0171 inspuitsysteem (mengsel te mager)
P0172 inspuitsysteem (mengsel te rijk)
P0300 overslaan meerdere cilinders
P0301 overslaan cilindernummer 1
P0302 overslaan cilindernummer 2
P0303 overslaan cilindernummer 3
P0304 overslaan cilindernummer 4
P0335 krukaspositiesensor
P0340 nokkenaspositiesensor
P0400 uitlaatgasrecirculatiesysteem (EGR)
P0420 driewegkatalysator
P0443 EVAP-klep (brandstofdampafzuigsysteem)
P0480 koelventilateur
P0500 voertuigsnelheidssensor (VSS)
P0505 IAC-klep (regeling stationair toerental)
P0705 transmissiestandschakelaar (AT)
P0720 uitgaand signaal snelheidssensor (AT)
P0751 schakelmagneetklep A defect
P0753 schakelmagneetklep A defect
P0756 schakelmagneetklep B defect
P0758 schakelmagneetklep B defect
P1450 luchtdruksensor
P1451 luchtdruksensor
P1500 startsignaal
P1510 noodvoeding motorregeleenheid
P1600 serieel communicatieprobleem tussen ECM/PCM en
TCM
P1620 code ECU niet geregistreerd
P1621 codes komen niet overeen (startblokkering)
P1622 storing in ECM/PCM
P1623 code ECU komt niet overeen
P1717 D-stand automatische transmissie
P1706 schakelaar parkeer-/neutraalstand

Wissen storingscodes
... Page 109 of 304

- Breng de Suzuki diagnosetester Tech-1 in gereedheid.


- Zet het contact in de 'OFF'-stand en sluit de diagnosetester aan op de diagnose-
aansluiting, zie figuur 4.18 en figuur 4.19.
- Wis de storingscodes volgens de instructies zoals aangegeven in de diagnosetester.
- Zet het contact in de 'OFF'-stand nadat de storingsdiagnose is uitgevoerd en ontkoppel
de diagnosetester.
- Een andere mogelijkheid om de storingscodes te wissen is om de spanning voor 30
seconden of meer van de motorregeleenheid (ECM/PCM) af te halen. Als een opgeslagen
storing gedurende 40 cycli niet gedetecteerd wordt zal deze ook uit het
storingsgeheugen gewist worden.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.3 Storingsdiagnose
4.3.3 Controle van het elektronische regelsysteem

4.3.3 Controle van het elektronische regelsysteem


Controle van het elektronische regelsysteem
De motorregeleenheid van het elektronische regelsysteem (ECM/PCM) is in het
dashboardkastje gemonteerd, zie figuur 4.20.
... Page 110 of 304

Figuur 4.20: Lokatie motorregeleenheid

1 Motorregeleenheid (ECM/PCM)
2 Stekeraansluitingen
3 Testpen voltmeter

De circuits van het regelsysteem kunnen worden gecontroleerd door het meten van spanning
en weerstand aan de stekerverbindingen, zie figuur 4.21. De spanningsmetingen dienen met
... Page 111 of 304

aangesloten stekers te worden uitgevoerd. Bij weerstandsmetingen zal een steker


losgenomen zijn en worden de weerstandswaarden tussen de aansluitingen van de
losgenomen steker gemeten. Let op!

- Het aansluiten van een volt- of ohmmeter op de ECM/PCM met de stekerverbindingen


ontkoppeld, kan ernstige schade veroorzaken.
- Raak de aansluitingen van de ECM/PCM nooit aan.
- Gebruik altijd een voltmeter met een hoge inwendige weerstand (minimaal kilo-
ohm/volt) of een digitale voltmeter.
- Zorg ervoor dat het contactslot in de OFF-stand staat bij het aansluiten of ontkoppelen
van stekerverbindingen.

Figuur 4.21: Stekeraansluitingen motorregeleenheid

1 Motorregeleenheid (ECM/PCM)
2 Stekeraansluitingen

Meten van spanningen aan de ECM/PCM


Controleer met het contactslot in de ON-positie of de accuspanning 11 V of hoger is. Lagere
spanning kan de meetresultaten aan de ECM/PCM benvloeden. Sluit de testpen van de
voltmeter altijd aan op de bedradingszijde van de steker om beschadiging van de
stekeraansluitingen te voorkomen. Zorg er tijdens het meten van de spanningen altijd voor
dat de negatieve testpen van de voltmeter met aarde verbonden is.

- Maak de massakabel los van de accu.


- Bouw de ECM/PCM uit zoals beschreven in paragraaf 4.3.5.
- Sluit de stekers van de ECM/PCM en vervolgens de massakabel van de accu weer aan.

Meet onder de aangegeven condities en met behulp van figuur 4.21 de spanningen van de
volgende aansluitingen:

- Aansluiting E03-1: massa


- Aansluiting E03-2: massa
- Aansluiting E03-3: massa
- Aansluiting E03-4 (afzuigklep van EVAP-koolstoffilter)
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E03-6: (IAC-klep)
Bij stationair toerental (motor warm): 0-13 V
- Aansluiting E03-7 (verwarming lambdasonde-1)
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E03-8 (inspuitventiel nr. 4)
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E03-9 (inspuitventiel nr. 1)
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E03-10: sensormassa
- Aansluiting E03-11: (CMP-sensor, plusaansluiting)
- Aansluiting E03-12: (CMP-sensor, minaansluiting)
... Page 112 of 304

- Aansluiting E03-13: (verwarmde lambdasonde-1)


- Aansluiting E03-14 (koelvloeistoftemperatuur)
Contact op ON, koelvloeistoftemperatuur 80 C: 0,55-0,95 V
- Aansluiting E03-15 (IAT-sensor)
Contact op ON, inlaatluchttemperatuur 20 C: 2,0-2,7 V
- Aansluiting E03-16 (gaskleppositiesensor)
Contact op ON en gasklep in stationairstand: 0,18-1,03 V
Contact op ON en gasklep volledig open: 3,27-4,58 V
- Aansluiting E03-17 (EGR-klep (stappenmotor spoel 3))
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E03-18 (EGR-klep (stappenmotor spoel 1))
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E03-19: niet gebruikt
- Aansluiting E03-20 (bobine): -
- Aansluiting E03-21 (inspuitventiel nr. 2)
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E03-22 (voeding voor sensor)
Contact op ON: 4,75-5,25 V
- Aansluiting E03-23 (CKP-sensor (+)): -
- Aansluiting E03-23: (CKP-sensor (-)): -
- Aansluiting E03-25: -
- Aansluiting E03-26 (MAP-sensor)
Contact op ON, barometrische druk 100 kPa: 3,3-4,0 V
- Aansluiting E03-27: -
- Aansluiting E03-28 (EGR-klep (stappenmotor spoel 4))
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E03-29: (EGR-klep (stappenmotor spoel 2))
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E03-30: niet gebruikt
- Aansluiting E03-31 (inspuitventiel nr. 3)
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E01-1 (aircocompressorkoppeling)
Contact op ON, motor draait en airco en condensorfan ON: 0-1 V
Contact op OFF, motor draait en airco en condensorfan OFF: 10-14V V
- Aansluiting E01-2 (motorwaarschuwingslampje)
Contact op ON en motor uit: 0-2 V
Na het starten van de motor: 0-14 V
- Aansluiting E01-3 (Data-linksteker)
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E01-4 (verwarming van lambdasonde-2)
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E01-5: voeding
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E01-6: voeding
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E01-7: voeding voor reservecircuit
Contact op ON en OFF : 10-14 V
- Aansluiting E01-8 (lampje startonderbreker)
Contact op ON: 0-1 V
Na het starten van de motor: 0-14 V
- Aansluiting E01-9: niet gebruikt
- Aansluiting E01-10 (hoofdrelais)
Contact op OFF: 10-14 V
Contact op ON: 0,4-1,5 V
- Aansluiting E01-11: niet gebruikt
- Aansluiting E01-12: niet gebruikt
- Aansluiting E01-13: (verwarmde lambdasonde-2)
- Aansluiting E01-14: niet gebruikt
- Aansluiting E01-15: niet gebruikt
-
... Page 113 of 304

Aansluiting E01-16 (airco-(ingangs)signaal)


Contact op ON en airco uitgeschakeld: 10-14 V
Contact op ON en airco ingeschakeld: 0-2 V
- Aansluiting E01-17 (elektrisch laadsignaal(achterruitverwarming of verlichting))
Contact op ON en schakelaars achterruitverwarming of verlichting uitgeschakeld: 0-1 V
Contact op ON en schakelaars achterruitverwarming of verlichting ingeschakeld: 10-14 V
- Aansluiting E01-18 (stuurrelais van radiateurventilateur)
Contact op ON, koelvloeistoftemperatuur onder 93 C: 10-14 V
Contact op ON, koelvloeistoftemperatuur 98 C of hoger: 0-1 V
- Aansluiting E01-19 (brandstofpomprelais)
Tot 2 seconden nadat het contact op ON is gezet: 0-1 V
Minimaal 2 seconden nadat het contact op ON is gezet: 10-14 V
- Aansluiting E01-20: afschermingsmassa
- Aansluiting E01-21: niet gebruikt
- Aansluiting E01-22 (brandstofniveausensor (meter))
Contact op ON, brandstoftank helemaal vol: 0-2 V
Contact op ON, brandstoftank leeg: 4,5-7,5 V
- Aansluiting E01-23: niet gebruikt
- Aansluiting E01-24 (schakelaar aanjager)
Contact op ON, schakelaar uit: 10-14 V
Contact op ON, schakelaar aan: 0-2,5 V
- Aansluiting E02-1: niet gebruikt
- Aansluiting E02-2 (signaal stand 'R' automatische transmissie)
Contact op ON, keuzehendel in stand 'R': 10-14 V
Contact op ON, keuzehendel in andere stand dan 'R': 0-1 V
- Aansluiting E02-3 (signaal stand 'P' automatische transmissie)
Contact op ON, keuzehendel in stand 'P': 10-14 V
Contact op ON, keuzehendel in andere stand dan 'R': 0-1 V
- Aansluiting E02-4 (signaal schakelsolenode nr.1)
Contact op ON, keuzehendel in stand 'P': 0-1 V
Contact op ON, keuzehendel in stand 'D': 10-14 V
- Aansluiting E02-5 (signaal schakelsolenode nr.2)
Contact op ON, keuzehendel in stand 'P': 0-1 V
Contact op ON, keuzehendel in stand 'D': 10-14 V
- Aansluiting E02-6 (signaal stand 'D' automatische transmissie)
Contact op ON, keuzehendel in stand 'D': 10-14 V
Contact op ON, keuzehendel in andere stand dan 'D': 0-1 V
- Aansluiting E02-7 (remlichtschakelaar)
Contact op ON, remlichtschakelaar uitgeschakeld: 0-1,5 V
Contact op ON, remlichtschakelaar ingeschakeld: 10-14 V
- Aansluiting E02-8: niet gebruikt
- Aansluiting E02-9 (contactslot)
Contact op ON: 10-14 V
- Aansluiting E02-10 (VSS (-))
Contact op ON: 0,4-0,8 V
- Aansluiting E02-11 (VSS (+))
Contact op ON: 0,4-0,8 V
Contact op ON, linker voorwiel langzaam rondgedraaid en rechter voorwiel geblokkeerd:
uitslag indicator herhaald 0-1V en 4-14V
- Aansluiting E02-12 (signaal stand 'N' automatische transmissie)
Contact op ON, keuzehendel in stand 'N': 10-14 V
Contact op ON, keuzehendel in andere stand dan 'N': 0-1 V
- Aansluiting E02-13 (startsignaal)
Tijdens starten motor: 6-12V
Anders dan deze toestand: 0-1 V
- Aansluiting E02-14: niet gebruikt
- Aansluiting E02-15: niet gebruikt
- Aansluiting E02-16 (signaal stand '2' automatische transmissie)
Contact op ON, keuzehendel in stand '2': 10-14 V
... Page 114 of 304

Contact op ON, keuzehendel in andere stand dan '2': 0-1 V


- Aansluiting E02-17 (signaal stand 'L' automatische transmissie)
Contact op ON, keuzehendel in stand 'L': 10-14 V
Contact op ON, keuzehendel in andere stand dan 'L': 0-1 V

Meten van weerstanden


Sluit de testpen van de ohm-meter altijd aan op de bedradingszijde van de steker om
beschadigingen van de stekeraansluitingen te voorkomen. Zorg er tijdens deze metingen
voor dat het contactslot altijd in de OFF-stand staat. Onderstaande weerstandswaarden zijn
gebaseerd op component-temperaturen van 20 C.
- Maak met het contactslot in de OFF-stand de stekerverbindingen los van de ECM/PCM.

Meet onder de aangegeven condities en met behulp van figuur 4.21 de volgende
weerstandswaarden:

- Aansluiting E03-7 naar E02-6 (verwarming van lambdasonde-1)


Weerstand: 11,7-14,3 ohm
- Aansluiting E01-4 naar E02-9 (verwarming van lambdasonde-2)
Weerstand: 11,7-14,3 ohm
- Aansluiting E03-9 naar E01-5/6 (inspuitventiel nr. 1)
Weerstand: 11,3-13,8 ohm
- Aansluiting E03-21 naar E01-5/6 (inspuitventiel nr. 2)
Weerstand: 11,3-13,8 ohm
- Aansluiting E03-31 naar E01-5/6 (inspuitventiel nr. 3)
Weerstand: 11,3-13,8 ohm
- Aansluiting E03-8 naar E01-5/6 (inspuitventiel nr. 4)
Weerstand: 11,3-13,8 ohm
- Aansluiting E03-28 naar E01-5/6 (EGR-klep (stappenmotor spoel 4))
Weerstand: 20-24 ohm
- Aansluiting E03-17 naar E01-5/6 (EGR-klep (stappenmotor spoel 3))
Weerstand: 20-24 ohm
- Aansluiting E03-29 naar E01-5/6 (EGR-klep (stappenmotor spoel 2))
Weerstand: 20-24 ohm
- Aansluiting E03-18 naar E01-5/6 (EGR-klep (stappenmotor spoel 1))
Weerstand: 20-24 ohm
- Aansluiting E03-4 naar E01-5/6 (afzuigklep van EVAP-koolstoffilter)
Weerstand: 30-34 ohm
- Aansluiting E01-19 naar E02-9 (brandstofpomprelais)
Weerstand: 70-110 ohm
- Aansluiting E01-18 naar E01-5/6 (stuurrelais van radiateurventilateur)
Weerstand: 70-110 ohm
- Aansluiting E01-10 naar E01-7 (hoofdrelais)
Weerstand: 70-110 ohm
- Aansluiting E03-1 naar carrosseriemassa (massa)
Weerstand: continuteit
- Aansluiting E03-2 naar carrosseriemassa (massa)
Weerstand: continuteit
- Aansluiting E03-3 naar carrosseriemassa (massa)
Weerstand: continuteit

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.3 Storingsdiagnose
4.3.4 Controleren van de componenten
... Page 115 of 304

4.3.4 Controleren van de componenten


Gasklephuis controleren en uit- en inbouwen

Controleren
- Controleer of de gasklephefboom soepel beweegt.

Uitbouwen

- Maak de massakabel van de accu los.


- Tap de koelvloeistof af volgens de methode beschreven in hoofdstuk 3.
- Maak de gaskabel los van het gasklephuis.
- Maak de slang van het luchtfilter los van het gasklephuis.
- Maak de stekers van de TP-sensor en van de IAC-klep los.
- Maak het gasklephuis los van het inlaatspruitstuk.
- Maak de koelvloeistofslangen los van het gasklephuis.
- Verwijder het gasklephuis van het inlaatspruitstuk.

Inbouwen

- Verwijder de TP-sensor en de IAC-klep van het gasklephuis.


- Reinig de boring van het gasklephuis en het stationair-luchtkanaal met perslucht.
- Monteer de IAC-klep en de TP-sensor aan het gasklephuis.
- Reinig de pasvlakken en breng een nieuwe gasklephuispakking aan.
- Sluit de koelvloeistofslangen aan.
- Monteer het gasklephuis aan het inlaatspruitstuk.
- Sluit de stekers aan op de TP-sensor en de IAC-klep.
- Monteer de slang en leiding van het luchtfilter.
- Sluit de gaskabel aan en stel de speling ervan af volgens de methode beschreven in
paragraaf 4.2.7.
- Vul het koelsysteem.
- Sluit de massakabel aan de accu aan.

Stationair-luchtregelklep (IAC-klep) controleren en uit- en inbouwen

Uitbouwen

- Verwijder het gasklephuis van het inlaatspruitstuk zoals eerder beschreven in deze
paragraaf.
- Verwijder de IAC-klep van het gasklephuis.

Controleren

- Sluit alle stekers aan op de IAC-klep, de TP-sensor en de IAT-sensor.


- Controleer of de roterende klep van de IAC-klep eenmaal opent en sluit en dan stopt in
een tijdspanne van ongeveer 60 ms zodra het contactslot op ON wordt gezet. Let op!
Deze controle moet worden uitgevoerd door twee personen: n persoon zet het contact
aan terwijl de andere de werking van de klep controleert. Aangezien de klep slechts even
werkt, kan dit gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Voer de controle daarom drie
maal of meerdere keren achter elkaar uit.
... Page 116 of 304

Figuur 4.22: IAC-klep controleren

1 IAC-klep
2 Roterende klep

- Indien de roterende klep niet werkt, controleer dan de bedradingsbundel op


onderbreking of kortsluiting. Als blijkt dat de kabelbundel in orde is, moet de IAC-klep
worden vervangen.

Inbouwen

- Breng een nieuwe O-ring aan op de IAC-klep.


- Monteer de IAC-klep op het gasklephuis.
- Zet de schroeven van de IAC-klep vast met een aanhaalmoment van 3,3 Nm.
- Monteer het gasklephuis zoals eerder beschreven in deze paragraaf.

Absolute spruitstukdruksensor (MAP-sensor) controleren

- Maak de massakabel van de accu los.


- Maak de steker en de slang los van de MAP-sensor.
- Verwijder de MAP-sensor.
- Sluit drie nieuwe 1,5 V-batterijen in serie op elkaar aan (de totaalspanning moet 4,5-5,0
V zijn) en verbind de positieve pool met de Vin-aansluiting en de negatieve pool met de
massa-aansluiting. Controleer vervolgens de spanning tussen de Vout- en massa-
aansluiting (zie figuur 4.23 en vergelijk met tabel 4.2).
... Page 117 of 304

Figuur 4.23: MAP-sensor controleren

1 MAP-sensor
2 1,5 V-batterijen
3 Onderdrukpomp

Tabel 4.2: Uitgangsspanning MAP-sensor


Vin-spanning 4,50-5,50 V, omgevingstemperatuur 20-30 C

Hoogteligging (m) Druk(kPa) Uitgangsspanning (V)


0-610 100-94 3,3-4,3
611-1524 94-85 3,0-4,1
1525-2438 85-76 2,7-3,7
2439-3048 76-70 2,5-3,3

- Vernieuw de sensor indien de gewenste waarden niet worden verkregen.


- Breng de sensor aan en sluit de steker van de sensor stevig aan.

Gaskleppositiesensor (TP-sensor) controleren en uit- en inbouwen

Controleren

- Maak de massakabel van de accu los en trek de steker los van de TP-sensor.
- Meet de weerstand tussen aansluiting (1) en (3) met behulp van een ohmmeter (zie
figuur 4.24). De weerstand moet 4,0-6,0 kilo-ohm bedragen.
... Page 118 of 304

Figuur 4.24: TP-sensor controleren

1 Massa-aansluiting
2 Referentiespanningsaansluiting
3 Uitgangsspanningsaansluiting

- Meet de weerstand tussen aansluiting (2) en (3). De afgelezen waarde moet tussen 600
ohm en 1,2 kilo-ohm liggen, bij gesloten gasklep.
- Meet de weerstand tussen aansluiting (2) en (3). De afgelezen waarde moet tussen de
3,2 en 5,4 kilo-ohm liggen, als de gasklep volledig geopend is.
- Het verschil in weerstand wanneer de gasklep in de stationair-positie staat en wanneer
ze volledig geopend is, mag niet meer dan 1,5 kilo-ohm zijn.
... Page 119 of 304

- Vernieuw de TP-sensor indien de gewenste waarden niet worden verkregen.


- Sluit de steker van de sensor stevig aan.
- Sluit de massakabel op de accu aan.

Uit- en inbouwen

- Maak de massakabel van de accu los.


- Maak de steker los van de TP-sensor.
- Verwijder de TP-sensor van het gasklephuis.
- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
- Monteer de TP-sensor aan het gasklephuis. Plaats de TP-sensor zodanig op het
gasklephuis dat zijn gaten iets verwijderd zijn van de schroefgaten op het gasklephuis,
zoals aangegeven in figuur 4.25.
... Page 120 of 304

Figuur 4.25: TP-sensor inbouwen

1 TP-sensor
2 Schroefgat van TP-sensor
3 Schroefgat van gasklephuis
4 Draairichting

- Draai vervolgens de TP-sensor in de richting van de pijl om de gaten op n lijn te


... Page 121 of 304

brengen.
- Zet de TP-sensor met een aanhaalmoment van 2,0 Nm vast.
- Sluit de steker stevig op de sensor aan en sluit de massakabel op de accu aan.

Inlaatluchttemperatuursensor (IAT-sensor) controleren en uit- en inbouwen

Uitbouwen

- Maak de massakabel van de accu los.


- Maak de steker los van de IAT-sensor.
- Maak de IAT-sensor los van de slang van het luchtfilter.

Controleren

- Dompel het temperatuur-aftastdeel van de sensor in water (of ijs) en meet de weerstand
tussen de aansluitingen van de sensor terwijl het water langzaam wordt verwarmd. Bij
20 C moet de weerstand 2,21-2,69 kilo-ohm bedragen en bij 80 C 0,322 kilo-ohm.
- Vernieuw de sensor indien deze niet aan de meetwaarden voldoet.

Inbouwen

- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


- Maak de pasvlakken van de sensor en de uitlaatslang van het luchtfilter schoon.
- Sluit de steker van de sensor stevig aan.
- Sluit de massakabel op de accu aan.

Koelvloeistoftemperatuursensor (ECT-sensor)

Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
ECT-sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 (1,5)

Uitbouwen

- Maak de massakabel van de accu los.


- Tap de koelvloeistof af volgens de methode beschreven in hoofdstuk 3.
- Maak de steker los van de ECT-sensor.
- Verwijder de sensor uit het thermostaathuis.

Controleren
- Dompel het temperatuur-aftastdeel van de sensor in water (of ijs) en meet de
weerstand tussen de aansluitingen (A) en (B) van de sensor terwijl het water langzaam
wordt verwarmd, zie figuur 4.26.
... Page 122 of 304
... Page 123 of 304

Figuur 4.26: ECT-sensor controleren

1 ECT-sensor
A Aansluiting
B Aansluiting

- Bij 0 C moet de weerstand 5,74 kilo-ohm bedragen, bij 20 C 2,297-2,595 kilo-ohm, bij
40 C 1,15 kilo-ohm, bij 60 C 0,584 kilo-ohm en bij 80 C 0,298-0,320 kilo-ohm.
- Vernieuw de sensor indien deze niet aan de meetwaarden voldoet.

Inbouwen

- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


- Maak de pasvlakken van de sensor en het thermostaathuis schoon.
- Controleer de O-ring op beschadiging en vernieuw deze indien nodig.
- Zet de ECT-sensor met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.
- Sluit de steker van de sensor stevig aan.
- Vul het koelsysteem volgens de methode beschreven in hoofdstuk 3.

Lambdasonde (sensor-1 en sensor-2) controleren en uit- en inbouwen

Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Lambdasonde. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 (4,5)

Controleren

- Maak de steker van de sensor los.


- Meet met behulp van een ohmmeter de weerstand tussen de aansluitingen Vb en GND
van de sensorsteker, zie figuur 4.27.

Figuur 4.27: Lambdasonde controleren


1 Aanzicht vanaf aansluitingzijde

- De weerstand van de verwarming van de lambdasonde moet 11,7-14,3 ohm bij een
temperatuur van 20 C bedragen. Let op! De temperatuur van de sensor benvloedt de
weerstandswaarde in sterke mate. Zorg ervoor dat de verwarming van de sensor de
... Page 124 of 304

juiste temperatuur heeft.


- Vernieuw de sensor indien deze niet aan de meetwaarden voldoet.
- Sluit de steker van de sensor stevig aan.

Uit- en inbouwen

- Maak de massakabel van de accu los.


- Om sensor-1 uit te bouwen moet het deksel van het uitlaatspruitstuk worden verwijderd.
Neem de steker los en verwijder de lambdasonde van het uitlaatspruitstuk.
- Sensor-2 is in de voorste uitlaatpijp gemonteerd. Krik de auto op, neem de steker los en
verwijder de lambdasonde uit de uitlaatpijp.
- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
- Zet de lambdasonde met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.
- Sluit de steker van de sensor aan en klem de kabelbundel stevig vast.
- Start na het aanbrengen van de sensor de motor en controleer op uitlaatgaslekkage.

Voertuigsnelheidssensor (VSS) controleren (handgeschakelde transmissie)

- Neem het instrumentenpaneel uit het dashboard.


- Sluit een ohmmeter aan tussen aansluitingen 2 en 3 zoals is aangegeven in figuur 4.28.
... Page 125 of 304

Figuur 4.28: Voertuigsnelheidssensor controleren

1 Snelheidsmeterkabelaansluiting
2 Massa-aansluiting
3 Aansluiting VSS

- Draai de kabelaansluiting rond met behulp van een schroevendraaier.


- De wijzer van de ohmmeter moet hierbij 4 maal uitslaan bij een omwenteling van de
kabelaansluiting. Indien dat niet het geval is moet het instrumentenpaneel worden
vervangen.

Voertuigsnelheidssensor (VSS) controleren (automatische versnellingsbak)


... Page 126 of 304

- Meet de weerstand van de voertuigsnelheidsensor zoals is weergeven in figuur 4.29. Deze


moet tussen de 100 en 300 ohm liggen. De uitgaande spanning van de sensor moet
ongeveer 1,0V bedragen bij een snelheid van 40 km/h.

Figuur 4.29: Voertuigsnelheidssensor (1) controleren

Hoofdrelais en brandstofpomprelais controleren

- Maak de massakabel van de accu los.


- Verwijder het hoofdrelais, zie figuur 4.30 voor de lokatie ervan.
... Page 127 of 304

Figuur 4.30: Relais controleren


... Page 128 of 304

1 Hoofdrelais
2 Brandstofpomprelais

- Controleer de weerstand over aansluitingen A en B. Deze moet oneindig groot zijn.


- Controleer de weerstand over aansluitingen C en D. Deze moet tussen de 70 en 110
ohm liggen.
- Vervang het relais indien de meetwaarden anders liggen.
- De controleprocedure voor het brandstofpomprelais komt overeen met de bovenstaande
procedure. Zie figuur 4.30 voor de lokatie ervan.

Onderdelen van het EGR-systeem controleren

Systeem controleren

- Sluit het Suzuki-diagnoseapparaat aan op de diagnosesteker (zie figuur 4.18) terwijl het
contactslot op OFF staat.
- Zet het contactslot op ON en kies de stand DATA LIST op het uitleesapparaat.
- Zorg ervoor dat de condities van de auto als volgt zijn: rijsnelheid: 0 km/u,
koelvloeistoftemperatuur minimaal 80 C, motortoerental lager dan 3000 1/min.
- Wis de diagnose-storingscode (DTC) in de stand CLEAR INFO.
- Laat de motor stationair draaien (gaspedaal niet intrappen) en open de EGR-klep in de
stand STEP EGR van het menu MISC TEST. In deze toestand moet het stationair
toerental afnemen naarmate de EGR-klep meer wordt geopend. Is dit niet het geval, dan
is dit waarschijnlijk te wijten aan een verstopt EGR-gaskanaal, een geblokkeerde of
defecte EGR-klep, een slecht werkende ECT-sensor of TP-sensor of een diagnose-
storingscode (DTC) die in de ECM is opgeslagen.

EGR-klep controleren
- Controleer de weerstand tussen aansluitingen A en B, C en B, F en E en D en E van de
EGR-klep. De standaardweerstand is bij alle metingen 20-24 ohm, zie figuur 4.31.

Figuur 4.31: EGR-klep controleren


... Page 129 of 304

1 EGR-klep
2 Steker

- Vernieuw de EGR-klep indien een defect wordt vastgesteld.


- Verwijder de koolresten uit het gaskanaal van de EGR-klep. Let op! Gebruik geen
gereedschap met scherpe randen voor het verwijderen van koolresten.
- Inspecteer de EGR-klep, de klepzitting en de steel op fouten, barsten, verbuiging en
andere beschadigingen. Vernieuw de EGR-klep indien een defect wordt vastgesteld.

Onderdelen van het brandstofdampafzuigsysteem

Afzuiging van EVAP-koolstoffilter controleren

- Zet de versnellingshendel in 'vrij' (keuzehendel van automatische transmissie in stand


'P') en trek de parkeerremhendel aan.
- Maak de afzuigslang los van het EVAP-koolstoffilter, zie figuur 4.32.

Figuur 4.32: Koolstoffilter met afzuigslang (1)

- Houd een vinger tegen het uiteinde van de losgemaakte slang en controleer of er geen
onderdruk voelbaar is wanneer de motor koud is en met stationair toerental draait.
- Sluit de afzuigslang opnieuw aan op het EVAP-koolstoffilter en laat de motor op normale
bedrijfstemperatuur komen.
- Maak de afzuigslang los van het EVAP-koolstoffilter.
- Controleer of er onderdruk voelbaar is wanneer de motor met stationair toerental draait.
Let op! Het afzuigsysteem zuigt alleen af (onderdruk voelbaar op de afzuigslang)
wanneer de motor voldoende is opgewarmd en de verwarmde lambdasonde volledig
geactiveerd is. Wanneer de afzuigslang wordt losgemaakt, wordt tevens lucht in de
afzuigleiding gezogen. Het gevolg hiervan is dat de ECM een verandering in de
afzuiggasconcentratie vaststelt en het afzuigen soms stopt, maar dit is niet abnormaal.
- Indien het gewenste resultaat niet wordt bereikt, controleer dan het onderdrukkanaal,
de slangen, de afzuigklep van het EVAP-koolstoffilter, de bedradingsbundel en de ECM.
... Page 130 of 304

Onderdrukkanaal controleren

- Start de motor en laat deze stationair draaien.


- Maak de onderdrukslang los van de afzuigklep van het EVAP-koolstoffilter, zie figuur 4.33.

Figuur 4.33: Onderdrukslang losmaken

- Houd een vinger tegen het uiteinde van de losgemaakte slang en controleer of er
onderdruk voelbaar is.
- Is dat niet het geval, reinig dan het onderdrukkanaal met behulp van perslucht.

Onderdrukslangen controleren

- Controleer de slangen op juiste verbinding, lekkage, verstopping en veroudering.


- Vernieuw de slangen indien nodig.

Afzuigklep van EVAP-koolstoffilter controleren.

- Maak de steker van de afzuigklep los terwijl het contactslot op OFF staat.
- Controleer de weerstand tussen de twee aansluitingen van de afzuigklep, zie figuur 4.34.
Deze dient bij 20 C 30-34 ohm te bedragen.
... Page 131 of 304

Figuur 4.34: Afzuigklep controleren

- Maak de onderdrukslangen los van het inlaatspruitstuk en de pijp.


- Met de steker ontkoppeld mag er bij blazen in slang A geen lucht uit aansluiting B
komen, zie figuur 4.35.
... Page 132 of 304

Figuur 4.35: Afzuigklep controleren

- Breng een spanning aan van 12 V op de aansluitingen van de afzuigklep en controleer of


er lucht uit aansluiting B komt, als er lucht in slang A geblazen wordt.

EVAP-koolstoffilter controleren

- Controleer visueel de buitenzijde van het EVAP-koolstoffilter.


- Maak de onderdrukslangen los van het EVAP-koolstoffilter.
- Controleer of er geen belemmering van de luchtstroom is in de afzuigleiding en de
luchtleiding wanneeer lucht in de tankleiding wordt geblazen, zie figuur 4.36.

Figuur 4.36: EVAP-koolstoffilter controleren

1 Afzuigleiding
2 Luchtleiding
3 Tankleiding

- Vernieuw het koolstoffilter indien een defect wordt vastgesteld.


... Page 133 of 304

Carterventilatiesysteem (PCV-systeem) controleren

PCV-slangen controleren

- Controleer de slangen op juiste verbinding, lekkage, verstopping en slijtage.


- Vernieuw de slangen indien nodig.

PCV-klep controleren

- Maak de PCV-klep los van het kleppendeksel en steek een plug in het vrijgekomen gat in
het kleppendeksel.
- Laat de motor stationair draaien.
- Houd een vinger tegen het uiteinde van de PCV-klep om te controleren op onderdruk.
- Indien er geen onderdruk aanwezig is, controleer dan op verstopping van de klep.
Vernieuw de klep indien nodig.
- Zet na het controleren op onderdruk de motor af en verwijder de PCV-klep.
- Schud de klep heen en weer en luister of het rammelende geluid van de controlenaald in
de klep hoorbaar is. Vernieuw de klep als het geluid niet hoorbaar is.
- Verwijder na het controleren de plug en monteer de PCV-klep aan het kleppendeksel.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
4 Benzine-inspuiting
4.3 Storingsdiagnose
4.3.5 Uit- en inbouwen van componenten

4.3.5 Uit- en inbouwen van componenten


Elektronische motorregeleenheid (ECM/PCM) uit- en inbouwen

- Maak de massakabel van de accu los.


- Verwijder het deksel van het handschoenenkastje en de bekleding, zie figuur 4.37.
... Page 134 of 304

Figuur 4.37: Elektronische motorregeleenheid uitbouwen

1 Elektronische motorregeleenheid (ECM/PCM)


2 Bekleding

- Maak de stekers los van de ECM/PCM.


- Draai de bevestigingsmoeren los en verwijder de ECM/PCM.
- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
- Sluit de stekers stevig op de ECM/PCM.
- Registreer de ECM/startonderbrekercode in de ECM/PCM met behulp van Suzuki
diagnosetester Tech-1A.

Krukaspositiesensor (CKP) uit- en inbouwen

- Breng het voertuig omhoog.


- Maak de steker los van de krukaspositiesensor, zie figuur 4.38.
... Page 135 of 304

Figuur 4.38: Krukaspositiesensor (CKP) uitbouwen

- Verwijder de krukaspositiesensor.
- Het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde. Controleer dat de sensor en de
vertanding vrij zijn van verontreinigingen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
5 Ontsteking

5. Ontsteking
... Page 136 of 304

In het hoofdstuk "Ontsteking" vindt u een beschrijving van het ontstekingssysteem, het
controleren van het ontstekingstijdstip, controles van de verschillende onderdelen en het uit-
en inbouwen van de verschillende onderdelen.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
5 Ontsteking
5.1 Inleiding

5.1 Inleiding
De G10BB-motor is voorzien van een elektronisch ontstekingssysteem, dat door het
motormanagementsysteem wordt geregeld. Het systeem bestaat uit een ontstekingsmodule,
een bobine, een stroomverdeler, hoogspanningskabels en vier bougies en maakt gebruik van
informatie van de CMP-sensor (krukaspositiesensor, gelokaliseerd in de verdeler), de TP-
sensor (gaskleppositie), de ECT-sensor (koelvloeistoftemperatuur) en de MAP-sensor
(inlaatspruitstukdruksensor), op basis waarvan de regeleenheid het optimale
ontstekingstijdstip kiest en de ontstekingsmodule aanstuurt. Zie figuur 5.1 voor de
montageplaats van de diverse onderdelen. Raadpleeg ook hoofdstuk 4 omdat bepaalde
onderdelen eveneens een taak bij de brandstofinspuiting vervullen.

Figuur 5.1: Lokatie onderdelen ontsteking

1 Motorregeleenheid PCM
2 Ruisonderdrukker
3 Bougie
4 Verdeler inclusief CMP-sensor
5 Bougiekabel
6 Bobine
7 Krachtbron (ontsteker)
... Page 137 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
5 Ontsteking
5.2 Ontstekingsvonktest uitvoeren

5.2 Ontstekingsvonktest uitvoeren


- Maak alle stekers los van de inspuitventielen (zie figuur 5.2).

Figuur 5.2: Stekers (1) aan inspuitventielen (2)

- Maak de bougiekabels los van de bougies. Let op! Altijd lostrekken aan de bougiekap.
- Verwijder de bougies en controleer hun conditie en het juiste type.
- Zijn de bougies in orde, sluit ze dan op de bougiekabels aan.
- Verbind de bougies met massa.
- Laat de startmotor draaien en controleer of alle bougies vonken.
- Is er geen vonk, controleer dan de hoogspanningskabels, bougies, bobine,
stroomverdeler, enzovoort volgens de methoden beschreven in de volgende paragrafen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
5 Ontsteking
5.3 Ontstekingstijdstip controleren en afstellen
... Page 138 of 304

5.3 Ontstekingstijdstip controleren en afstellen


Ontstekingsvolgorde 1-3-4-2
Plaats eerste cilinder distributiezijde
Ontstekingstijdstip (bij 5 3 voor BDP
stationair toerenta)

- Sluit het Suzuki diagnose-uitleesapparaat aan op de datalinksteker, met het contactslot


op OFF, zie figuur 4.16.
- Zet de versnellingshendel in de 'vrij'-stand (keuzehendel van automatische transmissie
in stand P) en trek de parkeerrem aan.
- Start de motor en laat deze op normale bedrijfstemperatuur komen.
- Controleer of alle elektrische verbruikers zijn uitgeschakeld, met uitzondering van de
ontsteking.
- Controleer of het stationair toerental binnen het tolerantiebereik ligt volgens de methode
beschreven in paragraaf 4.2.7.
- Selecteer stand 'MISC' van het Suzuki diagnose-uitleesapparaat en stel het
onstekingstijdstip als volgt af:
- Verwijder het luchtfilterhuis en controleer met behulp van een stroboscooplamp of het
onstekingstijdstip binnen de specificatie ligt, zie figuur 5.3. Stel zonodig af door de
verdeler te verdraaien.

Figuur 5.3: Ontstekingstijdstip

- Nadat de verdelerbouten weer vastgezet zijn met een aanhaalmoment van 13 Nm moet
nogmaals het ontstekingstijdstip worden gecontroleerd.
- Verlaat stand 'MISC' van het Suzuki diagnose-apparaat en verwijder het diagnose-
apparaat.
- Controleer nu weer het ontstekingstijdstip bij stationair toerental. Dit moet ongeveer 12
voor BDP liggen. Controleer tevens dat bij een toenemend toerental het
ontstekingstijdstip vervroegt.
... Page 139 of 304

- Indien bovenstaande controles niet de gewenste resultaten opleveren, moet de


motorregeleenheid (PCM) worden gecontroleerd.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
5 Ontsteking
5.4 Bougiekabels controleren

5.4 Bougiekabels controleren


- Trek de hoogspanningskabel los van de bobine.
- Maak de klem van de bougiekabels los van het kleppendeksel.
- Verwijder de verdelerkap met de bougiekabels nog aangesloten.
- Trek de bougiekabels aan de kap los van de bougies.
- Meet de weerstand van de kabels met een ohmmeter. Deze dient ongeveer 7 kilo-
ohm/m te bedragen (type Z-7E).
- Valt de weerstand buiten het tolerantiebereik, controleer dan de aansluiting van de
stroomverdeler en vernieuw indien nodig de kabel(s) en/of de verdelerkap. Let op!
Gebruik als vervanging geen kabels met metalen kerndraad.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
5 Ontsteking
5.5 Bougies controleren en afstellen

5.5 Bougies controleren en afstellen


Elektrodenafstand in mm

NGK BKR6E 0,7-0,8


Denso K20PR- 0,7-0,8
U

Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Bougie 15 (1,5)

- Controleer de elektroden op slijtage en vervang de bougie zodra de middenelektrode


rond begint af te slijten.
- Controleer de isolator op barsten en vervang in dat geval de bougie.
- Controleer de elektrodenafstand.
- Breng altijd bougies van de juiste warmtegraad aan en zet ze na het afstellen van de
elektrodenafstand met het juiste aanhaalmoment vast.
- Controleer de bougiekabels op barsten en andere beschadigingen en ga na of ze goed
contact maken.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
5 Ontsteking
5.6 Ruisonderdrukker controleren
... Page 140 of 304

5.6 Ruisonderdrukker controleren


- Maak de steker los van de ruisonderdrukker, zie figuur 5.1 voor de lokatie.
- Controleer met een ohmmeter of de condensators niet geleidend zijn en de weerstand
een weerstandswaarde heeft van ongeveer 2,2 kilo-ohm, zie figuur 5.4.

Figuur 5.4: Ruisonderdrukker controleren

1 Ohmmeter
2 Ruisonderdrukker
a-b Geen geleiding
a-c Geen geleiding
c-d Weerstand 2,2 kilo-ohm (geleiding)

- Vernieuw de ruisonderdrukker als het meetresultaat niet voldoet.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
5 Ontsteking
5.7 Krachtbron (ontsteker) controleren

5.7 Krachtbron (ontsteker) controleren


Gebruik voor deze inspectie drie nieuwe batterijen van 1,5 V, een gloeilamp van 12 V en 3,4
W en een accu van 12 V (volledig opgeladen).

- Verwijder het bobine/krachtbron-samenstel uit de auto, zie figuur 5.1.


- Maak de krachtbron los van de steun.

- Sluit drie nieuwe batterijen van 1,5 V in serie aan (de totale spanning moet ongeveer
4,7 V zijn).
- Sluit de gloeilamp aan tussen de c-aansluiting van de krachtbron en de pluspool (+) van
... Page 141 of 304

de accu en sluit vervolgens de minpool (-) van de accu aan op het ontstekerhuis.
Verbind vervolgens de pluspool (+) van de accu met de b-aansluiting van de ontsteker.
In al de voorgaande gevallen mag de gloeilamp niet oplichten.

Figuur 5.5: Krachtbron (ontsteker) controleren

1 Drie batterijen van 1,5 V


2 Gloeilamp van 12 V en 3,4 W
3 Krachtbron (ontsteker)
4 Accu van 12 V
a Aansluiting
b Aansluiting
c Aansluiting

- Sluit de pluspool (+) van de drie in serie aangesloten batterijen van 1,5 V aan op de a-
aansluiting en de minpool (-) op het ontstekerhuis en controleer of de gloeilamp niet
oplicht.
- Vervang de krachtbron indien de inspectie niet het gewenste resultaat oplevert.
- Monteer de krachtbron.
... Page 142 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
5 Ontsteking
5.8 Bobine controleren

5.8 Bobine controleren


- Trek de hoogspanningskabel aan de kap los van de bobine.
- Maak de steker van de bobine los.
- Meet de weerstand van de primaire en de secundaire spoel. Bij 20 C dient deze 1,33-
1,63 ohm voor de primaire spoel en 10,7-14,5 kilo-ohm voor de secundaire spoel te
bedragen, zie figuur 5.6.
... Page 143 of 304

Figuur 5.6: Bobine controleren

1 Steker bobine
A Primaire weerstand
B Secundaire weerstand

- Vernieuw de bobine indien de weerstand buiten het tolerantiebereik valt.

Suzuki
... Page 144 of 304

Suzuki Alto 16V 2000-2002


5 Ontsteking
5.9 Stroomverdeler en CMP-sensor controleren

5.9 Stroomverdeler en CMP-sensor controleren


- Controleer de kap en de rotor op scheuren en controleer de aansluitingen op corrosie en
slijtage. Vernieuw de kap en de rotor indien nodig.
- Verwijder de verdelerkap en de rotor.
- Meet de luchtspleet tussen de impulsrotortanden en de CMP-sensor (impulsgever) met
behulp van een voelermaat (zie figuur 5.7). De luchtspleet dient 0,2-0,4 mm te
bedragen.
... Page 145 of 304

Figuur 5.7: Luchtspleet stroomverdeler meten

1 Impulsrotor
2 CMP-sensor (impulsgever)
3 Luchtspleet
... Page 146 of 304

4 Schroeven

- Valt de breedte van de luchtspleet niet binnen het tolerantiebereik, draai dan de
bevestigingsschroeven van de CMP-sensor (impulsgever) los.
- Stel de luchtspleet op de juiste waarde af door de sensor met een platte
schroevendraaier te verschuiven.
- Haal na het afstellen de bevestigingsschroeven weer aan en controleer de luchtspleet
opnieuw.
- Controleer of de vertanding van de CMP-sensor vrij is van metaaldeeltjes.
- Breng de verdelerkap en de rotor aan.
- Maak de steker van de stroomverdelerdraad los, zie figuur 5.8. Meet de weerstand van de
opneemspoel (CMP-sensor) met een ohmmeter. De weerstand dient bij -10 C tot 50 C
185-275 ohm te bedragen. Bij een temperatuur van 50 C tot 100 C dient de weerstand
240 tot 325 ohm te bedragen.

Figuur 5.8: Steker (1) losmaken

- Vernieuw de CMP-sensor (impulsgever) als volgt wanneer de weerstand buiten het


tolerantiebereik valt:
- Verwijder de verdelerkap en de rotor.
- Verwijder de bevestigingsschroeven van de CMP-sensor (impulsgever) en de schroeven
van de aansluitdraadklem.
- Vernieuw de CMP-sensor (impulsgever)
- Stel de luchtspleet van de impulsrotor op de voorgeschreven waarde af volgens de
hiervoor beschreven methode.
... Page 147 of 304

- Breng de rotor, de verdelerkap-afdichtring en de verdelerkap aan.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
6 Koppeling

6. Koppeling
In het hoofdstuk "Koppeling" vindt u een beschrijving van de koppeling, het uit- en inbouwen
van de koppeling en het uit- en inbouwen van de overige koppelingsdelen.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
6 Koppeling
6.1 Inleiding

6.1 Inleiding
De Suzuki Alto is uitgerust met een enkelvoudige drogeplaatkoppeling. Als verend element in
de drukgroep wordt een diafragmaveer gebruikt. De koppeling wordt via een kabel bediend.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
6 Koppeling
6.2 Koppelingspedaal afstellen

6.2 Koppelingspedaal afstellen


Afstelgegevens koppeling

Vrije slag koppelingspedaal


aan het pedaal 15-20
mm
aan de hefboom 2-4 mm

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
6 Koppeling
6.2 Koppelingspedaal afstellen
6.2.1 Hoogte van het koppelingspedaal afstellen

6.2.1 Hoogte van het koppelingspedaal afstellen


- Stel de hoogte van het koppelingspedaal af met behulp van de afstelbout (1 in figuur
6.1). De afstand 'a' in de afbeelding moet ongeveer 16 tot 17 mm zijn.
- Zet na het afstellen de borgmoer vast.
... Page 148 of 304

Figuur 6.1: Afstellen van de hoogte van het koppelingspedaal

1 Afstelbout
2 Borgmoer
3 Pedaalsteun
4 Koppelingspedaal
a 16-17 mm

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
6 Koppeling
6.2 Koppelingspedaal afstellen
6.2.2 Vrije slag koppelingspedaal afstellen
... Page 149 of 304

6.2.2 Vrije slag koppelingspedaal afstellen


- Druk het koppelingspedaal in tot er weerstand voelbaar wordt en meet de vrije slag
(figuur 6.2).

Figuur 6.2: Vrije slag van koppelingspedaal meten

1 Koppelingspedaal
b Vrije slag aan pedaal

- Stel de vrije slag aan het koppelingspedaal af met behulp van de buitenste moer van de
koppelingskabel (3 in figuur 6.3). Controleer dan tevens de vrije slag aan de hefboom.
... Page 150 of 304

Figuur 6.3: Vrije slag van koppelingspedaal afstellen

1 Ontkoppelingshefboom
2 Koppelingskabel
3 Afstelmoer
c Vrije slag aan hefboom

- Controleer de werking van de koppeling bij draaiende motor.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
6 Koppeling
6.2 Koppelingspedaal afstellen
6.2.3 Koppelingskabel vervangen

6.2.3 Koppelingskabel vervangen


- Verwijder de afstelmoer en maak de pen los van de kabel.
- Verwijder de twee bevestigingsbouten (2 in figuur 6.4) van de kabeldoorvoer.
... Page 151 of 304

Figuur 6.4: Koppelingskabel vervangen

1 Schutbord
2 Bevestigingsbouten
A Plaats waar afdichtkit moet worden aangebracht

- Verwijder de kabel.
- Het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van het uitbouwen. Zorg ervoor dat op
plaats 'A' in figuur 6.4 afdichtkit wordt gesmeerd. Stel de kabel af zoals beschreven in
paragraaf 6.2.2 en controleer de werking van de koppeling bij draaiende motor.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
... Page 152 of 304

6 Koppeling
6.3 Koppeling uit- en inbouwen

6.3 Koppeling uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Vliegwielbouten 68-72 (6,8-


7,2)
Bevestigingsbouten drukgroep 18-28 (1,8-
2,8)

Speciaal gereedschap Suzuki

Blokkeerstuk vliegwiel 09924-17810


Lagertrekker ingaande as 09917-58010
Montagestift lager ingaande as 09925-98210
Centreerdoorn 09923-36330

Figuur 6.5: Koppeling en ontkoppelingsvork en as in onderdelen

1 Keerring
2 Lagerbus (nr. 2)
3 Veer
... Page 153 of 304

4 Koppelingsvork en as
5 Lagerbus (nr. 1)
6 Druklager
7 Drukgroep
8 Koppelingsplaat
9 Drukgroepbout
10 Veerring
11 Vliegwiel

Uitbouwen

- Bouw de motor met versnellingsbak uit zoals beschreven in paragraaf 2.8 en neem de
versnellingsbak los van de motor. Of bouw de versnellingsbak uit zoals beschreven in
paragraaf 7.4.
- Merk de positie van de drukgroep ten opzichte van het vliegwiel indien de koppeling
opnieuw gebruikt wordt.
- Blokkeer het vliegwiel (gebruik zo nodig Suzuki speciaal gereedschap 09924-17810) en
draai de drukgroepbouten kruiselings en gelijkmatig los.
- Verwijder de drukgroep en de koppelingsplaat.
- Verwijder het lager van de ingaande as met behulp van speciaal gereedschap 09917-
58010 en een steeksleutel en controleer of het lager soepel draait.

Figuur 6.6: Lager verwijderen

1 Lager ingaande as
2 Vliegwiel
B Speciaal gereedschap

- Verwijder het vliegwiel.


... Page 154 of 304

- Meet met behulp van een schuifmaat de diepte van de klinknagels van de
koppelingsplaat. Als de diepte minder is dan 0,5 mm, moet de koppelingsplaat worden
vervangen.
- Controleer de diafragmaveer en de drukplaat op slijtage en beschadigingen. Vervang zo
nodig de drukgroep.
- Controleer het contactvlak van het vliegwiel waar de koppelingsplaat tegenaan komt op
slijtage of beschadiging.

Inbouwen

- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen. Gebruik speciaal


gereedschap 09925-98210 om het lager van de ingaande as te monteren.
- Centreer de koppelingsplaat met een centreerdoorn (speciaal gereedschap 09923-
36330) of een oude prise-as.
- Monteer de drukgroep en let erop dat de zelf aangebrachte merktekens weer tegenover
elkaar staan. Zet de drukgroep kruiselings en gelijkmatig met het juiste aanhaalmoment
vast. Verwijder de centreerdoorn.
- Breng voor het inbouwen van de versnellingsbak vet aan op de spiebanen van de
ingaande as, zie hoofdstuk 7 voor het inbouwen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
6 Koppeling
6.4 Ontkoppelingsmechanisme uit- en inbouwen

6.4 Ontkoppelingsmechanisme uit- en inbouwen


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Koppelingshefboom op as 10-16 (1,0-1,6)

Speciaal gereedschap Suzuki

Demontagegereedschap lagerbus09922-
46010
Slagtrekker 09930-
30102
Pijp 09923-
46020

Uitbouwen

- Draai de bout los en verwijder de koppelingshefboom.


- Verwijder het druklager en de terugtrekveer.
- Verwijder lagerbus nr. 2 en de keerring met behulp van speciaal gereedschap 09922-
46010 en een hamer en verwijder de ontkoppelingsas (zie figuur 6.7).
... Page 155 of 304

Figuur 6.7: Lagerbus nr. 2 verwijderen

1 Ontkoppelingsas
A Speciaal gereedschap

- Verwijder lagerbus nr. 1 met behulp van een tap (M 16 x 1,5) en een bijpassende pijp
(speciaal gereedschap 09923-46020) die over de tap heen geschroefd kan worden. Tik
de lagerbus er met een slagtrekker uit (speciaal gereedschap 09930-30102), zie figuur
6.8.
... Page 156 of 304

Figuur 6.8: Lagerbus nr. 1 verwijderen

1 Tap (M 16 x 1,5)
B Pijp
C Slagtrekker

- Controleer het druklager door het te verdraaien terwijl er druk op uitgeoefend wordt. Bij
zwaar lopen, rammelen of haperen, moet het worden vervangen.

Inbouwen

- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


- Monteer een nieuwe lagerbus (nr. 1) met behulp van speciaal gereedschap 09923-
46020, een stempel en een hamer. Smeer wat vet aan de binnenkant van de lagerbus.
- Monteer de ontkoppelingsas en de terugtrekveer.
- Smeer de binnenkant van lagerbus nr. 2 in met wat vet en monteer het met hetzelfde
gereedschap dat bij het verwijderen gebruikt werd.
- Smeer de keerring in met wat vet en monteer deze met de lip naar de binnenkant toe.
- Monteer de koppelingshefboom op de ontkoppelingsas en zet de bout met het juiste
aanhaalmoment vast.
- Breng vet aan op de ingaande as (spiebanen en voorkant), de binnenkant van het
druklager en de koppelingsvork en monteer de terugtrekveer en het druklager.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
7 Handgeschakelde versnellingsbak en differentieel

7. Handgeschakelde versnellingsbak en differentieel


In het hoofdstuk "Handgeschakelde versnellingsbak en differentieel" vindt u een overzicht
... Page 157 of 304

van de toegepaste versnellingsbakken, een beschrijving van het uit- en inbouwen van de
versnellingsbak, het uit elkaar nemen en in elkaar zetten van de versnellingsbak en het uit-
en inbouwen van het schakelbedieningsmechanisme.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
7 Handgeschakelde versnellingsbak en differentieel
7.1 Inleiding

7.1 Inleiding
De Suzuki Alto is standaard uitgerust met een vijfversnellingsbak. De technische gegevens
van de versnellingsbak staan vermeld in hoofdstuk 18.
... Page 158 of 304

Figuur 7.1: Doorsnede van versnellingsbak/differentieel

1 Ingaande as
2 Synchronisator 5e-versnelling
3 5e-versnellingstandwiel
4 4e-versnellingstandwiel
5 Synchronisator 3e/4e-versnelling
6 3e-versnellingstandwiel
7 Versnellingsbakhuis
8 Achteruit-tandwielas
... Page 159 of 304

9 Achteruit-tandwiel
10 Koppelingshuis
11 Uitgaande as
12 Versnellingsbakdeksel
13 5e-versnellingstandwiel
14 4e-versnellingstandwiel
15 3e-versnellingstandwiel
16 2e-versnellingstandwiel
17 Synchronisator 1e/2e-versnelling
18 1e-versnellingstandwiel
19 Kroonwiel
20 Differentieelhuis
21 Snelheidsmetertandwiel

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
7 Handgeschakelde versnellingsbak en differentieel
7.2 Versnellingsbakolie controleren/verversen

7.2 Versnellingsbakolie controleren/verversen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Aftapplug 25-30 (2,5-3,0)


Vulplug 25-30 (2,5-3,0)

Versnellingsbakolie controleren

- Verwijder de vulplug (3 in figuur 7.2).


- Controleer het olieniveau. De versnellingsbakolie dient tot aan de rand van de vulplug te
staan. Vul zo nodig bij.
... Page 160 of 304

Figuur 7.2: Oliepeil controleren

1 Linkeraandrijfas
2 Aftapplug
3 Vulplug

Versnellingsbakolie verversen

- Verwijder de vulplug.
- Verwijder de aftapplug en tap de versnellingsbakolie af.
- Maak de aftapplug schoon en breng op de schroefdraad een afdichtmiddel aan.
- Zet de aftapplug vast met 25-30 Nm.
- Breng 2,4 liter versnellingsbakolie aan (API GL4 of GL5 SAE 75W-80 of 90, 75W, 80W-
90).
- Breng de vulplug aan.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
7 Handgeschakelde versnellingsbak en differentieel
7.3 Schakelstangen en -pook verwijderen en afstellen

7.3 Schakelstangen en -pook verwijderen en afstellen


- Maak de schakelpook los van de schakelstang door de borgbout en moer (8 in figuur 7.3)
los te draaien.
... Page 161 of 304

Figuur 7.3: Bevestiging schakelpook

1 Verlengstang
2 Moer
3 Schakelpook geleideplaat
4 Bout
5 Schakelstang
6 Uitlaatpijp
7 Schakelpook
8 Borgbout en moer

- Verwijder de vier bouten van de geleideplaat, draai de moer los aan het uiteinde van de
verlengstang en schuif de verlengstang naar een zijde toe.
- Neem het rubber los van de schakelpook.
- Draai de knop van de schakelpook los.
- Verwijder (in interieur) de vier moeren van de schakelpook en druk het geheel naar
buiten.
- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
- Als de schakelpook een verticale speling heeft van meer dan 0,2 mm, vervang dan de
vulring. Deze vulringen zijn er in diktes van 0,8, 1,0, 1,2 en 1,4 mm.
- Verplaats de geleideplaat zodanig dat de schakelpook (5 in figuur 7.4) in het midden van
de geleideplaat en op een afstand van 241 tot 271 mm van het dashboard staat.
... Page 162 of 304
... Page 163 of 304

Figuur 7.4: Stand schakelpook afstellen

1 Dashboard
2 Asbak
3 Moer
4 Kap
5 Schakelpook
6 Stofkap
7 Schakelpookrubber
a 241 tot 271 mm

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
7 Handgeschakelde versnellingsbak en differentieel
7.4 Versnellingsbak uit- en inbouwen

7.4 Versnellingsbak uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Versnellingsbak aan motor 40-60 (4,0-6,0)


Bouten motorbevestigingssteun (linkerzijde) 40-60 (4,0-6,0)
Bevestigingsmoeren motor (rechterzijde) 50-60 (5,0-6,0)
Moeren motorbevestigingssteun (linkerzijde) 35-45 (3,5-4,5)

De versnellingsbak kan apart in- en uitgebouwd worden, doe dit als volgt:

Uitbouwen

- Maak de massakabel los van de accu.


- Maak de koppelingskabel los van de versnellingsbak.
- Maak de aansluitingen van de achteruitrijlichtschakelaar los van de versnellingsbak.
- Maak de snelheidsmeterkabel los van de versnellingsbak.
- Verwijder de bovenste bevestigingsbouten van de versnellingsbak.
- Verwijder de startmotor.
- Hang de motor vast met een ketting of iets dergelijks.
- Verwijder de bovenste bevestigingsbouten van de motor aan de rechterzijde.
- Breng de auto omhoog.
- Tap de versnellingsbakolie af.
- Verwijder de bout en moer van de schakelstang en maak de schakelstang los.
- Verwijder de moer van de verlengstang en trek deze weg.
- Verwijder de onderste afdekplaat van het koppelingshuis.
- Verwijder de bouten van de stabilisatorstangsteunen.
- Verwijder aan beide kanten de borgbout van de fuseekogel en maak de wieldraagarm los
van de fusee.
- Druk aan beide kanten de tripodekoppeling van de aandrijfas aan differentieelzijde naar
buiten met behulp van twee grote schroevendraaiers.
- Verwijder de bevestigingsbouten en -moeren die de motor aan de versnellingsbak
verbinden.
- Verwijder de bouten van de voorste motorsteunen.
- Verwijder de linker motorsteun.
- Ondersteun de versnellingsbak met een krik.
- Maak de resterende bevestigingen los van de versnellingsbak.
- Laat de versnellingsbak met behulp van de krik iets zakken en trek hem onder de auto
vandaan.
... Page 164 of 304

Inbouwen

- Inbouwen van de versnellingsbak gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


- Zet de bouten en moeren met de juiste aanhaalmomenten vast.
- Controleer de afstelling van de schakelpook (paragraaf 7.3).
- Controleer na het vastzetten van de koppelingskabel de vrije slag.
- Vul de versnellingsbak met de juiste hoeveelheid en kwaliteit olie.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
7 Handgeschakelde versnellingsbak en differentieel
7.5 Versnellingsbak uit elkaar nemen en in elkaar zetten

7.5 Versnellingsbak uit elkaar nemen en in elkaar zetten


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Kroonwielbouten 80-100 (8,0-10,0)


Koppelingshuis op versnellingsbakhuis 15-22 (1,5-2,2)
Borgbout achteruittandwielas 18-28 (1,8-2,8)
Schakelvorkas 10-16 (1,0-1,6)
Moer uitgaande as 60-80 (6,0-8,0)
Versnellingsbakdeksel:
M10 8-12 (0,8-1,2)
M12 18-28 (1,8-2,8)
... Page 165 of 304

Figuur 7.5: Versnellingsbakassen in onderdelen

1 Ingaande as
2 Oliekeerring
... Page 166 of 304

3 Lager
4 3e-versnellingstandwiel
5 Lager
6 Synchroniseerring
7 Veer
8 Schakelmof
9 Spie
10 Borgveer
11 Lager
12 4e-versnellingstandwiel
13 Lager
14 5e-versnellingstandwiel
15 Afstandsbus 5e-versnelling
16 Lager 5e-versnelling
17 Synchroniseerring
18 Veer
19 Schakelmof
20 Spie
21 Aanslagplaat
22 Seegerring
23 Achteruittandwielas
24 Achteruittandwiel
25 Ring
26 Lager
27 Uitgaande as
28 Lager
29 1e-versnellingstandwiel
30 Synchroniseerring
31 Veer
32 Schakelmof
33 Spie
34 Borgveer
35 Synchroniseerring
36 Lager
37 2e-versnellingstandwiel
38 3e-versnellingstandwiel
39 Afstandsbus
40 4e-versnellingstandwiel
41 Lager
42 Vulring
43 5e-versnellingstandwiel
44 Moer
45 Borgbout
46 Ring

Uit elkaar nemen

- Tap de versnellingsbakolie af indien dit nog niet is gebeurd.


- Verwijder het achterdeksel van de versnellingsbak.
- Verwijder de seegerring en de aanslagplaat.
- Verwijder de schroef van de schakelvork en de kogel.
- Verwijder de bovenste seegerring en de pen van de schakelvork.
- Verwijder de schakelvork, de schakelmof, de synchroniseerring en de synchroniseerveer.
- Draai de moer van de uitgaande as los, blokkeer zo nodig de beide 5e-
versnellingstandwielen met behulp van Suzuki speciaal gereedschap 09927-76010.
- Verwijder de 5e-versnellingstandwielen en van de ingaande as het lager en de
afstandsbus.
- Verwijder de zes schroeven, de plaat en de vulring van het lager.
- Draai de drie bouten van de kap van het linker huis los en verwijder de kap.
... Page 167 of 304

- Verwijder de bout van de schakelgaffel.


- Verwijder de drie bouten van de schakelvorkas, verwijder de veren en de kogels (zie
figuur 7.6).

Figuur 7.6: Afdekkap verwijderen

1 Achteruitrijschakelaar
2 Bout
3 Afdekkap schakelgaffel
4 Bevestigingsbout afdekkap
5 Bout
6 Bouten schakelvorkas

- Draai de vier bouten van de afdekkap van de schakelgaffel los en verwijder de klem van
de bedrading en de afdekkap (zie figuur 7.6).
- Verwijder bout nr. 2 (zie figuur 7.6) en de schakelaar van de achteruitrijverlichting.
- Trek het schakelmechanisme naar boven uit de versnellingsbak.
- Verwijder de borgbout en de ring van de as van het achteruittandwiel.
- Draai de dertien bevestigingsbouten van het koppelingshuis aan het versnellingsbakhuis
los (twee van de koppelingszijde en de rest van de buitenkant) en maak het
versnellingsbakhuis los van het koppelingshuis.
- Verwijder de schakelgaffel.
- Verwijder de achteruittandwielas, en vervolgens het achteruittandwiel.
- Verwijder de schakelas van de 5e/achteruitversnelling en de geleide-as.
- Verwijder de ingaande en de uitgaande as en de schakelassen van de 1e/2e-versnelling
en de 3e/4e-versnelling als n geheel (zie figuur 7.7).
- Verwijder het differentieelhuis.
... Page 168 of 304

Figuur 7.7: Verwijderen in- en uitgaande assen

1 Versnellingsbakhuis
2 Schakelas 1e/2e-versnelling
3 Schakelas 3e/4e-versnelling
4 Uitgaande as
5 Ingaande as

- Controleer de speling tussen de vork en de mof, deze mag maximaal 1 mm bedragen.


- Verwijder het lager van de uitgaande as (nr. 41 in figuur 7.5) en de oliekeerring aan
differentieelzijde.

Ingaande as uit elkaar nemen en in elkaar zetten

- Trek met een lagertrekker het lager van de ingaande as.


- Zie figuur 7.5 voor het uit elkaar nemen en in elkaar zetten van de ingaande as. Gebruik
nieuwe lagers bij het in elkaar zetten van de as (indien nodig) en smeer de glijdende
delen in met versnellingsbakolie.

Uitgaande as uit elkaar nemen en in elkaar zetten

- Trek met een lagertrekker het lager en het tandwiel van de 4e-versnelling van de
uitgaande as.
- Zie figuur 7.5 voor het uit elkaar nemen en in elkaar zetten van de uitgaande as. Gebruik
indien nodig nieuwe lagers. Breng voor het in elkaar zetten versnellingsbakolie aan op de
glijdende delen.
- Zie de figuren 7.8, 7.9 en 7.10 voor het in elkaar zetten van de synchronisators.
... Page 169 of 304

Figuur 7.8: Schakelmof en synchroniseerring controleren

1 Tandwiel
2 Synchroniseerring
a Minimumafstand 0,5 mm
... Page 170 of 304

Figuur 7.9: Schakelmof in elkaar zetten

1 Veerring
2 Spie
3 Schakeltandwiel
4 Mof
A A = B (afstand moet gelijk zijn)
C Spiebaan
... Page 171 of 304

Figuur 7.10: Synchroniseerringen 1e- en 2e-versnelling

1 Synchroniseerring 1e-versnelling
2 Synchroniseerring 2e-versnelling
b 8,2 mm
c 9,6 mm

Differentieel
- Controleer met behulp van twee schroevendraaiers en een micrometer de axiale speling
van de differentieeltandwielen. De speling moet 0,05 tot 0,33 mm bedragen (zie figuur
7.11).
... Page 172 of 304

Figuur 7.11: Axiale speling controleren

1 Schroevendraaier
2 Differentieeltandwiel
3 Micrometer
4 Steun

- Als de gemeten speling niet de juiste waarde heeft, vervang dan de ring achter het
differentieeltandwiel. Deze ringen zijn er in diktes van 0,90 tot 1,20 mm oplopend met
0,05 mm.
- Zet bij het in elkaar zetten van het differentieel het kroonwiel vast met 80-100 Nm.

Versnellingsbak in elkaar zetten

- Het in elkaar zetten van de versnellingsbak gebeurt in de omgekeerde volgorde van het
uit elkaar nemen. Let op de volgende punten.
- Breng vet aan op de lippen van de keerringen en versnellingsbakolie op de glijdende
delen.
- Monteer het achteruitrijtandwiel dusdanig, dat de merktekens (A en B in figuur 7.12) in
lijn liggen.
... Page 173 of 304
... Page 174 of 304

Figuur 7.12: Montage achteruittandwielas

1 Achteruittandwielas
2 Koppelingshuis
3 Schakelgaffel achteruit
4 Ring
5 Achteruittandwiel

- Breng een afdichtmiddel aan op het pasvlak van het versnellingsbakhuis met het
koppelingshuis. Zet de bouten vast met 15-22 Nm. Breng een nieuwe ring aan onder de
borgbout van de achteruittandwielas en zet deze vast met 18-28 Nm. Zet de twee
bouten van de kant van het koppelingshuis vast.
- Zet de drie bouten van de schakelvorkas vast met 10-16 Nm.
- Breng een vulring aan op het lager (zie figuur 7.13) en meet met behulp van een stalen
rei de speling 'a' (diepte van het lager in het huis). Deze speling moet tussen de 0,08 en
0,12 mm liggen. Kies een vulring van de juiste dikte zodat de speling 'a' binnen de
specificatie ligt. Deze ringen zijn er in diktes van 0,40 tot 1,15 mm oplopend met 0,05
mm.

Figuur 7.13: Kiezen van vulring voor de uitgaande as

1 Stalen rei
2 Uitgaande as
3 Vulring
4 Lager
... Page 175 of 304

5 Versnellingsbakhuis
6 Voelermaat

- Monteer de borgplaat van het lager en zet de zes schroeven vast met 8-10 Nm en
Loctite of iets dergelijks.
- Monteer het 5e-versnellingstandwiel met A (zie figuur 7.14) naar binnen gekeerd.
... Page 176 of 304
... Page 177 of 304

Figuur 7.14: Montagerichting 5e-versnellingstandwiel

1 Tandwiel
A Binnenzijde
B Buitenzijde

- Monteer het lager van de 5e-versnelling op de ingaande as, breng wat olie aan en
monteer het tandwiel van de 5e-versnelling.
- Blokkeer de 5e-versnellingstandwielen met behulp van Suzuki speciaal gereedschap
09927-76010, breng een nieuwe moer aan op de uitgaande as en draai deze vast met
60-80 Nm. Verwijder het speciale gereedschap en stuik de ring (zie C in figuur 7.15).
... Page 178 of 304

Figuur 7.15: Merktekens schakelmof 5e-versnelling

1 Schakelvork 5e-versnelling
2 Synchroniseerring
3 Schakelmof
A Oliegroef
B Centerpunt
C Stuiken
... Page 179 of 304

- Monteer de synchroniseerring.
- Monteer de schakelmof van de 5e-versnelling, zorg ervoor dat de merktekens A en B in
lijn liggen zoals aangegeven in figuur 7.15.
- Monteer de aanslagplaat en de seegerring.
- Monteer het versnellingsbakdeksel met vloeibare pakking en zet de M10-bouten vast
met 8-12 Nm en de M12 bouten met 18-28 Nm.
- Controleer of de ingaande as soepel draait in elke versnelling.
- Zet alle bouten vast en breng de aftapplug aan.
- Vul na montage in de auto de versnellingsbak met de juiste hoeveelheid en kwaliteit
versnellingsbakolie.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie

8. Automatische transmissie
In het hoofdstuk "Automatische transmissie" vindt u een overzicht van de toegepaste
automatische versnellingsbakken, een beschrijving van het uit- en inbouwen van de
automatische transmissie, een beschrijving van de diverse afstellingen aan de automatische
transmissie en een beschrijving van het uitvoeren van diverse controlemetingen aan de
automatische transmissie.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.1 Inleiding

8.1 Inleiding
De Suzuki Alto kan optioneel zijn uitgerust met een drietraps automatische transmissie die
wordt beschreven vanaf paragraaf 8.2. Deze drietraps-automaat bestaat uit een hydraulische
koppelomvormer, de elektronisch gestuurde automatische transmissie, een hulpas en het
differentieel. Deze transmissie heeft twee planetaire tandwielstelsels, elk bestaande uit een
zonnewiel, vier planeetwielen en een ringwiel, twee plaatkoppelingen, een bandrem en een
eenrichtingskoppeling. De bediening geschiedt via een keuzehendel op de middentunnel met
zes standen (P, R, N, D, 2 en L). In deze transmissie wordt als automatische
transmissievloeistof DEXRON IIE, DEXRON III of een gelijkwaardig product gebruikt. De
vloeistofdruk wordt geregeld door het kleppenblok dat in het transmissiecarter is
gemonteerd. De smering geschiedt door een oliepomp die alleen bij lopende motor in bedrijf
is.
... Page 180 of 304

Figuur 8.1: Onderdelen automatische transmissie

1 Tandwiel
2 Differentieel
3 Hulpas
4 Remband 1e-versnelling en achteruit
5 Tandwiel
6 Uitgaande as
7 Achterste planetair tandwielstelsel
8 Voorste planetair tandwielstelsel
9 Kleppenblok
... Page 181 of 304

10 Transmissievloeistofcarter
11 Koppeling
12 Koppeling
13 Ingaande as
14 Koppelomvormer
15 Oliepomp

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.2 Vloeistofniveau controleren en vloeistof verversen

8.2 Vloeistofniveau controleren en vloeistof verversen


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Aftapplug 21 (2,1)

HOT-niveau controleren bij normale bedrijfstemperatuur


Controleer het vloeistofniveau telkens wanneer de motorolie wordt ververst. De transmissie
werkt binnen de normale bedrijfstemperatuur van de auto, die overeenkomt met een
vloeistoftemperatuur van 70-80 C. Controleer daarom het vloeistofniveau wanneer de
temperatuur binnen dit bereik is. Breng de vloeistof op normale bedrijfstemperatuur (70-80
C) door ongeveer 15 minuten met een snelheid van 60 km/uur met de auto te rijden terwijl
de keuzehendel in stand D staat. Controleer het niveau als volgt:

- Parkeer de auto op een vlakke vloer, trek de parkeerrem aan en blokkeer de wielen.
- Zet de keuzehendel in stand P en start de motor.
- Zet de keuzehendel bij stationair draaiende motor in iedere stand en vervolgens weer in
stand P.
- Trek de peilstok bij stationair draaiende motor uit de vulbuis en veeg deze met een doek
schoon, zie figuur 8.2.

Figuur 8.2: Peilstok automatische transmissievloeistof

1 Peilstok
2 FULL HOT-merkteken
3 LOW HOT-merkteken
4 FULL COLD-merkteken
... Page 182 of 304

5 LOW COLD-merkteken

- Steek de peilstok volledig in de vulbuis, trek hem naar buiten en controleer het
vloeistofniveau. Het niveau moet tussen de merktekens FULL HOT en LOW HOT op de
peilstok staan.
- Staat het niveau beneden het LOW HOT-merkteken, vul dan vloeistof bij tot het FULL
HOT-merkteken.

COLD-niveau controleren bij omgevingstemperatuur van circa 25 C


Is de transmissie gereviseerd of is de vloeistof afgetapt in verband met onderhoud aan het
carter en/of het kleppenblok, vul dan vloeistof bij nadat de onderdelen zijn aangebracht en
controleer het niveau op de hierna beschreven wijze. Het controleren van het COLD-niveau is
slechts een provisorische controle. Hierna dient tevens als eindinspectie de HOT-controle te
worden uitgevoerd, zoals hiervoor beschreven. Controleer het niveau als volgt:

- Parkeer de auto op een vlakke vloer, trek de parkeerrem aan en blokkeer de wielen.
- Zet de keuzehendel in stand P, start de motor en laat deze 5 minuten stationair lopen.
- Zet de keuzehendel bij stationair draaiende motor in iedere stand en vervolgens weer in
stand P.
- Trek de peilstok bij stationair draaiende motor uit de vulbuis en controleer het
vloeistofniveau. Het niveau moet tussen de merktekens FULL COLD en LOW COLD op de
peilstok staan.
- Staat het niveau beneden het LOW COLD-merkteken, vul dan vloeistof bij tot tussen de
merktekens voor LOW COLD en FULL COLD.

Vloeistof verversen

- Krik de auto op.


- Laat de transmissie afkoelen, verwijder de aftapplug en tap de vloeistof af, zie figuur 8.3.
... Page 183 of 304

Figuur 8.3: Vloeistof verversen

1 Vulplug
2 Aftapplug

- Breng de aftapplug met een nieuwe pakking aan en haal deze met het voorgeschreven
aanhaalmoment aan.
- Verwijder de peilstok uit de vulbuis en vul het juiste type vloeistof bij via de vulbuis.
- Controleer het vloeistofniveau, met de transmissie op omgevingstemperatuur (25 C) en
bij normale bedrijfstemperatuur van de auto (70-80 C), op de hiervoor beschreven
wijze.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.3 Blokkeertoerentaltest uitvoeren

8.3 Blokkeertoerentaltest uitvoeren


- Bij deze test wordt de conditie van de automatische transmissie en de motor bepaald
door het blokkeertoerental in de bereiken D en R te meten. Voer de test uit terwijl de
transmissievloeistof op normale bedrijfstemperatuur is. Het niveau van de vloeistof moet
tussen FULL HOT en LOW HOT staan (zie figuur 8.2).
... Page 184 of 304

- Laat de motor niet langer dan 5 seconden met blokkeertoerental draaien, aangezien
anders de olietemperatuur te hoog kan oplopen.
- Sluit een toerenteller aan.
- Trek de parkeerrem aan en blokkeer de wielen.
- Start de motor met de keuzehendel in stand P en trap het rempedaal in.
- Zet de keuzehendel in stand D, trap het gaspedaal volledig in en lees zodra het toerental
constant is (blokkeertoerental) snel de toerenteller af.
- Laat na het aflezen van het blokkeertoerental het gaspedaal meteen los.
- Controleer op dezelfde wijze het blokkeertoerental in stand R.
- Het blokkeertoerental dient in het bereik tussen 2300-2700 1/min te liggen.
- Is het gemeten blokkeertoerental te laag, dan is er onvoldoende motorvermogen of is de
koppelomvormer defect.
- Is het gemeten blokkeertoerental in stand D te hoog, dan slipt de vooruitkoppeling of is
de eenrichtingskoppeling defect.
- Is het gemeten blokkeertoerental in stand R te hoog, dan slipt de direct-koppeling of
slipt de 1e/achteruitrem.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.4 Lijndruktest uitvoeren

8.4 Lijndruktest uitvoeren


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Plug in boring voor oliedrukmeter 7,5 (0,75)

Speciaal gereedschap van Suzuki


Oliedrukmeter 09925-37811-001

- Bij deze test wordt het druksysteem gecontroleerd door de druk in de


vloeistofdrukleiding te meten. De test moet worden uitgevoerd met de
transmissievloeistof op normale bedrijfstemperatuur.
- Controleer, met de vloeistof op normale bedrijfstemperatuur, of het niveau van de
transmissievloeistof tussen FULL HOT en LOW HOT staat (zie figuur 8.2).
- Controleer of er geen vloeistoflekkage bij de transmissie is.
- Zet de motor af, verwijder de plug in de zijkant van het transmissiehuis onder de linker
aandrijfas en sluit een oliedrukmeter op het plugboring aan, zie figuur 8.4.
... Page 185 of 304

Figuur 8.4: Lijndruk controleren

A Speciaal gereedschap 09925-37811-001


1 Linker aandrijfas
2 Oliecarter

- Sluit een toerenteller aan.


- Trek de parkeerrem aan en blokkeer de wielen.
- Laat de motor niet langer dan 5 seconden met blokkeertoerental draaien, aangezien
anders de olietemperatuur te hoog kan oplopen.
- Start de motor met de keuzehendel in stand P en trap het rempedaal volledig in.
- Zet de keuzehendel in stand D en controleer de oliedruk bij stationair toerental en bij
blokkeertoerental.
- Voer dezelfde controle uit met de keuzehendel in stand R.
- Valt de lijndruk binnen het tolerantiebereik in tabel 8.1, dan is het druksysteem in orde.

Tabel 8.1: Lijndruk automatische transmissie

Motortoerental Leidingdruk stand D Leidingdruk stand R


Stationair 200-400 kPa 550-800 kPa
(2,0-4,0 bar) (5,5-8,0 bar)
Blokkeertoerental 400-600 kPa 900-1250 kPa
(4,0-6,0 bar) (9,0-12,5 bar)

- Is de lijndruk niet in orde, controleer de transmissie dan op de volgende mogelijke


oorzaken:
- Bij een te hoge lijndruk in stand D en R: regelklep defect, gasklep in gasklephuis defect,
gaskabel en oliedrukbedieningskabel verkeerd afgesteld.
- Bij een te lage lijndruk in stand D en R: oliepomp defect, regelklep defect, gasklep in
... Page 186 of 304

gasklephuis defect, gaskabel en oliedrukbedieningskabel verkeerd afgesteld.


- Bij een te lage lijndruk in stand D: olielekkage in oliedruksysteem van vooruitkoppeling,
olielekkage in druksysteem van bereik D.
- Bij een te lage lijndruk in stand R: olielekkage in oliedruksysteem van directkoppeling,
olielekkage in oliedruksysteem van 1e/achteruitrem, olielekkage in druksysteem van
bereik R.
- Breng de plug aan en haal deze met het voorgeschreven aanhaalmoment aan.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.5 Carter, oliezeef en schakel-solenodekleppen uit- en inbouwen

8.5 Carter, oliezeef en schakel-solenodekleppen uit- en


inbouwen
Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Carter 5 (0,5)
Aftapplug 21 (2,1)
Oliezeef 5,5 (0,55)
Directkoppeling 8 (0,8)
2e rem- 8 (0,8)
solenodekleppen

Uitbouwen

- Krik de auto op, tap de transmissievloeistof af en breng de aftapplug aan met een
nieuwe pakking; vastzetten met het voorgeschreven aanhaalmoment.
- Verwijder de bevestigingsbouten van het carter en tik zacht met een kunststof hamer
rondom het carter om het los te maken.
- Verwijder het carter en de pakking en vervolgens de oliezeef.
- Maak de stekers los van de directkoppeling en de 2e rem-solenodekleppen en verwijder
de solenodekleppen, zie figuur 8.5.
... Page 187 of 304

Figuur 8.5: Oliezeef en solenodekleppen verwijderen

1 Steker
2 2e rem-solenodeklep
3 Directkoppeling solenodeklep
4 Oliezeef

- Maak de kabelbundel van de solenodekleppen samen met het doorsteekrubber los van
de bovenzijde.

Inbouwen

- Breng de kabelbundel van de solenodekleppen op de transmissie aan. Vernieuw indien


nodig de O-ring van het doorsteekrubber.
- Breng de directkoppeling en de 2e rem-solenodekleppen op het onderste kleppenblok
aan. Vernieuw de O-ring van de solenode indien deze is beschadigd.
- Reinig de oliezeef en breng deze op het onderste kleppenblok aan.
- Sluit de bedrading van de solenodekleppen aan.
- Reinig het carter aan de binnenzijde, maak de oliereinigingsmagneet schoon en breng
deze op de plaats direct onder de oliezeef in het carter aan.
- Breng het carter met een nieuwe pakking aan en haal de bevestigingsbouten (zie figuur
8.6) kruiselings en met het voorgeschreven aanhaalmoment aan. Let op! Smeer de
schroefdraad van de kruiskopbouten (echter niet de overige bouten!) met afdichtmiddel
in.
... Page 188 of 304

Figuur 8.6: Smeer de schroefdraad van de kruiskopbouten (1) met afdichtmiddel (type 99000-31110)
(A) in

- Vul de transmissie met het juiste type vloeistof, laat de transmissie opwarmen en
controleer het vloeistofniveau volgens de methode beschreven in paragraaf 8.2.
- Controleer de transmissie op lekkage.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.6 Oliedrukbedieningskabel uit- en inbouwen en afstellen

8.6 Oliedrukbedieningskabel uit- en inbouwen en afstellen


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Stelmoeren 13 (1,3)

Uitbouwen

- Maak de oliedrukbedieningskabel los van de gaskabel nadat de kabelkap is verwijderd.


- Tap de transmissievloeistof af volgens de methode beschreven in paragraaf 8.2.
- Verwijder het carter zoals beschreven in paragraaf 8.5.
- Maak de oliedrukbedieningskabel los van de gasklepnok, zie figuur 8.7.
... Page 189 of 304

Figuur 8.7: Uiteinde van oliedrukbedieningskabel (2) losmaken van gasklepnok (1)

- Maak de oliedrukbedieningskabel los van het transmissiehuis.

Inbouwen
- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
- Controleer nadat de oliedrukbedieningskabel op de gaskabel is
aangesloten de speling van de bedieningskabel en stel deze indien nodig
af volgens de hierna beschreven methode.
- Laat de transmissie na de montage opwarmen en controleer het
vloeistofniveau volgens de methode beschreven in paragraaf 8.2.
Controleer tevens op vloeistoflekkage.

Afstellen
- Verwijder de kabelkap en stel de speling (a) in figuur 8.8 af op een waarde van 0-0,5 mm
door de moeren A te verdraaien. Indien nodig mogen ook de moeren B voor de afstelling
worden gebruikt.
... Page 190 of 304

Figuur 8.8: Oliedrukbedieningskabel afstellen

A Stelmoer
B Stelmoeren
1 Oliedrukbedieningskabel
2 Kabelkap
3 Gaskabel
a 0-0,5 mm

- Haal de moeren met het voorgeschreven aanhaalmoment aan en breng de kabelkap


aan.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.7 Selectiekabel uit- en inbouwen en afstellen

8.7 Selectiekabel uit- en inbouwen en afstellen


Uitbouwen

- Verwijder de afdekkap van de parkeerremhendel.


- Verwijder de middenconsole.
- Verwijder de afdekhoes van de schakelpook.
- Maak de selectiekabel los van de keuzehendel en vervolgens van de vloer, zie figuur 8.9.
... Page 191 of 304

Figuur 8.9: Selectiekabel in onderdelen

1 Clip
2 Pin
3 E-klem
4 Selectiekabel
5 E-klem
6 Kabelklem
7 Kabelsteun
8 Moer
9 Kabelverbinding
10 Bus
11 Schakelhefboom
12 Ring
13 E-klem

- Maak de selectiekabel los van de transmissie en van het schutbord.

Inbouwen

- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


- Smeer vet (type 99000-31090) op de kabelklem (stuknummer 6 in figuur 8.9) van de
kabelverbinding.
- Stel de selectiekabel af volgens de hierna beschreven methode.

Afstellen
- Zet de keuzehendel in stand N alvorens de moer aan het kabeleind aan te halen, zie
... Page 192 of 304

figuur 8.10.

Figuur 8.10: Selectiekabel afstellen

1 Transmissiebereikschakelaar
2 Selectiekabel
3 Schakelhefboom
4 Kabelverbinding

- Zet de schakelhefboom in de stand N.


- Controleer of er voldoende speling is tussen de moer en de kabelverbinding.
- Verdraai moer A in figuur 8.11 met de hand totdat deze de kabelverbinding raakt. Haal
vervolgens moer B aan.
... Page 193 of 304

Figuur 8.11: Lijn moer A uit met de kabelverbinding (1) en haal vervolgens moer B aan

- Controleer na het aanbrengen van de selectiekabel de volgende punten:


- Duw tegen de auto terwijl de keuzehendel in stand P staat. De auto mag niet van zijn
plaats geduwd kunnen worden.
- De auto rijdt niet in stand N.
- De auto rijdt wel in de standen D, 2 en L.
- De auto kan achteruit rijden in de stand R.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.8 Transmissiebereikschakelaar uit- en inbouwen en afstellen

8.8 Transmissiebereikschakelaar uit- en inbouwen en


afstellen
Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Bereikschakelaar 18 (1,8)
Selectiekabel 7 (0,7)
... Page 194 of 304

Uitbouwen

- Maak de steker van de transmissiebereikschakelaar los.


- Maak de bereikschakelaar los van de transmissie.

Inbouwen
- Zet de schakelhefboom in de stand N (zie figuur 8.12), zodat de keuzehendel eveneens in
stand N komt te staan.

Figuur 8.12: Schakelhefboom in stand N zetten

1 Selectiekabel
2 Schakelhefboom

- Draai de verbinding van de bereikschakelaar met een platte schroevendraaier naar


rechts of links tot in de stand die is aangegeven in figuur 8.13. Controleer of de
verbinding in deze stand een klik geeft.
... Page 195 of 304

Figuur 8.13: In de aangegeven stand moet een klik van de verbinding hoorbaar zijn.

1 Transmissiebereikschakelaar
2 Verbinding van transmissiebereikschakelaar

- Breng de bereikschakelaar op de handbediende schakelas en draai de bereikschakelaar


in de richting van de pijl in figuur 8.14. Stop wanneer een klik hoorbaar of voelbaar is en
zet de bereikschakelaar in deze stand vast.
... Page 196 of 304

Figuur 8.14: Bereikschakelaar inbouwen

1 Transmissiebereikschakelaar
2 Selectiekabel
(a) 18 Nm
(b) 7 Nm

- Sluit de steker aan en klem de kabelbundel vast.


- Controleer na het monteren door middel van de volgende stappen of de bereikschakelaar
correct is aangebracht:
- Stap 1: trek de parkeerrem aan en blokkeer de wielen.
- Stap 2: zet de keuzehendel in de stand P, draai de contactsleutel op ON en controleer of
de startmotor ronddraait.
- Stap 3: verplaats de keuzehendel van stand P naar stand N, draai de contactsleutel op
ON en controleer of de startmotor ronddraait.
- Stap 4: verplaats de keuzehendel van stand N naar stand L en vervolgens weer terug
naar N, draai de contactsleutel op ON en controleer of de startmotor ronddraait.
- Stap 5: verplaats de keuzehendel van stand N naar stand P, draai de contactsleutel op
ON en controleer of de startmotor ronddraait.
- Stap 6: controleer of de motor niet gestart kan worden wanneer de keuzehendel in een
andere stand dan P of N staat, ook al wordt de contactsleutel op ON gedraaid.
- Stap 7: zet de contactsleutel op ON, maar start de motor niet. Zet de keuzehendel in
stand R en controleer of de achteruitrijlichten gaan branden.
- Wordt in stap 5 niet het gewenste resultaat bereikt, verwijder dan de
transmissiebereikschakelaar en voer stap 1 tot en met 4 opnieuw uit.
... Page 197 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.9 Keuzehendel uit- en inbouwen

8.9 Keuzehendel uit- en inbouwen


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Keuzehendelhuis 13 (1,3)

Uitbouwen
- Verwijder de schroeven van de keuzehendelhandgreep en verwijder de handgreep, zie
figuur 8.15.
... Page 198 of 304
... Page 199 of 304

Figuur 8.15: Keuzehendel in onderdelen

1 Keuzehendel compleet
2 Huis
3 Keuzehendelstand-indicator
4 Schroef
5 Handgreep
6 Schroef
(a) 13 Nm
A Vet (Suzuki Super Grease A)

- Verwijder de afdekplaat van de parkeerremhendel en de console.


- Verwijder de keuzehendelstand-indicator.
- Verwijder de steker van de verlichting.
- Maak de selectiekabel los van de keuzehendel.
- Krik de auto op.
- Verwijder de vier moeren van het keuzehendelhuis.
- Verwijder het keuzehendelhuis samen met de keuzehendel van de middentunnel.

Inbouwen

- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


- Smeer vet (type 99000-25010) op de in figuur 8.15 met A aangegeven delen.
- Zorg bij het aanbrengen van de handgreep dat er enige speling is tussen de arreteerpen
en de onderzijde van de nok wanneer de knop helemaal is ingedrukt.
- Controleer de keuzehendel op correcte werking, door na te gaan of met de knop
halverwege ingedrukt van N naar R en van D naar 2 kan worden geschakeld, maar niet
in andere standen. Ga ook na of met de knop helemaal ingedrukt van 2 naar L en van R
naar P kan worden geschakeld.
- Controleer of de verlichting van de keuzehendelstand-indicator brandt wanneer de
lichtschakelaar wordt ingeschakeld.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.10 Transmissie uit- en inbouwen

8.10 Transmissie uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Aandrijfplaat 18,5 (1,85)


Transmissie aan motor 50 (5,0)
Startmotor 23 (2,3)

Uitbouwen

- Bouw de motor samen met de transmissie uit volgens de methode beschreven in


paragraaf 2.8.
- Maak de elektrische aansluitingen (voertuigsnelheidssensor, schakelsolenode en
transmissiebereikschakelaar) los.
- Verwijder de onderste plaat van het koppelomvormerhuis.
- Verwijder de bevestigingsbouten van de aandrijfplaat.
- Verwijder de startmotor.
- Verwijder de bouten en moeren waarmee de transmissie aan de motor is bevestigd en
... Page 200 of 304

maak de motor los van de transmissie.

Inbouwen

- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


- Haal de bouten van de aandrijfplaat met het voorgeschreven aanhaalmoment aan.
- Haal de bevestigingsbouten van de startmotor met het voorgeschreven aanhaalmoment
aan.
- Bouw de motor met de transmissie in volgens de methode beschreven in paragraaf 2.8.
- Maak de klemmen van de bedrading stevig vast.
- Stel de oliedrukbedieningskabel af volgens de methode beschreven in paragraaf 8.6.
- Stel de selectiekabel af volgens de methode beschreven in paragraaf 8.7.
- Vul de transmissie met het juiste type vloeistof en controleer het niveau bij normale
bedrijfstemperatuur volgens de methode beschreven in paragraaf 8.2.
- Controleer de werking van de motor en de transmissie.
- Controleer of er geen vloeistoflekkage is.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.11 Storingsdiagnose

8.11 Storingsdiagnose

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.11 Storingsdiagnose
8.11.1 Inleiding

8.11.1 Inleiding
De automatische transmissie is uitgerust met een zelfdiagnosesysteem. Optredende
storingen worden in de vorm van storingscodes in een permanent geheugen opgeslagen. Dit
geheugen moet na het verhelpen van de storing(en) worden gewist. Als de accu-aansluiting
losgemaakt wordt, zal de storingscode binnen 60 seconden uit het geheugen verdwenen zijn.
Het storingsgeheugen kan ook worden gewist met behulp van de Suzuki diagnosetester
Tech-1.

Het motorcontrolelampje (zie stuknummer 23 in figuur 4.1) gaat branden als er een storing
wordt geconstateerd door de motorregeleenheid (PCM). Dit gebeurt volgens 'tweerit-
detectie-logica', dus als dezelfde storing in twee opeenvolgende ritten wordt vastgesteld.

Het storingsgeheugen kan worden uitgelezen (en storingscodes kunnen uit het geheugen
worden gewist) door gebruik te maken van de speciale Suzuki diagnosetester Tech-1 of door
gebruik te maken van een OBD-II-tester die voldoet aan de norm ISO 9141/15031-4.
Hiervoor moet de speciale diagnose-aansluiting worden gebruikt die is weergegeven in figuur
4.18. Het motormanagementsysteem bevat tevens een 'fail safe' voorziening. Dit maakt het
mogelijk om met een defect door te rijden, zij het met enige restricties.
... Page 201 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
8 Automatische transmissie
8.11 Storingsdiagnose
8.11.2 Procedure zelfdiagnose

8.11.2 Procedure zelfdiagnose


Controle motorwaarschuwingslampje

- Zet het contact in de 'ON'-stand maar start de motor niet. Het motorcontrolelampje in
het instrumentenpaneel moet gaan branden. Indien het motorcontrolelampje niet gaat
branden, kan de bedrading of gloeilamp kapot zijn.
- Indien de motor vervolgens gestart wordt, moet het motorwaarschuwingslampje
uitgaan. Als het lampje blijft branden, is er een circuitstoring ontdekt. Ook kan de CPU
(microprocessor van de PCM) defect zijn.

Uitlezen storingscodes

- Breng de Suzuki diagnosetester Tech-1 in gereedheid.


- Zet het contact in de 'OFF'-stand en sluit de diagnosetester aan op de diagnose-
aansluiting, zie figuur 4.18 en figuur 4.19.
- Zet het contact in de 'ON'-stand en controleer dat het motorcontrolelampje brandt.
- Lees de eventueel aanwezige storingscodes uit. Zie tabel 8.2 voor de betekenis ervan.
- Zet het contact in de 'OFF'-stand nadat de storingsdiagnose is uitgevoerd. Ontkoppel de
diagnosetester.

Tabel 8.2: Storingscodes

P0705 Circuit transmissiebereikschakelaar


P0720 Circuit snelheidssensor (uitgaand)
P0751 Schakelsolenode A
P0756 Schakelsolenode B
P0753 Schakelsolenode A
P0758 Schakelsolenode B

Wissen storingscodes

- Breng de Suzuki diagnosetester Tech-1 in gereedheid.


- Zet het contact in de 'OFF'-stand en sluit de diagnosetester aan op de diagnose-
aansluiting, zie figuur 4.18 en figuur 4.19.
- Wis de storingscodes volgens de instructies zoals aangegeven in de diagnosetester.
- Zet het contact in de 'OFF'-stand nadat de storingsdiagnose is uitgevoerd en ontkoppel
de diagnosetester.
- Een andere mogelijkheid om de storingscodes te wissen is om de spanning voor 60
seconden of meer van de motorregeleenheid (PCM) af te halen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
9 Aandrijfassen
... Page 202 of 304

9. Aandrijfassen
In het hoofdstuk "Aandrijfassen" vindt u een uit- en inbouwbeschrijving van de
aandrijfassen, een beschrijving van het vervangen van de homokinetische koppeling en het
vervangen van de stofhoes.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
9 Aandrijfassen
9.1 Inleiding

9.1 Inleiding
De aandrijving van de voorwielen vindt plaats via aandrijfassen met aan wielzijde een
homokinetische kogelkoppeling en aan differentieelzijde een tripodekoppeling.

Figuur 9.1: Aandrijfassen in onderdelen

1 Homokinetische kogelkoppeling (rechts)


2 Stofhoes aan wielzijde
... Page 203 of 304

3 Aandrijfas (rechts)
4 Stofhoes aan differentieelzijde
5 Tripodekoppeling (rechts)
6 Tripodekoppeling (links)
7 Stofhoes aan differentieelzijde
8 Aandrijfas (links)
9 Stofhoes aan wielzijde
10 Homokinetische kogelkoppeling (links)

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
9 Aandrijfassen
9.2 Aandrijfas uit- en inbouwen

9.2 Aandrijfas uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Bouten van stabilisatorstangsteun 30-55 (3,0-5,5)


Bout fuseekogel 45-65 (4,5-6,5)
Moer spoorstangkogel 30-55 (3,0-5,5)
Naafmoer 150-200 (15,0-
20,0)
Wielmoeren 70-100 (7,0-10,0)
Olieaftapplug 25-30 (2,5-3,0)

Smeermiddel voor koppelingen (gram)

Homokinetische koppeling (zwart vet) 60-80


Tripodekoppeling (geel vet) 85-105

Uitbouwen rechterzijde

- Verwijder de borgring, wielnaafmoer en onderlegring.


- Krik de voorzijde van de auto op en verwijder het wiel.
- Maak de spoorstangkogel los met behulp van een spoorstangkogeltrekker.
- Tap de versnellingsbakolie af.
- Druk de tripodekoppeling aan differentieelzijde naar buiten met behulp van twee grote
schroevendraaiers, zodat deze niet meer in de borging zit (figuur 9.2).
... Page 204 of 304

Figuur 9.2: Koppeling aan differentieelzijde losnemen

1 Aandrijfas
2 Schroevendraaiers

- Maak de twee steunen van de stabilisatorstang los.


- Draai de bout van de fuseekogel los, druk de stabilisatorstang omlaag en verwijder de
onderste fuseebout.
- Verwijder de aandrijfas, trek deze eerst uit de fusee en vervolgens uit het differentieel.

Uitbouwen linkerzijde

- Tap de versnellingsbakolie af en krik de voorzijde van de auto op.


- Druk de tripodekoppeling aan differentieelzijde naar buiten met behulp van twee grote
schroevendraaiers, zodat deze niet meer in de borging zit.
- Maak de twee steunen van de stabilisatorstang los.
- Draai de bout van de fuseekogel los, druk de stabilisatorstang omlaag en verwijder de
onderste fuseebout.
- Verwijder de aandrijfas, trek deze eerst uit het differentieel en vervolgens uit de fusee.

Inbouwen

- Het inbouwen van de aandrijfas gebeurt in de omgekeerde volgorde van het uitbouwen.
- Controleer de oliekeerring van het voorwiellager en vervang deze indien nodig. Breng
vet aan op de oliekeerring.
- Breng de aandrijfas eerst aan wielzijde en daarna aan differentieelzijde aan.
- Zet de bouten en moeren met de juiste aanhaalmomenten vast.
- Monteer de aftapplug van de versnellingsbak met vloeibare pakking en vul de
versnellingsbak met de juiste hoeveelheid olie.

Suzuki
... Page 205 of 304

Suzuki Alto 16V 2000-2002


9 Aandrijfassen
9.3 Aandrijfas uit elkaar nemen en in elkaar zetten

9.3 Aandrijfas uit elkaar nemen en in elkaar zetten


- Verwijder de klemband aan de zijde van de tripodekoppeling (differentieelzijde).
- Verwijder het huis van de tripodekoppeling.
- Verwijder de borgring (figuur 9.3) en trek het kruisstuk van de as.

Figuur 9.3: Verwijderen borgring van de tripodekoppeling

1 Borgring
2 Kruisstuk
3 Naaldlager
... Page 206 of 304

4 Seegerringtang

- Verwijder de klemband en trek de stofhoes aan differentieelzijde van de as.


- Neem de koppeling aan wielzijde niet uit elkaar, vervang indien nodig deze koppeling als
geheel.
- Neem het kruisstuk van de tripodekoppeling (differentieelzijde) niet uit elkaar. Vervang
indien nodig de gehele tripodekoppeling.
- Controleer de stofhoezen op beschadiging en vervang indien nodig.
- Maak alle onderdelen schoon en blaas de homokinetische koppeling en het huis van de
tripodekoppeling met perslucht droog. De stofhoezen en de tripodekoppeling mogen niet
met een ontvetter worden schoongemaakt.
- Breng vet aan in de koppeling aan wielzijde. Vul de stofhoes aan wielzijde met 60 tot 80
gram vet. Gebruik vet dat wordt meegeleverd in een reparatieset voor de aandrijfassen.
- Breng de stofhoes aan wielzijde aan met behulp van klembanden.
- Breng de stofhoes aan differentieelzijde aan. Breng vet aan in de tripodekoppeling en
monteer deze met de afgeschuinde kant naar de wielzijde.
- Breng na het aanbrengen van de tripodekoppeling de borgring aan in de groef van de as.
- Vul de stofhoes aan differentieelzijde met 85-105 gram vet en zet de hoes vast met
behulp van klembanden. Zorg er bij montage van de stofhoes voor dat de afstand 'a' in
figuur 9.4 205 tot 210 mm bedraagt.

Figuur 9.4: Stofhoes differentieelzijde


a 205-210 mm

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering

10. Wielophanging en vering

In het hoofdstuk "Wielophanging en vering" vindt u een beschrijving van de toegepaste


... Page 207 of 304

wielophanging, uit- en inbouwbeschrijvingen van de verschillende componenten van de


wielophanging, een tabel met de wieluitlijngegevens en een overzicht van de toegepaste
wielen en banden.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.1 Inleiding

10.1 Inleiding
De Suzuki Alto is aan de voorzijde uitgerust met een MacPherson-wielophanging. Achter is
een semi-onafhankelijke wielophanging met een torsie-as, panhardstang en schroefveren
gemonteerd. De hydraulische schokdempers zijn dubbel-werkend.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.2 Voorwielophanging

10.2 Voorwielophanging
... Page 208 of 304

Figuur 10.1: Doorsnede van de voorwielophanging


... Page 209 of 304

1 Veerpoot
2 Fusee
3 Wieldraagarm
4 Fuseekogel
5 Wiellager
6 Wielnaaf
7 Wiel

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.2 Voorwielophanging
10.2.1 Veerpoot uit- en inbouwen

10.2.1 Veerpoot uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Centrale borgmoer schokdemper 40-60 (4,0-6,0)


Onderste twee bevestigingsbouten veerpoot 70-90 (7,0-9,0)
Bovenste twee bevestigingsmoeren veerpoot 18-28 (1,8-2,8)

- Krik de auto aan de voorzijde op en verwijder aan de desbetreffende zijde het wiel.
- Maak de flexibele remslang los door de E-ring te verwijderen van de bevestigingsbeugels
aan de veerpoot (zie figuur 10.2).

Figuur 10.2: Remslang losmaken

- Verwijder de twee bevestigingsbouten waarmee de veerpoot aan de wielnaaf vastzit.


- Verwijder de twee bovenste bevestigingsmoeren van de veerpoot (onder de motorkap).
- Neem de veerpoot uit de wielkast.
- Gebruik voor het demonteren van de schroefveer een veerspanner. Druk hiermee de
schroefveer zover samen dat de bovenste veerschotelzitting vrij van de veer komt.
... Page 210 of 304

- Verwijder achtereenvolgens (zie figuur 10.3) de borgmoer, veerring, binnenlager,


lagerring, veerpootbevestigingsplaat, stootrubber, lagerplaat, lagerzitting, glijlager,
bovenste veerschotel, pasring, aanslagrubber en de schroefveer.
... Page 211 of 304
... Page 212 of 304

Figuur 10.3: Veerpoot in onderdelen

1 Borgmoer
2 Veerring
3 Binnenlager
4 Lagerring
5 Veerpootbevestigingsplaat
6 Stootrubber
7 Lagerplaat
8 Lagerzitting
9 Glijlager
10 Bovenste veerschotel
11 Veerschotelzitting
12 Aanslagrubber
13 Schroefveer
14 Schokdemperlichaam

- Vervang het schokdemperlichaam als de schokdemper lekt of niet meer goed werkt.
- Bouw het geheel in omgekeerde volgorde in en let daarbij op de volgende punten:
- Smeer het lager in met multipurposevet.
- Monteer het aanslagrubber met het smalle uiteinde naar boven.
- Plaats de schroefveeruiteinden in de uitsparingen van de veerschotelzittingen.
- Zorg ervoor dat de nieuwe borgmoer en het draaduiteinde van de veerpoot absoluut
olie- en vetvrij zijn en breng wat waterafstotende coating aan rond de borgmoer.
- Monteer de twee onderste bevestigingsbouten van de veerpoot aan de fusee met de kop
naar de achterzijde.
- Zet alle bouten en moeren met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.2 Voorwielophanging
10.2.2 Wielnaaf uit- en inbouwen

10.2.2 Wielnaaf uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Remzadel aan fusee 70-100 (7,0-10,0)


Remschijf aan wielnaaf 6-9 (0,6-0,9)
Naafmoer 150-200 (15,0-20,0)
Wielmoeren 70-100 (7,0-10,0)

Uitbouwen

- Krik de auto aan de voorzijde op en plaats bokken.


- Verwijder het desbetreffende voorwiel.
- Sla de stuik uit de naafmoer, blokkeer de naaf met de voetrem en draai de naafmoer
los. Vervang altijd de naafmoer.
- Neem het remzadel los van de fusee en hang dit met een ijzerdraad of iets dergelijks op.
- Verwijder de schroeven waarmee de remschijf aan de wielnaaf is bevestigd en verwijder
de remschijf door in de twee hiervoor aangebrachte boutgaten twee passende 8 mm-
bouten te draaien.
- Verwijder vervolgens de wielnaaf met behulp van een slagtrekker, zie figuur 10.4.
... Page 213 of 304

Figuur 10.4: Wielnaaf verwijderen

A Slagtrekker
B Slaggewicht

Inbouwen

- Druk de wielnaaf over de astap.


- Draai met een nieuwe naafmoer de wielnaaf op zijn plaats.
- Bevestig de remschijf aan de wielnaaf en zet de schroeven met het juiste
aanhaalmoment vast.
- Breng het remzadel aan en zet dit met het juiste aanhaalmoment vast.
- Laat een assistent het rempedaal indrukken en zet de naafmoer met het juiste
aanhaalmoment vast.
- Stuik de naafmoer.
- Breng het wiel aan en zet de auto op de grond.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.2 Voorwielophanging
10.2.3 Fusee uit- en inbouwen; wiellager vervangen (axiale lagerspeling maximaal 0,4 mm)

10.2.3 Fusee uit- en inbouwen; wiellager vervangen (axiale


lagerspeling maximaal 0,4 mm)
... Page 214 of 304

Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Naafmoer aandrijfas 150-200 (15,0-20,0)


Spoorstangkogelmoer 30-55 (3,0-5,5)
Borgbout fuseekogel 45-65 (4,5-6,5)
Onderste twee bevestigingsbouten veerpoot 70-90 (7,0-9,0)

Speciaal gereedschap Suzuki

Drukstift 09924-74510
Stempel 09944-78210
Stempel 09944-68210

Fusee uitbouwen

- Krik de auto aan de voorzijde op en plaats bokken.


- Verwijder aan de desbetreffende zijde het voorwiel.
- Bouw de wielnaaf uit, zie paragraaf 10.2.2.
- Verwijder de splitpen; draai de spoorstangkogelmoer los en maak de spoorstang los van
de fusee met een spoorstangkogeltrekker, zie figuur 10.5.

Figuur 10.5: Spoorstang losmaken

1 Spoorstangkogel
2 Fusee
3 Spoorstangkogeltrekker

- Draai de twee onderste veerpootbevestigingsbouten los en verwijder deze. Draai de


borgbout van de fuseekogel los (zie figuur 10.6) en verwijder de fusee.
... Page 215 of 304

Figuur 10.6: Fusee uitbouwen

1 Veerpoot
2 Fusee
3 Fuseekogelbout
4 Wieldraagarm

Wiellager vervangen
- Bouw met behulp van een passende stempel en een hydraulische pers het wiellager uit
in volgorde van de stuknummers van figuur 10.7.

Figuur 10.7: Wiellager vervangen


... Page 216 of 304

1 Buitenste vetkeerring
2 Borgring
3 Buitenste wiellager
4 Fusee
5 Binnenste wiellager
6 Binnenste loopring
7 Binnenste vetkeerring

- Breng het nieuwe wiellager, de loopringen en de keerringen aan met passende stempels,
zie figuur 10.8. Smeer de diverse onderdelen in met wiellagervet.

Figuur 10.8: Wiellager aanbrengen met behulp van stempels

1 Hydraulische pers
2 Fusee
A Drukstift Suzuki
B Stempel Suzuki
C Stempel Suzuki

- Bouw de overige onderdelen in de omgekeerde volgorde van het uitbouwen in, zie figuur
... Page 217 of 304

10.7.

Fusee inbouwen
- Het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van het uitbouwen. Vernieuw de
naafmoer en de splitpennen en zet de diverse bevestigingen met het juiste
aanhaalmoment vast. Monteer de twee onderste bevestigingsbouten van de veerpoot
aan de fusee met de kop naar de achterzijde.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.2 Voorwielophanging
10.2.4 Stabilisatorstang uit- en inbouwen

10.2.4 Stabilisatorstang uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Kroonmoeren stabilisatorstanguiteinden 40-90 (4,0-9,0)


Stabilisatorstangsteunbouten 30-55 (3,0-5,5)
Wielmoeren 70-100 (7,0-10,0)
... Page 218 of 304

Figuur 10.9: Stabilisatorstang in onderdelen

1 Splitpen
2 Kroonmoer
3 Ringplaat
4 Rubbers
5 Wieldraagarm
6 Stabilisatorstang
7 Steunrubber
8 Stabilisatorstangsteun
9 Stabilisatorstangsteunbout

- Krik de voorzijde van de auto op en plaats bokken.


- Verwijder de voorwielen.
- Draai de vier stabilisatorstangsteunbouten los.
- Verwijder de splitpennen en draai de twee kroonmoeren aan het uiteinde van de
stabilisatorstang los.
- Verwijder de stabilisatorstang.
- Vervang versleten rubbers en bouw de stabilisatorstang in omgekeerde volgorde van het
uitbouwen in. Let op de verfmerktekens op de stabilisatorstang (zie figuren 10.10 en
... Page 219 of 304

10.11). De stabilisatorstangsteunen moeten met het ovale gat naar achteren worden
gemonteerd.
- Zet alle bouten en moeren met het voorgeschreven aanhaalmoment vast en controleer
de sporing.

Figuur 10.10: Verfmerktekens in lijn brengen

1 Stabilisatorstangsteunrubbers
2 Verfmerktekens

Figuur 10.11: Montagerichting stabilisatorstang

1 Wieldraagarm
2 Verfmerkteken

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.2 Voorwielophanging
10.2.5 Wieldraagarm uit- en inbouwen

10.2.5 Wieldraagarm uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Borgbout fuseekogel 45-65 (4,5-6,5)


Wieldraagarmbout aan carrosserie 50-70 (5,0-7,0)

- Krik de auto aan de voorzijde op en plaats bokken.


- Verwijder aan de desbetreffende zijde het wiel.
... Page 220 of 304

Figuur 10.12: Wieldraagarm verwijderen

1 Stabilisatorstang
2 Borgbout fuseekogel
3 Fusee
4 Fuseekogel
5 Bevestigingsbout stabilisatorstangsteun
6 Bevestigingsbout wieldraagarm
7 Wieldraagarm
8 Rubber
9 Ringplaat
10 Kroonmoer
11 Splitpen

- Maak het desbetreffende stabilisatorstanguiteinde los van de wieldraagarm.


- Draai de beide stabilisatorstangsteunen aan de voorzijde van de auto los (zie paragraaf
10.2.4).
- Draai de borgbout van de fuseekogel los.
- Draai de bevestigingsbout van de wieldraagarm aan de carrosserie los en verwijder de
wieldraagarm.
- Let op! De fuseekogel kan niet van de wieldraagarm worden gescheiden; vervang de
complete wieldraagarm indien de fuseekogel defect is.
- Vervang indien nodig de lagerbus aan carrosseriezijde door deze met een pers en
hulpstuk 09943-77910 of iets dergelijks uit de wieldraagarm te persen.
- Monteer op dezelfde wijze een nieuwe lagerbus en let erop dat de lagerbus aan beide
uiteinden evenver uit de wieldraagarm steekt.
- Monteer de wieldraagarm met de bevestigingsbout aan de carrosserie. Houd de
wieldraagarm in de voorgeschreven positie zoals aangegeven in figuur 10.13 en zet de
... Page 221 of 304

wieldraagarmbout aan de carrosserie met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.

Figuur 10.13: Montage wieldraagarm

a 10 5
b Bevestigingsbout aan carrosserie

- De rest van het inbouwen gaat in omgekeerde volgorde van het uitbouwen, zie paragraaf
10.2.4 voor inbouwen van de stabilisatorstang. Zet alle bouten en moeren met het
voorgeschreven aanhaalmoment vast en controleer de sporing.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.3 Achterwielophanging

10.3 Achterwielophanging
... Page 222 of 304

Figuur 10.14: Achterwielophanging in onderdelen

1 Schroefveer
2 Stootrubber
3 Bovenste schroefveerzitting
4 Schokdemper
5 Panhardstang
6 Geleidearm
7 Rubberbus
8 Achteras
9 Wiellager
10 Afstandsbus
11 Remtrommel
12 Splitpen
13 Kroonmoer
14 Afdekkap
15 Ring

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.3 Achterwielophanging
10.3.1 Achterwiellagers vervangen (axiale lagerspeling maximaal 0,3 mm)

10.3.1 Achterwiellagers vervangen (axiale lagerspeling


maximaal 0,3 mm)
... Page 223 of 304

Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Kroonmoer astap 80-120 (8,0-


12,0)
Wielmoeren 70-100 (7,0-
10,0)

Speciaal gereedschap Suzuki

Slagtrekker 09942-15510
Hulpstuk 09943-17910
Montagestempel lagers 09913-76010

- Krik de auto op en verwijder het wiel.


- Verwijder de afdekkap, splitpen, kroonmoer en de ring.
- Ontkoppel de handrem en draai de stelmoeren van de handremkabels los.
- Verwijder de plug uit de ankerplaat en stel het stelmechanisme van de
achterremvoeringen met behulp van een schroevendraaier zover terug dat de
remvoeringen vrij komen van de remtrommel. Let op! De handrem volledig terugstellen
(zie hoofdstuk 12 Remmen).
- Bevestig de speciale trekker 09942-15510 op de remtrommel en trek de remtrommel
van de wielnaaf, zie figuur 10.15.

Figuur 10.15: Remtrommel verwijderen

1 Remtrommel
A Hulpstuk
... Page 224 of 304

B Slagtrekker

- Leg de remtrommel met de wielmoertapeinden op de werkbank en tik met behulp van


een hamer en een drevel de afstandsbus en het buitenste wiellager uit de remtrommel.
Draai de remtrommel om en verwijder op dezelfde wijze het binnenste wiellager.
- Reinig de remtrommel.
- Smeer de lagers in met lagervet en breng ook vet aan in de ruimte tussen de lagers.
- Tik met behulp van een passende dop of met speciaal gereedschap voorzichtig de lagers
in de remtrommelnaaf (zie figuur 10.16). Let op! De verzegelde zijde van het buitenlager
moet naar buiten wijzen. Let ook op de juiste plaatsing van de afstandsbus.
... Page 225 of 304
... Page 226 of 304

Figuur 10.16: Doorsnede van wiellager en afstandsbus

1 Remtrommel
2 Wiellager
3 Wiellager
4 Afstandsbus
A Ruimte vullen met vet

- Monteer de remtrommel op de wielnaaf.


- Monteer de ring en de kroonmoer. Zet de kroonmoer met het voorgeschreven
aanhaalmoment vast en borg de kroonmoer met een splitpen.
- Tik de afdekkap met een kunststofhamer op de remtrommel.
- Monteer het wiel en zet de wielmoeren met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.
- Trap het rempedaal enkele keren met een kracht van ongeveer 30 kg in zodat het
stelmechanisme van de remvoeringen in werking treedt.
- Stel de handrem af en laat de auto zakken.
- Controleer de remwerking.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.3 Achterwielophanging
10.3.2 Schokdemper vervangen

10.3.2 Schokdemper vervangen


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)

Bovenste en onderste bevestigingsbouten


schokdemper 45-70 (4,5-7,0)

- Krik de achterzijde van de auto op.


- Zet een krik onder de achteras zodat deze niet zakt.
- Draai de onderste en de bovenste bevestigingsbouten van de schokdemper los.
- Verwijder de schokdemper.
- Bouw de schokdemper in omgekeerde volgorde in. Let op! De moer van de bovenste
bevestigingsbout komt aan de binnenzijde; de moer van de onderste bevestigingsbout
komt aan de buitenzijde. Zet de bouten met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.3 Achterwielophanging
10.3.3 Geleidearm uit- en inbouwen

10.3.3 Geleidearm uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Onderste schokdemperbevestigingsbout 45-70 (4,5-7,0)


Geleidearmbouten 70-90 (7,0-9,0)
... Page 227 of 304

- Krik de auto in het midden van de achteras op en verwijder aan de desbetreffende zijde
het wiel. Zie punt 6 in figuur 10.14 voor de bevestigingspunten.
- Verwijder de onderste bevestigingsbout van de schokdemper.
- Verwijder de twee achterste geleidearmbevestigingsbouten.
- Verwijder de voorste geleidearmbevestigingsbout en neem de geleidearm onder de auto
weg.
- Pers indien nodig de geleidearmbusrubbers uit de geleidearm met behulp van een
hydraulische pers en een passende stempel.
- Monteer op dezelfde wijze nieuwe busrubbers en let op de juiste montagepositie van de
busrubbers in de geleidearm.
- Bouw de geleidearm in omgekeerde volgorde van het uitbouwen in. Let op! De moeren
van de bevestigingsbouten van de geleidearm en de onderste
schokdemperbevestigingsbout komen alle aan de buitenzijde. Zet alle bouten en moeren
met het voorgeschreven aanhaalmoment vast als de auto op de grond staat.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.3 Achterwielophanging
10.3.4 Achteras en schroefveer uit- en inbouwen

10.3.4 Achteras en schroefveer uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Panhardstangmoer links (g) 35-55 (3,5-5,5)


Panhardstangmoer rechts (h) 45-70 (4,5-7,0)
Onderste schokdemperbevestigingbout (f) 45-70 (4,5-7,0)
Geleidearmbouten (e) 70-90 (7,0-9,0)
Remleidingnippel op wielremcilinder 14-18 (1,4-1,8)
Ankerplaat 18-28 (1,8-2,8)
Verbinding flexibele/metalen remleiding 14-18 (1,4-1,8)

Voor het uitbouwen van n enkele schroefveer is het demonteren van de achteras aan n
zijde voldoende. Zie figuur 10.14 voor de desbetreffende onderdelen.

- Krik de achterkant van de auto op, onder de achteras en zet de auto op bokken. Houd
de krik onder de as geplaatst, om uitrekken van de flexibele remleidingen te voorkomen.
- Verwijder de wielen en eventueel de remtrommels (zie paragraaf 10.3.1).
- Draai de vaste remleiding uit de wielremcilinder op de ankerplaat en plug deze af om
uitstromen van de remvloeistof te voorkomen.
- Verwijder de remankerplaten en hang deze op met ijzerdraad.
- Maak de metalen remleiding los van de flexibele remleiding en verwijder de E-ring.
- Haak de metalen remleiding los uit de klemmen op de achteras.
- Draai de twee bevestigingsbouten van de panhardstang los en verwijder de
panhardstang.
- Verwijder de onderste schokdemperbevestigingsbout.
- Verwijder de achterste bevestigingsbouten van de geleidearm.
- Laat de achteras met de krik zakken en verwijder de schroefveren.

Het inbouwen van de achteras gaat in de omgekeerde volgorde; let echter op de volgende
punten:

- Monteer de achteras met de schroefveer in de juiste positie (met de kleine diameter


naar boven) en let erop dat de uiteinden van de schroefveer in de uitsparingen van de
veerschotels komen.
... Page 228 of 304

- Smeer de flens waar de ankerplaat op komt te zitten in met vloeibare pakking.


- Monteer de panhardstang met het open gedeelte naar beneden en let op de
verschillende aanhaalmomenten van de linker- en rechterzijde (zie figuur 10.17).

Figuur 10.17: Montage panhardstang

1 Geleidearm
2 Schokdemper
3 Panhardstang
L Links
R Rechts

- Breng alle moeren van de geleidearm en de schokdempers aan de buitenkant aan en zet
... Page 229 of 304

alle bouten en moeren vast met het voorgeschreven aanhaalmoment (zie figuur 10.17),
als de auto op de grond staat.
- Ontlucht ten slotte het remsysteem en controleer de remwerking.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
10.4 Wielstanden controleren en afstellen

10.4 Wielstanden controleren en afstellen


Meetvoorwaarden bij het uitlijnen

- auto onbelast;
- juiste bandenspanning;
- laat de auto enkele keren in- en uitveren;
- geen ontoelaatbare speling in de spoorstangen;
- geen ontoelaatbare speling of beschadiging in de wielophanging.

De wielstanden achter zijn niet afstelbaar.

Tabel 10.1: Wielstanden vooras

Sporing 0
1
mm
Wielvlucht (camber)* 0
30'
1
Fuseelangshelling 3
(caster)* 35'
1
Fuseedwarshelling (KPI)* 12
30'
3
Wieluitslag voorwielen:
binnenwiel 36
buitenwiel 32

*Niet afstelbaar.

Sporing voorwielen afstellen


De sporing kan worden afgesteld door de lengte van de beide spoorstangen te variren. Let
op dat na afstellen de wielen in de rechtuitstand staan als het stuurwiel in de middenstand
staat. Let op! De vrije draadlengtes van beide spoorstangkogels moeten gelijk zijn aan
elkaar.

De wielvlucht (camber), fuseelangshelling (caster) en de fuseedwarshelling zijn niet


afstelbaar. Deze wielstanden zijn afhankelijk van de conditie van de
wielophangingsonderdelen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
10 Wielophanging en vering
... Page 230 of 304

10.5 Bandenspanning

10.5 Bandenspanning
Tabel 10.2: Wielen en banden

Bandmaat Velgmaat Bandenspanning (bar)


normale overige
belasting belastingen
voor achter voor achter
145/70 4J 2,1 2,1 2,3 2,3
R13

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
11 Stuurinrichting

11. Stuurinrichting

In het hoofdstuk "Stuurinrichting" vindt u een beschrijving van de toegepaste stuurinrichting,


uit- en inbouwbeschrijvingen van de verschillende componenten van de stuurinrichting zoals
het stuurwiel (incl. de airbag), de stuurkolom, de stuurbekrachtigingspomp en het stuurhuis.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
11 Stuurinrichting
11.1 Inleiding

11.1 Inleiding
De Suzuki Alto is voorzien van een tandheugelstuurinrichting. De stuurkolom bestaat uit een
tweedelige stuurbuis verbonden door middel van kruiskoppelingen.
... Page 231 of 304

Figuur 11.1: Stuurinrichting

1 Stuurwiel
2 Stuuras
3 Bovenste kruiskoppeling
4 Rondselas met onderste kruiskoppeling
5 Stuurhuis
6 Spoorstang
7 Fusee

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
11 Stuurinrichting
11.2 Stuurkolom uit- en inbouwen

11.2 Stuurkolom uit- en inbouwen


Let op! Om beschadiging van de inschuifbare stuurkolom te vermijden, moet er gebruik
worden gemaakt van het speciaal gereedschap om het stuurwiel te verwijderen. Het met een
hamer slaan op de stuurkolomas is absoluut niet toegestaan.

Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Borgbout bovenste kruiskoppeling 20-30 (2,0-3,0)


Stuurwielmoer 25-40 (2,5-4,0)
Stuurkolombevestigingsbouten 11-17 (1,1-1,7)

Speciaal gereedschap Suzuki


Stuurwieltrekker 09944-36010
... Page 232 of 304

- Maak de massakabel van de accu los.


- Plaats de voorwielen in de rechtuitstand.
- Verwijder de afdekplaat van het stuurwiel.
- Draai de stuurwielmoer los.
- Maak merktekens op het stuurwiel en de stuurkolomas om het inbouwen te
vereenvoudigen.
- Let op! Trek het stuurwiel uitsluitend met behulp van het speciaal gereedschap van de
stuurkolomas (zie figuur 11.2).

Figuur 11.2: Stuurwiel verwijderen

1 Stuurwiel
A Stuurwieltrekker

- Verwijder de bevestigingsschroeven, neem de steker los en verwijder de


combinatieschakelaar voor de richtingaanwijzer/verlichting en ruitenwisser van de
stuuras.
- Neem de stekerverbinding van het contactslot los.
- Draai de borgbout van de bovenste kruiskoppeling los.
- Maak de vier bevestigingsmoeren van de stuurkolom los en verwijder de stuurkolom.
... Page 233 of 304

- Controleer als de auto bij een aanrijding was betrokken het volgende:
A Meet afstanden 'b' en 'c' van de stuurkolom, zoals aangegeven in figuur 11.3.
B Meet de speling tussen de sleuf en de nok, zoals aangegeven in figuur 11.4; deze mag
niet mr dan 0 mm bedragen. De stuurkolom moet indien nodig als n geheel worden
vervangen.

Figuur 11.3: Afstanden controleren

b 468-470 mm
c 386,5-389,5 mm
... Page 234 of 304

Figuur 11.4: Stuurkolom controleren

1 Voelermaat
2 Nokken
a Speling

- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van uitbouwen. Zet alles met het juiste
aanhaalmoment vast. Let op! Zet eerst de onderste twee stuurkolombouten vast en
daarna de bovenste twee. Zet vervolgens de bout van de kruiskoppeling vast. Let op de
montagepositie van het stuurwiel.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
11 Stuurinrichting
11.3 Stuurslot uit- en inbouwen

11.3 Stuurslot uit- en inbouwen


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
... Page 235 of 304

Stuurslotbevestigingsschroeven 13-15 (1,3-1,5)

- Bouw de stuurkolom uit (zie paragraaf 11.2).


- Plaats de stuurkolom in de bankschroef.
- Verwijder met behulp van een centerpons de bevestigingsbouten van het stuurslot, zie
figuur 11.5.

Figuur 11.5: Bevestigingsbouten stuurslot verwijderen

1 Centerpons
2 Bevestigingsbouten

- Zet het contact met de sleutel in de 'ACC'- of 'ON'-positie en verwijder het stuurslot van
de stuurkolom.
- Plaats het langwerpige gat in de stuuras in het midden van het gat in de stuurkolom.
- Verdraai de contactsleutel in de ACC- of de ON-stand en plaats het stuurslot op de
stuurkolom.
- Draai de contactsleutel in de LOCK-stand en trek de sleutel uit het contactslot.
- Breng twee nieuwe bevestigingsbouten van het stuurslot aan en draai deze bouten vast
totdat de boutkoppen afbreken.
- Verdraai de contactsleutel in de ACC- of ON-stand en controleer of de stuuras
gemakkelijk kan worden verdraaid. Controleer ook of het stuurslot naar behoren werkt.
- Breng de stuurkolom aan, zie paragraaf 11.2.

Suzuki
... Page 236 of 304

Suzuki Alto 16V 2000-2002


11 Stuurinrichting
11.4 Stuurhuis uit- en inbouwen

11.4 Stuurhuis uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Spoorstangkogelmoer 30-55 (3,0-5,5)


Bevestigingsbouten stuurhuis 20-30 (2,0-3,0)
Spoorstangmoeren 35-55 (3,0-5,5)

Speciaal gereedschap Suzuki


Spoorstangkogeltrekker 09913-65210

- Schuif de bestuurdersstoel zover mogelijk naar achteren.


- Schuif de vloerbedekking opzij en verwijder onderaan, bij de pedalen, de afdekkap voor
de stuuraskoppelingen.
- Draai binnen in de auto de klembout van de bovenste stuuraskoppeling los.
- Verwijder de klembout van de onderste klemboutkoppeling en neem de koppeling los
van de rondselas.
- Krik de voorzijde van de auto op en verwijder beide wielen.
- Verwijder aan beide zijden de splitpen en de kroonmoer en neem met een passende
trekker de spoorstangkogel los van de fusee.
- Draai de vier bevestigingsbouten van het stuurhuis los en verwijder de beugels en het
stuurhuis, zie figuur 11.6.

Figuur 11.6: Stuurhuis uitbouwen

1 Bevestigingsbouten
2 Stuurhuis

- Montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Zet eerst de onderste kruiskoppeling vast en


... Page 237 of 304

dan de bovenste. Controleer hierna altijd de wielstanden.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
11 Stuurinrichting
11.5 Stuurhuis reviseren

11.5 Stuurhuis reviseren


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Spoorstang met kogelgewricht 70-100 (7,0-


10,0)
Rondsellagerstelplug 80-110 (8,0-
11,0)

Speciaal gereedschap Suzuki

Demontage/montagedop rondsellagerstelbus 09944-


28211
Trekker onderste rondsellager 09921-
20200
Hulpstuk trekker 09930-
30102
Lagerbustrekker 09940-
48210
Montagestempel voor lagerbus 09943-
78210
Montagestempel rondsellager 09943-
88211
Speciale dop 09944-
18211
... Page 238 of 304

Figuur 11.7: Stuurinrichting in onderdelen

1 Vulring
2 Oliekeerring
3 Rondsellagerstelplug
4 Rondsel
5 Naaldlager
6 Stofkap
7 Stelbus
8 Drukveer
9 Drukstuk
10 Stuurhuis
11 Spoorstangkogel
12 Borgmoer
13 Klem
14 Stofhoes
15 Klem
16 Spoorstang met kogelgewricht
17 Borgplaat
18 Lagerbus
19 Buitenbus
20 Tandheugel
21 Bevestigingsrubber stuurhuis
22 Afdichtring
23 Borgveer

- Merk de stand van de spoorstangkogel en de borgmoer ten opzichte van elkaar en de


spoorstang (zie figuur 11.17).
- Verwijder de bevestigingsdraden en klemmen van de stofhoezen.
- Draai de borgmoer los en draai de spoorstangkogel uit de spoorstang; doe dit ook aan
de andere zijde.
... Page 239 of 304

- Schuif de stofhoezen van het huis en buig aan beide kanten de borgplaat recht (zie figuur
11.8).

Figuur 11.8: Spoorstang van tandheugel verwijderen

1 Borgplaat
2 Spoorstang met kogelgewricht
3 Tandheugel
... Page 240 of 304

- Draai de spoorstangkogelgewrichten van de tandheugel.


- Verwijder de beide borgplaten.
- Verwijder stofkap, stelbus, drukveer en drukstuk (zie nummers 6, 7, 8 en 9 in figuur
11.7).
- Verwijder de vulring (1) en de oliekeerring (2).
- Draai de rondsellagerstelplug (3) met behulp van het speciaal gereedschap 09944-28211
uit het huis (zie figuur 11.9).

Figuur 11.9: Rondsellagerstelplug verwijderen


A 43 mm dop

- Tik met een kunststofhamer net zolang op het huis tot de rondselas met het lager uit het
huis vrijkomt, zie figuur 11.10.
... Page 241 of 304

Figuur 11.10: Rondselas met lager lostikken

1 Rondselas
2 Kunststof hamer

- Trek het rondsel uit het huis.


- Verwijder het onderste rondsellager met behulp van het speciaal gereedschap uit het
huis, zoals aangegeven in figuur 11.11.
... Page 242 of 304

Figuur 11.11: Onderste rondsellager verwijderen

1 Onderste rondsellager
2 Trekker
3 Hulpstuk

- Verwijder de borgveer en trek de lagerbus met behulp van het speciaal gereedschap
09940-48210 uit het huis, zie figuur 11.12.
... Page 243 of 304

Figuur 11.12: Lagerbus verwijderen


A Lagerbustrekker

- Controleer alle onderdelen op slijtage en beschadigingen. Let vooral op het


slijtagepatroon van de tandheugel en het rondsel alsmede van het drukstuk. Controleer
ook de doorbuiging van de tandheugel met een klokmicrometer door de tandheugel op
twee blokken te plaatsen en over de gehele lengte te meten. De doorbuiging mag
maximaal 0,35 mm zijn.
- Montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Let op de volgende punten:
- Smeer alle lagers in met vet (Super Grease E-99000-25050 of lithiumhoudend vet).
- Monteer een nieuwe lagerbus met behulp van het speciale montagestempel 09943-
78210, zoals aangegeven in figuur 11.13 en zorg ervoor dat de binnenbus 1 tot 2 mm in
het huis wordt getikt.
... Page 244 of 304

Figuur 11.13: Lagerbus monteren


... Page 245 of 304

A 1 tot 2 mm
B Montagestempel

- Monteer een nieuw onderste rondsellager in het huis met behulp van het speciaal
gereedschap 09943-88211 (zie figuur 11.14).

Figuur 11.14: Onderste rondsellager monteren

1 Onderste rondsellager
2 Montagestempel

- Vul het stuurhuis geheel met vet.


- Breng de tandheugel aan.
- Zet de rondsellagerstelplug (3 in figuur 11.7) met het voorgeschreven aanhaalmoment
vast.
- Zet de stelbus volledig vast en draai deze tussen 0 tot 90 terug. Stel en controleer
zlang tot het koppel dat nodig is om het rondsel te verdraaien tussen de 0,8 en 1,3 Nm
ligt (zie figuur 11.15). Gebruik hiervoor het speciaal gereedschap 09944-18211.
... Page 246 of 304

Figuur 11.15: Draaikoppel van stuurhuis meten

1 Koppelmeter
2 Speciale dop

- Zet alle bouten met het juiste aanhaalmoment vast.


- Vergeet vooral niet het borgplaatje (17) van het kogelgewricht om te slaan.
- Monteer de buitenbus z dat deze 1 tot 2 mm over het huis steekt, zie figuur 11.16.
... Page 247 of 304

Figuur 11.16: Buitenbus monteren

1 Stuurhuis
2 Buitenbus
A 5 tot 6 mm

- Monteer het stuurhuis (zie paragraaf 11.4).


- Meet de lengte 'A' (zie figuur 11.17) op het schroefdraad van de spoorstangkogel indien
de spoorstangkogel van de spoorstang vervangen wordt. Gebruik de gemeten afstand
om de nieuwe spoorstangkogel juist af te stellen.
... Page 248 of 304

Figuur 11.17: Spoorstangkogel afstellen

1 Borgmoer
2 Stofhoes
A Afstand tot bij uitbouwen aangebracht merkteken

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen

12. Remmen

In het hoofdstuk "Remmen" vindt u een beschrijving van het toegepaste remsysteem en uit-
en inbouwbeschrijvingen van de verschillende componenten van het remsysteem zoals de
remblokken, de remklauw, de remschijf of remtrommel, de hoofdremcilinder, de
rembekrachtiger en de handremkabel. Daarnaast worden enkele revisies en controles aan
het remsysteem beschreven, en het ontluchten ervan. Verder wordt het
antiblokkeerremsysteem (ABS) beschreven, uit- en inbouw van diverse componenten van
het antiblokkeerremsysteem en diagnose met storingscodes.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.1 Inleiding

12.1 Inleiding
... Page 249 of 304

De Suzuki Alto is uitgerust met een diagonaal gescheiden remsysteem voorzien van een
rembekrachtiger en een remdrukbegrenzer voor de achterwielen. Vr zijn geventileerde
schijfremmen gemonteerd en achter zelfstellende trommelremmen. De handrem werkt
mechanisch op de achterwielen.

Figuur 12.1: Remsysteem Alto

1 Rembekrachtiger
2 Hoofdremcilinder
3 Secundaire aansluiting
4 Primaire aansluiting
5 P-klep
6 Verdeelblok
7 Handremhendel

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.2 Voorwielremmen

12.2 Voorwielremmen

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.2 Voorwielremmen
12.2.1 Remblokken vervangen

12.2.1 Remblokken vervangen


De remblokken moeten worden vervangen als de slijtagelimiet is bereikt. Dat is het geval
wanneer de remblokvoering tot op een dikte van 3 mm is afgesleten. Vervang altijd de
remblokken aan beide kanten tegelijk.
... Page 250 of 304

Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Bevestigingsbouten remzadel 22-32 (2,2-3,2)


Wielmoeren 70-100 (7,0-10,0)

- Zet de voorzijde van de auto op bokken en verwijder de voorwielen.


- Verwijder de bouten waarmee het remzadel op de houder is bevestigd.
- Schuif het remzadel van de houder en hang deze aan een stuk ijzerdraad op, om
beschadiging van de remslang te voorkomen.
- Verwijder de remblokken van de houder. Let op! Trap nooit op het rempedaal als de
remblokken verwijderd zijn.
- Meet met een schuifmaat de totale dikte van de remblokken; zolang de remvoering
dikker is dan 3,0 mm behoeven ze niet te worden vervangen.
- Controleer de conditie van de remschijf.
- Maak het remzadel en de houder goed schoon.
- Druk de remzuiger terug en let erop of het remvloeistofreservoir niet overstroomt.
- Plaats de nieuwe remblokken en de clips.
- Zet de remzadelbouten met het juiste aanhaalmoment vast.
- Trap de rem enkele keren goed in en controleer het remvloeistofniveau. Breng de wielen
weer aan.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.2 Voorwielremmen
12.2.2 Remzadel uit- en inbouwen

12.2.2 Remzadel uit- en inbouwen


- Zet de voorzijde van de auto op bokken en verwijder het wiel.
- Klem de remslang, indien mogelijk, dicht en draai de aansluiting los van het remzadel.
Breng een plug aan in de opening van het remzadel en hang de remslang in een flesje
om vloeistoflekkage en het binnendringen van vuil te voorkomen.
- Verwijder de bevestigingsbouten van de houder.
- Verwijder het remzadel van de houder.
- Verwijder de remblokken uit de houder.
- Inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van het uitbouwen. Let hierbij speciaal op
het volgende:
- Zet de remslang vast met nieuwe ringen en draai het stuurwiel van aanslag tot aanslag.
Controleer of de remslang de veerpoot of het binnenscherm niet raakt.
- Ontlucht het remsysteem en controleer het systeem op vloeistoflekkage.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.2 Voorwielremmen
12.2.3 Remzadel reviseren

12.2.3 Remzadel reviseren


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
... Page 251 of 304

Flexibele remslangaansluiting 20-25 (2,0-2,5)

- Bouw het remzadel uit zoals in de vorige paragraaf beschreven.


- Reinig het remzadel.
- Verwijder de stofhoesring van de zuiger.
- Verwijder de remzuiger door deze er via de aansluiting van de remslang voorzichtig met
perslucht uit te drukken. Leg een doek voor de zuiger om het wegschieten van de zuiger
te voorkomen.
- Verwijder met behulp van een voelermaat voorzichtig de afdichtring uit de cilinder. Let
op! Beschadig hierbij de binnenkant van de cilinder niet.
- Maak alle onderdelen goed schoon en controleer de cilinder en de zuiger op groeven en
roest. Indien dit niet zonder beschadigingen is weg te werken, moet het gehele
onderdeel worden vervangen.
- Vervang indien nodig alle rubberonderdelen en smeer de delen in met remvloeistof.
- Breng de afdichtring aan in de cilinder.
- Monteer de stofhoesring op de zuiger en vervolgens inclusief zuiger in de groef in de
cilinder, zie figuur 12.2.

Figuur 12.2: Stofhoesring monteren

- Druk de zuiger vervolgens in de cilinder en druk de stofhoesring in de groef in de zuiger.


Controleer of de stofhoesring juist gemonteerd is door de zuiger iets omhoog te trekken
uit de cilinder.
- Monteer de remslang aan het zadel; gebruik nieuwe afdichtringetjes. Zet de remslang
met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.
- Monteer alle overige onderdelen in omgekeerde volgorde van het uitbouwen en smeer de
remzadelpennen in met een geschikte vetsoort.
- Ontlucht het remsysteem.
... Page 252 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.2 Voorwielremmen
12.2.4 Remschijf controleren en vervangen

12.2.4 Remschijf controleren en vervangen


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Remzadelhouderbouten 70-100 (7,0-10,0)

Remschijfgegevens

Standaarddikte 17,0
mm
Minimumdikte 15,0
mm
Maximumslingering 0,10
mm

- Zet de voorzijde van de auto op bokken en verwijder het wiel.


- Maak de bouten van de remzadelhouder los en hang deze aan een stuk ijzerdraad op,
om beschadiging van de remslang te voorkomen.
- Verwijder de bevestigingsschroeven van de remschijf.
- Neem de remschijf van de naaf door in de twee boutgaten een 8 mm-bout te draaien.
Let op! Draai deze bouten gelijkmatig afwisselend aan.
- Het inbouwen gaat in omgekeerde volgorde van het uitbouwen.
- Ontlucht het remsysteem.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.3 Achterwielremmen

12.3 Achterwielremmen

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.3 Achterwielremmen
12.3.1 Remschoenen achter vervangen en remtrommel controleren

12.3.1 Remschoenen achter vervangen en remtrommel


controleren
De remschoenen moeten worden vervangen wanneer de slijtagelimiet is bereikt. Dat is het
geval wanneer de remschoenvoering tot op een dikte van 1,0 mm is afgesleten. De
remschoenen moeten altijd gelijktijdig aan beide zijden worden vervangen.
... Page 253 of 304

Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Kroonmoer astap 80-120 (8,0-12,0)

Speciaal gereedschap Suzuki

Slagtrekker 09942-
15510
Hulpstuk 09943-
17911

Remtrommelgegevens

Diameter 180 mm
Slijtagegrens 182 mm

- Krik de auto op en verwijder het wiel.


- Verwijder de afdekkap, splitpen, kroonmoer en de ring.
- Ontkoppel de handrem en draai de stelmoeren van de handremkabels los.
- Verwijder de plug uit de ankerplaat en stel het stelmechanisme van de remschoenen met
behulp van een schroevendraaier zover terug dat de remschoenen vrijkomen van de
remtrommel, zie figuur 12.3. Let op! De handrem volledig terugstellen.
... Page 254 of 304
... Page 255 of 304

Figuur 12.3: Automatisch stelmechanisme terugstellen

1 Plug
2 Stang
3 Pal

- Bevestig de speciale trekker 09942-15510 op de remtrommel en trek de remtrommel


van de wielnaaf, zie figuur 12.4.

Figuur 12.4: Remtrommel verwijderen

1 Remtrommel
A Hulpstuk
B Slagtrekker

- Reinig de remtrommel en controleer de binnendiameter van de remtrommel.


- Controleer het remoppervlak van de remtrommel op groeven en schuur deze licht op.
Draai de remtrommel indien nodig uit. Doe dit altijd met de lagers en keerring
gedemonteerd. Let op de maximale binnendiameter van de remtrommel.
- Meet met behulp van een schuifmaat de totale dikte van de remschoenen.
- Druk de remvoeringklemveer met de vinger in en draai met een punttang de pen een
kwartslag zodat deze vrijkomt van de klemveer, zie figuur 12.5. Doe dit ook bij de tweede
klem.
... Page 256 of 304

Figuur 12.5: Pennen en klemveren verwijderen

1 Pen
2 Klemveer

- Verwijder de pennen en klemveren die de remschoenen op de ankerplaat vasthouden.


- Verwijder de remschoenen, het stelmechanisme en de terugtrekveren.
- Maak de handremkabel los van de handremhefboom.
- Maak de handremhefboom los van de remschoen.
- Zet de handremhefboom en de hefboom van het automatische stelmechanisme over op
de nieuwe remschoen.
- Het inbouwen gebeurt in omgekeerde volgorde van het uitbouwen.
- Stel het stelmechanisme van de achterremschoenen met behulp van een
schroevendraaier zover terug dat de remtrommel eenvoudig over de remschoenen
gemonteerd kan worden.
- Monteer de ring en de kroonmoer. Zet de kroonmoer met het voorgeschreven
aanhaalmoment vast en borg de kroonmoer met een splitpen.
- Tik de afdekkap met een kunststofhamer op de remtrommel.
- Monteer het wiel en zet de wielmoeren met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.
- Trap het rempedaal enkele keren met een kracht van ongeveer 30 kg in zodat het
stelmechanisme van de remschoenen in werking treedt.
- Stel de handrem af en laat de auto zakken.
- Controleer de remwerking.
... Page 257 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.3 Achterwielremmen
12.3.2 Wielremcilinder reviseren

12.3.2 Wielremcilinder reviseren


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Wielremcilinderbouten op ankerplaat 10-13 (1,0-1,3)


Remleidingnippel 14-18 (1,4-1,8)

De wielremcilinder kan worden gedemonteerd en gereviseerd, maar meestal verdient het de


voorkeur om de gehele wielremcilinder te vervangen; vooral als een wielremcilinder oud is of
reeds eerder is gereviseerd.

- Verwijder de remschoenen en draai de remleiding los van de wielremcilinder aan de


ankerplaat. Sluit de leiding af met een plug.
- Verwijder de twee bevestigingsbouten die aan de achterzijde van de remankerplaat
zitten en verwijder de wielremcilinder.
- Wip de twee stofhoezen los en verwijder alle onderdelen uit de wielremcilinder, zie figuur
12.6.

Figuur 12.6: Wielremcilinder in onderdelen

- Maak alle onderdelen goed schoon en controleer de cilinder inwendig op beschadigingen


en roest. Vervang de cilinder als deze beschadigingen niet meer te herstellen zijn.
- Controleer het loopvlak van de plunjers. Vervang deze bij beschadiging of sterke
roestvorming.
- Vervang alle rubberonderdelen en smeer deze voor de montage in met speciale
rempasta.
- Monteer de wielremcilinder op de ankerplaat.
- Sluit de remleiding aan.
- Monteer de remschoenen en de handremkabel.
- Ontlucht het remsysteem.
- Trap het rempedaal enige keren met een kracht van ongeveer 30 kg in zodat het
stelmechanisme van de remvoeringen in werking treedt.
... Page 258 of 304

- Stel de handrem af en laat de auto zakken.


- Controleer de remwerking.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.3 Achterwielremmen
12.3.3 Handrem afstellen

12.3.3 Handrem afstellen


Controleer vooraf de volgende onderdelen:

- Het remsysteem is ontlucht.


- Het rempedaal is enkele keren ingetrapt met ongeveer 30 kg.
- Dikte van de remschoenen.
- Automatisch stelmechanisme op gangbaarheid.
- Slag van het rempedaal.

Ga als volgt te werk:

- Controleer het aantal klikken dat de handremkabel zonder forceren kan worden
aangetrokken. Dit moet tussen de drie en acht klikken liggen bij een aantrekkracht van
20 kg.
- Stel zo nodig de handrem, zoals aangegeven in figuur 12.7. Stel de linker- en
rechterkabel evenveel omwentelingen en controleer of zowel het linker- als rechterwiel
blokkeert, als de handremhefboom aangetrokken is.
... Page 259 of 304

Figuur 12.7: Handrem afstellen

1 Handremhefboom
2 Handremkabel
3 Borg/stelmoeren

- Let op! Smeer de doorvoertule van de handremkabel door de ankerplaat in met


siliconenkit als de handremkabel moet worden vervangen, zie figuur 12.8.

Figuur 12.8: Afkitten van kabeldoorvoer

1 Doorvoertule handremkabel
2 Siliconenkit aanbrengen

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.4 Hoofdremcilinder uit- en inbouwen en reviseren

12.4 Hoofdremcilinder uit- en inbouwen en reviseren


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Remleidingwartels 14-18 (1,4-1,8)


Reservoirkruisschroef 1,5-3,0 (0,15-0,30)
Hoofdremcilinder op schutbord 10-16 (1,0-1,6)

Uitbouwen

- Neem de massakabel van de accu los.


- Maak de steker van de remvloeistofniveauschakelaar los en verwijder de dop van het
reservoir.
- Tap de remvloeistof af uit het remvloeistofreservoir.
- Neem de remleidingen los.
- Verwijder de hoofdremcilinder.

Reviseren

- Maak het reservoir los van de hoofdremcilinder en verwijder de rubberafdichtringen.


- Klem de hoofdremcilinder in een bankschroef met spanplaten.
- Verwijder de borgveer met een seegerringtang en verwijder de primaire zuiger uit de
... Page 260 of 304

cilinder, zie figuur 12.9.


... Page 261 of 304
... Page 262 of 304

Figuur 12.9: Primaire zuiger verwijderen

1 Borgveer
2 Hoofdremcilinder

- Verwijder met behulp van perslucht de secundaire zuiger uit de cilinder zoals is
aangegeven in figuur 12.10.

Figuur 12.10: Secundaire zuiger verwijderen


1 Persluchtpistool

- Verwijder de onderdelen uit de hoofdremcilinder aan de hand van figuur 12.11.


... Page 263 of 304

Figuur 12.11: Onderdelen van de hoofdremcilinder

1 Borgveer
2 Kunststofring
3 Cup en ring
4 Primaire zuiger
5 Primaire cup
6 Secundaire cup
7 Cup
8 Secundaire zuiger
9 Veerschotel
10 Terugdrukveer
11 Cilinder
12 Afdichtring
13 Zuigerzijde
14 Rembekrachtigerzijde

- Controleer alle onderdelen op beschadiging en slijtage, vervang indien nodig.


- Controleer de cilinder op groeven of ingevreten roest. Vervang indien nodig de
hoofdremcilinder compleet.
- Smeer de onderdelen in met remolie en breng ze in omgekeerde volgorde van uitbouwen
aan. Let op dat de cupjes in de juiste richting worden aangebracht (open zijde,
vloeistofzijde).

Inbouwen

- Breng de hoofdremcilinder in de omgekeerde volgorde van het uitbouwen weer aan. Let
hierbij op de speling tussen de zuigerstang van de bekrachtiger en de zuiger van de
hoofdremcilinder (zie volgende paragraaf).
- Ontlucht het remsysteem.
- Houd na ontluchten het rempedaal gedurende ongeveer 10 seconden ingetrapt en
controleer of de hoofdremcilinder nergens lekt.
... Page 264 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.5 Rembekrachtiger uit- en inbouwen

12.5 Rembekrachtiger uit- en inbouwen


Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

Bevestigingsmoeren rembekrachtiger 10-16 (1,0-1,6)


Hoofdremcilinder op schutbord 10-16 (1,0-1,6)
Borgmoer gaffel 12-16 (1,2-1,6)

Speciaal gereedschap Suzuki

Afstelgereedschap rembekrachtiger 09950-98210


Afstelgereedschap rembekrachtiger 09950-96020
Afstelgereedschap rembekrachtiger 09952-16030

Uit- en inbouwen

- Verwijder de hoofdremcilinder zoals in de vorige paragraaf is beschreven.


- Maak de onderdrukslang los van de rembekrachtiger.
- Maak de gaffel van de drukstang los van het rempedaal.
- Maak de bevestigingsmoeren van de rembekrachtiger los en verwijder deze.
- Het inbouwen van de rembekrachtiger gebeurt in omgekeerde volgorde van het
uitbouwen. Let bij het inbouwen op de volgende punten:

Speling afstellen tussen de zuigerstang van de bekrachtiger en de zuiger van de


hoofdremcilinder
De lengte van de zuigerstang van de rembekrachtiger kan afgesteld worden zodat de juiste
speling tussen het uiteinde van de zuigerstang en de zuiger van de hoofdremcilinder
verkregen wordt.
... Page 265 of 304

Figuur 12.12: Speling rembekrachtiger

1 Zuigerstang rembekrachtiger
2 Zuiger hoofdremcilinder
a Speling

- Druk voor het meten van de speling enkele keren op de zuigerstang zodat het
reactieplaatje in de juiste positie zit.
- Zorg ervoor dat tijdens het meten de druk in de bekrachtiger op atmosferisch niveau
ligt.
... Page 266 of 304

- Installeer het speciale gereedschap op de hoofdremcilinder (zie figuur 12.13) en druk op


de pen totdat deze de zuiger van de hoofdremcilinder raakt.

Figuur 12.13: Speciaal gereedschap installeren


... Page 267 of 304

1 Hoofdremcilinder
2 Zuiger
A Suzuki 09950-98210
B Suzuki 09950-96020

- Draai het speciale gereedschap om en installeer het op de bekrachtiger. Stel de lengte


van de zuigerstang af totdat de speling 'a' 0 mm bedraagt, zie figuur 12.14.

Figuur 12.14: Speling afstellen

1 Rembekrachtiger
2 Zuigerstang
a Speling

- Stel indien nodig de speling af door de stelschroef van de zuigerstang te verdraaien, zie
figuur 11.14. Na bovenstaande afstelling zal de speling tijdens stationair draaien van de
motor 0,10 tot 0,35 mm bedragen.

Lengte van de zuigerstang afstellen


- Stel de gaffel af op de in de figuur 12.15 aangegeven afstand. Let op! De aangegeven
lengte moet worden afgesteld zonder pakking.
... Page 268 of 304

Figuur 12.15: Gaffel afstellen

1 Gaffel
2 Borgmoer
a 95,5-96,5 mm

- Ontlucht het remsysteem na het inbouwen. Controleer tevens de speling en hoogte van
het rempedaal.

Rembekrachtiger controleren

Controleren op juiste werking

- Trap bij stilstaande motor het rempedaal enkele malen stevig in. Als gevolg hiervan zal
de onderdruk uit de rembekrachtiger verdwijnen.
- Start de motor terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt. Als de rembekrachtiger goed
functioneert, zal het rempedaal een stukje naar beneden zakken doordat nu weer
onderdruk ontstaat.
... Page 269 of 304

Controleren op lekkage

- Trap het rempedaal in terwijl de motor loopt.


- Zet de motor af maar houd het rempedaal gedurende ongeveer 30 seconden ingetrapt.
- Als de pedaalhoogte zich nu niet wijzigt, werkt de rembekrachtiger goed. Als het pedaal
omhoog gaat is de rembekrachtiger defect.
- Trap het rempedaal bij stilstaande motor een aantal malen met normale kracht in. De
eerste keer moet het rempedaal laag blijven, daarna moet het steeds iets hoger komen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.6 Rempedaal afstellen

12.6 Rempedaal afstellen


Pedaalafstand tot de bodem bij 30 kg pedaaldruk

Minimaal 90 mm
Vrije slag 1-8
mm

- Start de motor.
- Trap het rempedaal enkele keren achter elkaar in.
- Trap het rempedaal vervolgens met 30 kg in en meet de pedaalhoogte tussen de vloer
(zonder vloerbedekking) en de bovenkant van het pedaalrubber. De hoogte van het
rempedaal in rust moet 13 mm lager dan het koppelingspedaal liggen.
- Trap het rempedaal enkele keren achter elkaar in.
- Controleer vervolgens de slag die het rempedaal kan maken voordat er weerstand wordt
gevoeld. Dit is de vrije slag.

Indien de afstand niet aan de voorgeschreven specificaties voldoet, zit er lucht in het
remsysteem, werkt het afstelmechanisme van de remschoenen niet goed, is de
zuigerstanglengte van de rembekrachtiger verkeerd afgesteld of is er interne lekkage in de
hoofdremcilinder.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
12 Remmen
12.7 Remsysteem ontluchten

12.7 Remsysteem ontluchten


Voor een betrouwbaar functioneren van het remsysteem is goed ontluchten van belang. Als
u niet over een ontluchtingsset beschikt, hebt u bij het ontluchten een assistent nodig. Voor
het ontluchten met een ontluchtingsset, zie de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
Ontlucht de wielremcilinders in de volgende volgorde:
linksachter, rechtsvoor, rechtsachter, linksvoor. Let op! Mors geen remvloeistof op de lak en
was deze onmiddellijk af als er toch remvloeistof op komt.

- Houd tijdens het ontluchten het remvloeistofniveau in de hoofdremcilinder op peil.


- Gebruik de afgetapte remvloeistof niet opnieuw.
... Page 270 of 304

- Sluit een doorzichtige ontluchtingsslang aan op de ontluchtingsnippel.


- Houd het andere uiteinde in een doorzichtige glazen, of kunststofpot half gevuld met
remvloeistof.
- Laat een assistent het rempedaal rustig enkele keren intrappen en draai de
ontluchtingsnippel los terwijl de assistent het rempedaal ingedrukt houdt.
- Houd het rempedaal ingetrapt en sluit de ontluchtingsnippel. Herhaal deze procedure tot
er remvloeistof zonder luchtbellen uit de ontluchtingsnippel komt.
- Controleer het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij met remvloeistof.
- Controleer of er nergens remvloeistof lekt.
- Controleer de werking van de remmen, als het pedaal sponsachtig aanvoelt moet de
ontluchtingsprocedure herhaald worden.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie

13. Elektrische installatie

In het hoofdstuk "Elektrische installatie" vindt u elektrische schema's van de toegepaste


motormanagementsystemen (allen in dezelfde stijl getekend) en een overzicht van de
zekeringen en relais. Ook opgenomen zijn uit- en inbouwbeschrijvingen van de startmotor,
dynamo en ruitenwissermotor.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.1 Elektrische schema's

13.1 Elektrische schema's


Uitklapschema's

Lettercodes voor het elektrotechnisch werkingsschema van de Suzuki Alto 2000-

A/C Airconditioning
AJ Aanjager
AT Automatische transmissie
AUL Achteruitrijlicht
BDP Bovenste dode punt 10-N
BN Brandstofniveau 17-L
BP Brandstofpomp 14-U
CU Controle-unit
D Diode
DE Demper 2-F
DIS Distributie 2-E
DS Diagnosesteker 17-R
EO Elektronische ontsteking 6-F
ILT Inlaatluchttemperatuur 17-B
IN In
IP Instrumentenpaneel
K Klep
... Page 271 of 304

KH Keuzehandel 1-N
KP Koppeling 17-C
KV Koelventilateur 3-B
LAS Lambdasonde 12-D, 12-G
M Magneet
MR Motorregeling 5-I, 14-A
MT Motortemperatuur 17-I
NA Nokkenas 1-X
OSM Ontstekingsmodule 2-D
P Druk (pressure)
REL Relais
S Schakelaar
SE Sensor
SN Snelheid (meter) 1-J
UGR Uitlaatgasrecirculatie 16-N
VR Verstuiver 7-Q t/m 7-T
VW Verwarming
ZE Zekering

Draadkleuren voor het elektrotechnisch werkingsschema van de Suzuki Alto 2000-

1 Zwart
2 Wit
3 Oranje
4 Rood
5 Paars/violet/lila
6 Groen
7 Geel
8 Bruin
9 Blauw
A Grijs
B Violet
C Lichtgroen

N.B.
12 is dan zwart/wit
64 is dan groen/rood
enz.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
Elektrische Installatie

Elektrisch schema 1
... Page 272 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.2 Dynamo

13.2 Dynamo
In de Suzuki Alto wordt n type wisselstroomdynamo van 50 A toegepast. De
spanningsregelaar/borstelhouder bevindt zich in de dynamo.
... Page 273 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.2 Dynamo
13.2.1 Dynamo uit- en inbouwen

13.2.1 Dynamo uit- en inbouwen


- Maak de massakabel van de accu los.
- Maak de bedrading aan de dynamo los.
- Verwijder de bovenste bout van het voorste dynamoschild.
- Verwijder de stelbout voor de afstelling van de V-snaar.
- Kantel de dynamo naar de motor en verwijder de V-snaar.
- Verwijder de onderste bouten van het voorste dynamoschild en verwijder het
dynamoschild.
- Verwijder de onderste twee bevestigingsbouten.
- Verwijder de dynamo.
- Het inbouwen gaat in omgekeerde volgorde van het uitbouwen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.2 Dynamo
13.2.2 V-snaar vervangen en afstellen

13.2.2 V-snaar vervangen en afstellen


- Stel de spanning van de aandrijfriem af volgens de methode beschreven in hoofdstuk 3
(koelsysteem).

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.2 Dynamo
13.2.3 Dynamo uit elkaar nemen en in elkaar zetten

13.2.3 Dynamo uit elkaar nemen en in elkaar zetten


Aanhaalmoment in Nm (kgf.m)
Dynamopoeliemoer 95-130 (9,5-13,0)
... Page 274 of 304

Figuur 13.1: Dynamo in onderdelen

1 Poeliemoer
2 Poelie
3 Voorste dynamoschild
4 Statorspoelen
... Page 275 of 304

5 Bout
6 Lager
7 Lageropsluitplaat
8 Rotor
9 Achterste lager
10 Afdekplaat
11 Gegolfde ring
12 Achterste dynamoschild
13 Bevestigingsbout
14 Diodebrug
15 Isolator
16 Spanningsregelaar
17 Koolborstel
18 Koolborstelhouder
19 Deksel

Neem de dynamo uit elkaar met behulp van figuur 13.1.

- Bouw de dynamo uit.


- Draai de poeliemoer los en verwijder de poelie.
- Verwijder de moer van de plusaansluiting en de isolator (zie figuur 13.1).
- Draai de drie bevestigingsschroeven achter op het rotorhuis los en verwijder het deksel
(zie figuur 13.2).

Figuur 13.2: Dynamo uit elkaar nemen


... Page 276 of 304

1 Moer achterste dynamoschild


2 Bevestigingsschroeven spanningsregelaar
3 Bevestigingsschroeven koolborstelhouder
4 Diodebrug
5 Bevestigingsschroeven statorspoel
6 Bout achterste dynamoschild

- Draai de twee bevestigingsschroeven van de koolborstelhouder los en verwijder deze.


- Draai de drie bevestigingsschroeven van de spanningsregelaar los en verwijder deze.
- Draai de vier schroeven van de statorspoel los en verwijder de diodebrug.
- Verwijder de bouten en moeren van het achterste dynamoschild en tik deze met een
kunststof hamer via de rotoras voorzichtig los.
- Verwijder met een kunststof hamer de rotor uit het achterste dynamoschild.
- Verwijder het achterste lager met een lagertrekker.
- Verwijder de vier bevestigingsschroeven van de lageropsluitplaat en verwijder het lager.
- Het in elkaar zetten van de dynamo gebeurt in omgekeerde volgorde van het uit elkaar
nemen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.2 Dynamo
13.2.4 Dynamo-onderdelen controleren

13.2.4 Dynamo-onderdelen controleren


- Voer een isolatietest aan de rotor uit en vervang deze bij geleiding.
- Meet met behulp van een ohmmeter of de weerstand tussen de rotorsleepringen 2,8 tot
3,0 ohm bedraagt. Vervang de rotor indien dit niet het geval is.
- Contoleer de koelvinnen en de lagers.
- Controleer de borstellengte en vervang de borstel indien deze tot 4,5 mm of minder is
afgesleten.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.3 Startmotor

13.3 Startmotor
In de Suzuki Alto wordt n type startmotor van 0,8 kW toegepast.
... Page 277 of 304
... Page 278 of 304

Figuur 13.3: Startmotor in onderdelen

1 Afdekplaat
2 Bronzen bus
3 Startmotorhuis
4 Borgring
5 Aanslagring
6 Rondsel met vrijloop
7 Vork
8 Stofhoes
9 Relais
10 Houdspoel
11 Trekspoel
12 Achterste lagerdeksel
13 Borstelveer
14 Borstelhouder
15 Afdichtring
16 Veer
17 Borgplaat
18 Stofkap
19 Bronzen bus
20 Koolborstel
21 Veldwikkelingshuis
22 Anker
23 Bout (2x)
A Breng vet aan

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.3 Startmotor
13.3.1 Startmotor uit- en inbouwen

13.3.1 Startmotor uit- en inbouwen


- Neem de massakabel van de accu los.
- Trek de steker los van het startmotorrelais.
- Verwijder de accukabel van de startmotor.
- Verwijder de twee startmotorbevestigingsbouten.
- Verwijder de startmotor.
- Het inbouwen gaat in omgekeerde volgorde van het uitbouwen.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.3 Startmotor
13.3.2 Startmotor uit elkaar nemen en in elkaar zetten

13.3.2 Startmotor uit elkaar nemen en in elkaar zetten


Zie figuur 13.3 voor de diverse onderdelen.

- Verwijder de startmotor.
... Page 279 of 304

- Verwijder het startrelais (9).


- Verwijder de stofkap (18), de borgplaat (17) en de veer (16).
- Verwijder de bouten (23) en verwijder het achterste lagerdeksel (12).
- Verwijder de borstelveer (13) en de borstelveerhouder (14).
- Verwijder het veldwikkelingshuis (21), het anker (22) en de vork (7).
- Verwijder de borgring (4), de aanslagring (5) en het rondsel (6).
- Het in elkaar zetten van de startmotor gebeurt in omgekeerde volgorde van het uit
elkaar nemen. Zie figuur 13.3 voor de punten 'A' waar vet gesmeerd moet worden. Zorg
ervoor dat de collector van de dynamo en de borstels vetvrij zijn.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.3 Startmotor
13.3.3 Startmotoronderdelen controleren

13.3.3 Startmotoronderdelen controleren


Anker

- Voer een isolatietest uit tussen de collector en het anker. Vervang het anker bij
geleiding.
- Controleer de geleiding tussen de naast elkaar gelegen collectorsegmenten. Vervang het
anker indien er geen geleiding is.
- Controleer de collector op onrondheid. De onrondheid mag maximaal 0,4 mm zijn.
- Controleer de diameter van de collector. Vervang het anker indien de collectordiameter
27 mm of minder bedraagt.
- Controleer de diepte van de isolatiegroeven in de collector. De diepte mag minimaal 0,2
mm zijn.

Veldwikkelingshuis
- Controleer de geleiding tussen de borstel en het veldwikkelingshuis. Vervang het
veldwikkelingshuis indien er geen geleiding is.

Borstel

- Controleer de slijtage van de borstel. Vervang de borstel bij een lengte van 10,7 mm of
minder.
- Controleer de borstelveer.
- Controleer of de borstel soepel in de houder beweegt.
- Vervang de borstelhouder indien deze verbogen is.

Speling ankeras
- Meet de speling tussen de ankeras en de bronzen bus. Indien de speling meer dan 0,2
mm bedraagt, moet de bus vervangen worden.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.4 Ruitenwissermotor testen

13.4 Ruitenwissermotor testen


... Page 280 of 304

Voorruit

- Neem de stekerverbinding van de ruitenwissermotor los.


- Sluit een losse accu aan op de aansluitingen van de ruitenwissermotor zoals aangegeven
in figuur 13.4. De pluskabel komt op de blauw/rode (Bl/R) aansluiting, de minkabel op de
zwarte draad.

Figuur 13.4: Ruitenwissermotor testen

1 Losse accu
2 Ruitenwissermotor
3 Plusaansluiting
4 Minaansluiting

- De ruitenwissermotor draait dan in de langzame stand (44 -52 1/min).


- Sluit de pluskabel aan op de blauw/zwarte (Bl/B) aansluiting, de minkabel op de zwarte
draad. De ruitenwisser moet nu in de snelle stand draaien (63-77 1/min).
- Sluit de pluskabel aan op de blauwe (Bl) aansluiting, de minkabel op de zwarte draad.
Verbind de blauw/witte (Bl/W) aansluiting en de blauw/rode (Bl/R) aansluiting van de
steker met elkaar. De ruitenwissermotor moet nu in een vaste stand stoppen (dit is ook
de startstand). Test de ruitenwissermotor op deze wijze meerdere keren.

Achterruitenwissermotor

- Neem de stekerverbinding van de ruitenwissermotor los.


- Sluit een losse accu aan op de aansluitingen van de ruitenwissermotor zoals aangegeven
in figuur 13.5. De pluskabel komt op de oranje (O) aansluiting, de minkabel op de zwarte
(B) aansluiting.
... Page 281 of 304

Figuur 13.5: Ruitenwissermotor testen

1 Losse accu
2 Ruitenwissermotor
3 Plusaansluiting
4 Minaansluiting

- De ruitenwissermotor draait dan 33 tot 43 1/min.


- Sluit de pluskabel aan op de gele (Y) aansluiting, de minkabel op de zwarte (B)
aansluiting. Verbind de oranje (O) aansluiting en de lichtgroene (Lg) aansluiting van de
steker met elkaar. De ruitenwissermotor moet nu in een vaste stand stoppen (dit is ook
de startstand). Test de ruitenwissermotor op deze wijze meerdere keren.
... Page 282 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
13 Elektrische installatie
13.5 Zekeringen

13.5 Zekeringen
De zekeringenhouder bevindt zich linksonder het dashboard en bevat 15 zekeringen. Aan de
hand van de kleur van de zekering kan nagegaan worden wat het amprage van de zekering
is.

Tabel 13.1: Kleurcode zekeringen

Rood 10 A
Blauw 15 A
Geel 20 A
Blank 25 A
Groen 30 A

Controleer bij een storing in een bepaald component de verbindingsstrip in de zekering. Als
deze defect is, moet de zekering worden vervangen. Controleer de oorzaak van de storing.

Figuur 13.6: Overzicht zekeringenkast

1 Koplamp, rechts
2 Koplamp, links
3 Remlichten, interieurverlichting
4 Alarmlichten, claxon
5 Kentekenverlichting
6 Stadslicht rechtsvoor, achterlicht rechtsachter
7 Stadslicht linksvoor, achterlicht linksachter
8 Bobine, instrumenten, stroomverdeler
9 Ruitenwissermotor, sproeiermotor
10 Knipperlichten, achteruitrijlichten
11 Aanjagermotor
12 Achterruitverwarming
13 Sigarettenaansteker, radio
14 Koelventilateurmotor
15 Hoofdrelais brandstofinspuiting
... Page 283 of 304

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
14 Carrosserie

14. Carrosserie

In het hoofdstuk "Carrosserie" vindt u de richtmaten van de bodemplaat en de carrosserie en


uit- en inbouwbeschrijvingen van het portierruitmechanisme, het dashboard en
instrumentenpaneel. Daarnaast wordt het airbagsysteem beschreven, diagnose ervan en het
uit- en inbouwen van diverse componenten van het airbagsysteem.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
14 Carrosserie
14.1 Richtmaten

14.1 Richtmaten

Figuur 14.1: Bodemplaatrichtmaten in mm ( 3 mm)

De meetpunten van de carrosserie zijn bij het driedeursmodel hetzelfde als bij het
vijfdeursmodel. Deze maten staan vermeld in figuur 14.2 (voorzijde) en figuur 14.3
... Page 284 of 304

(achterzijde). De maten van het driedeursmodel die verschillen ten opzichte van het
vijfdeursmodel staan vermeld in figuren 14.4 en 14.5.

Figuur 14.2: Meetpunten van de voorzijde in mm

Aa 900
AB 774
... Page 285 of 304

Ab 1310
AC 545
Bb 1240
Cb 1094
Cc 907
Cd 921
CE 825
DE 610
Dd 637
DF 644
EF 704
GH 1288
Ii 1287
IJ 718
IK 1260
IL 650
Jj 1289
JK 856
JL 855
Kk 1055
KL 836
LI 1236
... Page 286 of 304

Figuur 14.3: Meetpunten van de achterzijde in mm

Mm911
MO 465
MQ 916
Om 1129
Oo 1162
Pp 1271
Rm 769
Ss 1040
ST 972
SU 780
SV 908
Tt 1287
TU 833
TV 633
... Page 287 of 304

Uu 1294
UV 273
Vv 1289

Figuur 14.4: Meetpunten van de voorzijde in mm (driedeurs welke afwijkend zijn van het
vijfdeursmodel)

IJ' 1004
IK' 1398
J'j' 1289
J'K' 855
J'L 1092
K'L 1019
K'k' 1052
... Page 288 of 304

Figuur 14.5: Meetpunten van de achterzijde in mm (driedeurs welke afwijkend zijn van het
vijfdeursmodel)

K'V' 932
V'v' 1305

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
14 Carrosserie
14.2 Portieren

14.2 Portieren

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
14 Carrosserie
14.2 Portieren
14.2.1 Portierruitmechanisme en ruit vervangen

14.2.1 Portierruitmechanisme en ruit vervangen


... Page 289 of 304

Figuur 14.6: Voorportier in onderdelen

1 Voorportier
2 Bekledingsplaat
3 Bevestigingssteun
4 Aanslagplaat
5 Onderste scharnier
6 Afdichtfolie
7 Ruit
8 Buitenste weerstrip
9 Binnenste weerstrip
10 Slede
11 Achterste geleider
12 Ruitmechanisme
13 Borgring
14 Raamslinger
15 Handgreep
16 Bevestigingsplaat buitenspiegel
17 Raamspijl

- Verwijder de binnenste deurhendelkap.


- Verwijder de buitenspiegel.
- Verwijder de borgring van de raamslinger met een speciale tang of met behulp van een
doek zoals aangegeven in figuur 14.7.
... Page 290 of 304

Figuur 14.7: Raamslinger verwijderen

- Verwijder de afdekplaat van de luidspreker en de steun.


- Verwijder de bekledingsplaat en de binnenste weerstrip.
- Verwijder de buitenste weerstrip.
- Trek de onderste zijde van de afdichtfolie los.
- Verwijder de bevestigingsschroeven van de slede.
- Trek de ruit met de slede naar boven toe uit het portier.
- Maak de ruit los van de slede.
- Draai de zes bevestigingsschroeven van het ruitmechanisme los en verwijder het
mechanisme naar onderen uit het portier.

Het inbouwen gaat in omgekeerde volgorde van het uitbouwen. Smeer het mechanisme in
met grafiethoudend multipurposevet. Let er bij de montage van de ruit in de slede op dat de
afstand 'a' in figuur 14.8 175 mm is.
... Page 291 of 304

Figuur 14.8: Montage ruit in slede


a 175 mm

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
14 Carrosserie
14.2 Portieren
14.2.2 Portierslotmechanisme in- en uitbouwen

14.2.2 Portierslotmechanisme in- en uitbouwen


... Page 292 of 304

Figuur 14.9: Portierslot

1 Buitenste deurhendel
2 Cilinderslot
3 Binnenste deurhendelkap
4 Grendelmechanisme
5 Slotplaat
6 Binnenste deurhendel

- Verwijder de binnenste deurhendelkap.


- Verwijder de borgring van de raamslinger met een speciale tang of met behulp van een
doek zoals aangegeven in figuur 14.7.
- Verwijder de bevestigingsplaat van de buitenspiegel.
- Verwijder de bekledingsplaat en de binnenste weerstrip.
- Trek de achterste zijde van de afdichtfolie los.
- Verwijder de afstelschroef van de achterste geleider (figuur 14.6).
- Maak de aansluitingen van de bedieningsstangen los en verwijder de binnenste
deurhendel en het grendelmechanisme.

Het inbouwen gaat in omgekeerde volgorde van het uitbouwen. Smeer de bewegende delen
in met olie of vet.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
15 Periodiek onderhoud

15. Periodiek onderhoud


... Page 293 of 304

In het hoofdstuk "Onderhoud" zijn de onderhoudschema's opgenomen en, indien van


toepassing, terugstellen van de service-intervalindicatie.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
15 Periodiek onderhoud
15.1 Frequent voorkomende controles

15.1 Frequent voorkomende controles


Om een optimale bedrijfszekerheid van uw auto te kunnen waarborgen, verdient het
aanbeveling enige aan meer slijtage onderhevige onderdelen op geregelde tijden te
controleren.

- Controleer nmaal om de veertien dagen of voor aanvang van een grote rit de
bandenspanning.
- Controleer iedere 500 km het motoroliepeil, het koelvloeistofniveau en het
remvloeistofniveau.
- Controleer iedere 5000 km de banden op overmatige slijtage.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
15 Periodiek onderhoud
15.2 Werkzaamheden om de 15.000 km (of 12 maanden)

15.2 Werkzaamheden om de 15.000 km (of 12 maanden)


- Ververs de motorolie, vernieuw de afdichtring van de aftapplug.
- Vervang het oliefilter.
- Controleer het luchtfilterelement
- Controleer de remblokken, schijven en overige remonderdelen op slijtage en lekkages.
- Controleer de banden op slijtage.
- Controleer de werking van de handrem.
- Controleer het olieniveau in de versnellingsbak.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
15 Periodiek onderhoud
15.3 Werkzaamheden om de 30.000 km (of 24 maanden)

15.3 Werkzaamheden om de 30.000 km (of 24 maanden)


- Voer de werkzaamheden beschreven in paragraaf 15.2 uit.
- Controleer de klepspeling.
- Ververs de koelvloeistof.
- Controleer het uitlaatsysteem en de ophanging.
- Controleer de leidingen en slangen van het brandstofsysteem.
- Controleer de remschoenen, remtrommels en overige remonderdelen op slijtage en
lekkages.
- Controleer de leidingen en slangen van het remsysteem.
- Ververs de remvloeistof.
- Controleer de vrije slag van het koppelingspedaal.
... Page 294 of 304

- Controleer de voor- en achterwielophanging.


- Controleer de stuurinrichting.
- Controleer het vloeistofniveau in de automatische transmissie (vervangen bij 165.000
km).
- Controleer de sloten en scharnieren.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
15 Periodiek onderhoud
15.4 Werkzaamheden om de 45.000 km (of 36 maanden)

15.4 Werkzaamheden om de 45.000 km (of 36 maanden)


- Voer de werkzaamheden beschreven in paragraaf 15.2 uit.
- Controleer de aandrijfriem van de nevenaggregaten.
- Vervang de bougies.
- Vervang het luchtfilterelement.
- Controleer de verdelerkap en de rotor.
- Controleer de brandstoftank.
- Controleer de stofhoezen van de aandrijfassen.
- Ververs de olie van de versnellingsbak.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
15 Periodiek onderhoud
15.5 Werkzaamheden om de 60.000 km (of 48 maanden)

15.5 Werkzaamheden om de 60.000 km (of 48 maanden)


- Voer de werkzaamheden beschreven in paragraaf 15.3 uit.
- Vervang bij uitvoeringen met automatische transmissie de vloeistofslang.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
15 Periodiek onderhoud
15.6 Werkzaamheden om de 75.000 km (of 60 maanden)

15.6 Werkzaamheden om de 75.000 km (of 60 maanden)


- Voer de werkzaamheden beschreven in paragraaf 15.2 uit.
- Vervang het benzinefilter.

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
15 Periodiek onderhoud
15.7 Werkzaamheden om de 90.000 km (of 72 maanden)
... Page 295 of 304

15.7 Werkzaamheden om de 90.000 km (of 72 maanden)


- Voer de werkzaamheden beschreven in paragraaf 15.3 en 15.4 uit.
- Vervang de distributieriem.
- Controleer het carterventilatiesysteem.
- Controleer het brandstofdampafzuigsysteem (EVAP).

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
16 Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)

16. Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)


Zie ook de diverse figuren waarin de aanhaalmomenten vermeld zijn.

In het hoofdstuk "Aanhaalmomenten" vindt u een overzicht van alle opgenomen


aanhaalmomenten uit de overige hoofdstukken.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
16 Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)
16.1 Motor

16.1 Motor
Kleppendeksel 11 (1,1)
Borgmoer voor afstellen klepspeling 12 (1,2)
Geleidepen distributieriem 11 (1,1)
Bout distributieriemspanrol 27 (2,7)
Bouten en moer distributiedeksel 11 (1,1)
Krukaspoeliebouten 16 (1,6)
Centrale krukasbout 130 (13,0)
Koelvloeistofpomppoelie 11 (1,1)
Venturiplug (oliesproeier) in cilinderkop 3,5 (0,35)
Cilinderkopbouten:
fase 1 32 (3,2)
fase 2 52 (5,2)
fase 3 alle bouten losdraaien
fase 4 32 (3,2)
fase 5 64 (6,4)
Nokkenaslagerkappen 11 (1,1)
Tuimelaaras 11 (1,1)
Nokkenasriemwiel 60 (6,0)
Verdelerhuis 11 (1,1)
Drijfstanglagerkappen 35 (3,5)
Bouten hoofdlagerkappen 54 (5,4)
Bouten oliekeerringhouder 11 (1,1)
Vliegwielbouten 76 (7,6)
Oliecarter 11 (1,1)
... Page 296 of 304

Oliepompzeef 11 (1,1)
Olie-aftapplug 50 (5,0)
Voorste uitlaatpijp:
aan uitlaatspruitstuk 43 (4,3)
aan achterste uitlaatpijp 40 (4,0)
Rotorplaat oliepomp 11 (1,1)
Oliepomp 11 (1,1)
Oliedrukschakelaar 14 (1,4)
CKP-sensor 10 (1,0)
Koelvloeistofpomp 11 (1,1)
Lambdasonde 45 (4,5)
Bougie 15 (1,5)

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
16 Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)
16.2 Versnellingsbak, koppeling en differentieel

16.2 Versnellingsbak, koppeling en differentieel


Bevestigingsbouten drukgroep 18-28 (1,8-2,8)
Koppelingshefboom op as 10-16 (1,0-1,6)
Aftapplug 25-30 (2,5-3,0)
Vulplug 25-30 (2,5-3,0)
Kroonwielbouten 80-100 (8,0-10,0)
Schakelvorkas 10-16 (1,0-1,6)
Moer uitgaande as 60-80 (6,0-8,0)
Borgbout achteruittandwielas 18-28 (1,8-2,8)
Koppelingshuis op versnellingsbakhuis 15-22 (1,5-2,2)
Versnellingsbakdeksel:
M10 8-12 (0,8-1,2)
M12 18-28 (1,8-2,8)
Versnellingsbak aan motor 40-60 (4,0-6,0)
Bouten motorbevestigingssteun (linkerzijde) 40-60 (4,0-6,0)
Bevestigingsmoeren motor (rechterzijde) 50-60 (5,0-6,0)
Moeren motorbevestigingssteun (linkerzijde) 35-45 (3,5-4,5)

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
16 Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)
16.3 Automatische transmissie

16.3 Automatische transmissie


Aftapplug 21 (2,1)
Plug in boring voor oliedrukmeter 7,5 (0,75)
Carter 5 (0,5)
Oliezeef 5,5 (0,55)
Directkoppeling 8 (0,8)
2e rem-solenodekleppen 8 (0,8)
Stelmoeren 13 (1,3)
Bereikschakelaar 18 (1,8)
... Page 297 of 304

Selectiekabel 7 (0,7)
Keuzehendelhuis 13 (1,3)
Aandrijfplaat 18,5 (1,85)
Transmissie aan motor 50 (5,0)

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
16 Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)
16.4 Aandrijfassen en wielophanging

16.4 Aandrijfassen en wielophanging


Voorwielophanging en aandrijfassen

Bouten van stabilisatorstangsteun 30-55 (3,0-5,5)


Borgbout fuseekogel 45-65 (4,5-6,5)
Moer spoorstangkogel 30-55 (3,0-5,5)
Naafmoer 150-200 (15,0-20,0)
Wielmoeren 70-100 (7,0-10,0)
Centrale borgmoer schokdemper 40-60 (4,0-6,0)
Onderste twee bevestigingsbouten veerpoot 70-90 (7,0-9,0)
Bovenste twee bevestigingsmoeren veerpoot 18-28 (1,8-2,8)
Remzadel aan fusee 70-100 (7,0-10,0)
Remschijf aan wielnaaf 6-9 (0,6-0,9)
Kroonmoeren stabilisatorstanguiteinden 40-90 (4,0-9,0)
Wieldraagarmbout aan carrosserie 50-70 (5,0-7,0)

Achterwielophanging

Achteras (zie figuur 10.14)


Panhardstangmoer links 35-55 (3,5-5,5)
Panhardstangmoer rechts 45-70 (4,5-7,0)
Onderste schokdemperbevestigingsbout 45-70 (4,5-7,0)
Geleidearmbouten 70-90 (7,0-9,0)
Kroonmoer astap 80-120 (8,0-12,0)
Wielmoeren 70-100 (7,0-10,0)
Bovenste schokdemperbevestigingsbout 45-70 (4,5-7,0)
Onderste schokdemperbevestigingsbout 45-70 (4,5-7,0)
Geleidearmbouten 70-90 (7,0-9,0)
Ankerplaat 18-28 (1,8-2,8)

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
16 Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)
16.5 Stuurinrichting

16.5 Stuurinrichting
Borgbout bovenste kruiskoppeling 20-30 (2,0-3,0)
Stuurwielmoer 25-40 (2,5-4,0)
Stuurkolombevestigingsbouten 11-17 (1,1-1,7)
Stuurslotbevestigingsschroeven 13-15 (1,3-1,5)
... Page 298 of 304

Spoorstangkogelmoer 30-55 (3,0-5,5)


Bevestigingsbouten stuurhuis 20-30 (2,0-3,0)
Spoorstangmoeren 35-55 (3,0-5,5)
Spoorstang met kogelgewricht 70-100 (7,0-10,0)
Rondsellagerstelplug 80-110 (8,0-11,0)

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
16 Aanhaalmomenten in Nm (kgf.m)
16.6 Remmen

16.6 Remmen
Bevestigingsbouten remzadel 22-32 (2,2-3,2)
Flexibele remslangaansluiting 20-25 (2,0-2,5)
Remzadelhouderbouten 70-100 (7,0-10,0)
Wielremcilinderbouten op ankerplaat 10-13 (1,0-1,3)
Remleidingnippel 14-18 (1,4-1,8)
Remleidingwartels 14-18 (1,4-1,8)
Reservoirkruisschroef 1,5-3,0 (0,15-0,30)
Hoofdremcilinder op schutbord 10-16 (1,0-1,6)
Bevestigingsmoeren rembekrachtiger 10-16 (1,0-1,6)
Hoofdremcilinder op schutbord 10-16 (1,0-1,6)
Borgmoer gaffel 12-16 (1,2-1,6)

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
17 Revisiematen

17. Revisiematen
Tenzij anders vermeld, worden alle revisiematen in millimeters opgegeven.

In het hoofdstuk "Revisiematen" vindt u per beschreven motor een overzicht van de
revisiematen. Behandeld worden ondermeer de cilinderkop, de in- en uitlaatklep, de
nokkenas, de zuiger en cilinder, de zuigerveren, de krukas en drijfstang, de oliepomp en het
vliegwiel.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
17 Revisiematen
17.1 G10BB-motor

17.1 G10BB-motor
Let op! Raadpleeg ook de tabellen 2.2 tot en met 2.7.

Cilinderkop standaard grenswaarde


Afwijking vlakheid
... Page 299 of 304

bovenvlak 0,05
pasvlakken spruitstukken 0,10
Breedte klepzittingen 1,1-1,3

Kleppen standaard grenswaarde


Vrije lengte klepveer 36,83 35,67
Voorspanning klepveer (voor 31,5 mm) 10,7-12,5 kg 9,3 kg
Afwijking van haaksheid klepveer 1,6
Diameter klepsteel
inlaatklep 5,465-5,480 -
uitlaatklep 5,440-5,455 -
binnendiameter klepgeleider
inlaatklep 5,500-5,512 -
uitlaatklep 5,500-5,512 -
Uitslag van klep in klepgeleider aan
uiteinde van klepsteel
inlaatzijde - 0,14
uitlaatzijde - 0,18
Dikte klepkop
inlaatklep 0,8-1,2 0,6
uitlaatklep 0,8-1,2 0,7
Breedte klepzitting 1,1-1,3
Uitsteekhoogte klepgeleider
(zie figuur 2.16) 11,5
Overmaat klepgeleider 0,03

Tuimelaars en tuimelaaras standaard grenswaarde


Binnendiameter tuimelaar 15,996-16,014
Diameter tuimelaaras 15,969-15,984
Speling tussen tuimelaar en tuimelaaras 0,012-0,045 0,09
Slingering tuimelaaras 0,10

Nokkenas standaard grenswaarde


Slingering 0,10
Nokhoogte
inlaatnok 36,184-36,344 36,084
uitlaatnok 35,900-36,060 35,800
Speling lagertap 0,040-0,082 0,12
Diameter nokkenastapboring in lagerkap 28,000-28,021
Buitendiameter nokkenastap 27,939-27,960

Zuigers en drijfstangen standaard grenswaarde


Zuigerdiameter
standaard 71,970-71,990
overmaat 0,25 mm 72,220-74,230
overmaat 0,50 mm 72,470-72,480
Merktekens op standaard zuigers
(zie figuur 2.24)
1 71,98-71,99
2 71,97-71,98
Speling tussen zuiger en cilinderwand 0,02-0,04
Hoogtespeling zuigerveren (gemonteerd)
bovenste zuigerveer 0,03-0,07
tweede zuigerveer 0,02-0,06
Slotspeling zuigerveren
bovenste zuigerveer 0,15-0,30 0,7
tweede zuigerveer 0,2-0,35 0,7
olieschraapveer 0,2-0,7 1,7
Stand zuigerveersloten 180 (halve
... Page 300 of 304

slag verdraaid
ten opzichte
van elkaar
Drijfstangoogboring 17,003-17,011
Zuigerpendiameter 16,995-17,000
Speling tussen zuigerpen en
drijfstangoog 0,003-0,016 0,05
Zijwaartse speling drijfstangvoet 0,10-0,20 0,35
Verbuiging van drijfstang 0,05
Verdraaiing van drijfstang 0,10

Cilinderblok standaard grenswaarde


Diameter cilinderboring 74,15
Merktekens op standaard cilinderblok
(zie figuur 2.23)
1 72,01-72,02
2 72,00-72,01
Speling tussen zuiger en cilinder 0,02-0,04
Coniciteit en onrondheid
van cilinderboring 0,10
Afwijking vlakheid bovenvlak 0,03 0,06

Krukas standaard grenswaarde


Kruktapdiameter
standaard drijfstanglager 41,982-42,000
0,25 mm ondermaat drijfstanglager 41,732-41,750
Onrondheid en tapsheid lagertappen 0,01
Lagerspeling drijfstanglagers 0,020-0,050 0,080
Slingering 0,06
Axiale krukasspeling 0,11-0,31 0,38
Dikte van axiaallagers
standaard 2,500
overmaat 0,125 mm 2,563
Lagerspeling hoofdlagers 0,020-0,040 0,060
Diameter hoofdlagers na slijpen 44,732-44,750

Vliegwiel standaard grenswaarde


Slingering 0,2

Oliepomp standaard grenswaarde


Radiale speling tussen buitenste rotor
en huis 0,20
Axiale speling tussen buitenste rotor
en huis 0,10

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
18 Technische gegevens

18. Technische gegevens


... Page 301 of 304

In het hoofdstuk "Technische gegevens" vindt u per beschreven motor de technische


gegevens als "motor algemeen", "smeersysteem", "koelsysteem", "brandstofsysteem" en
"ontstekingssysteem". Ook bevat dit hoofdstuk de technische gegevens van de koppeling,
handgeschakelde versnellingsbak, de automatische transmissie en de remmen.
Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
18 Technische gegevens
18.1 Motor

18.1 Motor
Algemeen

Motorcode G10BB
Cilinderinhoud (L) 0,993
Boring x slag (mm) 72 x 61
Max. vermogen (kW(pk) bij 1/min) 43(58)/6000
Max. koppel (Nm bij 1/min) 78/4500
Aantal en rangschikking cilinders 4 cilinders in lijn
Compressieverhouding 9,4:1
Compressiedruk (bar) bij 250 1/min of hoger
standaard 14
minimaal 11
maximaal verschil tussen de cilinders 1,0
Fiscaal vermogen Belgi (pk) 6
Emissiecode E3
Klepspeling (mm)
inlaat warm 0,17-0,21
uitlaat warm 0,27-0,31
inlaat koud 0,13-0,17
uitlaat koud 0,23-0,27

Smeersysteem

Type oliepomp tandwielpomp


Hoeveelheid motorolie (L)
incl. oliefilter 3,3
excl. oliefilter 3,1
Kwaliteit API SG
Viscositeit SAE 10W-40
Oliedruk (bar) bij 4000 1/min 3,5-4,3

Koelsysteem

Koelvloeistof mengsel van


antivries en
water
Mengverhouding tot water
temperaturen tot -16 C 30%
temperaturen tot -36 C 50%
Inhoud (L) (incl. verwarming)
handgeschakeld 4,0
automatische transmissie 3,8
Inhoud expansietank (L) 0,6
Overdruk radiateurdop (bar)
handgeschakeld 0,9
automatische transmissie 1,1
Thermostaat
... Page 302 of 304

opent bij (C) 88 2


volledig open bij (C) 100 (8 mm)
Koelvloeistoftemperatuursensor ECT
weerstand (kilo-ohm)
bij 20 C 2,21-2,69
bij 80 C 0,29-0,35

Brandstofsysteem

Type multipoint-inspuiting
Stationair toerental (1/min) 800 50
CO % (vol.) minder dan 0,5
(niet afstelbaar)
Inhoud benzinetank (L) 35
Type brandstof Euro loodvrij
(91 RON of hoger)
Brandstofpomp elektrisch in
brandstoftank
Brandstofdruk (bar)
contact aan, motor uit 2,7-3,1
1 minuut na uitzetten contact meer dan 2,0
bij stationair toerental 2,0-2,4
Weerstand inspuitventiel (ohm) 11,3-13,8 (bij 20 C)
Inlaatluchttemperatuursensor
Weerstand (kilo-ohm)
bij 20 C 2,21-2,69
bij 80 C 0,29-0,35

Ontsteking

Type ontsteking elektronisch


Ontstekingstijdstip 5 3 voor BDP
Ontstekingsvolgorde 1-3-4-2 (rechtsom)
Cilinder nr. 1 aan distributiezijde
Bobineweerstand (bij 20 C)
primair (ohm) 1,33-1,63
secundair (kilo-ohm) 10,7-14,5
Bougies NGK BKR6E/Denso
K20PR-U
Bougie-elektrodenafstand (mm) 0,7-0,8
Bougiekabelweerstand (kilo-ohm/m) 7

Suzuki
Suzuki Alto 16V 2000-2002
18 Technische gegevens
18.2 Overige technische gegevens

18.2 Overige technische gegevens


Koppeling

Type enkelvoudige droge-


plaatkoppeling met
diafragmaveer
Klinknageldiepte (mm):
standaard 1,2
... Page 303 of 304

vervangen minder dan 0,5


Bediening mechanisch (kabel)
Vrije slag koppelingspedaal (mm) 15-20
Speling koppelingshefboom (mm) 2-4

Handgeschakelde versnellingsbak

Overbrengingsverhoudingen (:1)
1e versnelling 3,416
2e versnelling 1,894
3e versnelling 1,280
4e versnelling 0,914
5e versnelling 0,757
achteruit 3,272
eindoverbrenging 3,947
Inhoud (L) 2,4
Oliekwaliteit API GL4
Olieviscositeit SAE 75W-90

Automatische transmissie

Overbrengingsverhoudingen (:1)
1e versnelling 2,810
2e versnelling 1,549
3e versnelling 1,000
achteruit 2,296
eindoverbrenging 3,868
Inhoud (L) 4,9
Oliekwaliteit Dexron IIE of III

Wielophanging en banden

Type
voor onafhankelijk met
MacPherson-veerpoten en
stabilisatorstang
achter semi-onafhankelijk met
een torsie-as, panhard-
stang en schroefveren
Wielstanden zie paragraaf 10.4
Bandmaat 145/70 R13 71T
Bandenspanning normaal/zwaar
(bar)
voor 2,1/2,3
achter 2,1/2,3

Stuurinrichting

Type tandheugel-en-rondsel
Stuurwielspeling radiaal (mm) 0-30

Remmen

Schijfremmen

dikte nieuw (mm) 17


minimale schijfdikte (mm) 15
maximale slingering (mm) 0,10
Dikte remblokjes (mm)
... Page 304 of 304

nieuw 15
vervangen bij 8

Trommelremmen

Binnendiameter (mm)
standaard 180
maximaal 182
Dikte remschoen (mm)
standaard 6,0
vervangen bij 2,6
Handrem vast bij 3-8 tanden
Remvloeistofkwaliteit DOT 3 (SAE J1703)

Elektrische installatie

Startmotor

Vermogen (kW) 0,8


Borstellengte (mm)
nieuw 16
minimaal 10,7
Collectorbuitendiameter (mm)
standaard 28
minimaal 27
Isolatiediepte (mm)
standaard 0,5-0,8
minimaal 0,2
Onrondheid collector (mm)
standaard 0,05
maximaal 0,4

Dynamo

Afgeregelde spanning (V) 14,2-14,8


Maximale laadstroom (A) 50
Borstellengte (mm) 4,5
Weerstand (ohm) tussen sleepringen 2,8-3,0

Accu

Type 12 V 38B20R of 55B24R


Accucapaciteit (Ah) 28 of 36

CopyrightMYbusinessmedia

You might also like